University of Groningen Mindfulnesstraining en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun. Kappen, Sanny IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2013 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Kappen, S. (2013). Mindfulnesstraining en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun. s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 20-11-2020
111
Embed
University of Groningen Mindfulnesstraining en kwaliteit ...€¦ · Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers 2 Colofon Vraagnummer: GV33/2012/C Titel: Mindfulnesstraining
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
University of Groningen
Mindfulnesstraining en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk,ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun.Kappen, Sanny
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite fromit. Please check the document version below.
Document VersionPublisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:2013
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):Kappen, S. (2013). Mindfulnesstraining en kwaliteit van leven van mantelzorgers. De rol van ervaren druk,ervaren grip op het leven, sociaal functioneren, hulp vragen en sociale steun. s.n.
CopyrightOther than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of theauthor(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons thenumber of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
In dit hoofdstuk wordt eerst een beschrijving van de procedure van het onderzoek gegeven
(paragraaf 3.1). Vervolgens worden in paragraaf 3.2 en 3.3 de respondenten, de
operationalisaties en de meetinstrumenten besproken. Als laatste wordt de analyseopzet
beschreven (paragraaf 3.4).
3.1 Procedure
Het betreft een longitudinaal pilot project waarbij een wijkgerichte2 MSBR training aan
mantelzorgers werd aangeboden. Voor het onderzoek werden twee metingen gedaan. De
voormeting (T1) vond plaats voordat de mantelzorgers begonnen aan de MBSR training en de
nameting (T2) is afgenomen een week na het beëindigen van de MBSR training. De gegevens
voor dit onderzoek zijn verzameld door middel van twee schriftelijke vragenlijsten, gericht op de
kwaliteit van leven van de mantelzorgers. De eerste vragenlijst (T1) (zie bijlage 2) die werd
afgenomen bestond uit onder andere een aantal algemene gegevens, de 1-item vraag over
kwaliteit van leven (Fischer, 2012), de RAND-36 (van der Zee & Sanderman, 1992), de GHQ-12
(Koeter & Ormel, 1991), de EDIZ (Pot, van Dyck & Deeg, 1995) en de Mastery-Scale (Pearlin
& Schooler, 1978). Voor de tweede vragenlijst (T2) (zie bijlage 3) zijn de algemene gegevens,
zoals geslacht, geboortedatum en opleidingsniveau uit de vragenlijst gehaald. De SSL-I (van
Sonderen & Ormel, 1992) en een aantal extra vragen die nodig zijn voor het onderzoek zijn
toegevoegd. Naar sociale steun en hulp vragen werd bij de eerste meting dus niet gevraagd, enkel
bij de tweede meting3. In paragraaf 3.3 wordt nader ingegaan op de meetinstrumenten.
2 De MBSR training vond plaats in de wijk waar de mantelzorger woonde. Dit om de reistijd, reiskosten en de
moeite voor de mantelzorger te beperken. 3 De dataverzameling van het onderzoek was al voorbereid en gaande toen het huidige afstudeeronderzoek startte.
De vragen over sociale steun en hulp vragen zijn daarom in de tweede meting toegevoegd en ontbreken in de eerste
meting.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
23
3.2 Respondenten
3.2.1 Werving, selectie respondenten en respons
Voor het werven van mantelzorgers is gebruik gemaakt van het mantelzorgregister van
Humanitas. Humanitas is een Nederlandse vrijwilligersorganisatie, die als doel heeft mensen
volwaardig te laten deelnemen aan de maatschappij. Zij ondersteunen mensen bijvoorbeeld op
het gebied van inburgering, opvoedingsondersteuning of het doorbreken van eenzaamheid. Voor
mantelzorgers worden onder andere lotgenotencontacten en themabijeenkomsten georganiseerd.
Verder kunnen mantelzorgers bij Humanitas een beroep doen op respijtzorg (vervangende
mantelzorg) (Humanitas, 2013). De mantelzorgers zijn via een nieuwsbrief en informatie in een
plaatselijke krant uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst over de mindfulnesstraining. In
deze uitnodiging is ook informatie gegeven over het onderzoek. De informatiebijeenkomst werd
gegeven door één van de twee mindfulnesstrainsters. Er zijn meerdere informatiebijeenkomsten
georganiseerd in de wijken waar later ook de mindfulnesstrainingen werden aangeboden.
Respondenten konden zich na de informatiebijeenkomst opgeven voor een vrijblijvend
intakegesprek. Verder was opgave telefonisch mogelijk tot één dag voor het begin van de cursus.
Tijdens het intakegesprek zijn de respondenten uiteindelijk geselecteerd op basis van inclusie- en
exclusiecriteria. Inclusiecriteria waren dat ze mantelzorg moesten verlenen en de Nederlandse
taal voldoende moesten beheersen. Exclusiecriteria waren onder andere verslavingen en bepaalde
psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie of het hebben van psychoses. Ook mensen die de
training al eerder hadden gevolgd werden uitgesloten van deelname aan het onderzoek.
Voorafgaand aan het onderzoek hebben de respondenten een toestemmingsverklaring
ondertekend. N=66 mensen hebben het intakegesprek gedaan. Drie respondenten wilden of
konden niet meewerken aan het onderzoek, bijvoorbeeld in verband met een taalbarrière of een
vermindering van de gezichtsscherpte. Deze drie mensen zijn uiteindelijk ook niet aan de
training begonnen, waardoor het aantal respondenten bij de voormeting N=63 was. Hiervan zijn
twee respondenten tussentijds gestopt met de training en het onderzoek Eén respondent ervoer te
veel weerstand bij het oefenen en de andere respondent is gestopt op advies van de
maatschappelijk werker. Daarnaast hebben N=3 mensen de vragenlijst na afloop van de training
niet ingevuld, aangezien zij daar emotioneel gezien niet toe in staat waren, onder andere door het
verlies van een familielid. Het aantal respondenten bij de nameting was N=58, wat op een
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
24
nameting een non-respons van vijf respondenten inhoudt. In paragraaf 3.2.3 wordt ingegaan op
de non-respons analyse.
3.2.2 Kenmerken van de respondenten op T1
De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 55,7 jaar (range: 31-83 jaar). Van de
respondenten was 81% vrouw en 19% man. Het grootste gedeelte van de respondenten (68,2%)
was getrouwd. 39,7% van de respondenten verrichtten naast het mantelzorgen ook betaald werk.
Ongeveer 20% van de respondenten kreeg een uitkering, pensioen of anders. Ongeveer 40 % van
de respondenten heeft ‘mulo/ mms/ mavo/ middelbaarberoepsonderwijs’ of ‘universiteit/ hoger
onderwijs’ gevolgd. 17,5% van de respondenten heeft ‘hbs/ gymnasium/ atheneum’ afgemaakt
en 1,6% van de respondenten gaf ‘meer dan lagere school/ basisschool zonder verder afgesloten
opleiding’ aan als hoogst genoten opleiding (zie tabel 1).
3.2.3 Kenmerken non-respons
Van de non-respons is de gemiddelde leeftijd 54,6 jaar. Verder is 20% van de non-respons man,
tegenover 80% vrouw. Wat betreft de woonsituatie woont 40% zelfstandig, alleen, 40% samen
met partner en kind(eren) en 20% samen met kind(eren). 60% doet betaald werk en 40%
ontvangt een uitkering. De burgerlijke staat van de non-respons groep is gehuwd (40%) en
ongehuwd (40%). Het opleidingsniveau is verdeeld in drie groepen, namelijk ‘mulo/ mms/ mavo/
middelbaarberoepsonderwijs’ (20%), ‘hbs/ gymnasium/ atheneum’ (20%) of ‘universiteit/ hoger
onderwijs’ (40%). De non-respons groep verschilt op de gemeten variabelen niet significant van
de totale groep respondenten. Voor een overzicht van de kenmerken van de non-respons zie tabel
Y in bijlage 1.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
25
Tabel 1: Gemiddelde (s.d.) en percentages, range en N voor de variabelen leeftijd, geslacht,
woonsituatie, werksituatie, burgerlijke staat en opleidingsniveau voor het totaal respondenten op
T1
Variabele Gemiddelde
(s.d.) en
percentages
Range N totaal
Leeftijd
55,7 (9,9) 31-83 62
Geslacht
Man
Vrouw
19%
81%
63
Woonsituatie
Zelfstandig, alleen
Samen met partner
Samen met kind(eren)
Samen met partner + kind(eren)
Anders
22,2%
31,7%
9,5%
33,3%
3,2%
63
Werksituatie
Betaald werk
Pensioen
Uitkering
Anders
39,7%
20,6%
20,6%
19,0%
63
Burgerlijke staat
Gehuwd
Gescheiden
Weduwe/weduwnaar
Ongehuwd
Anders
68,2%
4,8%
3,2%
15,9%
4,8%
61
Opleidingsniveau
Minder dan 6 klassen lagere school
6 klassen lagere school/ lom-school/ mlk-
school
Meer dan lagere school/ basisschool
zonder verder afgesloten opleiding
Mulo/ mms/ mavo/
middelbaarberoepsonderwijs
Hbs/ gymnasium/ atheneum
Universiteit/ hoger onderwijs
Anders
-
-
1,6%
38,1%
17,5%
39,7%
-
61
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
26
3.3 Operationalisaties en meetinstrumenten
De concepten uit het onderzoeksmodel zijn omgezet in te meten variabelen. Hieronder volgt een
beschrijving van de gebruikte meetinstrumenten. Tabel 3 geeft een overzicht van de gebruikte
meetinstrumenten, het aantal items, het aantal antwoordcategorieën, de mogelijke scores en de
Cronbach’s alpha.
Kwaliteit van leven
De 1- item-vraag gaat over de kwaliteit van leven. De vraag die gesteld werd is: ‘Hoe beoordeelt
u over het geheel genomen uw kwaliteit van leven op een schaal van 1-10?’. Hierbij is 1 de
slechtst mogelijke kwaliteit van leven en 10 de best mogelijke kwaliteit van leven (Fischer,
2012).
Ervaren druk
De vragenlijst ‘Ervaren Druk door Informele Zorg’ (EDIZ) is een vragenlijst voor het meten van
de subjectieve belasting van mantelzorgers (Pot, van Dyck & Deeg, 1995). De EDIZ bestaat uit
negen items die tezamen een schaal vormen, variërend van minder naar meer druk. Voorbeelden
van items zijn: “De situatie van mijn naaste eist voortdurend mijn aandacht“ en “Door mijn
betrokkenheid bij mijn naaste doe ik anderen tekort”. De antwoordmogelijkheden zijn: ‘ja!’, ‘ja’,
‘min of meer’, ‘nee’ en ‘nee!’. Na het invullen zijn de scores gedichotomiseerd, waarbij de
antwoordcategorieën ‘ja!’, ‘ja’ en ‘min-of-meer’ hergecodeerd zijn in ‘1’, wat betekent dat men
druk ervaart. De antwoordcategorieën ‘nee’ en ‘nee!’ zijn hergecodeerd in ‘0’, wat betekent dat
men géén druk ervaart. Zo ontstaat een totaalscore variërend van 0 tot 9, waarbij een hogere
score meer ervaren druk inhoudt (Pot, van Dyck & Deeg, 1995). De Cronbach’s alpha is 0,85
wat aangeeft dat de betrouwbaarheid hoog is. Ook is de schaal wetenschappelijk gevalideerd. Er
zijn nog geen normgegevens voor deze schaal bekend (Pot, van Dyck & Deeg, 1995).
Ervaren grip op het leven
Met behulp van de Mastery-Scale vragenlijst kan een beeld worden verkregen van de mate van
controle over het leven die mensen ervaren (Pearlin & Schooler, 1978). Er kan bepaald worden
of mensen denken zelf invloed te hebben op de dingen die hen overkomen. De Mastery-Scale
bestaat uit zeven items. Voorbeeld items zijn: ‘Ik heb weinig controle over de dingen die me
overkomen’ en ‘Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen’. Alle
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
27
items worden gescoord op een vijfpuntschaal van (1) helemaal mee eens tot (5) helemaal mee
oneens. De items zijn zowel positief als negatief geformuleerd. Voordat de totaalscore is
berekend zijn alle items dezelfde kant op gecodeerd. Hierbij geldt dat hoe hoger de score, hoe
meer ervaren grip op het leven. De totaalscore kan variëren van 7 tot en met 35. De validiteit van
de schaal wordt aangegeven door de consistente relatie (in de veronderstelde richting) met
andere schalen en variabelen (Robinson, Shaver & Wrightsman, 1991). De Cronbach’s alpha is
0,74 wat aangeeft dat de betrouwbaarheid goed is.
Sociaal functioneren
Sociaal functioneren is gemeten met behulp van de schaal ‘sociaal functioneren’ van de RAND-
36. De RAND-36 bestaat uit 36 vragen over de kwaliteit van leven (van der Zee & Sanderman,
1992). De schaal ‘sociaal functioneren’ bestaat uit de volgende twee vragen: 1. ‘In hoeverre heeft
uw lichamelijke gezondheid of hebben uw emotionele problemen u de afgelopen 4 weken
belemmerd in uw normale sociale bezigheden met gezin, vrienden, buren of anderen?’. De
antwoordmogelijkheden waren ‘helemaal niet’ (1), ‘enigszins’, ‘nogal’, ‘veel’ en ‘heel erg veel’
(5). De tweede vraag was: ‘Hoe vaak hebben uw lichamelijke gezondheid of emotionele
problemen gedurende de afgelopen 4 weken uw sociale activiteiten (zoals bezoek aan vrienden
of naaste familieleden) belemmerd?’ De antwoordmogelijkheden hier waren: ‘nooit’ (1),
‘zelden’, ‘soms’, ‘vaak’ en ‘voortdurend’ (5). De eerste vraag is hergecodeerd, zodat een hoge
score een hoge kwaliteit van leven inhoudt. Van beide vragen is een schaal geconstrueerd. De
schaalscore kan variëren van 0 tot en met 100. Hoe hoger de totaalscore, hoe beter de kwaliteit
van leven (van der Zee & Sanderman, 1992). De begripsvaliditeit van de RAND-36 is voldoende
en de betrouwbaarheid wordt als goed beoordeeld voor alle schalen van de RAND-36 (Evers,
van Vliet-Mulder & Groot, 2000). De Cronbach’s alpha is 0,79, wat dit bevestigt.
Pijn
Pijn is gemeten met behulp van de schaal ‘pijn’ van de RAND-36. Deze subschaal bestaat uit de
volgende twee vragen: 1. ‘Hoeveel pijn heeft u de afgelopen 4 weken gehad?’. Hierbij waren de
gebleven’, ‘enigszins afgenomen’ en ‘sterk toegenomen’ (5).
Beide vragen werden gemeten met behulp van een 5-puntsschaal, waarvoor geldt dat hoe
hoger de score, hoe gunstiger het hulp vragen.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
30
Tabel 3: Overzicht meetinstrumenten met aantal items, antwoordcategorieën, scores en
Cronbachs alpha
Onderdeel
SPF theorie
Concept & meetinstrument Items Antwoord-
categorieën
Minimum- en
maximumscore
Cronbach’s
alpha
Psychisch
welbevinden
Kwaliteit van leven
1-item
1
10
1-10
-
Fysiek
welbevinden
Ervaren druk
EDIZ
9
5
0-9
0,85
Sociaal
welbevinden
Ervaren grip op het leven
Mastery-Scale
Sociaal functioneren
RAND
7
2
5
5
7-35
0-100
0,74
0,79
Comfort Pijn
RAND
2
5,6
0-100
0,81
Status Opleidingsniveau
1-item
1
7
1-7
-
Affectie &
gedrags-
bevestiging
Sociale steun
SSL-I
1-item
Hulp vragen
1-item
1-item
6
1
1
1
4
5
5
5
6-24
1-5
1-5
1-5
0,82
-
-
-
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
31
3.4 Analyseopzet
In dit onderzoek is de afhankelijke variabele de kwaliteit van leven. De MBSR training is de
interventie die de mantelzorgers volgen. Ervaren belasting, ervaren grip op het leven, sociaal
functioneren, sociale steun en hulp vragen zijn de onafhankelijke variabelen. In een aantal
analyses is een deel van de onafhankelijke variabelen ook een afhankelijke variabele. Bij
deelvraag 4 (‘Hebben hulp vragen en sociale steun invloed op de ervaren druk en de ervaren grip
op het leven van mantelzorgers die een MBSR training hebben gedaan?’) zijn ervaren druk en
ervaren grip op het leven bijvoorbeeld de afhankelijke variabelen, terwijl deze twee factoren bij
deelvraag 5 (‘Hebben de ervaren druk en de ervaren grip op het leven invloed op de kwaliteit van
leven van mantelzorgers die een MBSR training hebben gedaan?’) de onafhankelijke variabelen
zijn.
Eerst worden er beschrijvende analyses uitgevoerd. Er wordt gekeken naar de gemiddelde scores
op de verschillende meetinstrumenten op T1 en T2. Vervolgens wordt er gekeken of er op
groepsniveau verschillen in gemiddelden zijn tussen T1 en T2. Hier wordt naar gekeken met
behulp van een gepaarde t-toets, omdat de twee metingen afhankelijk van elkaar zijn. Ook zal
per variabele worden aangegeven bij hoeveel procent van de respondenten de score verslechterd,
gelijk gebleven of verbeterd is op T2, ten opzichte van T1. Gelijk gebleven houdt in dat het
verschil T2 minus T1 nul is. Een negatief verschil betekent dat de score verslechterd is en een
positief verschil betekent dat de score verbeterd is. Met de gemiddelde scores op T2 minus T1 en
de verschilscores worden de deelvragen 1 tot en met 3 beantwoordt. Verder wordt de samenhang
tussen de verschillende variabelen bestudeerd met behulp van correlatiecoëfficiënten, zowel op
T1 en T2. Met behulp van correlatiecoëfficiënten kan namelijk gekeken worden of bepaalde
variabelen significant met elkaar samenhangen. Mocht dit het geval zijn kan men tevens zien of
deze samenhang positief of negatief is. Hiermee worden de deelvragen 4 tot en met 6
beantwoordt.
De hypothesen worden getoetst door middel van verschillende meervoudige
regressieanalyses. Aangezien er meerdere onafhankelijke variabelen zijn worden er meervoudige
regressieanalyses uitgevoerd, in plaats van een eenvoudige regressieanalyse. In totaal worden er
negen hiërarchische, lineaire regressieanalyses uitgevoerd. Er is gekozen voor lineaire
regressieanalyses aangezien de afhankelijke variabelen continu zijn in plaats van discreet. Verder
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
32
wordt de soort meervoudige regressieanalyse afhankelijk van de vorm van het onderzoek
gekozen (Field, 2009). Omdat de factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van leven veelal
gebaseerd zijn op eerdere onderzoeken, lijkt de hiërarchische methode het meest geschikt binnen
dit onderzoek. De hiërarchische methode gaat ervan uit dat op basis van gevonden verbanden een
selectie wordt gemaakt van relevante onafhankelijke variabelen. In dit geval zijn dat de factoren
die op basis van eerder onderzoek aantoonbare invloed uitoefenen op de kwaliteit van leven. De
hiërarchische meervoudige regressieanalyse wordt toegepast aangezien de voorspellers op basis
van theoretische gronden in de regressievergelijking worden opgenomen.
De eerste regressieanalyse gaat over T1. Hier wordt gekeken naar de invloed van de ervaren druk
op T1, de ervaren grip op het leven op T1 en het sociaal functioneren op T1 op de kwaliteit van
leven op T1. Vervolgens worden pijn op T1 en opleidingsniveau op T1 toegevoegd. Zo wordt
ook de invloed van pijn en opleidingsniveau op de kwaliteit van leven op T1 bekeken. Als laatste
worden de achtergrondkenmerken toegevoegd, om te kijken of deze factoren van invloed zijn op
kwaliteit van leven op T1. Hypothesen 1, 2, 3, 8 en 9 worden met deze analyse getoetst op het
moment voor de training.
Bij de tweede regressieanalyse wordt er gekeken naar de kwaliteit van leven op T2. Als eerste
worden ervaren druk op T2, ervaren grip op het leven op T2 en sociaal functioneren op T2
toegevoegd. Zo kan namelijk gekeken worden wat de invloed van ervaren druk, ervaren grip op
het leven en sociaal functioneren op de kwaliteit van leven is. Als tweede worden pijn op T2,
opleidingsniveau, sociale steun op T2 en hulp vragen op T2 toegevoegd. Hiermee wordt er
gekeken naar de invloed van pijn, opleidingsniveau, sociale steun en hulp vragen op de kwaliteit
van leven. Tot slot worden de achtergrondkenmerken zoals geslacht en leeftijd toegevoegd, om
te kijken of deze factoren van invloed zijn op kwaliteit van leven op T2. Hypothesen 1, 2, 3, 8, 9,
10 en 11 worden met deze analyse getoetst op het moment na de training.
Bij de derde regressieanalyse is de verandering in kwaliteit van leven de afhankelijke variabele
(T2 kwaliteit van leven minus T1 kwaliteit van leven). Hier worden als eerste de verandering in
ervaren druk, de verandering in ervaren grip op het leven en de verandering in sociaal
functioneren toegevoegd. Zo wordt gekeken wat de invloed van de verandering van deze
factoren op de verandering in kwaliteit van leven is. Ook de ervaren druk op T1, de ervaren grip
op het leven op T1 en het sociaal functioneren op T1 worden hier meegenomen. Hiermee wordt
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
33
gekeken naar de invloed van de stand van deze drie variabelen op T1 op de verandering in
kwaliteit van leven. Vervolgens worden de verandering in pijn, de verandering in sociale steun
en de verandering in hulp vragen toegevoegd, evenals pijn op T1 en opleidingsniveau op T1. Tot
slot worden de achtergrondkenmerken zoals geslacht en leeftijd toegevoegd. Hiermee wordt
gekeken of de achtergrondfactoren van invloed zijn op de verandering in kwaliteit van leven.
Hypothesen 1, 2, 3, 8, 9, 10 en 11 worden met deze analyse getoetst voor het verschil tussen de
nameting en de voormeting.
Bij de regressieanalyses vier, vijf en zes zijn respectievelijk ervaren druk op T1, ervaren grip op
het leven op T1 of sociaal functioneren op T1 de afhankelijke variabele. De voorspellers zijn bij
alle drie analyses de variabelen pijn op T1 en opleidingsniveau. Deze analyses worden
uitgevoerd om hypotheses 4 en 5 te toetsen. Hiermee wordt namelijk gekeken naar de invloed
van pijn en opleidingsniveau op ervaren druk, respectievelijk ervaren grip op het leven of sociaal
functioneren. Ook bij deze drie analyses worden tot slot de achtergrondkenmerken toegevoegd.
Hiermee wordt gekeken of de achtergrondkenmerken van invloed zijn op ervaren druk op T1,
ervaren grip op het leven op T1 en sociaal functioneren op T1.
Bij de laatste drie regressieanalyses zijn respectievelijk ervaren druk op T2, ervaren grip op het
leven op T2 of sociaal functioneren op T2 de afhankelijke variabele. De voorspellers zijn bij alle
drie analyses de variabelen pijn op T2, opleidingsniveau, sociale steun op T2 en hulp vragen op
T2. Deze analyses worden uitgevoerd om hypotheses 4 tot en met 7 te toetsen. Hiermee wordt
namelijk gekeken naar de invloed van pijn, opleidingsniveau, sociale steun en hulp vragen op
ervaren druk, respectievelijk ervaren grip op het leven of sociaal functioneren. Ook bij deze drie
analyses worden tot slot de achtergrondkenmerken toegevoegd. Hiermee wordt gekeken of de
achtergrondkenmerken van invloed zijn op ervaren druk op T2, ervaren grip op het leven op T2
en sociaal functioneren op T2.
In de meervoudige, hiërarchische regressieanalyses is gebruik gemaakt van eenzijdige toetsing,
omdat de formulering van de hypotheses ook eenzijdig is. De resultaten uit de regressieanalyses
leiden tot het ondersteunen of verwerpen van de hypothesen. In Hoofdstuk 4 worden de
resultaten besproken die voortkomen uit de verschillende analyses.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
34
Hoofdstuk 4: Resultaten
In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven. In paragraaf 4 .1 worden de resultaten van de
meting voor de training (T1) vergeleken met de resultaten van de meting na de training (T2).
Vervolgens wordt de samenhang tussen de variabelen nader toegelicht (paragraaf 4.2). Daarna
worden in paragraaf 4.3 de resultaten van de regressieanalyse toegelicht voor de factoren die van
invloed zijn op kwaliteit van leven. Op basis van de resultaten uit de regressieanalyses worden de
hypothesen bevestigd of verworpen .
4.1 Vergelijking T1 en T2
De variabelen kwaliteit van leven, ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociale
rolbeperkingen en pijn zijn op T1 en T2 met elkaar vergeleken (zie tabel 3). De
groepsgemiddelden tussen T1 en T2 zijn allemaal significant verbeterd. Verder blijkt dat voor
zowel mannen als vrouwen de kwaliteit van leven significant is toegenomen. Voor vrouwen is
het gemiddelde gestegen van 6,69 naar 7,54. Voor mannen is het gemiddelde ook gestegen,
echter niet zo veel als bij de vrouwen. Hier was het gemiddelde op T1 6,58 en op T2 6,82. De
ervaren druk is voor de totale groep gemiddeld gedaald van 6,18 naar 4,36 en de ervaren grip op
het leven is gestegen van 21,88 naar 26,31. Het sociaal functioneren is gemiddeld gestegen van
52,97 naar 74,56. Ook de gemiddelde score op pijn is verbeterd van 67,52 naar 74,56.
Naast de vergelijking van groepsgemiddelden tussen T1 en T2 wordt ook op individueel niveau
nagegaan hoeveel procent van de respondenten een verandering aangeeft op T2 in vergelijking
met T1. Tabel 4 geeft de resultaten van deze manier van analyseren weer voor de variabelen
kwaliteit van leven, ervaren druk, ervaren grip op het leven, sociale rolbeperkingen en pijn.
Uit tabel 4 komt naar voren dat 50% van de respondenten aangeeft dat de kwaliteit van leven
gelijk is gebleven en dat 50% van de respondenten een verbetering aangeeft. Voor de aspecten
ervaren druk, ervaren grip op het leven en sociaal functioneren geeft respectievelijk 65,5%,
68,5% en 75,5% een verbetering aan. De scores op pijn zijn het minst verbeterd: 24,5% van de
respondenten zegt dat de pijn meer is geworden, 49,1% zegt dat de pijn gelijk is gebleven en
26,4% zegt dat de pijn minder is geworden. Voor sociale steun lijken de waarden op die van
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
35
kwaliteit van leven. Voor sociale steun geeft 50,9% aan dat de sociale steun gelijk gebleven is na
de training en 49,1% van de respondenten geeft aan dat de sociale steun verbeterd is. Voor de
laatste variabele hulp vragen geeft 8,6% van de respondenten aan dat ze na de training minder
om hulp vragen dan voor de training. 37,9% van de respondenten geeft aan dat het hulp vragen
gelijk is gebleven en 53,5% zegt dat ze na de training vaker om hulp vragen dan voor de training.
36
Tabel 3: Gemiddelde, standaarddeviatie, range en N voor kwaliteit van leven, ervaren belasting en ervaren grip op het leven, sociaal
functioneren en pijn op T1, T2 en T2-T1.
T1 T2 T2-T1
Variabele
Gem. SD Range N Gem. SD Range N Gem. SD Range N
Kwaliteit
van leven
Mannen
Vrouwen
Totaal
6,58
6,69
6,67
1,88
1,14
1,30
3 – 8
3 – 8
3 – 8
12
49
61
6,82
7,54
7,40
1,66
0,72
0,10
4 – 8
6 – 9
4 – 9
11
46
57
0,36*
0,89**
0,77**
0,51
1,06
0,99
0 – 1
0 – 4
0 – 4
11
45
56
Ervaren
druk
Totaal
6,18
2,71
0 – 9
60
4,36
2,84
0 – 9
58
-1,76**
2,85
-8 – 6
55
Ervaren grip
op het leven
Totaal
21,88
5,17
7 – 31
59
26,31
4,34
13 – 35
58
4,31**
4,06
-4 – 12
54
Sociaal
functioneren
Totaal
52,97
23,37
0 – 100
59
74,56
19,48
13 – 100
57
21,70**
24,41
-38 – 75
53
Pijn
Totaal
67,52
22,21
0 – 100
59
74,62
19,93
22 – 100
57
7,20*
19,62
-35 – 80
53
*= significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01.
37
Tabel 4: Overzicht per variabele hoeveel procent van de deelnemers verslechterd, gelijk
gebleven of verbeterd aangeeft op T2 ten opzichte van T1
a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘Hoe beoordeelt u uw sociale steun
wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?’. b
= Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre is uw hulp vragen aan uw
omgeving veranderd in vergelijking met de situatie vlak voor de training?’.
4.2 Samenhang tussen de variabelen
Tabel 5 geeft de correlatiecoëfficiënten weer van de toetsen op T2. Voor een overzicht van de
correlatiecoëfficiënten op T1 zie tabel Z in bijlage 4.
Uit tabel 5 komt naar voren dat zowel ervaren druk, als ook ervaren grip op het leven en sociaal
functioneren significant samenhangen met kwaliteit van leven. De negatieve correlatiecoëfficiënt
voor de samenhang tussen ervaren druk en kwaliteit van leven houdt in dat hoe hoger de ervaren
druk, hoe lager de kwaliteit van leven. Voor ervaren grip op het leven geldt dat hoe meer grip op
het leven men ervaart, hoe hoger de kwaliteit van leven is. Vergelijkbaar geldt voor sociaal
functioneren dat hoe beter iemand in staat is om sociaal te functioneren, hoe hoger de kwaliteit
van leven beoordeeld wordt.
Variabele Verslechterd Gelijk gebleven Verbeterd N
Kwaliteit van
leven
- 50% 50% 56
Ervaren druk
16,3% 18,2% 65,5% 55
Ervaren grip op
het leven
13% 18,5% 68,5% 54
Sociaal
functioneren
11,3% 13,2% 75,5% 53
Pijn
24,5% 49,1% 26,4% 53
Sociale steuna
- 50,9% 49,1% 57
Hulp vragenb
8,6% 37,9% 53,5% 58
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
38
Vervolgens is gekeken of de factoren pijn, opleidingsniveau, sociale steun en hulp
vragensamenhangen met ervaren druk, ervaren grip op het leven en sociaal functioneren. Daarna
is gekeken of pijn, opleidingsniveau, sociale steun en hulp vragen significant samenhangen met
kwaliteit van leven. Pijn hangt enkel significant samen met sociaal functioneren. Dit betekent dat
hoe meer pijn iemand heeft, hoe minder goed deze persoon in staat is om sociaal te functioneren.
Opleidingsniveau vertoont helemaal geen samenhang met de gemeten variabelen. De correlatie
tussen sociale steun en ervaren grip op het leven is positief significant. Hiervoor geldt dat hoe
meer sociale steun iemand ontvangt, hoe hoger de ervaren grip op het leven. Hulp vragen hangt
negatief significant samen met sociaal functioneren. Dit houdt in dat hoe meer hulp iemand
vraagt, hoe slechter deze persoon sociaal kan functioneren. Pijn en sociale steun hangen ook
positief significant samen met kwaliteit van leven. Dit houdt in dat hoe meer pijn iemand ervaart,
hoe slechter de kwaliteit van leven beoordeeld wordt. Voor sociale steun geldt dat hoe meer
sociale steun iemand ervaart, hoe beter de kwaliteit van leven.
Tot slot zijn er twee sets van variabelen die onderling met elkaar samenhangen. Om te beginnen
is de correlatie tussen ervaren belasting en ervaren grip op het leven negatief significant, wat
inhoudt dat hoe hoger de ervaren belasting, hoe lager de ervaren grip op het leven. Als tweede
hangen pijn en hulp vragen significant samen. Dit houdt in dat hoe meer iemand om hulp vraagt,
hoe meer pijn deze persoon ervaart.
Uit tabel 5 komt naar voren dat de meeste samenhang wordt gevonden met kwaliteit van
leven. De sterkste correlatie is de correlatie tussen kwaliteit van leven en ervaren grip op het
leven: deze is ,603.
39
Tabel 5: Correlaties van de variabelen die zijn opgenomen in de analyses op T2
Kwaliteit
van leven
Ervaren
druk
Ervaren
grip op het
leven
Sociaal
functioneren
Pijn Opleidingsniveau Sociale
steuna
Hulp
vragenb
Kwaliteit van
leven
-
Ervaren druk
-,388** -
Ervaren grip op
het leven
,603** -,355** -
Sociaal
functioneren
,396** -,203 ,209 -
Pijn
,301* -,117 ,046 ,572** -
Opleidingsniveau
-,023 -,061 ,037 -,200 -,003 -
Sociale steuna
,275* -,046 ,272* -,055 ,101 ,053 -
Hulp vragenb
-,252 ,193 -,247 -,332* -,312* ,066 ,101 -
*= significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; tweezijdige toets; N ligt tussen de 44 en 58. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de SSL-I.
b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre vraagt u op dit moment hulp aan uw omgeving?’.
40
4.3 Variabelen die van invloed zijn op kwaliteit van leven
In Tabel 6 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin
de variabelen die van invloed zijn op kwaliteit van leven op T1. Model 1is significant (F [3,
49]=11,231; p<0,01) met de significante verklarende factoren ervaren grip op het leven op T1 en
sociaal functioneren op T1. Het model verklaart 37% van kwaliteit van leven (R² = 0,371).
Model 2, met pijn op T1 en opleidingsniveau toegevoegd, blijft significant (F [5, 47]=6,800;
p<0,01) met de factoren ervaren grip op het leven op T1 en sociaal functioneren op T1. Model 2
verklaart 36% van kwaliteit van leven op T1 (R² = 0,358). Model 3, met de
achtergrondkenmerken toegevoegd, is ook significant (F [10, 42]=3,852; p<0,01) met dezelfde
factoren en verklaart 35% van kwaliteit van leven op T1 (R² = 0,354). Ervaren grip op het leven
op T1 en sociaal functioneren op T1 zijn in alle drie modellen de significante factoren die de
variantie in kwaliteit van leven op T1 verklaren.
In Tabel 7 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin
de variabelen die van invloed zijn op kwaliteit van leven op T2. Model 1 is significant (F [3,
49]=14,630; p<0,01) met de significante factor ervaren grip op het leven op T2. Het model
verklaart 44% van kwaliteit van leven op T2 (R² = 0,440). Model 2, met de variabelen pijn op
T2, opleidingsniveau, sociale steun op T2 en hulp vragen op T2 toegevoegd, is ook significant (F
[7, 45]=6,645; p<0,01) met de factor ervaren grip op het leven op T2 en verklaart 43% van
kwaliteit van leven op T2 (R² = 0,432). Model 3, met de achtergrondkenmerken toegevoegd, is
ook significant (F [12, 40]=4,418; p<0,01) met de factoren ervaren grip op het leven op T2,
ervaren druk op T2 en geslacht. Het model verklaart net als model 1 44% van kwaliteit van leven
op T2 (R² = 0,441). Ervaren grip op het leven op T2 is in alle drie modellen een significante
factor die de variantie in kwaliteit van leven op T2 verklaart.
In tabel 8 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin de
variabelen die van invloed zijn op de verandering van kwaliteit van leven. Model 1 is significant
(F [6, 40]=2,564 ; p< 0,05) en verklaart 17% van de verandering in kwaliteit van leven (R² =
0,169). Model 2, met de variabelen verandering in pijn, verandering in sociale steun, verandering
in hulp vragen, pijn op T1 en opleidingsniveau op T1 toegevoegd, is ook significant (F [11,
35]=3,612 ; p<0,01) en verklaart 38% van de verandering in kwaliteit van leven (R² = 0,384).
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
41
Vooral de factor verandering in pijn verklaart hierbij een significant deel van de verandering in
kwaliteit van leven. Model 3, met de achtergrondkenmerken toegevoegd, is ook significant (F
[16, 30]=3,683; p<0,01) en verklaart 48% van de verandering in kwaliteit van leven (R² = 0,483).
De factoren verandering in pijn, sociaal functioneren op T1 en burgerlijke staat verklaren een
significant deel van de verandering in kwaliteit van leven.
42
Tabel 6: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met de kwaliteit van leven op T1 als afhankelijke variabele
Ervaren grip op het leven op T1 (weinig-veel) ,459** ,000 ,467** ,000 ,368* ,010
Sociaal functioneren op T1 (slecht-goed)
,458** ,000 ,426** ,002 ,498** ,001
Pijn op T1 (weinig-veel) ,061 ,614 ,040 ,740
Opleidingsniveau op T1 (laag-hoog)
-,090 ,428 -,107 ,362
Leeftijd (interval) -,006 ,969
Geslacht (0= man, 1= vrouw) ,012 ,923
Woonsituatie (1= zelfstandig alleen, 2= samen met
partner, 3= samen met kind(eren), 4= samen met
partner en kind(eren), 5= anders)
-1,016 ,316
Werksituatie (1= betaald werk, 2= uitkering, 3=
pensioen, 4= anders)
-1,045 ,302
Burgerlijke staat (1= gehuwd, 2= gescheiden, 3=
weduwe/ weduwnaar/ partner overleden, 4=
ongehuwd, 5= duurzaam samenlevend, ongehuwd, 6=
anders)
1,535 ,132
R2 (Adj.) ,371 ,358 ,354
F-change 11,231** 6,800** 3,852**
N 53 53 53
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de SSL-I.
b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre vraagt u op dit moment hulp aan uw omgeving?’.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
43
Tabel 7: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met de kwaliteit van leven op T2 als afhankelijke variabele
Ervaren grip op het leven op T2 (weinig-veel) ,494** ,000 ,455** ,000 ,362* ,011
Sociaal functioneren op T2 (slecht-goed)
,276 ,012 ,206 ,143 ,145 ,315
Pijn op T2 (weinig-veel) ,127 ,351 ,128 ,356
Opleidingsniveau (laag-hoog) ,001 ,995 -,051 ,657
Sociale steun a
op T2 (weinig-veel) ,142 ,219 ,138 ,253
Hulp vragenb op T2 (weinig-veel)
-,043 ,712 ,044 ,733
Leeftijd (interval) ,248 ,147
Geslacht (0= man, 1= vrouw) ,239* ,046
Woonsituatie (1= zelfstandig alleen, 2= samen met
partner, 3= samen met kind(eren), 4= samen met
partner en kind(eren), 5= anders)
,119 ,453
Werksituatie (1= betaald werk, 2= uitkering, 3=
pensioen, 4= anders)
-,885 ,382
Burgerlijke staat (1= gehuwd, 2= gescheiden, 3=
weduwe/ weduwnaar/ partner overleden, 4=
ongehuwd, 5= duurzaam samenlevend, ongehuwd, 6=
anders)
-,005 ,963
R2 (Adj.) ,440 ,432 ,441
F-change 14,630** 6,645** 4,418**
N 53 53 53
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de SSL-I.
b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre vraagt u op dit moment hulp aan uw omgeving?’.
44
Tabel 8: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met de verandering in kwaliteit van leven als afhankelijke variabele
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘Hoe beoordeelt u uw sociale steun wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training
mindfulness?’. b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre is uw hulp vragen aan uw omgeving veranderd in vergelijking met de situatie
vlak voor de training?’.
45
Met behulp van de tabellen 6, 7 en 8 kunnen uitspraken gedaan worden over de hypotheses 1, 2,
3, 8, 9, 10 en 11. Deze zullen hieronder besproken worden.
Hypothese 1: Hoe hoger de ervaren druk van de mantelzorger, hoe lager de kwaliteit van leven
Ervaren druk vertoont een negatief significant verband met kwaliteit van leven op T2 (β= -0,269,
p< 0,05). Dit betekent dat hoe hoger de ervaren druk, hoe lager de kwaliteit van leven is.
Aangezien dit verband enkel op T2 significant was en niet op T1, wordt de hypothese
gedeeltelijk ondersteund.
Hypothese 2: Hoe meer ervaren grip op het leven de mantelzorger ervaart, hoe hoger de kwaliteit
van leven
Ervaren grip op het leven vertoont een positief significant verband met kwaliteit van leven. Dit
geldt zowel voor T1 (β= 0,368, p< 0,05) als ook voor T2 (β= 0,362, p< 0,05). Dit houdt in dat
hoe meer ervaren grip op het leven iemand ervaart, hoe hoger de kwaliteit van leven beoordeeld
wordt. De tweede hypothese wordt ondersteund.
Hypothese 3: Hoe beter het sociaal functioneren van de mantelzorger, hoe hoger de kwaliteit van
de leven
Sociaal functioneren vertoont een positief significant verband met kwaliteit van leven op T1 (β=
0,498, p< 0,01). Dit betekent dat hoe beter iemand sociaal functioneert, hoe hoger de kwaliteit
van leven beoordeeld wordt. Voor T2 is het verband tussen sociaal functioneren en kwaliteit van
leven niet significant. Sociaal functioneren op T1 hangt wel weer significant samen met de
verandering in kwaliteit van leven. Dit houdt in dat hoe beter iemand sociaal functioneert, hoe
kleiner de verandering in kwaliteit van leven is. Hypothese drie wordt gedeeltelijk ondersteund.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
46
Hypothese 8: Hoe minder pijn de mantelzorger ervaart, hoe hoger de kwaliteit van leven is
De verandering in pijn blijkt een belangrijke voorspeller voor de verandering in kwaliteit van
leven (β= 0,636, p< 0,01). Dit houdt in dat hoe meer de pijn is afgenomen, hoe meer verbetering
in kwaliteit van leven is ervaren. Aangezien pijn zowel op T1 als op T2 geen significant verband
vertoont met kwaliteit van leven, wordt hypothese acht gedeeltelijk ondersteund.
Hypothese 9: Hoe hoger het opleidingsniveau van de mantelzorger, hoe hoger de kwaliteit van
leven is
Opleidingsniveau vertoont zowel op T1 als op T2 geen significant verband met kwaliteit van
leven, waardoor de hypothese verworpen wordt.
Hypothese 10: Hoe meer sociale steun de mantelzorger ontvangt, hoe hoger de kwaliteit van
leven is
Sociale steun vertoont op T2 geen significant verband met kwaliteit van leven. Hypothese tien
wordt verworpen.
Hypothese 11: Hoe meer hulp de mantelzorger vraagt, hoe beter de kwaliteit van leven is
Hulp vragen vertoont op T2 geen significant verband met kwaliteit van leven, waardoor
hypothese elf verworpen wordt.
In tabel 9, 10 en 11 zijn ervaren druk, ervaren grip op het leven en sociaal functioneren de
afhankelijke variabelen. Met behulp hiervan kunnen hypotheses 4, 5, 6 en 7 getoetst worden. De
resultaten worden in de volgende paragraaf besproken.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
47
4.4 Factoren die van invloed zijn op ervaren druk, ervaren grip op het leven en
sociaal functioneren
In tabel 9 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin de
ervaren druk op T1 en de ervaren druk op T2 als afhankelijke variabelen. Model 1 op T1 is niet
significant (F [2, 51]=0,023; p>0,05) en verklaart -4% van de ervaren druk op T1 (R² = -0,038).
Model 2 op T1, met de achtergrondkenmerken toegevoegd, is wel significant (F [7, 46]=2,432;
p<0,05) met de factoren geslacht en burgerlijke staat en verklaart 16% van de ervaren druk op T1
(R² = 0,159). Op T2 blijkt model 1 niet significant (F [4, 49]=0,521; p>0,05) en verklaart -4%
van de ervaren druk op T2 (R² = -0,038). Model 2 op T2, met de achtergrondkenmerken
toegevoegd, is ook niet significant (F [9,44]= 0,765; p>0,05) en verklaart -4% van de ervaren
druk op T2 (R² = -0,042).
In tabel 10 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin
de ervaren grip op het leven op T1 en de ervaren grip op het leven op T2 als afhankelijke
variabelen. Model 1 op T1 is niet significant (F [2, 50]=0,420; p>0,05) en verklaart -2% van de
ervaren grip op het leven op T1 (R² = -0,023). Model 2 op T1, met de achtergrondkenmerken
toegevoegd, is wel significant (F [7, 45]=2,692; p<0,05) met de factoren werksituatie en
burgerlijke staat en verklaart 19% van de ervaren grip op het leven op T1 (R² = 0,186). Op T2
blijkt model 1 niet significant (F [4, 49]=2,042; p>0,05) en verklaart 7% van de ervaren grip op
het leven op T2 (R² = 0,073). Model 2 op T2, met de achtergrondkenmerken toegevoegd, is wel
significant (F [9,44]= 2,304; p<0,05) met de factoren sociale steun en werksituatie en verklaart
18% van de ervaren grip op het leven op T2 (R² = 0,181).
In tabel 11 worden de resultaten weergegeven van de meervoudige regressieanalyse met daarin
sociaal functioneren op T1 en sociaal functioneren op T2 als afhankelijke variabelen. Model 1 op
T1 is niet significant (F [2, 53]=2,975; p>0,05) en verklaart 7% van sociaal functioneren op T1
(R² = 0,067). Model 2 op T1, met de achtergrondkenmerken toegevoegd, is ook niet significant
(F [7, 48]=1,682; p>0,05) en verklaart 8% van sociaal functioneren op T1 (R² = 0,080). Model 1
op T2 is wel significant (F [4, 49]=7,774; p<0,01) met de factor pijn op T2 en verklaart 34% van
sociaal functioneren op T2 (R² = 0,338). Model 2 op T2, met de achtergrondkenmerken
toegevoegd, is eveneens significant (F [9,44]= 3,642; p<0,01) met de factor pijn op T2 en
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
48
verklaart 31% van sociaal functioneren op T2 (R² = 0,310). De factor pijn op T2 verklaart een
significant deel van de variantie in sociaal functioneren op T2.
49
Tabel 9: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met ervaren druk op T1 en ervaren druk op T2 als afhankelijke variabelen
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de SSL-I.
b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre vraagt u op dit moment hulp aan uw omgeving?’
Tabel 10: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met ervaren grip op het leven op T1 en ervaren grip op het leven op als afhankelijke
variabelen
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘Hoe beoordeelt u uw sociale steun wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?’.
b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre is uw hulp vragen aan uw omgeving veranderd in vergelijking met de situatie vlak voor de
Sociale steuna op T2 (weinig-veel) ,313 ,024 ,292 ,031*
Hulp vragenb op T2 (weinig-veel)
-,274 ,056 -,229 ,128
Leeftijd (interval) ,110 ,537 ,027 ,888
Geslacht (0= man, 1= vrouw) ,038 ,770 ,145 ,282
Woonsituatie (1= zelfstandig alleen, 2=
samen met partner, 3= samen met kind(eren),
4= samen met partner en kind(eren), 5=
anders)
-,040 ,825 -,082 ,657
Werksituatie (1= betaald werk, 2=
uitkering, 3= pensioen, 4= anders)
-,459 ,001** -,333 ,012*
Burgerlijke staat (1= gehuwd, 2=
gescheiden, 3= weduwe/ weduwnaar/
partner overleden, 4= ongehuwd, 5=
duurzaam samenlevend, ongehuwd, 6=
anders)
,288 ,036* ,171 ,208
R2 (Adj.) -,023 ,186 ,073 ,181
F-change ,420 2,692* 2,042 2,304*
N 53 53 54 54
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
51
Tabel 11: Resultaten van een hiërarchische regressieanalyse met sociaal functioneren op T1 en sociaal functioneren op T2 als afhankelijke
variabelen
*= Significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; Meervoudige regressieanalyse op basis van eenzijdige toetsing. a = Sociale steun is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘Hoe beoordeelt u uw sociale steun wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training
mindfulness?’. b = Hulp vragen is in dit geval gemeten met de 1-item: ‘In hoeverre is uw hulp vragen aan uw omgeving veranderd in vergelijking met de situatie
Als eerste volgt hieronder een aantal vragen over uw persoonlijke gegevens.
1. Wat is uw geboortedatum? ........ (dag) - …….. (maand) - …………….(jaar)
2. Wat is uw geslacht?
☐ Man
☐ Vrouw
3. In welk land bent u geboren?
☐ Nederland
☐ De Antillen/ Aruba
☐ Suriname
☐ Turkije
☐ Marokko
☐ Kaapverdië
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
4. Wat is uw woonsituatie?
☐ Zelfstandig, alleen
☐ Samen met partner
☐ Samen met kind(eren)
☐ Samen met partner en kind(eren)
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
5. Welke situatie is het afgelopen jaar het meest op u van toepassing?
☐ Betaald werk
☐ Pensioen
☐ Uitkering
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
81
6. Wat is uw burgerlijke staat?
☐ Gehuwd
☐ Gescheiden
☐ Weduwe/ weduwnaar/ partner overleden
☐ Ongehuwd
☐ Duurzaam samenlevend, ongehuwd
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
7. Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgerond?
☐ Minder dan 6 klassen lagere school
☐ 6 klassen lagere school/ lom-school/ mlk-school
☐ Meer dan lagere school/ basisschool zonder verder afgesloten opleiding
☐ Mulo/ mms/ mavo/ middelbaarberoepsonderwijs
☐ Hbs/ gymnasium/ atheneum
☐ Universiteit/ hoger onderwijs
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
8. Rekent u zichzelf tot een bepaalde godsdienst, kerkgenootschap of religie?
☐ Nee
☐ Ja, namelijk:
☐ Protestantse Kerk
☐ Rooms-Katholieke Kerk
☐ Islam
☐ Jodendom
☐ Hindoeïsme
☐ Anders, namelijk ……………………………………………
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
82
Gezondheid
De volgende vraag gaat over hoe het met u gaat.
9. Hoe beoordeelt u over het geheel genomen uw kwaliteit van leven op een schaal van 1-10?
Slechtst mogelijke Best mogelijke kwaliteit van leven kwaliteit van leven
☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
De volgende vragen gaan over uw gezondheid. Wilt u elke vraag beantwoorden door het juiste
hokje aan te kruisen. Wanneer u twijfelt over het antwoord op een vraag, probeer dan het
antwoord te geven dat het meest van toepassing is.
10. Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid?
☐ Uitstekend
☐ Zeer goed
☐ Goed
☐ Matig
☐ Slecht
11. In vergelijking met een jaar geleden, hoe zou u nu uw gezondheid in het algemeen
beoordelen?
☐ Veel beter dan een jaar geleden
☐ Iets beter dan een jaar geleden
☐ Ongeveer hetzelfde als een jaar geleden
☐ Iets slechter dan een jaar geleden
☐ Veel slechter dan een jaar geleden
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
83
12. De volgende vragen gaan over dagelijkse bezigheden. Wordt u door uw gezondheid op dit moment beperkt bij deze bezigheden? Zo ja, in welke mate?
Ja,
ernstig
beperkt
Ja, een
beetje
beperkt
Nee,
helemaal
niet
beperkt
a. Forse inspanning
zoals hardlopen, zware voorwerpen tillen, inspannend
sporten.
☐ ☐ ☐
b. Matige inspanning
zoals het verplaatsen van een tafel, stofzuigen, fietsen.
☐ ☐ ☐
c. Tillen of boodschappen dragen ☐ ☐ ☐
d. Een paar trappen oplopen ☐ ☐ ☐
e. Eén trap oplopen ☐ ☐ ☐
f. Buigen, knielen of bukken ☐ ☐ ☐
g. Meer dan een kilometer lopen ☐ ☐ ☐
h. Een halve kilometer lopen ☐ ☐ ☐
i. Honderd meter lopen ☐ ☐ ☐
j. Uzelf wassen of aankleden ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
84
13. Hoe vaak heeft u, ten gevolge van uw lichamelijke gezondheid, in de afgelopen 4 weken één van de volgende problemen bij uw werk of andere dagelijkse bezigheden ondervonden?
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
a. U heeft minder tijd kunnen besteden aan
werk of andere bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐
☐
b. U heeft minder bereikt dan u zou willen ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. U bent beperkt in het soort werk of het soort
bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
d. U heeft moeite met het werk of andere
bezigheden (het kostte u bijvoorbeeld extra
inspanning)
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
14. Hoe vaak heeft u, ten gevolge van een emotioneel probleem (bijvoorbeeld doordat u zich depressief of angstig voelde), in de afgelopen 4 weken één van de volgende problemen bij uw werk of andere dagelijkse bezigheden ondervonden?
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
a. U heeft minder tijd kunnen besteden aan
werk of andere bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
b. U heeft minder bereikt dan u zou willen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. U heeft het werk of andere bezigheden niet
zo zorgvuldig kunnen doen als u gewend
bent
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
85
15. In hoeverre heeft uw lichamelijke gezondheid of hebben uw emotionele problemen u de afgelopen 4 weken belemmerd in uw normale sociale bezigheden met gezin, vrienden, buren of anderen?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
16. Hoeveel pijn heeft u de afgelopen 4 weken gehad?
☐ Geen
☐ Heel licht
☐ Licht
☐ Nogal
☐ Ernstig
☐ Heel ernstig
17. In welke mate heeft pijn u de afgelopen 4 weken belemmerd bij uw normale werkzaamheden (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk)?
☐ Helemaal niet
☐ Een klein beetje
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
86
18. Deze vragen gaan over hoe u zich de afgelopen 4 weken heeft gevoeld. Wilt u bij elke vraag het antwoord aankruisen dat het beste aansluit bij hoe u zich heeft gevoeld.
Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken:
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
a. Voelde u zich levenslustig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
b. Voelde u zich erg
zenuwachtig?
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. Zat u zo erg in de put dat niets
u kon opvrolijken?
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
d. Voelde u zich kalm en rustig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
e. Voelde u zich erg energiek? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
f. Voelde u zich neerslachtig en
somber?
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
g. Voelde u zich uitgeblust? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
h. Voelde u zich gelukkig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
i. Voelde u zich moe? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
19. Hoe vaak hebben uw lichamelijke gezondheid of emotionele problemen gedurende de afgelopen 4 weken uw sociale activiteiten (zoals bezoek aan vrienden of naaste familieleden) belemmerd?
☐ Voortdurend
☐ Vaak
☐ Soms
☐ Zelden
☐ Nooit
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
87
20. Wilt u het antwoord kiezen dat het beste weergeeft hoe juist of onjuist u elk van de volgende uitspraken voor uzelf vindt.
Volkomen
juist
Groten-
deels
juist
Weet ik
niet
Groten-
deels
onjuist
Volkomen
onjuist
a. Ik lijk gemakkelijker ziek te
worden dan andere mensen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
b. Ik ben net zo gezond als
andere mensen die ik ken
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. Ik verwacht dat mijn
gezondheid achteruit zal
gaan
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
d. Mijn gezondheid is
uitstekend
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Welbevinden
De volgende vragen gaan over uw welbevinden. Het gaat bij deze vragen uitsluitend om de
klachten van dit moment of van de afgelopen 4 weken en dus niet om klachten die u in het
verleden ooit heeft gehad.
21. Bent u de laatste tijd door zorgen veel slaap tekort gekomen? ☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
88
22. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad dat u voortdurend onder druk stond? ☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
23. Heeft u zich de laatste tijd kunnen concentreren op uw bezigheden? ☐ Beter dan gewoonlijk
☐ Net zo goed als gewoonlijk
☐ Slechter dan gewoonlijk
☐ Veel slechter dan gewoonlijk
24. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn? ☐ Zinvoller dan gewoonlijk
☐ Net zo zinvol als gewoonlijk
☐ Minder zinvol dan gewoonlijk
☐ Veel minder zinvol dan gewoonlijk
25. Bent u de laatste tijd in staat geweest uw problemen onder ogen te zien? ☐ Beter in staat dan gewoonlijk
☐ Net zo goed in staat als gewoonlijk
☐ Minder goed in staat dan gewoonlijk
☐ Veel minder goed in staat dan gewoonlijk
26. Voelde u zich de laatste tijd in staat om beslissingen (over zaken) te nemen? ☐ Beter in staat dan gewoonlijk
☐ Net zo goed in staat als gewoonlijk
☐ Minder goed in staat dan gewoonlijk
☐ Veel minder goed in staat dan gewoonlijk
27. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad dat u uw moeilijkheden niet de baas kon?
☐ Nee, had dat gevoel helemaal niet
☐ Niet minder de baas dan gewoonlijk
☐ Wat minder de baas dan gewoonlijk
☐ Veel minder de baas dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
89
28. Heeft u zich de laatste tijd alles bij elkaar redelijk gelukkig gevoeld? ☐ Gelukkiger dan gewoonlijk
☐ Even gelukkig als gewoonlijk
☐ Minder gelukkig dan gewoonlijk
☐ Veel minder gelukkig dan gewoonlijk
29. Heeft u de laatste tijd plezier kunnen beleven aan uw gewone, dagelijkse bezigheden? ☐ Meer dan gewoonlijk
☐ Evenveel als gewoonlijk
☐ Wat minder dan gewoonlijk
☐ Veel minder dan gewoonlijk
30. Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld? ☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
31. Bent u de laatste tijd het vertrouwen in uzelf kwijt geraakt? ☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
32. Heeft u zich de laatste tijd als een waardeloos iemand beschouwd?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
90
Ervaren druk
De volgende vragen gaan over de druk die het verlenen van mantelzorg mogelijk kan geven. In de volgende vragen wordt gesproken over ‘naaste’. Daarmee wordt degene bedoeld aan wie u mantelzorg verleent.
33. Geef aan of de afgelopen 4 weken de volgende stellingen op u van toepassing waren:
Nee! Nee Min of meer
Ja Ja!
a. Door de situatie van mijn naaste kom ik te
weinig aan mijn leven toe
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
b. Het combineren van de
verantwoordelijkheid voor mijn naaste en de
verantwoordelijkheid voor mijn werk/ en of
gezin valt niet mee
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. Door mijn betrokkenheid bij mijn naaste doe
ik anderen tekort
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
d. Ik moet altijd klaarstaan voor mijn naaste
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
e. Mijn zelfstandigheid komt in de knel
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
f. De situatie van mijn naaste eist voortdurend
mijn aandacht
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
g. Door mijn betrokkenheid bij mijn naaste krijg
ik conflicten thuis en/ of op mijn werk
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
h. De situatie van mijn naaste laat mij nooit los
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
i. Ik voel me over het geheel genomen erg
onder druk staan door de situatie van mijn
naaste
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
91
Controle over het leven 34. Tot slot volgt hieronder een lijst met een aantal beweringen. Wilt u aangeven in hoeverre u het met de beweringen eens of oneens bent door het hokje aan te kruisen voor het antwoord dat het meest voor u van toepassing is.
Helemaal mee eens
Mee eens
Niet mee eens/ Niet mee oneens
Mee oneens
Helemaal mee oneens
a. Ik heb weinig controle over
de dingen die me overkomen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
b. Sommige van mijn
problemen kan ik met geen
mogelijkheid oplossen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
c. Er is weinig dat ik kan doen
om belangrijke dingen in
mijn leven te veranderen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
d. Ik voel me vaak
hulpeloos bij het
omgaan met de
problemen van het
leven
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
e. Soms voel ik dat ik een
speelbal van het leven ben
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
f. Wat er in de toekomst met
me gebeurt hangt voor het
grootste deel van mezelf af
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
g. Ik kan ongeveer alles als ik
m’n zinnen erop gezet heb
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
92
Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de vragenlijst. Mocht u nog opmerkingen hebben, dan kunt u deze hieronder opschrijven. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Nogmaals hartelijk dank voor uw medewerking. U kunt uw ingevulde lijst in de envelop doen en overhandigen aan de onderzoeker of de trainer.
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
93
Bijlage 3: Vragenlijst T2
Code deelnemer
Mindfulness voor mantelzorgers
Vragenlijst
T2
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
94
Korte toelichting op deze vragenlijst
Graag willen we weten hoe het met u als mantelzorger gaat na afronding van de training
mindfulness. Uw antwoorden worden anoniem verwerkt, geanalyseerd en gerapporteerd. Als u
nog vragen heeft, kunt u deze aan de onderzoeker of de trainer stellen.
Aandachtspunten voor het invullen van de vragenlijst
- Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer vijftien minuten.
- Lees elke vraag eerst helemaal door voordat u antwoord geeft.
- Kruis dan het antwoord aan dat het beste bij u past. Er zijn uiteraard geen goede of foute
antwoorden.
- Kruis bij elke vraag één antwoord aan.
- U kunt een antwoord veranderen door een pijltje bij het juiste antwoord te zetten.
Voorbeeld: Kijkt u wel eens televisie?
☒ Ja
☒ Nee
Wanneer u de vragenlijst heeft ingevuld, kunt u deze in een gesloten envelop inleveren bij de
Kwaliteit van leven De volgende vragen gaan over uw kwaliteit van leven. Wilt u elke vraag beantwoorden door het
juiste hokje aan te kruisen. Wanneer u twijfelt over het antwoord op een vraag, probeer dan
het antwoord te geven dat het meest van toepassing is.
33. Hoe beoordeelt u over het geheel genomen uw kwaliteit van leven op een schaal van 1-
10? Slechtst mogelijke Best mogelijke kwaliteit van leven kwaliteit van leven
☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
34. Hoe beoordeelt u uw kwaliteit van leven wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?
☐ Sterk verbeterd
☐ Enigszins verbeterd
☐ Ongeveer gelijk gebleven
☐ Enigszins verslechterd
☐ Sterk verslechterd
35. Hoe beoordeelt u de manier waarop u uzelf ondersteunt wanneer u dat vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?
☐ Sterk verbeterd
☐ Enigszins verbeterd
☐ Ongeveer gelijk gebleven
☐ Enigszins verslechterd
☐ Sterk verslechterd
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
96
36. In hoeverre is het uzelf ondersteunen op dit moment van invloed op uw kwaliteit van leven?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
Gezondheid
De volgende vragen gaan over uw gezondheid.
37. Wat vindt u, over het algemeen genomen, van uw gezondheid?
☐ Uitstekend
☐ Zeer goed
☐ Goed
☐ Matig
☐ Slecht
38. In vergelijking met een jaar geleden, hoe zou u nu uw gezondheid in het algemeen beoordelen?
☐ Veel beter dan een jaar geleden
☐ Iets beter dan een jaar geleden
☐ Ongeveer hetzelfde als een jaar geleden
☐ Iets slechter dan een jaar geleden
☐ Veel slechter dan een jaar geleden
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
97
39. De volgende vragen gaan over dagelijkse bezigheden. Wordt u door uw gezondheid op dit moment beperkt bij deze bezigheden? Zo ja, in welke mate?
Ja,
ernstig
beperkt
Ja, een
beetje
beperkt
Nee,
helemaal
niet
beperkt
k. Forse inspanning zoals hardlopen, zware voorwerpen tillen, inspannend
sporten.
☐ ☐ ☐
l. Matige inspanning zoals het verplaatsen van een tafel, stofzuigen, fietsen.
☐ ☐ ☐
m. Tillen of boodschappen dragen ☐ ☐ ☐
n. Een paar trappen oplopen ☐ ☐ ☐
o. Eén trap oplopen ☐ ☐ ☐
p. Buigen, knielen of bukken ☐ ☐ ☐
q. Meer dan een kilometer lopen ☐ ☐ ☐
r. Een halve kilometer lopen ☐ ☐ ☐
s. Honderd meter lopen ☐ ☐ ☐
t. Uzelf wassen of aankleden ☐ ☐ ☐
40. Hoe vaak heeft u, ten gevolge van uw lichamelijke gezondheid, in de afgelopen 4 weken één van de volgende problemen bij uw werk of andere dagelijkse bezigheden ondervonden?
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
e. U heeft minder tijd kunnen besteden aan werk of andere bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐
☐
f. U heeft minder bereikt dan u zou willen ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
g. U bent beperkt in het soort werk of het soort bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
h. U heeft moeite met het werk of andere bezigheden (het kostte u bijvoorbeeld extra inspanning)
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
98
41. Hoe vaak heeft u, ten gevolge van een emotioneel probleem (bijvoorbeeld doordat u zich depressief of angstig voelde), in de afgelopen 4 weken één van de volgende problemen bij uw werk of andere dagelijkse bezigheden ondervonden?
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
d. U heeft minder tijd kunnen besteden aan werk of andere bezigheden
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
e. U heeft minder bereikt dan u zou willen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
f. U heeft het werk of andere bezigheden niet zo zorgvuldig kunnen doen als u gewend bent
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
42. In hoeverre heeft uw lichamelijke gezondheid of hebben uw emotionele problemen u de afgelopen 4 weken belemmerd in uw normale sociale bezigheden met gezin, vrienden, buren of anderen?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
43. Hoeveel pijn heeft u de afgelopen 4 weken gehad?
☐ Geen
☐ Heel licht
☐ Licht
☐ Nogal
☐ Ernstig
☐ Heel ernstig
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
99
44. In welke mate heeft pijn u de afgelopen 4 weken belemmerd bij uw normale werkzaamheden (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk)?
☐ Helemaal niet
☐ Een klein beetje
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
45. Deze vragen gaan over hoe u zich de afgelopen 4 weken heeft gevoeld. Wilt u bij elke vraag het antwoord aankruisen dat het beste aansluit bij hoe u zich heeft gevoeld.
Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken:
Voort-
durend
Vaak Soms Zelden Nooit
j. Voelde u zich levenslustig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
k. Voelde u zich erg zenuwachtig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
l. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
m. Voelde u zich kalm en rustig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
n. Voelde u zich erg energiek? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
o. Voelde u zich neerslachtig en somber?
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
p. Voelde u zich uitgeblust? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
q. Voelde u zich gelukkig? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
r. Voelde u zich moe? ☐ ☐ ☐ ☐ ☐
46. Hoe vaak hebben uw lichamelijke gezondheid of emotionele problemen gedurende de afgelopen 4 weken uw sociale activiteiten (zoals bezoek aan vrienden of naaste familieleden) belemmerd?
☐ Voortdurend
☐ Vaak
☐ Soms
☐ Zelden
☐ Nooit
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
100
47. Wilt u het antwoord kiezen dat het beste weergeeft hoe juist of onjuist u elk van de volgende uitspraken voor uzelf vindt.
Volkomen
juist
Groten-
deels
juist
Weet ik
niet
Groten-
deels
onjuist
Volkomen
onjuist
e. Ik lijk gemakkelijker ziek te worden dan andere mensen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
f. Ik ben net zo gezond als andere mensen die ik ken
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
g. Ik verwacht dat mijn gezondheid achteruit zal gaan
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
h. Mijn gezondheid is uitstekend
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
48. Hoe beoordeelt u uw klachten wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?
☐ Sterk verbeterd
☐ Enigszins verbeterd
☐ Ongeveer gelijk gebleven
☐ Enigszins verslechterd
☐ Sterk verslechterd
49. In hoeverre zijn uw klachten op dit moment van invloed op uw kwaliteit van leven?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
101
Welbevinden
De volgende vragen gaan over uw welbevinden. Het gaat bij deze vragen uitsluitend om de
klachten van dit moment of van de afgelopen 4 weken en dus niet om klachten die u in het
verleden ooit heeft gehad.
50. Bent u de laatste tijd door zorgen veel slaap tekort gekomen?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
51. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad dat u voortdurend onder druk stond?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
52. Heeft u zich de laatste tijd kunnen concentreren op uw bezigheden?
☐ Beter dan gewoonlijk
☐ Net zo goed als gewoonlijk
☐ Slechter dan gewoonlijk
☐ Veel slechter dan gewoonlijk
53. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad zinvol bezig te zijn?
☐ Zinvoller dan gewoonlijk
☐ Net zo zinvol als gewoonlijk
☐ Minder zinvol dan gewoonlijk
☐ Veel minder zinvol dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
102
54. Bent u de laatste tijd in staat geweest uw problemen onder ogen te zien?
☐ Beter in staat dan gewoonlijk
☐ Net zo goed in staat als gewoonlijk
☐ Minder goed in staat dan gewoonlijk
☐ Veel minder goed in staat dan gewoonlijk
55. Voelde u zich de laatste tijd in staat om beslissingen (over zaken) te nemen?
☐ Beter in staat dan gewoonlijk
☐ Net zo goed in staat als gewoonlijk
☐ Minder goed in staat dan gewoonlijk
☐ Veel minder goed in staat dan gewoonlijk
56. Heeft u de laatste tijd het gevoel gehad dat u uw moeilijkheden niet de baas kon?
☐ Nee, had dat gevoel helemaal niet
☐ Niet minder de baas dan gewoonlijk
☐ Wat minder de baas dan gewoonlijk
☐ Veel minder de baas dan gewoonlijk
57. Heeft u zich de laatste tijd alles bij elkaar redelijk gelukkig gevoeld?
☐ Gelukkiger dan gewoonlijk
☐ Even gelukkig als gewoonlijk
☐ Minder gelukkig dan gewoonlijk
☐ Veel minder gelukkig dan gewoonlijk
58. Heeft u de laatste tijd plezier kunnen beleven aan uw gewone, dagelijkse bezigheden?
☐ Meer dan gewoonlijk
☐ Evenveel als gewoonlijk
☐ Wat minder dan gewoonlijk
☐ Veel minder dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
103
59. Heeft u zich de laatste tijd ongelukkig en neerslachtig gevoeld?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
60. Bent u de laatste tijd het vertrouwen in uzelf kwijt geraakt?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
61. Heeft u zich de laatste tijd als een waardeloos iemand beschouwd?
☐ Helemaal niet
☐ Niet meer dan gewoonlijk
☐ Wat meer dan gewoonlijk
☐ Veel meer dan gewoonlijk
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
104
Ervaren druk
De volgende vragen gaan over de druk die het verlenen van mantelzorg mogelijk kan geven. In
de volgende vragen wordt gesproken over ‘naaste’. Daarmee wordt degene bedoeld aan wie u
mantelzorg verleent.
30. Geef aan of de afgelopen 4 weken de volgende stellingen op u van toepassing waren:
Nee! Nee Min
of meer
Ja Ja!
j. Door de situatie van mijn naaste kom ik te weinig aan mijn leven toe
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
k. Het combineren van de verantwoordelijkheid voor mijn naaste en de verantwoordelijkheid voor mijn werk/ en of gezin valt niet mee
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
l. Door mijn betrokkenheid bij mijn naaste doe ik anderen tekort
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
m. Ik moet altijd klaarstaan voor mijn naaste
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
n. Mijn zelfstandigheid komt in de knel
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
o. De situatie van mijn naaste eist voortdurend mijn aandacht
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
p. Door mijn betrokkenheid bij mijn naaste krijg ik conflicten thuis en/ of op mijn werk
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
q. De situatie van mijn naaste laat mij nooit los
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
r. Ik voel me over het geheel genomen erg onder druk staan door de situatie van mijn naaste
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
105
31. In hoeverre vraagt u op dit moment hulp aan uw omgeving?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
32. In hoeverre is uw hulp vragen aan uw omgeving veranderd in vergelijking met de situatie vlak voor de training?
☐ Sterk toegenomen
☐ Enigszins toegenomen
☐ Ongeveer gelijk gebleven
☐ Enigszins afgenomen
☐ Sterk afgenomen
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
106
Controle over het leven
33. Hieronder volgt een lijst met een aantal beweringen. Wilt u aangeven in hoeverre u het met de beweringen eens of oneens bent door het hokje aan te kruisen voor het antwoord dat het meest voor u van toepassing is.
Helemaal
mee eens Mee eens
Niet mee eens/ Niet mee oneens
Mee oneens
Helemaal mee oneens
h. Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
i. Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
j. Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
k. Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
l. Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
m. Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
n. Ik kan ongeveer alles als ik m’n zinnen erop gezet heb
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
107
Sociale steun
Tot slot volgen nu enkele vragen over sociale steun. In de vragen wordt telkens over ‘men’
gesproken. Het is de bedoeling dat u onder ‘men’ de mensen verstaat waar u mee omgaat (dus
het geheel van familieleden, vrienden, kennissen, buren, collega’s, enzovoorts). Wilt u elke
vraag beantwoorden door het juiste hokje aan te kruisen.
34. Gebeurt het weleens dat men u aandacht of genegenheid toont, bijvoorbeeld met een knuffel of een liefkozing, of aandachtig naar u luistert?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
35. Gebeurt het weleens dat men u emotionele steun geeft bij problemen, bijvoorbeeld door u goede raad te geven, gerust te stellen of te troosten, of u op te vrolijken?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
36. Gebeurt het weleens dat men u laat merken dat u gewaardeerd wordt, bijvoorbeeld door u om raad te vragen, u een compliment te geven of u in vertrouwen te nemen?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
108
37. Gebeurt het weleens dat men u praktische hulp biedt, bijvoorbeeld door u spullen te lenen, informatie te geven, of u te helpen bij huishoudelijke klusjes?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
38. Gebeurt het weleens dat men leuke dingen met u doet, bijvoorbeeld door u zomaar op te bellen, bij u op bezoek te komen, of u ergens voor uit te nodigen (een etentje, winkelen, naar de film)?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
39. Gebeurt het weleens dat men u opbouwende kritiek geeft, bijvoorbeeld door u te laten weten hoe uw gedrag overkomt op anderen, of u laat weten wat men van u verwacht, of waarom u misschien iets niet goed deed?
☐ Zelden of nooit
☐ Af en toe
☐ Regelmatig
☐ Erg vaak
40. Hoe beoordeelt u uw sociale steun wanneer u deze vergelijkt met vlak voor de training mindfulness?
☐ Sterk verbeterd
☐ Enigszins verbeterd
☐ Ongeveer gelijk gebleven
☐ Enigszins verslechterd
☐ Sterk verslechterd
Mindfulness & kwaliteit van leven van mantelzorgers
109
41. In hoeverre is uw sociale steun op dit moment van invloed op uw kwaliteit van leven?
☐ Helemaal niet
☐ Enigszins
☐ Nogal
☐ Veel
☐ Heel erg veel
Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de vragenlijst.
Mocht u nog opmerkingen hebben, dan kunt u deze hieronder opschrijven. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Nogmaals hartelijk dank voor uw medewerking. U kunt uw ingevulde lijst in de envelop doen en overhandigen aan de onderzoeker of de trainer.
110
Bijlage 4 : Tabel Z
Tabel Z: Correlaties van de variabelen die zijn opgenomen in de analyses op T1
Kwaliteit van
leven
Ervaren druk Ervaren grip op
het leven
Sociaal
functioneren
Pijn Opleidingsniveau
Kwaliteit van
leven
-
Ervaren druk
-,183 -
Ervaren grip op
het leven
,477** -,297* -
Sociaal
functioneren
,476** -,425** ,156 -
Pijn
,247 -,069 ,102 ,338** -
Opleidingsniveau
-,073 -,063 -,132 -,073 -,111 -
*= significant bij p<0,05, **= significant bij p<0,01; tweezijdige toets; N ligt tussen de 46 en 61.