Gebrekkige communicatie, een centralistische leiding, te weinig ruimte voor afwijkende meningen: in ‘De Kardinaal heeft verdriet’ analyseert Rik Torfs, gewoon hoogleraar kerkelijk recht, de problemen waar de katholieke Kerk momenteel mee kampt. De remedies die hij voorstelt zijn niet definitief, wél goedbedoeld. “Er be staat geen receptenboek met oplossingen”, zegt Torfs. “Maar het moet mogelijk zijn om op een ni et-defensieve, complexloze manier katholiek te zijn.” Twintig kilometer plank Kadoc is een kwarteeuw jong Kerkjurist R ik Torfs over zijn nieuwe boek De Kardinaal heeft verdriet Aarzelende leiders gewenst Wouter Verbeylen vervolg op pagina 3 7 maart 2002 nr 9 * dertiende jaargang Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1 België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39 2 Lezersbrieven 3 Nieuwe naam en ni euwe inhoud Zeg nooit ‘godsdienst’ tegen RZL 5 Voor of tegen? Toelatingsexamen burgerlijk ingenieur 6 KULAK ‘Science is fun ’ 7 Een leven lang Jeugdcriminoloog Lode Walgrave 9 Nieuws kort 10 Cultuur 11 Vormingskrant 15 UUR KULtUUR 16 Topvijf 17 Leven na Leuven Nuclear campaigner Jan Vande Putte 18 Alumni 21 De Veilige Valley Leuven bundelt specialisten rond e-security 22 Ad Valvas 24 Te gast in UUR KULtUUR BruXelaar Gautier Platteau 24 De Denktank Primeur! In een heel gepast kader, het voormalige Minderbroedersklooster in de Vlamingenstraat, rond de kapel van Onze-Lieve- Vrouw ter Koorts, huist één der bruisendste archieven die ons land rijk is. Het Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum of Kadoc herbergt niet alleen een imposante verzameling archiefmateriaal, m aar is ook de wieg van tientallen gedegen studies over zowat alle aspecten van het katho- lieke Vlaanderen - en meer. Het Centrum bestaat 25 jaar, en wij binnen. De eer- ste indruk is een bee tje gewoontjes: kantoren, wat vitrinekasten, vergaderlo- kalen. Maar wàcht even... ‘De toekomst begint vandaag’ - Deze affiche uit de KADOC-collectie werd in 1957-58 verspreid door het Comité voor Vrijheid en Democratie, dat tijdens de laatste schoolstrijd de katholieke krachten bundelde, en kondigt een propagandafilm aan waarin g ewezen wordt op het be lang van het (vrij) onderwijs voor de toekomst van het lan d. De film zelf wordt ook door het KADOC bewaard. Een sprekende titel, maar hééft de Kardinaal wel verdriet? In een inter- view met Campuskrant vorig jaar sprak Danneels nog zijn hoop uit in de jeugd. Jongeren hebben opnieuw behoefte aan zingeving, met als beste bewijs een ware r evival van de Kerk in buurlanden Frankrijk en Italië. België is gewoon wat trager, klonk het toen. “Voor een stuk heeft de Kardinaal natuurlijk gelijk”, zegt R ik Torfs. “Er is in derdaad een ver- schil t ussen de geprononceerde antiklerikale sfeer die wij hier ken- nen en de sfeer in andere landen. De secularisering slaat hier harder toe. Maar we mogen ons ook geen illu- sies maken. Het is niet omdat een aantal jongeren deelnemen aan voettochten, dat het licht aan de horizon begint te gloren. Nee, het lucht eerder op om te zeg gen dat we nog bar re tijden tegemoetgaan, dan te doen alsof het ergste voorbij is. Want nu pas zullen de structurele gevolgen duidelijk worden van het tekort aan personeel in de Kerk, van wijdingscriteria die de zaken doen dichtslibben, enzovoort.” vervolg op pagina 8 Bart Moeyaert: “Ik heb geen tijd om een nieuwe roman te schrijven”
20
Embed
Twintig kilometer plank - KU Leuven · ‘De toekomst begint vandaag’ - Deze affiche uit de KADOC-collectie werd in 1957-58 verspreid door het Comité voor Vrijheid en Democratie,
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
7 maart 2002 nr 9 * dertiende jaargang
Verschijnt 14-daags,uitgez. juli en aug.
AfgiftekantoorHasselt 1
België-BelqiqueP.B.
3500 Hasselt 112/39
Gebrekkige communicatie, een centralistische leiding, te weinig ruimte voor
afwijkende meningen: in ‘De Kardinaal heeft verdriet’ analyseert Rik Torfs,
gewoon hoogleraar kerkelijk recht, de problemen waar de katholieke Kerk
momenteel mee kampt. De remedies die hij voorstelt zijn niet definitief, wél
goedbedoeld. “Er bestaat geen receptenboek met oplossingen”, zegt Torfs.
“Maar het moet mogelijk zijn om op een niet-defensieve, complexloze manier
katholiek te zijn.”
Kerkjurist Rik Torfs over zijn nieuwe boek De Kardinaal heeft verdriet
Aarzelende leiders gewenstWouter Verbeylen
Een sprekende titel, maar hééft de
Kardinaal wel verdriet? In een inter-
view met Campuskrant vorig jaar
sprak Danneels nog zijn hoop uit in
de jeugd. Jongeren hebben opnieuw
behoefte aan zingeving, met als
beste bewijs een ware r evival van de
Kerk in buurlanden Frankrijk en
Italië. België is gewoon wat trager,
klonk het toen. “Voor een stuk heeft
de Kardinaal natuurlijk gelijk”, zegt
Rik Torfs. “Er is inderdaad een ver-
schil tussen de geprononceerde
antiklerikale sfeer die wij hier ken-
nen en de sfeer in andere landen. De
secularisering slaat hier harder toe.
Maar we mogen ons ook geen illu-
sies maken. Het is niet omdat een
aantal jongeren deelnemen aan
voettochten, dat het licht aan de
horizon begint te gloren. Nee, het
lucht eerder op om te zeggen dat we
nog barre tijden tegemoetgaan, dan
te doen alsof het ergste voorbij is.
Want nu pas zullen de structurele
gevolgen duidelijk worden van het
tekort aan personeel in de Kerk, van
wijdingscriteria die de zaken doen
dichtslibben, enzovoort.”
vervolg op pagina 8
2 Lezersbrieven
3 Nieuwe naam en nieuwe inhoud
Zeg nooit ‘godsdienst’ tegen RZL
5 Voor of tegen?
Toelatingsexamen burgerlijk
ingenieur
6 KULAK
‘Science is fun’
7 Een leven lang
Jeugdcriminoloog Lode Walgrave
9 Nieuws kort
10 Cultuur
11 Vormingskrant
15 UUR KULtUUR
16 Topvijf
17 Leven na Leuven
Nuclear campaigner Jan Vande
Putte
18 Alumni
21 De Veilige Valley
Leuven bundelt specialisten rond
e-security
22 Ad Valvas
24 Te gast in UUR KULtUUR
BruXelaar Gautier Platteau
24 De Denktank
Primeur!
Bart
Moeyaert:
“Ik heb geen
tijd om een
nieuwe
roman te
schrijven”
Twintig kilometer plankKadoc is een kwarteeuw jong
vervolg op pagina 3
In een heel gepast kader,
het voormalige
Minderbroedersklooster in
de Vlamingenstraat, rond
de kapel van Onze-Lieve-
Vrouw ter Koorts, huist één
der bruisendste archieven
die ons land rijk is. Het
Katholiek Documentatie-
en Onderzoekscentrum of
Kadoc herbergt niet alleen
een imposante verzameling
archiefmateriaal, maar is
ook de wieg van tientallen
gedegen studies over zowat
alle aspecten van het katho-
lieke Vlaanderen - en meer.
Het Centrum bestaat 25
jaar, en wij binnen. De eer-
ste indruk is een bee tje
gewoontjes: kantoren, wat
vitrinekasten, vergaderlo-
kalen. Maar wàcht even...
‘De toekomst begint vandaag’ - Deze affiche uit de KADOC-collectie werd in 1957-58 verspreid door
het Comité voor Vrijheid en Democratie, dat tijdens de laatste schoolstrijd de katholieke krachten
bundelde, en kondigt een propagandafilm aan waarin gewezen wordt op het belang van het (vrij)
onderwijs voor de toekomst van het lan d. De film zelf wordt ook door het KADOC bewaard.
F O R U M
Nr.
Verschijningsdatum
Teksten indienen vóór
10
28 maart
20 maart
11
18 april (AB)
10 april
12
8 mei (woensdag!)
30 april (dinsdag!)
13
30 mei (AB)
22 mei
14
20 juni
12 juni
Verschijningsdata Campuskrant 2002
7 maart 2002
CampuskrantDriewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Dubbele basisopdracht “Tja, het is wel wat gegroeid he, sinds
onze oprichting in 1976. Het plan om een
katholiek documentatie- en vooral onder-
zoekscentrum op te r ichten, is geleidelijk
aan ontstaan, in het begin van de jaren
’70, in de eerste plaats op grond van een
aantal archivalische bezorgdheden. De
hele katholieke wereld was in beweging
in die tijd, toen het Vaticaans Concilie
zijn gevolgen deed voelen. Er werd druk
gereorganiseerd, en vaak ook verhuisd.
Dat was vooral het geval bij het maat-
schappelijk middenveld, de wereld dus
van de maatschappelijke organisaties,
allerlei instellingen uit de katholieke zuil
enzovoort. Die hebben in ons land een
zéér diepgaande invloed uitgeoefend op
de maatschappelijke ontwikkelingen,
vaak meer dan de overheid. In kringen
van historici was er dan ook een terechte
bezorgdheid gegroeid, omdat het risico
bestond dat die woelige overgangsfase erg
nadelig zou werken op de archiefvorming.
Het Algemeen Rijksarchief had niet tot
taak om dat op te vangen - en het had
trouwens al middelen te kort om de over-
heidsarchieven goed te kunnen beheren.”
“De K.U.L euven zocht toen op veel
vlakken nog haar eigen weg. De broodno-
dige onderzoekscultuur moest nog groei-
en, ook binnen het Departement
Geschiedenis. We kwamen toen in con-
tact met het in 1969 opgerichte Katholiek
Documentatiecentrum uit Nijmegen, dat
bewezen had dat een modern archief een
zeer positieve invloed kon hebben op de
onderzoeksmogelijkheden.”
“Die twee factoren, zorg voor het
archivalisch erfgoed en onderzoeksbevor-
dering, waren en zijn nog altijd de basis
van het Kadoc. Rector De Somer was aan-
vankelijk niet zo overtuigd van het nut
van het archivalische luik, maar de
Academische Raad gaf ons toch groen
licht om in 1976 officieel te starten, als
interfacultair initiatief, met vertegen-
woordigers uit vier en later zeven facul-
teiten. De financiële steun van de univer-
siteit was zeer beperkt, waardoor we van
meet af aan externe hulp moesten zoe-
ken. De universiteit zorgde wel voor
infrastructuur in het Maria-Theresiacol-
lege - concreet: een lokaal, een paar boe-
kenrekken en een schrijfmachine. Die
min of meer verplichte onafhankelijkheid
is, achteraf bekeken, een zegen geweest.”
“Het Kadoc werd gedragen door een
groep - vooral jongere - academici, die,
zonder dat er veel garantie op succes was,
toch in de zaak geloofden en er zich ten
volle voor ingezet hebben. Zij werden
gelukkig ook voluit gesteund door enkele
oudere professoren, met name door
socioloog Karel Dobbelaere, die over een
ruime beleidservaring beschikte. Dat
heeft vruchten afgeworpen.”
“We hebben al vrij snel kunnen aan-
tonen dat een combinatie van archief en
onderzoekscentrum bijzonder productief
kan zijn. Dat begrepen ook een reeks
instanties uit de katholieke ‘zuil’, met wie
de samenwerking daardoor nog veel
intenser kon worden, ook nu nog. Je moet
dat echter ook weer niet te hoogdravend
zien. Vaak gaat het om heel materiële
overwegingen. Een archief opslaan in het
centrum van Br ussel kost veel meer dan
het in bewaring geven aan het Kadoc. Of
een politicus die, na zijn mandaat, plots
niet meer over een secretariaat beschikt,
doet er voordeel mee wanneer hij zijn
papieren aan ons bezorgt. Wij zorgen
voor de systematische ontsluiting, en als
hij iets nodig heeft, kost hem dat maar
één telefoontje.”
Groei en differentiatie “Het Cultuurdecreet van 1985 was een
belangrijk moment voor het Kadoc. Dat
decreet regelde de recurrente financiering
van privaatrechtelijke documentatiecen-
tra, met naast het Kadoc ook het Amsab-
Instituut voor Sociale Geschiedenis voor
de linkse bewegingen, het Liberaal
Archief en het ADVN (Archief- en
Documentatiecentrum voor het Vlaams-
Nationalisme) enzovoort. Daardoor, en
door een reeks tewerkstellingsfaciliteiten,
kon het Kadoc zijn staf uitbreiden en ook
financiële zekerheid bieden. Momenteel
hebben we zo’n 50 personeelsleden,
inclusief de vele vrijwilligers, die we erg
dankbaar zijn. Die groei gaf ons de moge-
lijkheid om voortaan ook meer funda-
menteel onderzoek te doen, zonder het
archivalische en het toegepaste luik te
laten verwateren. Ook dienstverlening
heeft ons helpen groeien. We zijn nog
altijd heel actief in die sfeer, bijvoorbeeld
met betrekking tot patrimoniumbeheer,
of rond het opzetten van tentoonstellin-
gen, instellingsgeschiedenissen enzo-
voort.”
“In het begin van de jaren ’80 zijn we
verhuisd naar de Centrale Bibliotheek, en
in september 1990 zijn we uit eindelijk
naar de Vlamingenstraat vertrokken, in
het voormalige Minderbroedersklooster,
dat door de K.U.Leuven aangekocht werd
en met mecenaatsgeld gerenoveerd. Hier
zullen we ook wel blijven, maar we
beginnen binnenkort wel aan een t weede
magazijn, vlakbij de gebouwen van de
Technische Diensten in Heverlee.”
“Een nieuwe stap voorwaarts werd
mogelijk vanaf ongeveer 1995. Vanaf die
periode zijn we ons, naast het lopende
werk, meer met comparatief Europees
onderzoek gaan bezighouden. Zonder te
overdrijven: het Kadoc draait mee op
Europees niveau. In het buitenland zijn
natuurlijk ook wel centra die in dezelfde
sfeer actief zijn, maar er zijn er eigenlijk
géén die een vruchtbare band onderhou-
den met een universiteit, de overheid en
de katholieke gemeenschap samen. In
Frankrijk heb je bijvoorbeeld wel een
archief voor de Franse kerkprovincie,
maar dat bevat vooral binnenkerkelijke
documentatie, bijvoorbeeld over
Katholieke Actie-groeperingen. Voor het
katholieke vakbondswezen moet je weer
heel ergens anders zijn, en voor de chris-
ten-democratie in de politiek nog ergens
anders. In Italië of Duitsland stel je ook
die versnippering vast. De sterkte van het
Kadoc is precies dat we àlle aspecten van
de ontwikkeling van de k atholieke
gemeenschap archiveren en bestuderen,
op een zo breed mogelijke manier.”
“We staan misschien vooral bekend
als historisch centrum, maar dat is eigen-
lijk onjuist. We zijn dat duidelijk óók,
maar zeker niet uitsluitend. We archive-
ren ook allerlei actueel materiaal, soms
zelfs behoorlijk technisch - bijvoorbeeld
van de Boerenbond of het Verbond van
Verzorgingsinstellingen. We treden
bewust ook complementair op ten aan-
zien van de andere archieven. In de eerste
jaren hebben we het Algemeen
Rijksarchief, de diocesane en stedelijke
archieven gevraagd om onze niche mee
vorm te geven. We zijn dus gegroeid bin-
nen een sfeer van consensus, niet op basis
van concurrentie. Ook binnen de univer-
siteit hebben we, wat het onderzoek
betreft, een uitgesproken interdisciplinair
en interfacultair karakter: we zijn geen
onderzoekscentrum ‘van’ geschiedenis of
godsdienstwetenschappen. Dat karakter
leidt er wellicht ook toe dat we hier hou-
den van een uitgesproken multidiscipli-
“Hemelse Salomé” - Het KADOC bewaart vele archieven en documenten die een
beeld geven van het gevarieerde culturele leven in het katholieke Vlaanderen van
de 19de en 20ste eeuw. Deze affiche uit 1930 kondigt een Timmermans-avond aan
van het Vlaamsche Volkstooneel. De tekening is van Felix Timmermans zelf.
N I E U W S
Twintig kilometer plank
Vijfentwintig jaar Kadoc Ludo Meyvis
Eigenlijk moet je e ven doordringen tot onder het grasveld, waar de belangrijkste
opslagruimte van het Kadoc ondergebracht is, om je te realiseren welke schatten het
Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum he rbergt. Voorzitter Emiel
Lamberts leidt ons rond door zijn levenswerk, en samen met directeur Jan De Maeyer
zet hij uiteen waarom het Kadoc na 25 jaar zo’n vlucht genomen heeft.
Voorzitter Emiel Lamberts (l) en directeur Jan De Maeyer: “Zonder te overdrijven:het Kadoc draait mee op Europees niveau. In het buitenland zijn er ook welsoortgelijke centra, maar geen enkel onderhoudt een vruchtbare band met eenuniversiteit, de overheid en de katholieke gemeenschap samen.”
“Kwaliteit waarborgen lukt beter alsdoceren en evalueren gescheidenworden!”
“Het toelatingsexamen voor
aspirantstudenten burgerlijk ingenieur
bestaat al meer dan honderd jaar, en
heeft in die tijd duidelijk zijn nut
bewezen. Het examen is een goede zaak
voor onze opleiding, vooral omdat het
frustratie voorkomt als gevolg van een
verkeerde studiekeuze. Kijk, het
belangrijkste argument tegen het
toelatingsexamen is dat het de studies
burgerlijk ingenieur te elitair zou maken.
Maar volgens mij is ‘elitair’ een verkeerd
label. Van de deelnemers aan onze
toelatingsproef slaagt ongeveer zeventig
procent. Het slaagpercentage in de eerste
kandidatuur bedraagt eveneens zeventig
procent. Samen betekent dat dat
ongeveer de helft van de studenten die
zich inschrijven voor het toelatings-
examen de tweede kandidatuur bereiken.
De meeste andere richtingen hebben ook
een slaagpercentage van ongeveer vijftig
procent. Die zijn dus even elitair. Met dat
verschil dat wij de schifting over twee
fasen spreiden, wat het voordeel oplevert
dat we een deel van de studenten voor
een verliesjaar kunnen behoeden.”
“Vaak wordt de vergelijking gemaakt
met de toelatingsproef voor geneeskun-
de. Het doel van die test is het aantal
afstuderende artsen te beperken: er zijn
te veel dokters. Maar ingenieurs zijn er
niet te veel, integendeel. Er heerst een
groot tekort aan ingenieurs. Dus, zo
redeneert men, het toelatingsexamen
moet afgeschaft worden. Men vergeet
daarbij dat de bedoeling van onze proef
juist is zo veel mogelijk studenten tot de
opleiding toe te laten. Alleen hebben we
niet zomaar meer studenten nodig, we
hebben vooral meer geschikte studenten
nodig. Er bestaat bovendien helemaal
geen verband tussen het al dan niet orga-
niseren van een toelatingsproef en het
aantal studenten. Ook industrieel ingeni-
eurs zijn er te w einig, en daar hebben ze
nooit zo’n examen gehad.”
“De kwaliteit van de opleiding waar-
borgen lukt trouwens ook beter als doce-
ren en evalueren van elkaar gescheiden
worden. Er gaan veel mogelijkheden ver-
loren als het eerste jaar een schiftingsjaar
wordt. De docent moet zich aanpassen
aan de ‘modale student’, en dat is veel
gemakkelijker als hij lesgeeft aan een
homogene groep. Anders zit een deel van
de studenten er sowieso voor spek en
bonen bij. Bij andere richtingen zie je
vaak dat er les wordt gegeven in te kleine
auditoria - men doet geen inspanningen
om de infrastructuur aan te passen, want
in het tweede jaar blijft toch slechts de
helft van de groep o ver. Zoiets gaat
onvermijdelijk ten koste van de k wali-
teit.”
“Sommige tegenstanders van het
toelatingsexamen pleiten voor het invoe-
ren van een soort Chrysostomosproef,
een niet bindende oriënteringstest voor
alle leerlingen van het laatste jaar secun-
dair. Maar wat is de waarde van zo’n test
als hij niet bindend is? Dan betreft het
veel meer een IQ-test dan een test die
peilt naar kennis en inspanning. Een exa-
men is pas waardevol als er iets van
afhangt, anders doet men er niet dezelfde
inspanning voor. Bovendien vergt het
organiseren van
zo’n proef heel
veel werk. Is dat
geen tijdverspil-
ling als die proef
uiteindelijk toch
een maat voor
niks blijkt te
zijn?”
“Kwaliteit is toch geen alleenrechtvan de ingenieurs?”
“LOKO spreekt zich uit voor de
afschaffing van het toelatingsexamen bur-
gerlijk ingenieur. Maar ik wil er wel even
op wijzen dat de studenten burgerlijk
ingenieur zélf het toelatingsexamen wil-
len behouden. Omdat het zorgt voor een
homogenere groep en voor een groter
slaagpercentage in de eerste kandidatuur.
Studenten bio-ingenieur en wetenschap-
pen vrezen dan weer dat bij het wegvallen
van het toelatingsexamen burgerlijk inge-
nieur hun studierichting minder aantrek-
kelijk zou worden.”
“De koepelorganisaties, meer bepaald
LOKO - Leuvense Overkoepelende Kring-
Organisatie - en VVS - Vlaamse Vereni-
ging van Studenten -, daarentegen zijn
wél te vinden voor de afschaffing van het
toelatingsexamen. Volgens ons is zo’n
examen in strijd met het basisprincipe
van ons hoger onderwijs, namelijk de
vrije toegang. Als we beperkingen op die
vrije toegang toestaan, ondermijnen we
de idee dat iedereen de studierichting kan
volgen die hij of zij verkiest. Zo zijn we
bijvoorbeeld ook gekant tegen de toela-
tingsproef voor geneeskunde.”
Een van de argumenten die de voor-
standers van het toelatingsexamen aanha-
len, is dat het examen nodig is om het
hoge peil van de opleiding burgerlijk inge-
nieur te verzekeren. Hebben studenten
van andere rich-
tingen dan geen
recht op een hoog
opleidingsniveau?
Kwaliteit is toch
geen alleenrecht
van de ingenieurs?
Bovendien is de
waterkwaliteit
van de vijver
waarin gevist
wordt naar toekomstige ingenieurstuden-
ten de laatste jaren gedaald. Men richt zich
nu vooral tot wie in het middelbaar zes
uur wiskunde gekregen heeft. Ook andere
faculteiten rekruteren uit dezelfde groep,
zonder een toelatingsexamen te organise-
ren. De filter van het toelatingsexamen is
bovendien niet sluitend, en dat in twee
richtingen. Enerzijds zijn er capabele kan-
didaat-ingenieurs die niet slagen voor het
examen, maar anderzijds zien we ook dat
het slaagcijfer in de eerste kandidatuur
lang geen honderd procent bedraagt.”
“Het loutere bestaan van zo’n toela-
tingsexamen is, in tegenstelling tot de
toegangsbeperking voor studenten
geneeskunde, juridisch moeilijk hard te
maken. Het is in zekere zin van de orde
van discriminatie tussen opleidingen. De
Faculteit Toegepaste Wetenschappen is
maar een faculteit tussen de andere. Het is
geen eliteclubje zoals de grandes écoles
van Napoleon beoogden te zijn. En daar
gaat die traditie van het ingansexamen
uiteindelijk op terug.”
“Ten slotte zou ik de dis cussie rond
dat toelatingsexamen willen overstijgen
naar een maatschappelijk en politiek veel
fundamenteler probleem, namelijk het
gebrek aan een ernstig oriënteringsbeleid.
LOKO is voorstander van een niet-bin-
dende oriënteringsproef op de drempel
tussen het secundair en het hoger onder-
wijs. De abituriënten oriënteren bij hun
studiekeuze heeft niet alleen een econo-
misch en persoonlijk nut, maar het komt
ook de kwaliteit en de eigen aard van de
verschillende opleidingen ten goede. Het
fameuze cascadesysteem, dat bepaalde
opleidingen in het hoger onderwijs, bin-
nen en buiten de universiteit, ten onrech-
te tot tweederangsopleidingen degradeert,
zou met zo’n oriënteringsproef in de toe-
komst ondermijnd kunnen worden.”
Toelatingsexamen burgerlijk ingenieur
VOOR TEGEN
VOOR TEGEN
Professor Yves Willems, decaan Faculteit Toegepaste Wetenschappen Bernard Boone, voorzitter LOKO-Kringraad
foto: Rob Stevens
Het moet geen pretje zijn om in deze woelige tijden minister van Onderwijs te zijn. Toen eind januari bekend raakte dat in het nieuwe Onderwijsdecreet met geen woord gerept wordt over
het toelatingsexamen voor burgerlijk ingenieurs, barstte alweer een onderwijsbom. De argumenten pro en c ontra die de afgelopen weken via de media verspreid werden, waren nauwe-
lijks bij te houden. Professor Yves W illems, decaan van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, en Bernard Boone, voorzitter van LOKO-Kringraad, denken er beiden het hunne over
Meer intellect, meer ironie“Gerrit Komrij schrijft d at hij voorstan-
der is van poëzie d ie de geest scherpt.
Wel, ik ben voorstander van religie die de
geest scherpt. Als religie je intellect niet
meer uitdaagt, is ze voor mij niet interes-
sant meer. De Kerk denkt bijvoorbeeld te
snel dat onduidelijkheid verwarring zaait,
terwijl voor de moderne nadenkende
mens juist een tevéél aan duidelijkheid
voor verwarring kan zorgen. ‘Dit is gods-
dienst, zet je verstand maar op nul’ - dat
komt vreemd over als het over het essen-
tiële van het leven gaat.”
CK: Een geloof voor intellectuelen,
daar vul je toch ook geen kerken mee?
Torfs: “Nee, ik wil alleen maar zeg-
gen dat ik een geloof waar intellectuelen
zich niét in vinden, niet zie zitten. Maar
natuurlijk kan het geloof verschillende
facetten aanspreken, net zoals je de
toneelstukken van Shakespeare op ver-
schillende niveaus kan lezen. Er
kan ruimte zijn voor volksdevo-
tie, voor het ontsteken van een
kaarsje in een Maria-kapelletje.
Veelkleurigheid, dat moet toch
kunnen?”
CK: U pleit voor meer ironie
in het praten over religie. ‘Ik
beschouw ernst als een zwak
punt, zeker wanneer ze echt
belangrijke zaken zoals het geloof
betreft’, schrijft u. Iemand als
Kardinaal Danneels is toch niet
gespeend van humor?
Torfs: “Kardinaal Danneels
is een goed communicator, met
veel gevoel voor humor, daar ben
ik het volkomen mee eens. Maar eerlijk
gezegd lach ik me zelden kapot als ik een
tijdschrift als Kerk & Leven of Tertio lees.
In de Kerk heeft men blijkbaar ook nooit
geleerd om van mening te verschillen
zonder woedend te worden. Jezelf te ern-
stig nemen is voor mij een teken van scle-
rose. Bloedige ernst wordt vaak pas zicht-
baar als het verval nabij is. Maar als je
geconfronteerd wordt met schitterende
zaken als liefde, kunst of geloof, kan je
daar slechts ‘volkomen onvolkomen’ op
reageren. In die gevallen kan ironie een
brug slaan tussen dat gevoel van onvolko-
menheid en de realiteit.”
De Kardinaal heeft machtCK: Maar de problemen zitten dieper. ‘De
Kerk heeft nood aan aarzelende leiders’,
schrijft u. Dus niet aan een crisismanager?
Torfs: “Daarmee doelde ik op wat ik
eerder al zei, dat de Kerk een beetje meer
schroom zou moeten hebben tegenover
het mysterie. Op het terrein van het
beleid heeft de Kerk natuurlijk het best
wél een duidelijke visie.”
CK: Op dit moment steunt de Kerk op
een sterk centraal gezag, in de persoon van
de paus. De lokale kerken lijken niet veel
inspraak te hebben.
Torfs: “Op bepaalde momenten in de
geschiedenis was de paus veel meer een
primus inter pares dan hij het nu is. Die
centralistische trend is pas veel later ont-
staan. In de negentiende eeuw bijvoor-
beeld was er nog veel meer lokale invloed
bij de bisschopsbenoemingen. Dat unila-
teraal benoemen stamt in feite pas van bij
het einde van de negentiende, begin
twintigste eeuw.”
“Momenteel is het evenwicht tussen
de lokale kerken en de universele Kerk
ontegensprekelijk zoek, het helt duidelijk
over naar de universele Kerk. Maar dat
neemt niet weg dat de lokale kerk méér
kan doen dan het lijkt. In Ned erland en
Duitsland zijn bijvoorbeeld veel sneller
professionele leken in het pastorale veld
ingeschakeld dan in België. Hier heeft de
kerk veel te lang gemikt op vrijwilligers
om de gaten te vullen. Pas in 1997 heeft
het ministerie van Justitie voor het eerst
leken op de payroll gezet als
bedienaars van de eredienst.
Voor bepaalde zaken is in het
België geen vijf voor t waalf,
maar gewoon te láát.”
CK: Kan het kerkelijk gezag
snel gedecentraliseerd worden?
Torfs: “Dat kan vrij gemak-
kelijk. De huidige paus heeft
trouwens zelf al laten weten dat
er nagedacht moet worden over
de invulling van het petrus-
ambt, het ambt van de paus, als
hij weg is. De persoon van de
paus is trouwens relatief. Het
moet mogelijk zijn dat je als
gelovige zegt: ‘Die man is p aus,
ik erken dat, maar hij is niét mijn r olmo-
del.’ Je kan Verhofstadt toch ook als pre-
mier aanvaarden zonder al zijn politieke
opvattingen te delen?”
CK: Dan moet de volgende paus wel
van een andere strekking zijn dan de huidi-
ge. Maar hoe groot is die kans als een groot
deel van de s temgerechtigden, de kardina-
len, door Johannes Paulus II benoemd is?
Torfs: “Ja, dat hoor je in de media wel
vaker, maar eigenlijk wil dat niet zoveel
zeggen. Iemand wordt, los van bepaalde
kwaliteiten, tot kardinaal benoemd
omdat hij niet veel stommiteiten heeft
verteld. Van veel kardinalen is het dus
niet erg duidelijk wat ze écht denken. En
daarbij, in de kerkgeschiedenis merk je
ook vaak dat de nieuwe paus niet zo heel
sterk lijkt op zijn voorganger. Want de
kardinalen hebben maar op één moment
echt macht: als ze een ni euwe paus moe-
ten kiezen. Dan is blijkbaar de neiging
ook groot om die macht daadwerkelijk te
gebruiken en een knik in de curve te
bewerkstelligen. - Johannes XXIII was
bijvoorbeeld een grote verrassing, Paulus
VI was dan weer een heel ander type,
enzoverder.”
CK: Hoe democratisch kan een insti-
tuut als de Kerk worden?
Torfs: “De Kerk ís geen democratie en
zal het nooit worden. Zaken als mysterie
en geloof kan je niet democratisch duiden
- er kan, bij wijze van spreken, geen stem-
ming plaatsvinden over de maagdelijk-
heid van Mar ia. Maar anderzijds gaat de
Kerk té gemakkelijk voorbij aan de ver-
worvenheden van de democratie, aan
universele mensenrechten, aan participa-
tie van haar leden. Ze focust te veel op de
verschillen met de democratie en te wei-
nig op mogelijke gelijkenissen.”
Ethiek als schaamlapCK: U schrijft dat u liever zou zien dat de
Kerk zich op binnenkerkelijke problemen
concentreert dan op ethische. U heeft het
zelfs over een ‘vlucht in de ethiek’.
Torfs: “Dan heb ik het vooral over de
micro-ethiek. Ik ben als de dood voor
moraliseren. De vraag is of de Kerk zich
moet uitspreken over alles wat voor de
Rik Torfs over De Kardinaal heeft verdriet
“De Kerk heeft nood aan aarzelende leiders”vervolg van pagina 1
Rik Torfs: “Je moet als gelovige de vrijheid hebbenom te zeggen: ‘Die man is paus, ik erken dat, maarhij is niét mijn rolmodel.’ Je kan Verhofstadt toch ook
als premier aanvaarden zonder al zijn politiekeopvattingen te delen?”
8 C A M P U S K R A N T 7 . 3 . 2 0 0 2
N I E U W S K O R T
mens dagelijkse realiteit is. Wat de Kerk
over voorbehoedsmiddelen enzoverder
zegt, vind ik eigenlijk een zich onterecht
bemoeien met de privacy van de gelovi-
gen. En dat komt de geloofwaardigheid
van de Kerk niet ten goede. Dat is ook het
echec van de encycliek Humanae Vitae uit
’68, waarin de meeste voorbehoedsmid-
delen werden afgewezen. De Kerk heeft
daar haar krediet om over micro-ethische
problemen te spreken grotendeels verlo-
ren. Ze had er be ter aan gedaan het bij
algemene wenken te houden.”
“Voor mij is de kern van het geloof
het openstaan voor het mysterie, en
ethiek staat daar enigszins los van. Het is
perfect mogelijk om een hoogstaand
ethisch leven te leiden zonder gelovig te
zijn. Ook binnen de universiteit lijkt die
ethische invalshoek soms een soort
schaamlap te zijn: de fundamentele
geloofsvragen durft men blijkbaar niet
steeds meer te behandelen.”
CK: Binnenkerkelijke problemen dan.
Zijn dossiers als het toelaten van vrouwen
tot het priesterambt en de afschaffing van
het celibaat zo cr uciaal als de aandacht die
ze krijgen? Om Kardinaal Danneels te
parafraseren: gelooft u werkelijk dat de
afschaffing van het celibaat weer volle ker-
ken zal opleveren?
Torfs: “Nee, daar heeft de Kardinaal
gelijk in. Maar als je het zo formuleert,
onderschat je de grote symboolwaarde
van die dossiers. Ze staan symbool voor
een bepaalde houding van de Kerk. Op
het eerste gezicht lijkt het geslacht van de
voorganger niet zo’n breekpunt, maar het
tast - alweer - de geloofwaardigheid van
de Kerk aan, ook bij v ele jongeren. Door
vrouwelijke voorgangers toe te laten,
creëer je opnieuw een sfeer van plausibili-
teit.”
CK: Nu we het over vrouwen hebben:
een geïsoleerde uitspraak als ‘Als God een
vrouw is, bestaat zij niet’ zal ook w enk-
brauwen doen f ronsen.
Torfs: (lacht) “Dat is natuurlijk pro-
vocerend bedoeld. Vrouwen die het boek
slecht lezen, kunnen zich dan eens goed
kwaad maken. Nee, wat ik eigenlijk
bedoel is dat God niet te menselijk mag
worden. We moeten God niet proberen te
grijpen, we moeten ons hem niet te con-
creet willen voorstellen. Daarom hou ik
hem liever geslachtsloos - en dat wordt in
het Nederlands nog altijd mannelijk uit-
gedrukt.”
CK: U provoceert blijkbaar graag.
Heeft u al veel negatieve reacties op uw
boek ontvangen?
Torfs: “Dat valt best mee. Je blijft
alleen vrij van kritiek wanneer je niets-
zeggende dingen zegt. En de kritische
functie van de universiteit mag ook in
deze barre tijden niet ondergesneeuwd
raken. Mijn boek is t enslotte niet geschre-
ven om de kerkleiding te plezieren. Wat
ik wil aantonen, is dat het - ondanks alle
problemen - mogelijk moet zijn om op
een niet-defensieve, complexloze manier
katholiek te zijn.”
Rik Torfs, ‘De Kardinaal heeft verdriet’,
Leuven, Van Halewyck, 2002, 263 p.
Omdat studenten steeds meer belang
blijken te hechten aan een gezellige
sfeer bij het eten, worden alle Alma’s
opnieuw ingericht. Al na de zomer-
vakantie komt Alma 3 aan de beurt.
Bedoeling is om te komen tot een
“sfeervolle en knusse eetruimte”
zonder een spoor van reftergevoel.
Ook het menuaanbod zal grondig
worden bijgestuurd. Uit interne cij-
fers blijkt al langer dat de traditionele
maaltijd steeds meer terrein verliest.
Onderzoek geeft aan dat jonge men-
sen in plaats daarvan vaak kiezen
voor kleinere hapjes de hele dag door.
Ook het gezondheidsaspect speelt
een steeds grotere rol. Omdat ook
klantvriendelijkheid aan belang wint,
krijgen de kassa- en buffetmedewer-
kers een speciale training.
Bovendien zal de rentabiliteit van
alle uitbatingen worden onderzocht.
De Sedes wordt voorlopig gesloten
omdat de omzet de voorbije jaren
sterk is gedaald - de personeelsleden
vinden onderdak in één van de andere
uitbatingen. Na de herpositionering
van de grote Alma-restaurants zal een
nieuw concept voor Sedes worden
uitgewerkt.
Mede door de afnemende subsi-
diëring en de toenemende perso-
neels- en grondstofkosten kan een
indexering van de maaltijdprijs niet
uitblijven, al blijft steeds een basis-
maaltijd beschikbaar voor 2 .10 à 2.15
euro. Gestreefd wordt naar verhoging
van de productiviteit en naar beheer-
sing van de p ersoneels- en grondstof-
kosten. Het terugdringen van die
laatste gebeurt door het afval bij de
distributie van de maaltijden te
beperken tot een minimum. Daar-
voor zullen nieuwe afspraken met de
studenten moeten worden gemaakt.
Alma’s krijgen facelift, personeelsleden cursus klantvriendelijkheid
De directie van Leuca - Leuvense Universitaire Catering - heeft grootse plannen met de Alma-restaurants. Interieur en
menuaanbod worden bijgestuurd, Alma wil voortaan staan voor ‘goed, gezond en gezellig’. Een kleine prijsstijging en een
scherpe kostenbeheersing moeten een en ander mogelijk maken.
eda University (Tokio) een
ng afgesloten, dat concrete
t tussen professoren van alle
en, in overleg met de Dienst
K.U.Leuven en de Foreign
pgericht in 1882 en is gelegen
universiteit heeft drie cam-
koord iversityen
advertentie
Leuven en Limburg
In de associatie rond de K.U.Leuven heeft zich inmid-
dels een vrij indrukwekkende reeks hogescholen verza-
meld. Eind februari trad ook de K atholieke Hogeschool
Limburg toe tot de associatie. In een interview met het
Belang van Limburg (2 maart) spreekt rector Oosterlinck
zich daar zeer positief over uit. Hij opent ook de weg
naar gesprekken over samenwerking, niet alleen tussen
hogescholen en universiteiten, maar ook tussen asso-
ciaties onderling. Met name in een samenwerkingsver-
band tussen de Leuvense associatie en die rond het LUC
ziet hij veel toekomst.
Op 19 februari werd met Was
Memorandum of Understandi
samenwerking mogelijk maak
Leuvense en Japanse faculteit
Internationale Relaties van de
Relations Office in Waseda.
Waseda University werd o
in het centrum van Tokio. De
pussen op loopafstand
van elkaar en telt in totaal
47.000 studenten, de
meesten uit Tokio zelf. Er
zijn elf verschillende
Schools: politieke weten-
schappen, economie,
rechten, literatuur, peda-
gogie, marketing, weten-
schappen en ingenieur,
sociale wetenschappen,
menswetenschappen,
Aziatisch-Pacifische stu-
dies en telecommunica-
tie.
Waseda University
hecht veel belang aan
internationale samenwer-
king en heeft samenwer-
kingsovereenkomsten
met verschillende univer-
siteiten.
De huidige contacten
tussen Waseda en Leu-
ven situeren zich in de
vakgebieden filosofie,
japanologie, toegepaste
wetenschappen en Euro-
pean Studies. Het recent
ondertekende memoran-
dum vormt de basis om
de samenwerking uit te
breiden naar alle vakge-
bieden. Informeer bij de
Dienst Internationale
Relaties naar de mogelijk-
heden die het akkoord
biedt.
• Dienst Internationale
Relaties, Naamsestraat 22,
3000 Leuven
• www.waseda.ac.jp
Samenwerkingsaktussen Waseda Un(Tokio) en K.U.Leuv
Beleidsinformatica: “Hardeweg naar zachte systemen”
Professor Guido Dedene is een
wiskundige, nadien gespeciali-
seerd in de beleidsinformatica.
“Die discipline onderzoekt hoe
informatica op de meest zinvolle
en efficiënte manier ingezet kan
worden in een onderneming.
Informatica is natuurlijk een heel
jonge en dus stormachtige bran-
che. Wat vandaag een absolute
must is, is morgen weer ouder-
wets. Er is e chter minstens één
ontwikkeling die het nog wel een
tijdje zal uithouden, en dat is het
objectgeoriënteerd ontwikkelen
van software of OO. De belang-
rijkste uitwerking daarvan
dateert al uit 1987, van de hand
van Bertrand Meyer, nu verbon-
den aan het ETH in Zürich, de
Europese ‘Nobelprijzenfabriek’.
OO heeft geleid tot een revolutie
in het programmeren. In plaats
van ‘lineair’ te werken, wat heel
problematisch is naarmate je pro-
gramma complexer wordt, wer-
ken we nu met ‘objecten’, een
soort twee-eenheid van gegevens
en instructies, bewerkingen op
die gegevens. OO dwingt je om
op een andere, eigenlijk duale
manier aan te kijken tegen infor-
matie. Dat vergt vaak een ingrij-
pende mentale ‘herbronning’,
maar de productiviteit en kwali-
teit gaan sterk vooruit.”
“Voor wat de grootste lacune
betreft, verwijs ik naar mijn
inaugurale rede aan de
Universiteit van Amsterdam: De
harde weg naar zachte systemen.
Software is nog altijd véél te star.
Je krijgt een l astenboek van een
bedrijf, en je levert een maatpro-
gramma af. Maar o wee als er iets
verandert in het bedrijf.
Ongeveer 70 % van alle uitgaven
voor software wordt besteed aan
het veranderen van programma’s.
We hebben dus grote nood aan
zachte systemen, flexibel, fout-
tolerant, zelfregulerend, een
beetje zoals de mens zelf.
Essentieel daarvoor is de - verde-
re - ontwikkeling van agents,
zelfstandige objecten die uit
zichzelf kunnen optreden, zon-
der ‘prikkel’ van buitenaf. Ik
schat dat die over zowat tien jaar
commercieel zullen doorbreken.
En de volgende stap is dan de
‘spirituele computer’, die écht
een verlengstuk van onszelf is,
ook qua emotie, creativiteit... De
hardware daarvoor zullen we
wellicht over zowat dertig jaar
hebben, maar de software?”
Vision Sciences: “Zien hoe jeziet”
Professor Johan Wagemans is
experimenteel psycholoog, maar
zijn eigenlijke vakgebied is dat
van de Vision Sciences, waar
waarnemingspsychologen
samenwerken met neuroweten-
schappers en ingenieurs, die de
bevindingen toepassen in com-
putervisie.
“De ontdekking van het ver-
schijnsel van perceptuele organi-
satie, dat zou ik als dé doorbraak
typeren. Daarmee bedoelen we
het fenomeen dat binnenkomen-
de visuele informatie meteen en
onbewust in grotere gestructu-
reerde gehelen georganiseerd
wordt. Neem vier lichtpunten die
in een vierkant opgesteld staan.
Als je die consecutief aan- en uit
laat gaan, neem je een beweging
waar, ook al is die er niet. Ook
bepaalde vormen van optische
illusie berusten op dat fenomeen.
Het werd ontdekt door de
Gestalt-psychologie, rond het
begin van de 20ste eeuw, met
figuren als Wertheimer, Köhler en
Koffka. Het ging vaak om Joodse
geleerden, die in de jaren ’30
emigreerden naar de VS, en de
Gestalt-psychologie daar ingang
deden vinden. Rond 1950 bloed-
de de richting dood, maar de
inzichten bleven. Essentieel in
hun opvatting was dat het geheel
meer is dan de som der delen.
Anders gezegd: op basis van deel-
informatie ‘zien’ we een gestruc-
tureerd geheel.”
“De lacune bij de Vision
Sciences zit in dezelfde sfeer. We
weten wel dat die fenomenen
bestaan, en we kunnen ze
beschrijven. Maar we begrijpen
ze nog lang niet op fysiologisch
niveau, en we kunnen ze nog
onvoldoende ‘vertalen’ voor
computergebruik. We weten hoe
een geïsoleerde zenuwcel of
neuron zich gedraagt. We weten
ook welke hersendelen actief zijn
bij een bepaalde taak. Maar
inzicht in de relatie tussen beide
niveaus ontbreekt nog. We ver-
moeden dat de Gestalt-fenome-
nen gebaseerd zijn op een weder-
kerige wisselwerking tussen ver-
schillende hersengebieden. De
huidige techniek staat ons echter
nog niet toe om die wisselwer-
king te registreren. Inzicht in die
mechanismen is nochtans essen-
tieel voor echte automatische
beeldherkenning, zoals de her-
kenning van een tumor op een
röntgenfoto.”
Campuskrant vraagt in de loop van dit millennium aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines
wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de belangrijkste lacune is.
Vergelijkende endocrinologie:“Hormonen in competitie”
Professor Eduard Kühn is bio-
loog, gespecialiseerd in de verge-
lijkende endocrinologie. “We
doen onderzoek rond de werking
van hormonen in de belangrijkste
klassen van de gewervelde dieren,
van vissen tot zoogdieren. We
richten ons vooral op de studie
van de hormonale processen rond
groei en wat daarmee samen-
hangt. We doen aan fundamen-
teel onderzoek, maar de toepas-
sing is vaak niet veraf. Resultaten
gevonden bij lagere diergroepen
kunnen dikwijls gebruikt worden
in onderzoek op zoogdieren en de
mens, zodat wij eigenlijk ook op
zoek zijn naar diermodellen voor
het geneeskundig onderzoek.
Daarnaast doen we ook onder-
zoek rond endocrine disruptors,
de vreemde stoffen in ons milieu,
bijvoorbeeld PCB’s en d ioxines,
die het hormonale evenwicht
kunnen verstoren.”
“De belangrijkste mijlpaal in
mijn discipline is de ontwikkeling
van het radioimmunoassay
geweest, door Berson en Yalow.
Met die techniek, bekroond met
een Nobelprijs in 197 7, kan je
uiterst lage concentraties van een
stof, bijvoorbeeld hormonen, in
het bloed opsporen. Het principe
is eigenlijk eenvoudig. Tegen een
bepaald bekend hormoon maakt
men een antilichaam. Daarna
zorgt men ervoor dat dit hor-
moon gemerkt wordt en in com-
petitie treedt met het natuurlijk
voorkomend ongemerkt hor-
moon voor wat de binding betreft
met dit antilichaam. Hoe meer
ongemerkt hormoon in circulatie,
hoe hoger deze competitie en hoe
minder radioactiviteit er gemeten
wordt.”
“Minstens even belangrijk is
de ontwikkeling geweest van de
moleculaire biologie en gentech-
nologie. De fysiologische proble-
matiek ligt vooral op het niveau
van het orgaan, maar kan nu
zowel cellulair als moleculair-bio-
logisch verder worden uitge-
bouwd. Een grote uitdaging is
dan ook om de genetische expres-
sie te bestuderen, die een gevolg
is van veranderingen in fysiologi-
sche processen zoals de groei.
Daar ligt dan ook tegelijk de
grootste lacune uit onze disci-
pline, namelijk het zoeken naar
een objectief in vitro systeem, dat
zelfs maar bij benadering de
fysiologische complexiteit in vivo
weergeeft.”
En de winnaar is ...T O P V I J FLudo Meyvis
16 C A M P U S K R A N T 7. 3 . 2 0 0 2
“Toen ik in tweede kan zat, had iedereen
het over de kruisraketten in Florennes.
We hadden daar een huis waar een kleur-
rijke bende samenkwam: oudere mensen,
scholieren, studenten. Achteraf bekeken
was het niet allemaal even productief,
maar het was wel een leerschool voor hoe
je maatschappelijk protest organiseert. Of
hoe je het beter niet doet. Het jaar erop
moest ik zelf mijn studies betalen, en
ging ik werken in de fabriek. Daar heb ik
heel veel aan gehad. Als student moet je
wat kunnen experimenteren, maar je
moet daar ook grenzen aan kunnen stel-
len. Het is belangrijk om met beide voe-
ten op de grond te staan.”
“Ik geloof niet dat studenten vandaag
minder geëngageerd zijn, zoals je w el
eens hoort beweren. Onze generatie
kreeg dat ook altijd naar het hoofd geslin-
gerd, maar dan van verbitterde ’68-ers die
hele avonden in de Amedee aan de toog
hingen. Wij gingen in onze tijd niet
alleen betogen omdat we ervan wakker
lagen, maar gewoon omdat het leuk was.
Het was sympathiek om tegen de raketten
te zijn.”
“In de licenties wilde ik internationale
politiek studeren: het werd dus de optie
‘polemologie’ of ‘vredeswetenschappen’ -
oorlogswetenschappen eigenlijk. Die rich-
ting was toen jammer genoeg nog niet zo
sterk uitgebouwd, maar je had wel een
aantal zeer interessante proffen: professor
De Clerck van filosofie en professor Van
Wildemeers, die internationale politiek
gaf, echt inspirerend. Maar bij het afstu-
deren voelde ik me nog geen volwaardig
polemoloog. Ik ben dan nog een postgra-
duaat in Louvain-la-Neuve gaan volgen,
Pays en voie de développement. Die rich-
ting werd gevolgd door mensen uit heel
de wereld en dat creëerde een bepaald
elan.”
MemorabelAfgekeurd voor legerdienst, gaat Jan Van-
de Putte na zijn studies opleidingen
geven aan gewetensbezwaarden. Na een
tijdje begint het ambtenarenkeurslijf te
wringen, maar hij kan aan de slag bij de
Europese Federatie van Dokters tegen
Atoomwapens. “Een zeer deftige interna-
tionale organisatie was dat: zij hadden in
’85 de Nobelprijs voor de Vrede gekregen.
Nu zijn ze niet meer zo bekend, maar in
de jaren ’80 verrichten zij internationaal
baanbrekend werk. Mijn taak was om
Europese thema’s inhoudelijk uit te wer-
ken. Toen heb ik mij volledig kunnen
omscholen naar nucleaire thema’s. Ik
kreeg mogelijkheden die je als jong afge-
studeerde niet vaak krijgt: ik kon lobby-
werk doen op alle niveau’s. Toen we in
Genève waren voor het algemeen test-
stopverdrag, ben ik persoonlijk gaan pra-
ten met de ambassadeurs van Frankrijk,
Nederland en Zweden. Het meest memo-
rabele was wel het bezoek aan de Ameri-
kaanse permanente delegatie. In de
ambassade van Frankrijk kon je gewoon
binnenwandelen, maar het gebouw van
de VS was meer een vesting: betonnen
blokken en allerlei checkpoints met gewa-
pende bewakers. We werden ontvangen
door een delegatie van experten die ons
volledig onder tafel praatten - zeer frus-
trerend. En eerlijk gezegd: ik kénde mijn
dossier. Politiek gezien was dat een inte-
ressante ervaring. Ik heb daar aan den lij-
ve ondervonden wat de machtsverhou-
dingen zijn op het vlak van kennis. Zij
zijn met zoveel meer: voor elk thema
hebben zij een team experten die ieder-
een overklassen.”
“Begin jaren ’90 was die organisatie
van dokters op zijn return: de koude oor-
log was afgelopen en de steun begon af te
kalven. Ik werd soms een paar maanden
halftijds betaald, soms gewoon niet.
Greenpeace zocht op dat moment mensen
om rond ontwapening te werken - bij hen
kon ik hetzelfde interessante werk doen,
maar wél betaald. Ik had toen ook mijn
eerste kind, dus de keuze was snel
gemaakt. P as op, ik heb mijn beslissingen
nooit laten afhangen van financiële
zaken: ik heb altijd precies gedaan wat ik
wou doen, en op de duur werd ik er ook
voor betaald.”
“Ik werk nu niet meer op ontwape-
ning - in België hebben we de zaak min of
meer gewonnen - al spring ik af en toe
mijn Franse collega’s nog eens bij. Tegen-
woordig werk ik meer op nucleaire trans-
porten, kernafval en elektriciteit. Con-
creet strijden we er bijvoorbeeld voor om
de subsidies voor kernenergie af te schaf-
fen. Als men beweert dat kernenergie
competitief is, waarom het dan via allerlei
indirecte wegen financieel steunen?”
Spaghetti“Als campaigner moet ik ervoor zorgen
dat er rond bepaalde thema’s vooruitgang
geboekt wordt op het terrein. Wij kun -
nen met vlagjes staan zwaaien en dat is
belangrijk om het thema over te brengen
naar het grote publiek, maar als je niet
tegelijk werkt aan de basismechanismen,
zul je nooit vooruitgang boeken. Bij zo’n
campagne komt dus ook heel wat juri-
disch werk kijken. We zorgen er bijvoor-
beeld voor dat nucleaire vergunningen
vernietigd worden door de rechtbank. We
hebben heel goede advocaten, maar die
zijn niet gespecialiseerd: heel de inhoude-
lijke onderbouw van dat juridisch dossier
is mijn verantwoordelijkheid. Ook op
andere vlakken doe ik inhoudelijk werk:
ik volg nu bijvoorbeeld de ontwikkelin-
gen op de elektriciteitsmarkt.”
“Een ideologisch standpunt hebben
wij daarover niet. We stellen de ontwik-
kelingen gewoon vast. Maar als er nieuwe
regels komen, pleiten we ervoor dat die
correct zijn. In België zal de k leine ver-
bruiker de liberalisering van de elektrici-
teitsmarkt beginnen voelen vanaf de
zomer van 2003. We willen vermijden
dat de tarifering even verwarrend wordt
als bij de mobiele telefonie het geval is.
De klant moet tarieven kunnen vergelij-
ken en informatie krijgen over de ener-
giemix op zijn factuur: zoveel percent
kernenergie, steenkool, enzovoort. Op
Vlaams niveau is dat al goedgekeurd, wat
fantastisch is. In d at geval nemen wij die
tekst, vertalen hem naar het Frans en het
Engels, en gebruiken die als voorbeeld
voor andere lidstaten van de Europese
Unie. Dat is het soort lobbywerk dat wij
doen.”
“Dankzij onze leden - we hebben er
nu 90.000 - kunnen we heel onafhanke-
lijk zijn: Greenpeace heeft geen subsidies
en sponsoring nodig. En door de steun
van het publiek krijgen we politiek
gewicht. Soms sluiten we ons aan bij vak-
bonden of consumentenorganisaties om
onze thema’s meer kracht bij te zetten.
We zijn wel radicaal, maar zeer pragma-
tisch. Neem energie: het perpetuum
mobile bestaat niet, elke vorm van ener-
gie heeft een impact op het milieu. Je
moet dus dingen gaan afwegen. Die
windmolens aan de k ust, die hebben wel
degelijk nadelen, maar toch zetten wij
daar onze schouders onder. Dat is contro-
versieel, en we zullen er waarschijnlijk
wel leden mee verliezen, maar we hebben
criteria die goed onderbouwd zijn.”
“We kunnen ons geen fouten veroor-
loven, dat is het stresserende aan deze
job. Als we domme dingen doen, worden
we afgestraft. Dat was ook het geval met
het hele schandaal rond het tankerplat-
form Brent Spar: er is een meetfout
gemaakt, waardoor onze berekeningen
verkeerd waren. Men heeft mij verteld dat
het daar een spaghetti aan leidingen is en
iemand heeft in een verkeerde pijp geme-
ten. Maar we zijn wel zélf naar buiten
gekomen met onze fout. Het was het
moment van de Franse kernproeven,
waarvoor zowat heel de wereld gemobili-
seerd was. Voor heel wat actoren, onder
andere voor het Verbond van Belgische
Ondernemingen, werd Greenpeace te
machtig. Ook voor de pers was het prettig
om ons eens op de vingers te kunnen tik-
ken. Dat is normaal, en ook goed in zeke-
re zin. Journalisten zijn misschien lang te
zacht geweest voor ons. Een en ander
heeft ons weer met beide voeten op de
grond gezet.”
L E V E N N A L E U V E N
Nuclear campaigner Jan Vande Putte
De stress van het engagementKristien Vermoesen
Jan Vande Putte is een kind van de vred esbeweging. In zijn studententijd was het hip om neutronenbommenstickers op je tas te
plakken en mee op te s tappen in de anti-rakettenbetogingen in Brussel. “In mijn t weede kandidatuur was ik met vanalles bezig behalve
met studeren. Ik heb dat jaar dan ook gebist.” Het heeft hem er niet van weerhouden in ’89 af te studeren als politoloog, en nu werkt Jan
Vande Putte bij Greenpeace, als ‘campaigner’ voor nucleaire thema’s.
Jan VandePutte: “Wekunnen onsgeen foutenveroorloven, datis hetstresserendeaan deze job.Als we dommedingen doen,worden weafgestraft.”
In memoriam
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
Peggy Lambrechts, administratief medewerkster Departement Sociologie, geboren
te Lubbeek op 6 maart 1974 en overleden te Leuven op 31 januari 2002 .
Professor Edmond Van Eijl, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Godge-
leerdheid, geboren te Dinteloord op 2 mei 1918 en overleden te Oud-Heverlee op 6
februari 2002 .
De heer Willy Boon, docent aan het Departement Natuurkunde, Faculteit Weten-
schappen, geboren te Leuven op 26 maart 1942 en overleden te Leuven op 24 februari
2002.
7.3.2002 C A M P U S K R A N T 1 7
IdentificatieficheAlumni Lovaniensesalumninummer:....................................................................naam:.................................................................................(meisjesnaam voor gehuwde dames)voornaam:..........................................................................(officiële voornaam, geen roepnaam)geboortedatum:...................................................................
Adresgegevens Alumnusstraat + nr:..........................................................................postcode:...........gemeente:..................................................landcode:...........land:.........................................................tel:.....................................................................................fax:....................................................................................e-mail:................................................................................(geeft toelating om dit e-mailadres op te nemen in het e-adres-senbestand op internet)
Huidige werkkring Alumnusfirma:.................................................................................straat + nr:..........................................................................postcode:...............gemeente:..............................................landcode:...............land:.....................................................telefoon:.............................................................................fax:....................................................................................e-mail:................................................................................functie:...............................................................................
Bent u bereid om werkzoekende studenten en/of alumni teinformeren over uw werkterrein ? Ja 0 Neen 0
Terug te bezorgen aan Alumni Lovanienses vzw,Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (f) 016 32 4190. U vindt deze fiche ook op de internetpagina’s van AlumniLovanienses, www.kuleuven.ac.be/alumni/
A L U M N I L O V A N I E N S E S
advertentie
Koepelnieuws
Met Alumni naar Mexico enGuatemalaHet Alumni-reiscomité plant van 1
tot 14 oktober een prachtige cultu-
reel-historische reis naar Mexico en
G uatema la. Op het prog ra m ma
staan onder me er een bez o ek aa n
Mexico-Cit y, de archeologische site
Teotihuacan, een boottocht langs de
i nd ru kwek kende Ca nyon du
S u m idero, een bez o ek aan Sa n
Cristobal de las C asas, het meer van
Atitlan, een klein indianendorp, de
prachtige kerk van Santo Thomas, de
koloniale stad Antigua en Guatemala
City. De prijs bedraagt 2.945 euro
(all in) per persoon in een dubbele
kamer.
Me er info: Alumnisec reta ri aat,
Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (t)
016 32 40 02 of via Alumni.
Lo va n ien ses @ a l u m. ku leuven. a c. b e
Kringnieuws
Seniorendag Ekonomika AlumniWie minstens ve ert ig jaar gele den
begon te studeren aan de Faculteit
ET EW is wel kom op de twe e ë n-
tw i nt igste Sen iorendag va n
Ekonomika Alumni. Gastspreker is
dit jaar Mark Eyskens.
18 april, vanaf 11u30, Faculty Club.
I nfo: Ekonom ika Alumni, Naa m se-
straat 69, 3000 Leuven, (t) 016 32 66
90, marijk e.decabooter @econ.kuleu-
ven.ac.be
Leuvense Kunsthistorici,Archeologen en MusicologenVan 8 tot 29 maart loopt de tentoon-
stel l i ng Van Nab ada tot Gi b a la.
Leuvense opgravingen in Syr ië, geor-
ga n i se erd do or Alfa, Eos en de
Afdeling Oude Nabije Oosten, in de
tentoonstellingszaal van de Centrale
Bibliotheek.
Maa ndag- v ri j dag, 8u45-19 u, zater-
dag, 8u45-12u30. Iedereen is welkom
op de opening op donderdag 7 maart
om 20u.
VILvOp 19 maa rt om 19u30 he eft een
foru mavond plaats over ‘De to e-
kom st van de Bre e d b a nd c om mu-
n icat ie: Eerste UMTS- testbed in
België straks op K.U.Leuven’, audi-
torium Arenb erg kaste el, Heverle e.
De Jaarlijkse Algemene Vergadering
VILv heeft plaats op 26 april, vanaf
16u. Na een bezoek aan een reeks
s pe erpu nt to epass i ngen, vol gen de
Statuta i re Jaa rverga deri ng in het
Arenbergauditorium en het aperitief
in de Salons. Voor de echtgenoten
leidt een univers i ta i re gids een
b ez o ek aan het Arenb erg kaste el.
Banket in de Oude Kantien, met als
ere geno dig den de jaa raf gevaa rdig-
den van lustrumpromoties (’52 -’97).
Slavische Talen en Oost-EuropakundeOp 9 maart is het Abituriëntendag
Faculteit Economische en ToegepasteEconomische Wetenschappen
Kenmerk: 00200215 - 50008076Functie: 10% praktijkassistent, DepartementToegepaste Economische Wetenschappen, vanaf 1oktober 2002 voor 1 jaarDiploma: licentiaat economische wetenschappen/toe-gepaste economische wetenschappen, handelsingeni-eur, handelsingenieur in beleidsinformatica, GGSeconomische wetenschappen/toegepaste economi-sche wetenschappen, MBA met praktijkervaring inhet domein van Financial engineeringOpdracht: bijdrage aan een aantal hoorcolleges enpraktische sessies nl.: Bond markets (3u), Fixed inco-me securities (3u), Toepassingen in portefeuillebeheer(2u), Seminaries financieel beleid (14,5u)
Faculteit Geneeskunde
Kenmerk: 00200215 - 50022558Project: 0T/98/27Functie: 100% wetenschappelijk medewerker,Afdeling Pneumologie, vanaf heden tot 30 september2002Diploma: licentiaat biologie (specialisatie fysiologieen moleculaire biologie der dieren), bio-ingenieur(specialisatie cel- en gentechnologie)Opdracht: onderzoek naar de regulatie van deexpressie van groeifactoren in het diafragma en inperifere spieren, in verschillende proefdiermodellen.
Vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2001-2002, 15de lijs t
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat volgende mandaten vacant worden
gesteld. Als u wil solliciteren, dient u C3-formulieren in te vullen die u kan aanvragen op
de Dienst Academisch Personeel, (t) 016 32 40 88, op het administratief secretariaat van
de faculteit of via onze website. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten
vóór 21 maart 2002 teruggestuurd worden naar de Dienst Academisch Personeel,
Krakenstraat 3, 3000 L euven.
Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, kan u een lijst toevoegen waarin u
de vacatures in volgorde van voorkeur klasseert; deze lijst wordt enkel aan de decaan van
de faculteit bezorgd.
Om in aanmerking te komen, hebt u tijdens uw universitaire studies bij voorkeur onder-
scheiding behaald.
Studenten die tijdens dit academiejaar hun universitaire studies beëindigen, kunnen voor
onderstaande mandaten solliciteren.
Inzake haar benoemingen voert de K.U.Leuven een gelijke kansenbeleid.
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP
22 C A M P U S K R A N T 7. 3 . 2 0 0 2
Onderzoekskalender
Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en
initiatieven is beschikbaar op CWIS,
www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS
kan contact opnemen met Karine Aert van de Dienst
Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 L euven, (t) 016