Top Banner
Gerardimontium Geraardsbergse vereniging voor lokale geschiedenis België - Belgique P.B. 9500 Geraardsbergen 3/5817 P608278 Afgiftekantoor Geraardsbergen 1 Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 nummer 270 november - december 2016 Verantwoordelijke uitgever: M. van Trimpont, Donkerstraat 48, 9500 Geraardsbergen HERBERGEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IN OVERBOELARE DE DAG DAT DE WEDVLUCHTEN STOPTEN... Deel 3: De duivenmaatschappijen in de deelgemeenten Cultuurhistorische en natuurwandeling LANGS DE GRENZEN VAN SCHENDELBEKE Een steengoedkruikje uit Bouffioulx-Châtelet gevonden te Geraardsbergen TIJDSBEELD De Kaai 20 EMILE BROODCOORENS landbouwerszoon uit Overboelare, havenarbeider, syndicalist, verzetslid en adjunct-burgemeester van Saint-Nazaire
41

Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

Aug 06, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

GerardimontiumGeraardsbergse vereniging voor lokale geschiedenis

België - BelgiqueP.B.

9500 Geraardsbergen3/5817

P608278Afgiftekantoor Geraardsbergen 1

Tweemaandelijks tijdschrift

€ 4,50

nummer 270 november - december 2016

Verantwoordelijke uitgever:M. van Trimpont, Donkerstraat 48, 9500 Geraardsbergen

HERBERGEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IN OVERBOELARE

DE DAG DAT DE WEDVLUCHTEN STOPTEN...Deel 3: De duivenmaatschappijen in de deelgemeenten Cultuurhistorische en natuurwandelingLANGS DE GRENZEN VAN SCHENDELBEKE

Een steengoedkruikje uit Bouffioulx-Châteletgevonden te Geraardsbergen

TIJDSBEELD De Kaai

20

EMILE BROODCOORENSlandbouwerszoon uit Overboelare,

havenarbeider, syndicalist, verzetslid en adjunct-burgemeester van Saint-Nazaire

Page 2: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

12016-270 Gerardimontium

EMILE BROODCOORENS (1893-1970) landbouwerszoon uit Overboelare, ha-venarbeider, syndicalist, verzetslid en adjunct-burgemeester van Saint-Nazaire (Frankrijk) De Franse havenstad Saint-Nazaire, gelegen op zo’n slordige 750 kilo-meter ten zuidwesten van Geraardsbergen, heeft een ‘Boulevard Emile Broodcoorens’ genoemd naar een landbouwerszoon uit Overboelare. Maar welk verhaal schuilt hier achter?

DE DAG DAT DE WEDVLUCHTEN STOPTEN... Fragmenten uit de geschiedenis van meer dan 150 jaar Geraardsbergse duivenbonden Deel 3: de duivenmaatschappijen in de deelgemeentenVandaag zijn de overblijvende maatschappijen alleen nog in de deelgemeenten terug te vinden.

EEN STEENGOEDKRUIKJE UIT BOUFFIOULX-CHâTELET GEVONDEN IN GERAARDS-BERGEN Tijdens een (nood)opgraving achter het gewezen Volkshuis op de Markt te Geraardsbergen kwam tijdens de jaren 1990 een steengoedkruikje aan het licht uit de late 16de tot eerste helft 17de eeuw. Het kruikje is met grote graad van zekerheid vervaardigd in de ateliers van Bouffioulx-Châtelet (Henegouwen)

TIJDSBEELD De Kaai Geraardsbergen vroeger en nu.

HERBERGEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IN OVERBOELAREHet valt niet te loochenen dat het herbergleven zowel in de stad als in de dorpen in het verleden meer kleur en animo heeft gebracht. Toch heeft de sociale functie van de herbergen de voorbije twee eeuwen een enorme evolutie doorgemaakt..

Cultuurhistorische en natuurwandelingLANGS DE GRENZEN VAN SCHENDELBEKEFreddy De Chou maakt een wandeling langs de historische plekjes en bezienswaar-digheden van Schendelbeke.

GERAARDSBERGEN actueel De krantenknipsels.

gerardimontiumnovember - december 2016 nummer 270

www.gerardimontium.be

Toezending kopij: Ise Roggeman, Guilleminlaan 103, 9500 Geraardsbergen. [email protected]: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt, Filip van Trimpont, Ilse Roggeman en Jan Coppens. Rekeningnummer: BE 49 4431 6807 8171 - BIC: KRED BE BB

TekstenElke auteur is inhoudelijk verantwoordelijk voor zijn of haar bijdrage. Indien niet bestemd voor commerciële doel-einden, mogen teksten of fragmenten van teksten uit Gerardimontium of uit andere publicaties worden over-genomen mits correcte vermelding van de bron. Indien bedoelde teksten of fragmenten van teksten moeten dienen of bestemd zijn voor commerciële of promotionele doeleinden dan mogen die pas worden aangewend na vooraf een schriftelijke toelating van de voorzitter van Gerardimontium te hebben gevraagd en verkregen. Ook in dit geval dient de bron op een correcte manier te worden weergegeven.

3

9

27

32

23

20

22

Page 3: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

2 Gerardimontium 2016-270

GerardimontiumGeraardsbergse vereniging voor lokale geschiedenis

aan de noodzakelijk wetenschappelijke bena­dering van de materie. Het ligt dus voor de hand dat de klemtoon wordt gelegd op publicaties over lokale geschiedenis, d.w.z. over het huidige Ge raardsbergen of over Geraardsbergenaars, en over heemkundige onderwer pen.

Voornaamste activiteiten

Gerardimontium is gesticht op 6 augustus 1996. Dit initiatief moet worden gezien als de bekroning van een groeipro ces dat nagenoeg vijf jaar voordien een aanvang nam met het verschij nen van het tijdschrift De Heemschut-ter. De stichters zijn: Freddy De Chou, Jacques Flamant(†), Fernand Imbo(†), Gaston Imbo(†), Rafaël van Mello en Marc van Trimpont. De ver­eniging staat open voor iedereen, ongeacht de politieke en/of levensbe schou welij ke strekking die men aankleeft of voorstaat, en mengt zich niet in politieke of levensbeschou we lijke aange­legenheden van welke aard ook. Elk lid heeft het recht een artikel van zijn/haar hand te plaatsen in het tijdschrift van de vereniging voor zover het strookt met haar doelstellingen, elders nog niet gepubliceerd werd, degelijk onder bouwd is (bronver melding), en gebracht wordt in een zakelijke stijl.

WerkgebiedDe huidige stad Geraardsbergen is het normale en prioritaire werkgebied van de vereniging; het omvat meer bepaald: Geraardsbergen (centrum), Goefer dinge, Grimminge, Idegem, Moerbeke, Nederboelare, Nieuwenhove, Onkerzele, Ophas­selt, Overboelare, Schendelbe ke, Smeereb be­Vloerzegem, Viane, Waarbeke, Zandbergen, en Zarlardinge.

DoelstellingenGerardimontium wil datgene onderzoeken en koesteren wat in het verleden eigen was aan onze streek en aan de mensen die er leefden of geboren zijn. Bovendien wil hij een democratise­rende rol vervullen door de kennis van het verle­den toeganke lijk te maken voor brede lagen van belangstellenden, en dit zonder afbreuk te doen

Met Gerardimontium vulgo Gheertsberghe wordt de prent geïdentificeerd welke op de cover staat afge­drukt. Het origineel dateert van midden de 17de eeuw; het is een ingekleurde kopergravure van C. de Passe in de Nederlandse editie van Magnum Theatrum Belgicae Regiae (1649) of Stedenboek van de Amsterdamse drukker­uitgever Joan Blaeu (1596­1673). Samen met Blaeu’s Atlas Major worden ze bestempeld als de beste cartografische werken uit die tijd. Van hun kant bedienden zowel Jean­Baptiste Gramaye als Joannes van Waesberghe, de eerste geschiedschrijvers van de stad en tijdgenoten van Blaeu, zich eveneens ­en meer bepaald in 1611 respectievelijk 1627­ van de naam Gerardimontium, wat in de volkstaal staat voor Gheertsberghe of Geraardsbergen. Ter zijde, de reden waarom wij onze vereniging Gerardimontium doopten, zal dus wel voor eenieder duidelijk zijn.

ErevoorzitterJacques FLAMANT (†) (1996­1999)Marc VAN TRIMPONT (2012­)

BESTUUR

VoorzitterFilip VAN TRIMPONTNieuwstraat 109500 [email protected]

SecretarisIlse ROGGEMANGuilleminlaan 1039500 GeraardsbergenTel. 0476 70 13 [email protected]

OndervoorzitterOpmaak tijdschriftCursus lokale geschiedenisJan COPPENSKarmelietenstraat 539500 GeraardsbergenTel. 0475 84 21 [email protected]

OndervoorzitterContactpersoon familiekundeFreddy DE CHOUGuilleminlaan 1 bus 59500 [email protected]

PenningmeesterOlivier HAMBENNEGuilleminlaan 1039500 [email protected]

Redactiesecretaris tijdschriftContactpersoon erfgoedJacques DE ROBijlokevest 699000 GentTel. 09 225 40 [email protected]

LedenadministratieIvo MARIENKoppenhollestraat 699500 GeraardsbergenTel. 054 43 82 [email protected]

Pers en externe communicatieOrganisatie activiteitenDariëlle [email protected]

RaadsledenMarc [email protected] DE NEVEcarina­[email protected] [email protected] [email protected] VAN [email protected] VAN [email protected]

Publicatie van het tijdschrift Gerardimontium (voorheen de Heemschutter) 6 nummers/jaar, A4, minimum 44 blz.).

Regelmatige uitgave van een op wetenschap­pelijke leest geschoeid geschiedkundig boek. Jaarlijkse uitreiking van de “Prijs van de Geraardsbergse vereniging voor lokale ge­schiedenis Gerar di mon ti um” aan voor het vak ge schiedenis verdienstelijke laatstejaars van de Geraards bergse hogermiddelbare scholen.

In samenwerking met de schooldirecties enmet de betrokken vakleraars geschiedenis,organisatie van “mini­cursussen lokale geschie­denis en heemkunde” voor de laatste jaars voor noemd; het gedeelte “lokale geschiedenis” is samengevat in de brochure Wat je beslist moet weten over Geraardsber gen welke aan elke laatstejaars wordt overhandigd.

Organisatie van een jaarlijks “GeschiedkundigTreffen” met de uitreiking van het “Eremerk Graaf Boudewijn”.

Occasionele organisatie van of medewerkingaan andere initiatieven met lokaal­histori scheinslag, zoals voor drachten, tentoonstel lingen,beurzen, rondleidingen, enz.

Contact: [email protected]

Page 4: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

32016-270 Gerardimontium

De Franse havenstad Saint-Nazaire, gelegen op zo’n slordige 750 kilometer ten zuidwesten van Geraardsbergen, heeft een ‘Boulevard Emile Broodcoorens’ genoemd naar een landbouwerszoon uit Overboelare. Maar welk verhaal schuilt hier achter?

Emile Broodcoorens (1893-1970) landbouwerszoon uit Overboelare, havenarbeider,

syndicalist, verzetslid en adjunct-burgemeester van Saint-Nazaire (Frankrijk)

Bart MERCKAERT

Op 3 oktober 1893 wordt in de Klei-ne Buizemont in Overboelare Emile Broodcoorens geboren als oudste zoon van Casimir Broodcoorens en Emerentia Monnier. Casimir werkt als politieagent in Waasten (nabij Komen), Emerentia is landbouwster en helpt in de herberg ‘Buysemont’ van haar (groot)ouders op de hoek van de Hoge Buizemont en de Voskensstraat. Na de geboorte van Emile worden nog twee zonen gebo-ren: Victor (°1899) en Edgar (°1905). Emile loopt school aan het Sint-Jozefsinstituut in Geraardsbergen waar hij uitblinkt in Nederlands, Duits en boekhouden. Hij studeert af op 28 juli 1913. Amper zes weken later, op 16 september, begint hij aan zijn legerdienst.

Soldaat aan het IJzerfront

De moord op de aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw op 28 juni 1914 en de Duitse aanval van Duitsland op Frankrijk via België en Luxemburg zorgen ervoor dat koning Albert op 31 juli 1914 de algemene mobilisatie afkondigt. Emile meldt zich daags nadien al bij het Tweede Regiment Karabi-niers op het Daillyplein in Schaar-beek. Zijn regiment trekt eerst naar Grez-Doiceau, maar wordt al snel verplaatst voor de verdediging van

De ligging van de herberg ‘Buysemont’ op de Poppkaart

Antwerpen. Op 26 augustus 1914 wordt Emile een eerste keer gewond door een obusontploffing in Hofsta-de (Mechelen). In het tumult van de obusontploffing komt het identifica-tieplaatje van Emile terecht bij een dode soldaat, waardoor de Belgische legerleiding via het neutrale Rode Kruis aan de ouders van Emile in Overboelare laat weten dat hun zoon op het slagveld is gesneuveld.1 Zijn moeder die het nieuws maan-den later te horen krijgt, is er zo het hart van in dat ze volgens familiele-den van verdriet overlijdt op 8 okto-ber 1917. Gelukkig is het met Emile niet zo erg gesteld: niet minder dan een week na de obusontploffing keert hij al terug naar zijn regiment.2

Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 trekt het Belgische leger zich terug achter de IJzer. Bij de verdediging van Stuivekenskerke wordt Emile Broodcoorens op 30 oktober 1914 in het hoofd getrof-fen door een Duitse kogel, ook ditmaal overleeft hij. Hij keert in december 1914 terug naar het front. In april 1915 en mei 1916 wordt hij nogmaals gekwetst, zij het minder erg. Vanaf december 1916 wordt hij verbindingsofficier binnen zijn regiment. Na het doorbreken van de Hindenburglinie in september 1918 neemt het Tweede Regiment Karabi-niers deel aan de verovering van de

1. Getuigenis van mevr. Annie Broodcoorens, dochter van Emile, tijdens een gesprek met de auteur op 25 augustus 2016. 2. Militair dossier Emile Broodcoorens, Legermuseum Brussel. 3. http://www.tenboome.webruimtehosting.net/guldenboek/Guldenboekprojecttotaal/regimenten/2kar.htm.

Duitse stellingen in Westrozebeke en stoot het verder door naar Rum-beke en Tervate. Op 21 oktober 1918 slaagt het Tweede Regiment Kara-biniers er in Brugge te bevrijden. Tot de Wapenstilstand houdt het regiment de wacht in het bevrijde gebied.3 Na de Eerste Wereldoorlog maakt Emile deel uit van de Belgi-sche, Britse en Franse bezettings-macht in Duitsland. Voor zijn inzet tijdens de hele ‘Groote Oorlog’ krijgt Emile 8 frontstrepen en meerdere eretekens (Oorlogskruis, Medaille van den IJzer, Militair ereteken 2de

Page 5: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

4 Gerardimontium 2016-270

klas, Medaille van de Zegepraal, Her-inneringsmedaille).

Marraine de guerre

In augustus 1919 - hij is dan nog steeds onder de wapens - vraagt Emile toestemming aan het Belgische leger om samen met een vriend af te reizen naar Lesconil (Finistère) om er diens gevluchte familie te bezoeken. Hij ontmoet er een jonge onder-wijzeres, Augustine Pavec, die zijn marraine de guerre4 wordt. Augustine neemt haar taak niet licht op en ver-stuurt naast brieven ook regelmatig dichtbundels naar Emile. Later zal hij hierover smalend verklaren dat hij liever colli met gedroogd spek had ontvangen dan dichtbundels. Toch slaat de vonk tussen Emile en Augus-tine al snel over. Ze trouwen in Ban-nalec (Finistère) op 2 augustus 1920 en vestigen zich in eerst in Trignac,

vervolgens in Saint-Nazaire5 (Loire-Atlantique). Door hun huwelijk verliest Augustine de Franse nationa-liteit en verwerft zij automatisch de Belgische nationaliteit van haar man, waardoor ze niet meer mag lesgeven in het Franse openbare onderwijs. Daarom laat Emile Broodcoorens zich in februari 1922 naturaliseren tot Frans staatsburger. Op 21 september 1924 komt hun eerste dochtertje, Annie-Emérence Broodcoorens ter wereld, maar zij overlijdt in het eerste levensjaar. Op 20 juni 1927 wordt hun tweede dochter, Anne-Marie Brood-coorens (roepnaam Annie), geboren.Professioneel kan hij meteen na zijn naturalisatie in 1922 als havenarbei-der aan de slag op de scheepswerven van de ‘Chantiers de Saint-Nazaire’. Twee jaar later krijgt hij een conflict met de directie en wordt boekhouder bij de coöperatieve vennootschap voor de overslag van goederen, La

Fraternelle. Tussen 1922 en 1939 is hij eerst schatbewaarder, vervolgens se-cretaris van de socialistische bedien-denvakbond CGT afdeling Saint-Nazaire en vanaf 1929 ook secretaris van de socialistische bediendenvak-bond CGT van de federatie Bretagne-Anjou.6 De economische recessie van de jaren ‘30 zorgt ook op de scheeps-werven van Saint-Nazaire voor een terugval in het aantal bestellingen. Arbeiders en werklozen organiseren in juni 1933 een ‘Marche de la Faim’, waarbij ze zo’n 53 kilometer te voet afleggen om op de prefectuur van Nantes aandacht te eisen voor hun precaire toestand.7 Emile is één van de initiatiefnemers. Het protest houdt aan zodat de regering van Léon Blum in 1936 nieuwe sociale wetten invoert. Als secretaris van de CGT zal Broodcoorens nauw betrok-ken worden bij de toepassing van die nieuwe sociale wetten in Loire-

4. Een ‘marraine de guerre’ of oorlogsmeter was een ongehuwde dame die op vrijwillige basis correspondeerde met een front-soldaat. Briefwisseling tussen het front en bezet gebied, waar de familie van frontsoldaat meestal verbleef, was niet mogelijk. De oorlogsmeter schreef brieven die het moreel van de frontsoldaat moesten opkrikken.

5. Saint-Nazaire is een havenstad gelegen aan de monding van de Loire in de Atlantische Oceaan. 6. Nantes, archief van het Centre d’histoire du travail, Fonds Emile Broodcoorens. Met dank aan dhr. Christophe Patillon, direc- teur, voor zijn hulp. 7. Brief van mevr. Annie Broodcoorens d.d. 3 oktober 2016 aan de auteur.

De Soldatenbond van Geraardsbergen, september 1913. Emile Broodcoorens staat uiterst links op de derde rij.

Page 6: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

52016-270 Gerardimontium

Atlantique.8 In de jaren ‘20 treedt hij ook toe tot de conseil de prud’homie, in België gekend als de Werkrech-tersraad.9

Naast zijn syndicale activiteiten is Broodcoorens ook lid van de harmo-nie van Mean-Penhoët (Loire-Atlan-tique), want tijdens zijn jeugd heeft hij bugel leren spelen.10 Het jaarlijkse hoogtepunt van de harmonie is ongetwijfeld nieuwjaarsdag: die dag gaan de muzikanten, gewapend met hun instrument en enkele flessen Muscadet in de aanslag, bij elkaar op bezoek om nieuwjaarswensen uit te wisselen.

Oorlogsgeweld

Tijdens de Tweede Wereldoorlogmaakt de Duitse bezetter van Saint-Nazaire de thuishaven van het zevende flotille onderzeeërs van de Duitse Kriegsmarine, waartoe ook de bekende U-96 onderzeeër, bekend

8. Het gaat om het zogenaamde Matignon-akkoord (1936). Dankzij dit akkoord kregen Franse arbeiders 7 tot 15% opslag en twee weken betaald verlof per jaar. Daarnaast werd de collectieve arbeidsovereenkomst en de 40-urenweek ingevoerd. 9. De Werkrechtersraad bestond ook in België tussen 1862 en 1972. Het was een rechtbank die voor de helft bestond uit werk-

gevers en voor de helft uit werknemers. De Werkrechtersraad deed uitspraak in arbeidsgeschillen tussen werkgever en werk-nemer. Met dank aan mevr. Anne De Waele die me op deze Nederlandse vertaling heeft gewezen.

10. Brief van mevr. Annie Broodcoorens d.d. 3 oktober 2016 aan de auteur. Mogelijk is Emile tijdens zijn jeugd lid geweest van een lokale harmonie in Overboelare of Geraardsbergen, maar bewijs hiervoor werd niet gevonden. 11. Naast Libération-Nord was er ook een groep Libération-Sud. De eerste groep richtte zich op het door de Duitsers bezette noor- delijke deel van Frankrijk. De tweede groep daarentegen pleegde verzetsdaden in het zuidelijke deel van Frankrijk dat onder het Vichy-regime stond.

Emile Broodcoorens (onderaan rechts) tijdens een verlof achter het front (De Panne, 1917)

Lidkaart van de verzetsgroep Libération-Nord

uit de film ‘Das Boot’, behoorde. Emile Broodcoorens verlegt daarom zijn werkterrein naar Nantes en neemt er de leiding over van het sociaal verzekeringsfonds La Frater-nelle. Zijn vrouw en dochter brengt hij onder in Nozay (Loire-Atlanti-que) op 60 km van Saint-Nazaire dat omwille van de onderzeeërsbasis erg te lijden heeft onder geallieerde bombardementen. Hij verblijft tij-dens de week in Nantes en gaat elk weekend met de fiets naar vrouw en dochter. Tijdens het weekend pro-beert hij bij lokale boeren wat vlees te kopen, want hij heeft omwille van de oorlog een bedrijfsrestaurant opgericht voor de medewerkers van La Fraternelle.Maar Emile Broodcoorens is niet de man om de Duitse bezetting pas-sief te ondergaan en dus sluit hij zich aan bij de belangrijkste Franse verzetsgroep: Libération-Nord.11 Hoewel hij zijn verzetsactiviteiten geheim houdt voor zijn vrouw

Page 7: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

6 Gerardimontium 2016-270

Augustine en dochter Annie, heeft deze laatste weet van de moedwillige ontsporing van minstens één trein met Duitse soldaten, waarbij Emile een actieve rol heeft gespeeld.12 Saint-Nazaire wordt pas bevrijd op 11 mei 1945, drie dagen na de capitulatie van nazi-Duitsland. De stad is voor 85% verwoest. Bij de telling van 1936 heeft de stad 43.281 inwoners, op de dag van de bevrijding nog amper 60. Broodcoorens en zijn gezin keren te-rug naar Saint-Nazaire. Hun woning in de Rue de l’Hippodrome staat als enige in de straat nog overeind, maar

het dak is zwaar beschadigd. Na de Bevrijding vertegenwoordigt Emile de verzetsgroep Libération-Nord in het Comité départemental de Libé-ration, dat zowel het militair verzet als het burgerverzet groepeert op departementsniveau. Maar ook in zijn thuisstad Saint-Nazaire neemt hij deel aan het voorlopig bestuur. Zo stelt de prefect hem aan als lid van de Délégation Municipale spéciale de la Libération die de taak van de gemeen-teraad van de stad voorlopig uitoe-fent. Om alle gemeenteraadsleden de kans te geven naar Saint-Nazaire

terug te keren, komt de Délégation Mu-nicipale voor het eerst samen op 9 juni 1945 in de ruïnes van het aan flarden geschoten stadhuis. Emile wordt tijdens die gemeenteraad aangesteld tot schepen13 van de stad tot de Franse gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 1945.

Er is heel wat werk aan de winkel. Eerst worden honderden houten barakken gebouwd om de terugge-keerde inwoners van Saint-Nazaire tijdelijk te huisvesten. Ook in de haven moet heel wat puin worden ge-ruimd zodat de economische activiteit kan worden heropgestart. Als lid van het schepencollege maakt Emile ook deel uit van het ontvangstcomité dat Charles De Gaulle ontvangt bij zijn of-ficieel bezoek aan de stad en de haven van Saint-Nazaire op 27 juli 1945.In 1944 is Emile ook bij de oprichters van de krant La Résistance de l’Ouest. De krant is de opvolger van Le Phare, de historische krant van Nantes. Le Phare werd tijdens de bezetting verder uitgegeven en daarom na de Bevrijding verboden door het Comité départemenal de Libération. De krant zou vanaf 1960 opgaan in Presse-Océan en vanaf 2004 in Ouest-France die nu nog steeds dé krant is van Bretagne.Maar nu even terug naar mei 1945. Naast schepen is Emile Broodcoorens ook voorzitter van Commission de ravitaillement. Die commissie moet ervoor zorgen dat de stad zo snel mo-gelijk opnieuw bevoorraad wordt met levensmiddelen en brandstof. Tot slot is Emile ook lid van de Commission de confiscation de profits illicites, die instaat voor de inbeslagname van onterecht verkregen inkomsten door smokkel of samenwerking met de Duitse bezetter. In die hoedanigheid werkt hij in 1945 mee aan de veroordeling van André Morice, de latere burgemeester van Nantes. Morice was directeur van de Entreprise Nantaise des travaux publics et paysagers, een overheidsorgani-satie die openbare werken plant en uitvoert. Na de bevrijding blijkt dat deze organisatie heeft meegewerkt

12. Getuigenis van mevr. Annie Broodcoorens tijdens een gesprek met de auteur op 25 augustus 2016.13. De term échevin ‘schepen’ wordt in Frankrijk niet gebruikt. Zij gebruiken de term adjoint au maire.

De ruïne van het stadhuis van Saint-Nazaire

Familiebezoek in Overboelare (v.l.n.r. Augustine Pavec, Annie Broodcoorens, Clara Merckaert, Edgar en Emile Broodcoorens) (eind jaren 1950)

Page 8: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

72016-270 Gerardimontium

aan de bouw van de bekende Atlan-tikwal, waarvoor Morice veroordeeld wordt.14 Professioneel gaat Emile Brood-coorens na de Tweede Wereldoorlog terug aan de slag bij La Fraternelle, waar hij in 1954 directeur wordt. Hij is dan ook bestuurder van de sociale verzekeringsmaatschappij Le Travail, die was opgericht in 1928.

Politieke loopbaan

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 1945 stelt Emile zich voor het eerst kandidaat voor de socialistische partij SFIO.15 Hij wordt verkozen als gemeenteraadslid van Saint-Nazaire en wordt derde sche-pen. Omdat hij niet gelooft dat zijn vakbondsactiviteiten en een poli-tiek mandaat samengaan, stopt hij zijn activiteiten bij de socialistische vakbond. Maar het politieke klimaat in de Franse havenstad is onstabiel en er volgen nieuwe gemeenteraadsver-kiezingen in november 1947 waarbij François Blancho de nieuwe burge-meester wordt. Emile wordt vierde schepen.16 Vanaf 1947 zijn de plannen voor de nieuwe stad klaar en kan worden begonnen met de bouw van woningen en openbare gebouwen ter vervanging van de tijdelijke, houten constructies. De stad ondergaat een ware metamorfose. Pas in 1975 zal de heropbouw volledig afgerond zijn. Elk jaar brengt het gezin van Emile tij-dens de maand augustus een bezoek van enkele weken aan de familie in Overboelare. In Overboelare logeren ze bij Emile’s broer Edgar en schoon-zus Clara Merckaert op de hoek van de Grote Buizemont en de Zavel-straat. Het is er elk jaar een komen en gaan van familieleden, oude vrienden en kennissen. Emile helpt zijn broer steeds bij de aardappeloogst. Na ker-mis Geraardsbergen keert het gezin dan terug naar Saint-Nazaire voor de start van het nieuwe schooljaar want

14. De Atlantikwall is een verdedigingslinie die de Duitse bezetter langs de volledige kustlijn van West-Europa optrok en die een inval vanuit Groot-Brittannië moest voorkomen.15. SFIO staat voor Section Française de l’Internationale Ouvrière. Het was de naam van de socialistische partij in Frankrijk van 1905 tot 1969. In 1969 werd de naam omgedoopt tot PS (Parti Socialiste).16. Stadsarchief Saint-Nazaire (Loire-Atlantique), Archives Municipales Ressources Documentaires. Met dank aan mevr. Armelle Gonzalez voor haar hulp.

Schepencollege onder burgemeester Blancho

Emile als schepen van burgerlijke stand

Page 9: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

8 Gerardimontium 2016-270

Augustine werkt nog steeds als onder-wijzeres. Omgekeerd krijgen Emile en Augustine ook bezoek uit de Ou-denbergstad. Aangezien broer Edgar en zijn echtgenote Clara kinderloos blijven, reist mijn vader enkele keren mee met zijn oom en tante naar Saint-Nazaire. Emile houdt dan steevast zijn agenda vrij in de namiddag en neemt hen mee op uitstapjes door de streek. Zijn vrouw Augustine verwent ‘les Belges’ met gebakken sardines, langoustines en oesters, Muscadetwijn en Bretoens gebak.

In april 1953 wordt Emile opnieuw verkozen als schepen onder François Blancho, maar ook dit keer duiken politieke problemen op en wordt de gemeenteraad in mei 1954 ontbonden. Er wordt een tijdelijke gemeenteraad geïnstalleerd met Emile Broodcoorens als adjunct-burgemeester. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 20 juni 1954 wordt hij opnieuw verkozen als vierde schepen en bij de gemeenteraadsverkiezingen van 15 maart 1959 en 21 maart 1965 telkens als tweede schepen. Zijn compagnon de route, François Blancho, legt op 14 december 1968 zijn ambt neer. Emile krijgt het burgemeestersambt aange-boden, maar weigert omwille van zijn leeftijd. Na een korte ziekte overlijdt Emile Broodcoorens in Saint-Nazaire op 15 april 1970. Hij wordt begraven op het stedelijke kerkhof La Briandais, gele-gen in het centrum van de stad. Zijn echtgenote, Augustine Pavec, overlijdt enkele dagen voor kerstdag 1977.

In 2001 besluit zijn dochter Annie Broodcoorens de archiefstukken van Emile die verband houden met zijn verzetsactiviteiten en zijn activiteiten binnen de socialistische organisaties te schenken aan het archief van het Cen-tre d’histoire du travail in Nantes (Loire-Atlantique). Zijn persoonlijk archief schenkt zij in september 2016 aan het stadsarchief van Geraardsbergen.17

Bart [email protected]

Krantenartikel Ouest France (16 april 1970)

De dag dat de wedvluchten stopten...Fragmenten uit de geschiedenis van

meer dan 150 jaar Geraardsbergse duivenbondenDeel 3 De duivenmaatschappijen in de deelgemeenten

17. Het persoonlijk archief van Emile Broodcoorens bevat o.a. documenten over zijn militaire loopbaan, foto’s van het IJzerfront (1914-1919) en van de naoorlogse periode (1945-1970), krantenknipsels, notitieboekjes, eretekens en getuigschriften, diploma’s.

Page 10: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

92016-270 Gerardimontium

‘koninklijk’ toegekend. Om deze erkenning te bekomen moest een bewijs worden voorgelegd dat de maatschappij al meer dan 50 jaar bestond. Een van de oudere leden, Omer Bruyneel (°1900), bevestigde toen dat de maatschappij zeker vóór de Eerste Wereldoorlog werd opgericht en gevestigd was in de herberg Den Ezel.Eind de jaren 1940, begin de jaren 1950 verenigen vier lokale maat-schappijen zich onder de naam Sportief Verbond. Hierin namen deel: De Zwaluw met als lokaalhou-der Cyriel Vanderputten, Boven-straat nr. 57 te Moerbeke, De Ware Vrienden bij B. Groeninckx, Kerk-

1. SAGer, (Stadsarchief Geraardsbergen) Moerbeke, nr. 356.

De dag dat de wedvluchten stopten...Fragmenten uit de geschiedenis van

meer dan 150 jaar Geraardsbergse duivenbondenDeel 3 De duivenmaatschappijen in de deelgemeenten

Dirck SURDIACOURT

Is het voor de stad al moeilijk om informatie te vinden over de duivenmaatschappijen dan is het voor de 15 deelgemeenten van Geraardsbergen nog lastiger. Dat wil niet zeggen dat de duivensport er minder beoefend werd. Vandaag zijn de overblijvende maatschappijen alleen nog in de deelgemeenten terug te vinden: Eerlijk Duurt Langst in Viane, De Vrijheid in Ophasselt, De Eendracht in Onkerzele, De Verenigde Duivenliefhebbers in Overboelare, De Snelvliegers in Zandbergen, De Witte Pen in Zarlardinge en De Verenigde boeren in Schen-delbeke (voorheen in Smeerebbe-Vloezegem) zijn nog uitsluitend in de dorpen terug te vinden.

De twee grootste duivenmaat-schappijen thans, zijn: Eerlijk Duurt Langst (EDL) in Moerbeke en De Witte Pen in Zarlardinge. Dankzij de inbreng van hun respectieve-lijke voorzitters Pierre De Rijst en Bernard Van Audenhove hebben we een korte geschiedenis van bei-de verenigingen kunnen schetsen.

Eerlijk Duurt Langst in Moerbeke

Eerlijk Duurt Langst bestaat zeker al meer dan 100 jaar. In 1990 kreeg de vereniging de titel van

Aanvraag voor het bekomen van een mach-tiging voor het houden van reisduiven door Victor Pletinckx, melker bij de maatschap-pij Vlugst Wint te Viane, 1947

weg te Moerbeke, Vlugst Wint, bij Frans De Pelseneer, op de Plaats nr. 55 te Viane en Elk zijn Recht bij Arthur De Mecheleer, Kerkplein te Viane. Opvallend genoeg allemaal kleine maatschappijen die in 1950 samen slechts 60 leden telden. Een van de duivenmelkers was zelfs aangesloten bij de socialistische duivenvereniging L’Epervier Rouge dat zijn lokaal had in het Volkshuis van Bois-de-Lessines. De oor-spronkelijke maatschappij Vlugst Wint of ook Vlugst Eerst met Victor Pletinckx als voorzitter, is waar-schijnlijk kort na 1951 opgehouden te bestaan.1

Moerbekeplein, met links de herberg en duivenlokaal van Gaston Hanskens (Verzameling Pierre De Rijst)

Page 11: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

10 Gerardimontium 2016-270

Vanaf de jaren 1950 vindt Eerlijk Duurt Langst een nieuw onder-komen in het lokaal van Ghislain Groeninckx (den Groenen) op de hoek van de Pirrestraat met de Edingseweg. Eind de jaren 1950 verhuist de maatschappij naar het Moerbekeplein (Nieuwe Baan nr. 6) bij “Gaston Hanskens”. Na een fraudegeval verhuist de vereniging naar Viane, waar ze hun intrek neemt in een herberg tegenover de kerk. De herberg, eigendom van Arthur De Mechel-eer, wordt uitgebaat door Marcel Broodcoorens. De volgende uitba-ter krijgt echter problemen met de rijkswacht zodat een verhuis van het duivenlokaal zich opnieuw opdringt, ditmaal naar het Via-neplein “bij Paul Borremans”, die later een fietsenwinkel begint. Het café wordt op een gegeven mo-ment uitgebaat door een koppel uit Viane. Door echtelijke proble-men tussen de uitbaters vertrekt de duivenvereniging en vinden de melkers een nieuw onderko-men in het café Schepershof beter bekend als “La belle femme” op de hoek van de Beverstraat met de Edingseweg. EDL blijft daar tot het einde van het seizoen 1998.Tussen1962 en 1998 wordt Eerlijk Duurt Langst geleid door Achiel

VLUGST WINT 1ste rij: Hubert Van Achter, Remi Van Mello, Richard De Rijst met Frans Godaert, Nestor De Rijst, Omer Coools met Theo Dujardin, Jozef Delhoux, Omer Krikillion, Omer Dooms en Jules De Wandel;2de rij: René Lison, Etienne De Rijst, Richard Krikillion, Marcel, Branckaert, Jules Lison, Johannes Pletinckx, Joris Krikillion, Leopold Duran, Bernard Van Drogenbroeck, René Pletinckx, Omer Duchau, Louis Godaert, Joris Pardaens, Arthur De Rijst, Maurice Dujardin, Jean De Pelseneer en Henri Paindavin;3de rij: Marcel Godaert, Edgard Brou-wier, Jozef Krikillion, Hubert Godaert, Georges Spitaels, Oscar Krikillion, Frans De Pelseneer, Marcel Eugène, Emiel Druez en Richard Charmant. (Foto genomen op 1 maart 1948)*

*A.M. VAnden Herrewegen, g. VAn Bock-stAele, l. de cock, Viane, Tussen kerken, kloosters en kastelen, Nukerke, 1985, p. 91

Van Lul. Veertig jaar lang neemt hij het voorzitterschap waar tot 2002. Van Lul, samen met Jules Lievens en Elie Roels zijn in 1962 vol goede moed gestart met 27 fr. in kas. Ver-der hadden ze niets: geen consta-teurs, geen manden, niets. Vanaf 1964 wordt op snelheid gespeeld in samenspel met de maatschap-pij De Zwaluw uit Atembeke (het 25-jarig jubileum van dit twee-

EREPRIJS MARC GALLE, 1981 met op de foto Vooraan: Pierre De Rijst en André Marginet. Tweede rij: Roger Van Liefferinge, Freddy De Chou, Georges De Rijst, Freddy Bellemans, André De Pril, Hans Haelterman en Willy Van Waeyen-berg (Verzameling Pierre De Rijst)

verbond wordt op 29 januari 1989 gevierd). Sinds begin de jaren 1970 worden er ook halve fond vluchten ingekorfd.

Begin 1999 keert de maatschappij terug naar haar “roots” in Moer-beke en vestigt zij zich in café Den Ezel. De toenmalige lokaalhouders zijn Gisèle Pletinckx en André Temmerman. De overname van het

Page 12: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

112016-270 Gerardimontium

café door Kurt Temmerman brengt helaas een verandering teweeg. Toen hij in december 2005 mee-deelde dat hij een “taverne” zou starten en bijgevolg geen ruimte meer ter beschikking kon stellen van de duivenbond, week de Eer-lijk Duurt Langst uit naar het “Het Witte Paard” aan de Edingseweg nr. 212.In de loop van 2015 is het duidelijk dat de maatschappij opnieuw moet uitzien naar een andere locatie. Blijven in “Het Witte Paard” is geen optie meer. Onder toezicht van de jonge gerechtsdeurwaarder Bas Feys, wordt op 11 september met 66 tegen 5 stemmen voor een nieuw onderkomen gekozen in het Café El Corazón, Vianeplein, nr. 10 te Viane met als lokaalhouders An-nick Arno en Johnny Marchand.

Het huidige bestuur (2016) is samengesteld uit: Pierre De Rijst – voorzitter (idem in 2015); Herman Pevenage – schatbewaarder (idem in 2015); Eddy Van Huychem – se-cretaris (Willy Ots in 2015); Isabel De Rijst – ondervoorzitter (idem in 2015), Pascal Godaert - adj.schat-bewaarder (idem in 2015); Van Overwaele Freddy - adj.secretaris (idem in 2015).

De Verenigde duivenliefhebbers van Overboelare

Een Reglement van den Duivenbond “De Vereenigde Duivenliefhebbers van Overboulaere” gevestigd bij Pierre Van De Ponseele, Groote Baan te Overboulaere werd op 13 juli 1922 aan het gemeentebestuur overge-maakt en op 17 december aan de algemene vergadering voorgelegd en goedgekeurd. Het is echter niet duidelijk of de duivenmaatschap-pij al eerder bestond dan wel dat het reglement is opgesteld naar aanleiding van een mogelijke stichting van de duivenmaatschap-pij. Er is echter sprake van een erevoorzitter wat ons doet vermoe-

den dat de maatschappij al voor de Eerste Wereldoorlog bestond. Wanneer we er van uitgaan dat de maatschappij is gesticht om de duivenmelkers bij elkaar te brengen en verder instaat voor het organiseren van wedvluchten en al wat daar rond draait dan verrast

ons bijvoorbeeld artikel 1 van het reglement. De vereniging heeft immers tot doel: “de reis der duif te vergemakkelyken om ze ter hunner bestemmingsplaats te doen aankomen zoo rap mogelyk en aan den gematig-sten pryze.” Het bestuur is in die periode sa-mengesteld uit voorzitter Richard

Duivenlokaal Eerlijk Duurt Langst in het Café El Corazón (foto Johan François, 2016)

Reglement van den Duivenbond “De Verenigde duivenliefhebbers van Over-boulaere” (december 1922)

2. RAG, HGA (Hedendaags Gemeentelijk Archief) Overboelare, nr. 7.

Page 13: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

12 Gerardimontium 2016-270

De Lustige Zwelgers (Schendelbeke) en Deftinge.In 1978 is Edgard Jourquin voorzit-ter van de maatschappij. Na het plotse overlijden van de jonge duivenliefhebber Michel De Nayer wordt de “Herdenkings-prijs Michel De Nayer” ingericht. In 2007 is het bestuur in handen van voorzitter Ghislain Pessemier, schatbewaarder Brigitte De Vos en

secretaris Ingrid Jonckheere.Vandaag is de voorzitter Christof Gaytant, Marcel Neckebrouck is secretaris en Brigitte De Vos is nog steeds penningmeester. Het lokaal is in Café ‘t Duifken, Groteweg nr. 220 waar ook de inkorvingen plaats vinden.

De Witte Pen uit Zarlardinge

De laatste duivenmaatschappij waarvan we in een kort overzicht de geschiedenis kunnen schetsen is de nog jonge vereniging De Witte Pen uit Zarlardinge. Deze maat-schappij wordt in 1988 opgericht in de herberg In de Koning van Engeland, rechtover de kerk in Zarlardinge. De stichters zijn Jacky De Smet, Gaston Van Trimpont en Louis Hutsebaut (de voorzitter van het eerste uur). In 1989 wordt een nieuw bestuur gekozen en wordt Bertrand Van Audenhove uit Sint-Maria-Lierde de nieuwe voorzitter. Het huidige bestuur bestaat uit Van Audenhove, ondervoorzitter Willy Lauweryns (Sint-Martens-Lierde), secretaris Guy Vlaminck (Steenhuize), schatbewaarder Christianne Wauters (Zarlar-dinge), adjunct schatbewaarder

De Pryck, ondervoorzitter Albert Cauchie, secretaris Emile De Vo-gelaere. Erevoorzitter is Rene Van Liefferinge. De hulpsecretarissen- penningmeesters zijn Aimé Van Der Schueren en Arthur Lambert. Arthur Thys is klasseerder.2 De leden betalen maandelijks 1 fr..

In 1957 spelen de melkers van De Verenigde Duivenliefhebbers in Het Sportief Verbond Geraardsbergen samen met de maatschappijen De Eendracht (Geraardsbergen) en Onder Ons (Goeferdinge)3.Over de verdere werking van De Verenigde Duivenliefhebbers blijven we in het ongewisse tot de vierde september 1970. Dan organiseert de maatschappij een kermisvlucht uit Noyon bij Coppens-De Ruyver. De volgende dag wordt de vlucht georganiseerd bij de Bodt-De Galan in het café Petit Chalet waar ze hun lokaal hebben en vliegt men vanuit Quiévrain. In de jaren 1970 wordt ook gespeeld onder het Verbond GOS, een Vijfverbond met De Eendracht (Geraardsbergen), De Verenigde Duivenliefhebbers (Over-boelare), Onder Ons (Goeferdinge),

3 De Sportduif, 10 april 1957.

De melkers van de maatschappij De Witte Pen hebben hun til in d’Oude Molen in Zarlardinge. (Foto Johan François, mei 2016)

Uitslag van de prijskamp uit Noyon van juli 1948, lokaal Julien Van Wayenberg-De Roy, Café Gemeentehuis, op de Vrijheidsplaats, 1948

Page 14: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

132016-270 Gerardimontium

Dirk Roelandt (Sint-Maria-Lierde) en adjunct-secretaris Albert Bury (Zarlardinge). In 1991-’92 wordt In de Koning van Engeland verkocht. Volgens de geruchtenmolen namen de nieuwe uitbaters het niet zo nauw met de drugswetgeving zodat in 1992 de herberg wordt verzegeld. Datzelfde jaar vinden de melkers gelukkig een nieuw on-derkomen In de Nieuwe Koning van Engeland. In 2006 verhuist de De Witte Pen naar de huidige locatie in café D’Oude Molen in de Rekestraat nr. 1, in het centrum van Zarlardin-ge.4 Vandaag telt de vereniging 92 leden, hoklijst- en sportieve leden samen.

Hun eerste jaar begon bescheiden met snelheidsvluchten uit België (Quiévrain). Vanaf het volgende seizoen werden ook vluchten van-uit Frankrijk ingericht (Noyon). De vluchten op Noyon starten op de 1ste zondag van april en lopen tot de laatste zondag van september. Nadien mogen de duiven Frank-rijk niet meer binnen. Quiévrain start op de 3de zondag van maart en eindigt de 2de zondag van ok-tober.Doordat Zarlardinge op de grens ligt tussen Oost-Vlaanderen en Henegouwen beperkt deze geogra-fische situatie de speelomtrek van de maatschappij naar het zuiden toe, tenzij De Witte Pen zou opteren voor het samenspel met andere maatschappijen, wat vooralsnog niet het geval is.

Het belang van de juiste convoyeur

De keuze van de juiste convoyeur of begeleider is niet in de eerste plaats een prijselement maar eer-der een wel overwogen beslissing

4. Interview met Bernard van Audenhove, Sint-Maria-Lierde, 20 november 2015. 5. De firma Martens uit Zomergem haalt hoofdzakelijk de duiven op in de regio Brakel en Oudenaarde. 6. Elektronische apparatuur voor het identificeren van de duif. Een invliegklep die aangeeft wanneer de duif het hok bin-

nenvliegt. Tegenwoordig wordt de tijdsopname niet meer met een constateur gedaan maar per computer. Duiven dragen immers een electronische identificatiering rond de poot. Wanneer de duif op de spoetnik landt wordt dit automatisch door de computer geregistreerd.

7. Interview met Bernard van Audenhove, Sint-Maria-Lierde, 20 november 2015. 8. SAGer, Grimminge, nr. 282.

van taktische aard. Zowel voor Noyon als voor Quiévrain vliegt men voor Zarlardinge op de mid-denlijn. In dat kader laten we even voorzitter Van Audenhove aan het woord die de keuze van De Witte Pen voor de firma Lathouwers toelicht: ‘Voor het duiventransport wordt om taktische redenen sa-mengewerkt met de firma Lathou-wers & Co uit Wolvertem en niet met de firma Martens zoals in Bra-kel. De reden is eenvoudig: duiven vliegen samen. Dit betekent: als we onze duiven meegeven met Mar-tens5 dan vliegen zij voor Zarlar-dinge mee met die van Brakel. Ze maken dus een omweg en komen daardoor nooit in Zarlardinge vóór de duiven van Brakel aan. Neemt vergezeller Lathouwers de duiven mee dan zullen ze meevliegen met de duiven van het Pajottenland en dus sneller in Zarlardinge de spoetnik6 aantikken.” Dit om maar aan te geven dat duivensport en het spelen met duiven kennis van zaken vereist.7

Losse feiten op een rij…

Over de meeste duivenmaatschap-pijen is er spijtig genoeg amper informatie terug te vinden. We hebben er echter aan gehouden de vaak kleine en losse fragmenten – net als voor Geraardsbergen – op te nemen in de hoop deze vroeg of laat verder te kunnen aanvullen. Onderstaand overzicht is alfabe-tisch opgesteld volgens de deelge-meenten.

Goeferdinge

Onder OnsIn een interview met Georges Govaert op 28 juli 2014 vertelt hij

dat Onder Ons, kort na de oorlog, in 1945 is gesticht door Hubert De Geyter, samen met Richard Pycke en Kamiel Vanden Borre. De Gey-ter werd de eerste voorzitter. De naam van deze maatschappij lijkt aan te geven dat men in Goefer-dinge de duivensport lokaal wil houden. Wat niet wegneemt dat sommige melkers uit Goeferdinge er voor kozen om bij de Geraards-bergse maatschappij De Eendracht op het Stationsplein aan te sluiten. In de periode 1947-1969 telt Onder Ons op een gegeven ogenblik 166 melkers. Wat er op wijst dat Onder Ons een belangrijke maatschap-pij was. In 1978 werd de vereni-ging jammer genoeg ontbonden omdat de lokaalhouder van het café Ponderosa ermee stopte en er geen ander lokaal kon gevonden worden.

Grimminge

De Stalen Pen (in Galmaarden?)Volgens het stamregister zijn in de periode 1924-1938 in Grimminge 57 ingeschreven duivenmelkers8. Het stamregister vermeldt de duivenmelkers die op het grond-gebied van de gemeente wonen ongeacht of ze aangesloten zijn bij een lokale duivenmaatschappij of een duivenmaatschappij in een naburig dorp. Vermoedelijk waren de melkers (of sommige melkers) van Grimminge aangesloten bij De Stalen Pen in Galmaarden die vandaag nog steeds bestaat.

Idegem

Rust Roest De Idegemse duivenvereniging Rust Roest is aangesloten bij de Federatie der Dendervallei te Ninove

Page 15: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

14 Gerardimontium 2016-270

Affiche met betrekking tot het houden van reisduiven in het kader van de wet van 24 juli 1923

met lokaal gevestigd op het Stati-onsplein bij lokaalhouder wed. Jos Van Opdenbosch. Op 24 december 1923 krijgt Kornelis (Cornelis) Vander Gucht, in overeenstem-ming met de wet van 24 juli 1923, toestemming van de burgemeester van Idegem om een duivenhok te bouwen en reisduiven te houden.

Moerbeke-Atembeke

De Ware VriendenDe vereniging heeft haar lokaal bij Ghislain Groeninckx, bijgenaamd ‘den groenen’. De voorzitter is na de tweede Wereldoorlog Arthur Rom9.

Nederboelare

Onder Ons Onder Ons is een kleine maat-

9. SAGer, nr. 356, Moerbeke.10. Cinemablad, 12 maart 1954.11. SAGer, Nieuwenhove, nr. 334.12. Het Laatste Nieuws, ‘Eendracht vliegt voortaan koninklijk’, 29 juli 1989, bijdrage Josiane De Mil-Geraardsbergen (D.M.J.G.)

schappij en heeft haar lokaal op de Gentsesteenweg nr. 7 bij Marcel De Nauw10.

Nieuwenhove

De Boeren Ondereen Een zeer kleine maatschappij, met het duivenlokaal gevestigd te Denderwindeke. In 1951 telt de vereniging slechts 11 leden11.

Onkerzele en Onkerzele-Atem-beke

De Eendracht In 1913 stichten Fideel Van Hol-der, Kamiel Duffeleer en nog enkele duivenmelkers de dui-venmaatschappij De Eendracht. De vereniging wordt gehuisvest bij Duffeleer in de Neerstraat (nu Onkerzelestraat). Na een tijd bij Van Holder en nadien bij Vijver-man gehuisvest te zijn vindt De Eendracht een vaste stek in het Café Manolito in de Onkerzelestraat nr. 241. De maatschappij organiseert het vaakst wedvluchten op Noyon.In 1989 is Zenon Van der Beken penningmeester. Vanaf dat jaar mag de vereniging zich Koninklijke Duivenmaatschappij De Eendracht noemen, onder voorzitterschap van Robert Derick. Ondervoorzit-ter is Pierre Van Holder, Clovis

Aankondiging van ‘Loslatingen’ vanuit Idegem door Felix Bockstael, (Delhaize frères) (De Reisduif, 23 april 1910)

Page 16: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

152016-270 Gerardimontium

Spitaels is secretaris. Zaal Manolito wordt uitgebaat door de familie De Roeck-Lafourt.12

De ZwaluwDe Zwaluw (Onkerzele-Atembeke) was aanvankelijk gevestigd bij Pieter Ceul(e)neer op de hoek van de Dreef met de Atembekestraat. De eigenaar reed destijds (voor WO I ?) met paard en kar naar de lossingsplaats. Later (zeker eind de jaren 1950) is de duivenmaat-schappij gevestigd in het gelijk-namige café De Zwaluw aan de Atembekestraat te Atembeke. De toenmalige uitbater André Gierts, was een fervent duivenliefhebber. In 1947 verhuist de maatschappij naar Moerbeke13. In 1977 heeft De Zwaluw haar lokaal aan de Boven-straat nr. 37 te Moerbeke. Na het beëindigen van het tweeverbond met Eerlijk Duurt Langst speelde De Zwaluw nog enkele jaren alleen. De bezielers waren de Atembekenaars Filip Steenhoudt en Patrick Van Den Hove.De Zwaluw hield het begin 2000 voor bekeken.

Ophasselt

De Vrijheid, de volledige naam is De Verenigde Liefhebbers Vrijheid OphasseltHet stamregister van Ophas-selt dateert van 1 maart 1923. De duivenmaatschappij De Vrijheid, gevestigd in de Vrijheidstraat, heeft haar lokaal bij Frans Herpelinckx. Volgens de opgave van 1923 heeft de maatschappij 80 leden. 14 leden wonen in de Vrijheidstraat. In 1935 groeit de maatschappij uit tot 145 leden14. In 1968 is J. Schotte, van Café De Kat lokaalhouder van de maatschappij.De Vrijheid organiseert tijdens het vluchtseizoen van dat jaar regel-

13. SAGer, Moerbeke, nr. 356.14. SAGer, Ophasselt nrs. 272-273, 1923-1974.15. Cinemablad, 19 mei 1961.16. Cinemablad, 19 mei 1961;17. SAGer, nr. 469, Smeerebbe-Vloerzegem.18. SAGer, nr. 469, Smeerebbe-Vloerzegem.

matig Quiévrainvluchten; daar-naast wordt ook vanuit Noyon en St. Quentin gevlogen, twee vluch-ten die telkens op zondag plaats-vinden.

Overboelare

Naast De Verenigde Duivenliefheb-bers kent de gemeente nog twee andere duivenmaatschappijen.

Hoog en DroogDeze jonge vereniging heeft in 1961 haar lokaal bij Marcel De Nayer-Rousseau, oud huis Geor-ges Vandenbrouck op de Kleine Buizemont, nr. 10015. In 1978 is het lokaal overgebracht naar St. Bavo op de Buizemont met als voorzitter Raf Cansse.

De Verenigde Quiévrainspelers De leden van deze maatschappij vergaderen in 1978 op de Gro-teweg nr. 133, bij lokaalhouder Marcel Gossey16.

Schendelbeke

De Lustige ZwelgersDe vereniging heeft in 1953 haar lokaal in de Dagmoedstraat nr. 65.

In 1962 zitten de mannen bij Jozef Brunin (Bruewin), Pijlekaart, 304. Om geld in de clubkas te krijgen organiseren ze in het voorjaar van 1959 een Grote Monster Bakschieting met gewaarborgde prijzen zoals: een wasmachine merk Rapide, een geldprijs van 1.000 fr., een rauwe boerenhesp en een elektrische kof-fiemolen.In 1964 is Jozef Van Oudenhaege de voorzitter.

Smeerebbe-Vloerzegem

Recht voor Allen Deze vereniging wordt in 1974 vermeld17.

De BergklimmersEnkel een vermelding als duiven-maatschappij18.

De Vereenigde Boeren

Monstervlucht uit St-Quentin, sep-tember 1928. De Vrijheid is geves-tigd bij Richard De Vleeschauwer, Dorp

Diploma toegekend aan René De Freyne voor het behalen van 20 prijzen in het vluchtjaar 1963

Stempel van de duivenbond De Lus-tige Zwelgers

Page 17: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

16 Gerardimontium 2016-270

De Vereenigde Boeren komen weke-lijks samen bij Maurice Vande Cas-seye in de Stationsstraat te Idegem. In 1953 hebben ze hun lokaal bij Herman Van Oudenhove. Tussen 1951 en 1976 telt deze maat-schappij zo’n 80 leden-duivenmel-kers. In 1980 wordt Clement Van Daele voorzitter. Vijfentwintig jaar later is de 70-jarige Van Daele nog steeds voorzitter. Hij is dan al 40 jaar betrokken bij de werking van deze maatschappij. In het vliegseizoen 2007 heeft de duivenbond haar lokaal in ‘t Ol-menhof, Smeerebbestraat nr. 5, een boerderij, slagerij, café en ontmoe-

19. SAGer, Waarbeke, 1923-1951.

In 1959 slaagt Joseph Van Liefferinge erin met zijn duiven 25 prijzen binnen te halen

Gezamenlijke aanvraag tot het bekomen van de toelating voor het houden van reisduiven volgens de wet van 24 juli 1923, artikel 1 en 2. De lijst bevat de namen van de 17 leden-duivenmelkers van deze duivenmaatschappij. Het document, ingediend door voorzitter Th. Vanden Driessche, is ondertekend door Van Crombrugghe, burge-meester van Smeerebbe-Vloerzegem, wat er op wijst dat het melkers zijn van Smeerebbe die hun lokaal in Idegem hebben.

tingsplaats voor duivenliefhebbers. De leden spelen in het GOS-Ver-bond. Vandaag (wellicht sinds het vliegseizoen 2008) is de vereniging ondergebracht in het café Tourmalet in Schendelbeke. Ronny Van Den Neucker is de voorzitter, Brey-naert Rufin de schatbewaarder en Reninca De Freyn de secretaris.

Waarbeke

Het is niet duidelijk of Waarbeke een plaatselijke duivenmaatschap-pij heeft gehad. Wellicht zijn ze aangesloten bij een maatschappij in een andere gemeente, zoals na

de Tweede Wereldoolog het geval is. Tussen 1923 en 1938 telt Waar-beke slechts 14 duivenmelkers. In oktober 1940 deelt men het ‘Duits beheer’ mee dat er naar aanleiding van de “Aangifte der Reisduiven” slechts zes leden zijn. In novem-ber 1943, in hun antwoord aan de Feldnachrichten Kommandantur, is dit aantal ongewijzigd. Het is niet bekend hoeveel liefhebbers er na de oorlog zijn. Wel is zeker dat in 1951 negen duivenmelkers aangesloten zijn bij De Reisduif in Vollezele en 11 bij De Stalen Pen in Galmaarden.19

Page 18: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

172016-270 Gerardimontium

Zandbergen

De SnelvliegersVolgens ex-secretaris Marcel Rey-gaerts is de Zandbergse duiven-bond na de Tweede Wereldoorlog opgericht. In de periode 1946-’48 is Marcel Nechelput, uitbater van een beenhouwerij-café op Dorp nr. 11 (vandaag is dat het Zandbergen-plein) de lokaalhouder. Omstreeks 1955 komen de melkers samen bij Amedee Steenhoudt. De voorzitter is Gabriël De Geest.Zandbergen is bij de duivenmel-kers in de jaren 1950 vooral bekend door de fondspelers Hector Desmet en burgemeester Hector Berlengée20.In 1965 is het duivenlokaal nog

20. De Sportduif, 3 juni 1959.

Toelating van de burgemeester van Zandbergen om reisduiven te houden, met de stempel van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond, 1958 (Marcel Reygaerts)

Certificaat met de aanduiding van de Andries coördi-naten van het duivenhok van Eduard Reygaerts, maart 1929 (Marcel Reygaerts)

Grote Kermisvlucht uit Dourdan, juli 1947. Lokaalhouder is Marcel Nechelput. (Marcel Reygaerts)

steeds op Dorp. In die periode telt de maatschappij 38 leden-dui-venmelkers. In 2001 is de leiding in handen van David Soen (twee-verbond Moerbeke-Galmaarden). Toenmalig schatbewaarder is Romain Deglas met als secretaris Marcel Reygaerts. Sinds 2013 is het duivenlokaal ondergebracht in het Café Denderhof. Voorheen Café ’t Pleintje.

De duivenliefhebbers komen alle-maal uit de omgeving. Zoals over-al heeft deze duivenmaatschappij te kampen met het voortdurend dalend ledenaantal. Ooit kon men bogen op 55 leden, In 2014 waren dat er nog 40 en vandaag nog een 20-tal. Volgens geruchten in

2015 zou deze maatschappij op het einde van dat jaar de boeken neerleggen. Blijkbaar is dit wat voorbarig gebleken. Op de leden-vergadering van 25 oktober 2015 geven voorzitter Felix Van Wae-ijenberg, secretaris Ariane Praet en schatbewaarder Robert Praet wel hun ontslag maar wordt ook een nieuw bestuur gekozen.

Tot slot, een laatste vlucht…

Het onderzoek naar de duiven-maatschappijen, hun stichting en hun werking is geen eenvoudige zaak gebleken. In de uitgebreide literatuur over de duivensport is de aandacht voor de duiven-maatschappijen op zich, het minst

Page 19: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

18 Gerardimontium 2016-270

aanwezig. Waarom wordt zo wei-nig belang gehecht aan de lokale organisaties? En waarom zijn de leden amper of niet geïnteresseerd in de geschiedenis van hun eigen vereniging? Dient in beginsel een vereniging tot ondersteuning van het sociale aspect, een verbonden-heid dat het spelen met de duiven met zich meebracht, dan is dit, zeker na de Eerste Wereldoorlog geëvolueerd naar een dienstenle-verancier die instaat – net als de Koninklijke Belgische Duivenlief-hebbersbond (KBDB) – voor het innen van de lidgelden, de taksen, de (electronische) ringen, de ad-ministratieve afhandeling van de talrijke lijsten enz..Toch hebben de plaatselijke duivenmaatschappijen hun belang. In de tweede helft van de 19de eeuw tellen we in Geraardsbergen een 15-tal maatschappijen, in de 20ste eeuw hebben we er meer dan 24 kunnen traceren. Dat er opval-lend veel duivenverenigingen zijn, bewijst dat de duivensport betekenisvol is geweest, zeker bij een groot deel van de Geraards-

bergse arbeidsbevolking. Zo telde de Geraardsbergse socialistische duivenmaatschappij Gelijkheid voor Allen in maart 1928 meer dan 450 leden21.

Een gestadige achteruitgang

Het is niet onze bedoeling om een overzicht te geven van de evolu-tie van het aantal duivenbonden in België of Oost-Vlaanderen. Maar naarmate we dichter komen bij de actuele situatie willen we met enkele cijfers aantonen dat de achteruitgang van het aantal maatschappijen geen louter lokaal verschijnsel is. Zo telt men begin de jaren 1990 in België nog 1.990 duivenmaatschappijen, in 2013 zijn er dat nog 690. Een jaar later, in december 2014, blijven er nog 650 maatschappijen over (-5,7 % op één jaar tijd)22. En in 2015 nog 603 (-7,2 %). In amper 25 jaar verliest de Belgische Duivenbond 1.387 verenigingen, een dramatische daling van ongeveer 70 %. Deze daling is niet omkeerbaar. Is Oost-Vlaanderen, qua aantal verenigin-

gen, de tweede grootse na Antwer-pen, dan laten de aantallen ook hier een forse daling zien. In januari 2008 telt men in Oost-Vlaanderen 224 actieve maatschappijen waar-van in Groot-Geraardsbergen nog zeven zelfstandige maatschappijen en vier verbonden. In 2015 zijn er in Oost-vlaanderen 107 verenigingen met 4.772 leden. Eén vaststelling: kleine maatschappijen kunnen door een gebrek aan leden niet overle-ven.23

Wie kan nog het engagementopbrengen?

Met de duiven spelen vergt veel engagement. Niet enkel van de duivenmelker zelf maar ook van zijn gezin. En kan men nog rekenen op de goodwill van zijn omge-ving? Vakantie nemen zit er niet in. Tenzij men kan vertrouwen op een andere melker. Vroeger was dat niet echt een probleem, weet Georges Gevaert uit Goeferdinge ons te ver-tellen, maar vandaag is er te veel afleiding door het ruime aanbod aan moderne vrijetijdsbestedingen. Daardoor is ook het bestaan en de sociale functie van een duivenver-eniging geen evidentie meer. Zeker de (kleinere) lokale duivenbonden hebben weinig toekomst. De leeftijd van de meeste hoklijstleden is hoog en nieuwe duivenmelkers komen er niet of nauwelijks bij. Zo is de ge-middelde leeftijd van de leden vaak in de buurt van de 70 jaar. Gelukkig kan men nog enigszins rekenen op de zogeheten sportieve leden (echt-genotes, vrienden en sympathisan-ten) en zijn er verenigingen die nog ‘jong’ volk onder hun leden tellen. Voorzitter Van Audenhove van de Zarlardingse duivenbond De Witte Pen acht zich bijzonder gelukkig want ongeveer de helft van de aan-gesloten leden zijn jonger dan 60 jaar. Dit betekent weliswaar ook dat bij deze vereniging de vergrijzing

21. Recht en Vrijheid, 25 maart 1928, p. 3.22. Duivenkrant, 24 december 2014.23. Duivenkrant, 14 januari 206, p. 1. Antwerpen telt het meest aantal duivenverenigingen (227) maar de helft minder leden dan Oost-Vlaanderen (4.023)

Duivenlokaal De Snelvliegers in Zandbergen (foto Johan François, 2016)

Page 20: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

192016-270 Gerardimontium

zich laat gevoelen.

Terwijl veertig jaar geleden dui-venbonden vaak nog genoeg leden hadden om het spel zelf te organi-seren, moeten ze vandaag steeds meer samenspelen, met twee, drie of meer in een verbond. Gevaert ziet daarnaast met lede ogen de initiatieven van bedrijven als een Versele-Laga uit Deinze met zijn sinds 2008 one-loft-race Belgian Master. Hij beschouwt dit als een negatieve ontwikkeling in de duivensport, ook al gebeurt dat onder toezicht van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (kbdk). Voorzitter De Rijst van Eer-lijk Duurt Langst ziet het positiever. De “Belgian Masters”, dat jaarlijks omstreeks 15 augustus plaatsvindt, lokt honderden liefhebbers naar Nevele waar de hokken gevestigd zijn. Het concept is eenvoudig en kent succes. Elke liefhebber kan immers bij het begin van ieder jaar zijn duiven inschrijven voor deze vlucht. Het aantal is onbe-perkt maar uiteraard niet gratis. De duiven worden er in februari-maart heen gebracht. Daar worden ze getraind voor een vlucht van ± 400 tot 450 km. Met deze wed-strijdvlucht zijn vanzelfsprekend belangrijke geldprijzen te winnen. Bijkomend voordeel is ook dat wie thuis geen duiven wil of kan houden, zijn duiven daar toch kan inschrijven en zich zo een beetje duivenliefhebber mag noemen. Bernard Van Audenhove beaamt de Rijsts uitspraak maar ziet ook nadelen. Zo is de inschrijving, de opleiding, het eten, de verzorging enz. niet goedkoop. En heeft men het ongeluk een duif tijdens een leervlucht of wedstrijdvlucht te verliezen, dan is men ook zijn geld kwijt. Voor kleine duivenmelkers (lees minder kapitaalkrachtige melkers) is een dergelijk concept niet echt een oplossing.

Het spelen met duiven is haast onbetaalbaar

De duivenmelkers die we ge-sproken hebben zijn eensgezind:

de gezelligheid, de vriendschap-pelijke contacten en het plezier bij het spelen met duiven hebben plaats moeten maken voor een meer zakelijke benadering. Min-der melkers spelen nu met meer duiven. Duivenkweek heeft al lang een commercieel karakter en (afstammelingen van) topduiven worden voor veel geld verkocht aan kapitaalkrachtige buitenlandse ‘liefhebbers’. Een betere algemene verzorging en begeleiding van de duiven verkleint zelfs het verschil tussen goede en minder goede duiven.

Het duivenspel is een dure hobby geworden. ‘Een goed hok is van groot belang maar helaas duur’, zegt Van Audenhove. Voor een beginnende melker die zonder financiële steun van zijn ouders met de duiven wil gaan spelen of niet de kans heeft een hok van een familielid of vriend ‘te erven’ is het haast onmogelijk om te starten. En wat met het ‘zetten en trekken’? Op de vraag of spelen met duiven winstgevend is geeft iedereen zowat hetzelfde antwoord: als men bij de prijsvlucht zijn inzet (het zet-ten) terugwint (het trekken) dan is men al tevreden. Slechts een regel-maat van goede resultaten levert winst op. Vijfenzestig tot zeventig procent van de melkers draagt echter toe op zijn inzet, 20 % wint zijn inzet terug en slechts 6 tot 7 % houdt er effectief geld aan over.

Hoewel steeds op de achtergrond aanwezig, vormen de duiven-maatschappijen de ruggengraat van de duivensport. Zij organise-ren de prijsvluchten, leveren de logistieke steun en het bestuur. De familie en de sympathisanten van de duivenmelkers zijn tevens de harde werkers achter de scher-men.Is hiermee het verhaal van de Geraardsbergse duivenmaat-schappijen geschreven? Bijlange niet, maar misschien vormt dit de aanzet tot een nieuw initiatief samen met de resterende maat-schappijen.

Dirck SURDIACOURT [email protected]

Geraadpleegde werken:A. battaggia, P. beerens, F. barbier, J. Crabbe, Les Secrets de la colombophi-lie, Chātelet, s.d.. F. rodenbaCh, La Colombophilie belge, 2e éd., Bruxelles, 1896.J. rosoor, La Colombophilie, Tour-coing, 1890. S. WittouCk, La Colombophilie mo-derne, 2e éd., Bruges, 1898.

Met dank aan: Tom Aerts (Tom’s Pigeon Museum), Tom Van Nieuwenhuyze, Els Veraverbeke (Huis van Alijn, Gent), In Geraardsbergen: interview met Pierre De Rijst (voorzitter van de duivenmaat-schappij Eerlijk Duurt Langst uit Viane), Bernard Van Audenhove (voorzitter van de duivenmaatschappij De Witte Pen uit Zarlardinge), André Huwé (oud-voorzitter van de Geraardsbergse duivenvereniging Gelijkheid voor Allen), Marcel Reygaerts (oud-secretaris van de Zandbergse duivenmaatschap-pij De Snelvliegers), Georges Gevaert (duivenmelker, Goeferdinge), en Jozef Mangelinckx.

Bijzondere dank aan Jacques De Ro, Jean Marquebreuck, Johny De Nie, Ronny Cromphaut, Julien Matthys, Johan François en Ward Byl

Page 21: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

20 Gerardimontium 2016-270

Tekening van het steengoedkruikje, 1/1 (tekening: Jean-Pierre Parent)

Een steengoedkruikje uit Bouffioulx-Châtelet

gevonden te Geraardsbergen

Tijdens een (nood)opgraving achter het gewezen Volkshuis 1 op de Markt te Geraardsbergen kwam tijdens de jaren 1990 een steengoedkruikje aan het licht uit de late 16de tot eerste helft 17de eeuw. Het kruikje is met grote graad van zekerheid vervaardigd in de ateliers van Bouffioulx-Châtelet (Henegouwen).2

Het kruikje

Het kruikje (fragmentarisch, gebro-ken en gelijmd) in bruingrijs steen-goed is bedekt met zoutglazuur. De hoge cilindervormige hals is voor-zien van een tiental geaccentueerde draairingen en een uitgiet-snep. De hals en de buik zijn gescheiden door een fijne draairibbel. De bolvormige buik draagt onderaan een drietal draairingen. De basis is afgerond. Het afgevlakt oor is centraal aan-gebracht tegen de hals en op de schouder. Afmetingen: hoogte 15,9 cm, diameter bovenaan: 3,9 cm en diameter basis: 6,2 cm.

De steengoedproductie van Bouffioulx-Châtelet

Bouffioulx en Châtelet zijn gelegen langs de Samber in Henegouwen. Dankzij de aanwezigheid van een goede klei en van een grote hoeveel-heid brandstof (hout) waren hier tijdens de 16de en 17de eeuw een aantal belangrijke pottenbakkersate-liers actief. In 1528 duikt in Bouffioulx voor het eerst de naam op van een meester-pottenbakker: Jean Garot. In 1595 zijn er twaalf meester-pottenbak-kers bedrijvig. Ze vormen een gilde en ondertekenen een charter waarin ze hun samenwerking bevestigen. Ook in Châtelet zijn pottenbakkers actief. In 1550 werken hier drie

meester-pottenbakkers en in 1600 zijn er vier ateliers gekend.De pottenbakkers van Bouffioulx-Châtelet bezitten in het begin van de 17de eeuw het monopolie over de steengoedproductie in de Lage Lan-den, dit ten nadele van de ateliers van Raeren (Oostkantons), die niet langer het lokaal belang overstijgen. In Bouffioulx-Châtelet zijn vooral

kruiken, drinkbekers, zalfpotjes en veldflessen vervaardigd. De steen-goedproductie is herkenbaar aan een typisch egaal bruin oppervlak, bedekt door een laag doorzichtig zoutglazuur 3.

Export naar Geraardsbergen

De pottenbakkers van Bouffioulx

1. Momenteel: café mart& co en zaal grood.2. De opgraving, uitgevoerd onder leiding van Etienne Borremans (1924-2008), is jammer genoeg niet gedocumenteerd door opgravingsplannen of door dagboekgegevens.

Luk BEECKMANS

Page 22: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

212016-270 Gerardimontium

Foto van het kruikje in de huidige toestand (Foto Luk Beeck-mans)

Digitale restauratie (computerbeeld: Nico De Brouwer)

voerden hun producten uit naar Braine-le-Comte, Soignies, Edingen, Lessen, Geraardsbergen, Ou-denaarde, Kortrijk en naar de rest van Vlaanderen en Wallonië.4 De commerciële activiteiten werden georganiseerd door handelaars, die vermoedelijk de volledige productie opkochten. Het steengoed werd ver-der doorverkocht aan rondtrekkende kleinhandelaars en/of aangeboden op de markten.

Datering

Op basis van enkele typologische kenmerken zoals de hoge cilin-drische hals met geaccentueerde

draairingen, de uitgietsneb, de bolle buik en de afgeronde basis kunnen we dit kruikje dateren in de late 16de tot 17de eeuw.5

De late steengoedproductie van Bouffioulx-Châtelet

In de loop van de 18de eeuw wordt de concurrentie van porselein en faience steeds belangrijker en tijdens de 19de eeuw verdwijnt de steengoedproductie van schenk- en drinkgerei in Bouffioulx-Châtelet volledig. De pottenbakkers specia-liseren zich vanaf nu in het ver-vaardigen van opslagvaten en in de industriële fabricage van buizen.

Deze industrie kent zijn hoogtepunt op het einde van de 19de tot begin 20ste eeuw. Daarna wordt Bouffioulx vooral gekend als productiecentrum voor dakpannen, tegels en afvoer-buizen6. Vandaag zijn in Bouffioulx opnieuw enkele kleinschalige ateliers actief waar decoratieve gebruiksvoorwer-pen in steengoed worden vervaar-digd.7

Luk BEECKMANS

[email protected]

3. A. matthys, Les grès de Bouffioulx et Châtelet (XVIe-XVIIe S.), Nationaal Centrum voor Oudheidkundige Navorsingen in België, Oudheidkundige Repertoria, VI, Brussel, 1971, p. 8.4. De producten van Châtelet werden uitgevoerd naar het hertogdom Brabant en naar het graafschap Namen. Zie: D. Van bastelaer, Les grès wallons, grès cérames ornés de l’ancienne Belgique ou des Pays-Bas, improprement nommés grès flamands, Bergen & Brussel, 1885, p. 79.5. C. matthys, La production présumée de Jacques Bertrand Visnon, potier de Bouffioulx vers 1600. Recherches récentes en Wallonie, Études et Documents, Archéologie, 8, Namur, 2005, p. 176, n° 279.6. A. matthys, Les grès de Bouffioulx…, p. 10-12.7. Zie: Poterie Biron (rue de la Maladrerie, 17), Poterie Dubois (rue E. Hermant, 20) en Poterie Lardinois (rue E. Vandervelde, 41).

Page 23: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

22 Gerardimontium 2016-270

Deze postkaart, met gezicht op de Kaai en gezien van op de Begijn-hofkaai, is uitgegeven door de ge-broeders Cock uit de Nieuwstraat omstreeks 1900-1901. Op de voor-grond ligt op de Dender een boot aangemeerd en worden er goederen geladen en gelost. Toch zal de bin-nenscheepvaart maar een bescheiden rol blijven spelen. Nochtans was dit de aanzet om het uitzicht van het stedelijk landschap tussen beide bruggen grondig te wijzigen. Langs de Begijnhofkaai wordt achtereen-volgens de Sint-Janskapel (1877), het Zaagmoleken, (1878) en het Sint Mar-garetabegijnhof (1880) afgebroken om plaats te maken voor de bouw van de Rijksmiddelbare school. Aan

TIJDSBEELD De Kaai

Foto S. De Schuiteneer (2 augustus 2016)

Steven DE SCHUITENEER & Jacques DE RO

Postkaart Cock frères: Souvenir de Grammont. - Les quais (circa 1900-1901) (Verz. S. De Schuiteneer)

de overzijde is de Kaai al veel eerder aangelegd na de afbraak omstreeks 1870 van de Paterij en het oude pe-nitentenklooster, dat decennialang dienst deed als rijkswachtkazerne1, en de woningen langsheen de ri-vieroever richting Grotestraatbrug . Langs de uit steen gemetselde kade komt een nieuwe straat die de Brug-straat met de Denderstraat verbindt. Aanvankelijk wordt het braaklig-gend terrein tussen de Kaai en de Penitentenstraat gebruikt als “open-bare plaats”, maar tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw worden daar naast het postgebouw woonhuizen met neoclassicistische gevels op-getrokken. Op de postkaart vinden we uiterst rechts het Magasin de Fer

Poutrelles van F. Van Bockstaele-Van Crombrugghe, vandaag nog herken-baar door bouwvolume en poort, maar met een andere gevelindeling en –steen. Vanaf de jaren 1960-1970 ondergaat de huizenrij langs de Kaai een ware metamorfose. Er komt een modern postgebouw en de meeste burgerwoningen worden vervangen door vooral moderne appartements-gebouwen. De laatste jaren zijn beide kaaien niet langer een aanlegplaats voor boten maar bieden een brede wandelgang voor voorbijgangers.

1. J. De ro, Van klooster tot kazerne. Deel 2: Gendarmen in het klooster. De bouwgeschiedenis van de eerste rijkswachtkaerne in Geraardsbergen, in Gerardi- montium, nr. 235, 2011, p. 17.

Page 24: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

232016-270 Gerardimontium

Herbergen tijdens de Eerste Wereldoorlog

in Overboelare

De herberg1 is méér dan een drankgelegenheid; het is een sociale ontmoetingsplaats waar burgers van diverse pluimage samenkomen. Het is ook een plaats waar destijds de wettelijke verordeningen en plakkaten uithin-gen. Maar het is tevens de kraamkamer van ideeën, opinies en revolutie. Meer dan eens raken, vaak onder in-vloed van drank, de gemoederen verhit en komt het tot gewelddadigheden… Het is vaak een oord van dronken-schap en prostitutie, maar ook gewoon een populaire trekpleister voor amusement en volksvertier. De herberg maakt gewoon deel uit van het sociale leven, zo ook in Overboelare.

gevraagd aan Onze-Lieve-Vrouw of in Idegem waar de Heilige Hui-brecht wordt aanbeden. Drankhui-zen zijn vaak de vergaderplaats van de lokale vierschaar. Hier-voor wordt speciaal een ruimte voorzien, de zogenaamde ‘sche-penkamer’, waar ook dikwijls de gemeentelijke archieven werden bewaard zoals tot in de 19de eeuw in Moerbeke in Den Koninck van

Spanien. Het is niet uitzonderlijk dat in hetzelfde gebouw zelfs tij-delijk een cel wordt ingericht voor gevangenen of een schutplaats voor het uitgebroken vee.

Ancien régime

Overboelare, gelegen aan de zuide-lijke rand van Geraardsbergen, telt op 26 oktober 1779 zeven drank-

1. De herberg is hier volgens Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse Taal, Utrecht-Antwerpen, 1999, deel I, p. 1296 synoniem voor café, kroeg. Of er al dan niet kan gelogeerd worden, kan dit onderzoek niet bevestigen. 2. J. de ro, De dorst van Geraard. De dranknijverheid in Geraardsbergen en deelgemeenten in historisch perspectief, Geraardsbergen, 2005, p. 42.

Jacques DE RO

Het herbergleven

Het valt niet te loochenen dat het herbergleven zowel in de stad als in de dorpen in het verleden meer kleur en animo heeft gebracht. Toch heeft de sociale functie van de herbergen de voorbije twee eeu-wen een enorme evolutie doorge-maakt. Tal van nieuwe factoren zo-als een grotere mobiliteit, vlottere communicatiemogelijkheden, een groeiende welstand, de alomtegen-woordige beeldcultuur, het inter-net… maar ook de urbanisatie van het Vlaamse platteland, laten hun invloed gelden. De komst van de supermarkten en drankcentrales, waar quasi onbeperkt en in grote verscheidenheid drank wordt verkocht, vormt een bedreiging voor het overleven van de kleine dorpscafés.2

In de middeleeuwen moet quasi elk dorp of gehucht rond Ge-raardsbergen één of meerdere kroegen hebben gekend. Meestal staan zij in de omgeving van de kerk of het dorpsplein. Ook de oude bedevaartroutes bepalen mee waar herbergen worden opgericht zoals in Atembeke waar voorspraak en genezing wordt

De ‘Grotebaan’ omstreeks 1910. Langs deze weg wordt op niet minder dan 45 plaatsen, vaak in onopvallende rijwoningen, drank verkocht. (Verzameling Philippe Haegeman)

Page 25: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

24 Gerardimontium 2016-270

niet evenredig met het aantal dor-pelingen: Overboelare heeft dan gemiddeld 1 herberg per 414 inwo-ners. Hierdoor lijkt de drankzucht niet echt toegenomen, integendeel: 289 inwoners meer moeten het stellen met 1 drankgelegenheid in vergelijking met de late 18de eeuw.

De Grotebaan

Dankzij de lijst4 weten we in welke straat de herbergen zich bevinden en wie de uitbaters zijn. Van som-mige drankhuizen wordt ook het uithangbord vermeld. De Grotebaan (thans Groteweg), een belangrijke verbindingsweg tussen Geraardsbergen en het Waalse achterland, is bezaaid met drankhuizen. Ook hier staan de meeste woningen. Niet minder dan 45 cafés bieden de stamgasten de nodige verfrissing. De herbergiers

huizen: de “seer oude herberge” Het Roodt Huijs van Laureijs de Beck, de herbergen Den Engel van Pieter Lenoir en De Groene Schildt van Joannes van Weijmeersch. Van de drie overige cafés is de begin-datum van de uitbating bekend: herberg De Croone van Judocus Maldrie, zoon van Jacobus sinds 1746, Den Beir van Joseph Lannoit sinds 1735 en Den Manken Haene van Joseph de Moije sinds 1739. In 1796 zijn in het dorp nog zes herbergen te vinden, waarvan vier nog bekend uit 1779: Het Roodt Huijs van de weduwe van C. van Ongeval, De Groene Schildt van Joannes van Weijmeersch, De Croone van Jean-Baptiste de Vos en Den Beir van Pieter Lannoit. Nieuw zijn In Londen van Jacobus Claus en sinds 1790 Den Jaeger van Jacobus Francs.3 Overboelare telt 880 inwoners in 1786, wat betekent

dat er gemiddeld per 125 inwoners 1 herberg is.

77 herbergen

Maar hier komt verandering in! Op 10 april 1916 wordt op bevel van de Duitse bezetter een lijst aangelegd van alle herbergen in Overboelare. Intussen is de be-volking in 1910 sterk aangegroeid tot 2.898 inwoners. In de loop van de 19de eeuw raakt het dorp sterk geïndustrialiseerd door de ves-tiging van 3 lucifersbedrijven, 1 sigarenfabriek, 1 papierfabriek, 1 beenzwartfabriek en 1 ijzergieterij. De vraag naar arbeidskrachten lokt nieuwe gezinnen naar de ge-meente. Het herbergleven tiert er welig… in 1916 telt het dorp niet minder dan 77 herbergen of elf keer meer dan in 1779. Toch is de toename van het aantal herbergen

3. Ibidem, p. 182-183.4. RAG, HGA (Hedendaags Gemeentelijk Archief) Ove (Overboelare), nr. 1045.

De ‘estaminet’ van Albert Cauchie langs de Grotebaan (ongedateerd) (Verzameling Philippe Haegeman)

Page 26: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

252016-270 Gerardimontium

zijn: Theodore Maesfranckx, Oscar Wymersch, Cyrille Van Lierde, Jan Baptiste De Smet, Victor Vande Ponseele, Petrus De Lauw, Ber-nard De Laever, Richard Claus, Leon Deneve, Eugène Van Trim-pont, François Van der Swalmen, Aloïs Van den Noortgaete, Fran-çois Bruylandt, Petrus D’Haese, Clement Van Lierde, François Friant, Cyrille Vidts, François Molderez-D’Olivier, Théophile Van den Neucker, Camille Carion, Aloïs Van den Bossche, Albert Cauchie, Nestor Paternoster, Leon Van Houtte, Victorien Van Lul, Maurice De Sutter, Severin Surdia-court, Richard de Vos, Domien Pennewaert, Pierre Plaitin en de weduwe van Alphonse Droesbeke. Van het resterend aantal kroegba-zen kennen we ook de naam van de uitbating. Louis Seret van Au Retour des Wallons en Emile Van de Ponseele van Au Repos des Wal-lons mikken vooral op dorstige voorbijgangers uit het zuiden. De herberg van Ghislain Plaitin heet Saint Martin, van Emile d’Olivier In de Klok, van Petrus Van de Pon-seele Au Boucher, van de weduwe van Joannes Brootcoorens In den Halte, van Raymond Mincke Ouden Landen, van Petrus Kindekens Hôtel Village, van de weduwe van Camille Jourquin Ville de Paris, van Victor Dubois A la Concorde en van Charles Louis Boxtael A la Pomme d’or. Camille Bury en de weduwe van Frans Bury hebben elk een drankhuis met dezelfde naam Au Maréchal. De liberalen, die in de gemeentepolitiek heel sterk staan, vinden elkaar aan de toog in de Union Libérale van Denis Boon.

De overige straten

In de Donkerstraat staat de her-berg De Drij Pelgrims van Petrus Van Trimpont en deze van Victor Van Trimpont. Gustave Van de Ponseele is cafébaas van De Leeuw van Vlaanderen in de Kerkhof-straat (thans Kloosterstraat). Ook Richard Van Liefferinge heeft er

De ‘estaminet’ van Camille Bury langs de Grotebaan (ongedateerd) (Verzameling Philippe Haegeman)

Page 27: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

26 Gerardimontium 2016-270

5. J. de ro, De dorst van Geraard…, p. 45-46.

zijn ‘estaminet’. Henri Pevenage schenkt bier in Het Oud Molenhuis, gelegen in de Molenstraat (thans Verbondenenstraat). De weduwe van Bavo Destaercke houdt in de Hogewegstraat (thans Hogeweg) In den Drijbek open. De Burgstraat, die recht naar de parochiekerk leidt, telt vijf drankhuizen: van Leopold Van den Driessche, van Albert Labie, van Cyrille Herregodts, van François Mincke en van Florent Van den Berghe. Cyrille Molderez houdt In de Oude Fonteyn open in de Kerkstraat (thans Pol Antheu-nisstraat), waar hij moet opboksen tegen drie concurrenten: Theophile Labeau, Désiré Walckiers en de weduwe van Prosper Van Lief-feringe. Cafébaas Auguste Jacob daarentegen is heer en meester op de Duitsenbroek (thans Duit-senbroekstraat), net als Francies Van Lierde in de Gaverstraat. Op de Processieweg (Thans deel Pol Antheunisstraat achter de kerk) kan de passant zijn dorst lessen in de herberg van Theodore Van der Putten en deze van de weduwe van François Matthys. Op de Boelaer-schesteenweg (thans ook deel van de Groteweg) vinden we In de Steenbakkerij van Theophile Van Wayenberge en de kroeg van Ben-jamin Desmet. In de Buizemont-straat, op de grens met Geraards-bergen, staat het drankhuis van Gustave Demecheleer, terwijl deze van Isidore Van Liefferinge zich op de Losweg bevindt.

De Buizemont

Op de Kleine Buizemont (thans Hoge Buizemont) vinden we vier cafés met een uithangbord: In de Ketting van Monnier-Kinders, In den Haas van de weduwe van Frans Demecheleer, In de Mattetaart van Louis Gerain en, voor een tweede maal met dezelfde benaming Au Retour des Wallons van Jean Baptiste Van den Brouck. Tenslotte heeft ook

verbod om nog lonen in herbergen uit te betalen (1887) en de invoe-ring van een vergunningsrecht op de kleinschalige verkoop van sterke drank (1889). Maar vooral de accijnsverhoging op sterke dranken tijdens de late 19de en het begin van de 20ste eeuw heeft het gebruik van deze dranken sterk doen dalen. Toch telt België in 1907 nog één herberg op 35 inwoners. In Geraardsbergen kan men in 1912 op zowat 232 locaties alcoho-lische dranken bekomen, wat één drankverkooppunt per 54 stads-bewoners betekent.5 Overboelare haalt bijlange niet zulk cijfer, maar toch moet men vaststellen dat het alcoholisme in 1916 er nog steeds een sociale plaag is.

Jacques DE [email protected]

de hoger gelegen Grote Buizemont (thans Denderoordstraat deel nr. 1 tot Veldekensdreef) zijn drank-verdelers. Hier staan de herbergen van Alphonse Maesfranckx, van Gaston Spitaels, van Jules Felix, van Auguste Carton en van Arthur Van den Eynde.

Slotbeschouwing

Het grote aantal herbergen in Overboelare staat niet los van de politieke evolutie in ons land. Zo is er in de tweede helft van de 19de eeuw een nooit geziene toename van het aantal herbergen. Ieder-een kan vόόr 1889 een drankhuis beginnen. De nieuwe waard moet enkel een aangifte doen en belas-ting betalen. Deze belasting kan aangerekend worden als kiescijns, waardoor de belastingplichtige het recht verwerft om te participeren aan politieke verkiezingen. Hier-door betekent elke nieuwe herberg een nieuwe kiezer. De politieke partijen doen er dan alles aan om nieuwe kroegen op te richten. De kiesstrijd zal vooral na 1857 in feite gevoerd worden met kroegbaas-kiezers. Zo bestaat het electorale korps in 1871 voor niet minder dan 12 % uit herbergiers. Ook de voortschrijdende industrialisa-tie speelt een rol. In een tijd van lange werkdagen en zware arbeid, zoeken de verpauperde arbeiders tijdelijk troost in de drank. De fabrieksbazen verplichten hen zelfs vóór, maar vaak ook na het werk te drinken in “hun” kroegen. Het alcoholmisbruik wordt zodanig een sociale plaag, dat de overheid tegen het einde van de 19de eeuw maatregelen moet nemen. Voor-eerst maakt dat door de wet van 24 november 1871 het recht op de drankverkoop niet langer geldt als kiescijns. Met het verdwijnen van dit politiek misbruik is de toename van het aantal herbergen afge-remd. Andere maatregelen zijn het

Page 28: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

272016-270 Gerardimontium

Langs de grenzen van Schendelbeke

Freddy DE CHOU

Cultuurhistorische en natuurwandeling

Schendelbeke

Schendelbeke luidt in het Polypti-con van Lobbes (866-868): Scentlabeke of Scemtelebecke en in 1125 Scendel-bec. Het eerste deel van de plaats-naam is onduidelijk: schindelen ‘schijnen’? In het tweede deel vin-den we het Germaans baki ‘beek’. De betekenis zou dus kunnen zijn: plaats aan een glinsterend beekje.Gedurende de ancien régime was de heerlijkheid Schendelbeke ten persoonlijke titel in het bezit van de baron van Boelare. In de 17de en 18de eeuw vormde het met Vloerze-gem bestuurlijk één vierschaar.

Het station van Schendelbeke

Op 7 april 1855 wordt het gedeelte Aalst-Geraardsbergen van de spoorlijn Dender-en-Waas ingehul-digd. Schendelbeke krijgt een halte met een wachtershuis en een sein-huisje (kant ‘t Perron). In 1858 komt aan de overzijde een voorlopig haltestation. Het station, waarvan vandaag nog het hoofdgebouw en een aanbouw is behouden, dateert van 1888. Het werd opgericht vol-gens het standaardplan 1883 van de architect Robert van de groep Namen. Architect Robert gebruikte in het gebouw overvloedig veel kleurcontrasten tussen materialen:

Schendelbeke (Detail uit de Horenbault-kaart – 1596)Centraal staat de kerk van Schendelbeke afgebeeld. Helemaal links ervan op het kruispunt van de twee heerwegen vinden we de justitieplaats met twee galgen.

Page 29: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

28 Gerardimontium 2016-270

rode en gele baksteen en allerlei arduinen elementen. Het hoofdge-bouw met verdieping huisvestte, met uitzondering van een dienst-ruimte met bureau en loket, het ge-zin van de stationschef. Naast het hoofdgebouw voorzag Robert aan de ene zijde een lagere aanbouw, die eveneens tot de woning be-hoorde. Aan de andere zijde kwam nog een lagere aanbouw met de wachtzaal voor de reizigers, die door een brede gang in verbinding stond met de loketten, en twee magazijnen. Daarnaast voorzag hij de toiletten en een seinhuis.

De Sint-Amanduskerk

De kerk van Schendelbeke wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van 1139. De bisschop van Kamerijk bevestigt hierin het patronaatsrecht op de parochie van het kapittel van het Heilig Kruis van Kamerijk. Het middel-eeuwse kerkgebouw bestond uit een klein rechthoekig schip, een rechthoekig koor, een Mariakapel en een westertoren. Tijdens de godsdiensttroebelen op het einde van de 16de eeuw werd de kerk met de volledige inboedel verwoest. Het duurde ongeveer dertig jaar vooraleer alles opnieuw gerestau-reerd was. In de tweede helft van

de 18de eeuw kreeg het kerkge-bouw zijn huidige vorm: in 1757 een zijbeuk aan de zuidzijde, in 1762 een zijbeuk aan de noordzijde en in 1776 een ruimer koor. Ook de meubilering (altaren, biechtstoelen, preekstoel) in typische barokstijl dateert uit deze periode. Het P.C. Van Peteghem-orgel is van 1833. De kerk werd bij decreet in 2004 geklasseerd en werd onlangs gro-tendeels gerestaureerd. Het orgel werd in 2002 grondig vernieuwd.

Het Schendelbekeplein

Op het kerkplein staat nog een tweede geklasseerd gebouw: de pastorie. Dit gebouw werd door aannemer Benedictus Cock opge-trokken in de periode 1874-1876. De andere huizen op het plein hebben een verleden als herberg. De oudste is De Leeuw (rechtover de kerk, vermeld vόόr 1779), uit de 19de eeuw dateren Hoger Op – Te Kosters (huisnummer 4), De Croone (thans restaurant Het Borrenhof) en De Vrede (naast de Kerkborre). De thans nog bestaande herberg Onder de Toren dateert uit de jaren 1960.

Het klooster - de kloosterschool

Het initiatief voor het bouwen van een klooster en kloosterschool

werd in 1912 door de pastoor Achilles Callewaert en kanunnik Benedict Haelterman (afkomstig van Schendelbeke) genomen. Hier-toe werd een deel van het oude Hof De Stroopere aangekocht. Het klooster werd in 1914 gebouwd door de zusters van de Heilige-Kindsheid van Gent. De school bleef echter door het uitbreken van de oorlog onafgewerkt. Na de oorlog werd het klooster verkocht aan de zusters Franciscanessen van Gent. De gebouwen werden afge-werkt en ingehuldigd op 7 oktober 1920. Ze boden onderdak aan een gemengde bewaarschool en een lagere school voor meisjes. Vanaf 1979 bleef alleen de kleuterschool nog bestaan. De zusters verlieten definitief het klooster met Pasen 1982. De kleuterafdeling is van-daag een autonome school in de scholengroep van het Sint-Cathari-nacollege in Geraardsbergen.

Het Schendelbekeplein met de herbergen De Croone en Te Kosters in 1925. Foto genomen ter gelegenheid van de gouden bruiloft van het echtpaar Ivo Van Mello-Joanna Catharina Stecké.

Het klooster - 1920

Page 30: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

292016-270 Gerardimontium

Het gemeentehuis - de gemeente-school

In 1865 besloot de gemeenteraad om een nieuw gemeentehuis en gemeenteschool te laten bouwen. Hiertoe werden het jaar daarop diverse percelen aangekocht in de Dagmoedstraat. Het gemeentehuis en de school met onderwijzerswo-ning werden in 1868 gerealiseerd. De schoolmeesters van de aange-nomen private school, de gebroe-ders Van Lil, werden de eerste onderwijzers. In 1932 werd de school met een tweede verdieping uitgebreid. Onmiddellijk na de fusie met Geraardsbergen werd de gemeenteschool van Schendelbeke afgeschaft. De gebouwen doen nu dienst als buurthuis.

De Onze-Lieve-Vrouw van Lour-deskapel

In de Dagmoedstraat staat ter hoogte van de ‘tweede bareel’ de ‘Kapelle van Schendelbeke’. Deze fraaie neogotische Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskapel werd omstreeks 1890, samen met de Sint-Jozefkapel op het ‘Hof De Stroopere’ in de Dagmoedstraat en de Sint-Annakapel in de ‘Kat-testraat’, gebouwd door Benedic-tus De Stroopere, burgemeester van 1870 tot zijn overlijden in 1893.

De Onze-Lieve-Vrouwkapel en de Sint-Annakapel waren tot het midden van de jaren 1960 halten op de jaarlijkse processies op de zondag na Sacramentsdag (tweede donderdag na Pinksteren) en op Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart. In 1945 werd een gedenkplaat boven de inkomdeur aangebracht uit dank voor de bescherming van de parochianen tijdens W.O.II. In 1991

besluiten de eigenaars, afstamme-lingen van de familie De Stroopere, de “kapelle” te schenken aan de Kerkfabriek. In 1994 wordt ze vol-ledig gerestaureerd. Een buurtco-mité staat in voor het onderhoud en de versiering.

De meiboomplanting

Omstreeks 1900 ontstond in het so-cialistisch lokaal ‘De Meiboom’, bij Gildus De Vincke in de Kattestraat, de traditie om jaarlijks op de eerste zondag van mei een zilverberk, getooid met papieren bloemen en linten, aan ‘De Kapelle’ te planten. De meiboom werd vooreerst op een kar, voorafgegaan door een muziekvereniging en gevolgd door een menigte sympathisanten, door de straten van Schendelbeke gevoerd. Na het planten van de boom door de lokale mandataris-sen, volgden enkele toespraken door de aanwezige personaliteiten. Daarna volgde een volksfeest in de talrijke herbergen van het dorp. Het feest hield stand tot begin 21ste eeuw.

Gemeentehuis, gemeenteschool en schoolhuis vόόr 1930

Meiboomplanting 1938Aankomst van de stoet aan “De Kapelle”. Vooraan de fanfare De Werker uit Denderleeuw.

Page 31: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

30 Gerardimontium 2016-270

De Dries

De middeleeuwse dries was één grote open ruimte met aan de ene zijde een vijver en aan de andere zijde een graasweide overhoeks doorsneden door wegen. Later verloor de vijver zijn functie als laafplaats voor het vee, slibde dicht en werd in het interbellum volgebouwd.

Het kasteel van Schendelbeke

In de middeleeuwen stond op de linkeroever van de Dender het kasteel van de adellijke familie van Schendelbeke. Het wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van 1243. Rond 1300 werd de burcht waarschijnlijk grondig herbouwd door Jan Ghellinck, een rijke patriciër uit Geraardsbergen. In 1335 verkoopt Jan Hergoet het slot aan de baron van Boelare, maar de graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Nevers, oefent zijn voorkooprecht uit om er de hand op te leggen. In 1390 schenkt Filips de Stoute het kasteel terug aan de baronnen van Boelare. Tijdens de Gentse Opstand van 1452-1453 gebruiken de rebellerende Gen-tenaars de burcht als uitvalbasis. Filips de Goede verovert na drie dagen beleg op 27 juni 1453 het kasteel en laat het volledig ver-woesten. Het zal nooit worden heropgebouwd. Archeologisch onderzoek in 1971 en 2009 legde de funderingen bloot.

Het Schipken

Vόόr de bouw van het kasteel woont de familie van Schendel-beke in een toren op een eiland in de Dender. In 1453 wordt ook deze toren door Filips de Goede in puin gelegd. Het eiland blijft wel een leen van de heerlijkheid Schendelbeke. In de loop van de zestiende eeuw slibt de zuidelijke tak van de rivier dicht en is de buurt geen eiland meer. Het sta-tuut leen blijft wel gedurende de hele ancien régime behouden. Dat statuut zorgt er voor dat de locatie eeuwenlang in handen blijft van de aanverwante families Vanden Bruxkine en Van Mello (1626-1813). Op 25 januari 1813 wordt de hoeve en herberg Le Bateau gekocht door Jeanne-Françoise Spitaels, weduwe van Jean-François De Backer. In 1827 erft haar dochter Anne-Ghislaine De Backer, weduwe van Pieter De Portemont, het Schipken. Bij akte van nalatenschap wordt op 8 juli 1848 de hoeve toebedeeld aan Melanie-Gislena De Wolf-De Porte-mont. Deze verkoopt op 18 decem-ber van hetzelfde jaar de hofstede en herberg aan Franciscus Van Liefferinge-Paeleman, herbergiers uit Schendelbeke. Door erfopvol-ging gaan de eigendomsrechten in 1907 over naar Philogeen Van Liefferinge-Vanden Bossche en in 1964 naar Albinus Van Liefferinge-Carion. Ten slotte wordt ’t Schipken op 26 maart 1979 verkocht aan het Commissariaat-Generaal voor Toe-

risme, nu Vlaamse Gemeenschap, die er door de vzw De Gavers een jeugdherberg laat uitbaten.

De Koebrug en het Veer

Op 18 mei 1940 blaast het terugtrek-kende Engelse leger verschillende bruggen over de Dender op. Ook de Koebrug die voor de verbinding in-staat tussen de wijk Culve en de wei-den op de Gaver, wordt verwoest. Gedurende de ganse oorlog moeten de landbouwers om hun meersen te bereiken de omweg maken via de herstelde bruggen in Idegem en Schendelbeke. Om hieraan te verhelpen wordt onmiddellijk na de oorlog op initiatief van de Regie der Waterwegen een veer in gebruik genomen. Door de modernisering van de landbouwvoertuigen wordt in de jaren 1980-1990 het overzetten van dieren minder gevraagd. Het Vlaamse Gewest stopt dan ook met de uitbating van het veer. Geluk-kig springt het Provinciebestuur in de bres om het veer als toeristische attractie te behouden, weliswaar al-leen op zondagnamiddag tijdens het toeristisch seizoen.

De Culve

Vόόr 1796 behoorde de Culve, een smalle strook langs de huidige Ganzestraat en Driesstraat, bestuur-lijk tot de heerlijkheid Schendel-beke. Kerkelijk was de Culve door de Kulvestraat verdeeld onder de parochies Schendelbeke en Idegem. Op de hoek Driestraaat-Kulvestraat stond ooit de brouwerij De Smet (begin 18de eeuw tot 1842). Het vervallen huis verraadt door zijn zandstenen omlijstingen van deur- en vensteropeningen de vroegere standing. Aan de zijde van Schen-delbeke woonden verschillende generaties meiers van Schendelbeke. Op de twee hoeken van de Gan-zestraat stond een private kapel.

De windmolen van Vloerzegem

De boeren van Schendelbeke waren tot de tweede helft van de 18de eeuw voor het malen van hun graan ver-

De Dries ca. 1910

Page 32: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

312016-270 Gerardimontium

plicht de molen van Vloerzegem te gebruiken. Deze banmolen was sinds 1294 eigendom van de heer van Boelare. Hij stond op de hoek van de huidige Varingstraat en de Scheidweg (grens met Schendelbe-ke). De molen verdween omstreeks 1940.

Morenbroek

Tijdens de ancien régime vormde het gebied net over de Moene-broekbeek de heerlijkheid Moren-broeck. Dit was een leen van Marke en Ronne en afhankelijk van het huis van Heinsberg (Gullik). Paro-chiaal hoorde Morenbroek tot de parochie Ophasselt, maar had een eigen wijkkapel, toegewijd aan de Heilige Anna. Sommige Heren van Morenbroek werden begraven in de kerk van Schendelbeke.

Het Moenebroekreservaat

De vallei van de meanderende Moenebroekbeek (in Schendelbeke Bosbeek genoemd) bestaat uit zeer natte hakhoutbossen, natte gras-landen en hooimeersen. Het ge-bied heeft een hoge natuurwaarde door zijn rijke flora en fauna. Sinds 1990 worden systematisch perce-len in het gebied aangekocht door Natuurpunt (en voorgangers) met

het oog op een goed beheer van het natuurreservaat Moenebroek.

Freddy DE [email protected]

BibliografieM. CoCk, F. de Chou (red.), Schendelbeke, van Prehistorie over Scentlabeke tot Heden, Tentoonstellingscatalogus, Schendel-beke, 1978.F. de Chou, De gehangene van Schendel-beke. Een negentiende-eeuws geromantiseerd verhaal over de verwoesting van het kasteel in 1453, in Gerardimontium, nr. 258 (2014), p. 13-19.F. de Chou, 12 Historische Hoeven uit Ger-aardsbergen, in Toeristische Kalender 1986, V.V.V., Geraardsbergen, 1986.h. de bot, Stationsarchitectuur in België. Deel I, 1835-1914, Turnhout, 2002.y. de sChinCkel, Schendelbeke. In vorige eeuwen, Schendelbeke, 2006.h. Van mello, Schendelbeke. Heden en verleden, Schendelbeke, 1984.F. de Potter, J. broeCkaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaan-deren, Vijfde reeks, Arrondissement Aalst, Vierde deel, Schendelbeke, Gent, 1900.

De windmolen van Vloerzegem, centraal net boven de ‘Heerwech’, op de kaart van Horenbault van 1596

Page 33: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

32 Gerardimontium 2016-270

GeraardsbergenActueel

Dariëlle ROLLIER

De Beiaard, 14 oktober 2016

Page 34: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

332016-270 Gerardimontium

De Beiaard, 6 oktober 2016

Page 35: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

34 Gerardimontium 2016-270

De Beiaard, 25 november 2016

De Beiaard, 18 november 2016

Page 36: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

352016-270 Gerardimontium

Het Nieuwsblad, 1 oktober 2016

Page 37: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

36 Gerardimontium 2016-270

Aktueel, 19 oktober 2016

Het Nieuwsblad, 19 oktober 2016

Page 38: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

372016-270 Gerardimontium

De Beiaard, 10 november 2016

Page 39: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

38 Gerardimontium 2016-270

De Beiaard, 18 november 2016

Page 40: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

392016-270 Gerardimontium

Lidmaatschap 2016

Men wordt of is lid van Gerardimontium door betaling van een jaarlijkse bijdrage op de bankrekening van Gerardimontium rekeningnummer: BE 49 4431 6807 8171 BIC:KRED BE BB met de melding; NIEUW LID + Naam en postadres

GerardimontiumGerardimontium hoe te verkrijgen?

Overboelare: Creatief Vosje Hogeweg 22A

Moerbeke: ‘t Boeketje Edingseweg 297

Geraardsbergen Standaard Boekhandel Oudenaardsestraat 32

Geraardsbergen: Dagbladwinkel Koen Lessensestraat 137

De namen van donateurs, beschermleden evenals van steunende leden worden gepubliceerd tenzij anonimiteit wordt gewenst. Het lidmaatschap geeft ipso facto recht op ons tijdschrift dat gratis thuis wordt bezorgd.

België

19 €27 €38 €

55 €

Overige landen

30 €38 €49 €

66 €

AndereEU-landen

26 €34 €45 €

62 €

Gewoon lid Steunend lidBeschermend lidDonateur vanaf

Gerardimontium, ISSN 1780-3624, verschijnt op het einde van elke pare maand. Er zijn zes nummers per jaar. Het wordt uitgegeven in A4-formaat en telt ten minste 44 bladzijden. Het wordt gedrukt met de steun van het Geraardsbergse Stadsbestuur en de Provincie Oost-Vlaanderen.

Redactiesecretaris: Jacques De Ro. Vormgeving en opmaak: Jan Coppens. Druk: Van de Maele, Geraardsbergen.Oplage 600 exemplaren.

Losse nummers zijn te verkrijgen zolang de voorraad strekt tegen: 2,50 euro jaargang 1997 t.e.m. 2001 3,50 euro jaargang 2002 t.e.m. 2008 4,00 euro jaargang 2009 t.e.m. 20144.50 euro vanaf jaargang 2015 Exclusief portkosten

Losse nummers van ons tijdschrift zijn ook te verkrijgen in volgende boek- en dagbladwinkels:

Page 41: Tweemaandelijks tijdschrift € 4,50 P.B. 9500 ......Redactieraad: Jacques De Ro (redactiesecretaris), Marc van Trimpont, Freddy De Chou, Christ van Cauwenberge, Dirck Surdiacourt,

40 Gerardimontium 2016-270

steunt Gerardimontium, de Geraardsbergse vereniging

voor lokale geschiedenis

Wanzeele & Van Crombrugge_________________________________

Geldplaatsingen sinds 1931

Stationsplein 119500 Geraardsbergen

Tel. 054 41 22 85Fax. 054 41 00 68