TIJDLIJN Romantiek tot surrealisme Danielle Meijer ivk31a
TIJDLIJN
Romantiek tot surrealisme
Danielle Meijer ivk31a
ROMANTIEK ± 1800 – 1870
ALGEMEEN De Romantiek is vooral groot in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Er wordt grote waarde gehecht aan gevoelsbeleving. Kenmerken van deze periode zijn onvrede met de werkelijkheid, de vlucht naar het verleden (vaak Middeleeuwen) en hernieuwde belangstelling voor religie.
BOUWKUNST In de bouwkunst is het geen echte eenheid. Verschillende Neo-‐stijlen worden naast elkaar toegepast. Hieronder ook Neo-‐Gotiek, Neo-‐Renaissance en Neo-‐Barok. Er is een toepassing van exotische vormgeving in de architectuur en de Engelse landschapstuin wordt vaak aangelegd rondom villa’s. Deze is vaak voorzien van Kunstmatige ruïnes, rotspartijen en watervallen.
BEELDHOUWKUNST In de beeldhouwkunst gebeurt er weinig noemenswaardigs. Vooral nationale gevoelens en natuurbeleving worden weergegeven.
SCHILDERKUNST In de schilderkunst ontstaat er een nogal dramatische verbeeldingswijze. De thema’s zijn onder andere de uitbeelding van het doodsverlangen, dramatisch en overweldigend weergegeven natuurlandschappen met de mens als nietig wezen weergegeven en de uitbeelding van heroïsch weergegeven historische politieke gebeurtenissen. In deze tijd ontstaat een groep kunstenaars waarbij zuivere vormen,, heldere kleuren en belangstelling voor al het ambachtelijke centraal staan. Zij worden nu de Pré-‐Rafaëlieten genoemd.
BOUWKUNST De belangrijkste kunstenaars voor de bouwkunst uit deze tijd zijn Cuypers, Nash en Viollet-‐le-‐Duc. Eugène Viollet-‐le-‐Duc werd bekend door zijn restauraties en was een aanhanger van de Neo-‐Gotiek. Daarnaast was hij een van de eersten die staal gebruikte. Hij was er van overtuigd dat vorm uit functie moest voorkomen, dit betekend dat hij een aanhanger was van het Rationalisme. Zijn bekendste restauratiewerk was wel de restauratie van de Notre Dame in Parijs.
BEELDHOUWKUNST Voor de beelhouwkunst is de belangrijkste naam om te onthouden Rude. In 1812 ontving François Rude de Grans Prix de Rome. Daarna kreeg hij verschillende grote opdrachten, waaronder de fries en een beeldengroep van de Arc de Triomphe.
SCHILDERKUNST De belangrijkste schilders van de Romantiek zijn Goya, Constable, Turner, Géricault en Friedrich. Francisco Goya was hofschilder van Karel IV van Spanje. Veel van zijn werk hangt nu in Museo del Prado in Madrid. Goya ondermijnde eigenlijk al de tradities van zijn tijd en zijn werk wordt ook wel gezien als Pré-‐Expressionistisch.
Afb 1. Eugène Viollet-‐le-‐Duc – Restauratie Notre Dame Afb. 2. François Rude – Reliëf Arc de Triomph, Het vertrek van de Vrijwilligers.
Afb. 3. Francisco Goya – Coloso (The Giant)
REALISME ±1859 -‐ 1870
ALGEMEEN Onder invloed van de maatschappelijke ontwikkelingen ontstaat er steeds meer belangstelling voor de gebeurtenissen en de realiteit van het heden. Verschillende factoren die een rol spelen zijn het positivisme en de aandacht voor het individu.
BOUWKUNST Er is een controverse tussen ingenieurs en architecten. Ingenieurs gebruiken vooral staal waar architecten liever werken met steen. In de tijd van het realisme is er een enorme groei aan openbare gebouwen zoals fabrieken, spoorwegstations, warenhuizen, bruggen, etc. Nieuwe bouwtechnieken leiden tot een zakelijker aanpak van bouwkunst. Functionalisme en standaardisatie worden belangrijker en glas, gietijzer en later staal worden meer gebruikt.
BEELDHOUWKUNST In de beeldhouwkunst is er wederom weinig te melden. De kunstenaars richten zich op de eigentijdse werkelijkheid en verbeelden onder andere het leven van arbeiders.
SCHILDERKUNST De schilderkunst krijgt tijdens het realisme duidelijk een sociaal karakter. De nadruk wordt gelegd op de verschijning van mensen en dingen. De schilders beginnen met het schilderen en plein air, wat betekend dat ze echt buiten gingen schilderen, in plaats van in een atelier. Realisten zien het als hun taak om alleen datgene te schilderen dat ze met hun eigen ogen kunnen zien. Rond 1830 ontstond de school van Barbizon, aanhangers hiervan waren gespecialiseerd in landschapskunst.
BOUWKUNST De belangrijkste bouwkundige uit het Realisme is Paxton. Hij was in feite een Britse tuinman. Beroemd is hij echter geworden door het ontwerpen van The Crystal Palace voor de Wereldtentoonstelling van 1851. Hij ontwierp nog enkele andere gebouwen, maar bleef toch bovenal geïnteresseerd in het aanleggen van tuinen.
SCHILDERKUNST Belangrijke schilders uit het Realisme zijn Corot, Courbet, Millet, Daumier en Menzel. Courbet had het erg moeilijk in zijn tijd. Zijn schilderijen werden niet geaccepteerd door de Salons. Het schilderij De begrafenis te Ornans werd later toch toegelaten maar kreeg veel kritiek. Hij had namelijk alleen een begrafenis tafereel afgebeeld, en niet het moment tussen het aardse en hemelse leven. Het schilderij was dus a-‐religieus, dit was onacceptabel vonden velen. Een bekend schilderij van Millet is De Arenleesters. Ook dit schilderij zorgde voor veel ophef. Het werk van de Realisten was, zoals eerder genoemd, a-‐religieus en gaf gewone, alledaagse taferelen weer. Het ging in tegen de academische kunst en dat werd hun niet in dank afgenomen.
Afb. 4. Joseph Paxton – The Crystal Palace
Afb. 5. Gustave Courbet – Begrafenis te Ornans
Afb. 6. Jean-‐François Millet – De Arenleesters
IMPRESSIONISME 1870 – 1910
ALGEMEEN Het impressionisme is een stroming die vooral tot uiting komt in de schilderkunst. Het is een reactie op de heersende academische kunst. Het is een poging om het moment vast te leggen (Fotografie) en kunstenaars gebruikten onderwerpen uit hun directe omgeving. Impressionisme is nu nog steeds een erg populaire stijl. Het spreekt mensen aan en is ongedwongen. In sommige landen is wordt deze schilderstijl gezien als het hoogtepunt van de kunstgeschiedenis.
BEELDHOUWKUNST De beeldhouwkunst is in het Impressionisme vrijwel niet vertegenwoordigd. Er zijn een paar kunstenaars die zich bezig hielden met Impressionistische beelden, maar hun namen zijn niet officieel verbonden aan de stroming.
SCHILDERKUNST Licht en atmosfeer zijn erg belangrijk bij Impressionisme. Het gaat echt om het vastleggen van het moment, de lichtval, de precieze kleuren. Ook de schaduwen werden niet meer weergegeven als zwart of grijs, maar met kleuren. De schilders gingen buiten schilderen, en plein air, en maakten gebruik van abrupte afsnijdingen en toevallige composities. De werken moesten echt de impressie van het moment weergeven, niet de werkelijkheid.
BEELDHOUWKUNST Zoals eerder vermeld zijn er niet echt kunstenaars die officieel verbonden zijn met het Impressionisme. Één kunstenaar wordt echter in de kunstgeschiedenis wel gezien als een impressionist; Auguste Rodin. Rodin bevrijd de beeldhouwkunst van de academische starheid en introduceert vloeiende vormen en een levendige oppervlaktebewerking. De beelden van Rodin hebben altijd een innerlijke betekenis en sterke emotie. Ze lijken te bewegen en zien er uit alsof ze snel gemaakt zijn, als een momentopname. Dat is ook de reden waarom Rodin veelal toegeschreven wordt aan het Impressionisme.
SCHILDERKUNST Er zijn vele bekenden Impressionistische schilders. De bekendste zijn Monet, Manet, Degas, Renoir, Mauve, Toulouse-‐Lautec, Breitner, Mesdag en Israëls. Degas is bekend om zijn ballerina’s en Monet’s waterlelies zijn legendarisch. Deze twee schilders waren het, samen met Degas, Pisarro, Sisley, Morisot, Cézanne en vele anderen, die een eigen tentoonstelling organiseerden, buiten de Salon om. Ze stelden hun controversiële werken tentoon en trokken zich niets aan van de kritiek. De naam Impressionisme was aanvankelijk een scheldnaam, verzonnen door een criticus als reactie op het werk van Monet; Impressie, Zonsopgang.
Afb. 7. Auguste Rodin – Femme Auccroupie Afb. 8. Edgar Degas – Ballet Dancers
Afb. 9. Claude Monet – Impressie, Zonsopgang
POST-‐IMPRESSIONISME 1884 – 1900
ALGEMEEN Het Post-‐Impressionisme was weer een reactie op het Impressionisme. Het impressionisme heeft weinig geestelijke inhoud en richt zich meer op het visuele. In het Post-‐Impressionisme is die geest wel belangrijk. Ook is er meer aandacht voor vorm. Er wordt voortgebouwd op het kleurgebruik van de Impressionisten, zwart wordt niet gebruikt. Er is grote invloed vanuit Japanse en Afrikaanse kunst.
SCHILDERKUNST Het Post-‐impressionisme was enkel een stroming in de schilderkunst. Geen enkele vorm van architectuur, beeldhouwkunst of toegepaste kunst hoort bij deze stroming. Opvallend in het Post-‐Impressionisme is de grote verscheidenheid aan stijlen binnen deze stroming, daarom is het ook moeilijk om duidelijk vast te leggen welke schilders wel en niet behoren tot het Post-‐Impressionisme. Van Gogh bijvoorbeeld, hij wordt zowel aan het Impressionisme als Post-‐Impressionisme toegeschreven. In het Post-‐Impressionisme wordt de kleurvlek-‐techniek van Newton consequent toegepast op grond van de wetenschappelijke kleurentheorie. Er wordt veel geëxperimenteerd met kleur. Ook ontstaat de stippeltechniek in deze periode, ook wel Pointillisme genoemd.
SCHILDERKUNST belangrijke kunstenaars van het Post-‐Impressionisme zijn Van Gogh, Gaugin, Cézanne, Seurat en Signac. Van Gogh is een kunstenaar die moeilijk te classificeren is. Hij werd als jonge man sterk beïnvloed door impressionisten. Tijdens zijn verblijf in Parijs ontmoette hij onder andere Degas, Gaugin, Seurat en Pisarro. Ook ontwikkelde hij daar zijn interesse voor de Japanse Houtsneden. Hij maakte verschillende werken geïnspireerd op deze Japanse werken, het gebruik van deze Japanse kunst wordt ook wel Japonisme genoemd.
Afb. 10. Vincent van Gogh – De Roze Perikboom Afb. 11. Georges Seurat -‐ Chahut
SYMBOLISME ±1885 – 1900
ALGEMEEN
Ook het Symbolisme is, net als het Post-‐Impressionisme, een reactie op het “te oppervlakkige” Impressionisme. Ook wordt het Symbolisme wel eens gezien als een onderstroming van het Post-‐Impressionisme. Het Symbolisme is een stroming die beperkt is tot de kunstvormen literatuur, schilderkunst en beeldhouwkunst. Kunstenaars die het Symbolisme aanhangen proberen door het gebruik van symbolen hun kunstwerken meer betekenis te geven, ze proberen hun gevoelens uit te drukken met deze symbolen. Religieuze werken en kerkgebouwen zijn bijvoorbeeld geen onderdeel van het Symbolisme, hier is namelijk wel gebruik van symbolen, maar niet met het doel om gevoel uit te drukken. Gevoel is een essentieel deel van Symbolisme.
BEELDHOUWKUNST Alhoewel Symbolisme in de beeldhouwkunst wel gerepresenteerd was, is er niet veel bekend over deze werken. Symbolisme is wederom veel belangrijker en beter vertegenwoordigd in de schilderkunst.
SCHILDERKUNST Het schilderij is in het Symbolisme niet enkel meer een voorstelling, maar een gebeurtenis. Een gebeurtenis die in de verbeelding opnieuw beleefd moet worden. Ook verbeelden Symbolistische schilderijen vaak droombeelden.
BEELDHOUWKUNST Kunstenaars die bekend zijn geworden met hun Symbolische beeldhouwkunst zijn Maillol, Lehbruck en Minne. Maillol studeerde aanvankelijk schilderkunst aan de École des Beaux Arts, maar is in 1895 toch beeldhouwkunst gaan studeren onder Émile-‐Antoine Bourdelle. Een van zijn beelden staat hedendaags in de beeldentuin van het Kröller-‐Müller Museum in Otterlo.
SCHILDERKUNST Bekende Symbolistische schilders zijn Blake, Munch en Ensor. Munch is vooral bekend geworden met zijn schilderij De Schreeuw. William Blake was naast schilder, ook tekenaar, schrijver, dichter en graveur. Een man van vele talenten dus. Blake had een erg mystieke inslag in zijn werk, zowel in zijn schrijven als in zijn schilderwerk.
Afb. 12. Artistide Maillol – De Lucht Afb. 13. Edward Much – De Schreeuw Afb. 14. William Blake – De Schepper van de Materiële wereld
ARTS AND CRAFTS ±1850 -‐ 1900
ALGEMEEN De Arts and Crafts beweging was een sociale en artistieke beweging die begon in Engeland in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgelingen waren niet alleen kunstenaars, architecten en ontwerpers, maar ook schrijvers, ambachtslieden en filantropen. Het was meer een geheelbeeld en een levensstijl dan een kunststroming. De aanhangers van deze filosofie hadden niet zozeer een zelfde stijl, maar eerder een zelfde doel; namelijk: ‘De wens om de hiërarchie binnen de verschillende kunsten te doorbreken, om traditioneel handwerksnijverheid te doen herleven en weer waardigheid te geven en kunst te maken die voor iedereen betaalbaar was’.
BOUWKUNST Er is weer aandacht voor traditionele bouwmethoden. Er zijn geen pretentieuze façades meer en er is aandacht voor structuur en lokale materialen. Het ontwerp is vaak gericht op lokale vormgeving. Daarom is er niet echt een specifieke stijl aan te wijzen die hoort bij arts and crafts, het is elke keer gebaseerd op wat er in de omgeving “hoort”.
TOEGEPASTE KUNST Het maken van toegepaste kunst is een belangrijk onderdeel van Arts and Crafts. Kunstenaars richten zich op het maken van mooie, nuttige en betaalbare objecten zodat kunst voor iedereen bereikbaar zou worden. Er werden dus vooral huishoudelijke producten gemaakt zoals meubels, (wand)tapijten, glas-‐in-‐lood, bekledingsstoffen, tegels en behang.
BOUWKUNST Philip Webb is een architect van Arts en Crafts. Als hij van zijn vriend Morris de opdracht krijgt om een huis voor hem te bouwen, is het resultaat Het Rode Huis in Bexley Heath, Kent. Dit huis heeft zijn naam te danken aan de rode bakstenen die zijn gebruikt. Het huis wordt gezien als een mijlpaal binnen de Arts and Crafts beweging vanwege zijn vloeiende ontwerp, traditionele bouwmethode en bijzondere locatie. Het huis werd omschreven als zijnde “meer een gedicht dan een huis”.
TOEGEPASTE KUNST in 1861 stichtten Morris, Webb, Rosetti, Burne-‐Jones, Brown, Faulkner en Marshall de fabricage-‐ en kunstnijverheidsfirma Morris, Marshall, Faulkner & co op. (Later Morris & co.) De structuur van deze fabriek was gebaseerd op de middeleeuwse Gilden waarin de arbeiders het werk zowel ontwierpen als uitvoerden. Het doel was betaalbare kunstobjecten te maken waardoor kunst voor iedereen bereikbaar zou worden. In deze tijd was het dus mogelijk om in een huis te wonen dat was ontworpen door Webb met behang van Morris en schilderijen van Burne-‐Jones.
Afb. 15. Philip Webb – Het Rode Huis
Afb. 16. William Morris – Ontwerp behang
JUGENDSTIL (ART NOUVEAU) 1890 – 1910
ALGEMEEN Aanhangers van de Jugendstil waren kunstenaars die alle neo-‐stijlen afwezen. Zij vonden in de natuur een nieuwe inspiratiebron voor hun kunstuitingen en de vormgeving had vaak een symbolische betekenis. Ze streefden naar een eenheid in de kunst, schoonheid en functionaliteit moesten samengaan. In Nederland wordt de Jugendstil ook wel slaoliestijl genoemd.
BOUWKUNST De gebouwen van de Jugendstil kennen veel toepassing van gietijzer en hebben vaak asymmetrische gevels. Golvende lijnen overheersen in het ontwerp en er is veel versiering aan de gevels, maar ook in het interieur van de gebouwen. Organische vormen domineren. Beeldhouwkunst is over het algemeen onderdeel van de architectuur.
SCHILDERKUNST In deze stroming is de schilderkunst vaak decoratief en illustratief. Affichekunst en boekillustraties zijn dingen waar de kunstenaars zich mee bezig houden. Ook hierin overwegen de golvende lijnen en de organische kracht van planten wordt vaak als uitgangspunt genomen. In deze periode beleeft ook de steendruk (Lithografie) zijn hoogtepunt.
TOEGEPASTE KUNST Oude handwerkstechnieken komen weer tot bloei. Glas en emaille worden gebruikt voor het maken van lampen, vaatwerk en sierraden. Ook glas in lood wordt weer populair. Gietijzer wordt veel gebruikt voor geveldecoraties, hekwerken en trapleuningen. Alles met de zelfde inspiratie uit de natuur met vloeiende, golvende lijnen.
BOUWKUNST De waarschijnlijk meest beroemde architect uit de Jugendstil is Antoni Gaudi met zijn bekendste werk, de Sagrada Familia in Barcelona. Deze basilica was een opdracht van een rooms-‐katholieke broedergenootschap ter ere van de Heilige Josef. Gaudi is voor deze opdracht zelfs persoonlijk langs de deuren om geld op de halen en heeft zijn laatste jaren gewoond op het bouwterrein van deze kathedraal. Er wordt tot op de dag van vandaag nog steeds aan doorgebouwd en de vraag is of hij ooit af zal komen.
SCHILDERKUNST Twee kunstenaars bekend van Art nouveau zijn Jan Toorop en Aubrey Beardsley. Jan Toorop wordt tot vele stijlen gerekend, waaronder symbolisme en impressionisme. Hij was echter ook erg actief in de Jugendstil. Dit is goed te zien in de lithografie die hij maakte voor de NOF ter promotie van Delftsche Slaolie. Het was deze lithografie waardoor de Nederlandse Art Nouveau ook wel slaoliestijl wordt genoemd.
TOEGEPASTE KUNST Tiffany lampen, nog steeds zijn ze razend populair. Louis Comfort Tiffany is beroemd geworden met zijn gebrandschilderde glas dat hij onder andere gebruikte in zijn lampen in art nouveau stijl. Tiffany is de gene die er in is geslaagd om vijf verschillende kleuren te mengen voor glas, een prestatie die tot op heden de kijk op glaskunst heeft veranderd.
Afb. 17. Antoni Gaudi – Sagrada Familia
Afb. 18. Jan Toorop – Lithografie Delftsche Slaolie
Afb. 19. Louis Comfort Tiffany -‐ Lamp
ART DECO 1910-‐1940
Art Deco is ontstaan uit de invloeden van de wiener sezession en de art nouveau stijl en dan vooral uit de toegepaste kunst. Het wordt toegepast in geometrische vormen, en van vormen uit de natuur. Er wordt veel gebruik gemaakt van felle, primaire kleuren, zwart, zilver, metaal of chroom. Qua vorm en kleur worden ornamenten van art deco geïnspireerd uit de kunst van oude culturen zoals Egypte en Mexico. Het werd gezien als een chique stijl. Veel franse topontwerpers zijn begonnen in deze stijl. In Amerika en Europa word het veel gebruikt in kleding, gebruiksvoorwerpen, meubels, interieurs, gebouwen en schepen. Kenmerken
• Felle kleuren • Primaire kleuren • Geometrisch vormen • Luxe uitstraling • Exclusieve materialen
TUSCHINSKYTHEATER
Het Tuschinskytheater is van 1919-‐1921 ontworpen door Abraham Tuschinsky. Hij werkte eerst als keermaker, maar ontdekte zijn passie voor films pas later. Hij vond films zo inspirerend en leuk, dat hij een filmhuis ontwierp waar mensen de werkelijkheid even konden vergeten. Het gebouw zou er van binnen en buiten uit moeten zien als een rijk uitgedoste dame. Van buiten heeft het gebouw veel bijzondere dingen, veel torentjes, geglazuurde tegels en beeldhouw werkjes. Het is het meest opvallendste gebouw van Amsterdam
Binnen is er gebruik gemaakt van het allermooiste tropische haardhout, fijn gesneden glas en rijkelijk versierde tapijten. Hier zie je de felle primaire kleuren van Art Deco veel terug komen In deze tapijten zitten veel afbeeldingen van betekenissen verborgen. Hier hield Tuschinsky van. Zo zijn er op de muur veel pauwen afgebeeld. Deze hebben de betekenis onsterfelijkheid. En op de vloer in de binnenkomst hal is een grote adelaar afgebeeld. Dit is het symbool van zijn vaderland, Polen. Op de gang heeft hij veel afbeeldingen van vlinders, vrouwen vlinders. Zo hadden de gasten tijdens het wachten ook wat te bekijken. In 2000 werd de hele bioscoop opgeknapt en toen ze het behang eraf gingen halen kwamen ze erachter dat daarachter allemaal prachtige wandschilderingen zaten. Die hebben ze nu laten zitten De bouwstijl is een mix van Jugendstil, Amsterdamse school en Art Deco.
PAUW, ONSTERFELIJKHEID DE ADELAAR PLAFOND BESCHILDERING
DE VERBOUWING DE VERBOUWING
DE VLINDERS
BOUWKUNST HET RIALTO IN AMSTERDAM Rialto is een bioscoop aan de Ceintuurbaan 338 in de Amsterdamse wijk De Pijp. Rialto vertoont kwalitatief hoogwaardige, vernieuwende films van filmmakers uit alle uithoeken van de wereld voor een breed, divers publiek. Het organiseert geregeld festivals en bijzondere evenementen, zoals lezingen, discussies en in leidingen bij vertoonde films. Bij het filmhuis werken meer dan vijftig vrijwilligers. Ook wordt er tweejaarlijks het CinemAsia filmfestival gehouden. Het gebouw waarin Rialto gevestigd is, werd gebouwd in 1920 en is ontworpen door architect Jan van Schaik in opdracht van filmliefhebber Anton Pieter du Mée. Sinds 1982 is de bioscoop in gebruik van de Stichting Amsterdams Filmhuis. De bioscoop telt drie zalen en daarnaast een café.
CITY THEATER Het City Theater is een bioscoop aan het Kleine-‐Gartmanplantsoen 15-‐19 in Amsterdam, op 40 meter van het Leidseplein en schuin tegenover De Balie. Sinds 1995 is bioscoopketen Pathé de eigenaar. Begin 2007 werd het gebouw gesloten voor een grootscheepse verbouwing. Op 2 december 2010 openden de deuren opnieuw met een mix van film, arthouse en theater.
Het gebouw bracht technische vooruitgang op de terreinen van de akoestiek, geluidsisolatie, warmte-‐isolatie, ventilatie en andere klimaatbeheersing avant la lettre. Ook de automatische sprinklerinstallatie was een noviteit. Het meubilair, de
wand-‐ en vloerbedekking werden verzorgd door de bekende Haagse meubelfabriek van Pander en Zonen, met een groot aantal geglazuurde tegeltjes van De Porceleyne Fles uit Delft.
Ook de vormgeving was vooruitstrevend, in het bijzonder de hoge en strakke voorgevel was een opvallende verschijning in het klassieke Amsterdamse beeld van grachtenpanden ter rechterzijde en de Stadsschouwburg aan de linkerhand. Het imposante bouwvolume was samengesteld uit twee kubistische elementen. Het gevelvlak werd effectief doorbroken met een lange, smalle wenteltrap in een glazen toren die 's avonds van binnenuit werd verlicht.
EXPRESSIONISME 1910-‐1920 Het expressionisme is ontstaat in het begin van de twintigste eeuw. Expressionisten waren kunstenaars die niet streefden naar de weergave van de zichtbare werkelijkheid, maar naar de uitdrukking van hun eigen emoties. Ze drukken hun gevoelens uit op een ongeremde wijze door middel van felle kleuren en krachtige vormen. SCHILDERKUNST Fauvisten In 1905 zette een jonge schilder genaamd Henri Matisse de kunstwereld in Parijs op zijn kop met de expositie van zijn kleurrijke schilderijen op de Herfstsalon te Parijs. Na zijn expositie werd hij door traditionele kunstkenners ook wel ‘Fauves’ genoemd. Mensen vonden dat hij met zijn gedurfde kleurgebruik, robuuste vormen en grove penseelstreken als een beest te keer was gegaan in zijn schilderijen. Vanaf die tijd werden alle kunstenaars die deze manier van schilderden gebruikten,’ fauvist’ genoemd. Hieronder volgen enkele afbeeldingen met schilderijen van fauvist Henri Matisse, en Maurice De Vlaminck.
Expressionisten laten zich vooral inspireren door het landschap, stadsgezichten, interieurs en mensfiguren.
De kleuren van het schilderij op bovenstaande afbeelding zijn fel en niet natuurgetrouw.
Henri Matisse Maurice de Vlaminck
Behalve in Parijs waren er ook expressionisten in Duitsland die de kunstenaarsvereniging ‘Die Brücke’ op hadden gericht. 1905 – 1913
Deze expressionisten brachten dwars tegen alle artistieke tradities en maatschappelijke normen in, zo treffend en direct mogelijk hun emoties en gevoelens in hun schilderijen tot uitdrukking.
In 1911 richtten de expressionisten Franz Marc en Wassily Kandinsky een nieuwe kunstenaarsgroep op, die ‘Der Blaue Reiter’ werd genoemd. 1911 – 1915
De kunstenaars van Der Blaue Reiter waren in tegenstelling tot Die Brücke geen hechte groep, en spontaniteit speelt een belangrijke rol in hun werk. De expressionisten van Die Brücke maakten dus veel poëtischer, kleurrijker en vrolijker werk.
Verdere bekende expressionisten van die tijd waren Barlach, Schmidt-‐Rottluff, Kollwitz, Lehnbruck en Brancusi. Zij kregen hun bekendheid als expressionistische beeldhouwers.
Mendelshon, Poelzig en Steinger zijn de bekendste Duitse expressionistische architecten, terwijl Michel de Klerk, Kramer en Van der Mey hun bijdrage leverden aan het expressionisme in de Nederlandse architectuur.
Franz Marc Wassily Kandinsky
DER BLAUE REITER 1911-‐1915 De abstracte compositie op de afbeelding (links) is geschilderd door de in Rusland geboren – en door de daar aanwezige volkskunst geïnspireerde – expressionist Kandinsky. In dit schilderij is geen herkenbare voorstelling te ontdekken. Kandinsky, die bevriend is de met de avant-‐gardecomponist Schonberg, heeft zich bij het maken van dit schilderij laten inspireren door de muziek. Rechts zie je drie paarden in een landschap van bomen staan. De natuur is een geliefd thema van de schilders van Der Blauwe Reiter
Vormgeving De regelmatige herhaling van vormen en kleuren in de compositie zorgt voor een dynamisch en ritmisch effect. Onder invloed van het fauvisme zijn voornamelijk primaire en secundaire kleuren gebruikt. In het schilderij van Franz Marc overheersen de vloeiende lijnen en organische vormen. De sterk vereenvoudigde geometrische vormgeving, met de cirkelvorm als uitgangspunt, is beïnvloed door het kubisme, terwijl in sommige schilderijen van Marc de invloed van het futurisme zichtbaar is. De olieverf is in duidelijk zichtbaar gebleven toetsen, pasteus en dekkend aangebracht. Functie De harmonie tussen de vormen en kleuren in het schilderij van Kandinsky wordt niet bepaald door de toevalligheden van de zichtbare werkelijkheid, maar is louter en alleen gebaseerd op de beeldende werking van pure kleuren en abstracte vormen. Het kleurgebruik in het schilderij van Marc is symbolisch. Het blauw van de paarden benadrukt de robuustheid en oerkracht van deze dieren.
Franz Marc, kleine blauwe paarden
ARCHITECTUUR
In tegenstelling tot de expressionistische schilder en beeldhouwer, moet de expressionistische architect bij het uitdrukken van zijn emoties en gevoelens rekening houden met de functionaliteit, het materiaal en de constructie van een gebouw. Ondanks de beperkingen die deze eisen met zich meebrengen, zien diverse architecten kans met behulp van baksteen of gewapend beton gebouwen te realiseren met een expressieve uitstraling. De organische vormgeving van het in gewapend beton opgetrokken goetheanum van Rudolph Steiner is een van de voorbeelden van expressionistische architectuur.
Opvallende torens, plastische muurvlakken, banden van verticaal geplaatste dakpannen en decoratief metselwerk met verschillende kleuren baksteen zijn typerend voor deze gebouwen.
Het wooncomplex; ‘Het Scheep’, op de afbeelding hieronder dankt haar naam aan de scheepsrompachtige vorm, en maakt door de decoratieve, organische vormgeving een plastische, dynamische indruk.
Het Goetheanum is bedoeld als wereld-‐lichttempel van de antroposofie, waarvan Steiner de grondlegger is. De organische vormgeving van het Goetheanum weerspiegelt het filosofische principe van de dynamische groei in de natuur, dat een wezenlijk onderdeel vormt van de leer van de antroposofie. Steiner, die in een nieuw spiritueel tijdperk gelooft, wil door zijn organische architectuur de mensheid geestelijk bevrijden.
BEELDHOUWKUNST Voorstelling De Duitse expressionistische beeldhouwer Barlach heeft een zingende man in uiterste concentratie uitgebeeld hiernaast. De houding en het gezicht van de man drukken zijn vreugde en toewijding tijdens het zingen uit. Het beeld van de Roemeense beeldhouwer Brancusi op de onderstaande afbeelding stelt een man en vrouw voor die elkaar een kus geven.
Vormgeving De expressieve vormgeving van het beeld van Barlach is kenmerkend voor de expressionistische beeldhouwkunst. Om de gevoelens van de zingende man zo goed mogelijk tot uitdrukking te brengen heeft hij de vormen vereenvoudigd en gestileerd (een bepaald vormkarakter tot uitdrukking laten komen). Het bronzen beeld van is tamelijk glad afgewerkt, terwijl in het oppervlak of de huid van het met beitels uit steen gehakte beeldhouwwerk van Brancusi de sporen van de bewerking zichtbaar zijn. De eenvoudige vormgeving weerspiegelt de invloed van de expressieve, primitieve Afrikaanse beeldhouwkunst, en de decoratieve vormen van de Roemeense volkskunst.
Functie Het beeldhouwwerk op hierboven is geen realistische kopie van de werkelijkheid, maar drukt de gevoelens en de beleving van de expressionistische beeldhouwer uit. De maker van het beeld op afbeelding 10 heeft, door middel van stilering en weglating van alle overbodige vormen en franje, de essentie van het onderwerp in de vorm van een oerbeeld of symbool weergegeven. Invloed op latere stromingen De directe wijzen waarop de expressionistische beeldhouwers hun gevoelens wisten uit te drukken, is van invloed geweest op de moderne beeldhouwkunst van 1930. Kandinsky is de eerste geweest die abstracte schilderijen heeft gemaakt. Hiermee is hij de voorlopen geworden van de latere abstracte schilderkunst. Vanuit het ‘orfisme’ waar een deel van het werk van Delaunay toe gerekend wordt, heeft zich later de colourfieldpainting ontwikkeld. De organische vormgeving van de expressionistische architectuur van onder andere Steiner heeft de trend in de organische architectuur in de jaren ’80 beïnvloed.
KUBISME 1907 -‐1914
-‐ Analytisch kubisme -‐ Synthetisch kubisme -‐ Beeldhouwkunst -‐ Invloed op latere
stromingen
ANALYTISCH KUBISME 1907-‐1912 In de eerste periode van het kubisme worden vooral stillevens, landschappen en portretten afgebeeld GEORGES BRAQUE: HET VIADUCT VAN ESTAQUE, 1908
PABLO PICASSO: LES DEMOISELLE’S D’AVIGNON, 1907 GEORGES BRAGUE: STILLEVEN MET VIOOL EN KAN 1907,1910
PABLO PICASSO: STILLEVEN OP EEN STOELZITTING, 1911-‐1912
SYNTHETISCH KUBISME 1912-‐1914 De kubistische schilders hebben in deze periode een voorkeur voor stillevens en mensfiguren.
BEELDHOUWKUNST
-‐ POPULAIRE THEMA’: MENSFIGUREN, STILLEVENS EN PORTRETTEN. -‐ BIJ BEELDHOUWWERKEN ZIE JE VEELAL EEN RITMISCHE AFWISSELING VAN HOLLE EN BOLLE
VORMEN.
JACQUES LIPCHITZ: HARLEKIJN MET ACCORDEON, 1918
JUAN GRIS: FLES BANYULS, 1914
PABLO PICASSO: DRIE MUZIKANTEN, 1921
FUTURISME ARCHITECTUUR SCHILDERKUNST
ANTIONIO SANT’ELIA, 1914 DYNAMISCH EFFECT
MARCEL DUCHAMP; TRAPAFDALING, 1912 FILMPRINCIPE; BEWEGING
BEELDHOUWKUNST
UMBERTO BOCCIONI; ELASTICITA, 1912 ACTIELIJNEN EN VORMEN
DIAGONALEN
UMBERTO BOCCIONI; LA STRADA ENTRA NELLA CASA, 1911 DE DRUKTE VAN DE STRAAT KOMT OP HAAR AF
UMBERTO BOCCIONI; GESPIERDE DYNAMIEK, 1913 COMPOSITIE/HOUDING EN RICHTING
BAUHAUS ARCHITECTUUR SCHILDERKUNST
HET AFFICHE
� BAUHAUSGEBOUW DESSAU WALTER GROPIUS, BAUHAUSGEBOUW, DESSAU
1925-‐1926
DE WOLKENKRABBERS LUDWIG MIES VAN DER ROHE, WOONFLAT LAKE SHORE DRIVE, CHICAGO 1950
TOEGEPASTE VORMGEVING
MARCEL BREUER 1925
FAUTEUIL WASSILY B3-‐STOEL
WILHELM WAGENFELD 1924 PRODUCTIE KARL JUCKER
JOHANNES ITTEN
JOHANNES ITTEN KUNST EN KLEUR KLEURENLEER
DE STIJL 1917
ALGEMEEN De stijl wordt, ironisch genoeg, voornamelijk gezien als een typisch Nederlandse stijl. Ironisch omdat de leden van de Stijl juist graag een internationale stijl wilden oprichten. De uitgangspunten van De Stijl komen vooral van Berlage, de vader van de Nederlandse moderne architectuur. Deze uitgangspunten zijn het terugbrengen van kunstwerken tot hun meest elementaire vormen, weloverwogen, asymmetrische composities, toepassing van onvermengde primaire kleuren en de neutrale kleuren wit grijs en zwart en het uitsluitend gebruiken van horizontale en verticale lijnen. Ook De Stijl had een Utopisch geloof in de vooruitgang van de mens door technische, wetenschappelijke en sociale verbeteringen.
BOUWKUNST De Stijl is van grote invloed geweest op de architectuur in Nederlands. Toch is er maar één gebouw neergezet die volledig is gebouw naar de principes van De Stijl. Dit is het Rietveld-‐Schröderhuis.
SCHILDERKUNST Ook in de schilderkunst wordt overwegend gebruik gemaakt van horizontale en verticale lijnen en primaire en neutrale kleuren.
TOEGEPASTE KUNST De uitgangspunten van de stijl zijn niet alleen toe te passen op gebouwen en schilderijen, maar ook op meubels. Opvallend is dat het meest beroemde voorbeeld van een meubel van de Stijl, De Rood-‐blauwe stoel, tegen de uitgangspunten van de stijl in gaat, het is namelijk een symmetrisch ontwerp.
BOUWKUNST Het Rietveld-‐Schröderhuis is het meest beroemde voorbeeld van een huis in de stijl van De Stijl. Tegelijkertijd is dit ook het enige voorbeeld dat volledig in deze stijl is gemaakt en voldoet aan alle uitgangspunten van De Stijl.
SCHILDERKUNST De waarschijnlijk beroemdste schilder van De Stijl is Piet Mondriaan. Met zijn primaire kleuren en rechte, horizontale en verticale lijnen lijkt hij perfect te passen binnen De Stijl. Maar ook hij wijkt iets af van de uitgangspunten door veel van zijn primaire kleuren te mengen met grijs. Zijn laatste werk is de Victory Boogie Woogie dat nu hangt in het Gemeentemuseum in Den Haag.
TOEGEPASTE KUNST Rietveld heeft niet alleen huizen ontworpen, maar ook meubels. De Rood-‐Blauwe stoel is daar het meest bekende voorbeeld van. Hoewel deze stoel niet volledig voldoet aan de uitgangspunten van De Stijl, is er niet vaak een meer gewild meubel ontworpen dan deze stoel.
SURREALISME 1924 – 1940
ALGEMEEN Het Surrealisme is begonnen als een Literaire stroming in 1924. Het begon met het uitgeven van een manifest en wordt sterk beïnvloed door de theorieën van S. Freud. Droombeelden zijn belangrijker dan traditionele beelden en deze droombeelden werden veelal opgeroepen door hallucinerende middelen. Perspectief, lichtval, stofuitdrukking en vormen worden zorgvuldig weergegeven en er wordt vaak gebruik gemaakt van koele kleuren.
FOTOGRAFIE Er wordt een irreële sfeer opgeroepen in de fotografie. Beelden zijn niet wat ze lijken te zijn, of toch wel. Het roept verwarring op bij de kijker
SCHILDERKUNST Er wordt geschilderd vanuit een onderbewust direct handelen. Vaak zijn de schilders onder invloed of zijn ze dit geweest voor het schilderen. Ze schilderen hun droombeelden en hallucinaties. Ook hier wordt een irreële sfeer weergegeven. Maar perspectief, vorm en lichtval worden heel precies weergegeven. Zo krijgt het werk een realistische uitstraling.
FOTOGRAFIE De eerste fotograaf van het Surrealisme is Man Ray. Door gebruikmaking van manipulatie in de donkere kamer, close-‐ups en onverwachte combinaties was het mogelijk om ook met fotografie een surrealistisch beeld te creeëren. Man Ray was hier erg goed in. De kijker wordt verward door zijn fotografie.
SCHILDERKUNST Het Surrealisme kan niet besproken worden zonder Salvador Dali te noemen. Hij is de meest vooraanstaande Surrealist. Hij schilderde niet alleen ontelbare irreële landschappen met bizarre dieren en slappe klokken, maar maakte ook ruimtelijke werken zoals zijn kreeft-‐telefoon. Andere belangrijke schilders zijn Miró, De Chirico en Magritte.