This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Thoraxcenter
Clinical Electrophysiology
Sensorent.b.v.
Rate-Adaptive Pacing
in pacemaker patiënten.
Paul Knops - Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Sensoren
• Rationale van rate adaptive pacing
• Sensor techniek
• Instellen van rate adaptive pacing
• Conclusies
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
Bij gezonde personen varieert de HF in
functie van de mate van inspanning van
het lichaam.
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
Dit dient om een adequate CO te
waarborgen zodat in de behoeften van een hogere metabole verbranding kan worden voorzien.
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
Bij PM patiënten dient (indien verstoord) dit natuurlijk gedrag van
de gezonde SN te worden nagebootst.
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
• Indicaties voor rate adaptive pacing
- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVI- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVI-R
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
• Indicaties voor rate adaptive pacing
- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVIR
- SN dysfunctie met normale AV geleiding : AAI
- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVIR
- SN dysfunctie met normale AV geleiding : AAI-R
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
• Indicaties voor rate adaptive pacing [1]
- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVIR
- SN dysfunctie met normale AV geleiding : AAIR
- SSS (+ slechte AV geleiding) , CI: DDD
[1] Hayes DL, et al. Cardiac Pacing and Defibrillation: A Clinical Approach. P325-346. Blackwell Publishing Inc. 2000.
- Chronisch AF met trage ventriculaire respons : VVIR
- SN dysfunctie met normale AV geleiding : AAIR
- SSS (+ slechte AV geleiding) , CI: DDD-R
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
34
25
AV Block SN diseaseAF
41 34
25
AV Block SN diseaseAF
De rationale van rate adaptive pacing
• Rate variabiliteit
• Indicaties voor rate adaptive pacing [1]
[1] Hayes DL, et al. Cardiac Pacing and Defibrillation: A Clinical Approach. P325-346. Blackwell Publishing Inc. 2000.
Tot ongeveer 60 % van pacemakerpatiënten
hebben geen fysiologische adaptatie
van hartritme aan metabole behoeften
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Bewezen waarde bij patiënten met vasovagale syncope, goede gevoeligheid bij mentale stress.
Soms niet goed in te stellen
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Peak Endocardial Acceleration
Regionale versnelling myocard d.m.v. mini accelerometer in leadtip
Gevoelig voor fysieke en mentale stres
Auto-kalibrerend, signaal wordt vergeleken met signaal in rust
Goede correlatie bij belasting met SR, zeker in de hogere HF
Geschikt voor patiënten met vasovagale syncope
Nadeel: speciale lead en aansluiting op speciale PM
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Dual sensor systemen
Sensor blending:
Combinatie van snelle respons van activiteit sensor en proportionaliteit van fysiologische sensor in hogere HF gebied
Frequentieprofiel van dual sensoren benaderd beter het normale SR
Sensor cross-checking:
Minder gevoelig voor vals positieve frequentie adaptatieCombinatie van voordelen van
beide sensorkarakteristieken
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Dual sensor systemen
Klinische relevantie lijkt laag
Voor specifieke groepen mogelijk geschikt: jonge atleten, patiënten die werken in trillende omgeving, of met niet-inspannings gebonden vraag naar rate adaptatie, zoals vasovagale collaps en mentale stress
Verhoogde batterijconsumptie (?)
Complexer algoritme en programmatie (?)
Combinatie van voordelen van beide sensorkarakteristieken
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Methode Sensor parameter Speed Prop Stab Sens Spec
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Moet de sensor worden geactiveerd?
Bij voorkeur nog niet vanaf implantatie, of slechts in passieve modus Eerst baseline collectie van hartritme profiel en sensor data PM holters en rate histogrammen gebruiken
Pas activeren als sensor driven pacing noodzakelijk (b)lijkt (holters & anamnese patiënt)
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Wanneer activeren van de sensor?
Pas activeren als sensor driven pacing nodig is (holters & anamnese patiënt)
Eerste fase na implantatie: meestal is er een automatische sensor optimalisatie actief
Eerste fase na implantatie: dus geen agressieve instellingen (vermijden onwenselijke tachycardiëen)
Volledige activatie na acute fase en herstel leefpatroon patiënt
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Minimale en maximale frequentie
Een juiste basis- en maximale sensor frequentie horen bij het juist instellen van sensor driven pacing
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Minimale frequentie
Een frequentie die fysiologisch adequate cardiac output verzorgt Basis ritme: zo laag mogelijk, zo hoog als noodzakelijk
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Minimale frequentie
Het loont altijd om te proberen het intrinsiek ritme te behouden en competitie tussen sinusritme en basis pacemakerritme te vermijden.
Het instellen van een rest rate kan hierbij behulpzaam zijn . . . . .
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Maximale frequentie
In principe geldt:
HRmax (bpm) = 220 – age (yrs)
behoudens contra indicaties als bijvoorbeeld ischemie, HOCM, CHF, etc.
Doelgroep Maximale frequentie (bpm)
Kinderen 175 – 200
Actieve volwassenen
150 – 175
Typische PM patiënt 125 - 150
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Threshold, response factor, slope, setpoint, etc.
Wanneer de minimale en maximale frequentie goed is ingesteld, is bij de typische pacemaker patiënt wijzigen van overige sensorparameters zelden noodzakelijk
Bij een acceptabele sensor instelling is herprogrammatie niet vaak nodig
Specifieke sensor waarden hoeven meestal alleen te worden gewijzigd op basis van de bevindingen (het ervaren van beperkingen) van de (meestal jonge en actieve) patiënt
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Threshold, response factor, slope, setpoint, etc.
Threshold: minimaal nivo van de sensorparameter om sensor driven pacing te activeren.
Hoe lager de waarde, hoe eerder de sensor wordt geactiveerd
Response factor / slope: mate waarmee de PM de HF laat toenemen
Hoe hoger de waarde, hoe sneller de HF hogere waarden bereikt
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• Threshold, response factor, slope, setpoint, etc.
Setpoint: diverse merk specifieke benamingen (ADL, SRT, ETR) voor een cut-off waarde, welke bij normaal dagelijkse bezigheden een bepaald gedeelte van de tijd gehaald moet kunnen worden
Wordt vooral gebruikt in de automatische rate respons profielen
Hoe hoger de waarde, hoe meer het HF profiel in de hogere frequenties komt te liggen
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• CLS, PEA, blending
CLS werkt met een auto response factor welke continue wordt aangepast en patiënt specifiek is
Er is een setpoint programmeerbaar (freq.). De sensor regelt dat 80% van de sensor driven pacing onder deze frequentie blijft
Bij de PEA sensor wordt de het sensor signaal m.b.v. een lineaire rate adaptatie curve vertaald naar een HF tussen in gestelde frequenties
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Instellen van Rate Adaptive Pacing
• CLS, PEA, blending
Diverse vormen van blending: er kan een verschillend gewicht aan de individuele sensoren worden toegekend in het lagere of hogere frequentiegebied
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Verifieren van Rate Adaptive Pacing
• De werking van de sensor testen
Testen van de sensor alleen nodig als histogrammen of bevindingen van de patiënt hier aanleiding toe geven Loop(band) test de meest aangewezen test
Loop(band) test de meest aangewezen test ?
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Verifieren van Rate Adaptive Pacing
• De werking van de sensor testen
Testen van de sensor alleen nodig als histogrammen of bevindingen van de patiënt hier aanleiding toe geven
Loop(band) test de meest aangewezen test
Eventueel een fietstest (minder geschikt voor bewegingssensoren)
- Adequaat ritme verloop gedurende de inspanning en herstelfase
- Beperkingen patiënt minimaliseren
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Speciale sensor features
• Rate smoothing
• AF response
• Rest rate
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012
Conclusie
• Tot vandaag de dag nog geen sensor ontwikkeld die stimuleert als het ideale, natuurlijke SR
• De werking van elke sensor kan verstoord worden
• Meest gebruikt is de activiteit sensor, welke over het algemeen naar tevredenheid functioneert
• Voor individuele patiënten kan een fysiologische sensor of een dual sensor systeem toegevoegde waarde hebben
• Soms kost het tijd om een sensor optimaal en naar tevredenheid van de patiënt in te stellen
Paul Knops – Klinische Electrofysiologie VitHas symposium, 28 september 2012