Terugblik Verkiezingsconferentie Cultuur & Gemeenten 2018 Op 2 februari 2018 kwamen 250 deelnemers naar Leeuwarden Fryslân, de Culturele Hoofdstad van Europa, om te debatteren over kunst en cultuur in aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart. Onder hen burgemeesters, wethouders, kunstenaars, culturele instellingen, die elkaar inspireerden met betrekking tot de kracht van kunst, cultuur en erfgoed voor de gemeente. De Verkiezingsconferentie Cultuur & Gemeenten speelde zich af in De Harmonie in Leeuwarden en werd geleid door Ruben Maes. Kunst, cultuur en erfgoed kunnen de lokale eigen kracht van de gemeente naar voren halen. Welke dilemma’s komen daarbij kijken? Op welke manier kan een gemeente zich onderscheiden, wat maakt een gemeente aantrekkelijk?Oplossingen voor deze opgaven werden gezocht aan de hand van zeven centrale vragen, op het gebied van 1 Cultuureducatie. 2 Talent. 3 Arbeidsmarkt. 4 Cultuur in politiek. 5 Regionalisering. 6 Participatie. 7 Omgevingsvisie. Na de opening door Commissaris van de Koning in Fryslân Arno Brok en en keynote door programmaleider van LF2018 Sjoerd Bootsma, gingen in de plenaire zaal allereerst wethouders met elkaar in gesprek. Zij poneerden elk hun ‘centrale vraag’. Vervolgens werden tijdens de zeven deelsessies antwoorden en oplossingen geformuleerd. Ter afsluiting reflecteerden in de plenaire zaal enkele burgemeesters op de aangedragen oplossingen. U kunt de volgende verslagen lezen * Openingstoespraak Commissaris van de Koning in Fryslân Arno Brok * Keynote Sjoerd Bootsma, programmaleider van LF2018 * Verslag plenaire bijeenkomsten met wethouders en burgemeesters * Verslag Deelsessies: > 1 Cultuureducatie > 2 Talent en broedplaatsen > 3 Arbeidsmarktagenda > 4 Cultuurwijzer > 5 Regio, Stad, Land > 6 Participatie > 7 Omgevingsvisie
38
Embed
Terugblik Verkiezingsconferentie Cultuur & Gemeenten 2018/media/kennisbank/publicaties/2018/t-z... · De heer Bootsma gaat zo dieper in op wat we hier doen als culturele hoofdstad.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Keynote Kunsten ‘92 Verkiezingsconferentie 2018, 2 februari 2018Sjoerd Bootsma, programmaleider Leeuwarden-Fryslân European Capital of Culture 2018
Inleidend een programma-impressie van LF2018: http://bit.ly/2FBMBYk
Goedemorgen, mijn naam is Sjoerd Bootsma, ik ben sinds 2011 betrokken bij Leeuwarden-Fryslân, Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Eerst als kritisch inwoner van Leeuwarden, toen als bidbookschrijver, en sinds 2014 als programmaleider. Dankjewel Kunsten ‘92 om op dit mooie podium ons verhaal te mogen vertellen. Ik heb ervoor gekozen in mijn verhaal vooral te vertellen over wat een kunst- en cultuur manifestatie op deze schaal kan betekenen in het bij elkaar brengen van mensen. In een tijd dat de media berichten over een samenleving die elke dag verder uit elkaar lijkt te vallen, kwamen in Fryslân 30.000 mensen bij elkaar om samen aan één missie te werken. Ik zou evengoed kunnen vertellen over de intrinsieke, artistieke waarde van kunst, of de economische waarde. Maar kies omwille van tijd er nu vooral voor om te vertellen over de maatschappelijke waarde van kunst die hier voor een grote beweging heeft gezorgd.
Ik raakte in 2011 betrokken bij de kandidaatstelling voor Culturele Hoofdstad, op een moment dat die op een dieptepunt was: het was een periode van strenge cultuurbezuinigingen, de crisis was nog maar net begonnen en ik woonde in een stad die ronduit cynisch was. Het officieuze volkslied van Leeuwarden ging ongeveer als volgt: “Het het nooit wat weest, het sil nooit wat wurde. As’t in Liwwadde geboren bist, kan’st it wel skudde”. En je moest hier vooral niet wat nieuws proberen, want dat was in de jaren ‘60 of ‘80 ook al een keer gebeurd. En toen werd het ook niks.
Het idee om met Fryslân, daarna met Leeuwarden en uiteindelijk met Leeuwarden-Fryslân culturele hoofdstad van Europa te worden stamt uit het Provinciale Staten coalitieakkoord van 2007. Het begon met één vrouw, de gedeputeerde van cultuur Jannewietske de Vries. Daar kwam een paar ambtenaren bij, zo rond 2010 werd een kleine organisatie opgetuigd om het bid voor te bereiden. Die voorbereiding moest ettelijke tonnen gaan kosten, en ik heb u net de tijdsgeest geschetst, dus u kunt zich voorstellen hoe enthousiast de staten en gemeenteraad zijn geweest. Laat staan het journaille: men was ronduit cynisch.
Toch sneed die droom hout. Friesland worstelde met problemen die groter waren (en zijn) dan de eigen regio: een kleine economie, een forse brain drain, een sterk verschraalde biodiversiteit, lage opkomst bij verkiezingen, een samenleving waarin mensen steeds meer op zichzelf komen te staan, een lokale taal en identiteit - het Fries - onder druk van een globaliserende wereld, en ga zo maar door. Deze uitdagingen zijn niet exclusief Fries, ze komen op heel veel perifere plekken voor in Europa.
Om de kandidaatstelling te steunen schreven we eind 2011 met zo’n tien mensen, bijna allemaal rond de dertig en op enigerlei maatschappelijk of cultureel actief, een manifest. Hierin hielden we een pleidooi om Fryslân niet te laten verpieteren, of te laten verworden tot een soort aanbieder van neo-pittoresk ruraal woongenot voor de Randstedelijke grijze golf. We stelden dat Fryslân buitengewoon veel kwaliteiten heeft: rust, ruimte, een doe-maar-normaal-houding en een vanzelfsprekendheid om elkaar te helpen. We wilden hier niet weg. Sterker nog, we wilden hier onze kinderen grootbrengen. Maar dan moest er wel wat gebeuren...
Jan Rotmans (hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid) zei het treffend toen hij stelde dat we niet in een tijdperk van verandering leven, maar in een verandering van tijdperken. We verhuizen letterlijk naar een nieuwe tijd. Er was en is dus een sterke behoefte aan nieuwe creativiteit, nieuwe ideeën, een nieuwe aanpak. Wie blijft doen wat ie deed, krijgt wat ie kreeg. Een nieuw Fryslân vraagt om nieuwe vooral creatieve oplossingen. We zagen in dat het Europese Culturele Hoofdstadprogramma wel eens zo’n grote magneet zou kunnen zijn, dat het boven alle partijen, boven de vierjarenakkoorden, boven persoonlijke of organisatiebelangen kon staan. En bovenal, onze problemen waren immers niet uniek, ze komen overal in Europa voor. Konden we met Culturele Hoofdstad ons in een netwerk van Europese regio’s, makers, doeners en denkers begeven om gezamenlijk die uitdagingen aan te gaan? Wij dachten van wel en zagen in die Europese droom een nieuw perspectief.
Ons manifest werd gepubliceerd en omarmd als een geluid van een nieuwe generatie. Er ontstond een meer positieve beeldvorming. De stad moest formeel de kandidaatstelling van de provincie overnemen, er kwam geld om met een bid aan de eerste ronde mee te doen. Den Haag, Utrecht, Maastricht en Eindhoven stelden zich ook kandidaat. Burgemeester Crone vroeg ons als manifestschrijvers om dat eerste bidbook te gaan schrijven. Er was denk ik verder ook niemand die het echt wilde doen. Inmiddels waren er al wat meer mensen enthousiast.
Wat we vervolgens hebben gedaan is simpelweg een paar duizend gesprekken voeren. In café’s, tijdens open lunches, op de markt met een kraampje, één-op-één met politici, journalisten, beleidsmakers, ondernemers, cultuurmakers, voorbijgangers. We stelden mensen niet de vraag wat er morgen in de stad anders moest, want dan begon men toch over de recente sluiting van het kunstencentrum, of over parkeerproblemen. Maar we stelden de vraag hoe Fryslân er in 2030 zou moeten uitzien. Hoe zijn we dan mobiel? Wat is ons landbouwbeleid? Kennen we de buren? Aan de hand van al die gesprekken kregen we voorstellen voor projecten of hebben we zelf projecten geformuleerd voor in het bidbook. Eén voor één overtuigden we mensen van de noodzaak om met cynisme af te rekenen en gezamenlijk de schouders onder een nieuw Fryslân te zetten, met kunst en cultuur als katalysator, met de kunstenaar in het hart van de kwestie. Waar we in januari 2012 met hooguit vijftig man waren, kwamen in september 2012 - in deze schouwburg - 1500 mensen af op de bidbookpresentatie. Afgeladen vol, veel enthousiasme.
De eerste ronde kwamen we door, de jury was vooral onder de indruk van ons vrolijke activisme en de grassroots aanpak. In de tweede ronde hebben we alle projecten door de artistieke mangel gehaald en hulp van buiten ingeroepen om te werken aan een betere Europese dimensie. De rest is geschiedenis. In 2013 wonnen we de wedstrijd.
Over hoe we ons programma organiseerdenDe veertig projecten in ons bidbook hadden gemeen dat de verantwoordelijkheid van die projecten niet bij ons als organisatie lag. Wij hebben altijd gesteld dat de erfenis van culturele hoofdstad in het werkveld moet zitten. Die manier van werken past hier goed. Het heeft in Friesland geen zin om als een aap bovenop de rots te gaan zitten. Zit denk ik in ons DNA. In de 9e eeuw leefden we hier op terpen, honderden terpen. Die terpen waren niet zelfvoorzienend, dus er bestond een levendige onderlinge ruilhandel. Fryslân heeft vervolgens nooit een kathedraal gebouwd, want al die terpen hadden al hun eigen kerk gebouwd. Tot op de dag van vandaag vind je hier de hoogste kerkdichtheid van Europa per vierkante kilometer.
Die decentrale aanpak kenmerkt ons programma. De verantwoordelijkheid ligt bij de producenten van projecten zelf. Maar wij hebben als organisatie wel eisen gesteld daar waar wij financierden: projecten moesten vertrekken vanuit lokale en Europese urgenties, we hielden de projecten langs een meetlat met zes E’s: Europe, Empowerment, Entrepreneurship, Ecology en Experience. Daarbij formuleerden we kpi’s die gaan over percentage deelnemende kinderen die onder de armoedegrens leven, deelnemers uit minder
krachtige wijken, hoeveelheid vrijwilligers, banen, mediawaarde, bezoekersaantallen, et cetera. Hierop voerden we 0, 1, 2 en volgend jaar een 3-meting. We spraken vervolgens met de overheden af dat hun bijdrage aan culturele hoofdstad niet een eenmalige bijdrage was, maar maakten afspraken tot 2028. Daarmee is culturele hoofdstad geen dikgepakte vrolijke ejaculatie aan feestjes in 2018, maar een duurzame beweging die kunst en cultuur als ruggegraat van de samenleving formuleert en van daaruit - met vaak een kunstenaar aan het roer - actuele maatschappelijke uitdagingen aansnijdt. Kunst en cultuur zijn voor ons de katalysator om tot nieuw denken voor een gezamenlijke toekomst te komen.
Onze projecten delen we tegenwoordig op in drie verhaallijnen:Durf te dromen, over de noodzaak als perifere regio groot te durven dromen. Voorbeelden: De reuzen van Royal de Luxe, de kwalitatief waanzinnig mooie 11 fonteinen, het kindercircusfestival Adje LambertDurf te doen, allerhande projecten die handelen over duurzaamheid en biodiversiteit. Voorbeelden: De nieuwe film WAD van de makers van De Nieuwe Wildernis, Joop Mulder’s Sense of Place, maar ook een groot initiatief om als provincie fossielvrij te worden zoals Fossielvrij Fryslân.Durf anders te zijn, over een kleurrijke en inclusieve samenleving. Voorbeelden: Under de toer, Lân fan taal, of het opbouwen van een internationaal theaterprogramma in deze stad met Strangers on stage
Ons doel was niet alleen om de Friese mienskip te activeren om mee te doen, we streefden ook naar een meer flexibele mienskip, een mienskip die open staat voor nieuwe mensen en denkwijzen. Een iepen mienskip, zoals we dat hier noemen, is nodig om naar een nieuwe tijd te gaan. Ik noemde net de aanpak met die verschillende E’s, door hiervoor te kiezen moesten producenten buiten hun comfort zone treden en in elke hoek van de samenleving samenwerkingen zoeken, met kennisinstellingen, bedrijfsleven, bewonersverenigingen, beleidsmakers, of met Europese partners.
Resultaat van die aanpak is nu een programma met projecten die elk veel vermenging kennen van amateurs en professionals en die een ongekende hoeveelheid wonderlijke samenwerkingen in zich hebben: In King of the meadows werken boeren, melkcoöperaties, beleidsmakers en kunstenaars samen aan een nieuwe visie op landschapsbeleid. In Welcome to The Village bouwen breiende oma’s, startups, nieuwkomers en hipsters samen een festival en in Sense of Place bouwt Joop Mulder landschapskunst aan de waddenkust met kunstenaars, natuur- beschermers en de inwoners van Holwerd.
In alle gevallen is het de kunstenaar of cultuurmaker die vragen stelt, is de verbeelding aan de macht. En dat raakt mensen in het hart en in het hoofd. Kunstenaars weten mensen in hun hart te raken, in beweging te krijgen. Die kracht van kunst is in deze tijd broodnodig. We hebben de kunstenaar, of de ‘maker’ zo je wilt, nodig om tot nieuwe visies op samenleven te komen, daarom moeten kunst en cultuur in het hart van je beleid staan. Cultuur is immers ‘wie we samen zijn’, dat leert elke leerling op de middelbare school in zijn eerste les maatschappijleer. Cultuur overstijgt alle sectoren en alle domeinen.
Iedereen doet mee, LF2018 als bewegingSinds we wonnen in 2013 hebben we gezegd dat iedereen deel mag uitmaken van ons programma. Niet per sé in het hoofdprogramma, maar wel in wat wij ons ‘iepen mienskipprogramma’ noemen. Het belangrijkste criterium is dat je samen met je buren iets organiseert om van je eigen straat, dorp of wijk een mooiere plek te maken. Want als de mensen een straat of dorp verderop dat ook doen, dan leven we met z’n allen in een mooie wereld.
We hebben geïnstigeerd, op de kansel gestaan, mensen opgeroepen om bij te dragen met plannen die pasten bij onze uitgangspunten. Dat heeft in 2018 geleid tot niet alleen dat hoofdprogramma met daarin 60 projecten bestaande uit zo’n 300 evenementen, maar ook tot honderden projecten uit de gemeenschap. Wat schetste onze verbazing? Mensen kwamen
daarbij helemaal niet om geld vragen, maar om erkenning, of om netwerk, of om te horen of hun idee wel goed genoeg was. We organiseerden driewekelijks een workshopdag waarbij ervaren makers mensen hielpen met de conceptuele uitgangspunten van hun idee. Met als doel te zorgen dat je aan het einde van de dag je idee in een minuut kan pitchen. Daarnaast maakten we samen met de provinciale cultuurkoepel Keunstwurk een toolkit voor zakelijke vragen.
Afgelopen week was onze opening. Het was absoluut hondenweer, maar toch stonden er veertigduizend mensen op de pleinen. Toen we laatst eens een optelsom maakten van hoeveel mensen er nu betrokken zijn bij LF2018-projecten, kwamen we op 30.000 mensen die van de bank zijn gekomen en actief meehelpen, amateurs en professionals door elkaar. Dat is waanzinnig. Van 1 persoon toen tot 30.000 nu. We ontdekten de afgelopen jaren dat als je een stip op de horizon zet, er veel mensen, bedrijven, organisaties of instellingen willen bijdragen. Daarbij heb je niet een heel leger aan experts nodig: mensen kunnen het zelf. Geef je dromers en pioniers ruimte en vertrouwen, organiseer een systeem waarin je kleine initiatieven kunt ondersteunen, niet alleen stichtingen moeten subsidie kunnen aanvragen, maar ook natuurlijke personen. Het Iepen Mienskipsfonds van de provincie Fryslân is een mooi voorbeeld.
De beweging van Leeuwarden-Fryslân laat zien dat nu het moment is om als gemeenten samen met het rijk structureel te investeren in kunst en cultuur en kunst en cultuur te erkennen als de ruggegraat van onze samenleving, en niet als sluitpost of als enkel entertainment. Onderschat mensen niet, men is echt geïnteresseerd om buiten de eigen kaders te kijken en te denken, maar daarvoor moeten wel aanleidingen worden gemaakt. Als kunstenaars of makers in het hart van je beleid staan, kom je tot nieuwe visie, niet beleid maar bovenal tot gezamenlijkheid.
2018 is met dit alles niet alleen een jaar vol evenementen en activiteiten, maar ook een maatschappelijke beweging waarin mensen samen met hun buren, van dichtbij en ver, werken aan een duurzame gezamenlijke toekomst. Met altijd kunst en cultuur in het hart of als vertrekpunt. En ook al is dit Culturele Hoofdstadjaar nog maar zeven dagen oud, voor ons is het nu al een succes…
Dankjewel.
Verslag plenaire sessies
Verkiezingsconferentie Cultuur & Gemeenten Kunsten ‘92 Op 21 maart gaat heel Nederland naar de stembus om de richting van het gemeentebeleid te
kiezen voor de komende vier jaar. Kunst, cultuur en erfgoed kunnen de lokale eigen kracht
van de gemeente naar voren halen. Welke dilemma’s komen daarbij kijken? Op welke manier
kan een gemeente zich onderscheiden, wat maakt een gemeente aantrekkelijk? Maar ook: Hoe
breng je kunst en cultuur op de agenda, naast andere belangrijke thema’s zoals bijvoorbeeld
sociaal domein en zorg?
Kunsten ‘92 organiseerde op vrijdag 2 februari 2018 een verkiezingsconferentie in
Schouwburg De Harmonie in Leeuwarden. Wethouders, ambtenaren van gemeenten,
raadsleden en culturele instellingen werden uitgenodigd om met elkaar constructieve
oplossingen te bedenken voor het beleid voor de komende vier jaar.
Het programma met een introductiefilmpje over Leeuwarden-Fryslân 2018 Culturele
Hoofdstad van Europa (hierna LF2018). Het publiek werd welkom geheten door dagvoorzitter
Ruben Maes, Commissaris van de Koning in Fryslân Arno Brok en Programmaleider van
Leeuwarden-Fryslân 2018 Culturele Hoofdstad van Europa Sjoerd Bootsma.
Nadien sprak Maes met zeven wethouders, uit verschillende delen van Nederland, die allen
een centrale vraag wilden beantwoorden om hun beleid handen en voeten te geven.
Cultuureducatie, broedplaatsen, arbeidsmarkt, cultuur in het politieke debat, regionalisering,
participatie en omgevingsvisie waren de onderwerpen van vandaag. In deelsessies daarna
splitste de zaal van 250 aanwezigen zich op in de zeven groepen om dieper in te gaan op deze
thema’s en mee te denken met de wethouders. Later op de middag schoven vier
burgemeesters aan om te reageren op de informatie die de wethouders uit de deelsessies
hebben opgehaald.
Aanwezig op deze dag waren voornamelijk wethouders, ambtenaren van gemeenten, een
enkel Tweede Kamerlid en in iets mindere mate raadsleden en culturele instellingen.
Cultuur is niet on top of mind bij
veel gemeenten. De zaal roept dat
zorg, werk en veiligheid dat wel
zijn. Maar met een totaal van 6
miljard extra voor de gemeenten
vanuit het Rijk kan mogelijk extra
geld worden uitgegeven aan
cultuur: Hoe kunnen we dit
besteden? En hoe zorgen we
ervoor dat cultuur geen sluitpost
meer wordt op de
gemeentebegroting?
Op deze en andere vragen hoopt
Maes op het einde van de dag
antwoorden te hebben.
Commissaris van de Koning in Fryslân Arno Brok Als voormalig wethouder kunst en cultuur van Leeuwarden blikt Brok terug op Obe Postma,
de dichter uit Friesland die dit jaar 150 jaar geleden is geboren. “Postma geloofde niet in
tegenstellingen: hij gelooft dat cultuur verbindt. Zowel Valetta (Malta) als
Leeuwarden/Fryslân laten de verbinding in de samenleving zien. Duurzaamheid is een
belangrijk thema. Niet alleen het milieu, maar ook qua economische investeringen in de
stad. Door de stip op de horizon die LF2018 bracht, kregen bestuurders, inwoners en
ondernemers zin om te investeren in een betere infrastructuur en productie.
Bij de start van het project werd gedacht: Wat willen we de Fryslanders meegeven? Zonder
kunst en cultuur was LF2018 onmogelijk geweest. De kracht van cultuur werd duidelijk bij de
herindelingsverkiezingen van 6 november jongstleden. Waarin de coalities hebben besloten
meer te investeren in cultuur.
Maar LF2018 is niet alleen een Frysk feestje, ook op landelijk gebied heeft cultuur de wind in
de rug. Met alleen al 325 miljoen voor Cultureel Erfgoed zal minister Ingrid van Engelshoven
meer te verdelen hebben dan voorheen. Maar cultuur begint lokaal. Het is niet tegengesteld
van andere factoren.” En daarmee sluit Brok zijn inleiding af met Obe Postma, die de
samenleving als geheel ziet met cultuur als een van de pilaren.
Ruben Maes vraagt hoe culturele instellingen meer kans maken op subsidie van de gemeente.
Brok: “Door samenwerking te laten zien, door de netwerksamenleving voorop te stellen.” Hij
merkt ook dat bij bestuurders de toon is veranderd binnen het Openbaar Bestuur. “Vier jaar
geleden was cultuur het sluitstuk op de portefeuilleverdeling, nu gaat cultuur ook over het
debat over identiteit en samenleving. Op zowel landelijk als lokaal niveau een kansrijk
thema.”
Met deze inleiding is de toon gezet: samenwerking en het opzetten van netwerken komt
vandaag nog veel terug.
Sjoerd Bootsma Een van de initiatiefnemers van Culturele Hoofdstad van Europa is Sjoerd Bootsma, daarvoor
organisator van kleine festivals in Leeuwarden. Hij vertelt in geuren en kleuren over het
proces van de aanvraag om LF2018 te worden en hoe Leeuwarden is veranderd door de
toekenning.
Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2007 stond in het coalitieakkoord dat
werd gevreesd voor een braindrain en keek men met lede ogen naar de kleine economie. In
2010 heeft Bootsma een manifest geschreven; over een regio waar veel is. Er is rust, ruimte
en mensen doen normaal. Er moest echter wel wat veranderen. Hij quote daarbij Jan Rotmans:
“We leven niet in een tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperken.”
In 2011 stapte hij naar de gemeente met een projectplan. Dit was in de tijd van de
bezuinigingen, er heerste cynisme over het investeren in cultuurprojecten, er was immers net
besloten om het kunstencentrum te sluiten.
Bootsma pleitte dat Leeuwarden magneten nodig had die groter waren dan zijzelf. Voor het
bidboek hebben zij een oproep gedaan aan iedereen, gevraagd bij cafés, markten, optredens,
dialogen aangegeven. Met een antwoord op de vraag: Wat wil jij dat Leeuwarden in 2030 is?
Wat is ons verhaal?
In alle projecten is kunst en cultuur de katalysator van iets groters. De regie van de projecten
lag niet bij Bootsma zelf, maar bij de projectindieners.
Er werden een aantal voorwaarden gesteld aan de projecten, de zogenaamde zes E’s: Europe,
Empowerment, Entrepeneurschip, Ecology en Experience.
Er moest onder andere sprake zijn van participatie, duurzaamheid en ondernemerschap en zet
de kunstenaar in het hart van je beleid.
Verloop middagprogramma
Na deze twee bevlogen inleidingen vraagt Ruben Maes de wethouders naar voren te komen
voor de eerste plenaire sessie. Hieronder in dit verslag volgen de stellingen die de wethouders
wilden voorleggen in de deelsessies en de uitkomst daarvan.
In de zeven verschillende deelsessies ging het publiek in gesprek met de wethouders en over
oplossingen: in kleine groepjes, staand of zittend in een grote kring of buiten. In het
onderstaande verslag wordt van de deelsessies alleen een korte quote opgenomen. Op
verschillende plaatsen in de tekst kunt u doorklikken naar het verslag van de betreffende
deelsessie.
Bij de tweede plenaire sessie werden vier burgemeesters naar voren gehaald om te reageren
op de ideeën van de wethouders. De burgemeester hebben eerder die dag een rondleiding
gehad door de stad Leeuwarden. Er wordt ook door burgemeester Ferd Crone teruggeblikt op
het proces om LF2018 te worden. Zijn samenvatting: Het zorgde ieder jaar en op steeds
grotere schaal voor meer reuring. Leeuwarden heeft bewust ook gekozen voor kunst met een
kleine C, om de mienskip te verbinden.
Daarmee maakt Crone het verhaal rond waar Brok mee was gestart: de mienskip als centraal
thema.
Vraag 1. Wat kunnen gemeenten doen om toegankelijkheid voor iedereen te realiseren en
de kracht van cultuur meer te benutten? Marcelle Hendrickx (wethouder Tilburg) trapt af: zij ziet gesprekspartners als gelijken en
probeert in de belevingswereld van de cultuurmakers te kruipen.
Bertien Houwing (wethouder Amersfoort) geeft aan van een systeemwereld naar een
leefwereld te willen gaan en dat culturele instellingen de urgentie van hun bestaan meer aan
de orde moeten brengen bij de Gemeenteraad. Ook geeft zij als advies om op pad te gaan en te
experimenteren. Kunst is nodig voor een aantrekkelijke stad, we hebben elkaar nodig. Het is
haar rol als wethouder om culturele instellingen zo goed mogelijk te kunnen faciliteren, zodat
culturele instellingen de inhoud kunnen invullen.
Waar Hendrickx tegen aan loopt is dat zij niet alle kinderen in Tilburg kan bereiken, zij wil
ervoor zorgen dat kinderen op verschillende plekken in de stad komen en in contact komen
met makers (of kunstenaars). De cultuurgemeenschap in Tilburg is elitair/wit (zij wijst erop
dat de zaal van vandaag helaas datzelfde beeld geeft), kortom cultuur wordt niet door de
gehele bevolking beoefend. Aan de andere kant is er ook veel kunst en cultuur waar
Hendrickx geen vat op heeft, in buurthuizen op wijkniveau. Cultuureducatie gaat bij haar
goed in het onderwijs, maar Hendrickx vindt het nogal braaf. Het mag wat minder tuttig en
iets meer schuren, zodat kinderen echt gelukkig gemaakt kunnen worden.
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Hoe kun je cultuureducatie meer laten schuren?”.
Plenaire sessie met de burgemeesters
Hendrickx: “Hoe krijg ik een draaiend huis in de cultuureducatie? In de deelsessie merkte
iemand op dat er heel veel culturele, creatieve organisaties zijn die denken dat creatief te zijn,
maar dat zij dat niet altijd zijn. Een ander gaf, na afloop in de wandelgangen, aan dat zij het
ook hebben geprobeerd, maar dat het niet lukte totdat zij 15 ‘schurende’ kunstenaars hebben
gevraagd om mee te doen. Zo ontstond beweging, een opening. In het verhaal van Sjoerd van
vanmorgen kwam ook naar voren: het maakt niet uit hoe je het doet, hier moet het aan
voldoen. Het moet voldoen aan de zes E’s.”
Houwing noemt het gemeenschapsfonds als goed instrument om meer voor elkaar te krijgen,
zowel op regionaal niveau als op opgaveniveau. “Door verkokerd werken, wat niet alleen bij
gemeenten is, maar ook bij culturele instellingen, raken we elkaar kwijt. Hoe gaan we dit
tegen? Welke uitdagingen liggen er dan om daarmee aan de slag gegaan?”
Maes: “Hoe is het burgemeester Fred Crone (Leeuwarden) gelukt om LF2018 schurend te
maken, maar tegelijkertijd de hele stad te bereiken?”
Crone: “Een combinatie van toeval, geluk en mensen. Je moet aansluiten op de wortels die je
in de stad hebt. Deels uit de cultuursector, maar ook aanpalende sectoren. Ik heb mazzel
gehad met Sjoerd en de groep. Als je dat toeval niet hebt, probeer dan het toeval te helpen,
door bijvoorbeeld netwerken op te zetten.
LF2018 zorgt voor reuring, maar zonder wrijving geen glans. Zorg ervoor dat je die stip op de
horizon hebt om naar toe te werken.”
Burgemeester Ina Adema (Lelystad) complimenteert Crone met de manier waarop men het in
Leeuwarden voor elkaar heeft gekregen dat haar eigen familie uit Friesland ook dolgraag
wilde dat Leeuwarden-Fryslan de LF2018 zou worden.
Burgemeester Roel Sluiter (Harlingen) zegt dat dit komt door een mix van achterstelling en
trots. “We worden onderschat, maar we overschatten onszelf. Die mix samen, geeft een
explosieve mix en dan barst het los.”
Vraag 2. Hoe bied ik ruimte aan talent in mijn gemeente? Wethouder Jeroen Hatenboer (Enschede) geeft aan dat verandering begint bij jezelf, niet bij
de wereld om je heen. Als jij gaat, dan gaat de rest mee. Hatenboer zou ook graag af willen
van portefeuilles van wethouders, maar meer indelen op doelen, want op die manier word je
in werkwijze minder beperkt. “Of laat de wethouders weg: laat het aan de directeuren van de
culturele instellingen en volg de droom van de politieke partijen.”
Hatenboer stuurt aan op het feit dat broedplaatsen geen geïnstitutionaliseerde plekken moeten
worden, maar hun flexibiliteit moeten behouden. Er zijn onlangs bij hem 9 buurtcentra met
daarin voornamelijk welzijnsorganisaties gesloten, maar door nieuwe combinaties zouden zij
wel kunnen overleven. Hatenboer roept herhaaldelijk op om bestaande structuren en lijnen los
te laten en nieuwe combinaties te maken. “Er zijn verschillende vormen van faciliteren van
broedplaatsen. Wil je als wethouder een sociale hypotheek? Nee, want ik ben een wethouder,
geen makelaar.” Directeur van het Mondriaanfonds en verantwoordelijke voor de deelsessie
Birgit Donker geeft aan dat zij graag de maker aan de macht brengt.
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Door niet toe te eigenen, maar wel te faciliteren, zorg je voor een
multiplier. Geef ook ruimte aan de schaduw en heb meer vertrouwen in elkaar.”
Plenaire sessie met de burgemeesters
Hatenboer: “We kregen in de sessie een manifest aangeboden van de Kunstenbond voor een
beter broedplaatsenbeleid. In de groep zaten drie wethouders die nog geen beleid hebben, zij
gaan ermee aan de slag. Daarnaast is de vrijheid van kunstenaars heel belangrijk en moet je
gezamenlijk durven te dromen. Birgit Donker verwoordde het in de deelsessie als volgt: Je
bent als gemeente een telefooncentrale die de juiste poppetjes met elkaar verbindt. Beleid
moet je pas maken als het nodig is.”
Crone reageert: “Cultuur is in het geval van LF2018 onderdeel van een netwerk en dat is
zowel halen als brengen.” Hij illustreert deze woorden met een voorbeeld:
Het project met de 11 fonteinen (in elf steden) werd voorgezeten door 11 verschillende
burgercomités. Dat was wennen voor de kunstenaars, maar ze vonden het ook interessant en
daardoor versterkend voor de mienskip. “Het draagvlak ervoor is groter dan wanneer je dat
niet had gedaan. Dit was een vorm van moderne participatie.”
Adema vult aan met een voorbeeld uit haar vorige gemeente Veghel: “Buurtbewoners wilden
een monument voor de kinderen die omgekomen waren tijdens de Tweede Wereldoorlog in
1944. De bewoners liepen helemaal vast in de ambtelijke organisatie, wie moet dat betalen?
Toen was er een landkunstproject, waar ik als burgemeester de verbinding legde tussen het
Rijk en de bewoners. Dat is je functie als burgemeester. Qua uitwerking was de uitkomst ook
interessant. Wie moest het monument maken? Er was een Duitse kunstenaar die zij hebben
uitgezocht. Hij heeft uiteindelijk het monument gemaakt, dat zou je als gemeente nooit
kunnen bepalen. De bewoners hebben gekozen en daardoor is er draagvlak.”
Vraag 3: Hoe zorg ik op lokaal niveau voor een goede arbeidsmarkt binnen de kunst en
cultuursector? Maes vraagt om te beginnen: “Heeft Kees Diepeveen (wethouder Utrecht) de Fair Practice
Code ondertekend?” Dat heeft hij nog niet, maar hij ondersteunt wel wat erin staat. Hij vraagt
zich af hoe de gemeente kan bijdragen aan de discussie.
Wat hij kan doen is voorwaarden scheppen: bijvoorbeeld het indexeren van salarissen.
“Verder moet vooral het veld met elkaar in gesprek gaan.” Hij heeft zelf ervaring als
stichtingbestuurder en weet hoe weinig tijd er is. Hij vraagt zich af of er niet meer kan worden
samengewerkt onderling en of de culturele instellingen ook uit hun hokje kunnen komen,
verbinding zoeken met de hele samenleving.
Hendrickx voegt daaraan toe dat je als gemeente hierin wel een actieve rol kunt spelen.
Diepeveen geeft aan dat je niet alles apart moet doen, maar samen moet optrekken, ook als
college, zoals bijvoorbeeld het Sociaal Domein dat erop toeziet dat de CAO’s onder
werknemers worden nageleefd.
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Beloon de kunstenaar naar waarde.”
Plenaire sessie met burgemeesters
Wethouder van Haren, Mathilde Stiekema, hield een pleidooi over de houding van Nederland
ten opzichte van de cognitieve ontwikkeling van het kind en ten opzichte van de VS en
België. Die kijken hier anders naar; volgens haar met veel meer respect voor kunst en de
kunstenaar. Sport en cultuur is op school onderdeel van het vaste curriculum en wordt
uitgevoerd door professionele makers /docenten. Als in Nederland in een dergelijke visie
wordt geïnvesteerd, is er ook weer meer werkgelegenheid en professionaliteit voor en door de
makers. Door meer nadruk te leggen op cognitieve vaardigheden, zal een cultuurverandering
ontstaan.
Maes: “Of je besluit direct iedereen fatsoenlijk te betalen zodat er een cultuurverandering
ontstaat.”
Stiekema: “De kunstenaars kunnen niet bestaan van wat zij krijgen. Neem die Fair Practice
Code over. Als je als gemeente iets organiseert; kijk dan of je stakeholders een fatsoenlijke
bijdrage krijgen. Dat doe je ook met de loodgieter en de bouwvakker, waarom niet voor een
kunstenaar?”
Vraag 4: Hoe breng ik Kunst & Cultuur in het politieke debat? Wethouder Hein Kuiken (Harlingen) pleit ervoor dat meer bestuurders oog moeten hebben
voor het cultuurdebat. Het is echter niet eenvoudig om dit onderwerp tussen zorg, economie
en onderwijs te krijgen.
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Er wordt met een beperkt publiek debat gevoerd, namelijk met
degenen met de grote mond, maar ik zou graag meer mensen wil bereiken.”
Plenaire sessie met burgemeester
Maes: “Wat vindt u van het niveau van het politieke debat?”
Sluiter: “Niet het niveau van het debat, maar de vorm waarin dat gebeurt is achterhaald, zoals
Jan Rotmans zei: dat we niet in een verandering van tijden, maar verandering van tijdperken
leven. Wat zich buiten de politieke arena ontwikkelt aan debatten is ‘concurrerend’ met de
debatten in de raad. Wat al sinds Thorbecke op dezelfde manier gevoerd wordt. Maar ergens
vindt het elkaar ook wel weer.
Adema: “Er worden ontzettend veel verschillende onderwerpen in de Gemeenteraad
besproken: daarom dient de raad kaders op hoofdlijnen te stellen, om ruimte te geven aan de
cultuursector om iets te ontwikkelen en daar hoort ook vertrouwen bij.”
Wethouder Kuiken: “Je moet tegen elkaar aankruipen, het contact met elkaar onderhouden.
Het debat wordt effectiever voor de cultuursector op het moment dat je het verbindt met
beleidsterreinen. Het functionele moet je echter niet leidend maken.”
Maes: “Is zorg een domein waarin zij op zoek gaan naar culturele instellingen om beter te
kunnen functioneren?”
Dit fenomeen is bij Kuiken niet bekend, maar uit de zaal geeft iemand een voorbeeld over het
ziekenhuis in Leeuwarden; zij hebben gezegd: Alle mensen die hier binnen komen hebben
hun eigen verhaal over hoe ze hier terecht zijn gekomen. Zouden wij daarvoor niet iets
kunnen doen? Vervolgens hebben zij kunstenaars uitgenodigd om hot issues van het
ziekenhuis te bespreken.
Vraag 5: Hoe benut ik de kracht van de regio? De verkenning van de Raad voor Cultuur gaat onder meer in op samenwerkingsverbanden in
regio’s. Wethouder Hans Broekhuizen (Heerenveen) benadrukt dat Culturele Hoofdstad van
Europa een Frysk evenement is geworden: “De kracht van zo’n evenement is lang onderschat
geweest. Voor de LF2018 werkten 20 gemeenten samen en na 2018 zullen we meer dan
voorheen de samenwerking opzoeken. Bijvoorbeeld in gesprekken met het Posthuistheater in
Heerenveen, was de vraag: hoe kunnen we de drie theaters van Friesland meer verenigen en
hoe kun je met de komst van de festivals elkaar meer gunnen? Door los te laten of te
differentiëren?”
Maes: “Regio’s veranderen, worden ook steeds flexibeler. Dat is het moeilijke eraan; want zit
de differentiatie in specialisatie?”
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Wil je de energie in de regio’s handhaven, dan is maatwerk nodig”.
Plenaire sessie met burgemeesters
Wethouder Broekhuizen: “Uiteindelijk ging de sessie vooral over hoe je het rijksgeld neer
kunt laten dalen in de regio? Wat heb je daarvoor nodig, hoe moet je het doen? Is het verkapte
dwang om je erbij te voegen? Ik vond het interessant en ben er niet eerder mee in aanraking
gekomen.”
Hij is als wethouder ook tegen de ontkokering, hij ziet dat Kunst en Cultuur ook regionaal
beter geregeld kan worden. Zijn suggesties is om een jaarlijkse nationale wedstrijd voor
culturele gemeente van Nederland op te zetten, waarin kunst en cultuur als vanzelfsprekend
voorop staat. In deze plenaire sessie is geen burgemeester op dit onderwerp bevraagd.
Vraag 6: Cultuurparticipatie, oke maar dan? Wethouder Anja van den Dolder (Hellendoorn) geeft haar gemeente als voorbeeld. Zij hebben
een cultuurkaravaan opgericht (in een caravan) en een cultuurburgemeester aangesteld als
verbinder. De raad wilde namelijk de top van de participatieladder weghalen. Van den Dolder
was als wethouder verantwoordelijk. Zij merkte bij het oproepen van ideeën bij bewoners dat
zij aan verwachtingsmanagement moest doen: “Ik stelde vragen als: wat wil jij als bewoner?
Karbitschieten is bijvoorbeeld één van de activiteiten dat de inwoners niet kwijt wilden. Deze
ideeën zijn gebundeld en daar is prioriteit op aangebracht via een 100plusspel met honderd
man verdeeld over groepjes van negen aan tafels die de belangrijkste ideeën selecteerden,
waarbij minstens drie mensen aan tafel hetzelfde moeten hebben gekozen.
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Laat een roulerende gemeenschapsraad – met cultuuraanjagers en
rond elk nieuw thema andere stakeholders uit verschillende domeinen – mensen opzoeken in
de wijk en de verbinding leggen tussen de raad en relevante initiatieven”.
Plenaire sessie met burgemeesters
Van den Dolder vond het een leuke sessie, voor haar een bevestiging dat Hellendoorn goed
bezig is. “Door vertrouwen ontstaan draagvlak, verbindingen en overbruggingen. We hebben
het ook gehad over de gemeenschapsraad, dorpsbezitters. Door het met elkaar erover te
hebben, maak je daar ook weer deel van uit.”
Maes: “Eigenaarschap, hoe moet je dit als bestuurder goed te organiseren?”
Gerdo van Grootheest, burgemeester van Culemborg reageert: “Dit is een belangrijke vraag
waar iedereen mee worstelt. Van wie is de stad/gemeente? Niemand heeft hier het antwoord
op. Wat opvalt is dat kunst en cultuur als motor kunnen fungeren om het succes op gang te
brengen. LF2018 is daarvan een voorbeeld. Belangrijk onderdeel van het programma is Kunst
& Cultuur.”
Vraag 7: Hoe bepaal je de kernwaarde van jouw gemeente? Maes: “Omgevingsvisie, wat is het nu precies?” Marianne de Bie (wethouder Breda) licht toe:
“Het debat over de omgeving is het vliegwiel voor het inrichten van de buurt. Dat gesprek
gaat niet over stenen, maar over leefgebied. Hoe kun je als overheid spiegelen aan diegene die
het betreft?”
Maes: “Is kunst en cultuur een van de vliegwielen?”
De Bie: “Het belang van cultuur wordt geborgd in bijvoorbeeld de gezondheidsvisie: dit gaat
ook over culturele voorzieningen. Dit zijn mooie instrumenten voor het gesprek over welke
stad je wilt zijn. De Omgevingswet is een ingrijpend, bureaucratisch plan. Hoe kun je vanuit
het hart van de bewoners een visie creëren, regels opstellen en deze naleven en hoe benoem je
die kernkwaliteiten?”
Deelsessie
Quote van de deelsessie: “Het benoemen van de kernwaarden de eerste stap is richting een
beeld voor de toekomst en het opstellen van een omgevingsvisie. In de samenleving is veel
kennis die je kunt inzetten bij het omschrijven van kernwaarden”.
Plenaire sessie met burgemeesters
Marianne de Bie steekt van wal: “De verhalen bepalen de waarde en het eigenaarschap van de
stad, om de verhalen te vertellen hebben we cultuur nodig.
Je doet dat door de verhalen levend te maken. Bij de historische binnenstad hoort een ander
verhaal aan dan achter het station, waar veel industrieel erfgoed staat. De urban culture heeft
zowel in Tilburg als in Breda kunnen ontstaan door de combinatie sport en cultuur in
regelarme zones te bundelen, dit spreekt vooral jongeren heel erg aan. Voor tijdelijke
voorzieningen is het een ideale manier van place making.
Maes vraagt of de burgemeesters hier mogelijkheden voor zien.
Van Grootheest: “Het spreekt mij heel erg aan om op deze manier identiteit te geven aan jouw
gemeente. Kunst en cultuur kunnen de smeerolie zijn tussen de verschillende domeinen.” Hij
noemt een voorbeeld: bij de vorming van het stadspark hadden zij iemand achter de tekentafel
kunnen zetten, maar in plaats daarvan hebben zij verhalen opgehaald uit de stad.
Maes: “Hoe kun je van toegevoegde waarde zijn als bestuurder?”
Adema noemt Lelykracht: “Culturele instellingen die samenwerken hebben een aanbod bij de
Gemeenteraad neergelegd: hoe kunnen wij het verhaal van de stad vertellen? Hoe kunnen wij
cultuur brengen naar mensen die er niet veel mee in aanraking komen? Uit dit programma
komt onder andere uit Lelystad fit en een programma voor stoppen met roken, opgezet door
culturele instellingen. Dit is bij het VSB Fonds opgevallen en zij hebben hier 1 miljoen voor
gekregen om dit verder te ontwikkelen.”
Sluiter wil kort wijzen op de haken en ogen aan de omgevingswet. “Als het gaat om kunst en
cultuur moet je ook de autonomie van kunst op waarde weten te schatten.”
Betwist Erfgoed
Maes sluit de dag af met een extra onderwerp, dat nu in de actualiteit staat. Unesco heeft een
adviesrapport geschreven voor bestuurders hoe om te gaan met betwist erfgoed: Wat kan
cultuur betekenen en hoe om te gaan met cultuur en erfgoed dat snel een brandhaard is voor
grotere discussies en tegenstellingen. Het rapport kan online geraadpleegd worden: Unesco.nl
Tot slot
De bijeenkomst zit er bijna op, maar niet voordat Ruben Maes nog een rondje langs de
burgemeesters maakt om hen een samenvatting te vragen van de middag en hoe we de dialoog
tussen gemeentepolitiek en cultuur op kunnen zetten en vast kunnen houden.
Van Grootheest: “Leg verbanden met partijen waar je op het eerste gezicht niet aan zou
denken, wacht niet af.”
Adema: “Samenwerking met andere domeinen zoeken, ga uit van eigen kracht. Als je een
goed plan hebt, vraag dan niet eerst om subsidie, maar probeer het uit”.
Sluiter: “Culturele Hoofdstad is een kans en die komt ook in andere gedaanten voorbij. Blijf
steeds op zoek naar kansen waarin je cultuur onder de aandacht kan brengen. We hebben het
steeds over kunst en cultuur en hoe belangrijk dat is, maar de makers daarvan, die zitten hier
niet. En die afstand is vrij stevig. De band met de makers mis ik en die moet worden gelegd.”
Crone: “Ik zou graag een optelsom van deze drie maken: Maak de mix tussen verschillende
initiatieven. Wij proberen als Leeuwarden zoveel mogelijk op te zetten in Noord-Nederland
met Groningen, Drenthe en Friesland. Gezamenlijk gaan wij naar Den Haag. En in november
gaan we geen sluiting van het jaar doen, maar een re-opening, om onze legacy voort te zetten.
Het woord mienskip is precies wat we willen bereiken: samen projecten doen en er samen van
genieten. Daardoor wordt het woord mienskip een Europees woord. En komt allen naar de
lichtshow van Daan Roosegaarde op het plein vanavond.”
Maes: “Dank aan de burgemeesters, wethouders en de mensen in de zaal. Succes en op naar
21 maart!”
VERSLAG PLENAIRE SESSIES DOOR SARAH BERCKENKAMP
Deelsessie 1 – Cultuureducatie
WAT KUNNEN GEMEENTEN DOEN OM TOEGANKELIJKHEID VAN CULTUUR
VOOR IEDEREEN TE REALISEREN EN DE KRACHT VAN CULTUUR MEER
BENUTTEN?
Deelnemende wethouders: Marcelle Hendrickx (Tilburg), Bertien Houwing (Amersfoort) en
Alex Wekema (Noordenveld).
Moderator: Sanne Scholten (directeur LKCA)
Organisator: LKCA Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst
Speciale vermelding: Campagne ‘Cultuur deel je’ en Handreiking voor gemeentelijk beleid
voor cultuureducatie en –participatie
Verslag: Marlies Tal (LKCA)
Cultuureducatie & cultuurparticipatie: breedte cultuur Ce = leren van, over en door kunst op school en in vrije tijd
Cp = kunst maken op jouw niveau, doen 6,4 miljoen Nederlanders
#CultuurDeelJe
Cultuur is belangrijk voor: creatieve kracht van samenleving vergroten, identiteit ontwikkelen
en vinden voor het individu en effect van verbinding en ontmoeting via cultuur voor de
gemeenschap
Alex Wekema – gemeente Noordenveld – inzet creatieve kracht van de inwoners
Geen subsidies voor instellingen, budget naar onderwijs. Doorgaande leerlijn voor de jeugd
en betrekken van de gemeenschap daarbij. Pijn bij instellingen? Stimuleerde om anders te
denken.
Dilemma: cultuureducatie is verankerd in het po – hoe kan het vo erbij worden betrokken?
zoek contact met de doelgroep
kijk naar andere sectoren, leer bijvoorbeeld van de sport
Ellen ten Damme vragen om als boegbeeld op te treden
Bertien Houwing Gemeente Amersfoort – inclusieve samenleving
Moest fors bezuinigd worden. Focus op intrinsieke waarde van kunst. Cultuurvisie 2030,
samen met de stad gemaakt, plan op hoofdlijn en voor de komende paar jaar. Verbonden en
aantrekkelijke stad: inclusieve samenleving. Verbindingen tussen beleidsterreinen, met
sociaal domein, met sport en dicht in de wijk.
Speerpunt 2018: cultuurparticipatie. Kwam niet uit de lucht vallen, was er al, maar zichtbaar
gemaakt. Doordat er nu ingezet wordt op de verbonden stad zien verschillende
beleidsterreinen het nut ervan in en willen er geld in steken.
Dilemma: kunst en cultuur zijn katalysator voor de inclusieve samenleving –hoe kun je als
wethouder het opgave gericht werken niet alleen binnen de gemeente maar ook in het veld
realiseren?
gemeenschapsfonds: wat zijn de mogelijkheden, hoe doe je dat
ketenaanpak uit Nijmegen: naast keten ook beleidsterreinen combineren – vlechtaanpak
gemeentemuseum Den Haag: bussen inzetten om mensen uit wijken die normaal niet
komen naar het museum te brengen
technologische mogelijkheden benutten om cultuur beleven voor iedereen mogelijk te
maken.
Marcelle Hendrikx Gemeente Tilburg – maker centraal
Kunst en cultuur is altijd gewoon een belangrijk onderwerp geweest in het politieke debat.
Desondanks sloegen bezuinigingen gaten in de culturele sector. Niet alleen instellingen en
gebouwen maar in de hele talentketen. Stadsgesprekken om gaten/blinde vlekken vinden.
Maker centraal: nadenken over hoe een maker zich kan ontwikkelen, werken en uitvliegen.
Wijkgerichte aanpak, buurtcultuurfonds, cultuur in publieke domein biedt steun aan kleine en
grote initiatieven.
Dilemma: wat voor type organisatie heb je nodig om cultuureducatie te organiseren? Welke
rol neem je als wethouder/gemeente hierin? Hoe krijg ik een draaiend huis voor
cultuureducatie waarbij maker en kinderen worden verbonden?
creatieve organisaties denken zelf altijd dat ze creatief zijn – maar dat is lang niet altijd zo
het houten huis in de klas: niet alleen theater de klas inbrengen, maar creativiteit in de
onderwijsomgeving brengen
maak een bondje met andere partijen die educatief bezig zijn: natuureducatie,
techniekeducatie
maak het aantrekkelijk er te zijn.
hoe maakt niet uit, maar dat je het doet
Fysieke afstand, financiële drempels en thuissituatie bepalen wie mee doet aan cultuur – dit
verdient aandacht.
Scheiding van groepen in stad groter, in dorpen makkelijk in contact met elkaar.
Zichtbaarheid cultuurparticipatie
Iktoon – kunst van iedereen: juni 2018 is weer iktoon-maand. Kijk
op http://www.iktoon.nl hoe je als gemeente mee kunt doen. Dit jaar wordt in juni voor het
eerst de BNG Bank Cultuurparticipatieprijs uitgereikt tijdens het VNG jaarcongres in
Maastricht.
VNG, LKCA, Cultuurconnectie en Raad van twaalf werken momenteel aan een nieuwe
handreiking voor beleid Cultuur… op school en in de vrije tijd en wordt begin maart