BIJDRAGE VAN LEEFMILIEU BRUSSEL VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE IN BRUSSEL 2015-2019 Dit dubbel document is een « sneuvelnota ». Er zal aan de Brusselse actoren die dit wensen een amenderingsproces voorgesteld worden en dit vanaf 29 mei voor een symposium en op 10 juni voor een brainstormdag. De in overleg gegroeide versie zal de grondslag vormen van het toekomstig Gewestelijk Programma voor een Circulaire Economie dat door de Regering voor de winter 2015 voor advies zal worden voorgelegd aan de Economische en Sociale Raad en aan de Raad voor het Leefmilieu.
34
Embed
Template Rapport Technique - Bruxelles Environnement · efficiënter te gebruiken, om de impact op het milieu te verminderen en daarbij ook het individueel welzijn verder te ontwikkelen
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
BIJDRAGE VAN LEEFMILIEU BRUSSEL VOOR EEN
CIRCULAIRE ECONOMIE IN BRUSSEL
2015-2019
Dit dubbel document is een « sneuvelnota ». Er zal aan de Brusselse actoren die dit wensen een
amenderingsproces voorgesteld worden en dit vanaf 29 mei voor een symposium en op 10 juni voor een
brainstormdag. De in overleg gegroeide versie zal de grondslag vormen van het toekomstig Gewestelijk
Programma voor een Circulaire Economie dat door de Regering voor de winter 2015 voor advies zal worden
voorgelegd aan de Economische en Sociale Raad en aan de Raad voor het Leefmilieu.
PAGINA 4 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
5. PRIORITAIRE DOMEINEN EN THEMA'S VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE ...................................................................24
5.1. CRITERIA EN PRIORITISERINGSMETHODES ............................................................................................................. 24
5.2. TRANSVERSALE PRIORITEITEN VOLGENS DE COMPONENTEN VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE .......................................... 24
5.3. SECTORALE PRIORITEITEN: STROMEN EN ONTBREKENDE SCHAKELS ........................................................................... 25
PROGRAMMA VAN ACTIES IN SAMENWERKING MET BRUSSELSE ACTOREN ................................................27
6. UITVOERINGSMETHODOLOGIE VAN DE ECONOMISCHE STIMULERING EN VAN DE JOBCREATIE IN CIRCULAIRE ECONOMIE ....27
6.1. SAMEN-OPBOUW ALS MODALITEIT ..................................................................................................................... 27
6.2. PRIVATE EN PUBLIEKE ACTOREN .......................................................................................................................... 29
6.3. STIMULERINGSSTRUCTUREN EN HUN ROL ............................................................................................................. 30
7. 1E ACTIEPLAN 2016-2017 .........................................................................................................................35
PAGINA 5 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
INHOUD
Dit document getiteld « Bijdrage van Leefmilieu Brussel voor een circulaire economie in Brussel » bevat een
samenvatting van het concept van de circulaire economie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, stelt een
visie tegen het jaar 2050 voor, bepaalt de specifieke belangen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
verduidelijkt, via een Masterplan, de prioritaire economische hefbomen en opportuniteiten en bepaalt een
ontwikkelings- en stimuleringsmodel van de circulaire economie binnen ons Gewest om zo te komen tot een
concreet actieprogramma.
DOELSTELLING
Tal van actoren, zowel internationaal, Europees als regionaal, omarmen het concept van de circulaire economie
om een evenwichtige en bloeiende economische ontwikkeling uit te bouwen die in dienst staat van de
menselijke ontwikkeling en de levenskwaliteit van alle Brusselaars (de burgers zijn immers de belangrijkste te
vrijwaren rijkdom/hulpbron) - en in harmonie is met de bescherming van de hulpbronnen op onze planeet. Dit is
een opportuniteit die ook de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil grijpen. In die zin laat het
huidige document toe om het debat met de Brusselse actoren aan te gaan over de prioritaire hefbomen en
economische opportuniteiten die moeten worden doorgevoerd om de circulaire economie in de praktijk te
brengen.
DOELGROEP
Brusselse actoren die betrokken zijn bij de circulaire economie.
PAGINA 6 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
CIRCULAIRE ECONOMIE - BEGRIPPEN
1. BEGRIP
De circulaire economie kan men definiëren als een economisch uitwisselings- en productiesysteem dat, in alle
stadia van de levenscyclus van de producten (goederen en diensten), ernaar streeft om de hulpbronnen
efficiënter te gebruiken, om de impact op het milieu te verminderen en daarbij ook het individueel welzijn verder
te ontwikkelen1. Deze economie staat recht tegenover de lineaire economie die gekenmerkt wordt door de fasen
"ontginnen-fabriceren-consumeren-wegwerpen".
De circulaire economie streeft er ook naar om de verspilling van de hulpbronnen bij de bron drastisch te doen
dalen door de milieu-impact te verminderen en het welzijn verder te verhogen. In de mate van het mogelijke
ontwikkelt de circulaire economie zich op lokale schaal door moeilijk delokaliseerbare waardekettingen te
creëren.
2. COMPONENTEN
Het begrip circulaire economie wordt, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, begrepen als een overkoepelend
begrip voor meerdere fundamentele componenten. Het begrip is opgebouwd rond een brede inachtneming van
drie domeinen uit alle verschillende hulpbronnen (van grondstoffen tot energie over water, lucht, aarde en
bodem, biodiversiteit): het aanbod, de vraag en het beheer van behoeften, afvalstoffen en hulpbronnen en van
een transversale governance- en een territoriale benaderingscomponent. Deze componenten hangen nauw met
elkaar samen. De volgende opdeling is kunstmatig maar laat toe om een lijst op te stellen van de componenten
die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in aanmerking neemt. Deze componenten worden in detail uitgewerkt in
een afzonderlijk document.
(1) Aanbod van de economische actoren
De duurzame bevoorrading in hulpbronnen
De innoverende en veerkrachtige ondernemerspraktijken
Het ecodesign van goederen en diensten
De industriële ecologie
De functionaliteitseconomie
(2) Vraag, gedrag en beheer van de
consumentenbehoeften
De deeleconomie
Verandering van aankoopgedrag van goederen en diensten
Verantwoord aankopen
De soberheid en het nadenken over de bevrediging van de behoeften
van de consumenten
3) Beheer van de hulpbronnen en de
afvalstoffen
Het hergebruik en de voorbereiding voor hergebruik
Recycling
Energieterugwinning
De governance van de uitvoering van het concept van de circulaire economie is een transversale
component, met een bijzondere aandacht van de territoriale hiërarchie (waarbij de korte circuits centraal
staan).
1 Voorgestelde definitie door ADEME, in zijn technische fiche « circulaire economie: begrippen », van oktober 2014.
PAGINA 7 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
VISIE 2050 VAN DE INNOVERENDE EN CIRCULAIRE ECONOMIE VAN
HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluit zich aan bij de strategische visie voor 2050 van de Europese
Commissie:
Tegen 2050 is onze economie concurrerend, inclusief en zorgt ze voor een hoge levensstandaard met veel
lagere milieueffecten. Alle hulpbronnen worden op duurzame wijze beheerd, van grondstoffen tot energie,
water, lucht, grond en bodem. Mijlpalen in klimaatverandering zullen bereikt zijn terwijl biodiversiteit en de erop
gebaseerde ecosysteemdiensten beschermd, naar waarde geschat en aanzienlijk hersteld zullen zijn.2
In 2050, leven we goed, binnen de ecologische grenzen van onze planeet. We danken onze welvaart en goede
gezondheid van ons milieu aan onze innoverende en circulaire economie die geen verspillingen kent en waarin
de natuurlijke hulpbronnen zo beheerd worden dat ze de veerkracht van onze maatschappij versterken.3 »
Een inclusieve economie is een economie met een hoge tewerkstellingsgraad die bevorderlijk is voor
de economische, sociale en territoriale samenhang. De - ambitieuze - doelstelling is om nieuwe
marktoplossingen uit te werken die instappen in een gedeelde waardecreatielogica (voor de
onderneming en voor de maatschappij).
De ecosysteemdiensten zijn bijvoorbeeld natuurlijke waterzuivering, de activiteit van de bestuivers in
de tuinbouw, de natuurlijke koolstofsekwestratie in het bos, de bodems... of nog de regulering van het
microklimaat (watervlaktes en beplanting laten toe om het effect van de stadswarmte af te zwakken).
De veerkracht van een samenleving is de mate waarin ze in staat is om te anticiperen op
veranderingen, schokken en verstoringen, om zich aan te passen en te leren uit dat proces.
Nieuw paradigma
Om deze gewenste situatie te bereiken, lijkt het dan ook noodzakelijk om uit onze lineaire logica te treden en
om een economisch model te ontwikkelen, dat in staat is om zowel onze vraag aan hulpbronnen als onze
ecologische voetafdruk te verminderen.
We staan dus voor een nieuwe situatie waarin de economische ontwikkeling buiten de ecologische grenzen
treedt. Door in onze benadering van de Brusselse economie maar ook in ons consumptiegedrag en onze
leefgewoonten een circulaire logica te ontwikkelen, moet er een nieuw paradigma ontstaan om deze
belangrijke uitdagingen van onze maatschappij aan te pakken.
Het is ook een unieke gelegenheid om Economie & Leefmilieu in dienst van de Brusselaars, zonder
rekening te houden met dogma’s, met elkaar te verzoenen door op een nieuwe manier te kijken naar de stad
van morgen waar levenskwaliteit voorop staat, ook voor de minderbedeelden onder ons.
2- Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (2011);
3 7e AAP – algemeen actieprogramma van de Unie voor het milieu tegen horizon 2020 - Goed leven binnen de grenzen van onze planeet
- Milieu-impact van de bevolkingsgroei - Verbetering van de levenskwaliteit
SOCIO-ECONOMISCH:
- Ontwikkeling van economie, werkgelegenheid, opleiding en onderwijs
- (4) strijd tegen de tweeleding van de stad en de armoede
De circulaire economie maakt het mogelijk om:
- Activiteiten te herlokaliseren (via de korte economische circuits) om
een zo compleet mogelijke waardeketting te verkrijgen.
- Winst te boeken op het vlak van competitiviteit en innovatie
(via de Innoverende Business Models)
- Concrete antwoorden te bieden op de behoeften van de
ondernemers.
DE LEVENSKWALITEIT VERBETEREN
De kringloop maakt het mogelijk om een
antwoord te vinden op een aantal
milieugebonden uitdagingen.
De circulaire economie als antwoord op de uitdagingen:
BELEID EN INSTRUMENTEN INZAKE MILIEU waarin onder meer de begrippen STEDELIJK METABOLISME zijn verwerkt die rechtstreeks voortvloeien uit Europese richtlijnen
ECONOMISCHE STIMULERING EN JOBCREATIE rond milieuopportuniteiten van de
PAGINA 21 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
hulpbron Water beter te beheren en te verminderen en om onze afhankelijkheid ten opzichte van de
Waalse leverancier te doen dalen. Dit is een activiteit die louter afkomstig is van de bedrijfstak Water.
De inrichting van openbare en private ruimtes om de negatieve effecten van de ondoordringbaarheid
van de bodem tegen te gaan door compensatiemaatregelen te nemen (geulen, grachten...). Er zijn
winsten op veel vlakken maar vooral op het vlak van het beperken van de schade na een overstroming.
Deze activiteit hangt nauw samen met de bedrijfstak duurzaam bouwen.
De terugwinning van slib en waterbodems Dit betreft het beheer van afvalstoffen die verwerkt zullen
worden als hulpbron in andere thema's (bouw, energie...).
Het Re-use systeem is een systeem waarbij het gezuiverde (maar niet drinkbare) water hergebruikt kan
worden als water voor industrie of landbouwdoeleinden.
Een geul is een ondiepe en brede gracht waarin planten groeien en die voorlopig water opvangt hetzij
om het af te voeren via een overloop, hetzij om het te verdampen of om het ter plaatse te infiltreren om
zo de heraanleg van grondwaterlagen mogelijk te maken.
2.4.4. Opportuniteiten van het Plan Natuur en het Gewestelijk Programma voor de vermindering van
pesticides
Op middellange termijn is het plan opgebouwd rond 7 doelstellingen waarvan de volgende vier vooral in
aanmerking komen om de gewestelijke economie te beïnvloeden:
1. De natuur beter ontsluiten voor de Brusselaars: dat elke Brusselaar in de nabijheid van zijn woning
beschikt over een toegankelijke en aantrekkelijke groene ruimte [...]
2. Denken aan een gewestelijk groen netwerk: het groene karakter van het Gewest vrijwaren en de
samenhang van het Brussels ecologisch netwerk versterken [...] voor een betere levenskwaliteit in de
stad en een aantrekkelijker Gewest.
3. De belangen van de natuur verwerken in plannen en projecten: ervoor zorgen dat er in plannen en
projecten meer rekening wordt gehouden met de natuur en het groene netwerk, inclusief buiten de
beschermde zones.
4. Het ecologisch beheer van de groene ruimtes uitbreiden en versterken: het beheer van de openbare
ruimtes verbeteren en een goede samenhang verzekeren tussen de verschillende beheerders.
Investeren in groene infrastructuur biedt economische voordelen Er kunnen veel voordelen gehaald worden uit
diensten aangeboden door ecosystemen, zoals bijvoorbeeld het voordeel om de gevolgen van de
klimaatverandering af te zwakken. De groene infrastructuur vrijwaren, ontwikkelen en onderhouden laat toe om
diensten op een minder belastende en meer duurzame manier op te wekken dan via menselijke technologieën.
Groene infrastructuur kan beschouwd worden als een instrument dat het mogelijk maakt om ecologische,
economische, sociale en culturele voordelen op te wekken dankzij natuurlijke oplossingen. Onder groene
infrastructuur denken we bijvoorbeeld aan: groene ruimtes, groendaken of vochtige gebieden.
De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stimuleert, via het Natuurplan, investeringen in natuurlijk
kapitaal. Ze promoot ook het ecologisch beheer en schenkt, in overeenstemming met de Europese
verplichtingen en het Gewestelijk programma voor de vermindering van pesticiden, een bijzondere aandacht
aan de vermindering van de behoefte aan pesticiden. Nieuwe manieren om de groene ruimtes en de openbare
ruimtes in het algemeen, in overeenstemming met die bekommernissen, op te vatten, het teruggrijpen naar
alternatieve beheerstechnieken (gedifferentieerd beheer, mechanische bestrijdingstechnieken tegen
adventiefplanten, geïntegreerde bestrijding) worden vaker en vaker gevraagd door overheden en zelfs door
bedrijven en particulieren.
Het Gewest zou een beleid kunnen uitwerken ter ondersteuning van de medewerking van de Brusselse
privésector aan inrichtings- en beheerprojecten van onderdelen van de groene infrastructuur. Aangezien deze
nieuwe benaderingen inhouden dat men nieuwe technieken leert beheerden en bijzondere kennis en knowhow
verwerven, zijn ze drager van een groei- en innovatiepotentieel dat interessante ontginningsmogelijkheden
biedt.
Vandaar dat een coördinatie met de sector voor aanleg en onderhoud van de groene ruimtes en van openbare
ruimtes in het algemeen en met de bouwsector voor wat betreft de integratie van groene voorzieningen in
gebouwen, uitgebouwd moet worden om het percentage aan Brusselse bedrijven en werkkrachten die in die
bedrijfstak actief zijn, te verhogen.
PAGINA 22 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
Deze ruimtes moeten ontworpen of heraangelegd worden om de behoefte aan pesticides tijdens het onderhoud
te verminderen, in overeenstemming met de doelstellingen van het Gewest en de Europese verplichtingen. Het
gebruik van alternatieve (meer bepaald mechanische) technieken, van gedifferentieerd beheer en van
geïntegreerde bestrijding, dat verplicht is (hoofdzakelijk voor de openbare beheerders), vormt zo een niet te
verwaarlozen opportuniteit.
Het Gewestelijk Natuurplan en het Gewestelijk Plan voor de vermindering van de pesticiden voorzien in dit
verband meerdere opleidingsacties en certificeringsacties van professionelen, en de invoering van een
geïntegreerde dienst « Facilitator Natuur » en « Gedifferentieerd beheerspool » die omkadering, expertise, raad
en informatie zal verstrekken aan de toekomstige professionelen.
4.3. Opportuniteiten van de andere beleidsdomeinen voor de economie en de werkgelegenheid van de
Brusselaars
De economische opportuniteiten van het milieubeleid werden hierboven aangehaald. Het spreekt voor zich dat,
gepaard gaand met een economisch stimulansbeleid, ondernemingen uit de betrokken sectoren hun voordeel
kunnen doen met dit beleid om hun marktaandeel te verhogen en bijgevolg Brusselse werkkrachten aan te
werven nadat deze een opleiding hebben gevolgd over de nieuwe vaardigheden. Deze redenering gaat ook op
voor andere gewestelijke beleidsdomeinen zoals mobiliteit of nog de ruimtelijke ordening.
PAGINA 24 VAN 34 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
5. PRIORITAIRE DOMEINEN EN THEMA'S VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE
Prioritaire domeinen en thema's worden beslist door de Brusselse regering [Bespreking door de regering voorzien eind 2015]. Deze werden de regering voorgesteld via een
samen-opbouwproces dat gebaseerd is op studies, proefprojecten en lopende acties. De lijst van alle opportuniteiten gaat in bijlage 3 [Bijlage op te maken na de studiedag
van 10 juni 2015]. Deze opportuniteiten werden volgens de gevestigde methode geanalyseerd in vergelijking met de prioritiseringscriteria. Hieruit komen volgende lijsten
voort. [Deze analyse zal uitgevoerd worden in juli 2015].
5.1. Criteria en prioritiseringsmethodes
[aan te vullen tegen eind juli 2015]
5.2. Transversale prioriteiten volgens de componenten van de circulaire economie
[aan te vullen met Brusselse spelers op 10 juni 2015]
Componenten Actiecategorieën
(1) Aanbod van de economische actoren
De duurzame bevoorrading in hulpbronnen
…
…
De innoverende en veerkrachtige
ondernemerspraktijken
…
…
Het ecodesign van goederen en diensten …
…
De industriële ecologie …
…
De functionaliteitseconomie
…
…
(2) Vraag, gedrag en beheer van de
consumentenbehoeften
De deeleconomie
…
...
Verandering van aankoopgedrag van
goederen en diensten
…
PAGINA 25 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
…
Verantwoord aankopen
De soberheid en het nadenken over de
bevrediging van de behoeften van de
consumenten
…
…
…
…
3) Beheer van de hulpbronnen en de
afvalstoffen
Het hergebruik en de voorbereiding voor het
hergebruik
Recycling
Energieterugwinning
…
…
…
…
…
…
(4) governance (+ innovatie, opleiding,…) en
territoriale hiërarchie
…
…
5.3. Sectorale prioriteiten: stromen en ontbrekende schakels
Via de benadering met "waardekettingen" die verankerd zijn in de territoria kan men aantonen hoe de verschillende pijlers van de circulaire economie in elkaar kunnen
haken binnen strategieën die zinvol zijn voor de lokale actoren. De "waardekettingen" tonen zo hoe de circulaire economie zich kan integreren in de economische logica van
bedrijfstakken en territoriale ontwikkeling en zo gezien worden als een opportuniteit voor lokale actoren.
[aan te vullen met Brusselse actoren op 10 juni 2015]
Waardeketting Actiecategorieën
(1) afvalstromen in kaart gebracht door
Recy K, pool voor hergebruik van Net
Brussel
…
...
Evaluatie van het plan voor de preventie en
het beheer van afvalstoffen
…
…
de assen energie - water - afvalstoffen die
vooraf werden ontwikkeld in het kader van de
Alliantie Werkgelegenheid - Leefmilieu
…
…
PAGINA 26 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
(2) Stroom van hulpbronnen in kaart gebracht
via studies
…
…
Studie metabolisme van Leefmilieu Brussel …
…
de assen energie - water - afvalstoffen die
vooraf werden ontwikkeld in het kader van de
Alliantie Werkgelegenheid - Leefmilieu
…
…
3) Ontbrekende schakels in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest in kaart gebracht door
de deelnemers van het seminarie Be
Circular, Be Brussels van 01/12/2014
Inzameling, toegang tot hoeveelheden en logistiek
…
…
Duurzame voeding en bio-afval
…
…
Duurzaam bouwen
…
…
Studie van de knelpuntberoepen in
duurzaam bouwen van Leefmilieu Brussel
Duurzaam bouwen
…
…
Studie van de waterberoepen …
…
Brusselse actoren …
…
de assen energie - water - afvalstoffen die
vooraf werden ontwikkeld in het kader van de
Alliantie Werkgelegenheid - Leefmilieu
…
…
PAGINA 27 VAN 34 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
PROGRAMMA VAN ACTIES IN SAMENWERKING MET BRUSSELSE
ACTOREN
6. UITVOERINGSMETHODOLOGIE VAN DE ECONOMISCHE STIMULERING EN VAN DE
JOBCREATIE IN CIRCULAIRE ECONOMIE
6.1. Samen-opbouw als modaliteit
De circulaire economie is een concept dat betrekking heeft op een veelheid aan competenties en transversale
domeinen. Er is dus nood aan een governance die gedeeld wordt door alle actoren zodat in alle actiedomeinen
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de nodige veranderingen kunnen worden aangebracht.
Een deelname- en samenwerkingsbenadering maakt het niet alleen mogelijk voor de verschillende actoren en
operatoren 10
om vertrouwd te raken met de uit te voeren acties, maar ook om de actiedomeinen maximaal en
zo efficiënt mogelijk te kunnen bedienen dankzij hun terreinvaardigheden en -verbintenissen. In vergelijking met
de klassieke aanpak van een ontwikkelingsprogramma voor een sector (diagnose, uitwerking van een plan,
doorvoering van een of meerdere voorzieningen volgens de in behandelde gebieden), is het samen-
opbouwproces waarvan hier sprake geïntegreerd: alle noden binnen de sector worden in aanmerking genomen
en worden door de verschillende betrokken actoren van een gecoördineerd antwoord voorzien.
De benadering is ook participatief in die zin dat de operatoren zelf onderling en met de vertegenwoordigers van
de sector overleg plegen om acties voor te stellen die ze bedenken om zo goed mogelijk te beantwoorden aan
de noden van de sectoren in het kader van de door de regering vastgelegde prioriteiten.
Deze originele benadering biedt verschillende voordelen:
In kaart brengen van relevante en realistische acties want in rechtstreeks verband met doelgroepen en
de realiteit van de werkomgeving van de operatoren;
Inzet van de operatoren vanaf de ontwerpfase en dus inbezitneming van de acties nog voor de aanvang
van de uitvoeringsfase.
Op gang brengen van een samenwerkingsdynamiek tussen operatoren van verschillende horizonten die
ook tijdens de uitvoeringsfase verder doorloopt;
Uitwerken van bijkomende acties en synergieën rond strategische doelstellingen;
Het bouw- en interventieproces is iteratief, wat betekent dat het zich cyclisch ontplooit in een PCDA logica (wiel
van Deming): planning - actie - opvolging - bijsturing:
De operatoren denken na en documenteren zich over de behoeften van de ondernemingen in functie
van de gekozen prioritaire opportuniteiten; ze bepalen een eerste actiegroep om op die noden in te
spelen.
Naast de uitvoering van de eerste in kaart gebrachte acties, komen workshops en werkgroepen bijeen
om de vordering van de acties op te volgen en te werken aan de verdere verbetering van de
antwoorden op de bestaande behoeften en om eventuele onvoldoende bevredigde behoeften te helpen
bepalen.
Regelmatig worden er, na validering door het opvolgingscomité, nieuwe acties in kaart gebracht en
uitgevoerd waarmee het mogelijk wordt om in te spelen op behoeften die zijn ontstaan nadat de eerste
noden werden gelenigd.
10 De term « operatoren » duidt hier op alle openbare, semi-openbare of private organen die diensten verlenen of kunnen
verlenen aan bedrijven. Daarin zijn inbegrepen de besturen, de ION maar ook de professionele verenigingen, de
vertegenwoordigers van de sector en de sociale partners.
PAGINA 28 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
IN DIE ZIN MOET DE SAMEN-OPBOUWDYNAMIEK MEER OPGEVAT
WORDEN ALS EEN EVOLUTIEF PROCES DAN ALS EEN REEKS VASTE
MAATREGELEN.
Deze samen-opbouw baseert zich op 2 pijlers van gestructureerde samenwerking:
Tussen openbare actoren, die streven naar een grotere samenhang van de acties en instrumenten
voor Ondernemerschap, Innovatie, Onderzoek en Nijverheid (naar analogie met ONU.brussels),
opleiding, inschakeling, werkgelegenheid (naar het voorbeeld van de nauwere samenwerkingen tussen
Actiris en Brussel-Opleiding), voor het grondgebied en de planning (naar het voorbeeld van het
Brussels Bureau voor planificatie (BBP). Nieuwe meer structurele samenwerkingen kunnen uitgewerkt
worden om te beantwoorden aan de belangen van de circulaire economie. Bijvoorbeeld, gezamenlijke
projecten tussen innovatie, ondernemerschap, incubatie, financiering, opleiding en milieu...
Tussen publieke en private actoren om de samenwerking met de private verbindingsactoren,
ambassadeurs van de boodschap van de circulaire economie, te versterken. De verspreiding van het
stappenplan in de circulaire economie moet gebeuren via deze verbindingsactoren, de belangrijkste
"slagkracht" van het Gewest inzake communicatie aan een breed publiek van ondernemingen en
zelfstandigen. Het is niet de bedoeling - voor de openbare sector - om te "doen voor" maar om "te laten
doen" door de acties en de aanwending van de actoren structureel te laten verlopen waarbij men er zich
van verzekert dat ze achter het project staan, begeleid worden en dat hun acties goed benut worden.
Het is wel de bedoeling om samen te werken met beroepsverenigingen om ondersteuning te bieden bij
hun rol van dragers van verandering, veranderingen die goed zijn voor de werkgelegenheid en de
levenskwaliteit van de Brusselaars (en niet om ze op te sluiten in hun rol van lobbyist). Een duidelijk
proces moet zo snel mogelijk op punt gesteld worden om dit soort samenwerking te structureren.
Ziehier, louter ter illustratie, 2 potentiële voorbeelden in verband met 2 gestructureerde
samenwerkingspijlers:
Openbaar-openbare samenwerking.
Om de concepten van de circulaire economie
concreet te maken, is het cruciaal om de
voortrekkers die pogingen ondernemen en die
de potentiële waardecreatie in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest aantonen, te
ondersteunen. Hiertoe zouden de openbare
besturen die projectoproepen uitschrijven, meer
moeten samenwerken. Het gaat in het bijzonder
om Impulse, Innoviris en Leefmilieu Brussel.
Bijvoorbeeld zou Leefmilieu Brussel zich
kunnen verenigen met Innoviris om Living Labs
te lanceren (naar het voorbeeld met Co-Create)
en een inhoudelijke steun over de circulaire
economie te bieden.
Mogelijkheid van Living Labs in circulaire
economie
Gebaseerd op
de expertise van Innoviris op de Living labs en
op de expertise van Leefmilieu Brussel over circulaire economie.
PAGINA 29 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
Openbaar-private samenwerking.
De cel ecodesign van het UCM begeleidt aan
de hand van een prediagnose, gratis bedrijven
met hun ecodesign- en
functionaliteitseconomische benadering,
ongeacht de activiteitensector. En dit dankzij
een financiering van de overheden die een
rechtstreekse impact hebben op een aantal
Brusselse KMO's en op beroepsfederaties.
Promotie van het ecodesign en de
functionaliteitseconomie voor de Brusselse KMO's
Gebaseerd op
de expertise van het UCM in ondernemingsbegeleiding en
op de expertise van Leefmilieu Brussel over circulaire economie.
De contacten tussen besturen en verbindingsactoren moeten gerationaliseerd en geprofessionaliseerd worden.
Om dit soort samenwerking op touw te zetten, is het nodig om:
De actoren in kaart te brengen om te bepalen welke spelers er mogelijk zouden kunnen deelnemen;
Deze actoren aanwerven: projectoproep, gerichte subsidies en gecontroleerd door de overheid,
opdrachten, gezamenlijke uitvoering van acties...
Informatie uitwisselen over hun verwachtingen, hun noden en hun mogelijkheden maar ook de
verwachtingen en doelstellingen van de verbindingsactor zelf voorstellen
Het eens worden over de boodschap zodat deze binnen het Gewest samenhangend is;
Een contactpunt aanduiden dat zich speciaal bezighoudt met dergelijke soort samenwerkingsverbanden
binnen de sleutelbesturen.
Een opstartvergadering organiseren met verbindingsactoren van hetzelfde type om hen een impuls te
geven door hen te tonen dat ze niet alleen staan
6.2. Private en publieke actoren
De uitvoering van een gewestelijke strategie in circulaire economie is een globale uitdaging, waarvoor de
mobilisatie en betrokkenheid van alle stuwende krachten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereist is.
Deze moeten dienst doen als katalysator om te verzekeren dat de circulaire economie zich in alle bedrijfstakken
van onze economie kan ontplooien en alle lokale besturen en burgers kan bereiken.
Een van de grootste troeven van het Gewest is zijn vermogen om te steunen op een veelheid aan actoren om
zijn stappenplan uit te rollen, aangezien er tot op vandaag al veel acties in verband met de circulaire economie
binnen het Gewest opgestart zijn. Deze verschillende actoren hebben onder elkaar al nauwe banden gesmeed
en duurzame werkdynamieken doen ontstaan.
Voorbeelden van de stuwende krachten voor een transversale uitvoering
Openbare en semi-openbare Brusselse actoren
Gewestelijke overheidsdienst Brussel
Gewestelijke organen waaronder
- Actiris
- Brussel Leefmilieu
- Citydev.brussels
- Impulse.brussels
- Innoviris
- Net Brussel
PAGINA 30 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
- MAD Brussels (met de Stad Brussel)
- Haven van Brussel
- Gewestelijke investeringsmaatschappij voor Brussel (GIB)
- …
Opleiding en invoeging (in verband met de Cocof en de VGC)
- Brussel Opleiding
- Ruimte Opleiding KMO (ROK)
- VDAB
- Syntra Brussel
- Lokale socio-professionele inschakelingsopdrachten
- Tracé Brussel
- De beroepsreferentiecentra (in samenwerking met de privésector)
De Gemeenten en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest
De Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) en de lokale besturen
Universiteiten en onderzoekscentra
Openbare besturen van de gefedereerde entiteiten en van het federale niveau
Private actoren
De Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn leden
- De werkgeversorganisaties : BECI-UEM
- De middenstandorganisaties: FNUCM, UNIZO,…
- De non-profitsectororganisaties: CBENM
- De werknemersorganisaties: FGTB, CSC, CGSLB, ABVV, ACV,
De bedrijfsfederaties: FEGE, CCB-C, Agoria, Fevia,…
De bedrijfsfederaties van de sociale economie: Res-Sources, SAW-B, FEBIO,…
De front-runner bedrijven, meer bepaald de Clusters zoals Ecobuild, …
De experts (studiebureaus, consultancykantoren, onderzoeksbureaus)
6.3. Stimuleringsstructuren en hun rol
De sterke wil van de regering om de werkgelegenheid en de economie in Brussel te stimuleren concretiseert
zich in een operationeel kader dat de samenwerking nastreeft met de sociale partners volgens de hierna
voorgestelde modaliteiten:
De stimuleringsstructuur is als volgt
samengesteld:
een sturingscomité
een opvolgingscomité;
een operationele coördinatiecel;
thematische workshops;
actoren voor uitvoering van acties
PAGINA 31 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
3.6.1. Stuurgroep
De stuurgroep is samengesteld uit de minister voor Leefkwaliteit, Leefmilieu en Energie, de minister van
Economie en Werkgelegenheid en de minister-president.
3.6.2. Opvolgingscomité
De strategische opvolging van de uitvoering van de stimulering van het platform voor de circulaire economie
wordt verzekerd via de methodologie van de strategie 2025 en het overleg in het kader van het CBCES et het
uitgebreide CBCES.
Het opvolgingscomité:
Begeleidt het samen-opbouwproces volgens de bottom-up-logica en de prioriteiten vastgelegd in het
stappenplan;
zorgt er tijdens de uitvoering voor dat de geest, de doelstellingen en de regels en werkingsprincipes van
het platform van de circulaire economie nageleefd worden.
neemt akte van de opvolgingsverslagen die opgesteld worden door de Coördinatie;
valideert de heroriënteringsvoorstellen of de nieuwe acties die door de workshops worden voorgesteld;
beslist om, volgend op de verwezenlijking van voor-acties, op de vastgestelde evolutie van de noden
van de bedrijven of op het verschijnen van nieuwe remmen, nieuwe acties te ondernemen;
Beslist eventueel over de stopzetting of de heroriëntering van acties waarvan de vordering onvoldoende
wordt geacht of waarvan de efficiëntie niet beantwoordt aan de verwachtingen;
oordeelt over de legitimiteit van een aanstuurder om een actie te dragen;
Komt tussen om werkingsprincipes van het Akkoord tussen de partners, voor zij die er nood aan
hebben, te verduidelijken of te herinneren, en, indien nodig, om blijvende onenigheden tussen partners
te beslechten na de eventuele raadpleging van de operatoren die betrokken zijn bij de betrokken acties.
stuurt aan, oriënteert en onderhoudt de coördinatiestructuur;
brengt jaarlijks rekenschap uit aan de regering over de vordering van de uitvoering van het Akkoord via
de dragende kabinetten.
3.6.3. Workshops
De partners komen regelmatig bijeen in thematische workshops om de remmen op de conversie van de
Brusselse economie die verband houden met het thema van de workshop, te onderzoeken, om samen de acties
te bedenken die deze remmen kunnen opheffen en om samen de uitvoering van deze acties op te volgen. Het
opvolgingscomité bepaalt de thema's van de workshops. De workshops kunnen gewijd zijn aan transversale of
sectorale thema's. De werkgroepen kunnen het werk in de workshops verder aanvullen. De workshops staan
open voor alle betrokken partners.
De rol van de workshops is om:
de remmen op de reconversie van de economische sector te analyseren;
onderzoeken hoe men de diensten die men levert aan de ondernemingen en de werknemers van de
sectoren, de werkzoekenden en de toekomstige werknemers (leerlingen en studenten) kan verbeteren
en zo de reconversie van de sector naar een circulaire economie kan bevorderen;
onderzoeken of deze betere dienstverlening gepaard kan gaan met een coherenter, leesbaarder,
efficiënter en doeltreffender algemeen aanbod voor ondernemingen en werknemers, werkzoekenden en
toekomstige werknemers (leerlingen en studenten);
het begeleiden in dit kader van de studie, het ontwerp, de planning en de doorvoering van acties die
rechtstreeks moeten leiden tot een betere dienstverlening of een beter dienstenaanbod, met name door
te werken aan de rationalisering van het aanbod, de coördinatie, de samenwerking tussen actoren, de
draagwijdte en de doeltreffendheid van hun diensten,
de noodzakelijke informatie inzamelen en analyseren om een follow-up te kunnen doen van de
vooruitgang, de realisaties, de efficiëntie, de doeltreffendheid van de acties en, over het algemeen, van
de mate waarin het aanbod van de operatoren aangepast is alsook de vorderingen op dit punt,
PAGINA 32 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
eventuele voorstellen doen om bestaande acties te heroriënteren,
nadenken over nieuwe acties die men dient voor te stellen ingevolge de uitgevoerde voorgaande acties,
de evolutie van de behoeften van de ondernemingen of nieuwe remmende factoren die de kop
opsteken.
3.6.4. Aanstuurders
Elke actie, ook al hangt ze af van een collegiale uitvoering, staat in het teken van de verantwoordelijkheid van
één enkel aansturend orgaan. De aanstuurder is de operationele verantwoordelijke voor de uitvoering van de
actie, zonder noodzakerlijkerwijze de uitvoerder van de actie zelf te zijn.
Hij is verantwoordelijk voor:
het nemen van initiatieven om de bij de actie betrokken partners te mobiliseren;
de nodige impulsen te geven voor de uitvoering van de actie;
verslag uit te brengen aan de workshop en de coördinatie over de vordering en de resultaten van de
actie in het kader van het opvolgingssysteem.
Een actie kan afhangen van meerdere organen (collaboranten). De aanstuurder omringt zich met een
werkgroep telkens als dat nodig is. Hij kan steunen op de coördinatiestructuur om de vergaderingen van die
werkgroep bijeen te roepen en te organiseren.
3.6.5. Coördinatie:
De minister van Leefmilieu wijst een operationele coördinatiestructuur aan die als taak heeft om:
vergaderingen van de workshops te organiseren, voor te bereiden en te leiden;
de aanstuurders ondersteuning te bieden bij de omschrijving en de uitvoering van hun actie en het
oplossen van problemen bij de uitvoering ervan.
om een algemeen opvolgingsinstrument in gebruik te nemen en het ter beschikking te stellen van de
aanstuurders, de workshops en het opvolgingscomité. Dit instrument bevat de indicatoren die nodig zijn
voor de opvolging van de acties. De in kaart gebrachte en samengestelde indicatoren tijdens het hele
samen-opbouwproces worden bovendien beschikbaar gemaakt voor een ex-post evaluatie (in nauwe
samenhang met de strategie 2025);
om te waken over de onderlinge samenhang van de acties, in het bijzonder de acties die voorgesteld en
opgevolgd worden door de verschillende workshops, en over de globale samenhang van het actieplan;
om verslag uit te brengen aan het opvolgingscomité over de werkzaamheden van de workshops, de
vordering van de uitvoering en de efficiëntie van de acties;
de factoren te bepalen die de doorvoering van de acties en/of de goede werking van het project zouden
kunnen afremmen;
zorgen voor de oplossing van operationele problemen, met name door ondersteuning te bieden aan de
aanstuurders die dit vragen;
om de strategische of institutionele problemen, waarvoor een interventie van het opvolgingscomité
nodig is, te bepalen en deze aan het opvolgingscomité mee te delen;
een link te leggen tussen de bevoegdheidsniveaus over de concrete acties die dit vereisen.
om de regering in te lichten over vragen van de privé-sector die relevant zijn maar geen rechtstreeks
verband houden met het economische stimuleringsproces en het opleidingsproces.
Een synthese wordt voorgelegd aan het opvolgingscomité en aan de regering. Dit is gekoppeld aan de
noodzaak om, omwille van de intergewestelijke samenhang, rekening te houden met initiatieven op federaal,
Waals en Vlaams niveau.
3.6.6. Organisatie van de stimuleringsdynamiek
De samen-opbouwmethode bestaat uit twee fasen:
PAGINA 33 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
Een ontwikkelingsfase van het actieplan;
Een uitvoeringsfase van de acties.
Ontwikkelingsfase
De ontwikkelingsfase verloopt als volgt:
Een voorbereidingsfase ontwikkelt op voorhand een systemische analyse van de remmen op de
doorvoering van de circulaire economie en van de aanwezige actoren alsook van het potentieel aantal
jobs die gekoppeld zijn aan de verbetering van de milieuprestaties van de Brusselse economie;
Vervolgens worden er bilaterale ontmoetingen georganiseerd met de belangrijkste actoren (te bepalen
in functie van de prioriteiten) en dit om hen te informeren over de samen-opbouwdynamiek en om
convergentie- en of aanvullende punten op de eerste analyses op te lijsten;
Vervolgens wordt er werk gemaakt van het in kaart brengen met de privé-sector van de remmen op de
reconversie om acties voor te stellen die zijn aangepast aan de moeilijkheden die Brusselse
ondernemingen ondervinden met de reconversie;
Nadien worden er actievoorstellen geformuleerd om deze remmen op te heffen. Dit denkwerk wordt
gevoerd met medewerking van de actoren die betrokken zijn bij de verandering: de privé
beroepsverenigingen, de universitaire en private onderzoeksinstellingen, de vakbonden, de openbare
actoren op gebied van milieu, economische activering, onderzoek, inburgering, opleiding, onderwijs...
Vervolgens wordt er werk gemaakt van een stapsgewijze precisering en validering van de acties, zodat
de meest geschikte acties gekozen kunnen worden en een globale strategie kan worden uitgewerkt.
De acties die worden voorgesteld door de workshops en aanvaard door de betrokken spelers
vertegenwoordigen slechts een eerste deel van de maatregelen waarover het denkwerk voldoende ver
gevorderd is om een onmiddellijke uitvoering mogelijk te maken. Er zullen ook andere acties voorgesteld
worden tijdens de workshops maar die vergen bijkomende analyses en besprekingen om het voorwerp te
kunnen worden van voldoende stabiele en gedeelde fiches. Deze acties zullen uitgevoerd worden van zodra ze
rijp genoeg zijn en zullen vervolgens verwerkt worden in actieprogramma's bij de opeenvolgende updates.
Uitvoeringsfase van de samen opgebouwde acties
Na de ontwikkelingsfase, wordt het volledige actieplan samen met de uitvoeringsmodaliteiten opgeslagen in een
actieprogramma - synthesedocument dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de regering. De regering zal in
de mate dat er budget beschikbaar is, de geselecteerde acties financieren.
Na het akkoord van de regering komen alle belanghebbenden bijeen voor de symbolische opstart van de
uitvoeringsfase. Elke partij wordt uitgenodigd om het charter voor de samen-opbouwdynamiek te ondertekenen,
waar elke partij zich niet enkel engageert met betrekking tot een bijzondere actie, maar ook om deel te nemen
aan het collectief proces.
Vanaf de aanvang van het actieplan (of vroeger voor sommige acties) beginnen de operatoren te werken aan
de uitvoering onder leiding van de aanstuurders. De concrete uitvoeringsmethodologie wordt ten laatste op het
einde van de ontwikkelingsfase in detail uitgewerkt.
3.6.7. Periodieke evaluatie en indicatoren
Evaluatie van het samen-opbouwproces en van de economische impact
De evaluatie is een instrument om verandering te meten en te sturen, in het bijzonder in het kader van
overheidsbeleid. Het is een functie die erin bestaat om een zo systematisch en objectief mogelijke beoordeling
te houden van de aangevatte benadering en van haar acties, ontwerp, uitvoering en resultaten.
De evaluatie is gebaseerd op drie bekommernissen of functies:
Begrijpen (wat is er gebeurd?): het is van belang om de werking van de interventie te begrijpen, de
verschillende betrokken actoren duidelijk te maken wat de zin en de gevolgen zijn van hun actie, en
meer in het algemeen om bij te dragen tot het publieke debat over het nut van de interventie.
Oordelen (heeft men goed gehandeld?): het is van belang om de ontwerpers / beheerders van de actie
te helpen om een oordeel te vormen over het beleid op basis van de zo objectief mogelijke meting van
de impact van de actie (rechtstreekse, onrechtstreekse, organisatorische).
PAGINA 34 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
Verbeteren (hoe beter doen?): het is de bedoeling om bij te dragen tot een verbetering van de
relevantie en efficiëntie van de acties door hun inhoud en / of hun uitvoeringsmodaliteiten aan te
passen.
Na een jaar uitvoering van de acties, wordt er een participatieve evaluatie gehouden. In een
begeleidingsbenadering zijn de aanstuurder van het stappenplan en de begunstigden de actoren van de
evaluatie. Deze actoren worden begeleid door een derde, wat zorgt voor een participatieve
evaluatiemethodologie.
Indicatoren
Een indicator is een aanwijzing die toelaat om een situatie of een uitdaging, of die nu kwalitatief of kwantitatief
is, te beschrijven. Opgesteld op grond van naakte gegevens, geeft het samenvattend de kenmerken weer van
een complexe realiteit die men wel begrijpen of doen evolueren.
Een indicator moet betrouwbaar en gedeeld zijn. Hij laat onder meer toe om:
Informatie te communiceren naar de beleidvoerders en het grote publiek;
Te meten en te beslissen, een consensus op te bouwen over de oorspronkelijke toestand van een
gegeven situatie, en over de individuele of collectieve acties die gevoerd moeten worden;
De actie evalueren en sturen.
De volgende gewestelijke indicatoren zullen in de mate van het mogelijke, ingezameld worden:
Gewestelijke
milieu-indicatoren
Het verbruik van natuurlijke hulpbronnen (water, primaire energie, enz.)
De luchtkwaliteit (verzuring, uitstoot van metalen in de atmosfeer,
broeikasgassen);
De waterkwaliteit (eutrofisering, vloeibare uitstoot van metalen);
De geproduceerde hoeveelheid afval;
De productie van organische substantie voor de bodems (compostproductie)
[aan te vullen tijdens de uitwerkingsfase]
De specifieke indicatoren voor elke pijler van de circulaire economie worden, in de mate van het mogelijke,
ingezameld:
Specifieke
indicatoren
[aan te vullen tijdens de ontwikkelingsfase]
PAGINA 35 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
7. 1E ACTIEPLAN 2016-2017
De actoren komen bijeen in juni 2015 om de lijst opportuniteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vast te
leggen. Impulse en Leefmilieu Brussel zorgen nadien voor de voorstelling van de lijst opportuniteiten die ze
prioritiseren aan hun voogdijminister. Na een eerste lezing legt de regering de vervolledigde tekst van de
voorgestelde prioriteiten voor aan de Economische en Sociale Raad en aan de Raad voor het Leefmilieu van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De regering keurt de tekst vervolgens in tweede lezing goed. Dan start de
ontwikkelingsfase. Het Masterplan bevat een inschatting van de menselijke en financiële behoeften om de
acties te kunnen doorvoeren. Een concreet actieprogramma met een beknopte en duidelijke omschrijving, een
aanstuurder, collaboranten, een planning, een budget, realisatie-indicatoren wordt dan voorgelegd aan de
regering en aan de adviesraad. Het is de wil van de aansturende ministers om een eerste groep acties te
kunnen voorstellen tegen eind 2015.
PAGINA 36 VAN 35 – CIRCULAIRE ECONOMIE – ECONOMISCHE STIMULERING - 09/06/2015
Circulaire economie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest