-
STORM op zee van Galila 1
STORM OP DE ZEE VAN GALILA
Zeemeeuwen op de zee van Galila, Tiberias, Isral
Maar dat zelfde meer kan 10 minuten later een stormgebied
zijn
Photo van Audrey Wee-Chiang
Op
http://www.frommers.com/destinations/tiberias/3713010001.html#
Inleiding Ik hoorde april 2012 iemand preken over de storm op
het meer van Galila. De man had enkele zeer goede gedachten, maar!
Zijn voornaamste stelling was dat de zee bewogen werd door een
tsunami het resultaat van een aardbeving. Zijn tweede visie was dat
de storm op dat moment veroorzaakt werd door de Satan. Dat was
alsof er tweemaal hard op mijn tenen werd getrapt. Of als een
aanval op mijn grijze massa. En dan klimmen we in de pen: HET GAAT
OM ONGEOORLOOFDE EXEGESE. Onze reactie publiceren we hier. Want men
is in zijn uitleg van de Bijbel begrensd door het Woord, daar mag
men niet buiten de lijntjes kleuren. ******** Guido Biebaut, 11 /
05 / 2012 Alle rechten voorbehouden
-
STORM op zee van Galila 2
Hallo XX, Ik heb kritiek en opmerkingen bij je preek van
gisteren. Je was druk bezig met praten anders had ik je
aangesproken. Hoewel nu het op papier staat, lijkt het me nog
beter. Kan ik later nog altijd zelf gebruiken voor andere zaken.
Als dit verhaal ons iets nader wil verklaren is het de GODHEID VAN
JEZUS! GEEN VERHAAL OVER DEMONEN! Ik weet dat je Grieks kent en
Engels dus ga ik vele zaken onvertaald laten. Wil je reageren of
niet dat is me om het even. Alle teksten zonder nadere
identificatie: Herziene Statenvertaling
Matths 8,23-27 De storm gestild
.
Markus 4,35-41 Jezus stilt de storm
Lukas 8,22-25 De storm gestild
.
23 En toen Hij aan boord van het schip gegaan was, volgden Zijn
discipelen Hem.
35 En op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen
hen: Laten wij overvaren naar de overkant.
22 Het gebeurde op een van die dagen dat Hij met Zijn discipelen
aan boord van een schip ging. En Hij zei tegen hen: Laten wij
overvaren naar de overkant van het meer. En zij voeren weg.
36 En zij lieten de menigte achter en namen Hem, Die al in het
schip was, mee; en er waren nog andere scheepjes bij Hem.
24 En zie, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, zodat
het schip door de golven bedekt werd; maar Hij sliep. onstuimigheid
= Strong Number G4578 Grieks (seismos) in NT steeds aardbeving
behalve hier. Grote = Strong
37 En er stak een harde stormwind op en de golven sloegen over
in het schip, zodat het al volliep. Storm= Strong Number G2978
Grieks (lailaps) Wind = Strong Number G417 Grieks
23 Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind
neer op het meer, en hun schip liep vol water en zij waren in nood.
Robertson, A. T. Word Pictures on Luke says: Came down [kateb].
Second aorist active indicative of [katabain], common verb. It
was
-
STORM op zee van Galila 3
Number G3173 Grieks (megas) Robertson, A. T. Word Pictures on
Matthew says: 8:24 The Sea of Galilee is 680 feet below the
Mediterranean Sea. These sudden squalls come down from the summit
of Hermon with terrific force [seismos megas] like an earthquake.
Mark (Mr 4:37) and Luke (Lu 8:23) term it a whirlwind [lailaps] in
furious gusts.
(anemos) Robertson, A. T. Word Pictures on Marc says: Lukes came
down shows that the storm fell suddenly from Mount Hermon down into
the Jordan Valley and smote the Sea of Galilee violently at its
depth of 682 feet below the Mediterranean Sea. The hot air at this
depth draws the storm down with sudden power. These sudden storms
continue to this day on the Sea of Galilee. The word occurs in the
LXX of the whirlwind out of which God answered Job (Job 38:1) and
in Jon 1:4.
literally true. These wind storms [lailaps]. So also Mr 4:37)
rushed from Hermon down through the Jordan gorge upon the Sea of
Galilee and shook it like a tempest (Mt 8:24). Marks (Mr 4:37)
vivid use of the dramatic present [ginetai] (ariseth) is not so
precise as Lukes came down.
25 En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden:
Heere, red ons, wij vergaan!
38 En Hij lag in het achterschip te slapen op een hoofdkussen;
en zij wekten Hem en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich er
niet om dat wij vergaan?
26 En Hij zei tegen hen: Waarom bent u angstig, kleingelovigen?
Toen stond Hij op en BESTRAFTE DE WINDEN EN DE ZEE, en er kwam een
grote stilte. Zee = Strong Number G2281 Greek (thalassa)
39 En Hij, wakker geworden, BESTRAFTE DE WIND EN ZEI TEGEN DE
ZEE: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote
stilte.
40 En Hij zei tegen hen: Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan
geen geloof?
27 De mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor
41 En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen
25 Hij zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren
bevreesd
-
STORM op zee van Galila 4
Iemand is Dit, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzaam
zijn?
elkaar: Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem
gehoorzaam zijn?
en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Wie is Deze
toch, DAT HIJ OOK DE WINDEN EN HET WATER BEVEL GEEFT en ze Hem
gehoorzaam zijn?
Vine, W. E. "Great", Vine's Expository Dictionary of New
Testament Words. 1940.
Earthquake: "a shaking, a shock," from seio, "to move to and
fro, to shake," chiefly with the idea of concussion (Eng.,
"seismic,"
"seismology," "seismometry"), is used
(a) of a "tempest" in the sea, Mat 8:24;
(b) of "earthquakes," Mat24:7; 27:54; 28:2; Mar 13:8; Luk 21:11;
Act 16:26; Rev 6:12; 8:5; 11:13 (twice), 19; 16:18(twice).
See TEMPEST.
Vine, W. E. "Great", Vine's Expository Dictionary of New
Testament Words. 1940.
Great: (b) of degree and intensity, e.g., of fear, Mar 4:41;
wind,Jhn 6:18; Rev 6:13, RV, "great" (AV, "mighty"); of a
circumstance, 1Cr 9:11; 2Cr 11:15; in Rev 5:2, 12, the RV has
"great" (AV, "loud"), of a voice;
Synonyms of the New Testament Richard C. Trench
lailaps is a word of uncertain derivation. It is probably formed
by reduplication, and is meant to be imitative in sound of that
which it designates. We meet it three times in the N. T. (Mark
4:37; Luke 8:23; 2 Pet. 2:17); oftener, but not often, in the
Septuagint. It is our squall; but with something more formidable
about it than we commonly ascribe to the squall.
anemos Like ventus and wind, is usually the strong, oftentimes
the tempestuous, wind (1 Kin. 19:11; Job 1:19; Matt. 7:25; John
6:18; Acts 27:14; Jam. 3:4; Plutarch, Proec. Conj. 12).
Synonyms of the New Testament Richard C. Trench
thalassa But not entering further into this question, it will be
enough to say that, like the Latin mare, it is the sea as
contrasted with
the land (Gen. 1:10; Matt. 23:15; Acts 4:24); or perhaps more
strictly as contrasted with the shore (see Haymans Odyssey,
vol.
1. p. xxxiii. Appendix).
Vine, W. E. "Great", Vine's Expository Dictionary of New
Testament Words. 1940.
-
STORM op zee van Galila 5
Sea: is used
(a) chiefly literally, e.g., "the Red Sea," Act 7:36; 1Cr
10:1;Hbr 11:29; the "sea" of Galilee or Tiberias, Mat 4:18;
15:29;Mar
6:48, 49, where the acts of Christ testified to His Deity;Jhn
6:1; 21:1; in general, e.g., Luk 17:2; Act 4:24; Rom 9:27; Rev
16:3; 18:17; 20:8, 13; 21:1; in combination with No. 2, Mat
18:6;
(b) metaphorically, of "the ungodly men" described in Jud 1:13
(cp. Isa 57:20);
Synonyms of the New Testament Richard C. Trench
Strong Number G2008 Grieks (epitima) epitima
ONE may rebuke another without bringing the rebuked to a
conviction of any fault on his part; and this, either because
there was no fault, and the rebuke was therefore unneeded or
unjust; or else because, though there was such fault, the
rebuke
was ineffectual to bring the offender to own it; and in this
possibility of rebuking for sin, without convincing of sin, lies
the
distinction between these two words. In lies simply the notion
of rebuking; which word can therefore be used of one unjustly
checking or blaming another; in this sense Peter began to rebuke
his Lord ( , Matt. 16:22; cf. 19:13; Luke 18:39):or ineffectually,
and without any profit to the person rebuked, who is not thereby
brought to see his sin; as
when the penitent robber rebuked () his fellow malefactor (Luke
23:40; cf. Mark 9:25).
De oorzaak van de storm is hier te vinden bij Lukas: En er viel
een stormwind neer op het meer. Of bij Marcus: En er stak een harde
stormwind op. Dat en niets anders doet het water in beweging, van
een ondergrondse aardbeving is geen notie te vinden.
Iets over de WIND Het is de vertaling van het Hebreeuwse woord
ruach, hetzelfde woord voor geest. Het geeft de beweging van de
lucht aan (Pred.1:6). Maar ook de vertalingen voor hevige wind(en):
wervelwind (Hos.8:7), een wervelende storm (Jer.23:19), storm (2
Kon.2:11= Zo voer Elia in een storm naar de hemel.) zware storm
(Jer.25:32), en stormwind (Psalm 148:8). Het Griekse pneuma is in
het algemeen met geest vertaald, maar in Johannes 3:8 met wind. Het
andere Griekse woord anemos is vaker als wind vertaald (Mat.7:25,27
/ 11:7 / Joh.6:18). YaHWeH is de Schepper van de wind. - Amos 4:13.
God is er niet letterlijk in aanwezig (1 Kon. 19:11; vgl. Job 38:1
/ 40:6 / Psalm 104:3), maar Hij kan de wind (of storm) gebruiken
voor zijn eigen doeleinden. Dit zijn er voorbeelden van: een wind
die opsteekt om de wateren van de Vloed te doen afnemen komt van
God (Gen.8:1). De redding van Isral uit Egypte ging gepaard met
wind van God: Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee, en de
HEERE liet de zee die hele nacht wegvloeien door een krachtige
oostenwind. Hij maakte de zee droog, en het water werd
-
STORM op zee van Galila 6
doormidden gespleten. - Ex.14:21 God gebruikt de wind om een
zwerm kwakkels aan te voeren voor de Isralieten in de woestijn:
Toen stak er van de kant van de HEERE een wind op en voerde
kwakkels aan vanaf de zee, en verspreidde ze boven het kamp,
ongeveer een dagreis naar de ene kant en een dagreis naar de andere
kant, rondom het kamp, ongeveer twee el hoog boven het
aardoppervlak. - Num.11:31 Niet slechts wind komt van God maar ook
de stormwind komt van hem. - Psalm 78:26 / 107:25, 29 / Jona 1:4
Toen Jezus de Zoon van God op aarde was, zien we dat ook Hij macht
over de wind heeft en hem tot bedaren te kunnen brengen
(Mat.8:23-27 / Marc.4:36-41 / Luc.8:22-25). Uit Mat.14:24-32 en
Marc.6:48,51 blijkt dat Jezus dat nog eens doet. Wat is de reactie
van de discipelen na dat voorval? Mat.8:27: Wat voor Iemand is Dit,
dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn? Marc.4:41: En
zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze
toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn? Lucas 8:25:
Wie is Deze toch, dat Hij ook de winden en het water bevel geeft en
ze Hem gehoorzaam zijn? Dus hun opmerkingen zijn gewoon menselijk.
Wat valt er te zeggen over hun grote vrees? Gewoon dat mensen met
de mond vol tanden staan bij een wonder maar ook bevreesd, ze
begrijpen dat niet. In, het geheel niet. Ze kunnen het niet
plaatsen, want Jezus doet dingen die ze niet verwachten van hun
Messias. Men geraakt in verwarring, maar het kan de eerste steen
zijn om Jezus te aanvaarden als Messias. Mat 14,30: Maar toen hij
op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te
zinken, riep hij: Heere, red mij! Mat 17,6: En toen de discipelen
dit hoorden, wierpen zij zich met het gezicht ter aarde en werden
zeer bevreesd. Mar 5,15: En zij kwamen bij Jezus en zagen de
bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand, namelijk hem
die het legioen gehad had, en zij werden bevreesd. Mar 6,50: want
allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met
hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben Satan kon alleen met
toestemming van YaHWeH een hevige wind laten opsteken om de
kinderen van Job te doden. Job 1:11,12,18,19. ER IS GEEN ENKELE
AANLEIDING IN DEZE TEKST OM DAT HIER TE ZOEKEN! We mogen aan de
Satan (of demonen) dus niet die controle over de wind laten in dit
verhaal. Daar is geen reden voor aan te halen. Dit verhaal zien als
een wind (of zee) onder CONTROLE VAN DEMONEN IS INLEGKUNDE. Een
rechtstreeks verband leggen met wat erop volgt (een
duiveluitdrijving) is op basis van de verkeerde tekst gemaakt. Wat
er op volgt is gewoon een voorval van de prediking van Jezus. De
demon(en) (Legio) werpen op bij dat contact met Jezus: En zie, zij
riepen: Jezus, Zoon van God, wat hebben wij met U te maken? Bent U
hier gekomen om ons te pijnigen vr de tijd? Mat.8:29 We lezen
daarover verder in Lukas 8:38,39: De man van wie de demonen
uitgegaan waren, bad Hem of hij bij Hem mocht blijven, maar Jezus
stuurde hem weg en zei: Keer terug naar uw huis en vertel wat
voor
-
STORM op zee van Galila 7
grote dingen God aan u gedaan heeft. Dus een demonstratie van de
macht van Jezus.
CONTROLE HEBBEN OVER DE WIND: IS EEN TEKEN VAN DE GODDELIJKHEID
VAN JEZUS.
SLECHTS YaHWeH KAN DAT! Iets over de ZEE YaHWeH, is de Schepper
en Diegene die de zee beheerst en controleert. In de Bijbel is
meerdere malen te kennen gegeven dat YaHWeH de Schepper van de
zee(n) is [meervoud in het Hebreeuws vanwege zijn overweldigende
grootte]. Op de derde scheppingsdag geformeerd en onderscheiden van
het droge land (Gen.1:9,10,13 / Hand.4:24 / Opb.14:7). God heeft
macht over de zee en kan haar in bedwang houden. Ze is een
natuurkracht, gaat gewoon haar gang als het ware, maar staat als
God het wil onder Zijn directe macht. Job 26:12: Door Zijn kracht
heeft Hij de zee opgezweept. Ps.65:7a: Die het bruisen van de zeen
stilt, het bruisen van hun golven. Ps.89:9: U heerst over de
overmoed van de zee; wanneer haar golven zich verheffen, stilt ze.
God beheerst de zeen, en we zien het aan de getijden van de zee:
die zijn binnen de haar gestelde grenzen gehouden en lopen niet in
het honderd. In de waterkringloop van de aarde vervult de zee haar
plicht. Pred.1:7: Alle rivieren gaan naar de zee, toch raakt de zee
niet vol. Of de NBG51 die zegt: Alle beken stromen naar de zee,
nochtans wordt de zee niet vol. Amos 5:8b: Hij die het water van de
zee roept en het uitstort over de aarde: HEER is zijn naam.
Willibrordvertaling (herziene editie 1995) De zee is een voorbeeld
van de wonderbaarlijke werken van YaHWeH. Zonder zee was er geen
leven mogelijk op aarde. Daarom lezen we in Psalm 104:25: Daar ligt
de zee, groot en wijd uitgestrekt; daar leeft krioelend gedierte,
niet te tellen, kleine dieren en grote. De psalmisten hebben zelfs
potisch uitgedrukt, dat zelfs de zeen hun stem verheffen in een
lofzang voor God. - Ps 96:11 (zee buldert of in NBG51 bruise en
haar volheid) / 98:7. Volgens Psalm 98:8: Laten de rivieren in de
handen klappen. Toen Jezus op aarde was, zien we enkele malen dat
Hij de macht heeft over de zee. Hij maakt daar ook gebruik van om
aan te tonen dat Hij meer is dan een mens! Mat.8:26: Toen stond Hij
op en bestrafte de winden en de zee. = controle over de zee.
Marc.4:39: bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees stil!
= controle over de zee. Joh.6:19-21: 19 En toen zij ongeveer
vijfentwintig of dertig stadin geroeid hadden, zagen zij Jezus op
de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bevreesd.
20 Maar Hij zei tegen hen: Ik ben het, wees niet bevreesd. 21 Zij
wilden Hem dan in het schip nemen, en meteen bereikte het schip het
land waar zij naartoe voeren. = de zee verliest haar dimensies van
hoogte, diepte en lengte. Jezus, laat Hem en zijn discipelen van
het ene punt naar het andere gaan in een seconde. Lijkt Science
fiction, maar is het niet!
-
STORM op zee van Galila 8
CONTROLE HEBBEN OVER DE ZEE:
IS EEN TEKEN VAN DE GODDELIJKHEID VAN JEZUS. SLECHTS YaHWeH KAN
DAT!
Twee opmerkingen: 1 Alles in niet koek en ei in de hedendaagse
schepping, maar met de val van de eerste mensen ging een verval van
de schepping gepaard. In Romeinen 8 spreekt Paulus zich uit: 21 in
de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de
slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de
heerlijkheid van de kinderen van God. 22 Want wij weten dat heel de
schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert
tot nu toe. Het zal in de Nieuwe Hemel en Nieuwe Aarde anders zijn
dan nu. De natuurkrachten op aarde zullen volkomen beheerst zijn
door God. Er zijn niet langer: aardbevingen, overstromingen of
orkanen. Jezus, liet het zien dat Hij deze krachten kan beheersen.
Woeste golven zijn ook symbolisch het beeld van geweld der
rusteloze, opstandige mensheid die als een zee is (Jesaja 57:20 /
Openbaring 8:8,9 / 13:1). YaHWeH = de levende opgestane Jezus zal
deze menigte bestraffen. Zijn hemels koninkrijk zal ieder mens die
onrust stookt naar Gehenna verwijzen. Zij zullen: Al maken de natin
een gedruis als het bruisen van machtige wateren, Hij bestraft het,
en ze vluchten, ver weg. - Jesaja 17:13a 2 Christus, is de kracht
Gods - 1 Corinthirs 1:24 DE DISCIPELEN waren bij dit voorval op zee
doodsbang. Ze hadden ongetwijfeld dit vaker op dit meer (= zee,
zoals in het Duits) meegemaakt, want enkele apostelen waren ervaren
vissers (Matths 4:18,19). Er ontstond een grote onstuimigheid in de
zee dit was een zeer zware storm. In deze kolkende watermassa
vreesden de discipelen voor hun leven; daarom maakten ze Jezus
wakker en smeekten: en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich
er niet om dat wij vergaan? - Markus 4:38 En volgens Matths 8:
wekten Hem en zeiden: Heere, red ons, wij vergaan! vers 25 Bewust
en onbewust weten de leerlingen dat Jezus hier wat kan aan doen;
zij zijn bang! Maar Jezus was niet bang. Hij bestrafte de wind en
de zee: ze gehoorzaamden onmiddellijk aan zijn bevel. Matths zegt:
en er kwam een grote stilte. Lucas heeft: En ze gingen liggen en er
kwam stilte. Marcus heeft: En de wind ging liggen en er kwam een
grote stilte. Jezus was geen gewoon mens, maar De Logos = God in
een slavengedaante. Alle goddelijke krachten zijn in Hem nog
aanwezig maar Hij gebruikt ze in Zijn menselijke toestand
afhankelijk van de Vader. Op dat moment is de vader meer dan Jezus.
Gods kracht is in Jezus geopenbaard op de bijzondere wijze dat de
apostel Paulus kon spreken van: Maar voor hen die geroepen zijn,
zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God
en de wijsheid van God. - 1 Corinthirs 1:24
******** Dit is het antwoord dat we van de voorganger kregen bij
onze opmerkingen: Het blijft echter een uitdaging te verklaren
waarom Jezus de storm 'bestraft'. Nu lijkt het alsof je zegt: 'God
is (indirect) d e veroorzaker van de storm en bestraft die daarna'.
En zover ik je begrijp wil je dat niet zeggen. Wel heb je moeite
met mijn uitleg dat de storm zijn oorzaak vindt in een
-
STORM op zee van Galila 9
demonische tegenstander. Persoonlijk begrijp ik dat het
gemakkelijker zou zijn geweest als dat erbij had gestaan. Ik leidt
het echter af uit het gebruik van 'bestraffen' en uit de
onmiddellijke context waarin het verhaal zich bevindt. Laat ik het
volgende stellen: Zelfs al zouden we nog elders voorbeelden vinden
dat de satan een storm kan opgooien, dan zou dat toch niet meteen
impliceren dat dit ook bij de storm-stilling gebeurt? Zoals je
wellicht merkt blijf ik sterk binnen het Bijbelboek Mt en probeer
ik vanuit de daar geschetste context de zaken te begrijpen. Ik doet
dat vanuit de oude twee punten die ik eerder noemde en die - zover
ik dat kan zien - nog steeds overeind blijven, ondanks alle
opmerkingen. De meest voorkomende verklaring van het 'bestraffen'
is trouwens het te negeren of te zeggen: 'Jezus bestraft de
stormen, omdat Hij zich aanpast aan zijn tijd en vasthoud aan een
bepaald animisme.' Die uitleg doet volgens mij echter afbreuk aan
de Persoon van de Heer Jezus die zich niet aanpast aan zijn tijd,
maar erboven staat. De website die je noemt is trouwens
interessant. Ik zie er niet meteen een moeilijkheid in van wat ik
bedoel te zeggen? Het zou anders zijn als de auteur beweerde: satan
kan nooit autonoom het weer gebruiken om Gods plannen tegen te
houden. Dat zegt hij echter niet. Hij benadrukt - heel terecht -
dat God de almachtige is en de satan slechts een gevallen schepsel.
De duivel kan dan in mijn ogen wel de storm veroorzaken, maar met
drie woorden brengt de Heer het geheel meteen tot zwijgen.
Fantastisch om te zien - vanuit mijn perspectief. Zou het misschien
mogelijk zijn trouwens concreet te blijven binnen de twee punten
die ik noem? Als je tenminste verder wilt discussiren. Hartelijke
groet, XX
******** Ons antwoord, twee dagen nadien XX, Je zegt: Het blijft
echter een uitdaging te verklaren waarom Jezus de storm 'bestraft'.
Nu lijkt het alsof je zegt: 'God is (indirect) de veroorzaker van
de storm en bestraft die daarna'. En zover ik je begrijp wil je dat
niet zeggen. Hier vertaal ik iets van wat ik je al doorgaf in de
Amerikaanse site, Gods controle over de natuur: Het is God, niet
Satan die zeggenschap uitoefent over het weer (Exodus 9:29 /
Psalm135:6-7 / Jeremia 10:13). God bestuurt de lucht en de regen
(Psalm 77:16-19). God bestuurt de wind (Marcus 4:35-41 / Jeremia
51:16). God handhaaft en onderhoudt het universum (Hebreen 1:3).
God heeft macht over de wolken (Job 37:11-12,16). God heeft macht
over de BLIKSEM en Satan (Psalm 18:14). God heeft macht over alle
natuur (Job 26).
-
STORM op zee van Galila 10
Maar er is nog iets anders en ook daar moeten we rekening mee
houden. Om die reden had ik ook mijn punt 1 gemaakt: neen, de
winden waaien niet meer zoals het zou moeten, zoals God het steeds
zou willen in zondeloze omstandigheden, dito voor aardbevingen en
andere natuurrampen. Er is een grote wanorde sinds de val. Als er
van YaHWeH gezegd is dat Hij controle heeft over natuurkrachten en
dan lijkt het SOMS alsof het een persoon is, dan is dat ook voor
Jezus van toepassing. Ook Hij mag ze bestraffen of beheersen naar
Zijn eigen wil. Psalm 29:3: De stem van de HEERE [YaHWeH] klinkt
over de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote
wateren. God beheerst de wateren en spreekt er tegen. Psalm 65:8:
Die [YaHWeH] het bruisen van de zeen stilt, het bruisen van hun
golven en het rumoer van de volken. Dit gaat niet om de zee als
volkeren gezien de context over de natuur gaat? Maar de volkeren
zijn soms als de zee opgezweept. Hier drie voorbeelden waar
ongelovigen vergeleken worden met wind:
Psalm 18:43: Toen vergruisde ik hen als stof voor de wind, ik
ruimde hen weg als slijk van de straat. Psalm 35:5: Laat hen worden
als kaf voor de wind, wanneer de engel van de HEERE hen wegdrijft.
Psalm 83,14: Mijn God, maak hen als een werveldistel, als stoppels
voor de wind.
En over water heeft God zondermeer alle macht en bestraft ze
naar Zijn goedkeuren. Hij BESTRAFTE de Schelfzee, zodat ze
droogviel; Hij deed hen door de diepe wateren gaan als door een
woestijn. - Psalm 106:9. De waterstromen werden zichtbaar, de
fundamenten van de wereld werden BLOOTGELEGD DOOR UW BESTRAFFING,
HEERE, door het blazen van de adem uit Uw neus. - Psalm 18:16 Hij
BESTRAFT de zee en maakt die droog, gimel al de rivieren laat Hij
verdrogen. Basan en Karmel zijn verwelkt, daleth de bloesem van
Libanon is verwelkt. - Nahum 1:4 Zie, Ik ga UW NAGESLACHT
BESTRAFFEN: Ik zal mest op uw gezicht strooien, de mest van uw
feesten, en daarmee zal men u wegdragen. - Maleachi 2:3
Waarschijnlijk is het hier het sperma dat BESTRAFT ZAL WORDEN.
Dus spreken we van een bestraffing die de aandacht wil vestigen
op Godss grote kracht. Wat Jezus doet tijdens de storm is daar
gewoon gelijk aan, Hij IS GOD.
Iets over personificatie Het is niet ongewoon dat in de Bijbel
iets dat in werkelijkheid geen persoon is, als een persoon
voorgesteld wordt, dus gepersonifieerd. Bijvoorbeeld, in het
Hebreeuws van het Bijbelboek Spreuken (1:20-33 / 8:1-36) wordt de
wijsheid gepersonifieerd in de vrouwelijke vorm. Alle
voornaamwoordelijke aanduidingen zijn daar vrouwelijk en zo ook in
de Nederlandse vertalingen. We hebben hetzelfde in het NT bij
Matths 11:19 en Lucas 7:35 ook daar is de wijsheid gepersonifieerd.
Ze zou werken en kinderen hebben. Dat soort taal is niet ongewoon
in het NT want de apostel Paulus personifieerde ook deze zaken: de
zonde, de dood en ook de genade van God. Kijk hier eens naar
Rom.5:14,17,21 14 Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes
toe,
-
STORM op zee van Galila 11
ook over hen die niet gezondigd hadden met eenzelfde overtreding
als Adam, die een voorbeeld is van Hem Die komen zou. 17 Want als
door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene,
veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave
van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene,
namelijk Jezus Christus. 21 opdat, evenals de zonde geregeerd heeft
tot de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot
het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere. Rom.6:12: Laat
de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de
begeerten daarvan te gehoorzamen. Paulus heeft in Rom.7:8-11 de
personificatie van zonde beschreven. Natuurlijk bedoelde Paulus
niet dat de zonde een werkelijk tastbaar en zichtbaar persoon was.
8 Maar de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en in
mij allerlei begeerte teweeggebracht, want zonder de wet is de
zonde dood. 9 Ik nu leefde voorheen zonder wet, maar toen het gebod
kwam, is de zonde weer levend geworden. Ik echter ben gestorven. 10
En het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de
dood te betekenen. 11 Want de zonde heeft door het gebod een
aanleiding gevonden en mij misleid en daardoor gedood. Even voor de
duidelijkheid, in het laatste Bijbelboek staat er zondermeer dat
GODS ENGELEN AUTHORITEIT GEKREGEN HEBBEN OVER DE AARDSE NATUUR.
MACHT VAN YaHWeH IN DEZE OMSTANDIGHEDEN WAAR DE TEKST OVER SPREEKT,
dus niet altijd tot hun beschikking en beperkt in tijd. Openbaring
7 leest het volgende: Hierna zag ik vier engelen staan op de vier
hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen,
opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen
enige boom. Deze vier engelen zijn ofwel vier afzonderlijke engelen
of vier groepen van engelen. Deze engelen houden de winden tegen en
wachten totdat God het teken geeft en Hij zijn toorn over de aarde
zal laten zien. De Apocalyps van Johannes spreekt over een engel
en: die had macht over het vuur. - Openbaring 14:18 Van een andere
engel lezen we: En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent
rechtvaardig, Heere - Openbaring 16:5 Deze engelen zijn niet als
demonen of mensen. Van hen is geen tekst beschikbaar die zegt dat
ze die machten hebben. De enige tekst over mensen die daar in de
buurt komt is Spreuken 27:15,16: 15 Een twistzieke vrouw is te
vergelijken met het gestadige druppelen op een dag van slagregen.
16 Ieder die haar verbergt, verbergt wind, en treft olie aan in
zijn rechterhand. Maar dat gaat niet over bovenmenselijk kracht of
het aangesteld zijn door God met de wind of regen om te gaan. Dus
symbolische taal. Het is de Schepper van hemel en aarde, die
daarover absolute macht heeft volgens Spreuken 30:4: Wie is er naar
de hemel opgestegen en vandaar neergedaald? Wie heeft de wind in
zijn handen verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden?
Wie heeft alle einden der aarde vastgesteld? Hoe is Zijn Naam en
hoe is de Naam van Zijn Zoon, u weet het immers? - vergelijk
Jer.10:13
******** Ik schaar me achter dze commentaren en je mag het zelfs
zien voor een achter-schuilen als je dit Oost-Vlaams gezegde kent.
[Aan de predikant in het Engels, nu door ons vertaald] Calvijn zegt
bij Mat.8: 26: 26. Hij bestrafte de winden: Marcus geeft ons ook de
woorden van Christus er bij, het aanspreken van de zee, hij beveelt
stilte, (,) dat wil zeggen, stilte niet dat
-
STORM op zee van Galila 12
het meer een inzicht had, maar om te laten zien dat de kracht
van zijn stem de elementen, die verstoken waren van gevoel,
bereikte. En niet alleen de zee en de wind, die zonder gevoelens
zijn, maar ook slechte mensen, met al hun koppigheid, gehoorzamen
aan de geboden van God. Want als het God behaagt om de beroerten
van de oorlog weg te nemen, verzacht hij niet altijd de scherpe
geest van de mensen, en wendt hen tot gehoorzaamheid, maar ook als
hun woede blijft, maakt hij dat hun armen en hun handen neervallen.
En zo is voldaan aan deze verklaring: Die de oorlogen doet ophouden
tot aan de einden der aarde, hij verbreekt de boog, breekt de speer
in stukken en verbrandt de wagens met het vuur. (Psalm 46:10)
Matthew Henry schrijft bij Mat.8: 26: 2. Hij bestraft de wind; het
eerste deed hij als de God van genade, en de Soeverein van het
hart, die in ons kan doen wat hij wil, dit deed hij als de God van
de natuur, de Heerser van de wereld, die voor ons kan doen wat hij
wil. Het is dezelfde kracht die het geluid van de zee stopt, en het
tumult van de angst, Ps. LXV. 7 (1.) Hoe gemakkelijk dit werd
gedaan, met het spreken van een woord. Mozes heeft de wateren
geboden met een stok, Jozua, met de ark van het verbond, Elisa, met
de mantel van de profeet, maar Christus met een enkel woord. Zie
Zijn absolute heerschappij over alle schepselen onderstreept, en
het geluk van degenen die aan Zijn kant staan. (2.) Hoe krachtdadig
was het gedaan? Er was een grote stilte, ineens. Normaal, na zo een
storm, er zo'n oproer van de wateren, dat het een hele tijd kan
duren voordat zij zich neerleggen, maar als Christus het woord
spreekt: niet alleen de storm hoor je niet meer, maar ook alle
gevolgen of al de overblijfselen ervan. Grote stormen van twijfel
en angst in de ziel, onder de macht van de geest van slavernij,
eindigen soms in een prachtige rustige kalmte, gemaakt en gesproken
door de Geest van adoptie. J.M. McGarvey schrijft in zijn Four-fold
Gospel bij Mat.8:26: "Bij het aanspreken van de wind en de golven
gepersonifieerd Jezus deze om nadruk te leggen op zijn gezag over
hen. De rust toonde de perfectie aan van het wonder, want de golven
van een dergelijke Meer, blijven lang narollen nadat de wind niet
meer waait." John Gill, Puritein, schrijft bij Mat.8: 26: "wakker
gemaakt door zijn discipelen, heft Hij zijn hoofd van zijn kussen,
staat op, en met een majestueuze stem, op een autoritaire manier,
een soort van weerzin tonende tegen de wind en de zee, alsof zij
hun opdracht overschreden hadden, de ene die geblazen had, en de
andere te hevig en te lang woedde, Hij berispt ze met deze taal,
"vrede, Wees stil!"; (siwpa pefimwso), in Marcus is het, hou je
koest, zwijgen maar, stop je mond, zet je toom op, zoals de
betekenis is van de gebruikte woorden, en ga niet meer bedreigen
met een schipbreuk en het verlies van levens, waarop de wind ging
liggen, de zee kalm werd, en het schip zich rustig bewoog." Wesley
zegt bij Mat.8:26: "26 Waarom zijt gij bevreesd - Hij bestrafte de
winden - Eerst herstelde Hij hun geest, en daarna de zee."
******** Nu ga ik hier niet meer op in. Ik ben 73 en heb op mijn
verlanglijstje nog veel andere zaken staan. [Allemaal Bijbelse!!]
Dit wat ik hier schrijf is niet zo moeilijk voor wie de Bijbel
eerst zet en zijn gevoelens en overtuigingen daaraan wil testen.
Met groeten, Guido ******** (EINDE)
-
STORM op zee van Galila 13
Een naschrift dat we nit meer hebben doorgestuurd aan de
prediker.
We hebben in onze persoonlijke bibliotheek zoiets als 60
commentaren op de eerste drie evangelin en nog eens ongeveer 40 als
e-book. Ook allen bekeken wat betreft dit gedeelte. We zijn er drie
tegen gekomen, en een preek, die eventueel een achtergrond van
demonen vinden bij de storm. Maar GEEN ENKELE DIE ER EEN TSUNAMI
heeft van gemaakt. Beginnen we met die 4 die hier wat demonisch
vinden. De tsunami nemen we tussendoor mee.
1ste commentaar pro demonenstorm Citeren we Mary Healy, The
Gospel of Mark, Baker Academic, 2008, blz.95,96 Autoriteit over de
natuur, demonen, ziekte, en dood Mark 4:35-5:43 Na de dag van het
onderwijs in gelijkenissen plaatst Marcus hier een groep van
wonderverhalen die de ontzagwekkende kracht van Jezus onthullen
over alle elementen die angst en stress in het menselijk leven
kunnen veroorzaken. Deze machtige daden zijn onderdeel van de
voortgezette opleiding van zijn apostelen als voorbereiding op hun
opdracht op missie te gaan (6:7). Tegen het einde van dit hoofdstuk
zullen ze uit de eerste hand hebben gezien: Jezus heeft gezag over
alles wat hen zou kunnen bedreigen en zij zullen klaar zijn een
aandeel in die autoriteit te hebben. Ook in dit gedeelte, gaat
Jezus zijn opdracht voor de eerste keer in het heidense grondgebied
uitbreiden buiten de grenzen van Isral - een prelude op de missie
van de Kerk aan de heidenen. Het bedaren van de storm (4:35-41) OT:
Ps 4:9; 65:8, 89:10, 107:28-30; Jona 1 NT: Mat 8:23-27, Lukas
8:22-25() Jezus laat geen van zijn leerlingen in hun paniek maar is
meteen wakker, en dan berispt hij de woedende elementen. Hij wil
niet bidden dat God de storm zou kalmeren, maar beveelt het zelf
met soeverein gezag: Kalm! Wees stil! (letterlijk, wordt
gemuilkorfd!). Bestrafte is hetzelfde woord gebruikt om Zijn
uitdrijving te beschrijven van de onreine geesten (1:25 / 3:12),
wat SUGGEREERT dat demonische machten op een of andere manier
achter de bui zitten en dreigen om Hem en zijn discipelen af te
leiden van hun begonnen missie. In het Oude Testament is de zee
vaak gezien als een symbool van chaos en de woonplaats van kwade
machten (Job 26:12-13 / Ps 74:13-14 / Jesaja 27:1). Jezus, bezweert
deze negatieve krachten van de natuur met hetzelfde gezag waarmee
hij de mens bevrijd van demonische onderdrukking. Direct neemt de
huilende wind af en worden de woelige wateren rustig. De tekst
hieraan parallel is Ps.107:28-29.
Dit is gewoon een woord vergelijken (= bestraffen) en suggereren
dat ze in al die teksten dezelfde betekenis hebben. Dat is hier
niet zo en ook nog in veel andere gevallen. Tegen deze
simplistische redenering zetten we met veel plezier dit van: Bob
Deffinbaugh over het Stillen van de Storm (Luke 8:22-25) waar we
dit lezen: Voetnoot 153 Het komt een beetje als een verrassing om
het woord berisping hier gebruikt te vinden. We weten uit ons eigen
begrip van deze term, en niet te vergeten het gebruik ervan in de
Bijbel zoals aangegeven in een concordantie, dat een berisping
gepast is alleen voor wie het verkeerde heeft gedaan. We bestraffen
mensen wanneer ze fout zijn, maar waarom heeft onze Heer de wind en
de golven bestraft?
-
STORM op zee van Galila 14
We moeten eraan herinneren dat onze Heer ook de koorts van de
schoonmoeder van Simon heeft berispt (Lucas 4:39). In de berisping
van de koorts en van de wind en de golven, heeft Jezus gereageerd
op een manier en die SUGGEREERT ons dat de natuur uit zijn gewone
doen was en een behoefte aan correctie had. Zoals ik het begrijp,
werd de natuur negatief benvloed door de zonde, net zoals het met
de mens was (vgl. Romeinen 8:19-22). De wind en de golven hebben
een erg handige functie, maar soms ook uit de ordelijkheid, als in
een storm, het nemen van levens en het vernietigen van eigendom. Zo
ook is de koorts in het lichaam een van de middelen van het omgaan
met infectie, maar soms loopt het uit de hand, waardoor ernstige
problemen, zelfs de dood kan optreden. Onze Heer, berispte de
natuur hier want de natuur was niet in orde met de Schepper. Het
doel van onze Heer was om te sterven aan een kruis, niet om te
verdrinken in het meer van Galila. Onze Heer was er op uit de
andere kant van de zee te bereiken, niet in het midden ervan te
zinken. De natuur was niet in orde. Jezus, beval het daaraan te
voldoen. Daarom, Zijn bestraffing.
2de commentaar pro demonenstorm
David Guzik's zegt in zijn, Commentaries on the Bible, bij Luke
8:24 Hij stond op en bestrafte de wind en het razen van het water:
Jezus stilde niet alleen maar de wind en de zee, Hij bestrafte de
winden en de zee. Dit, samen met de grote angst van de leerlingen,
en wat Jezus zal tegenkomen op zijn bestemming, geeft HET GEVOEL
dat Satan een belangrijke hand in deze storm had.
Neen, mijn beste David, je gevoel is totaal verkeerd. Welke
vindingrijkheid de Satan ooit zou kunnen tentoonspreiden hij is/was
nooit opgewassen tegen Jezus/God. Luther heeft de duivel eens de
aap van God genoemd. Satan is niet origineel, maar aapt God als het
ware na. Macht over storm heeft hij nmaal gekregen van God met de
verzoeking van Job. Daar stopt zijn macht over dat natuurelement.
Satan is zelf geen schepper, hoewel hij dat sommigen laat geloven.
Ik weet wel dat men in bepaalde kringen aan Satan machten gaat
toeschrijven van hongersnoden, catastrofen en noem maar op: tekenen
die we nu zien in de tijd van het einde en de komst van Jezus, zegt
men, die voor de deur staat. Dat staat nergens in de Bijbel dat de
Satan die macht heeft. Dat is inlegkunde en van daaruit redeneren,
kan vlug tot andere onnauwkeurige Bijbelverklaringen leiden. Zie
het appendix voor een reeks Bijbelse gegevens dat zo een macht
toekennen aan demonen nergens op slaat. Bekijken we eens twee
punten die er wat mee te maken hebben: 1 De verzoeking van
Jezus
Matths 4:11: Toen liet de duivel Hem gaan; en zie, engelen
kwamen en dienden Hem. Lucas 4:13: En toen de duivel elke
verzoeking beindigd had, verliet hij Hem tot een bepaalde tijd. Men
zou kunnen beweren dat Jezus later nog verzocht werd door Satan.
Dat is niet zo en ook een verkeerde uitleg daarbij van zelfs Guzik
is hierin duidelijk. Hij heeft geen enkel voorbeeld in zijn
commentaar dat Jezus nog eens werd verzocht: zie zijn uitleg bij
http://www.blueletterbible.org/commentaries/comm_view.cfm?AuthorID=2&contentID=7912&commInfo=31&topic=Luke&ar=Luk_4_13
-
STORM op zee van Galila 15
Barnes zegt bij Lucas 4 vers 13 het volgende (maar we volgen hem
hierin niet wat betreft Christus): Vertrokken voor een seizoen.
Voor een tijd. Hieruit blijkt [hier zetten we vraagtekens, gb] dat
onze Heiland daarna werd onderworpen aan verleidingen van Satan,
maar geen bijzondere verleidingen worden nadien nog gemeld. Vanuit
Joh.14:30, lijkt het erop dat de duivel Hem verleid in de
lijdensweg van Gethsemane. () Het is meer dan waarschijnlijk ook,
dat Satan veel deed om de Farizeen en Sadduceen op te wekken om Hem
te verstrikken, en de priesters en oversten om Hem over te leveren,
maar dat God Hem toch uit al zijn verleidingen gered heeft, zo zal
God ons een weg aangeven te ontsnappen waar we in de verleiding
komen, en zal niet toelaten dat we boven mate in de verleiding
komen die we niet in staat zijn om te dragen, 1 Cor.10:13.
Matthew Henry heeft me dunkt een beter inzicht: punt 3 Toch
bleef hij [Satan] zijn boosheid tegen hem opzetten en vertrok met
een resolutie om Hem weer aan te vallen, hij vertrok, maar voor een
seizoen, achri kairou - tot een seizoen, of tot het seizoen, toen
hij weer moest worden losgelaten op hem, NIET ALS EEN VERLEIDER, om
hem tot zonde te brengen, en zo Zijn hoofd te slaan waar hij nu op
gericht is en geheel en al in verslagen werd, MAAR ALS EEN
VERVOLGER, om hem te laten lijden door Judas en de andere boze
instrumenten die hij gebruikt, en zo de hiel vermorzelen, want het
werd verteld (Gen.3:15) dat hij het zou moeten doen, en zou doen,
al zou dat het vermorzelen van zijn eigen hoofd zijn. HIJ VERTROK
NU TOT DAT SEIZOEN KWAM die Christus de macht der duisternis
(hoofdstuk 22:53) noemt, en toen de prins van deze wereld terug zou
komen, Johannes 14:30.
David Guziks uitleg strookt niet met de Bijbelse uitleggingen,
want Jezus heeft ook al tijdens Zijn aards leven in Palestina de
Satan overwonnen op elk moment van Zijn leven.
Matths 12:28,29: 28 Maar als Ik door de Geest van God de demonen
uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. 29 Of hoe
kan iemand het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad
roven, als hij niet eerst de sterke gebonden heeft? En dan zal hij
zijn huis leegroven. Matts 15:30-31: 30 En er kwam een grote
menigte naar Hem toe en zij hadden kreupelen, blinden, mensen die
niet konden spreken en verlamden bij zich, en vele anderen. En zij
legden ze voor de voeten van Jezus en Hij genas hen, 31 zodat de
menigte zich verwonderde, toen zij zagen dat zij die niet hadden
kunnen spreken, konden spreken, de verlamden gezond waren, de
kreupelen konden lopen en de blinden konden zien; en zij
verheerlijkten de God van Isral. Als die ziekten, verlamden en al
meer door de Satan komen, zoals zovelen beweren, dan heeft Jezus
die overwonen. Als die zaken behoren tot het vervloekte leven
volgens Genesis 3:17,18 (en dat geloven we zelf) dan heeft Jezus
alle macht/autoriteit over de natuur van de mens en is Satan
overwonnen. Dan is dit al het teken dat Jezus Genesis 3:15 tijdens
zijn leven op aarde begint te vervullen. 15 En Ik zal vijandschap
teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar
Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel
vermorzelen.
Hij heeft de heerschappijen en de machten ontwapend, hen
openlijk aan de kaak gesteld en over hen getriomfeerd door het
kruis. - Colossenzen 2:15, WV1995
-
STORM op zee van Galila 16
2 Wat de verzoeking van Jezus bewerkte Heb.4:15: Want wij hebben
geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze
zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is
verzocht, maar zonder zonde. Heb.2:18: Want waarin Hij Zelf geleden
heeft, TOEN Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te
hulp komen. DAT TOEN WIJST OP 1 VERZOEKING.
En geen van de beheersers dezer eeuw heeft van haar geweten,
want indien zij van haar geweten hadden, zouden zij de Here der
heerlijkheid niet gekruisigd hebben. - 1 Corinthirs 2:8, NBG1951
Here der heerlijkheid is een titel van YaHWeH in het OT.
Terug aansluitend bij ons stormverhaal. T. R. Applebury, STUDIES
IN LUKE, Copyright College Press, 1965 zegt: Maar ze hadden nog
niet geleerd wat het betekende om in de tegenwoordigheid van de
Zoon van God te zijn die alle dingen in de hand heeft door het
woord van Zijn kracht (Heb.1:3). Maar er kwam een tijd dat zij Hem
gingen vertrouwen, zelfs in de dreiging van de dood, want Wie is
toch deze, dat Hij zelfs de wind en het water kan commanderen? -
Hun vraag was niet een zaak van ongeloof, maar van een beginnend
geloof dat leidde Hem te erkennen als de Zoon van God. -
5:40-42)
3de commentaar pro demonenstorm We lezen in een preek van een
Katholiek Amerikaans priester: Het woord,berispte is een aanwijzing
dat Jezus van een storm demon van het meer heeft uitgeworpen.
Waarom is niet uitgelegd in zijn verhaal. Maar het ontgaat hem
aan de volgorde van die teksten in Matths 8 en 9, dat het zaken
zijn die de Godheid van de Heer onderstrepen. Jezus toonde zijn
gezag over: de natuur (Mat.8:23-27.) de spirituele/ geestelijke
wereld der demonen (Mat.8:28-34.) zonde (Mat.9:1-8.) Jezus, geneest
een verlamde letterlijk en vergeeft zijn zonden. En zie, sommigen
van de schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Deze lastert God. vers
3 Vanaf die tijd zullen de religieuze leiders een reden uitdokteren
om hem te doden. Deze laatste verzen betekenen een verandering in
het werk van Jezus, de spanning neemt gestadig toe.
We citeren Culpepper, R. Alan, Mark, Smyth & Helwys
Publishing, 2007, blz.169: Net als de discipelen bang waren toen
Jezus de storm had gestild (4:41), zo zijn nu de mensen uit de
omgeving bang (5:15). In beide gevallen is het een voorbeeld van de
fascinatie en angst, aantrekking en afstoting die mensen voelen
wanneer ze geconfronteerd worden met het goddelijke, door Rudolf
Otto genaamd mysterium tremendum. Harold Fowler zegt ons in, The
Gospel of Matthew, vol 2, College Press, blz.89: Zijn woorden van
berisping: Vrede! Wees stil! (Marcus 4:39) Een daad, alleen al de
moeite waard er een encyclopedie vol over te schrijven met
filosofische discussie over de zee en de zielen, waarover Jezus
soevereiniteit heeft. Een prachtig bewijs dat onmiddellijk alle
twijfels
-
STORM op zee van Galila 17
erover wegneemt. En om dit grote wonder te produceren: het woord
van Jezus alleen al was voldoende. Hij had geen speciale
instrumenten waarmee Zijn macht werd uitgeoefend om dit
verbazingwekkende resultaat te bewerkstelligen, (vgl. Ex.14:16,21 /
2 Kon.2:14 / 4:29-37). Bestraf de wind en de zee: dit is eenvoudige
personificatie van deze natuurlijke elementen om de volledige
controle van Jezus over hen te benadrukken, alsof ze maar
huisdieren waren, voor hun Meester en eigenaar?
Thomas L. Constable, Notes on Matthew, 2012 Edition: De
mogelijkheid van Jezus om de wind en het water te kalmeren met n
woord heeft duidelijk gemaakt dat Hij meer macht had dan deze
leerlingen eerder hadden meegemaakt. Dit is het eerste natuurwonder
dat Matths van Jezus opgenomen heeft. Wie was hij? De lezer van het
evangelie van Matths weet beter dan wat de discipelen wisten. Hij
is de uit een maagd geboren Messias, God met ons, gekomen om
redding te bieden en Zijn koninkrijk op te zetten. Terwijl de
discipelen mannen waren (v. 27), is Jezus een ander type van mens,
de God-mens. Psalmen 65:5-6 /, 89:8-9 / 104:7, en 107:23-30
schrijven de verstilling van de zeen aan God toe (vgl. Jona 1-2).
Psalm 89:25 voorspelde dat de ideale koning in staat zou zijn om
dit te doen. Deze Amerikaanse priester heeft wat gemist. Kijken we
wat verder naar het verhaal volgens Marcus. Het gaat om geloof
(4:40) en angst (4:41). Zes keer is van de discipelen in Marcus
gezegd dat ze in beslag worden genomen door de angst, terreur of
ontzag dat het Griekse phobos, of het werkwoord phobeomai
combineert. Twee zijn de verhalen van de stormen op zee (4:41 /
6:50). Twee anderen hebben te maken met voorspellingen van de
passie (9:32 / 10:32). De anderen zijn de Transfiguratie (9:6) en
het lege graf (16:8). Bij al die momenten staan wij van aangezicht
tot aangezicht met God. Ze zijn de ondubbelzinnige openbaringen van
de godheid van Jezus!
4de commentaar pro demonenstorm Johannes Norval Geldenhuys
(1918-1964) was een Zuid Afrikaans theoloog. Stierf zeer jong
evenals Ned B. Stonehouse, een dubbele slag voor de Gereformeerde
theologie in die dagen. Norval Geldenhuys schreef voor: New
International Commentary: The Gospel of Luke, Eerdmans, en het
kreeg vele herdrukken. Voor ons persoonlijk nog altijd een van de
betere commentaren. Ook hij heeft bij de uitleg van de storm een
achtergrond van demonen. We vertalen daarom Norval Geldenhuys en
zijn gedachten hierover, blz.251-253: JEZUS STILT DE STORM Terwijl
Lucas in de voorgaande eenentwintig verzen Jezus ons voor hield als
de Grote prediker van het evangelie, toont hij Hem nu aan ons als
de Almachtige Heerser, zelfs over de krachten van de natuur. 22 Uit
Marcus 4:35 ev. blijkt dat de Verlosser naar de avond toe van die
dag, waarop Hij zo druk was en zoveel gelijkenissen vertelde, Hij
tegen Zijn discipelen zei: Laat ons overvaren aan de andere kant
van het meer En omdat Hij moe was en uitgeput, gingen ze met Hem
naar het schip en staken van wal. 23 Toen ze een eindje weg waren
van de kust en op het meer, was Jezus in al zijn vermoeidheid in
slaap gevallen. Toen stak er plotseling een stormwind op. Het is
een bijzonder kenmerk van de zee
-
STORM op zee van Galila 18
van Galila, dat hoewel het over het algemeen roerloos bij ligt,
praktisch geheel omringd door heuvels, ontstaan er zeer onverwacht
soms stormen. Vooral vanuit de oostelijke kant, waar er hoge bergen
zijn, komen gewelddadige stormen. Vaak extreem plotseling komen ze
rennend neer op het meer terecht. 24 De discipelen, die ervaren
vissers waren en al heel wat stormen hadden moeten trotseren, deden
alles wat in hun macht lag om de boot recht te sturen en om te
voorkomen dat hij werd gevuld met water en ze zouden zinken. Maar
alles was tevergeefs, en het gevaar onder te gaan leek meer en meer
bedreigend. Toch is de Heiland, die volkomen in het lichaam
vermoeid was na het voortdurende werk van de vorige dag en dagen,
bleef slapen tijdens de storm. Maar uiteindelijk wekten Zijn
discipelen hem, in uiterste wanhoop, en zeiden in paniek: Meester,
meester, wij vergaan. Ongetwijfeld probeerden de machten van het
kwaad, terwijl de vermoeide Jezus lag te slapen, de boot met Hem en
Zijn discipelen door het geweld van de storm te laten zinken. Want
door deze middelen, zoals ze dachten, konden ze het plan Gods van
verlossing in duigen laten gaan. Jezus, wist dat de boze een hand
had in de zaak, daarom staat geschreven dat hij de wind en het
razen van het water bestrafte. DIT WAS NIET OMDAT HIJ DE WIND EN
RAZEN VAN HET WATER ALS BOZE GEESTEN BESCHOUWDE. Maar omdat Hij in
deze specifieke storm de werking zag van de boze, door het berispen
van de wind en de golven, BESTRAFTE HIJ EIGENLIJK DE MACHTEN VAN
SATAN, DIE OP DAT MOMENT ACTIEF WAREN IN DE ELEMENTEN. De aarde en
haar volheid behoren tot de Heer en Hij leidt de banen van weer en
wind. Maar toch, God laat soms de boze toe macht uit te oefenen
over de krachten van de natuur binnen bepaalde grenzen. 25 Nadat de
storm was gaan liggen op het bevel van Jezus en alles tot bedaren
was gekomen, vroeg Hij zijn discipelen: Waar is uw geloof? Hoe
konden ze vrees hebben dat ze zouden vergaan als Hij in het schip
was? Zelfs hoewel Hij sliep, is Hij de Almachtige Heer die waakt
over de veiligheid van zijn volgelingen. Hoe konden zij vrezen dat
God zou toestaan Zijn Zoon, de beloofde Verlosser, en Zijn
discipelen zouden vergaan? Hoewel de discipelen al eerder veel
geleerd hadden over Zijn goddelijke macht, nu waren ze toch
verbaasd en zelfs bevreesd bij een zodanige opvallende openbaring
van Zijn almacht, zelfs over een razende storm. We moeten
constateren dat Hij er niet alleen heeft voor gezorgd dat de storm
is afgenomen, maar ook meteen de beukende golven kalmeerde en ze
tot rust bracht. Een moment voor, de wind brullend en de golven
waren woedend. Maar op Zijn bevel was alles in een keer rustig en
het oppervlak van het water was weer stil en onverstoord. Wat een
machtige openbaring van de almacht van Hem, door wie de Vader alles
geschapen had, met inbegrip van de aarde en alle krachten van de
natuur. Net zoals het onmogelijk was voor dat schip, met de
Verlosser van de wereld aan boord, zou zinken, ongeacht het aantal
stormen er overheen gingen, zo is het dus even onmogelijk voor de
gemeente van Christus, het lichaam waarvan Hij Zelf het hoofd en
Onderhouder is, ooit vernietigd zal worden, ondanks alle krachten
van de hel die haar voortdurend aanvallen. Twee opmerkingen: Wat
zegt Norval Geldenhuys.
-
STORM op zee van Galila 19
1 De wind en de golven zijn geen boze geesten want hij schrijft:
DIT WAS NIET OMDAT HIJ DE WIND EN RAZEN VAN HET WATER ALS BOZE
GEESTEN BESCHOUWDE. 2 De bestraffing heeft betrekking op Satan en
zijn machten: BESTRAFTE HIJ EIGENLIJK DE MACHTEN VAN SATAN, DIE OP
DAT MOMENT ACTIEF WAREN IN DE ELEMENTEN. Hij voegt daar aan toe:
Maar toch, God laat soms de boze toe macht uit te oefenen over de
krachten van de natuur binnen bepaalde grenzen. Het probleem is
echter dat je na zo een zwaarwichtige uitspraak enkele
Bijbelteksten zou krijgen ter ondersteuning daarvan? Maar die heeft
onze prof niet. Ik ken er geen! Bij dat eerste punt kunnen we
zondermeer Amen zeggen. Bij het tweede niet en ons bezwaar is zeer
eenvoudig: er is geen tekst aan te halen dat demonen macht hebben
over zee, wind en storm. Ze hebben dat uitzonderlijk 1 maal
gekregen bij de beproeving van Job. Geldenhuys heeft een rare
uitleg! Dan zouden we nog eerder deze van Calvijn verkiezen. Hij
heeft bij Lucas 4:39, waar we ook het woord berispen hebben, het
commentaar dat de koorts door God gewild is en dat Jezus door de
handoplegging toont dat hij de bevrijder is van ziekten. Weinig
gereformeerde theologen zijn hem in deze uitleg gevolgd. Maar
voortgaande op Calvijn zou men deze storm als van God kunnen zien,
zodat Jezus kan aantonen dat hij meester is van dat natuurelement.
Maar we doen dat niet. Kijken we eens naar een ander verhaal in de
Bijbel om er enkele uitleg bij te geven: 38 Nadat Jezus opgestaan
en uit de synagoge vertrokken was, ging Hij naar het huis van
Simon. De schoonmoeder van Simon had hoge koorts en ze vroegen Hem
om hulp voor haar. 39 En Hij boog Zich over haar heen en BESTRAFTE
DE KOORTS en die verliet haar. Zij stond onmiddellijk op en diende
hen. - Lucas 4:38,39 Waar kwam die koorts vandaan, we geven enkel
mogelijkheden: bacterile of virale infectie, ze had te hard gewerkt
de laatste dagen, hormonale problemen want ze was in menopauze enz.
Ze was NIET BEZETEN door een geest/demon. Toch zien we hier het
begrip bestraffen en wat kan het betekenen? Als we nu hadden
gelezen dat de vrouw al tien jaar hoofdpijn had en koorts, dan
zouden we aan een demon hebben kunnen denken. Maar dat staat er
niet. Wie vergeet dat veel ziekten onze eigen fout zijn - teveel
alcohol, teveel vetten, teveel roken, twintig jaar gewerkt in
mijnen op zoek naar steenkool - zou hier Satan kunnen bijhalen. Dat
is inlegkunde, want ook stress kan koorts opwekken. Ze wist dat
Jezus in de omtrek was en waarschijnlijk bij haar kwam en was op
van de zenuwen. Dat geeft koorts, maar het mag ook wat anders zijn
voor mij. Ik las recent een artikel over migraine en het blijkt dat
bijna 1 % dat heeft en 5% regelmatig hevige hoofdpijn. Zoek daar
geen demonen achter.
De site http://www.jesuswalk.com/lessons/4_38-44.htm is in
handen van Pinkstermensen en toch zien ze hier gn demonen aan het
werk. De opdracht wordt uitgedrukt door het Griekse epitimao,
bestraffen, weerleggen, censureren ook serieus aanspreken, te
waar-schuwen om een actie te voorkomen of er een tot een einde te
brengen. Lucas zegt niet dat een demon de oorzaak van de koorts is,
Jezus lijkt de ziekte zelf aan te pakken van ze direct te
commandant, net zoals Hij zich gericht heeft op de razende storm
van het meer van Galila met de opdracht: Zwijg, wees stil! (Marcus
4:39), en de storm hield op.
Het probleem van ziekte in de wereld ligt al ver achter ons en
we moeten naar het verhaal in de hof
-
STORM op zee van Galila 20
van Eden toen Adam en Eva zondigden om een kijk te krijgen op
deze situaties. We nemen de woorden van de straf van God in Genesis
3:17-19: 17 En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de
stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood:
U mag daarvan niet eten, IS DE AARDBODEM OMWILLE VAN U VERVLOEKT;
met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; 18
dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas
van het veld eten. 19 IN HET ZWEET VAN UW GEZICHT ZULT U BROOD
ETEN, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen
bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. De apostel
Paulus staaft zijn theologie van de verlossing op dat verhaal en
zegt volgens Romeinen 5:12: Daarom, zoals door n mens de zonde in
de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over
alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben. Ook dit van
Romeinen 6:23: Want het loon van de zonde is de dood, maar de
genadegave van God is eeuwig leven, door Jezus Christus, onze
Heere. En 1 Cor.15:21: Want omdat de dood er is door een mens, is
ook de opstanding van de doden er door een Mens. Dus is het
duidelijk: de aardbodem is vervloekt en de mens is vervloekt. Als
er wat fout gaat in de wereld hoef je er geen demonen bij te
sleuren, het probleem ligt meestal ergens anders. Wat niet wil
zeggen dat duivelen zich van hun opdracht, die ze denken te hebben,
moeten kwijten: mensen uit de omgeving van God te halen. Wees
nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als
een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. -
1 Pet.5:8 We lezen in die tekst: werkwoord - aorist actief
indicatief derde persoon enkelvoud epitimao = taxeren, afkeuring of
berisping richten tot iemand; bij implicatie, iets verhoeden -
(strengeleik) of berispen. In Nederlandse vertalingen: berispte de
koorts In de meeste Engelse vertalingen: rebuked the fever
Douay-Rheims Bible: he commanded the fever GOD'S WORD Translation
(1995): ordered the fever to leave Basic English Bible: with a
sharp word he gave orders to the disease In het evangelie van
Matths hoofdstukken 8 en 9 hebben we een catalogus van genezingen
van grote groepen en dit hoort er ook bij: de verdrijving van de
koorts. Zo is dat allen genomen uit Jesaja 53:6. Andere
massagenezingen zijn er in Mat.4:24 / 12:15 / 14:35,36.
B. W. Johnson and Don DeWelt schreven, The gospel of Marc,
College Press Company, 1965, blz.136: V. JEZUS STILT DE STORM,
vs.39. Laten we leren, in de derde plaats, dat onze Heer Jezus
Christus als God, almachtige kracht heeft. Wij zien Hem in deze
verzen dat doen wat spreekwoordelijk onmogelijk is. Hij spreekt
tegen de wind, en zij gehoorzamen Hem. Hij spreekt tegen de golven,
en ze onderwerpen zich aan Zijn gebod. Hij draait de razende storm
in een rustperiode met een paar woorden, - (Zwijg, wees stil Die
woorden waren de woorden van Hem, die voor het eerst alle dingen
geschapen heeft. Die elementen kenden de stem van hun meester, en
net als gehoorzame dienaren zijn ze allen tegelijk stil geworden.
Thomas L. Constable zegt in, Notes on Luke, 2012 Edition: Dit is
het eerste wonder dat Lucas opgenomen heeft dat niet betrekking tot
een persoon. Het toonde aan dat Jezus de kracht van God had over de
natuur zoals aangetoond in de Exodus (Ex.14, zie ook Ps.89:8-9
/
-
STORM op zee van Galila 21
93:3-4 / 106:8-9 / 107:23-30 / Jes.51:9-10). De discipelen
wendden zich tot Jezus om bevrijding van de zee, net zoals God
mensen tot zaligheid had opgeroepen in vergelijkbare situaties. Een
opmerking bij het vorige citaat. Mat.8:24-27 is geen wonder van
bezielde dingen maar van onbezielde (niet-menselijke) dingen. Het
tot bedaren brengen van de wind en de zee is wat anders dan iemand
die nadat hij gelopen heeft en verlamd geraakte terug gaat lopen op
het bevel van Jezus. Het laten ophouden van regen en laten beginnen
ervan, zoals in 1Kon.17:1-7 en 18:41-45 geeft de macht aan die een
mens gekregen heeft van God het te doen: een natuurwonder. In
werkelijkheid is het God die de regen stopt en laat neervallen. Als
Jezus bij het huwelijksfeest (Joh.2:1-11), water in wijn veranderde
is dat een wonder van schepping. Waar dat toe moet leiden in dit
verhaal is: dat alleen de Schepper invloed kan uitoefenen over de
materie. Het is dus logisch aan Jezus goddelijke machten toe te
schrijven. Als Mozes de Nijlwateren in bloed zal veranderen is het
eigenlijk God die het doet (Ex.7:19-21). Als Jezus allerlei fysieke
kwalen geneest gaat het meestal om het herscheppen van bepaalde
zaken in het lichaam van de persoon. Melaatsheid die vroeger als
ongeneeslijk werd beschouwd kan nu goed genezen worden, maar wat
doet Jezus? Hij doet meer: want een melaatse heeft thans geen
mogelijkheid tot herstel van de afgestorven zenuwen, vingers en
tenen die hij heeft verloren. Bij Jezus is er een totaal herstel
van het lichaam een herschepping (Luc.17:11-19). Iemand met een
aangeboren blindheid, dus zeer waarschijnlijk zonder oogbol of
zenuwen voor het zicht, is door Jezus genezen: de schepping van al
het nodige om met de ogen te kunnen zien (Joh.9:1-7). Jezus heeft
macht over alle terreinen van de materie. We citeren James R.
Edwards, The Authority of Jesus in the Gospel of Mark, Journal of
the Evangelical Theological Society 37:2 (June 1994), blz.17-33. In
het rust geven aan de storm (4:35-41) zijn 'berisping' van de wind
en het 'muilkorven' van de golven zo geformuleerd als in de taal
van exorcisme, herinnerend aan de kracht van God over de chaos bij
de schepping. Beide episoden worden uitsluitend uitgevoerd door het
woord.
Paul T. Butler, The gospel of Luke, College Press Publishing
Company, Reprinted 1986 zegt: 8:24-25 Kracht: Alle drie de
schrijvers van het synoptische evangelie gebruikten het Griekse
woord epitimaoh om de actie van Jezus uit te drukken in het
berispen van de wind en de zee. Epitimao betekent eer leggen op
iets. Met andere woorden, Jezus legde Zijn eer (= macht en gezag)
op de natuur en deze gehoorzaamde hem onmiddellijk. Als
mede-Schepper (Joh.1:1-18 / Col.1:16) en mede-Onderhouder (Col.1:17
/ Hebreen 1:3) heeft Hij een soeverein gezag over de elementen en
die doen wat Zijn wil is. Jezus was niet aan het schelden: Hij was
gewoon maar een bevel aan het geven, wat naar Zijn wil was. Lucas,
net als Matths, geven aan dat Jezus verwonderend vroeg, waar het
geloof van de discipelen heen was gegaan, want hij meldt dat Jezus
vraagt, Waar is uw geloof? Overwegende dat ze bang waren bij het
woeden van de storm, nu waren ze vol ontzag met de kracht van Jezus
over de elementen. Met gewoon n woord gaf Hij die opdracht en werd
onmiddellijk gehoorzaamd. Er is geen mogelijkheid dat dit een
beetnemerij zou zijn.
Een mooie preek over dat Bijbelgedeelte van de grote Engelse
predikant Charles Haddon Spurgeon staat op
http://www.spurgeongems.org/vols34-36/chs2174.pdf
-
STORM op zee van Galila 22
Letterlijke en figuurlijke stormen Het woord storm in ons
SCHRIFTGEDEELTE is vertaald uit het Grieks seismos wat betekent
agiteren of schudden. Strong's Number G4578 is (seismos), en men
heeft het in de Griekse NT-tekst 14 maal in 12 verzen. Het komt van
seio = op en neer gaan of schudden vooral met de gedachte van een
aardbeving, denk aan: seismisch, seismologie, seismometrie. Het
woord heeft in het NT NIET ALTIJD DE BETEKENIS VAN EEN LETTERKIJKE
AARDBEVING. In de brief van Paulus aan de Hebreeuwse broeders heeft
hij dat woord eens in een andere BETEKENIS gebruikt. We gaan bij
Heb.12:26 dat eens nakijken: Zijn stem bracht indertijd de aarde
aan het wankelen. Nu echter heeft Hij openlijk verkondigd: Nog
eenmaal zal Ik niet alleen de aarde, maar ook de hemel doen beven.
Herziene Statenvertaling Toen heeft zijn stem de aarde doen
wankelen, doch thans heeft Hij een belofte gegeven, zeggende: Nog
eenmaal zal Ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven.
NBG Toen heeft zijn stem de aarde laten beven, nu geldt zijn
belofte: Nog eenmaal zal Ik de aarde laten beven, en niet alleen de
aarde, maar ook de hemel. Willibrordvertaling (1995) De apostel
citeerde hier uit de profetie van Hagga 2:7: Want zo zegt de HEERE
van de legermachten: Nog n ogenblik, en dat is een korte tijd, dan
zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. Herziene
Statenvertaling Want zo zegt de HERE der heerscharen: Een ogenblik
nog, een korte wijle, dan zal Ik de hemel en de aarde, de zee en
het droge doen beven. NBG Zo spreekt de HEER van de machten: Nog
een korte tijd, een zeer korte tijd, en Ik breng de hemel en de
aarde, de zee en het land in beroering. Hagga 2:6
Willibrordvertaling (1995) We geven maar n commentaar om aan te
tonen dat men hier over een geestelijke aardbeving moet spreken. We
nemen het volgende vers in Hebreen, vers 27: Dit nog eenmaal duidt
op de verandering van de dingen die kunnen wankelen als van dingen
die gemaakt zijn, opdat de dingen die onwankelbaar zijn, zouden
blijven. Hier van Robert Jamieson, Commentary Critical and
Explanatory on the Whole Bible. Kijk de andere commentaren er zelf
maar op na. 27. dit woord, Nog een keer meer - Dus Paulus, heeft
ons door de Geest, de Septuaginta weergave van Haga 2:6 gegeven, en
een extra functie van de profetie in het Hebreeuws,() , en het gaat
om nog eenmaal als laatste handeling. De kracht van zijn betoog
ligt op dat eenmaal. Eens en voor altijd, voor eens en voor altijd.
Door te zeggen nog eenmaal houdt de Geest ons voor dat er iets al
voorbij is, en iets anders komt, dat gehandhaafd moet blijven, en
dat niet meer hoeft te worden veranderd in iets anders, want het is
exclusief, niet iets van vele malen. die dingen die zijn geschud,
de hemel en de aarde. Omdat het schudden totaal zal zijn, is de
wegneming zo te bezien, als om plaats te maken voor de betere
dingen die onvergankelijk zijn. Vergelijk de Joodse economie (het
type van de hele huidige orde der dingen) die plaats moet maken
voor het nieuwe en blijvende verbond: de voorloper van de
eeuwigdurende staat van gelukzaligheid. We zeggen dus niet dat een
aardbeving onmogelijk zou zijn in Palestina. We geven u ook een
-
STORM op zee van Galila 23
nadere site waar u terecht kan:
http://www.earth-prints.org/bitstream/2122/908/1/01Sbeinati.pdf
ANNALS OF GEOPHYSICS, VOL. 48, N. 3, June 2005, The historical
earthquakes of Syria: an analysis of large and moderate earthquakes
from 1365 B.C. to 1900 A.D. Moet recent verschijnen hierover:
Alsop, G. I., and Marco, S., 2012, Tsunami and seiche-triggered
deformation of offshore sediments: Sedimentary Geology,
doi:10.1016/j.sedgeo.2012.03.013 (in press). We lezen dit op
http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i003350.html
De golven verwijderen zich met hoge snelheid (tot 800 km p/u) van
het epicentrum van de beving vandaan, maar de
verwijderingssnelheden zijn niet overal even groot. In het algemeen
geldt dat golven die zich over diep water verplaatsen een grotere
snelheid hebben dan golven die zich over ondiep water verplaatsen.
Ondiep water remt de golfsnelheid namelijk af. De tsunamigolf die
in de richting van de open oceaan gaat verwijdert zich dus sneller
van het epicentrum dan de tsunami die zich in de richting de kust
verplaatst. Deze golf reist immers over de steeds ondieper wordende
continentale plaat en zal onderweg meer weerstand ondervinden,
waardoor zijn snelheid steeds verder afneemt. [over fase 4 van de
ontwikkeling] Maar daar hebben we weinig mee te maken. Van de
golven op het water weten we waar de oorzaak ligt volgens:
Marcus 4:37: En er stak een harde stormwind op Lucas 8:23: En er
viel een stormwind neer op het meer
Zou er een tsunami kunnen ontstaan op het meer? Ja, maar dat is
zeer uitzonderlijk, dan moet de aardbeving zeer dicht bij het meer
liggen of erin. Maar aangezien de oorzaak van de golven door twee
schrijvers bij de grote wind gelegd wordt moeten we naar geen
andere oplossing zoeken. We lezen op een site 50 punten over
vloedgolven en we vertalen er een van: Een tsunami is niet alleen
een grote golf, maar een reeks golven die noemen we een golftrein.
De periode tussen de golven wordt genoemd de golven periode en kan
tussen een paar minuten en twee uur duren. De eerste golf is
meestal niet de sterkste en latere golven, zoals de vijfde of
zesde, kunnen aanzienlijk groter zijn.
http://facts.randomhistory.com/tsunami-facts.html We wijzen hierop
omdat het zeker niet strookt met de beschreven zaken in de drie
evangelin. Bovendien is dat meer veel te klein en te ondiep van
oppervlakte dat er zoiets zou kunnen gebeuren. Hier enkele gegevens
van: http://www.christiananswers.net/q-eden/ednk-seaofgalilee.html
Het Meer van Galila is het grootste zoetwatermeer in Isral. Het is
53 kilometers in omtrek, ongeveer 21 km lang en 13 km breed. Het
heeft een totale oppervlakte van 166 km en een maximale diepte van
ongeveer 43 meter. Te ondiep voor een grote tsunami. Even
illustreren dat een woord niet steeds een zelfde betekenis heeft.
Twee uit het OT waarvan beide verschillende betekenissen hebben: de
eerste gaat over mensen en de tweede over zaken.
1 Lev.19:17: U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw
naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt. (zie
ook Spreuken 9:8: Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u
haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben.) 2 Psalm
106:9: Hij bestrafte de Schelfzee, zodat ze droogviel; Hij deed hen
door de diepe wateren gaan als door een woestijn.
-
STORM op zee van Galila 24
Even illustreren dat een woord niet steeds een zelfde betekenis
heeft. Twee uit het NT waarvan beide verschillende betekenissen
hebben: de eerste gaat over mensen en de tweede over zaken.
1 Lucas 17:3: Wees op uw hoede. Als nu uw broeder tegen u
zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. (zie
ook 1 Tim.5:20: Wijs hen die zondigen, in tegenwoordigheid van
allen terecht, opdat ook de anderen vrees zullen hebben.) 2 Lucas
4:39: En Hij boog Zich over haar heen en bestrafte de koorts en die
verliet haar.
Vijf conclusies: 1 Van een grote tsunami op het meer kan in
Mat.8 geen sprake zijn. Het Griekse seismos heeft ook soms een
figuurlijk betekenis. Bijvoorbeeld in Heb.12:26,27. 2 Van een grote
tsunami op het meer kan in Mat.8 geen sprake zijn. Daar is het meer
te ondiep voor om zo wat te verwekken. 3 Als Jezus de zee en de
wind bestraft moet daar geen persoon bij gedacht worden. Het is
gewoon personificatie. 4 Als Jezus de zee en de wind bestraft is
dat op dezelfde wijze te bezien als dat Jezus de koorts bestraft
van de schoonmoeder van Petrus. Zie Lucas 4:38,39 5 Slechts
YaHWeH/Jezus en de goede engelen beschikken over de macht
natuurrampen te verwekken. Die goede engelen trouwens alleen met de
toelating van God en Satan valt daar niet onder.
********
Deze illustratie van het gevecht tussen Satan en Jezus
bagatelliseert de zaak
https://godwordsecret.com/wp-content/uploads/2011/12/jesus-christ-vs-satan-www.gothicwallz.com_.jpg
-
STORM op zee van Galila 25
APPENDIX HEEFT SATAN MACHT OVER DE NATUUR
Er zijn zaken waar ik niet kan op antwoorden: dat zijn vragen
als deze, gewoon omdat de Bijbel en dat is onze Gids er geen
afdoend antwoord op geeft. Vragen als: Waarom lijkt alles in de
wereld een dergelijke bizarre slachtpartij en chaos? Waarom is de
wereld een zodanige puinhoop als God het voor het zeggen heeft? Hoe
kan een God van liefde massa's mensen laten sterven in orkanen,
catastrofen, aardbevingen, tsunamis of zelfs ziekte? Is dit de
wereld die ten einde loopt? Is God zijn toorn/woede/boosheid aan
het uitstorten over zondaars? Maar we mogen weten dat God liefde is
en dat alles ooit goed komt. Wat ik ook weet is dat de Satan in
onze dagen, hij is nog niet veranderd, rondgaat als een briesende
leeuw. Maar we mogen hem geen machten toeschrijven. Ik weet ook uit
de studie die we gemaakt hebben waar de macht in deze wereld ligt
over de natuur en dat Satan daar niet bij hoort. Dat ligt alleen
bij God: uitzonderlijk geeft YaHWeH een mogelijkheid aan de engelen
die Hem zijn trouw zijn over de natuurkrachten te beschikken, zoals
in het boek Openbaring. Ook dit weten we: dat God aan de Satan 1
maal macht geeft, om 1 persoon te beproeven: dat is Job en gezien
de man dood en begraven is bij zijn vaderen heeft de Satan nu
welgeteld 0 [nul] machten over de schepping.
In december 2004 was er een vreselijke ramp in Zuidoost Azi en
velen vroegen zich toen af, of dat des duivels of uit God kwam. Op
www.vergadering.nu/waarwasgod/duivel-tsnunami.htm staat van Roel
Sikkema: De duivel en de tsunami. We citeren:
Voor priester publicist Antoine Bodar ligt dat toch wat anders.
"De duivel werkt alom, elke ramp is direct of indirect zijn werk."
Maar daarnaast is er ook veel menselijk falen."Natuurrampen nemen
toe, omdat de mensen niet verantwoord met Gods schepping omgaan.
Wij buiten de aarde uit als gevolg waarvan bijvoorbeeld
klimaatverandering zich voordoet. Door het morele kwaad van de niet
rechtvaardige verdeling van de aarde kunnen de armste landen geen
waarschuwingsapparatuur kopen die een natuurcatastrofe zou kunnen
beperken." Ook de christelijk gereformeerde oudtestamenticus Eric
Peels wijst op die menselijke verantwoordelijkheid. "Ik heb ergens
gelezen: 'Je moet de duivel niet zwarter maken dan hij al is'. Wat
mensen aan ellende aanrichten, kun je niet zomaar op het conto van
de duivel schrijven. Willem Ouweneel, theoloog en publicist, kan in
de ramp wel het werk van de duivel zien, maar niet buiten God om.
(wel, wel Willem? gb) Je moet geen scherp onderscheid tussen Gods
'wil' en Gods 'toelating' maken. Als God echt iets niet wil,
gebeurt het ook niet, hoe hoog of laag de duivel ook springt." De
enige die zijn Bijbel goed kent in die uitleg is Prof Eric Peels en
we geven hier aan waarom. Vooraf iets over de Joodse theologie in
dat verband. We citeren van een Joodse site: Immers, Rabbi Jochanan
vermeld in de Talmoed dat de sleutel van de regenval permanent
wordt bewaard in de handen van de Almachtige en nooit uitgeleend
aan agenten. De middeleeuwse Tosafot
-
STORM op zee van Galila 26
commentaar maakte bezwaar tegen deze uitleg, en wijst naar het
Bijbelse verslag van de manier waarop Elia de bevoegdheid kreeg om
regen te schenken of te weigeren. Ze besloten de schijnbare
tegenstelling met de opmerking dat, hoewel God de spreekwoordelijke
sleutels zou overhandigen aan gezanten, die afgezanten nooit kunnen
handelen op eigen gezag, maar altijd in gehoor-zaamheid aan de
goddelijke opdracht. Toch had Rabbi Eleazar Hakalir een
enthousiaste en gerenommeerde kampioen, in de persoon van Rashi,
wiens commentaar op Job als volgt luidt: Af B'ri is de naam van een
engel die de leiding over de wolken, en hij verdeelt regen van de
Almachtige. Talmoed - Mas. Berachoth 26b zegt: Als iemand vergeet
het wonder van de regen te vermelden in de zegen voor de opstanding
van de doden en bad voor regen in de zegen van de jaren. Ook in de
Talmoed - Mas. Berachoth 29b lezen we van: het Mirakel van de
regen. Talmoed - Mas. Berachoth 54b: Rab Juda zei in de naam van
Rab: Er zijn vier [klassen van mensen] die dankzegging te bieden
hebben: degenen die de zee hebben doorkruist, degenen die de
woestijn doorkruisen, iemand die is hersteld van een ziekte, en een
gevangene die is vrijgelaten. Vanwaar kennen wij dit van hen die
over de zee? - Er staat immers geschreven: Zij die naar beneden
gaan naar de zee in schepen () deze zagen de werken van de Heer ()
Hij verhief de stormachtige wind () die gemonteerd is tot aan de
hemel, gingen zij af naar de diepten () ze wankelden heen en weer
en wankelden als een dronken man () zij riepen tot de Heer in hun
benauwdheid, en Hij bracht hen buiten hun angsten. Hij maakte de
storm tot een rustige ()' We halen er de Bijbelteksten bij die er
toe doen, niets overlaten aan filosofie of wensdromerijen.
God is te allen tijde in controle van de
natuurverschijnselen
Psalm 29:10: De HEERE troont boven de watervloed, ja, de HEERE
troont als Koning voor eeuwig. Psalm 107:25,29: Wanneer Hij
spreekt, doet Hij een stormwind opsteken, die haar golven hoog
opheft. () Hij brengt de storm tot stilte, zodat hun golven
zwijgen.
Spreuken 30:4: Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie
heeft alle einden der aarde vastgesteld?
Jeremia 14:22b: Zijn er onder de nietige afgoden van de
heidenvolken die het laten regenen, of kan de hemel regendruppels
geven? Bent U dat niet, de HEERE, onze God? Marcus 4:39,41: En Hij,
wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees
stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte. () En zij
vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch,
dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
1. God zendt de WIND over vriend en vijand, de goede en de
boze
Genesis 8:1-2: En God dacht aan Noach en aan al de wilde dieren
en al het vee dat bij hem in de ark was; en God liet WIND over de
aarde gaan, zodat het water bedaarde. Ook werden de bronnen
-
STORM op zee van Galila 27
van de watervloed en de sluizen van de hemel gesloten, en de
regen uit de hemel werd gestopt. Exodus 10:12-13, 19: Toen zei de
HEERE tegen Mozes: Strek uw hand uit over het land Egypte omwille
van de sprinkhanen, zodat zij over het land Egypte opkomen en al
het gewas van het land opvreten, al wat de hagel heeft overgelaten.
Toen strekte Mozes zijn staf uit over het land Egypte, en de HEERE
bracht die hele dag en die hele nacht een oostenWIND in het land.
En het gebeurde, toen het morgen geworden was, dat de oostenWIND de
sprinkhanen meevoerde. En de HEERE keerde de WIND en liet een zeer
sterke westenWIND opsteken. Die tilde de sprinkhanen op en wierp ze
in de Schelfzee. Er bleef niet n sprinkhaan over op heel het
grondgebied van Egypte. Exodus 14:21: Toen strekte Mozes zijn hand
uit over de zee, en de HEERE liet de zee die hele nacht wegvloeien
door een krachtige oostenWIND. Hij maakte de zee droog, en het
water werd doormidden gespleten. Exodus 15:10: Maar U hebt met Uw
adem geblazen, de zee heeft hen bedolven. Zij zonken als lood in
machtige watermassa's.
Numeri 11:31: Toen stak er van de kant van de HEERE een WIND op
en voerde kwakkels aan vanaf de zee, en verspreidde ze boven het
kamp, ongeveer een dagreis naar de ene kant en een dagreis naar de
andere kant, rondom het kamp, ongeveer twee el hoog boven het
aardoppervlak.
Jesaja 11:15: Dan zal de HEERE de inham van de zee van Egypte
met de ban slaan, en Hij zal Zijn hand opheffen tegen de rivier de
Eufraat door Zijn sterke WIND. Hij zal haar uiteenslaan in zeven
stromen, en maken dat men er met zijn schoenen doorheen kan gaan.
Psalm 48:8: Met een oostenWIND breekt U de schepen van Tarsis stuk.
Psalm 78:26: Hij deed de oostenWIND opsteken langs de hemel en
voerde door Zijn macht de zuidenWIND aan. Jeremia 10:13: Als Hij
Zijn stem laat klinken, dan is er gedruis van wateren aan de hemel.
Hij doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. Hij heeft
BLIKSEMflitsen bij de regen gemaakt. De WIND brengt Hij uit Zijn
schatkamers tevoorschijn. Psalm 147:18: Hij zendt Zijn woord en
doet dat alles smelten, Hij doet Zijn WIND waaien, de wateren
stromen. Jeremia 51:1: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga een stormWIND
opwekken die te gronde richt, tegen Babel en tegen de inwoners van
Leb-Kamai. Ezechil 13:13: Daarom, zo zegt de Heere HEERE: In Mijn
grimmigheid zal Ik een stormWIND doen losbarsten, in Mijn toorn zal
er een alles wegspoelende regen komen, en hagelstenen in
grimmigheid, tot een vernietigend einde.
-
STORM op zee van Galila 28
Jona 1:4: Maar de HEERE wierp een hevige WIND op de zee; er
ontstond een zware storm op de zee, zodat het schip dreigde te
breken.
Jona 4:8: En het gebeurde, toen de zon opging, dat God een
verzengende oostenWIND beschikte. En de zon stak op het hoofd van
Jona, zodat hij geheel uitgeput raakte. Hij verlangde ernaar te
sterven en zei toen: Het is voor mij beter te sterven dan te
leven.
2. God heeft controle over de BLIKSEM
Job 37:3: Hij laat het los onder heel de hemel, en Zijn licht
tot over de einden van de aarde. Psalm 18:12-14: Hij maakte
duisternis tot Zijn schuilplaats, om Hem heen was Zijn tent:
duistere wateren, donkere wolken. Door de lichtglans, die vr Hem
was, dreven Zijn wolken weg. Hagel en vurige kolen! De HEERE deed
het in de hemel donderen, de Allerhoogste liet Zijn stem klinken:
hagel en vurige kolen. Psalm 78:47-48: Hij doodde hun wijnstok door
de hagel, hun wilde vijgenbomen door grote hagelstenen. Ook leverde
Hij hun beesten aan de hagel over, hun vee aan de vurige
BLIKSEMflitsen. Psalm 97:4: Zijn BLIKSEMflitsen verlichten de
wereld, de aarde ziet ze en beeft. Jeremia 10:13b: Hij heeft
BLIKSEMflitsen bij de regen gemaakt. De WIND brengt Hij uit Zijn
schatkamers tevoorschijn.
3 . God zendt de HAGEL en de VORST
Psalm 78:47: Hij doodde hun wijnstok door de hagel, hun wilde
vijgenbomen door grote HAGELstenen. Job 37:6: Want Hij zegt tegen
de sneeuw: Wees op de aarde. Ook tegen de slagregen van de regen;
en dan is er de slagregen van Zijn sterke regens.
4. God zendt AARDBEVINGEN en VUUR
Jesaja 29:6: Door de HEERE van de legermachten zult u gestraft
worden met donder, aardbeving en groot geluid, wervelWIND, storm en
de vlam van een verterend vuur.
5. God zendt de HAGELSTENEN
Jozua 10:11: Het gebeurde, toen zij voor Isral vluchtten en de
helling van Beth-Horon afgingen, dat de HEERE vanuit de hemel grote
stenen op hen wierp, tot Azeka toe, zodat zij stierven. Er waren er
meer die door de HAGELSTENEN stierven, dan die de Isralieten met
het zwaard doodden.
-
STORM op zee van Galila 29
Psalm 78:47-48: Hij doodde hun wijnstok door de hagel, hun wilde
vijgenbomen door grote HAGELSTENEN. Ook leverde Hij hun beesten aan
de hagel over, hun vee aan de vurige bliksemflitsen. Psalm 105:32:
Hij maakte hun regen tot hagel, bracht vlammend vuur in hun land.
Jesaja 30:30: De HEERE zal Zijn majestueuze stem doen horen, Hij
zal het neerkomen van zijn arm doen zien in grimmige toorn: een
vlam van verterend vuur, slagregens, een vloed, HAGELSTENEN.
Ezechil 13:13: Daarom, zo zegt de Heere HEERE: In Mijn
grimmigheid zal Ik een stormwind doen losbarsten, in Mijn toorn zal
er een alles wegspoelende regen komen, en HAGELSTENEN in
grimmigheid, tot een vernietigend einde.
Ezechil 38:22 : Ik zal met hem een rechtszaak voeren door pest
en door bloed. Ik zal een alles wegspoelende regen, en HAGELSTENEN,
vuur en zwavel op hem doen regenen, op zijn troepen en op de vele
volken die met hem zijn.
6. God zendt de REGEN of houdt die vast
Genesis 2:5: er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er
was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het
niet laten REGENEN op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem
te bewerken.
Genesis 6:17: En Ik, zie, Ik ga een watervloed over de aarde
brengen om alle vlees waarin een levensgeest is, van onder de hemel
te gronde te richten; alles wat op de aarde is, zal de geest
geven.
Leviticus 26:4: dan zal Ik u op zijn tijd REGEN geven, zodat het
land zijn opbrengst zal geven en de bomen van het veld hun vruchten
zullen geven.
Deut.11:17: Anders zal de toorn van de HEERE tegen u ontbranden
en zal Hij de hemel sluiten, zodat er geen REGEN meer zal zijn, de
aardbodem zijn opbrengst niet meer zal geven en u spoedig verdwenen
zult zijn uit het goede land dat de HEERE u geeft. Deut.28:12: De
HEERE zal voor u Zijn rijke schatkamer, de hemel, openen, door uw
land REGEN te geven op zijn tijd en door al het werk van uw handen
te zegenen. U zult aan vele volken uitlenen, maar u zult zelf niet
hoeven te lenen.
1 Samuel 12:17-18: Is het vandaag niet de tijd van de
tarweoogst? Ik zal tot de HEERE roepen, en Hij zal donder en REGEN
geven. Besef dan en zie, dat uw kwaad, dat u voor de ogen van de
HEERE gedaan hebt, groot is, omdat u een koning voor u verlangd
hebt. oen Samuel de HEERE aanriep, gaf de HEERE donder en REGEN op
die dag. Daarom werd heel het volk zeer bevreesd voor de HEERE en
voor Samuel.
-
STORM op zee van Galila 30
1 Kon.8:35-36: Als de hemel gesloten is en er geen REGEN komt,
omdat zij tegen U gezondigd hebben, en zij op deze plaats bidden,
Uw Naam belijden en zich van hun zonde bekeren, omdat U hen
vernederde, luistert dan in de hemel en vergeef de zonde van Uw
dienaren en van Uw volk Isral, want U leert hun de goede weg waarop
zij moeten gaan, en geef REGEN op Uw land, dat U aan Uw volk als
erfelijk bezit hebt gegeven.
1 Kon.17:14: Want zo zegt de HEERE, de God van Isral: Het meel
in de pot zal niet opraken en in de kruik zal het aan olie niet
ontbreken tot op de dag dat de HEERE REGEN op de aardbodem geven
zal.
2 Kron. 7:13: Wanneer Ik de hemel sluit, zodat er geen REGEN
valt, of wanneer Ik de sprinkhaan gebied om het land te verslinden,
of wanneer Ik pest onder Mijn volk zend.
Job 5:10: Hij geeft REGEN op de aarde, en zendt water op de
velden. Job 28:11: Hij damt de rivieren af, zodat er geen druppel
doorheen komt, en wat verborgen is, brengt hij naar buiten in het
licht. Job 28:25-26 : terwijl Hij de kracht van de wind bepaalt, en
de wateren meet met een maat. Toen Hij een verordening maakte voor
de REGEN, en een weg voor het weerlicht van de donder. Job 36:27:
Want Hij trekt de waterdruppels omhoog, die na Zijn damp REGEN
uitgieten. Job 37:6: Want Hij zegt tegen de sneeuw: Wees op de
aarde. Ook tegen de SLAGREGEN van de REGEN; en dan is er de
SLAGREGEN van Zijn sterke REGENS.
En nog enkele van het OT want er zijn er veel: Psalm 11:6 /
Psalm 68:9 / Psalm 74:15 / Psalm 147:8 / Jesaja 5:6 / Jesaja 30:23
/ Jeremia 10:13 / Nahum 1:8 / Hagga 1:11 / Zach.10:1 /
Zach.14:17-18 / Jol 2:23 / Amos 4:7 / Hagga 2:17
Matths 5:45: zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de
hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede
mensen, en laat het REGENEN over rechtvaardigen en
onrechtvaardigen.
Hand 14:17: hoewel Hij Zichzelf toch niet onbetuigd liet door
goed te doen: Hij gaf ons vanuit de hemel REGEN en vruchtbare
tijden en verzadigde ons hart met voedsel en vreugde.
Hebreen 6:7: Want de aarde die de REGEN indrinkt, die er
dikwijls op valt, en die nuttig gewas voortbrengt voor hen door wie
hij ook bewerkt wordt, ontvangt zegen van God.
7. God zendt hongersnood
Psalm 105:16: Hij riep een hongersnood over het land af, Hij
liet het volledig aan brood ontbreken.
-
STORM op zee van Galila 31
Ezechil 5:16-17: Wanneer Ik de boosaardige pijlen van de honger,
die tot verderf leiden en die Ik afschiet om u te gronde te
richten, op hen afschiet, zal Ik de honger over u doen toenemen en
het u aan brood laten ontbreken. Ik zal honger en wilde dieren, die
u van kinderen beroven, over u zenden. Pest en bloedvergieten
zullen onder u rondwaren. Ik zal het zwaard over u brengen. k, de
HEERE, heb gesproken.
Ezechil 14:13, 21: Mensenkind, wanneer een land tegen Mij
zondigt door trouwbreuk te plegen, dan zal Ik Mijn hand ertegen
uitstrekken, het er aan brood laten ontbreken en hongersnood erin
zenden, zodat Ik daar mens en dier uitroei. () Want zo zegt de
Heere HEERE: Ook al zend Ik MIJN VIER ERGSTE OORDELEN ZWAARD,
HONGER, WILDE DIEREN EN PEST naar Jeruzalem om daar mens en dier
uit te roeien,
Jeremia 24:10: Ik zal onder hen zenden het zwaard, de honger en
de pest, totdat zij omgekomen zullen zijn uit het land dat Ik hun
en hun vaderen heb gegeven.
Jeremia 27:8: En het zal gebeuren dat het volk of het koninkrijk
dat hem, Nebukadnezar, de koning van Babel, niet wil dienen, en dat
niet zijn nek wil geven onder het juk van de koning van Babel, dat
volk spreekt de HEERE zal Ik straffen met het zwaard, met de honger
en met de pest, totdat Ik hen omgebracht zal hebben door zijn
hand.
GOD MAAKT GEBRUIK NATUURAMPEN:
met als gevolg een aantal sterfgevallen,
of de vernietiging van dieren of eigendom.
Met welke bedoelingen doet YaHWeH dat allemaal?
Psalm 78:44: Hun rivieren veranderde Hij in bloed, en ook hun
stromen, zodat zij niet konden drinken. Psalm 144:6: Slinger Uw
bliksem en verspreid hen, schiet Uw pijlen af en breng hen in
verwarring. Psalm 148:8: Vuur en hagel, sneeuw en damp, stormwind,
die ZIJN WOORD DOET.
Jeremia 14:12: Al vasten zij, Ik luister niet naar hun geroep.
Ook al brengen zij een brandoffer en een graanoffer, Ik zal in hen
geen behagen scheppen, maar door het zwaard, door de honger en door
de pest ZAL IK EEN EINDE AAN HEN MAKEN.
2 Petrus 2:5: en ALS God de oude wereld niet gespaard heeft,
maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid,
bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de
goddelozen bracht.
1. Als de straf voor zonde
-
STORM op zee van Galila 32
Genesis 19:24: Toen liet de HEERE zwavel en vuur over Sodom en
Gomorra regenen. Het kwam van de HEERE uit de hemel. (zie ook Lucas
17:29)
Exodus 9:18-19: Zie, Ik zal morgen omstreeks deze tijd heel
zware hagel doen neerkomen, zoals er in Egypte niet is geweest van
de dag af dat het gegrondvest is tot nu toe. 19 Nu dan, stuur uw
dienaren en breng uw vee en alles wat u op het veld hebt, in
veiligheid. Al de mensen en de dieren die zich op het veld bevinden
en niet in huis zijn bijeengedreven, zullen sterven als de hagel op
hen vallen zal. Exodus 9:22-34: 22 Toen zei de HEERE tegen Mozes:
Strek uw hand uit naar de hemel en er zal in heel het land Egypte
hagel vallen: op de mensen en de dieren en op al het veldgewas in
het land Egypte. 23 Toen strekte Mozes zijn staf naar de hemel, en
de HEERE gaf donder en hagel. VUUR SCHOOT NAAR DE AARDE, en de
HEERE liet hagel neerkomen op het land Egypte. 24 Er viel hagel en
er flitste vuur te midden van de hagel, een zeer zware bui. Iets
dergelijks was er in heel het land Egypte nooit gebeurd, sinds het
een volk was geworden. () 33 Mozes ging bij de farao weg, de stad
uit en spreidde zijn handen uit naar de HEERE. De donder en de
hagel hielden op en de regen stroomde niet meer naar de aarde. 34
Toen de farao zag dat de regen, de hagel en de donder opgehouden
waren, ging hij door met zondigen en maakte hij zijn hart
onvermurwbaar, hij en zijn dienaren.
Deut. 28:24: De HEERE zal stuifzand en stof geven als regen voor
uw land. Uit de hemel zal het op u neerdalen, totdat u weggevaagd
bent.
1 Kon.8:35: Als de hemel gesloten is en er geen regen komt,
omdat zij tegen U gezondigd hebben, en zij op deze plaats bidden,
Uw Naam belijden en zich van hun zonde bekeren, omdat U hen
vernederde,