1 SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018 M. VAN WETTERE Adviseur FOD Financiën Docent Thomas More hogeschool Lid Stagecommissie BIBF Brussel 24 maart 2018 Wie is onderworpen ? Alle rijksinwoners: met in België hun woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit) In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of hierop toeziet) Vermoeden rijksinwonerschap: Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister Onweerlegbaar : Wanneer aanslag op naam van beide echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of huishoudelijke belangen gevestigd)
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
1
SEMINARIE BIBF
PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018
M. VAN WETTEREAdviseur FOD Financiën
Docent Thomas More hogeschoolLid Stagecommissie BIBF
Brussel 24 maart 2018
Wie is onderworpen ?
Alle rijksinwoners: met in België hun
� woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit)
� In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar
men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of
hierop toeziet)
Vermoeden rijksinwonerschap:
� Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister
� Onweerlegbaar: Wanneer aanslag op naam van beide
echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar
het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of
huishoudelijke belangen gevestigd)
2
GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG ?
Enkel voor echtgenoten (of wettelijk samenwonenden)
Tenzij:
� voor jaar van huwelijk (of verklaring wettelijke
samenwoning)
� vanaf jaar NA feitelijke scheiding
� voor jaar van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of
beëindiging wettelijke samenwoning
� wanneer 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer
Splitsing PB na 6de StaatshervormingTOTALE BELASTING (na aftrek belasting op belastingvrije sommen en na belastingvermindering i.v.m. pensioenen en vervangingsinkomsten en i.v.m. buitenlandse inkomsten
BELASTING STAAT BELASTING op:- interesten en dividenden- royalty’s- meerwaarden op roerende waarden
Belasting Staat x 24,957%(= autonomiefactor)
REST (75,043%)
= GEREDUCEERDE BELASTING STAAT
+ gewestelijke bel.vermeerderingen- gewestelijke bel.verminderingen en kortingen
TOTALE BELASTING1° + federale belastingvermeerderingen;2° - federale verrekenbare, niet terugbetaalbare bestanddelen;3° - federale en gewestelijke terugbetaalbare belastingkredieten;4° - federale verrekenbare en terugbetaalbare bestanddelen;5° + aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de personenbelasting.Resultaat: in beginsel verschuldigde of terug te storten belasting.
5
Welk gewest is bevoegd?
De personenbelasting wordt geacht te zijn
gelokaliseerd op de plaats waar de BP:
� zijn fiscale woonplaats heeft gevestigd
� op 1 januari van het aanslagjaar
9
Gevolgen van de nieuwe berekening
doel neutraliteit hervorming niet helemaal bereikt
� Gevolgen omzetting ‘aftrek enige woning’ en
‘bijkomende interestaftrek’ in
belastingvermindering ( federaal of gewestelijk)
� Wijziging gemiddelde aanslagvoet
� Gevolgen voor berekening huwelijksquotiënt
6
VAK II: PERSONALIA
1. Toeslagen belastingvrije som
Basisbedrag: In beginsel 7.270,00 EUR, te verhogen tot
ingevolge gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verbandstaan
met de beroepswerkzaamheid.
Vermits ze niet belastbaar zijn moeten ze niet vermeld worden op een
opgave 325 of fiche 281. De voordelen zijn doorgaans geen
aftrekbare beroepskosten.
21
Sociale voordelen (2)
Maaltijdcheques:
Uitdrukkelijk opgenomen in de vrijgestelde voordelen van artikel 38 §1 WIB 92. (toevoeging °25)
Aftrek als beroepskost werkgeverGevolg kwalificatie als 'vrijgesteld sociaal voordeel' is dat werkgever de kostprijs (verschil tussen nominale waarde cheques en bijdrage werknemer) van de cheques niet kan aftrekken.
Uitzondering: 2 EUR/maaltijdcheque (art. 53, 14°)
(1 EUR vóór 1.1.2016)
Sociale voordelen (3)
Ancienniteitspremies
= vrijgesteld sociaal voordeel (niet aftrekbaar bij werkgever) MITS
MAX 2 keer in loopbaan bij werkgever .
1ste: vanaf 25 jaar dienst en Max. 1 x brutomaandwedde
2de: vanaf 35 jaar dienst en Max. 2 x brutomaandwedde
Gemiddelde aanslagvoet van laatste vorig jaar waarin
normale beroepswerkzaamheid van 12
maanden
Loon- en weddeachterstallen
Inschakelingsvergoedingen
Niet vrijgestelde opzeggingsvergoedingen
Laatste vorig jaar “normale” BWZH
Jaar waarin belastingplichtige enkel werkloosheidsuitkeringen
heeft genoten, gold volgens Administratie als referentiejaar.
Werkloosheidsuitkeringen zijn vervangingsinkomsten, maar
vervangingsinkomsten zijn ook bezoldigingen. Aard
beroepsinkomsten doet niet ter zake. (Brussel, 1 juni 2011)
Rechtspraak doorbroken: “kijken naar laatste jaar waarin
beroepsinkomsten uit normale beroepswerkzaamheid.
Vervangingsinkomsten voldoen in dit verband niet.” (Cass., 14
maart 2013 en Circ. 13.11.2013)
25
Kostenforfait bezoldigingen
Aanslagjaar 2018 Aanslagjaar 2019
Inkomstenschijf forfait Inkomstenschijf forfait
0,00 – 8.620,00 30%
0,00 – 15.733,3330%
8.620,00 -20.360,00
11%
20.360,00 en meer 3%
ABSOLUUT MAX.: 4.320,00 ABSOLUUT MAX.: 4.720,00
Vervangingsinkomsten
Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen;
Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (ziekenfondsen) ;
Moederschapsuitkeringen en uitkeringen voor
borstvoedingspauze;
Onderbrekingsvergoedingen betaald door de RVA;
Uitkeringen aan gefailleerde zelfstandigen;
Weerverletzegels in de bouwsector: (2 % van de gewone
bezoldigingen). De getrouwheidszegels (9% van de gewone
bezoldigingen) maken GEWONE bezoldigingen uit;
Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (brugpensioen)
26
Vervangingsinkomsten - tarief
Enkelde werkelijke kostenkunnen worden afgetrokken.
Geen toepassing enig kostenforfait.
Worden aan progressief tarief belast.
Evenwel met een belastingvermindering(die geheel of
gedeeltelijk wordt afgebouwd)
VAK V: PENSIOENEN
27
Belastbaarheid
Pensioenen zijn belastbaar indien ze:
rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op
een beroepswerkzaamheid, of
het gehele of gedeeltelijke herstel uitmaken van een
bestendige derving van winsten, baten of
bezoldigingen.
Pensioenkapitalen (vanaf 1.7.2013 – WGB)
M
O
M
E
N
T
60 jaar
Of
Fictieve pensioen-
leeftijd sporters
61 jaar Vanaf 62 jaar
Of
n.a.v. effectieve
wettelijke
pensionering
Op 65 jaar,
mits actief
gebleven tot de
wettelijke
pensioenleeftijd
Of
bij overlijden
T
A
R
I
E
F
20% 18% 16,5% 10%
28
VAK VII: ROERENDE INKOMSTEN
.� Afzonderlijk belast aan tarieven gaande van 5 tot 30% ,
behoudens voordeliger globalisatie.
� Aangifte is facultatief MITS RV aan de bron. Door de aangifte in de PB kan deze (gedeeltelijk) gerecupereerd worden, wanneer het totale inkomen onder de belastingvrije sommen blijft.
� Inkomsten uit de cessie/concessie van auteursrechten of naburige rechten, moeten steeds worden aangegeven, zelfs wanneer RV aan de bron werd ingehouden.
� Interesten en dividenden: geen PB/Gem of PB/Aggl
29
Verhuring, verpachting, concessie van roerende goederen
Inkomsten, (deze zijn vrij van RV) moeten voor hun
nettobedrag worden aangegeven, zijnde:
bruto-inkomen, te verminderen met:
- bewezen kosten (afschrijving, verzekering,
onderhoud, taksen,…maar GEEN interesten), of
- kostenforfait van 15% (voor meubilair e.d. bestaat
een forfait van 50%).
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
30
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:
Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:
� Dus moeten, overeenkomstig de boekhoudwet de uitgaven
worden geboekt in jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn,
zonder keuzemogelijkheid voor de belastingplichtige.
(Antwerpen, 17 februari 2009, en in dezelfde zin Gent, 5 oktober 2004)
Beroepskosten - beveiliging
Zijn voor 120% aftrekbaar :
� Abonnementskosten aansluiting op vergunde alarmcentrale; (niet
de interventie na alarm- abonnementen en interventiefacturen). Gecombineerde factuur moet opsplitsing maken tussen de abonnementskosten
voor de aansluiting op een alarmcentrale enerzijds en voor de interventies
anderzijds. Zoniet volledige factuur uitgesloten van verhoogde aftrek.
� kosten m.b.t. beroep op vergunde bewakingsonderneming voor
verrichten van beveiligd vervoer ;
� de kosten m.b.t. gezamenlijk beroep, door een groep van
ondernemingen, op vergunde bewakingsonderneming.
56
Afschrijvingen (1)Jaar van vervreemding
Administratie: geen afschrijving voor jaar buiten gebruik stelling
(verkoop, inbreng, vernieling), zelfs niet wanneer op de laatste
dag van dat boekjaar. (Com.IB 61/100)
Rechtspraak: In de Wet geen onderscheid naargelang het af te
schrijven goed in het belastbaar tijdperk al dan niet buiten gebruik
is gesteld door verkoop, inbreng of vernieling. Bovendien
onredelijk en strijdig met werkelijkheid dat activa in dat jaar plots
geen WV zouden ondergaan. (Gent, 19 oktober 2010)
Afschrijvingen (2)
Jaar van vervreemding
Andere Rechtspraak:
Voor een afschrijving is vereist dat actiefbestanddeel nog in
bezit is bij afsluiting boekjaar.
Bij verkoop in de loop van dat boekjaar is dit niet langer het
geval.
� (Rb. Leuven, 9 september 2011)
57
VAK XIX: BATEN
Achterstallige erelonen
Als achterstallige erelonen kunnen worden beschouwd :
� de erelonen door toedoen van de overheid
(tekortkoming) niet betaald in het jaar van de prestaties;
� de latere vereffening gebeurt in éénmaal;
� de erelonen hebben betrekking op diensten geleverd
gedurende een periode van meer dan 12 maanden.
In dat geval wordt het prestatiegedeelte dat de 12 maanden
overtreft aan de gemiddelde aanslagvoet van het lopende jaar
belast. (code *652)
58
Kostenforfait
Inkomstenschijf (Aj. 2018)
Inkomstenschijf (Aj. 2019)
Percentage forfait
0,00 – 5.870,00 0,00 – 6.000,00 28,7%
5.870,01 -11.670,00 6.000,01 – 11.910,00 10%
11.670,01 – 19.420,00 11.910,01 – 19.830,00 5%
19.420,01 en meer 19.830,01 en meer 3%
ABSOLUUT MAX.: 4.060,00
ABSOLUUT MAX.: 4.150,00
Investeringsaftrek - voorwaarden
� investering in, al dan niet in leasing genomen materiële of
immateriële vaste activa.
Financiële vaste activa en portefeuillewaarden
(obligaties,...) en andere vlottende activa zijn
uitdrukkelijk uitgesloten.
� de activa moeten bovendien in nieuwe staatworden
verkregen of tot stand gebracht.
� de activa moeten in België gebruikt worden voor de
uitoefening van de beroepswerkzaamheid.
59
Investeringsaftrek – uitgesloten activa
Vaste activa niet uitsluitend voor de beroepsuitoefening gebruikt.
vaste activa verkregen of tot stand gebracht teneinde het recht tot gebruik
aan een derde over te dragen via een leasingcontract.
Vaste activa waarvan recht van gebruik op een andere wijze is afgestaan,
tenzij het recht van gebruik is afgestaan aan een andere BP die het actief
in België gebruikt voor het behalen van winsten en baten die het recht van
gebruik op zijn beurt niet geheel/gedeeltelijk overdraagt.
Vaste activa niet of over een kortere termijn dan 3 jaar afschrijfbaar.
Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik (tenzij taxi of rijscholen)
De bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse
productiekosten, tenzij samen met de vaste activa afgeschreven
Investeringsaftrek tarievenAard activa Aj. 2018
Gewone investeringen 8%
Octrooien , milieuvriendelijke investeringen in O&O en energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in rookkamers van horecazaken
13,5%
Investeringen in beveiliging 20,5%
Aftrek i.f.v. de afschrijvingen van milieuvriendelijke investeringen in O&O 20,5%
Aftrek in functie van de afschrijvingen van de investeringen gedaan door ondernemingen met minder dan 20 werknemers bij het begin van het belastbaar tijdperk van de investering
10,5%
Digitale vaste activa voor ntegratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen en de systemen die dienen. voor de beveiliging van ICT
13,5%
60
BEZOLDIGING EN TOEKENNING MEEWERKENDE ECHTGENOOT
Toekenning meewerkinkomen
Het stelsel van toekenning (zoals dit vóór 2003 bestond), blijft
bestaan voor de meewerkende echtgenoot, die ofwel:
� reeds zelf uit een eigen beroepsactiviteit een volwaardig
sociaal statuut heeft verkregen, doch geen eigen netto
beroepsinkomen van meer dan 13.620,00 EUR;
� geboren is vóór 1 januari 1956 en zich niet aansluit tot het
volledig sociaal statuut (maxi statuut).
De toekenning moet overeenstemmen met een normale verloning
voor de geleverde prestaties, maar mag niet hoger zijn dan 30%
van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,
tenzij de prestaties kennelijk recht geven op meer.
61
Bezoldiging meewerkende echtgenoot
Stelsel van toepassing op de echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige/
vrij beroeper (niet van bedrijfsleiders) die tijdens het belastbaar
tijdperk geen eigen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
Deze “bezoldiging meewerkende echtgenoot” = Eigen inkomen.
Van dit inkomen mogen dan wel nog worden afgetrokken:
� sociale bijdragen,
� eigen werkelijke kosten, of
� forfait van 5%., (bovenop de sociale bijdragen)
Mag ook worden toegekend voor de jaren waarvoor geen
gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.
Bezoldiging meewerkende echtgenoot (2)
De toekenning zelf:
moet overeenstemmen met de normale verloning voor de
geleverde prestaties, maar mag niet meer bedragen dan 30%van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,
tenzij de prestaties hem kennelijk recht geven op meer;
mag door de geholpen belastingplichtige als beroepskost
worden afgetrokken, in tegenstelling totde kosten die
veroorzaakt zijn door de medewerking van zijn partner.
is vatbaar voor vermeerdering, bij gebrek aan voldoende VA.
62
VAK XXII: WINSTEN EN BATEN VAN EEN VORIGE
BEROEPSWERKZAAMHEID
Stopzettingsmeerwaarden.
behaald ter gelegenheid volledige en definitieve stopzetting van:
- de volledige activiteit
- één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid:
belast aan 16,5%, ongeacht de bezitsduur.
Uitzonderingen:
- voorraden: gezamenlijk belastbaar,
- FVA in de mate dat ze fiscaal aangenomen minderwaarden
compenseren: gezamenlijk belastbaar
- IVA: (4 x 4-regel);
- Voortzetting onderneming in rechte lijn: volledige vrijstelling
Duurzame desaffectatie voor private doeleinden = NB
63
CASUS - Gegevens
Mijnheer en mevrouw PRAET - DUVILLÉ zijn in 2003 gehuwd
zonder huwelijkscontract.
M. is sinds 2000 eigenaar van een woning (KI: 1.000 EUR),
waarvoor hij in dat jaar een hyp. lening van 80.000,00 EUR
afsloot om de aankoop te financieren. I.v.m. deze lening betaalde
M. in 2017 2.500,00 EUR kapitaal terug, en 800,00 EUR
interesten. De woning werd in 2017 verhuurd aan een leraar. Deze
gebruikt de woning voor 20% als werkruimte, met akkoord van de
fiscus die de kosten heeft aanvaard.
De niet-geregistreerde huurovereenkomst bepaalde de stipt
betaalde huur in 2017 op 700 EUR per maand.
CASUS – Gegevens (2)
In 2005 kopen ze samen een woning in Aalst (KI: 2.000 EUR),
kort nadien betrokken als hoofdverblijf. De toen aangegane hyp.
lening bedraagt 130.000,00 EUR. Hierop werd in 2017 6.000,00
EUR terugbetaald, naast een rente van 1.500,00 EUR.
Het echtpaar bleef tot op heden kinderloos,
Gevraagd
Vul de vakken III en IX in van de aangifte Aj. 2018.
Bereken het netto onroerend inkomen van elke echtgenoot.
Belastingverminderingen voor elk van beide echtgenoten?
64
CASUS – Oplossing (1)
1. Vak III
Woning man = deels beroepsmatig verhuurd.
Bij gebrek aan geregistreerde HO met splitsing woning geacht volledig beroepsmatig te zijn = Code *109
Paar gehuwd in wettelijk stelsel, dus elk ½ aan te geven.Code 1109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 1110
Code 2109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 2110
Gezinswoning = Vrijgesteld
CASUS – Oplossing (2)
2. Vak IX
Woning man = niet zelf betrokken (dus rubriek C)
FEDERALE VOORDELENLening dateert van vóór 2005 (vóór invoeren woonbon us)
Kapitaal :
Enige woning op datum lening BOUWSPA REN
Beperkt tot aanvangsbedrag van 55.652,10 (lening 2000, 0 k.t.l.)
2.500,00 x 55.652,10 / 80.000,00 = 1.739,13 (c. 1355)