RI HTLIJN INFETIEZIEKTE ESTRIJDING VLAANDEREN – … · Furunkel en karbunkel Een furunkel (steenpuist) is een diepe ontstekingshaard in het onderhuids weefsel die zich ontwikkelt
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Een zwelling en stase in de borstklier predisponeren tot mastitis puerperalis. De ontsteking ontstaat meestal in
de eerste twee tot drie weken na de bevalling en gaat gemakkelijk over tot abcedering.
Paronychium en panaritium
Paronychium is een infectie van de nagelwal, zich uitend in zwelling en roodheid van dit gebied. Panaritium is
een infectie aan de buigzijde van de vinger. Panaritium kan zich zeer snel in de diepte uitbreiden en osteomyelitis,
gewricht- en peesontstekingen veroorzaken.
Wondinfectie – postoperatieve wondinfectie
Een door S. aureus geïnfecteerde chirurgische of traumatische wond is pijnlijk, wordt toenemend rood en
gezwollen en vormt uiteindelijk pus. Bij chirurgische wonden is het van belang te bepalen hoe diep deze infectie
is om een adequate therapie in te kunnen stellen.
Cellulitis
Cellulitis is een zich plotseling uitbreidende infectie van de huid en het onderhuidse vet. Wondjes, ulcera en
furunkels predisponeren tot het ontwikkelen van cellulitis. Binnen enkele dagen ontstaat rondom de laesie lokale
pijn en roodheid, die snel verergert. Het gebied kan zeer uitgebreid in omvang zijn, is rood, warm en gezwollen.
In tegenstelling tot erysipelas (vnl. veroorzaakt door Streptococcus pyogenes) zijn de grenzen van de laesie niet
verheven en niet scherp begrensd, hoewel het onderscheid tussen erysipelas en cellulitis lastig kan zijn. Regionale
lymfadenopathie is normaal, en bacteriëmie kan ontstaan. Ook kunnen zich lokaal abcessen ontwikkelen.
Daarnaast hebben de patiënten koorts, malaise en vaak koude rillingen.
2.4.2 Invasieve infecties
Sepsis en endocarditis Een bloedstroominfectie door S. aureus ontstaat secundair aan een lokale infectie met dit micro-organisme, of vanuit een endovasculaire haard. De geïnfecteerde foci kan men verdelen in extravasculair (cellulitis, ulcera, brandwond en dergelijke) en intravasculair (perifere of centraal veneuze katheter, intraveneus drugsgebruik). In 10 tot 20% van de gevallen kan geen oorzakelijke focus worden gevonden. Bij een bacteriëmie is het belangrijk om een endocarditis, een epiduraal abces en/of een spondylodiscitis uit te sluiten. Het algemeen klinisch beeld is dat van een plotseling zeer zieke patiënt met koude rillingen en snel stijgende temperatuur. Vaak klaagt de patiënt over gewrichtspijnen. Indien behandeling met antibiotica niet tijdig wordt gestart, kunnen metastatische ontstekingshaarden en orgaanfalen ontstaan. Deze haarden kunnen in elk orgaan ontstaan maar hebben een voorkeur voor de nieren, longen, lange pijpbeenderen (kinderen) en wervels (volwassenen), en kunnen gaan abcederen. Een S. aureus-sepsis heeft een hoge letaliteit. Endocarditis is een ernstige infectie van één van de hartkleppen, die langdurig met intraveneuze antibiotica dient te worden behandeld, eventueel met hartklepvervanging. Bij een S. aureus-bacteriëmie moet, zoals reeds vermeld, een endocarditis worden uitgesloten. Klinisch kan men in 20 tot 50% van de gevallen huidlaesies aantreffen, zoals splinterbloedinkjes (nagels), petechiën (conjunctiva, extremiteiten) en tekenen van vasculitis (oslerknobbeltjes en janewaylaesies). Een S. aureus endocarditis kan fulminant verlopen maar een ook een endocarditis lenta-achtig beeld geven. Meestal is de endocarditis linkszijdig. In geval van intraveneus drugsgebruik moet men aan rechtszijdige endocarditis denken. Een dergelijke patiënt kan zich presenteren met een abcederende pneumonie. Abcessen Een abces (etterbuil) is een puscollectie in een niet eerder bestaande ruimte. S. aureus-abcessen ontstaan lokaal, secundair aan een (oppervlakkige) huid- of weke deleninfectie, of op afstand als gevolg van een bacteriëmie. Klinische symptomen zijn afhankelijk van de lokalisatie en uitgebreidheid van het abces. Niet adequaat of onbehandelde abcessen resulteren meestal in recidiverende bloedstroominfecties (bacteriëmieën).
Stafylokokkenpneumonie kan ontstaan na een virale luchtweginfectie (meestal influenza) of ten gevolge van een bacteriëmie. Een stafylokokkenpneumonie heeft een abcederend beloop en vorming van empyeem. Men moet bedacht zijn op een S. aureus-pneumonie (mogelijk als complicatie van een rechtszijdige endocarditis) bij intraveneus drugsgebruikers met een pneumonie die niet overgaat met standaardtherapie. Op de longfoto ziet men multipele consolidaties en/of een pleura-empyeem. Zeer zelden kan S. aureus, bij aanwezigheid van een specifieke virulentiefactor,PVL, necrotiserende pneumonieën geven bij gezonde personen. Osteomyelitis Osteomyelitis (botinfectie) kan na een bacteriëmie ontstaan of na een infectie ten gevolge van een lokaal trauma. Bij kinderen treedt osteomyelitis vooral op in de lange pijpbeenderen en begint gewoonlijk in de metafyse na een bacteriëmie. Bij volwassenen treedt osteomyelitis meestal op na een trauma of als diepe, postoperatieve wondinfectie na implantatie van kunstmaterialen. Hematogene uitzaaiing gaat bij volwassenen vooral naar de wervels. Klinisch heeft men meestal koorts en lokaal pijn, vooral bij palpatie (betasting) of belasting.
Septische artritis
Septische artritis is een purulente (etterende) ontsteking van meestal één gewricht. S. aureus-artritis ontstaat
voornamelijk hematogeen of secundair na een ingreep in het gewricht. Klinisch ziet men een rood gezwollen en
pijnlijk gewricht, met pijn bij palpatie en beweging, en koorts. Meest voorkomende aangedane gewrichten zijn:
knie, heup, elleboog, schouder en interfalangeaal.
2.4.3 Toxinegemedieerde ziektebeelden
Toxische Shock Syndroom
Dit syndroom wordt gekenmerkt door hoge koorts, hypotensie, diffuus erythemateus exantheem met schilfering
en vervelling (handpalmen en voetzolen) en verschijnselen van één of meer orgaansystemen: braken en diarree,
conjunctivitis en faryngitis, hoofdpijn en verwardheid, en stoornissen in nier- en leverfuncties. Dit syndroom
kwam rondom 1985 epidemisch voor, voornamelijk bij menstruerende vrouwen die nieuwe, sterk absorberende,
tampons gebruikten. Daarnaast is het een syndroom dat wel eens bij kinderen voorkomt. Toxische Shock
Syndroom wordt veroorzaakt door S. aureus-stammen die een specifiek exotoxine (TSST-1) produceren, dat
verantwoordelijk is voor de shockverschijnselen. Andere toxines zoals enterotoxines B en C kunnen ook TSS
veroorzaken.
Voedselintoxicaties
Stafylokokken kunnen enterotoxinen produceren die acute voedselintoxicaties kunnen veroorzaken. De
symptomen treden hier op 2-4 uur (1-8 uur) na inname van het voedsel: misselijk, braken en diarree. Hier vindt
geen mens-op-mens transmissie plaats. Risicovoeding : melkproducten (vb. banketbakkersroom, roomijs, geconcentreerde melk, melkpoeder, producten op basis van rauwe melk), charcuterie, kip. Vermeerdering in voeding door o.a.: niet respecteren koudeketen, warmteketen. Opgelet wanneer voeding op kamertemperatuur bewaard wordt zonder nadien gekookt te worden, bij gekookte producten die besmet worden na bereiding (vlees, vis, gevogelte, stoofpotjes), bij voeding die veel gemanipuleerd wordt tijdens bereiding.
2.5 VERHOOGDE KANS OP ERNSTIG BELOOP
Verhoogde kans op ernstig beloop hebben:
patiënten met chronische aandoeningen (peritoneale of hemodialyse, rheumatoide arthritis, diabetes);
− Deplano A, Vandendriessche S, Nonhoff C, Denis O. Genetic diversity among methicillin-resistant Staphylococcus aureus isolates carrying the mecC gene in Belgium. J Antimicrob Chemother. 2014 Jun;69(6):1457-60. doi: 10.1093/jac/dku020. Epub 2014 Feb 12. PubMed PMID: 24526516.
− European Center of Disease Control. Surveillance of antimicrobial resistance in Europe. EARS-Net 2016. https://ecdc.europa.eu/sites/portal/files/documents/AMR-surveillance-Europe-2016.pdf, last accessed on 8/6/2017.
− Garcia-Graells C, Antoine J, Larsen J, Catry B, Skov R, Denis O. Livestock veterinarians at high risk of acquiring methicillin-resistant Staphylococcus aureus ST398. Epidemiol Infect. 2012 Mar;140(3):383-9. doi: 10.1017/S0950268811002263. Epub 2011 Nov 15. Review. PubMed PMID: 22082716.
− Gavin K. Paterson, Ewan M. Harrison, and Mark A. Holmes. The emergence of mecC methicillin-resistant Staphylococcus aureus Trends Microbiol. 2014 Jan; 22(1): 42–47.
− Gezondheidsraad. MRSA-beleid in Nederland. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatie nr
2006/17.
− Gillet Y. et al. Association between Staphylococcus aureus strains carrying gene for Panton-
Valentine leukocidin and highly lethal necrotising pneumonia in young immunocompetent patients.
Lancet 2002; 359;753-759.
− Goettsch W, Geubbels E, Wannet W, Hendrix MGR, Wagenvoort JHT, Neeling AJ de. MRSA in
Nederlandse verpleeghuizen 1989-1998: Een inventarisatie van gegevens uit het
− Gordon RJ, Lowy FD. Pathogenesis of Methicillin-Resistant Staphylococcus aureus Infection. Clinical
Infectious Diseases 2008;46;350 – 359.
− Haut Conseil de la santé publique. Recommandations sur infections cutanées à SARM Co. Conduite à tenir
Devant des cas groupés 2014. https://www.hcsp.fr/explore.cgi/avisrapportsdomaine?clefr=453 − Hawkes M, Burton M, Conly J, Nicolle L, Barry C, Ford-Jones EL. Community-associated MRSA. Superbug at our
doorstep. Canadian Medical association, 2007;176:54-56. − Hoepelman IM, Noorda J van der, Sauerwein R, Verbrugh HA. Microbiologie en Infectieziekten, tweede druk.
Bohn Stafleu Van Loghum 2002. − Hoge Gezondheidsraad. Richtlijnen voor de beheersing en preventie van overdracht van methicilline-resistente
Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische ziekenhuizen. (juni 2005) (HGR 7725) https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/4448393/Richtlijnen%20voor%20de%20beheersing%20en%20preventie%20van%20overdracht%20van%20methicilline-resistente%20Staphylococcus%20Aureus%20%28MRSA%29%20in%20Belgische%20ziekenhuizen%20%28juni%2020.pdf (accessed june 8, 2018).
− Jans B, Glupczynski Y, Denis O. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen. Jaarrapport 2011. IPH/EPI REPORTS Nr. 2012 – 025.
− Kessel RPM van, Dijk Y van, Nieuwenhuijs M. Stafylokokken in een opvanghuis. Infectieziekten Bulletin 2001;12(2).
− Kluytmans JAJW. Nasal Carriage of Staphylococcus aureus: the key to preventing staphylococcal disease. Proefschrift (1996).
− Koning S. et al. Fusidic acid cream in the treatment of impetigo in general practice: double blind randomised placebo controlled trial. BMJ. 2002 Jan 26;324(7331):203-6.
− Kramer et al. How long do nosocomial pathogens persist on inanimate surfaces? A systematic review. BMC Infectious Diseases, 2006; 6:130. − Lier A van. Een cluster van PVL positieve Community Acquired MRSA. Infectieziekten Bulletin 2006;17(3):109-111.
− Lina G. et al. Involvement of Panton-Valentine Leukocidin-producing Staphylococcus aureus in primary skin infections and pneumonia. Clin Infect Dis. 1999;29:1128-1132.
− Lowy FD. Staphylococcus aureus infections. NEJM 1998;339(8):520-532. − Mélard A, Garcia LG, Das D, Rozenberg R, Tulkens PM, Van Bambeke F, Lemaire S. Activity of ceftaroline
against extracellular (broth) and intracellular (THP-1 monocytes) forms of methicillin-resistant Staphylococcus aureus: comparison with vancomycin, linezolid and daptomycin. J Antimicrob Chemother. 2013 Mar;68(3):648-58. doi: 10.1093/jac/dks442. Epub 2012 Nov 27. PubMed PMID: 23188792.
− Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Reactie op het Gezondheidsraad advies MRSA. Kamerstuk, 21 augustus 2007.
− Morroy G et al. Een cluster van PVL-positieve community associated MRSA rond een schoonheidsspecialiste. Infectieziekten Bulletin 2007;18(7):232-233.
− Prevost G. et al. Epidemiological data on Staphylococcus aureus strains producing synergohymenotropic toxins. J Med Microbiol 1995;42:45.
− Stacey AR, Endersby KE, Chan PC, Marples RR. An outbreak of methicillin resistant Staphylococcus aureus infection in a rugby football team. Br J Sports Med. 1998;32(2):153-154.
− Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB). Optimaliseren van het antibioticabeleid in Nederland XI SWAB richtlijn Behandeling MRSA dragers. Amsterdam (2007)
− Timen A, Wannet W, Bos BJ, Heck M. Impetigo: de feiten op een rij. Infectieziekten Bulletin 2002;13(11):423-5.
− Vandendriessche S, Vanderhaeghen W, Soares FV, Hallin M, Catry B, Hermans K, Butaye P, Haesebrouck F, Struelens MJ, Denis O. Prevalence, risk factors and genetic diversity of methicillin-resistant Staphylococcus aureus carried by humans and animals across livestock production sectors. J Antimicrob Chemother. 2013 Jul;68(7):1510-6. doi: 10.1093/jac/dkt047. Epub 2013 Feb 20. PubMed PMID: 23429641.
− Vanderhaeghen W, Soares FV, Hallin M, Catry B, Hermans K, Butaye P, Haesebrouck F, Struelens MJ, Denis O. Prevalence, risk factors and genetic diversity of methicillin-resistant Staphylococcus aureus carried by humans and animals across livestock production sectors. J Antimicrob Chemother. 2013 Jul;68(7):1510-6. doi: 10.1093/jac/dkt047. Epub 2013 Feb 20. PubMed PMID: 23429641.
− Vonk AG, Vandenbroucke-Grauls CMJE. Methicillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA) in de gemeenschap. NTVG 2007;151:401-7.
− Wannet WJB. et al. Bijzondere MRSA’s in Nederland. Stammen in het bezit van het Panton-Valentine Leucocidine (PVL) gen. Infectieziekten Bulletin 2003;14(3):72 – 73.
− Wannet WJB. et al. MRSA in Nederlandse ziekenhuizen: surveillanceresultaten 2005-2006 en recente ontwikkelingen. Infectieziekten Bulletin 2007;18(10):347-351.
− Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen – Jaarrapport 2014. http://www.nsih.be/download/MRSA/MRSA_ESBL_CPE_Y2014/RAPPORT_AMR_Y2014_NL.pdf
− Zetola N, Francis JS, Nuermberger EL, Bishai WR. Review Community-acquired meticillin-resistant Staphylococcus aureus: an emerging threat. The Lancet Infectious Diseases 2005;5:275-286.