Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 1 Resultaten van het Benchmarking Convenant energie-efficiëntie Vlaanderen Toelichting bij het jaarverslag 2006
Dec 31, 2015
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 1
Resultaten van het Benchmarking Convenant energie-efficiëntie
Vlaanderen
Toelichting bij het jaarverslag 2006
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 2
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effect op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 3
Aanpak voor bedrijven
0,5PJ0,1PJ
Besluit energieplanning
Auditconvenant Benchmarking convenant
VER bedrijven
Industriële ondernemingen
Alle ondernemingen
Primair energiegebruik
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 4
Convenanten vormen speerpunten Vlaams beleid
Beperkt aantal:400-tal bedrijven
Audit: 229 bedrijven: 45 PJ Benchmarking 189 bedrijven: 520 PJ
(183 bedrijven april 2007)
Samen 93% totaal jaarlijks primair energiegebruik Vlaanderen
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 5
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effekt op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 6
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: commissie benchmarking
– De Commissie Benchmarking is het bestuursorgaan voor het benchmarkingsysteem
• De Commissie bestaat uit een voorzitter en volgende leden:• één vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd
voor Economie;• één vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd
voor Energie;• één vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd
voor Milieu;• één vertegenwoordiger van elke toegetreden
Sectororganisatie;• één vertegenwoordiger aangeduid door de Ondernemingen
voor wie geen Sector organisatie is toegetreden.
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 7
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: commissie benchmarking art 9
– de coördinatie van werkzaamheden en activiteiten ter uitvoering van dit convenant;
– de bespreking van knelpunten van algemene aard, die zich bij de implementatie van dit convenant in de praktijk voordoen, het bespreken van oplossingen en het zo nodig formuleren van richtlijnen hiervoor, het bemiddelen in geval van conflicten tussen partijen of tussen Ondernemingen en het Verificatiebureau;
– de controle op de voortgang van de uitvoering van dit convenant;
– het doen van voorstellen tot wijziging van dit convenant, en het beoordelen van de gegrondheid van de aanvragen van de betrokken partijen om in overleg te treden op basis van wijzigingen van omstandigheden;
– het adviseren aan de Ministers over het Verificatiebureau;
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 8
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: commissie benchmarking art 9
– het onderhouden van contacten met maatschappelijke organisaties; het uitwerken van richtlijnen voor de beoordeling van een verzoek van een Onderneming met een verbruik < 0,5 PJ/jaar om te mogen toetreden tot dit convenant als bedoeld in Artikel 3;
– het opstellen en actualiseren van het in Artikel 3, lid 5 bedoelde overzicht van Ondernemingen en Sectororganisaties die tot dit convenant zijn toegetreden;
– het uitwerken van richtlijnen voor het bepalen of de in Artikel 4, leden 2 en 3 genoemde onderbouwing voldoende is;(BM methodes)
– het desgevraagd adviseren over de in Artikel 4, lid 6 genoemde realiseerbaarheid;(ivm opzetten BM systeem)
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 9
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: commissie benchmarking art 9
– het uitwerken van richtlijnen voor de beoordeling van een verzoek voor het afwijken van de termijn waarbinnen een energieplan moet worden ingediend als bedoeld in Artikel 5, lid 1;
– het jaarlijks opstellen en publiceren van een verslag als bedoeld in Artikel 8, leden 3 en 4, inbegrepen een overzicht van de inspanningen vanwege de Vlaamse Overheid, bedoeld in Artikel 12.
– het uitwerken van richtlijnen voor de beoordeling van een verzoek voor het afwijken van de termijn waarbinnen een energieplan moet worden ingediend als bedoeld in Artikel 5, lid 1;
– het jaarlijks opstellen en publiceren van een verslag als bedoeld in Artikel 8, leden 3 en 4, inbegrepen een overzicht van de inspanningen vanwege de Vlaamse Overheid, bedoeld in Artikel 12.
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 10
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: commissie benchmarking art 9
- Jaarverslag• Vergelijking monitoring versus plannen• Rapportage CO2-emissies• Voor 1 juli in te dienen
– Realiteit: Datum niet haalbaar• VBBV eerst verificatie CO2-emissies• Indienen monitoring bedrijven april• Bemerkingen op plannen• Definitief overzicht VBBV pas in oktober
Jaarverslag CB november
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 11
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen: verificatiebureau art 10
– Onafhankelijke en neutrale organisatie die door de Ministers wordt aangesteld om de correcte uitvoering van het benchmarkingsysteem, en alle daarbij horende berekeningen, te bewaken, hierover adviezen en verslag uit te brengen.
– Het is de enige instantie die over individuele gevallen oordeelt, te weten de onderzoeksmethoden, de benchmarkconsultant en zijn onderzoek, de bepaling van de afstand tot de Wereldtop, het energieplan, de voortgang en de monitoring, zoals bepaald in bijlage
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 12
Het Benchmarking Convenantrol van de partijen:
– CB heeft geen zicht op individuele plannen onder welke vorm ook
– CB krijgt sectorale data van VBBV voor verwerking in jaarrapport
– Werkt mee aan en keurt goed: de toelichtingen
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 13
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effect op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 14
Het Benchmarking ConvenantDoelstelling
- Het zo snel als mogelijk halen van de wereldtop W.T.) inzake energie-efficiëntie, ten laatste in 2012.
- Criterium: Energie-efficiëntie.- Dit is het specifiek energieverbruik in Peta Joule (PJ) per
eenheid product.
- Groeikansen van de ondernemingen vrijwaren
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 15
Wereldtop (W.T.) energie-efficiëntie Benchmarkmethodes installaties
Benchmarking (B.M.):• Decielmethode: W.T. = hoogste waarde binnen het deciel der
wereldwijd beste installaties buiten Vlaanderen. • Regiomethode: W.T. = gemiddelde waarde van de installaties in
de beste regio buiten Vlaanderen.
Best Practice (B.P.): Wanneer B.M. niet kan, dan is W.T. = waarde van de wereldwijd beste
procesinstallatie plus 10%.
Doorlichting (D.L.): Wanneer B.M. noch B.P. kan, wordt de W.T. afgeleid uit de energie-
besparingspotentiëlen met een rentabiliteit IRR ≥ 15%.
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 16
Wereldtop (W.T.) energie-efficiëntie Uitgevoerde studies
STUDIE METHODE
Datastand 15.04.2004
AandeelEnergieverbruik 2002
Aantal processen
PJ/jaar % Aantal %
Benchmark 219 44 114 19
Best practice 154 31 126 21
Doorlichting 126 25 360 60
Totaal 499 100 600 100
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 17
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effekt op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 18
Globaal energieplan 2002-2012 Evolutie van het energieverbruik bij constante productie (referentiejaar 2002)
480
490
500
510
520
530
540
550
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
PJ
pri
ma
ir p
er
jaa
r
Gepland verbruik Verbruik WT
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 19
- De verwachte energie-efficiëntie verbetering einde 2012 is 7,4%.
Bij een productieomvang 2002 is dit 39.4 PJ = 3 STEG ‘s van elk 415 MW.
- Ca. 75% van de besparingen zit in de procesinstallaties zelf.
De rest wordt gerealiseerd in de nutsvoorzieningen en via beter energiebeheer.
Globaal energieplan 2002-2012 - Besluiten
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 20
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effect op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 21
– Het huidige verslag is gebaseerd op de stand van zaken van 19 oktober 2007 :
– monitoringverslagen ingediend : 178– bedrijven in vertraging met het energieplan: 3– aantal bedrijven nog zonder monitoring: 2– aantal bedrijven die gesloten zijn: 4– aantal toegetreden bedrijven: 187
– 1 bedrijf niet opgenomen in data: vergelijkbaarheid tav 2002 niet haalbaar
Jaarverslag 2006 gebaseerd op
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 22
Controle op de energie-efficiëntie (Evolutie van het energieverbruik bij constante productie)
Globale resultaten van de jaarlijkse “monitoring”
Energieverbruik plan/monitoring bij constante productie 2002
470
480
490
500
510
520
530
540
550
PJ
WT incl correcties 545,9 543,4 540,5 538,4 535,3 532,5 529,7 527,5 525,3 522,6 520,8
Bedrijven vg plan 535,7 533,2 530,9 522,8 517,1 513,0 505,8 504,9 501,4 499,6 497,0
Bedrijven vg monitoring 535,7 533,2 529,8 523,2 519,5
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Vlaamse bedrijven
15,8PJ beter dan WT
(10,2 in 2002)
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 23
Energieverbruik bij geplande / reële productie
480
500
520
540
560
580
600
620
640
PJ
WT incl correcties 545,9 542,7 583,3 600,1 608,8 614,2 625,9 627,7 626,9 626,2 626,3
Bedrijven vg plan 535,7 531,9 573,1 583,3 588,9 592,4 600,2 602,6 599,6 599,8 599,1
Bedrijven vg monitoring 535,7 531,9 547,7 538,8 546,6
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Bij reële productie
Verschil met wareldtop gegroeid
van10,2 tot 62,2PJ
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 24
Overzicht sectoren
Energieverbruik 2006 (in PJ)
Bij constante productie op niveau 2002
Bij geplande productie
Bij reële productie
Plan Monitoring Plan Monitoring
0. Alle vestigingen 517,1 519,5 588,9 546,6
1. Chemie 230,1 234,4 255,9 237,7
2. Raffinaderijen, Staal 181,2 178,4 213,7 196,4
3. Papier 16,7 16,35 19,28 17,26
4. Voeding 20,03 20,74 23,12 22,82
5. Metaal 35,92 36,7 39,31 36,52
6. Textiel 9,96 10,02 10,36 9,89
7. Keramisch 8,11 7,93 10,34 9,71
8. Hout 6,93 6,89 7,44 7,29
9. Glas, Zand, Diversen 8,17 8,11 9,44 9,01
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 25
Oorzaak van verschil? Rapportage in geaggregeerde vorm Individuele data enkel gekend bij VBBV
Tekortkomingen bij ondernemingen in uitvoeren van energieplannen?
“toerekenbaar tekort schieten” Art 19 convenant: melding VBBV aan CB Vlaamse overheid: overleg; redelijke termijn om in orde te
stellen; indien nodig schrappen van voordelen
Geen toerekenbare tekortkomingen gemeld aan CB in 2006
Klein verschil tussen monitoring en plan
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 26
Efficiëntie indices
INDEX 2002 = (Espec 200n x productie 2002)/
(Espec 2002 x productie 2002)
2002 2003 2004
2005
2006 2007 2008 2009
2010
2011
2012
Plan 100 99,5 99,1 97,6 96,53
95,8 94,4 94,3 93,6 93,3 92,8
Monitoring
98,9 97,7 96,98
Index productie 2002
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 27
Efficiëntie indices
INDEX REEEL = (Espec 200n x productie 200n)/ (Espec 2002 x productie 200n )
Index reële productie
2002 2004 2005 2006
Plan 100 98,9 97,3 96,31
Monitoring
99,23 96,97
96,19
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 28
Indices verschil en conclusies
Index productie 2002
Vernieuwing van productie wordt niet volledig meegenomen
Hoe verder van referentiejaar hoe minder nauwkeurig
Productie eenheden die gestopt zijn niet meer meegerekend => minder goede resultaten
Index reële productie
Ook als rapporteringsmethode in Nederland en UK
Dichter bij realiteit
Mogelijks iets mee schommelingen
Eenvoudiger om nieuwe productie mee te tellen
Conclusie: voorkeur voor index “reële productie”
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 29
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effect op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 30
Convenant gebaseerd op energie => directe en indirecte emissie worden berekend
Aankoop of inzet hernieuwbare energie wordt niet meegerekend
Emissiereducties gelden ten opzichte van energieplan (=referentie)
Absolute CO2-emissies cfr resultaten emissiehandelsregister: enkel directe CO2-emissies
CO2 reductie = [(specifieke emissie in 2002) – (gemonitorde specifieke emissie van het betreffende jaar)] x de gemonitorde productie van het betreffende jaar.
Globale evolutie CO2-emissie
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 31
Emissievermindering (volgens energieplan)
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
3,00
3,50
4,00
Em
issi
ever
min
der
ing
in
Mto
n C
O2
CO2-vermindering elektriciteit 0,00 0,06 0,17 0,32 0,70 1,07 1,57 1,64 1,65 1,84 1,92
CO2-vermindering brandstoffen 0,00 0,19 0,19 0,70 0,88 0,92 1,30 1,36 1,46 1,48 1,64
CO2-vermindering totaal 0,00 0,25 0,36 1,02 1,58 1,99 2,87 3,00 3,12 3,32 3,56
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 32
0
0,5
1
1,5
2
2,5
jaar 2002 2003 2004 2005
Mto
n C
O2 co2 vermindering elek
CO2 vermindering brandstof
totaal
plan
Emissiereductie: monitoring versus plan
380 kton Beter dan
plan
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 33
- Door verhogen van de energie efficiëntie wordt CO2 gereduceerd
- Op basis van de energieplannen wordt een reductie van 3,56Mton/jaar verwacht tegen 2012
- De vermindering in 2006 had 1,58 Mton moeten bedragen
- Op basis van de monitoring vermindert de CO2-emissie 2006
t.o.v. de verwachting met 1,96 Mton.
- Dit is 0,38 Mton beter dan gepland
Globale evolutie CO2-emissie - Besluiten
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 34
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effekt op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 35
Emissierechten Toekennen van de nodige rechten Niet toegetreden: 85% van de rechten Procedure tegen heffing op gratis rechten
Groene stroomquota Gedeeltelijke vrijstelling boven 20GWh In 2006: 5 457 GWh vrijgesteld
Inspanningsverbintenis tav andere overheden Degressiviteit federale bijdrage Gedeeltelijke vrijstelling accijnzen
Tegenprestaties van de overheid
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 36
Ecologiesteun Bedrijf dat behoort tot doelgroep van het benchmarking
convenant: enkel steun ALS toegetreden tot convenant
Tegenprestaties van de overheid
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 37
Indeling
1. Situering Benchmarking Convenant:
2. Rol van de partijen
3. Wereldtop energie-efficiëntie: benchmarkmethodes installatie en vestiging,
studie en controle
4. Globaal energieplan: alle vestigingen samen
5. Monitoring: 2006
6. Effekt op CO2-emissie
7. Tegenprestaties van de overheid
8. Besluit
Commissie Benchmarking Vlaanderen 063-006 – februari 2008 38
Besluit
Via de aanpak van het Benchmarking Convenant wordt de Vlaamse energie-intensieve industrie in een internationale context geplaatst en vergeleken op basis van efficiëntie.
Zo blijft er nog ruimte voor duurzame ontwikkeling, innovatie en groei binnen de geglobaliseerde en concurrentiële omgeving die we nu kennen.
Uitvoering zit op schema.
De geplande efficiëntie verbetering wordt gerealiseerd.
Doelstelling op vlak van CO2 worden overtroffen.
De Commissie Benchmarking kan op de voet gevolgd worden www.benchmarking.be
Besluiten van alle vergaderingen
Toelichtingen ter verduidelijking
jaarverslagen