Page 1
Van
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem
Velperplein 8, 6811 AG Arnhem
Telefoon (026) 355 13 55
Fax (026) 355 13 99
[email protected]
www.kplusv.nl
Rapp
ort
Rekenkameronderzoek Indirecte en verborgen subsidies in de gemeente Huizen
Opdrachtgever
Rekenkamercommissie Huizen
Refe
rentie
Arnhem, 14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Page 2
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Inhoud 1 Inleiding 1
1.1 Achtergrond 1 1.2 Doelstelling 2 1.3 Begripsafbakening 2 1.4 Onderzoeksvragen 2 1.5 Onderzoeksopzet 3 2 Normenkader 4 3 Bevindingen 5
3.1 Achtergrond 5 3.2 Constateringen uit de cases 6 3.3 Onderzoeksvragen en normen 13 4 Conclusies 19
Bijlagen 1 Geraadpleegde personen
2 Geraadpleegde dossiers
Page 3
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 1
1 Inleiding
1.1 Achtergrond Gemeenten bieden organisaties (structurele) financiële ondersteuning in de vorm van subsidies.
Deze financiële middelen worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de
aanvrager die de gemeente belangrijk vindt. De wettelijke grondslag voor het verstrekken van
subsidies is te vinden in art. 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College
van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de subsidieverstrekking. Het College
kent deze toe op basis van de door de raad bij de begroting jaarlijks vastgestelde
subsidiestaat1, met inachtneming van de door de raad vastgesteld Algemene
Subsidieverordening en aanvullende beleidsregels van de gemeente.
Subsidies kunnen in verschillende vormen worden verstrekt. De afspraken kunnen meerjarig,
jaarlijks of incidenteel worden gemaakt en voor kleine en grote activiteiten. De belangrijkste ratio
achter subsidieverstrekking is dat de financiële ondersteuning activiteiten of faciliteiten, die
bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de gemeente, mogelijk maakt. Belangrijk
criterium is daarbij dat de betreffende activiteiten zonder subsidie niet tot stand zouden komen.
Daarnaast kennen veel gemeenten zogenaamde waarderingssubsidies waarmee, door het
geven van een financiële bijdrage, de waardering van de gemeente voor een bepaalde activiteit
wordt uitgedrukt.
Hoewel subsidieverlening door gemeenten een transparant en controleerbaar proces dient te
zijn, blijkt in de praktijk dat gemeenten ook nog wel eens indirecte vormen van steun verlenen
die niet in de subsidiestaat zijn opgenomen. Hoewel een duidelijke definitie ontbreekt wordt
vaak gesproken van indirecte subsidies. Heeft de raad geen inzicht in deze indirecte subsidies,
bijvoorbeeld omdat deze niet in de jaarstukken terug te vinden zijn of omdat er geen periodieke
afweging plaatsvindt over de verstrekking, dan spreken wij over verborgen subsidies.
Indirecte/verborgen subsidies komen in verschillende vormen voor. Bijvoorbeeld als steun door
het vragen van een lagere dan een kostendekkende vergoeding voor het gebruik van
accommodaties of voor andere faciliteiten. Het opnemen in het gemeentelijk onderhouds-
programma van het onderhoud van accommodaties van andere organisaties is ook een
voorbeeld van een indirecte subsidie. Ook de inzet van gemeentelijk personeel bij door anderen
georganiseerde evenementen, zonder dat daarvoor een rekening gestuurd wordt, komt
regelmatig voor. Vaak gaat het om bijzonder gunstige faciliteiten en/of tarieven voor de
gebruiker die historisch zijn gegroeid, zonder expliciete onderbouwing. Dit leidt in de praktijk
soms tot aanzienlijke verschillen in bejegening (subsidiëring) van gebruikers die moeilijk uit te
leggen zijn.
Om recht te doen aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad, wil de
rekenkamercommissie graag inzicht in de aard en omvang van de verborgen en indirecte
subsidies die worden verstrekt door de gemeente Huizen.
1 In de regel nemen gemeenten de subsidiestaat op in de programmabegroting of productenraming.
Page 4
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 2
1.2 Doelstelling Door de rekenkamercommissie is voor dit onderzoek een tweeledige doelstelling geformuleerd:
1. achterhalen of door de gemeente Huizen in de periode van 2005 tot en met 2009 verborgen
of indirecte subsidies beschikbaar gesteld zijn;
2. indien daar sprake van was, aanbevelingen doen op basis waarvan met ingang van 2012 in
de programmabegroting en -rekening geen sprake meer is van verborgen subsidies.
1.3 Begripsafbakening Voor een goede uitvoering van het onderzoek is het wenselijk om duidelijk te zijn over het
onderzoeksonderwerp. Het begrip subsidie is door de wetgever duidelijk gedefinieerd in de
Algemene wet bestuursrecht (Awb, Artikel 4:21).
Subsidie: Een subsidie is een aanspraak op financiële middelen, anders dan als betaling voor
geleverde goederen of diensten, die door een bestuursorgaan wordt verstrekt aan burgers,
bedrijven en instellingen met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager.
Het begrip indirecte of verborgen subsidie is echter niet een vastomlijnd begrip. We definiëren
indirecte subsidiëring door de gemeente als volgt:
Indirecte subsidie: Materiële of financiële begunstiging van specifieke derden, buiten de
subsidiestaat om, om de realisatie van een gemeentelijk doel te bewerkstelligen.
Verborgen subsidie: Een indirecte subsidie waarover de gemeenteraad geen informatie heeft
en ook niet via reguliere informatiekanalen (zoals planning- en control-cyclus) informatie kan
verkrijgen.
1.4 Onderzoeksvragen De centrale vraag van de rekenkamercommissie luidde
Zijn door de gemeente Huizen in de periode 2005 tot en met 2009 verborgen of indirecte
subsidies beschikbaar gesteld, en zo ja welke?
In overleg met de rekenkamercommissie is gekozen om de focus te leggen op de periode 2005-
2009 en daar waar relevant gericht terug te zoeken in het verleden. Om de centrale vraag te
kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen geformuleerd:
1. Welke bedragen zijn daar dan per geval en op jaarbasis mee gemoeid?
2. Welke vormen van indirecte of verborgen subsidieverstrekking komen dan voor?
3. Betreft het dan incidenten of is er sprake van een systematiek?
4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten grondslag aan de verstrekking van de verborgen of
indirecte subsidie?
5. In welke mate zijn de indirecte of verborgen subsidies effectief2?
6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk) zijn ze dan effectief?
7. Wordt periodiek geëvalueerd of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte
subsidie nog van kracht zijn?
2 Dragen de subsidies bij aan het bereik van gemeentelijke doelstellingen.
Page 5
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 3
1.5 Onderzoeksopzet De rekenkamercommissie en de onderzoekers hebben besloten het onderwerp indirecte
subsidies in Huizen in kaart te brengen aan de hand van een aantal concrete cases. De
rekenkamercommissie heeft op basis van eigen ervaring in de gemeente de cases
geselecteerd. Om het onderzoek qua omvang beheersbaar te houden en de effectiviteit van het
onderzoek te vergroten is gekozen om het onderzoek te richten op de cases en thema’s waarbij
er een zekere kans is dat er indirecte of verborgen subsidies zijn verleend. In onderstaande
tabel zijn de door de rekenkamercommissie aangereikte cases weergegeven. In de tabel zijn
ook de werkhypotheses weergegeven die in het onderzoek zijn getoetst:
Thema/case Mogelijke indirecte of verborgen subsidie (werkhypothese)
A. Grondtransacties Uitgifte van gronden onder de marktprijs. In het onderzoek zijn zes
specifieke dossiers nader bestudeerd.
B. Erfpacht Niet marktconforme erfpachtcanon. In het onderzoek zijn zeven dossiers
nader bestudeerd.
C. Bijdrage servicekosten
bibliotheek
De gemeente betaalt - buiten de subsidie om - de servicekosten van de
bibliotheek aan de eigenaar van het Graaf Wichman-complex.
D. Gosepa Er is sprake van inkomstenderving en/of betaalt de gemeente kosten
buiten de subsidie om.
E. Evenementenbeleid De gemeente helpt kosteloos mee aan de organisatie van evenementen,
levert kosteloos materialen of brengt geen precario of leges in rekening.
F. Theater De Boerderij Niet marktconform huurbedrag en een bijdrage van de gemeente bij niet-
commerciële verhuur.
G. Theater Graaf Wichman Niet marktconform huurbedrag en een bijdrage van de gemeente bij niet-
commerciële verhuur.
H. Bijdrage schoolzwemmen Een bijdrage van de gemeente aan het realiseren van schoolzwemmen
buiten de reguliere subsidieverstrekking om.
I. Verhuur Niet marktconforme huurtarieven. In het onderzoek is een drietal dossiers
bestudeerd.
Om de werkhypotheses goed te kunnen toetsen is voor de start van het onderzoek een
normenkader opgesteld. Dit normenkader wordt beschreven in de volgende paragraaf. De
onderzoekers hebben per case een dossierstudie uitgevoerd om zicht te krijgen op de
historische gang van zaken, op de besluitvorming en de afwegingen die daaraan ten grondslag
lagen. Ook is bekeken in hoeverre de raad op de hoogte is gebracht (actief) of op de hoogte
had kunnen zijn. Na de bestudering van de dossiers zijn gesprekken gevoerd met diverse
betrokkenen rond de bovengenoemde cases. In deze gesprekken zijn naast de bevindingen uit
de dossierstudie, de onderzoeksvragen aan de orde gesteld en zijn de werkhypothesen
getoetst. De constateringen uit de dossierstudies en de informatie die uit de gesprekken naar
voren is gekomen, zijn tegen het normenkader aan gehouden om tot een afgewogen oordeel te
komen. De bevindingen treft u aan in hoofdstuk 3.
Page 6
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 4
2 Normenkader
In samenspraak met de onderzoekers heeft de rekenkamercommissie het onderstaande
normenkader vastgesteld. In het onderzoek zijn de normen horend bij de zeven
onderzoeksvragen getoetst.
Deelvragen Norm
1. Welke bedragen zijn met verborgen of
indirecte subsidies gemoeid, per geval
en op jaarbasis?
1a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te
komen. Omdat bij verborgen subsidies de doelen,
verantwoording en besluitvorming niet zijn
vastgelegd, is deze wijze van subsidiëring
onwenselijk.
1b. De indirecte subsidieverstrekking moet inzichtelijk
zijn, dat wil zeggen dat de raad inzicht moet
(kunnen) hebben in subsidiebedragen per subsidie-
ontvanger per jaar.
2. Welke vormen van indirecte of verborgen
subsidieverstrekking komen dan voor?
2a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te
komen.
2b. Indirecte subsidiëring kan voorkomen mits voldaan
is aan de overige normen in dit normenkader.
3. Betreft het incidenten of is er sprake van
een systematiek?
3. De keuze voor het verstrekken van
indirecte/verborgen subsidies wordt consequent
binnen de gemeente toegepast en er is geen sprake
van willekeur.
4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten
grondslag aan de verstrekking van de
indirecte of verborgen subsidie?
4a. Er is sprake van ambtelijke besluitvorming.
4b Het verstrekken van de indirecte/verborgen
subsidies is een bewuste keuze van het college van
B&W geweest.
4c. In de subsidieverstrekking worden verbindingen
gelegd tussen de verstrekte subsidie en de
gemeentelijke beleidsdoelen. (n.b. dit geldt dus niet
voor verborgen subsidies).
4d. De raad is op de hoogte gebracht over deze keuze.
(n.b. dit geldt dus niet voor verborgen subsidies).
5. In welke mate zijn de indirecte of
verborgen subsidies effectief?
5a. Het beoogde doel en resultaat van de verstrekte
indirecte subsidie is helder en meetbaar vastgelegd
in termen van maatschappelijke effecten.
5b. De voorwaarden voor de subsidietoekenning zijn
helder en meetbaar vastgelegd en ook voor de
subsidieontvanger duidelijk.
5c. De indirecte of verborgen subsidie is doeltreffend.
6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk)
zijn ze dan effectief?
6. De verborgen/indirecte subsidies zijn ambtelijk en
bestuurlijk effectief, dat wil zeggen: ze dragen in
voldoende mate bij aan de realisatie van
gemeentelijk beleid.
7. Wordt periodiek geëvalueerd of de
argumenten voor het verstrekken van de
indirecte subsidie nog van kracht zijn?
7a. Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie
wordt geëvalueerd en beoordeeld op zijn bijdrage
aan de beoogde doelstellingen (maatschappelijke
effecten) van het gemeentelijk beleid.
7b. De gemeente gebruikt de uitkomsten van evaluaties
voor het maken van nieuwe afspraken over de
subsidieverlening.
Page 7
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 5
3 Bevindingen
Bij de bevindingen gaan we achtereenvolgens in op:
de achtergrond van de gedachtevorming rond indirecte subsidies in Huizen: de nota
"Vormen van gemeentelijke ondersteuning" en de sportnota "Huizer Sportbeleid in beeld";
de constateringen uit de cases;
de beantwoording van de onderzoeksvragen en toetsing van de normen.
3.1 Achtergrond Nota "Vormen van gemeentelijke ondersteuning"
In 2006 is een motie aangenomen waarin de raad het college heeft gevraagd een nota op te
stellen waarin kaders worden vastgesteld voor de opstelling van een overzicht van indirecte
subsidies. Uit de motie en de daaruit volgende nota "Vormen van gemeentelijke ondersteuning"3
blijkt dat indirecte subsidies al enkele jaren onderwerp van gesprek zijn in Huizen. De nota
beschrijft meerdere vormen van gemeentelijke ondersteuning die gekenmerkt kunnen worden
als indirecte subsidiëring. De in Huizen voorkomende ondersteuningsvormen variëren van
grondsubsidies tot het beschikbaar stellen van gemeentelijke eigendommen zonder kosten in
rekening te brengen. De nota is compleet in het benoemen van typen ondersteuningsvormen en
het illustreren van deze typen met voorbeelden. Het is duidelijk dat indirecte subsidiëring
voorkomt in Huizen. Het is daarmee een bekend en geaccepteerd instrument. De nota geeft
geen kwantificering van de omvang van indirecte subsidies en geen uitputtend overzicht van
organisaties die deze vorm van gemeentelijke ondersteuning genieten. In de raadscommissie
Financiën en WMO op 2 april 2007 is de nota behandeld4. De voorzitter concludeert dat "de
commissie kennis neemt van gemeentelijke ondersteuning en het maatwerk daarin als een
gegeven accepteert. De commissie beschouwt het verleden in meerderheid als een gegeven.
Bij het transparant maken van zaken voor de toekomst, moeten volgens de commissie wel
zaken uit het verleden betrokken worden." De nota bevat het advies om bij nieuwe vormen van
indirecte subsidiëring in te zetten op volledige transparantie alsmede financiële kwantificering
van de gemeentelijke inbreng. Een belangrijk element is dat de nota een checklist bevat om te
bepalen van welke vorm van gemeentelijke ondersteuning sprake is: bijvoorbeeld gederfde
inkomsten of een grondsubsidie.
De nota is niet door de gemeenteraad vastgesteld. Uit gesprekken blijkt dat het in ieder geval tot
begin 2007 in Huizen gebruikelijk was om raadscommissiebesluiten te beschouwen als "de
facto" raadsbesluiten5. De gemeente beschouwt de nota als beleid. Uit de dossiers blijkt één
concreet voorbeeld waar de checklist expliciet is gebruikt (Gosepa). Uit meerdere dossiers en
de gespreken is de onderzoekers gebleken dat de gemeente de strekking van de nota wat
betreft transparantie en zorgvuldige afweging ter harte neemt. Dit ook met het oog op het
voorkomen van de schijn van overheidssteun. De nota benoemde ook de noodzaak van
financiële kwantificering van de gemeentelijke inbreng. Dat is nog niet in alle cases (vanaf 2007)
zo aangetroffen.
3 Nota voor B&W d.d. 9 maart 2007.
4 Notulen van de openbare vergadering van de commissie Financiën en WMO, gehouden op 2 april 2007.
5 Aangegeven wordt dat dit nu niet meer gebeurt: alleen de gemeenteraad neemt een raadsbesluit.
Page 8
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 6
Nota "Huizer Sportbeleid in beeld"
Een veelvoorkomende vorm van indirecte subsidiëring is het rekenen van niet kostendekkende
tarieven voor het gebruik van binnen- en buitensportaccommodaties. De Huizense sportnota uit
2005 is duidelijk over de tarifering. Uit de nota wordt duidelijk dat er sprake is van indirecte
subsidies aan sportverenigingen. Voor de gymnastieklokalen rekende men in de tariefstelling
met een kostendekkingsgraad van 40-60%. Voor de buitensportaccommodaties lag dat
percentage beduidend lager. In het kader van dit onderzoek is ook de actuele
kostendekkingsgraad opgevraagd.
2005 2011
Totaal kosten € 404.524 € 510.316
Huurinkomsten € 57.451 € 126.616
Kostendekkingsgraad gemiddeld 14% 25%
Spreiding kostendekkingsgraad 3%-26% 5%-42%
Tabel 1. Kostendekkingsgraad buitensportaccommodaties.
Voor een goede interpretatie van bovenstaande tabel is het belangrijk aan te geven dat de
gegevens niet helemaal vergelijkbaar zijn omdat de investeringen voor een aantal
voorzieningen door de gemeente zijn "voorgeschoten" en via een hogere huur aan de
betreffende instellingen in rekening worden gebracht. Dit betreft dan wensen van de
verenigingen die uitgaan boven het breedtesport-beleid zoals een waterkunstgrasveld in plaats
van een zand ingestrooid veld of wedstrijdverlichting in plaats van trainingsverlichting et cetera.
In het kader van dit rekenkameronderzoek is met name van belang dat de Huizense
gemeenteraad inzicht had in bovenstaande cijfers (2011 is opvraagbaar) en op basis van eigen
afwegingen expliciet heeft ingestemd met het verlenen van indirecte subsidies om de
sportbeoefening in Huizen te stimuleren. De transparantie over kosten, tariefstelling en
kostendekkingsgraden is te waarderen omdat het – in combinatie met de achterliggende visie
en overwegingen, een keuze door de raad mogelijk maakt. Uit de nota is af te leiden dat de
indirecte subsidiëring van sportaccommodaties in 2005 ongeveer € 945.000 bedroeg.
3.2 Constateringen uit de cases Deze paragraaf bevat een beknopte beschrijving van elk van de negen onderzoekscases.
Iedere casebeschrijving sluit af met een constatering over het al dan niet voorkomen van
indirecte subsidiëring.
A. Grondtransacties
Tot en met 2007 bepaalde de gemeente de grondwaarde op basis van ofwel een
grondquotebenadering, ofwel de residuele grondwaardeberekening, ofwel taxatie, ofwel
competitie. Daarbij kon in geval van taxatie een taxateur ook zelfstandig kiezen voor een
grondquotebenadering of residuele grondwaardeberekening. De grondprijs die bepaald is op
basis van deze twee berekeningswijzen, kon lager liggen dan de marktprijs van de grond. Het
bracht daarmee het risico van staatssteun met zich mee. Het kon betekenen dat er sprake was
van een grondsubsidie; een vorm van gemeentelijke ondersteuning die te kenmerken is als
indirecte subsidiëring.
Page 9
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 7
Op 6 december 2007 stelde de raad de nota Grondbeleid vast. De nota Grondbeleid verwijst
naar de gemeentelijke nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning. De belangrijkste
besluiten in de nota Grondbeleid met het oog op indirecte subsidiering zijn (samengevat):
boven een geschatte grondwaarde van € 10.000 gebeurt de grondverkoop op basis van
hetzij een taxatie door een beëdigd taxateur, dan wel een open en onvoorwaardelijke
bieding op de grond (competitie). De keuze voor een van beide methoden wordt situationeel
bepaald (de nota vermeldt niet op basis welke overwegingen gelden bij deze keuze);
tot een geschat bedrag van € 10.000 bepaalt het college het verkoopbedrag, zonder taxatie
of competitie;
de grondprijs voor diensten van algemeen economisch belang en instanties met een
maatschappelijk doel wordt op basis van taxatie vastgesteld.
Met het vaststellen van de nota Grondbeleid is een grotere mate van transparantie bij
grondtransacties ingebouwd. Dit kan als een borging tegen indirecte en verborgen subsidies
werken.
In dit rekenkameronderzoek zijn zes dossiers onderzocht op kenmerken van indirecte
subsidiëring. De bevindingen zijn als volgt:
Jaar transactie Grondtransactiedossier Is er sprake van indirecte subsidie?
2005 Verkoop terrein 3in1, project De Regentesse Niet te achterhalen
2005 Verkoop terrein Mayonna aan De Alliantie Niet te achterhalen
2007 Verkoop terrein aan Schuitema Geen indirecte subsidie
2008 Verkoop grond aan Boni Geen indirecte subsidie
2008 Verkoop grond Nautisch Kwartier Huizen Niet te achterhalen
2009 Verkoop grond Naardingerland aan De Alliantie Indirecte subsidie
Bij twee van de zes bestudeerde dossiers is geen sprake van een indirecte subsidie. Bij drie
dossiers is niet te achterhalen of sprake is van een niet marktconforme verkoopprijs:
Bij de verkoop in 2005 van het terrein 3in1, project De Regentesse, is de destijds gangbare
grondquotebenadering gehanteerd. Deze methodiek paste in het toenmalige grondbeleid uit
2001, maar is met de nieuwe nota Grondbeleid sinds eind 2007 niet meer toegestaan. De
gemeente stelt dat met de gehanteerde grondquote van 28% een acceptabele prijs werd
gerealiseerd. Het is niet meer te achterhalen of er, terugkijkend, sprake is van een
marktconforme verkoopprijs. Dit betekent dat ook niet inzichtelijk is of er sprake is van een
indirecte subsidie.
Bij de verkoop van het Mayonna-terrein aan Atrium/De Alliantie in 2005 heeft
politiek/bestuurlijk het volkshuisvestelijke belang geprevaleerd boven winstmaximalisatie en
om die reden is besloten om vanuit dit belang én het belang van een (minimaal)
kostendekkende grondopbrengst met Atrium in gesprek te gaan. Eerder was ambtelijk een
openbare aanbesteding voorgesteld. De commissie heeft een voorkeur uitgesproken voor
Atrium als enige partij ("voer daar de eerste gesprekken mee") en heeft uiteindelijk op basis
van die eerste gesprekken een gunning aan Atrium plaatsgevonden. Er was geen taxatie
(alleen een eigen berekening van de gemeente) en Atrium was de enige partij die
uitgenodigd is om een bod uit te brengen. Dat maakt dat het niet inzichtelijk is of het bod van
Atrium marktconform was. Daarmee is niet duidelijk of er al dan niet sprake was van een
indirecte subsidie. Deze benadering is met de nieuwe nota Grondbeleid niet meer
toegestaan.
Page 10
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 8
Bij het Nautisch Kwartier Huizen is sprake van een ingewikkelde en ondoorzichtige
transactie. Opmerkelijk is dat het verkoopbedrag van € 418.000 een stuk hoger ligt dan de
taxatie en de second opinion (door niet gecertificeerde taxateurs). Of er sprake was van een
indirecte subsidie is niet te bepalen. Deze transactie had onder de Grondnota uit 2007 niet
op deze wijze uitgevoerd kunnen worden, strikt genomen omdat de taxaties zijn verricht
door niet erkende taxateurs.
Er is één dossier aangetroffen waarbij sprake is van een niet-marktconforme verkoopprijs en
daarmee van een indirecte subsidie. Dat is de verkoop van het terrein Naardingerland aan De
Alliantie. In dit dossier is sprake van twee opeenvolgende taxaties door dezelfde makelaar: een
1e taxatie van € 440.000 en een 2
e taxatie van € 270.000 doordat op verzoek van de gemeente
uitgangspunten zijn gewijzigd. De makelaar heeft de berekening voor de 2e taxatie weliswaar
uitgevoerd, maar geeft aan dat de 1e taxatie de reële grondwaarde weergeeft. Het verschil
tussen de 1e taxatie en de 2
e taxatie, te weten € 170.000, is te zien als een indirecte subsidie
van de gemeente aan De Alliantie. Het is geen verborgen subsidie omdat de raad begin 2008 al
kennis heeft kunnen nemen van het collegebesluit van 29 januari 2008.Het college wijkt in dit
dossier weliswaar af van het gemeentelijk grondbeleid, maar de gemeente is voorafgaand aan
de overeenkomst transparant over het feit dat wordt afgeweken van het grondbeleid.
Samenvattend is het bij deze dossiers zo dat een strikte naleving van het nieuwe grondbeleid
de transparantie bevordert en duidelijker dan voorheen zicht geeft op marktconforme
verkoopprijzen.
B. Erfpacht
Bij erfpacht is een onderscheid te maken tussen enerzijds maatschappelijke organisaties en
sportverenigingen en anderzijds commerciële organisaties. Van beide groepen zijn dossiers
bestudeerd. Maatschappelijke organisaties en sportverenigingen betalen een symbolische
erfpacht. Dit is voor sportverenigingen bekrachtigd door het collegebesluit uit 2006 waarmee het
college besloot de erfpachtcanon voor sportverenigingen vast te stellen op € 0,11 per m2 met
een jaarlijkse inflatiecorrectie en met een minimum van € 100 per jaar. Het besluit zorgt er voor
dat de historische verschillen tussen de verenigingen TV Huizen, HLTC De Kuil en Skiclub
"Wolfskamer" op termijn verdwijnen. Met dit besluit stelde de gemeente een beleidskader vast
voor de berekening van erfpachtcanon voor sportverenigingen. Het is duidelijk dat de nieuwe
berekening niet leidt tot een marktconforme erfpacht. Dat is ook niet de insteek omdat "deze
erfpacht door de vereniging niet is op te brengen en ook voorbijgaat aan de waarde die de
gemeente Huizen hecht aan sport". Het besluit zorgt voor een uniforme berekening van erfpacht
voor sportverenigingen. Er is met betrekking tot erfpachtcanon voor sportverenigingen sprake
van indirecte subsidiëring. Er is geen sprake van verborgen subsidiëring; de raad is op de
hoogte.
Voor commerciële organisaties geldt dat zij een marktconforme erfpacht dienen te betalen. De
dossiers bevestigen dat de gemeente dit nastreeft. In een specifiek geval zoals bij Safety Lux
wil de gemeente vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur de erfpachtcanon bij
eigendomsoverdracht niet gelijk verhogen. Strikt genomen is daarbij dan sprake van een
verborgen subsidie omdat de raad niet op de hoogte is.
Page 11
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 9
In het geval van de discotheek aan Bestevaer 5 is met € 40 per jaar sprake van een niet-
marktconforme huur. De achtergrond is echter een vastgoedtransactie. De gemeente wilde de
initiatiefnemer tegemoet komen omdat de discotheek niet – zoals afgesproken – in het centrum
gevestigd kon worden. De gemeente was in beginsel bereid een alternatief stuk grond om niet
over te dragen om daar te discotheek te vestigen. Er is echter gekozen voor uitgifte in erfpacht.
Terugkijkend is de gemeente tevreden over de keuze voor erfpacht in plaats van overdracht van
het eigendom. Gezien de historie is deze niet-marktconforme erfpachtcanon niet los te zien van
andere afspraken. Het kan niet zonder meer worden gezien als een indirecte subsidie. Omdat
de raad vanaf het begin op de hoogte was, is er in ieder geval geen sprake van een verborgen
subsidie.
Resumerend gelden voor maatschappelijke organisaties en sportverenigingen niet-
marktconforme erfpachtcanons. Deze organisaties worden hiermee indirect gesubsidieerd. Voor
commerciële organisaties gelden in beginsel marktconforme canons zodat geen sprake is van
indirecte subsidiering.
C. Bijdrage servicekosten bibliotheek
In 2000 betrok de bibliotheek, op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Huizen, een nieuwe
bibliotheekvestiging aan het Plein 2000. Het pand was destijds eigendom van een
projectontwikkelaar. Met betrekking tot de jaarlijkse (hoge) huur- en servicekosten werden
afspraken gemaakt tussen het gemeente- en bibliotheekbestuur, waarbij het gemeentebestuur
nadrukkelijk aangaf de hoge huisvestingslasten grotendeels voor haar rekening te willen nemen.
De gemeente Huizen ging in 1998 een huurcontract voor 20 jaar aan met de eigenaar van het
Graaf Wichmancomplex. Het bibliotheekbestuur ondertekende een huurcontract met de
hoofdhuurder, de gemeente Huizen. De gemeente is altijd voorstander geweest van een directe
relatie tussen verhuurder en bibliotheek. Zoals aangeduid is er nu geen directe relatie: de
gemeente huurt van de verhuurder en verhuurt door aan de bibliotheek. De bibliotheek vindt de
huidige constructie waarbij ze onderhuurder zijn, prima.
Vanaf het begin van de bouw en gedurende de eerste jaren na 2000 is er regelmatig discussie
geweest over de hoogte van de servicekosten. De rekenkamercommissie stelde al eerder een
onderzoek in naar de gang van zaken. Het daaruit volgende rekenkamerrapport6 schetst de
historie van de servicekosten voor de bibliotheek. Het contract inzake de servicekosten is in mei
2005 gesloten, 4,5 jaar na de opening in november 2000. In die periode is er discussie geweest
rond de servicekosten. De rekenkamercommissie stelde vast: "In het geval van het Graaf
Wichman-complex hadden problemen voorkomen kunnen worden door in een vroegtijdig
stadium afspraken vast te leggen omtrent de servicekosten. De afhandeling van de
servicekosten heeft een lange tijd in beslag genomen. Dit heeft geleid tot veel ergernis binnen
de gemeente Huizen. Daarnaast is er uiteindelijk een compromis gesloten, waarover niet
iedereen tevreden is" Bij de aanbevelingen beschrijft de rekenkamercommissie de volgende
reparatiemogelijkheid: "Er is in 2005 een contract gesloten inzake de servicekosten. Dit contract
is echter onduidelijk. Het is aan te bevelen om de afspraken opnieuw te bevestigen via een
duidelijk contract". Kortom, ook na het sluiten van het contract over de servicekosten is er nog
onduidelijkheid.
6 Rapportage Onderzoek Graaf Wichman-complex/Bibliotheek, rapport opgesteld door PRC in opdracht van de
rekenkamercommissie gemeente Huizen, 5 december 2006.
Page 12
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 10
De benoemde onduidelijkheden betreffen:
er bestaat geen duidelijk overzicht met de overeengekomen leveringen en diensten;
er wordt geen voorschotbedrag (per m2 bvo of vvo per jaar) genoemd;
in het algemeen geldt dat er onduidelijkheid bestaat over de verdeelsleutels die voor de
verschillende huurders gebruikt worden;
er ontbreekt nog een duidelijke indexeringsregeling.
Voor een compleet overzicht verwijzen we naar dit eerdere rekenkamerrapport.
Tot en met 2007 waren de servicekosten gelijkmatig c.q. was er geen grote stijging. Daarna was
er sprake van een duidelijke stijging. Deze stijging in de servicekosten voor de bibliotheek komt
door:
a. Uitschieters in het onderhoud. Er ontbreekt een meerjarig onderhoudsplan.
b. Een door de eigenaar veranderde verdeling van de onderhoudskosten onder de 10-12
gebruikers van het gebouw. Met de nieuwe verdeelsleutel moet de bibliotheek (c.q. de
gemeente) meer dan voorheen bijdragen aan het onderhoud. De gemeente ziet deze
nieuwe verdeelsleutel als onredelijk.
De gemeente heeft de (gestegen) servicekosten steeds betaald c.q. voorgeschoten voor de
bibliotheek. De bibliotheek heeft de servicekosten tot en met 2007 steeds aan de gemeente
betaald. Een verrekening van de afgelopen vier jaar moet nog plaatsvinden. Dit komt omdat de
servicekosten dermate gestegen zijn, dat er een flink gat in de begroting van de bibliotheek zou
ontstaan. De bibliotheek is ervan op de hoogte dat er nog een afrekening moet plaatsvinden; de
portefeuillehouder heeft met het bestuur van de bibliotheek afgesproken dat er een
eindafrekening van de servicekosten moet komen. Deze afspraak is niet formeel vastgelegd. In
het college is afgesproken dat de verdeelsleutel eerst door een onafhankelijk deskundige
getoetst moet worden. De insteek van de gemeente is dat er een inzichtelijke afrekening moet
komen. In (de toelichting op programma 5 van) de programmarekening is aangegeven dat er
met de bibliotheek nog een verrekening plaats moet vinden7. Hiermee is ook de raad op de
hoogte zodat er in ieder geval geen sprake is van een verborgen subsidie. Het geheel overziend
is duidelijk dat de bibliotheek niet de als onterecht hoog ervaren servicekosten zal willen
betalen. Niet duidelijk is waarom de betaling van de voorgeschoten servicekosten door de
bibliotheek helemaal is opgeschort. Maar, er vanuit gaande dat de gemeente nog een vordering
op de bibliotheek heeft openstaan, is er geen sprake van een indirecte subsidie8.
D. Gosepa
Sinds 1997 maakt Gosepa gebruik van een gebouw van de gemeente aan de Studiostraat.
Gosepa betaalde geen huur of gebruiksvergoeding voor het gebruik van dit pand. Er was
daarmee sprake van gederfde inkomsten voor de gemeente. Met andere woorden: er was een
indirecte subsidie. Dit gebouw aan de Studiostraat werd op verzoek van de gemeente gesloopt
om ruimte te maken voor zorgwoningen. De raad stelde daarop een krediet beschikbaar voor
realisatie van een nieuw gebouw voor de Molukse gemeenschap aan Gooierserf 122. Op
18 oktober 2002 ondertekenden de gemeente en de Dewan Wijk Huizen (= Molukse wijkraad)
een overeenkomst voor exclusief gebruiksrecht van dit nieuwe pand voor een periode van 25
jaar.
7 In de Programmarekening 2008 is hiervan een aanduiding aangetroffen. In de recente Programmarekening is dit niet
meer te herleiden.
8 Strikt genomen zou de rentederving wel als indirecte subsidie kunnen worden aangemerkt.
Page 13
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 11
Vanaf het moment dat het gebouw in 2003 in gebruik is genomen heeft de gemeente de kosten
voor gas, water, elektra, telefoonkosten en de inleenvergoeding voor de WIW-baan
(tot 31 december 2006) betaald.
Daarbij is het gebouw om niet ter beschikking gesteld en droeg de gemeente de
onderhoudskosten. Dit alles is te zien als een indirecte subsidie (naast de directe subsidie die
Gosepa ontving). De totale bijdrage aan Gosepa bedroeg in 2006 ruim € 117.000. Hiervan was
ruim € 100.000 te zien als indirecte subsidie9. De directe subsidiëring van Gosepa is in 2009 en
2010 afgebouwd. De gemeente stelde terecht in het raadsbesluit dat de exploitatiesubsidie niet
conform het begrip subsidiering in het Awb is. De exploitatiesubsidie is namelijk niet verstrekt
ten behoeve van activiteiten door de aanvrager. De gederfde huurinkomsten en de door te
gemeente gedragen onderhoudskosten zijn nog steeds te zien als indirecte subsidie.
E. Evenementenbeleid
De Kadernota Evenementenbeleid (hoofdstuk 5, pagina 12) benoemt duidelijk de bedragen die
voortkomen uit de praktische faciliteiten die de gemeente verleent bij evenementen zoals
Koninginnedag en Sinterklaas. Het gaat om een bedrag van in totaal € 41.000 voor
schoonmaak, dranghekken et cetera. Dit bedrag is in de begroting opgenomen. Deze opgave is
als zeer transparant te kenschetsen. Geconstateerd is daarbij dat deze een duidelijke relatie
heeft met de urenmatrix van de buitendienst. We zien dit bedrag als horend bij de kerntaak van
de gemeente en daarmee niet als indirecte subsidie.
Op aanvraag stelt de gemeente kosteloos materiaal van de gemeente beschikbaar, zoals
schrikhekken, verkeersborden et cetera. De organisator van het evenement dient zelf zorg te
dragen voor transport. Indien de gemeente het transport moet verzorgen, of andere
werkzaamheden moet verrichten, dan worden deze in rekening gebracht. In beginsel zou de
slijtage en de daaruit volgende extra afschrijving op het materieel te zien zijn als indirecte
subsidie. Hoewel niet precies in kaart gebracht, gaan we ervan uit dat deze bedragen te
verwaarlozen zijn.
In de Kadernota evenementenbeleid is vastgelegd dat de gemeente met ingang van 2010 geen
leges en precariorechten meer heft voor evenementen. De geschatte minderopbrengsten zijn
€ 8.000. Afhankelijk van de uitbreiding van evenementen zouden de gederfde inkomsten
kunnen oplopen en is in ieder geval niet meer duidelijk welke organisaties van deze indirecte
subsidiering profiteren. Het schrappen van deze heffing is enerzijds te zien als een vorm van
gemeentelijke ondersteuning. Anderzijds is ook te beargumenteren dat de gemeente met de
beleidskeuze om geen leges en precariorechten te heffen, de basissituatie fundamenteel
gewijzigd heeft. Het nieuwe basisuitgangspunt van de gemeente is dat organisatoren van
evenementen geen bedrag verschuldigd zijn aan de gemeente. Overigens kan gesteld worden
dat het niet meer innen van leges en precariorechten ook een effect heeft op het beperken van
de administratieve lasten voor burgers en organisaties, en daarnaast ook nog de inzet van
ambtelijke capaciteit beperkt.
9 Totale kosten € 117.098 -/- Begrote activiteitensubsidie € 16.640.
Page 14
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 12
F. Theater De Boerderij
Door een symbolische huur van € 100 te vragen wordt niet inzichtelijk gemaakt hoe hoog de
totale kosten zijn die voortkomen uit de instandhouding van theater De Boerderij. Daarmee
wordt de exploitant van De Boerderij, i.c. Spant! dus indirect gesubsidieerd. Zonder dat dit
gevolgen zou hebben voor de exploitant, had gekozen kunnen worden voor het in rekening
brengen van een marktconforme huurprijs terwijl tegelijkertijd de subsidie met hetzelfde bedrag
werd verhoogd. Per saldo zou dit geen wijziging in de gemeentebegroting betekenen, maar wel
meer transparantie in de kosten van de gemeentelijke voorzieningen.
In de dossiers is pas vanaf het seizoen 2008-2009 een lijst aanwezig met gebruikers die in
aanmerking kwamen voor het tarief niet-commercieel gebruik. Daarvóór ontbrak dat inzicht.
Daarmee ontbrak het zicht op de subsidiering (door middel van een lagere huur) van sociaal
culturele- en toneel- en muziekverenigingen en is er in deze periode sprake geweest van
indirecte subsidies.
In de beschikking is een nadere omschrijving van de toepasbaarheid van een niet-commercieel
tarief opgenomen. De tekst: "In het algemeen bedraagt het sociaal culturele tarief per activiteit
ca. 50% van het commerciële tarief" wekt de indruk dat er ook een andere tariefstelling mogelijk
is. Onduidelijk is of dat het geval is en hoe en voor wie dat dan toegepast wordt. Er zijn in de
beschikbare documentatie geen afspraken gevonden over prioritering tussen commerciële en
niet-commerciële activiteiten. Het is denkbaar dat daardoor vanuit een exploitatiebelang van
Spant! commerciële activiteiten de voorrang krijgen. Overigens zijn in het onderzoek geen
bewijzen voor deze laatste uitspraak aangetroffen. Resumerend is er bij de exploitatie van
theater De Boerderij sprake van indirecte subsidiëring.
G. Theater Graaf Wichman
Op 10 december 2004 besloot het college van B&W om het theater 40 avonden tegen
gereduceerd tarief open te stellen voor bibliotheek, kunst- en cultuurcafé, eenmalige niet-
commerciële evenementen en scholen. De beoordeling of betreffende activiteit paste binnen
doelstelling voor het gereduceerd tarief lag bij het theater De Graaf Wichman. Ruim vijf jaar
later, op 11 mei 2010, besloot het college om het contract met exploitant De Graaf Wichman
niet voort te zetten. De reden was dat de gemeente geen invloed had op welke organisaties
gebruik maken van het gereduceerde tarief. De exploitant had namelijk de afgelopen jaren niet
altijd verantwoording afgelegd over toewijzing. Dat betekent dat organisaties gesubsidieerd zijn
die misschien volgens de gemeente normaal gesproken niet voor subsidiering in aanmerking
gekomen zouden zijn. Omdat inzicht ontbreekt (door ontbreken opgave van exploitant) kan er
sprake geweest zijn van indirecte subsidiering.
H. Bijdrage schoolzwemmen
De gemeente Huizen heeft de exploitatie van Sportcentrum De Meent gegund aan Optisport
BV. In een overeenkomst tussen gemeente en exploitant is vastgelegd dat de laatste zorg
draagt voor organisatie van het schoolzwemmen voor de basisscholen. Om de exploitatie van
De Meent sluitend te maken betaalt de gemeente jaarlijks voor het schoolzwemmen een
huurbijdrage aan Optisport (in 2010 € 176.000). Deze bijdrage komt ten goede aan de
exploitatie van het sportcentrum. Er is geen inzicht in de werkelijke kosten van het
schoolzwemmen. Het is onduidelijk of de gemeentelijke huurbijdrage de totale kosten van het
schoolzwemmen dekt of dat deze bijdrage misschien hoger is dan de kosten maar dient om een
mogelijke tekort op de totale exploitatie van het sportcentrum te voorkomen. In dat laatste geval
is er sprake van indirecte subsidiering van de exploitant van het sportcentrum.
Page 15
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 13
Omdat de gemeente bewust geen bijdrage van scholen of ouders vraagt voor het
schoolzwemmen, is er sprake van een bewust gekozen indirecte subsidiering van het
schoolzwemmen.
I. Verhuur
De gemeente verhuurde tot 2008 het Dienstencentrum op basis van een huurcontract aan de
Stichting Gebruikers Dienstencentrum (SGD). Het is bijzonder dat de bestaande transparante
subsidierelatie en huurrelatie met SGD wordt 'ingeruild' voor een gebruiksovereenkomst. Dit
mede in relatie met het gemeentelijk beleid om in het kader van alle vormen van gemeentelijke
ondersteuning iedere gemeentelijke bijdrage transparant te presenteren. Daarnaast is een
gebruiksovereenkomst minder geschikt om harde afspraken te maken over het gebruik van een
gebouw en de daarin te organiseren activiteiten in vergelijking met een subsidiebeschikking. Er
is hier derhalve sprake van een indirecte subsidiering van SGD. Doordat de raad via een
begrotingswijziging van deze situatie op de hoogte is gesteld is er geen sprake van verborgen
subsidiering.
De voormalige school aan de Kotter 25 en een woning aan de Schokker (nr. 2) zijn door de
gemeente aan respectievelijk 2 instellingen en een particulier, om niet ter beschikking gesteld.
Hoewel het doel van dit besluit, het voorkomen van het ontstaan van huurrechten i.v.m. de
toekomstige herontwikkeling van het gebied, als volstrekt legitiem gezien kan worden is er in
deze situaties wel sprake van indirecte subsidiering. Zowel de beide instellingen als de
particuliere gebruiker betalen geen huur en worden daardoor indirect financieel ondersteund.
Hoewel de raad over deze situaties niet actief geïnformeerd is (verhuur van gemeentelijk
eigendom is een bevoegdheid van het college) zijn alle relevante stukken transparant en in de
dossiers terug te vinden. Er is derhalve geen sprake van verborgen subsidiering.
3.3 Onderzoeksvragen en normen De voorgaande paragraaf bevatte een aantal casebeschrijvingen. Per casus is aangegeven of
er sprake is van een indirecte subsidie. In deze paragraaf gaan we in op de specifieke
onderzoeksvragen en toetsen we de bevindingen aan het normenkader.
Vraag 1. Welke bedragen zijn gemoeid met indirecte/verborgen subsidies, per geval en op
jaarbasis?
Er is geen inzicht in indirecte subsidiebedragen per indirecte subsidie-ontvanger per jaar. De
toenmalige wethouder heeft, bij de bespreking van de nota Vormen van gemeentelijke
ondersteuning, op een dergelijk verzoek van een raadslid geantwoord dat een dergelijk
overzicht niet mogelijk is, omdat dat zeer veel uitzoekwerk vergt. Dit rekenkameronderzoek kan
slechts een indicatie geven op basis van de onderzochte dossiers.
Page 16
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 14
Thema/case Indicatie10
jaarlijkse indirecte subsidie in bestudeerde dossiers
A. Grondtransacties Afhankelijk van transacties
B. Erfpacht Verschil marktconforme vs. werkelijke canon
C. Bijdrage servicekosten bibliotheek n.v.t.
D. Gosepa € 100.000
E. Evenementenbeleid n.v.t.
F. Theater De Boerderij Prijssubsidie + verschil marktconforme vs. werkelijke huur (€ 100)
G. Theater Graaf Wichman Prijssubsidie
H. Bijdrage schoolzwemmen € 176.000
I. Verhuur € 80.000 (Brassershoeve)
Sportaccommodaties € 945.000
Het is aannemelijk dat de totale omvang van indirecte subsidiëring beduidend boven € 1 mln.
per jaar ligt11
. Specifieke gevallen, zoals in geval van niet marktconforme grondtransacties,
hebben een aanzienlijke impact.
Norm 1a. Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te komen. Omdat bij verborgen
subsidies de doelen, verantwoording en besluitvorming niet zijn vastgelegd, is deze
wijze van subsidiëring onwenselijk.
Norm 1b. De indirecte subsidieverstrekking moet inzichtelijk zijn, dat wil zeggen dat de raad
inzicht moet (kunnen) hebben in subsidiebedragen per subsidie-ontvanger per jaar.
Verborgen subsidieverstrekking in de zin dat bewust informatie over gevallen van indirecte
subsidies wordt achtergehouden, is niet aangetroffen. Wel is er sprake van indirecte
subsidiëring waarbij sommige aspecten onbekend of "verborgen" zijn c.q. waarbij de omvang
onduidelijk is. Zo komt het voor dat onbekend is welke organisaties profiteren van de indirecte
subsidie, zoals bij de prijssubsidies aan theater De Graaf Wichman en theater De Boerderij.
Actieve of passieve informatieverstrekking aan de raad ontbreekt. Bij grondtransacties speelt
marktgevoelige informatie een rol. Er is soms sprake van een periode waarin de raad nog niet
op de hoogte is. In die fase kan er sprake zijn van een indirecte subsidie die – tot aan melding
aan de raad – ook te kenmerken is als verborgen subsidie. De algemene indruk na bestudering
van de dossiers is dat de raad in beginsel op de hoogte is van de gevallen van indirecte
subsidiëring. Uit het onderzoek blijken geen "verborgen" subsidies.
Iets anders is de inzichtelijkheid en transparantie van de indirecte subsidieverlening. Dit
verschilt van geval tot geval. Rond de sportaccommodaties is sprake van behoorlijk inzicht in
bedragen en begunstigden. Ook bij Gosepa, de Brassershoeve is er redelijk inzicht. In
meerdere gevallen is de omvang van de indirecte subsidie "verborgen". Rond erfpacht is bij alle
gevallen waarin sprake is van een symbolische erfpachtcanon, geen enkel inzicht in wat een
marktconform canonbedrag is. De omvang van de inkomstenderving en daarmee van de
indirecte subsidie ontbreekt. Bij diverse grondtransacties wordt, na een complexe residuele
grondwaardeberekening, onder aan de streep de waarde van de gemeentelijke grond
aangeduid.
10 De bedragen in de tabel zijn slechts te zien als indicatie. Ze hebben betrekking op verschillende jaren en zijn daarom niet
zonder meer op te tellen.
11 Een meer precieze aanduiding van de indirecte subsidiëring vraagt een inspanning, van zowel de ambtelijke organisatie
als de rekenkamercommissie, die op dit moment niet bij de diepgang van dit rekenkameronderzoek past.
Page 17
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 15
Zodra de residuele grondwaardebenadering wordt gehanteerd, wordt de transparantie beperkt
door de vele variabelen die bepalend zijn voor de verkoopprijs. Vanuit het oogpunt van
transparantie heeft het gebruik van de residuele grondwaardebenadering niet de voorkeur12
.
Beter is een taxatie van de marktwaarde of een onvoorwaardelijke bieding.
Vraag 2. Welke vormen van indirecte en verborgen subsidieverstrekking komen voor?
De volgende vormen van indirecte subsidieverstrekking zijn aangetroffen:
uitgifte van gronden onder de marktprijs;
niet marktconforme erfpachtcanon;
niet marktconforme huur voor gebruik van gemeentelijke panden of voorziening;
de gemeente betaalt onderhouds- en exploitatiekosten voor gebruiker van een gemeentelijk
pand;
prijssubsidie voor (niet-commercieel) gebruik van een theater;
een bijdrage van de gemeente aan het realiseren van schoolzwemmen buiten de reguliere
subsidieverstrekking om.
Norm 2a Verborgen subsidieverstrekking dient niet voor te komen.
Norm 2b. Indirecte subsidiëring kan voorkomen mits voldaan is aan de overige normen in dit
normenkader.
Zoals bovenstaand aangeduid bij norm 1 zijn echt verborgen subsidies niet aangetroffen in dit
onderzoek. Indirecte subsidieverstrekking komt veelvuldig voor. Daarbij ontbreekt het in
meerdere gevallen aan de nodige transparantie en inzichtelijkheid.
Vraag 3. Betreft het dan incidenten of is er sprake van een systematiek?
De inzet van indirecte subsidies is binnen de gemeente gangbaar, overigens net als in andere
gemeenten. Het zijn geen incidenten, maar het is een van de instrumenten die de gemeente
inzet om organisaties te ondersteunen die bijdragen aan het realiseren van gemeentelijke
doelen. De nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning onderstreept dat er sprake is van
een systematiek.
Norm 3. De keuze voor het verstrekken van indirecte/verborgen subsidies wordt consequent
binnen de gemeente toegepast en er is geen sprake van willekeur.
Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, anders is er sprake van willekeur. Een
voorbeeld van gelijke behandeling van gelijke gevallen betreft de symbolische erfpachtcanon
voor sportverenigingen. Met het collegebesluit van 26 september 2006 zette het college in op
het geleidelijk aan gelijktrekken van de erfpacht op € 0,11 per m2 zodat de historische
verschillen tussen verenigingen verdwijnen. Ook de tariefstructuur en behandeling van
investeringen voor sportverenigingen duidt op het streven van de gemeente naar gelijke
behandeling van gelijke gevallen.
12 De residuele grondwaarde wordt ook na vaststelling van de grondnota in 2007 nog gebruikt. Het verschil met de praktijk
van voor 2007 is dat het niet een berekening door de gemeente zelf mag zijn, maar een berekening door een
gecertificeerde taxateur.
Page 18
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 16
Het issue zit in de bepaling of er sprake is van gelijke gevallen. Gosepa en de Brassershoeve
(voorheen Stichting Gebruikers Dienstencentrum) genieten bijvoorbeeld elk voordelen omdat de
gemeente, buiten de reguliere subsidieverstrekking om, een pand ter beschikking stelt en de
exploitatiekosten voor zijn rekening neemt. Voor Gosepa heeft dit zijn oorsprong in een
historische morele verplichting, bij de Brassershoeve gaat het de gemeente uitsluitend om het
behoud van het rijksmonument en om dat optimaal te waarborgen wil de gemeente zelf het
eigendom behouden. De argumentatie duidt erop dat de gemeente het gebruik van de
gemeentelijke panden door deze twee stichtingen als specifieke gevallen ziet. Andere
stichtingen met een bepaald maatschappelijk doel zullen waarschijnlijk geen beroep kunnen
doen op gebruik van een gemeentelijk pand om niet.
Resumerend is duidelijk dat de gemeente op bepaalde vlakken streeft naar uniformering van de
inzet van indirecte subsidies. Het instrument van indirecte subsidiëring laat echter ook ruimte
om bepaalde organisaties extra te ondersteunen: specifieke gevallen ontvangen specifieke
ondersteuning. Indien dit transparant gebeurt en daarmee de raad op de hoogte kan zijn, wordt
daarmee recht gedaan aan de positie van de gemeenteraad als controlerend orgaan. De raad
kan immers de indirecte subsidie aan de orde stellen en, indien gewenst, (laten) beëindigen.
Vraag 4. Welke vorm van besluitvorming ligt ten grondslag aan de verstrekking van de
verborgen of indirecte subsidie?
De besluitvorming over indirecte subsidies is conform de bevoegdheden van college en
gemeenteraad. Het college beslist over uitvoeringskwesties binnen het mandaat van het
college. Een te nemen besluit wordt aan de raad voorgelegd als het een kaderstellend
document betreft of als er sprake is van afwijking van het beleid.
Norm 4a. Er is sprake van ambtelijke besluitvorming.
Norm 4b Het verstrekken van de indirecte/verborgen subsidies is een bewuste keuze van het
college van B&W geweest.
Norm 4c. In de subsidieverstrekking worden verbindingen gelegd tussen de verstrekte subsidie
en de gemeentelijke beleidsdoelen.
Norm 4d. De raad is op de hoogte gebracht over deze keuze.
In de praktijk is er sprake van ambtelijke besluitvorming in de voorbereiding op
collegebesluitvorming. In de dossiers zijn geen afwijkingen daarop aangetroffen. Er is geen
onduidelijkheid over wanneer er sprake is van een indirecte subsidie. Wel worden andere
termen gehanteerd (vorm van gemeentelijke ondersteuning). Het verstrekken van een indirecte
subsidie is in bijna alle gevallen een bewuste keuze, zij het dat de afweging en keuze soms in
een ver verleden gemaakt is. In enkele gevallen is een indirecte subsidie niet zozeer een
bewuste keuze als wel het gevolg van eerdere overeenkomsten (bijvoorbeeld erfpacht
discotheek, Gosepa). In lang niet alle gevallen maakt het college de verbinding met
gemeentelijke beleidsdoelen expliciet. Wel is er veelal sprake van een impliciet verband met
een gemeentelijk beleidsdoel (bijvoorbeeld schoolzwemmen). Zoals bij norm 1 al aangegeven is
de algemene indruk na bestudering van de dossiers dat de raad in beginsel op de hoogte is van
de gevallen van indirecte subsidiëring. Er lijken voor zover bekend, geen echt "verborgen"
subsidies te zijn.
Page 19
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 17
Vraag 5. In welke mate zijn de indirecte en verborgen subsidies effectief ?
De gemeente beschouwt het inzetten van een indirecte subsidie als een effectief instrument.
Voor het bepalen van de doeltreffendheid moet het doel duidelijk zijn. Idealiter zijn er ook
prestatie-indicatoren gedefinieerd. De doelbeschrijving ontbreekt echter in veel gevallen.
Bijvoorbeeld omdat het doel voor de hand ligt en mede daardoor niet expliciet wordt benoemd
(schoolzwemmen, niet marktconforme erfpacht voor sportverenigingen).
Norm 5a. Het beoogde doel en resultaat van de verstrekte indirecte subsidie is helder en
meetbaar vastgelegd in termen van het maatschappelijke effecten.
Norm 5b. De voorwaarden voor de subsidietoekenning zijn helder en meetbaar vastgelegd en
ook voor de subsidieontvanger duidelijk.
Norm 5c. De indirecte of verborgen subsidie is doeltreffend.
Doel en beoogd resultaat van indirecte subsidies zijn slechts in enkele gevallen expliciet
vastgelegd in termen van maatschappelijke effecten. Het beoogde maatschappelijk effect blijft
veelal impliciet (indirecte subsidiëring van schoolzwemmen is belangrijk omdat …, prijssubsidies
bij theaters zijn nodig want …). Dit in tegenstelling tot directe subsidies waar in het algemeen en
ook in Huizen in toenemende mate de nadruk ligt op maatschappelijke relevantie. De Huizense
subsidieverordening stelt: "Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient de instelling
activiteiten te organiseren/prestaties te realiseren voor of voorzieningen tot stand te brengen of
in stand te houden die in het belang zijn voor de gehele of een deel van de plaatselijke
gemeenschap". Dit wordt verder aanscherpt met een aantal voorwaarden. Daarbij moet de
subsidiebeschikking in elk geval vermelden voor welke activiteiten en prestaties subsidie wordt
verleend. Een dergelijk stelsel van voorwaarden ontbreekt voor indirecte subsidies.
De doeltreffendheid van indirecte subsidies wordt a priori aangenomen, maar niet getoetst. In
de cases die in dit onderzoek aan de orde zijn geweest, is in de meeste gevallen aannemelijk
dat de subsidies bijdragen aan een maatschappelijk doel. Hoe groot die bijdrage is, en of de
bijdrage essentieel is, blijft onbenoemd. Uit de dossiers en uit de gesprekken is geen informatie
gekomen over het toetsen van de vraag "stopt deze activiteit als we de indirecte subsidie
beëindigen?".
Vraag 6. Op welk niveau (ambtelijk of bestuurlijk) zijn ze dan effectief?
Het instrument indirecte subsidie vergroot het palet aan gemeentelijke ondersteuningsvormen.
Het is een instrument dat niet aan expliciete voorwaarden hoeft te voldoen, niet gekoppeld is
aan te leveren prestaties en niet periodiek wordt herzien. Procesmatig is het daardoor op
ambtelijk niveau een eenvoudig in te zetten instrument. Voorwaarde is wel dat de indirecte
subsidie bijdraagt aan een gemeentelijk doel. Als daaraan is voldaan, dan biedt de indirecte
subsidie speelruimte om op bestuurlijk niveau zaken te realiseren die binnen het stramien van
een subsidie wellicht lastiger te realiseren zouden zijn. In die zin kunnen indirecte subsidies op
ambtelijk niveau, maar zeker op bestuurlijk niveau effectief zijn.
Page 20
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 18
Norm 6. De verborgen/indirecte subsidies zijn ambtelijk en bestuurlijk effectief, dat wil zeggen:
ze dragen in voldoende mate bij aan de realisatie van gemeentelijk beleid.
Indirecte subsidies bieden college en raad extra mogelijkheden om bij te dragen aan
gemeentelijke doelen. Of het in voldoende mate bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijk
beleid, wordt niet gemeten en is daarmee niet bekend.
Vraag 7. Wordt periodiek geëvalueerd of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte
subsidie nog van kracht zijn?
Een systematische periodieke evaluatie van de indirecte subsidie ontbreekt. Voor eenmalige
indirecte subsidies is een evaluatie sowieso niet aan de orde. Maar ook bij jaarlijks
terugkerende indirecte subsidies komen evaluaties niet systematisch voor. Eerder is het
tegenovergestelde het geval: na besluitvorming over een indirecte subsidie vindt in beginsel
geen expliciete periodieke evaluatie plaats. Denk bijvoorbeeld aan het schoolzwemmen. De
besluitvorming komt op degelijke wijze tot stand en dat lijkt een rechtvaardiging om het besluit
niet meer ter discussie te stellen.
Norm 7a. Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt geëvalueerd en beoordeeld
op zijn bijdrage aan de beoogde doelstellingen (maatschappelijke effecten) van het
gemeentelijk beleid.
Norm 7b. De gemeente gebruikt de uitkomsten van evaluaties voor het maken van nieuwe
afspraken over de subsidieverlening.
Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt niet systematisch gemeten of
geëvalueerd. Daarmee ontbreekt een beoordeling op zijn bijdrage aan de beoogde
doelstellingen (maatschappelijke effecten) van het gemeentelijk beleid. Er zijn uitzonderingen
die de regel bevestigen, zoals bijvoorbeeld de evaluatie van Gosepa in 2007. In dat specifieke
geval gebruikte de gemeente de uitkomsten van de evaluatie voor het maken van nieuwe
afspraken over de subsidieverlening. Veel andere gevallen bevestigen het beeld dat het
ontbreken van een periodieke evaluatie juist kenmerkend is voor indirecte subsidiëring.
Page 21
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 19
4 Conclusies
De centrale vraag van de rekenkamercommissie luidde: Zijn door de gemeente Huizen in de
periode 2005 tot en met 2009 verborgen of indirecte subsidies beschikbaar gesteld, en zo ja
welke? De conclusies en aanbevelingen luiden als volgt:
Conclusie 1
De gemeente zet het instrument van indirecte subsidies veelvuldig en structureel in. De
transparantie laat in veel gevallen te wensen over.
Het rekenkameronderzoek toont aan dat indirecte subsidieverstrekking structureel plaatsvindt in
Huizen. Het gaat om niet-marktconforme grondtransacties, niet-marktconforme erfpacht, het om
niet, of tegen een niet kostendekkende huurprijs in gebruik geven van gebouwen en om
prijssubsidies. Dat is binnen college, raad en de gemeentelijke organisatie ook bekend.
Meerdere beleidsnota’s13
vormen een kader voor het systeem van indirecte subsidiëring . Ze
geven inzicht in de systematiek en zorgen door checklists en richtlijnen voor borging.
Het is aannemelijk dat de totale omvang van indirecte subsidiëring beduidend boven € 1 mln.
per jaar ligt. Exact inzicht ontbreekt, met name omdat de inkomstenderving uit niet-
marktconforme grondverkoopprijzen, erfpachten en huurtarieven niet bekend is. De
transparantie laat in veel gevallen te wensen over, omdat niet alle onderliggende gegevens
bekend zijn. In meerdere gevallen en zeker bij grondtransacties is er sprake van complexe
berekeningen die een heldere afweging moeilijk maken. In deze complexe berekeningen
worden meerdere positieve en negatieve waarden gesaldeerd en onder aan de streep is er
financieel een positief netto-effect voor de gemeente. Door dit positieve netto-effect is de vraag
naar hoe groot de bruto bijdrage van de gemeente is, niet meer vanzelfsprekend.
Conclusie 2
Verborgen subsidieverstrekking is niet aangetroffen.
Verborgen subsidieverstrekking in de zin dat bewust informatie over gevallen van indirecte
subsidies wordt achtergehouden, is niet aangetroffen. Wel is er sprake van indirecte
subsidiëring waarbij de precieze omvang onbekend of "verborgen" is of waarbij niet exact
duidelijk is welke partijen in welke mate profijt hebben van een vorm van gemeentelijke
ondersteuning.
Conclusie 3
De besluitvorming over indirecte subsidies is in lijn met de bevoegdheden van college en
gemeenteraad.
Het college beslist over uitvoeringskwesties binnen het door de gemeenteraad gegeven
mandaat. Een te nemen besluit wordt aan de raad voorgelegd als het een kaderstellend
document betreft of als er sprake is van afwijking van het beleid. Het verstrekken van een
indirecte subsidie is in bijna alle gevallen een bewuste keuze, zij het dat de afweging en keuze
soms in een ver verleden gemaakt is. In enkele gevallen is een indirecte subsidie niet zozeer
een bewuste keuze als wel het gevolg van eerdere overeenkomsten.
13 Denk bijvoorbeeld aan de nota Vormen van gemeentelijke ondersteuning, nota Sportbeleid, nota Grondbeleid, nota
Erfpacht sportverenigingen en de nota Evenementenbeleid.
Page 22
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 20
Conclusie 4
Het doel en het beoogd resultaat van indirecte subsidies is veelal niet precies duidelijk.
In lang niet alle gevallen maakt het college de verbinding met gemeentelijke beleidsdoelen
expliciet. Het lijkt erop dat het beoogde maatschappelijk effect bekend wordt verondersteld.
Doelbeschrijvingen of prestatie-indicatoren ontbreken vaak.
Conclusie 5
De effectiviteit van indirecte subsidies wordt niet gemeten en is daardoor niet duidelijk.
Het instrument van indirecte subsidiëring laat ruimte om bepaalde organisaties extra te
ondersteunen: specifieke gevallen ontvangen specifieke ondersteuning. Een indirecte subsidie
biedt speelruimte om zaken te realiseren die binnen het stramien van een subsidie wellicht
lastiger te realiseren zouden zijn. In die zin kunnen indirecte subsidies op ambtelijk niveau,
maar zeker op bestuurlijk niveau effectief zijn. De doeltreffendheid in termen van
maatschappelijke effecten wordt a priori aangenomen, maar niet getoetst. In de cases die in dit
onderzoek aan de orde zijn geweest, is in de meeste gevallen aannemelijk dat de subsidies
bijdragen aan een maatschappelijk doel. Hoe groot die bijdrage is, en of de bijdrage essentieel
is, blijft onbenoemd.
Conclusie 6
Het resultaat van de verstrekte indirecte subsidie wordt niet systematisch gemeten of
geëvalueerd.
Er is geen periodieke evaluatie of de argumenten voor het verstrekken van de indirecte subsidie
nog van kracht zijn. Voor eenmalige indirecte subsidies is een evaluatie sowieso niet aan de
orde. Maar ook bij jaarlijks terugkerende indirecte subsidies komen evaluaties niet systematisch
voor. Eerder is het tegenovergestelde het geval: na besluitvorming over een indirecte subsidie
vindt in beginsel geen expliciete periodieke evaluatie plaats.
Page 23
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 1
Bijlage 1
Geraadpleegde personen De heer H. van Andel – Teamleider team Beleids(ondersteuning) Onderwijs & Vrije Tijd.
De heer H. de Bruijn – Teamleider Financiën.
Mevrouw J. Bakker – Wethouder met portefeuille Financiële en financieel-economische
zaken, Belastingen en verzekeringen, Comptabiliteit en financieel beheer, Grondzaken,
eigendommen en bedrijven, Volksgezondheid en maatschappelijke dienstverlening
(invoering Wmo) Wonen, welzijn en zorg voor ouderen, Sport, recreatie en toerisme, en
Dierenwelzijnsbeleid.
De heer L. Detering – ROW, afdeling omgeving, team beleid.
Mevrouw R. Hunneman – Beleidsmedewerker Maatschappelijke Zaken, verantwoordelijk
voor dossier Gosepa.
De heer G. Klompmaker – Hoofd Economische Ontwikkeling, Bedrijfsvoering en Wonen.
De heer R. van Noord - Beleidsmedewerker Grondzaken en economische voorzieningen.
De heer P. Posthuma – Teamleider Wijkbeheer & Service.
Mevrouw L. Schoppen – beleidsmedewerker Maatschappelijke Zaken, verantwoordelijk voor
dossier schoolzwemmen.
De heer B. Visser – Hoofd Financiën.
Page 24
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 1
Bijlage 2
Geraadpleegde dossiers A. Grondtransacties
B. Erfpacht
C. Bijdrage servicekosten bibliotheek
D. Gosepa
E. Evenementenbeleid
F. Theater De Boerderij
G. Theater Graaf Wichman
H. Bijdrage schoolzwemmen
I. Verhuur
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
A. GROND-TRANSACTIES
000507 Grondbeleid algemeen
KplusV:
Tot en met 2007 bepaalde de gemeente de grondwaarde op
basis van ofwel een grondquotebenadering, ofwel de residuele
grondwaardeberekening, ofwel taxatie, ofwel competitie. Daarbij
kon in geval van taxatie een taxateur ook zelfstandig kiezen voor
een grondquotebenadering of residuele grondwaardeberekening.
De grondprijs die bepaald is op basis van deze twee
berekeningswijzen, kon lager liggen dan de marktprijs van de
grond. Het bracht daarmee het risico van staatssteun met zich
mee. Het kon betekenen dat er sprake was van een
grondsubsidie; een vorm van gemeentelijke ondersteuning die te
kenmerken is als indirecte subsidiëring.
Page 25
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 2
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
18 september
2007
Collegebesluit Het college stemt in met de nota Grondbeleid en legt deze voor
ter vaststelling voor aan de raad. In de nota Grondbeleid wordt
verwezen naar de gemeentelijke nota Vormen van gemeentelijke
ondersteuning (zie blz. 27). De belangrijkste besluiten in de nota
Grondbeleid met het oog op indirecte subsidiering zijn
(samengevat):
1) Boven een geschatte grondwaarde van € 10.000 gebeurt de
grondverkoop op basis van hetzij een taxatie door een
beëdigd taxateur, dan wel een open en onvoorwaardelijke
bieding op de grond (competitie). De keuze voor een van
beide methoden wordt situationeel bepaald (de nota vermeldt
niet welke overwegingen gelden bij deze keuze).
2) Tot een geschat bedrag van € 10.000 bepaalt het college het
verkoopbedrag, zonder taxatie of competitie.
3) Als de verkoopprijs voor meer dan 75% bestaat uit kosten
voor bouw- en woonrijpmaken dan dient het college een
besluit te nemen of de meerkosten al dan niet worden
doorberekend aan de koper.
4) De grondprijs voor diensten van algemeen economisch
belang en instanties met een maatschappelijk doel wordt
vastgesteld op € 100,- per m2. Bij opheffing of ontbinding van
de instantie moet de grond tegen dit nominale tarief weer aan
de gemeente worden aangeboden.
5) Of er sprake is van een dienst van algemeen economisch
belang of instantie met een maatschappelijk doel wordt
vastgesteld door het college.
6) Voor de verkoop van snippergroen zijn de prijzen door een
makelaar vastgesteld (met correctiefactoren) en het college
stelt de nota "reguliere aanpassing verkoopprijzen openbaar
groen" definitief vast.
6 december 2007 Raadsbesluit De raad stelt de nota Grondbeleid vast. Wel wordt
bovengenoemd punt 4 gewijzigd en wordt besloten dat ook bij
een dienst van algemeen economisch belang of instantie met
een maatschappelijk doel op basis van taxatie de m2-prijs wordt
bepaald.
KplusV:
Met ingang van 6 december 2007 is het met dit besluit zo dat
voor elke grondprijstransactie boven € 10.000 er een duidelijke
grondslag is voor de grondwaarde: een prijs op basis van taxatie
of een onvoorwaardelijk bieding.
090012 Verkoop Boni
18 maart 2008 Collegebesluit Het college stemt in met de voorwaarden voor verkoop grond
aan de Boni.
Page 26
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 3
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
29 augustus 2008 Collegebesluit Het college besluit de grond te verkopen:
De grondprijs is € 687/m2. De basis hiervoor is een taxatie
door Castanea van 1 mei 2005 van € 665/m2. Dit bedrag is
voor de jaren 2006 en 2007 opgehoogd met elk 0,6% en
vervolgens conform de indexering van de OZB voor 2008
met 2,1%.
De gemeente besluit de helft van de kosten van een aan te
leggen trap/kunstwerk voor zijn rekening te nemen. Dit
betekent € 85.000/2= € 42.500.
KplusV:
Weliswaar baseert de gemeente zich op een taxatie, maar deze
taxatie is drie jaar oud. De taxatie is niet in het dossier
aangetroffen en kan daardoor ook niet worden gecontroleerd. Uit
het gesprek met de gemeente blijkt dat de taxatie in opdracht
van de gemeente is uitgevoerd door een geregistreerde
makelaar/taxateur. De grondslag van de indexering door de
gemeente met 0,6%, 0,6% en 2,1% is de gemeentelijke
indexering van de OZB. Dit is een duidelijke en begrijpelijke
keuze.
Uit het dossier blijkt overigens wel dat de gemeente met Boni
een discussie heeft gevoerd over de indexering: Boni wilde
aanvankelijk geen indexering van de grondprijs. Ook was er
discussie over de door de gemeente voorgestelde bijdrage van
50% aan de trap/kunstwerk. De gemeente geeft hierover aan dat
de gemeente in beginsel 100% van deze kosten zou moeten
dragen, omdat het een aanpassing in de openbare ruimte betreft.
Omdat Boni profiteert van het kunstwerk is door beide partijen in
de onderhandeling overeengekomen dat Boni 50% van de
kosten bijdraagt. De centrale constatering in dit dossier is dat de
gemeente een marktconforme grondprijs ontvangt. Daarmee is
geen sprake van een indirecte subsidie.
060249 Verkoop terrein Mayonna aan De Alliantie
20 april 2004
(= datum stuk)
Collegebesluit In de nota van 20 april 2004 nr. 04.005169 is ambtelijk
voorgesteld de Mayonnagronden met woningen te bebouwen
i.p.v bedrijven en in te stemmen met een uitgifte bij openbare
inschrijving en te gunnen aan de hoogste inschrijver met het
kwalitatief beste plan. Het college heeft op 23 april 2004 in
principe overeenkomstig dit voorstel besloten, waarbij het college
zich realiseert dat de eventuele inzet van ISV-middelen t.b.v. een
ander woningbouwsegment kan nopen tot een andere
procedure.
KplusV
Het college besluit in te stemmen met het principe dat een
uitgifte zal plaatsvinden bij openbare inschrijving en gunning aan
de hoogste bieder, dit laatste in combinatie met het kwalitatief
beste plan. In een latere fase wordt afgezien van openbare
inschrijving.
11 mei 2004 Commissie ROW Na behandeling in de commissie ROW (11 mei 2004) stemde de
commissie in meerderheid in met de keuze voor woningbouw.
Conform de door de commissie geuite wens diende eerst met
Atrium (Alliantie) te worden overlegd over de door deze
corporatie, mede met het oog op het volkshuisvestingsbelang,
haalbaar geachte opties voor de planopzet.
Page 27
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 4
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
24 juni 2004
(=datum stuk)
Collegebesluit In een collegebesluit eind juni 2004 over een strook grond op
een terrein naast het Mayonnaterrein, is aangeduid dat het
college besloten heeft om het Mayonnaterrein in te vullen met
woningen. Er is op dat moment nog geen sprake van een
vastgestelde verkaveling (uitsluitend een model) en is er ook
geen sprake van een vastgestelde m2-prijs of kavelprijs.
Waarschijnlijk wordt er gekozen voor een opzet waarbij
ontwikkelaars de mogelijkheid krijgen een bod op het terrein uit
te brengen en waarbij het terrein wordt gegund aan de hoogste
bieder. Maar ook andere vormen zijn nog denkbaar. Bij deze
nota heeft het college ingestemd met de bij die nota gevoegde
randvoorwaarden op basis waarvan het – conform wens van de
commissie - in overleg met Atrium uit te voeren
haalbaarheidsonderzoek plaats kan vinden.
KplusV:
In deze fase spreekt de gemeente over (meerdere)
ontwikkelaars die in de gelegenheid worden gesteld een bod uit
te brengen. Later blijkt dat Alliantie de enige partij was die
opteerde voor ontwikkeling van het Mayonnaterrein.
12 april 2005 Fax directeur Atrium/De
Alliantie
In deze fax spreekt de directeur over overeenstemming over een
grondprijs van € 3,5 mln voor het Mayonna-terrein.
15 april 2005 Nota Op basis van de nota van 15 april 2005 met nr. 05.006301 heeft
het college geconstateerd dat Atrium er met de gepresenteerde
haalbaarheidsstudie in geslaagd was om binnen de
randvoorwaarden, en in het bijzonder waar het om het
volkshuisvestelijke aspect gaat, een aanvaardbaar plan te
maken. Op basis van deze nota is besloten de ontwikkeling van
het Mayonnaterrein in principe te gunnen aan Atrium.
14 april 2005 Exploitatieraming Deze "Exploitatieraming Bouwplan Mayonna" benoemt het bod
van Atrium/De Alliantie van € 3,5 mln. voor de grond.
8 augustus 2005 Collegebesluit Het college stemt in met de concept koop- en
realiseringsovereenkomst.
KplusV:
Het collegebesluit geeft onder meer aan dat De Alliantie € 3,5
mln. betaalt voor de grond.
Page 28
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 5
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
15 november
2005
Koop- en realiserings-
overeenkomst
Het overeengekomen koopbedrag is € 3,5 mln.
In een reactie in het kader van dit rekenkameronderzoek geeft
de gemeente aan dat het gebruikelijk is de kosten voor het
bouw- en woonrijpmaken ten laste van de grondopbrengst te
brengen. Omdat conform de bestuurlijke opdracht een minimaal
kostendekkende exploitatie moest worden gepresenteerd zijn
deze kosten op de grondprijs gekomen en bedroeg het door
Atrium aan de gemeente te betalen bedrag € 3,5 mln + € 0,5 =
€ 4 mln. Met dit bedrag is uiteindelijk een kostendekkende
exploitatie gerealiseerd.
KplusV:
De gemeente geeft aan dat het politiek/bestuurlijk het
volkshuisvestelijke belang heeft laten prevaleren boven
winstmaximalisatie en om die reden is besloten om vanuit dit
belang én het belang van een (minimaal) kostendekkende
grondopbrengst met Atrium in gesprek te gaan. Atrium bleek in
staat te voldoen aan de gestelde randvoorwaarden. Gegeven de
politiek/bestuurlijke wens/opdracht is daarom besloten dat Atrium
dit woningbouwplan mocht realiseren. Het aan de gemeente
betaalde bedrag (3,5 mln en 0,5 mln) is kostendekkend geweest.
Er is geen zicht op de onderbouwing van de grondprijs van € 3,5
mln. De gemeente geeft aan dat de grondprijs in
overeenstemming is met een eigen berekening van de
gemeente. Er is geen openbare aanbesteding geweest en er zijn
dus geen andere partijen die een bod hebben uitgebracht. Uit het
dossier en de toelichting daarop door de gemeente is daarmee
niet te achterhalen of de gemeente met het bedrag van € 3,5
mln. een marktconforme grondprijs ontvangt. Daarmee is niet te
achterhalen of er sprake is van een indirecte subsidie.
11 mei 2006 Afrekening grondprijs De gemeente stuurt een factuur aan De Alliantie voor 28% van
de meeropbrengst boven € 11.280.000 omdat de totale
opbrengst van de 31 woningen conform de prijslijst hoger is dan
dit bedrag (€ 11.298.000).
KplusV:
De gemeente is alert op de hogere verkoopprijs omdat dit ook
een hogere opbrengst voor de gemeente inhoudt.
090172 Verkoop grond Naardingerland aan De Alliantie
12 juli 2007 1e taxatie Van Trigt In het eerste taxatierapport komt de taxateur op een residuele
grondwaarde uitgaande van 18 woningen a € 125.000 v.o.n. van
€ 440.000. Er wordt berekend op basis van een onderhandse
verkoopwaarde vrij van huur en gebruik.
25 juli 2007 2e taxatie Van Trigt In het tweede taxatierapport komt de taxateur op een residuele
grondwaarde uitgaande van 18 woningen a € 125.000 v.o.n. van
€ 270.000. Er wordt nu berekend op basis van een onderhandse
verkoopwaarde in verhuurde staat.
KplusV:
De berekeningswijze van de residuele grondwaarde maakt
verschil. Het andere uitgangspunt (in verhuurde staat) is sterk
bepalend voor de waarde. Onduidelijk is wat de achtergrond van
de tweede taxatie is en waarom gekozen is voor het
uitgangspunt van verkoop in verhuurde staat.
Page 29
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 6
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
29 januari 2008 Collegebesluit Het college stemt in met het onderhandelingsresultaat met De
Alliantie voor een grondprijs van € 200.000 voor de "ontwikkeling
locatie Naardingerland t.b.v. woongroep Mozart". Over de taxatie
vermeldt het collegebesluit: "Enerzijds omdat er discussie was
tussen gemeente en De Alliantie over de haalbaarheid van de
door de g emeente aangegeven grondprijs van € 200.000 excl.
btw en anderzijds om elke schijn van staatssteun te voorkomen,
is aan Van Trigt Makelaars opdracht gegeven de grondwaarde
voor de woonvoorziening te taxeren... Een eerste taxatie d.d. 19-
7-2007 gaat uit van een onderhandse verkoopwaarde vrij van
huur en gebruik en komt uit op een bedrag van € 440.000 excl.
btw. Wij menen echter dat er gezien de bijzondere bestemming
van de woonvoorziening geen sprake is van een verkoopwaarde
vrij van huur en gebruik. Immers de woonvoorziening is specifiek
bedoeld voor gebruik door de woongroep Mozart. Op dit
uitgangspunt is door de taxateur een nieuwe, op basis van de
huurprijs van € 95.000 per jaar, herziene taxatie gemaakt die
uitkomt op een bedrag van € 270.000 excl. btw)… De taxateur
geeft overigens aan dat de berekening dient als indicatie; om
een reële grondwaarde te berekenen dient men, naar de mening
van de taxateur, uit te gaan van de waarde vrij van huur en
gebruik in plaats van in verhuurde staat. Gezien het specifieke
karakter van de ontwikkeling zijn wij van oordeel dat van de
taxatie van 25 juli 2007 die op een bedrag van € 270.000 excl.
btw uitkomt moet worden uitgegaan." De gemeente hanteert
vervolgens een ander uitgangspunt dan de taxateur ten aanzien
van de kosten van bouwrijp maken en komt uit op een grondprijs
van € 173.000. Dit wordt de basis voor het
onderhandelingsresultaat van de verkoopprijs van € 200.000. De
gemeente constateert dat men hiermee afwijkt van de eigen
regels: "Omdat e.e.a. niet is gebaseerd op de taxatie, maar
overeenkomt met het bedrag zoals vastgesteld in het
collegebesluit van 6 december 2005, wordt feitelijk afgeweken
van het huidige grondbeleid."
KplusV:
Het college wijkt af van de taxatie die volgens de taxateur het
meest reële beeld geeft: grondwaarde € 440.000. Door andere
uitgangspunten te hanteren komt de gemeente tot een
grondwaarde van € 173.000 en uiteindelijk tot een voor de
gemeente acceptabel onderhandelingsresultaat van € 200.000.
19 maart 2008 Collegebesluit Ingestemd met het onderhandelingsresultaat van € 270.000.
KplusV:
Dit onderhandelingsresultaat van € 270.000 wijkt af van de
€ 200.000 die eerder door het college als acceptabel
onderhandelingsresultaat was benoemd. Dit hogere bedrag komt
doordat De Alliantie bereid was meer te betalen wanneer twee
voorwaarden zouden vervallen. De door de gemeente te
ontvangen grondprijs wijkt nog steeds sterk af van de eerste
taxatie door van Trigt Makelaars waarin wordt uitgegaan van een
residuele grondwaarde van € 440.000.
13 januari 2009 Collegebesluit Verkoop grond tegen € 270.000.
12 maart 2009 Raadsbesluit Conform collegevoorstel besloten (geen wensen of bedenkingen
bij de koopovereenkomst).
Page 30
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 7
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
26 maart 2009 Koop- en realiserings-
overeenkomst
Het overeengekomen koopbedrag is € 270.000 gebaseerd op de
realisatie van 16 (huur)woningen en twee gemeenschappelijke
ruimten ten behoeve van begeleid wonen en 0,6 parkeerplaats
per woning.
KplusV:
Het verschil tussen de 1e taxatie van € 440.000 en het
uiteindelijke verkoopbedrag van € 270.000, te weten € 170.000 is
te zien als een indirecte subsidie van de gemeente aan De
Alliantie. Het is geen verborgen subsidie omdat de raad begin
2008 al kennis heeft kunnen nemen van het collegebesluit van
29 januari 2008.Het college wijkt in deze casus af van het
gemeentelijk grondbeleid. De gemeente is voorafgaand aan de
overeenkomst transparant over het feit dat wordt afgeweken van
het grondbeleid.
080294 Verkoop terrein aan Schuitema
Datum onbekend Overeenkomst
ROW 50091
Overeenkomst tussen de gemeente en Schuitema voor de
aanleg van 4 parkeerplaatsen op gemeentegrond. De gemeente
brengt de helft van de kosten aan Schuitema in rekening en
rekent met een grondwaarde van € 410/m2. Vanwege het
openbare karakter van de parkeerplaats wordt de helft van het
bedrag in rekening gebracht (€ 19.600).
KplusV:
De overeenkomst is ondertekend door de burgemeester
(waarschijnlijk: ongetekende, ongedateerde versie in dossier). Er
is geen collegebesluit aangetroffen over deze
parkeerovereenkomst. Wel bevat het dossier een intern memo
waarin wordt aangegeven dat dergelijke parkeerovereenkomsten
voortaan door de directeur ROW zullen worden ondertekend.
1 mei 2005 Taxatie door Castanea Castanea taxeert in opdracht van de gemeente de grondwaarde
in 2005 op € 560/m2.
26 januari 2007 Collegebesluit Het college besluit de grond te verkopen voor € 560/m2. Dit
levert € 110.320 op. In 2005 heeft Schuitema € 19.600 als
parkeervergoeding betaald voor 4 extra parkeerplaatsen op
gemeentegrond. Dit bedrag krijgt Schuitema terug. De gemeente
betaalt het bouwrijp maken van de grond en de aanleg van 16
parkeerplaatsen: € 40.000.
KplusV:
De gemeente baseert zich op een taxatie door een erkende
taxateur. Deze taxatie is echter uit 2005, terwijl de transactie in
2007 plaatsvindt.
Page 31
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 8
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
9 februari 2007 Koopovereenkomst De koopsom voor het perceel bedraagt € 110.320 (€560/m2).
KplusV:
De grondprijs is gebaseerd op een taxatie door een erkende
taxateur. Daarmee is in beginsel geen sprake van een indirecte
subsidie. Een aandachtspunt is dat de taxatie ten tijde van de
verkoop al bijna twee jaar oud is. Er heeft geen indexering van
de getaxeerde grondprijs plaatsgevonden.
060096 Verkoop terrein 3in1, project De Regentesse
6 september 2005 Stuurgroep 3in1 De stuurgroep besluit dat de grondprijs zal worden berekend
over 92 koopwoningen met een gemiddeld minimale von-prijs
van € 270.000 (excl. parkeervoorziening) en met een quote van
28%.
In een toelichting in het kader van dit rekenkameronderzoek stelt
de gemeente dat "vanuit de gangbare methoden van
grondprijsbepaling van destijds (periode 2000 – 2006) kunnen
we een gehanteerde grondquote alleen relateren aan het toen
geldende grondprijzenbeleid (2001) en de gebruikelijk
gehanteerde grondquotes in Huizen en daarbuiten. Vanuit die
benadering stellen wij vast dat een grondquote van 28% voor de
koopappartementen een volstrekt gangbare was. Dat de quote
(en de verkoopprijs) in ieder geval niet te laag was, blijkt uit het
feit dat de verkoop van de appartementen aanvankelijk
stagneerde. Daarnaast viel de door Bouwfonds berekende
residuele grondwaarde lager uit dan de uiteindelijk gehanteerde
grondquote van 28%."
KplusV:
De gemeente stelt dat met de gehanteerde grondquote een
gangbare prijs werd gerealiseerd. De grondquotebenadering
mag sinds de grondnota uit 2007 niet meer gebruikt worden. Of
sprake is van een indirecte subsidie is niet te bepalen.
090220 Verkoop grond Nautisch Kwartier Huizen
26 augustus 2006 Notitie advocaat M.
Straatman
In deze notitie gaat de advocaat onder meer in op de vraag of de
samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Huizen en
het Nautisch Kwartier Huizen voldoet aan de Europese
staatssteunregels. Deze notitie maakt onderdeel uit (bijlage 4)
van het rapport van Fakton (zie 18 september 2006).
Page 32
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 9
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
18 september
2006
Definitieve second
opinion Fakton
Uit het rapport van Fakton blijkt dat voor het bepalen van de
residuele grondwaarde Fakton uitkomt op € 372.000 (exclusief
btw) per 1 januari 2007 en dat een eerdere taxatie door Arcadis,
op grond van dezelfde methodiek, uitkomt op € 360.000
(exclusief btw). Het rapport maakt duidelijk dat het college
expliciet aan Fakton heeft gevraagd of de waarde marktconform
is. Fakton geeft aan dat het gemiddelde van de bedragen van
Fakton en Arcadis te zien is als marktconform.
KplusV:
Het gaat om de grondwaarde voor het terrein exclusief het
gedeelte voor het museum en de botterwerf. De waardebepaling
is gedaan door bureau Fakton. De grondwaarde is niet bepaald
op basis van marktwaarde, maar op basis van een residuele
grondwaarde. De marktwaarde van de grond is niet bepaald; dat
is voor zover bekend ook niet door de gemeente gevraagd. Later
blijkt dat op voorhand al duidelijk was dat de ondernemers bereid
waren een hoger bedrag te betalen (zie 12 oktober 2006).
De betrokken adviseurs van Fakton zijn niet bekend als
geregistreerde vastgoedtaxateurs. Dat is ten tijde van deze
waardebepaling (voor zover bekend) nog geen eis van de
gemeente. In het op 18 september 2007 vastgestelde
grondbeleid is een taxatie door een beëdigd taxateur wel een
van de grondslagen voor waardebepaling geworden. De
beëdiging van makelaars/taxateurs is in 2001 afgeschaft en
vervangen door een systeem van certificering.
12 oktober 2006 Collegebesluit Collegebesluit over de waardebepaling voor het Nautisch
Havenkwartier: "Nu Fakton concludeert dat de taxatie van
Arcadis op zich correct is, komt de vraag van welke
taxatiewaarde moet worden uitgegaan. Fakton stelt voor uit te
gaan van het gemiddelde van beide taxaties (€ 370.000). De
gemeente is met de ondernemers NHK overeengekomen dat er
voor de ondergrond van het Nautisch Haven Kwartier (oostelijke
en westelijke gedeelte) een waarde geldt van € 428.000 en dat
deze waarde gehanteerd wordt ook als de taxatie lager uitkomt.
Dit bedrag wijkt echter af van zowel het gemiddelde van beide
taxaties als van de hogere taxatie van Fakton. Met Fakton is
besproken dat de gemeente eerder in overleg met de
ondernemers NKH afgesproken heeft van een minimum waarde
van € 428.000 uit te gaan. Volgens Fakton staat het de
gemeente vrij een hoger bedrag te hanteren. Voorgesteld wordt
qua grondwaarde uit te gaan van een waarde van € 428.000.
Hierbij zij opgemerkt dat naast de koopsom voor de ondergrond
door de ondernemers direct en indirect nog andere bedragen
aan de gemeente afgedragen worden."
Uiteindelijk is dit bedrag gesplitst in € 418.000 voor de grond (zie
de KRO op pag. 6) en eenmalig € 10.000 voor de
erfdienstbaarheid/retributie, die beschreven is in artikel B 6 (pag.
4).
KplusV:
Het is opmerkelijk dat na de taxaties door Arcadis en Fakton van
respectievelijk €360.000 en € 372.000 uiteindelijk teruggegrepen
wordt op een eerder overeengekomen bedrag van €428.000.
Over dit overeengekomen bedrag bevat het dossier geen
gegevens. De transactie wordt daarmee ondoorzichtig.
Page 33
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 10
Datum/dossiernr. Document/gebeurtenis Bevinding KplusV
6 augustus 2007 Notitie Fakton,
Koopsom grond
museum
In deze notitie geeft Fakton aan dat de prijs van het stuk grond
bedoeld voor het museum afgerond € 317.000 bedraagt (prijspeil
1-1-2007). Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente de kosten
van bouw- en woonrijp maken van circa € 120.000 voor zijn
rekening neemt. Deze getaxeerde waarde van € 317.000 wordt
geïndexeerd naar het prijspeil op 1-1-2008 en bedraagt
vervolgens € 336.000. Met dit bedrag wordt vervolgens tot en
met de aanbieding van de grond aan De Vrijheid gerekend.
22 januari 2008 Koop- en realisatie-
overeenkomst
Conform de tussen partijen gemaakte afspraken – en in afwijking
van de uitkomst van de taxatie alsmede de uitgevoerde "second
opinion" bedraagt de koopsom voor de grond (exclusief het deel
voor het museum) € 418.000.
KplusV:
Opmerkelijk is dat het bedrag van € 418.000 een stuk hoger ligt
dan de taxatie en de second opinion (door niet gecertificeerde
taxateurs). Deze transactie had onder de Grondnota uit 2007 niet
op deze wijze uitgevoerd kunnen worden, strikt genomen omdat
de taxaties zijn verricht door niet erkende taxateurs. Daarbij is de
transactie met meerdere "taxatie"bedragen en een (hoger)
eerder overeengekomen bedrag ondoorzichtig en niet in lijn met
het streven van de nota om marktconformiteit inzichtelijk te
maken. Of er sprake was van een indirecte subsidie is niet te
bepalen.
26 augustus 2008 Collegebesluit Het is duidelijk dat het Huizer Museum niet in het NKH gevestigd
zal worden. Het college besluit op de voor het Huizer Museum
gereserveerde grond een nautisch, recreatieve en toeristische
bestemming toe te laten. De grond gereserveerd voor het Huizer
Museum wordt aangeboden aan VOF De Vrijheid voor € 336.000
(inclusief bouwrijp maken, exclusief btw). De laatste zin bij de
toelichting op het collegebesluit luidt "Indien de VOF Vrijheid van
dit aanbod geen gebruik maakt, kan de grond aan derden
worden aangeboden tegen dezelfde stedenbouwkundige en
architectonische voorwaarden, maar niet tegen een lagere
grondprijs (dus wel tegen een hogere grondprijs).
KplusV:
De grondprijs voor de grond die voor het museum bedoeld was,
is conform de waardebepaling door Fakton op € 336.000 gesteld.
Page 34
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 11
B. ERFPACHT
922773 Erfpacht algemeen
29 april 1993 Raadsbesluit De raad besluit:
1. Taxatie te hanteren als grondslag voor het systeem van
verkoop van in erfpacht uitgegeven grond.
2. Hierbij de in dit voorstel nader omschreven regels te
hanteren.
3. Het gebied oude haven vooralsnog uit te sluiten van de
mogelijkheid tot omzetting van erfpacht in verkoop, om
redenen genoemd in dit voorstel.
4. Hierover een definitief besluit te nemen zodra de algemene
herziening van het bestemmingsplan van het industriegebied
en omgeving is afgerond.
KplusV:
Taxatie geldt hiermee als grondslag bij verkoop. Dit houdt in dat
bij elke omzetting van erfpacht in koop, de waarde van de grond
getaxeerd zal worden. De taxatie is een advies en niet bindend;
in afwijking van de taxatiewaarde kan een hogere of lagere
waarde worden overeengekomen. Bij geen overeenstemming
blijft de erfpacht gehandhaafd.
2002 Achtergrondinformatie
van de gemeente via
mail
Sinds de begroting van 2002 hanteert de gemeente een
minimumbedrag van € 100 bij symbolische bedragen.
26 september
2006
Collegebesluit Het college besluit de erfpachtcanon voor sportverenigingen vast
te stellen op € 0,11 per m2 met een jaarlijkse inflatiecorrectie en
met een minimum van € 100 per jaar. Het besluit zorgt er voor
dat de historische verschillen tussen de verenigingen TV Huizen,
HLTC De Kuil en Skiclub "Wolfskamer" op termijn verdwijnen.
KplusV:
Met dit besluit stelt de gemeente een beleidskader vast voor de
berekening van erfpachtcanon voor sportverenigingen. Het is
duidelijk dat de nieuwe berekening niet leidt tot een
marktconforme erfpacht. Dat is ook niet de insteek omdat "deze
erfpacht door de vereniging niet is op te brengen en ook
voorbijgaat aan de waarde die de gemeente Huizen hecht aan
sport". Het besluit zorgt voor een uniforme berekening van
erfpacht voor sportverenigingen. Er is met betrekking tot
erfpachtcanon voor sportverenigingen sprake van indirecte
subsidiëring. Dit is een bewust gekozen beleidsuitgangspunt dat
met dit besluit ook formeel is vastgesteld. Er is geen sprake van
verborgen subsidiëring; de raad is op de hoogte.
060255 Sportcomplex Bestevaer
4 oktober 1972 Collegebesluit (en
daarop volgend
raadsbesluit, datum
onbekend)
Met ingang van 1 november 1972 betaalt sportvereniging Huizen
gedurende 50 jaar een jaarlijkse canon van fl. 1,-.
101557 Atletiekvereniging Zuidwal
12 november
1987
Raadsbesluit Circa 680 m2 grond is in erfpacht gegeven aan de
atletiekvereniging Zuidwal tegen een symbolische canon van
fl. 1,- per jaar, met ingang van 1 oktober 1987 met een looptijd
van 25 jaar (tot oktober 2012).
Page 35
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 12
8 juni 2000 Raadsbesluit Aanvullend op het deel wat al in erfpacht is, wordt circa 85 m2
aanvullend in erfpacht gegeven tegen dezelfde canon, eveneens
tot oktober 2012.
KplusV:
Zie ook de canon van Sportcomplex Bestevaer. Hiermee is
duidelijk dat het rekenen van een symbolische canon gebruikelijk
is voor sportverenigingen. De raad is hiervan op de hoogte. Er is
sprake van indirecte subsidiëring, maar niet van een verborgen
subsidie.
010344 Discotheek (Bestevaer 5)
31 augustus 1999 Collegebesluit De nota bij dit besluit beschrijft dat het eerst de bedoeling was
dat de discotheek in het centrum zou worden gevestigd. Na
bezwaren van omwonenden heeft de gemeente besloten om af
te wijken van het oorspronkelijke plan en zijn met de
initiatiefnemer afspraken gemaakt over de realisatie van een
zogenoemde perifere solitaire discotheek. De gemeente is
daarbij in principe bereid om het perceel grond voor de
discotheek om niet ter beschikking te stellen. Tevens zou de
gemeente de kosten van het bouw- en woonrijp maken voor haar
rekening nemen. Het besluit benoemt verkoop van de grond en
uitgifte in erfpacht als mogelijkheden, waarbij de gemeente de
voorkeur heeft voor erfpacht.
KplusV:
Dit besluit schetst de achtergrond van wat uiteindelijk resulteert
in een erfpacht van € 40 per jaar.
13 januari 2000 Raadsbesluit De raad besluit tot uitgifte in erfpacht van een perceel grond van
650 m2 aan de heer mr. G.G.L.F. van Eijl, "zijnde de ondergrond
van een te realiseren discotheekgebouw c.a. en direct daaraan
grenzend terrein", tegen een canon van € 40 per jaar. De
erfpachtuitgifte vindt plaats onder de condities opgenomen in de
erfpachtovereenkomst (zie bij 22 maart 2000).
KplusV:
Er is discussie geweest rond dit dossier. Een canon van € 40 is
niet marktconform. De achtergrond is echter een
vastgoedtransactie. De gemeente wilde de initiatiefnemer
tegemoet komen omdat de discotheek niet – zoals afgesproken
– in het centrum gevestigd kon worden. De gemeente was in
beginsel bereid een alternatief stuk grond om niet over te dragen
om daar te discotheek te vestigen. Er is echter gekozen voor
uitgifte in erfpacht. Terugkijkend is de gemeente tevreden over
de keuze voor erfpacht in plaats van overdracht van het
eigendom.
Page 36
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 13
22 maart 2000 Erfpachtovereenkomst De overeenkomst heeft een duur van 25 jaar en de canon van
€ 40 wordt gedurende de looptijd niet aangepast. Erfpachter is
gehouden op het terrein een discotheek te vestigen. Cafés,
cafetaria's, restaurants, ijssalons en dergelijke zijn niet
toegestaan (artikel 3). De erfpachter moet binnen twee maanden
na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning starten
met de realisatie van de discotheek. Deze termijn kan op
verzoek van erfpachter door het college worden verlengd (artikel
10). Indien de erfpachter niet of niet tijdig voldoet aan de
bouwverplichting, dan is de raad gerechtigd het erfpachtrecht op
te zeggen. Bij verlenging van het erfpachtrecht (na 25 jaar) zal
de canon jaarlijks worden verhoogd met het
consumentenprijsindexcijfer (CBS). Onder voorwaarden kan het
erfpachtrecht worden overdragen.
KplusV:
Op basis van het dossier en de gesprekken met de gemeente is
duidelijk dat de erfpachtovereenkomst nog steeds geldt. De
discotheek is echter niet in bedrijf en staat al jaren leeg.
2009 Diverse brieven (geen
besluiten)
Er is een briefwisseling met de heer Van Eijl in het dossier. Het
dossier bevat geen stukken die duiden op een overdracht van
het erfpachtrecht.
KplusV:
De erfpachtovereenkomst geldt nog steeds. Gezien de historie is
deze erfpachtcanon niet los te zien van andere afspraken. Het
kan niet zonder meer worden gezien als een indirecte subsidie.
Omdat de raad vanaf het begin op de hoogte was, is er in ieder
geval geen sprake van een verborgen subsidie.
101076 Irene Huizen Buitensport
11 maart 2009 Collegebesluit Collegebesluit over de nieuwe erfpachtovereenkomst. De
overeenkomst zorgt voor hogere erfpachtinkomsten voor de
gemeente. Het collegebesluit vermeldt dat een
erfpachtovereenkomst niet voor wensen en bedenkingen aan de
raad hoeft te worden voorgelegd omdat het als een niet
ingrijpende bevoegdheid kan worden beschouwd.
26 maart 2009 Erfpachtovereenkomst De oude canon bedroeg € 6.861 per jaar. In verband met
toekomstplannen en evt. verhuizing wilde Irene Huizen
Buitensport een nieuwe erfpachtovereenkomst.
Er is op verzoek van het bedrijf een nieuwe
erfpachtovereenkomst opgesteld die twee eerdere separate
overeenkomsten vervangt. Het terrein wordt in erfpacht gegeven
voor een periode van 25 jaar, van 1 februari 2009 tot 31 januari
2034. De canon bedraagt tot 30 juni 2013 in totaal € 16.214 per
jaar en wordt daarna verhoogd tot € 33.275 per jaar (nog te
indexeren). De nieuwe canon is bepaald op basis van een
taxatie van de grondwaarde door een bedrijfsmakelaar. Vanaf 30
juni 2013 wordt de canon om de 10 jaar bijgesteld.
KplusV:
Deze nieuwe erfpachtovereenkomst is gebaseerd op een taxatie
die leidt tot een marktconforme canon.
Page 37
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 14
060392 KNRM-station
11 mei 2006 Erfpachtovereenkomst Het betreft de realisatie van een reddingsstation op het aan de
KNRM in erfpacht uit te geven terrein. De KNRM ontvangt van
de gemeente jaarlijks € 12.000 all in voor de huur van ruimten
door de Huizer Reddingsbrigade (HRB). Daarnaast ontvangt de
KNRM van de gemeente jaarlijks € 2.331 voor gebruik door de
gemeente van de sanitairunit. Deze huurprijzen worden jaarlijks
geïndexeerd. De kosten van het schoonmaken zijn eveneens
voor rekening van de gemeente.
De door de KNRM aan de gemeente te betalen canon is
vastgelegd voor 40 jaar (tot eind februari 2046) en bedraagt
€ 100 per jaar.
KplusV:
Deze canon is een symbolisch bedrag. De hoogte is conform het
beleid voor symbolische bedragen, namelijk € 100. Dit is een
indirecte subsidie.
090053 Botterwerf
7 september 2007 Collegebesluit Het college besluit in te stemmen met de erfpachtovereenkomst
tussen de gemeente en Stichting Botterwerf Huizen. De stichting
is in het leven geroepen als onderdeel van het Nautisch Kwartier
Huizen (NKH). Uitgangspunt van de gemeente is dat er geen
financiële bijdrage van de gemeente aan de stichting wordt
verstrekt.
11 september
2007
Erfpachtovereenkomst Het terrein wordt vanaf 1 juni 2007 gedurende 40 jaar, tot 31 mei
2047 in erfpacht gegeven tegen een vaste jaarlijkse canon van
€ 100. Daarnaast dient de stichting een jaarlijkse vergoeding te
betalen aan de gemeente voor kapitaallasten inzake de
kadewand van € 2.850 en voor servicekosten voor de
ligplaatsen. Beide bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
KplusV:
Deze canon is een symbolisch bedrag. De hoogte is conform het
beleid voor symbolische bedragen, namelijk € 100. Dit is een
indirecte subsidie.
100595 Safety Lux, Rokerijweg 8
5 februari 2010 Collegebesluit Besluit om in te stemmen met de verkoop van het erfpachtrecht
van de heer Van der Straten aan de heer De Bruin. Het contract
loopt nog tot 30 november 2030.
De canon bedraagt voor 2010 € 3.263 en wordt per 1 december
2010 herzien.
Page 38
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 15
2 november 2010 Collegebesluit De canon wordt per 1 december 2010 herzien naar € 3.365 per
jaar. Het besluit vermeldt dat het de gemeente duidelijk is dat
deze canon niet marktconform is. De gemeente geeft in het
besluit aan dat dat komt doordat de algemene
erfpachtvoorwaarden 1974 geen ruimte laten voor herziening op
basis van de getaxeerde grondwaarde. Het Burgerlijk Wetboek
laat wel de mogelijkheid open om na 25 jaar de erfpacht te
wijzigen of op te heffen. Maar omdat de nieuwe eigenaar het
perceel pas sinds begin 2010 in gebruik heeft, vindt de
gemeente het niet redelijk om de erfpacht naar een
marktconform niveau te brengen. In het besluit maakt de
gemeente duidelijk dat over 5 jaar de canon herzien wordt
richting een marktconform niveau.
KplusV:
Er is geen marktconforme erfpachtcanon. Dat betekent dat er
sprake is van een indirecte subsidie. Het valt binnen de
bevoegdheid van het college en wordt daarmee niet actief aan
de raad voorgelegd. Omdat dit buiten de raad om gaat, is in
beginsel sprake van een verborgen subsidie.
In de gesprekken in het kader van dit rekenkameronderzoek
geeft de gemeente aan dat over 5 jaar een marktconforme canon
het uitgangspunt is. Lukt dat niet op minnelijke wijze, dan zal
hiervoor een daartoe aangewezen gerechtelijke procedure
worden gevolgd.
C. BIBLIOTHEEK
10 februari 2006 Collegebesluit Afrekening servicekosten bibliotheek 2000-2004
Het collegebesluit vermeldt: "In 2005 is na moeizaam
onderhandelen een akkoord bereikt tussen gemeente en
projectontwikkelaar over de servicekosten. Voor de bibliotheek is
daarbij bepaald dat de servicekosten (exclusief
nutsvoorzieningen) rond € 18.000 per jaar zouden bedragen met
een marge van 5%, exclusief indexering en regelgeving van de
overheid. Voor verdere overschrijdingen zou eerst op initiatief
van de eigenaar overleg worden gepleegd. Maar nog geen jaar
daarna bedragen de servicekosten al € 22.420. Dus ver boven
de afgesproken marge van 5%. Overleg vond niet plaats.
Volgens de toelichting is de overschrijding een gevolg van
verplichte periodieke keuringen van de installaties, maar ik stel
toch voor via de bijgevoegde brief de projectontwikkelaar te
attenderen op de inhoud van de in 2005 gesloten overeenkomst"
KplusV:
Het blijkt dat de eigenaar met betrekking tot de toegestane
verhoging afwijkt van het contract. Het rekenkameronderzoek
naar het Graaf Wichmancomplex (zie hieronder) vermeldt over
het hierboven genoemde contract dat het niet voldoet.
Page 39
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 16
5 december 2006 Rapport rekenkamer Rapportage Onderzoek Graaf Wichman-complex/Bibliotheek,
rapport opgesteld door PRC in opdracht van de
rekenkamercommissie gemeente Huizen.
KplusV:
Het rekenkamerrapport schetst de historie van de servicekosten
voor de bibliotheek. Het contract inzake de servicekosten is in
mei 2005 gesloten, 4,5 jaar na de opening in november 2000. In
die periode is er discussie geweest rond de servicekosten. De
rekenkamer stelt vast: "In het geval van het Graaf Wichman-
complex hadden problemen voorkomen kunnen worden door in
een vroegtijdig stadium afspraken vast te leggen omtrent de
servicekosten. De afhandeling van de servicekosten heeft een
lange tijd in beslag genomen. Dit heeft geleid tot veel ergernis
binnen de gemeente Huizen. Daarnaast is er uiteindelijk een
compromis gesloten, waarover niet iedereen tevreden is" Bij de
aanbevelingen beschrijft de rekenkamercommissie de volgende
reparatiemogelijkheid: "Er is in 2005 een contract gesloten
inzake de servicekosten. Dit contract is echter onduidelijk. Het is
aan te bevelen om de afspraken opnieuw te bevestigen via een
duidelijk contract".
Kortom, ook na het sluiten van het contract over de
servicekosten is er nog onduidelijkheid. De benoemde
onduidelijkheden betreffen:
er bestaat geen duidelijk overzicht met de overeengekomen
leveringen en diensten;
er wordt geen voorschotbedrag (per m2 bvo of vvo per jaar)
genoemd;
in het algemeen geldt dat er onduidelijkheid bestaat over de
verdeelsleutels die voor de verschillende huurders gebruikt
worden;
er ontbreekt nog een duidelijke indexeringsregeling.
Voor een compleet overzicht verwijzen we naar dit eerdere
rekenkamerrapport.
14 augustus 2007 Collegebesluit Besluit over jaarverslag en jaarrekening 2006, begroting 2008
openbare bibliotheek. Het besluit vermeldt: "… dienen we met de
bibliotheek nog de servicekosten over de periode okt. 2005 t/m
december 2006 af te rekenen. In de bijlage geef ik de cijfers
weer. Het komt er netto op neer dat wij van de bibliotheek
€ 27.958 terug te vorderen hebben, op zich weer een meevaller
voor de bibliotheek, omdat de servicekosten toch beduidend
lager zijn uitgevallen dan begroot."
KplusV:
Twee constateringen:
1) In de periode okt. 2005 t/m december 2006 zijn de
servicekosten lager dan door de bibliotheek begroot.
2) De gemeente geeft aan de servicekosten over deze periode
terug te vorderen van de bibliotheek. Daarmee is er geen
sprake van een indirecte subsidie.
Page 40
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 17
2008 Meerjarenbegroting
bibliotheek 2009-2010
"Wei waren en zijn de hoge huisvestingslasten van de
bibliotheek Huizen een punt van zorg. In 2000 betrok de
bibliotheek, op nadrukkelijk verzoek van de gemeente Huizen, de
prachtige nieuwe bibliotheekvestiging aan het Plein 2000. Het
pand is eigendom van een projectontwikkelaar. Met betrekking
tot de jaarlijkse hoge huur- en servicekosten werden afspraken
gemaakt tussen het gemeente- en bibliotheekbestuur, waarbij
het gemeentebestuur nadrukkelijk aangaf de hoge
huisvestingslasten grotendeels voor haar rekening te willen
nemen. De gemeente Huizen ging in 1998 een huurcontract voor
20 jaar aan met de eigenaar van het Graaf Wichmancomplex.
Het bibliotheekbestuur ondertekende een huurcontract met de
hoofdhuurder, de gemeente Huizen."
In de begroting van de bibliotheek zijn voor de jaren 2008, 2009
en 2010 voor de servicekosten bedragen opgenomen.
2009 Programmarekening
2008, gemeente Huizen
De programmarekening benoemt de minder ontvangen
huur/servicekosten van de bibliotheek bij de belangrijkste
verschillen tussen de realisatie en de raming na wijziging zijn:
€ 30.000 minder ontvangen huur/servicekosten openbare
bibliotheek.
KplusV:
Hiermee is duidelijk dat de raad op de hoogte is van de minder
ontvangen huur/servicekosten.
D. GOSEPA
990295
090199
030218
Gosepa: informatie
afkomstig uit meerdere
dossiermappen
14 februari 2002 Raadsbesluit Sinds 1997 maakt Gosepa gebruik van een gebouw van de
gemeente. Dit gebouw wordt op verzoek van de gemeente
gesloopt om ruimte te maken voor zorgwoningen. De raad stelt
een krediet van € 1.034.264 beschikbaar voor realisatie van een
nieuw gebouw voor de Molukse gemeenschap aan Gooierserf
122.
KplusV:
De kapitaallasten die volgen uit de bouw zijn met dit raadsbesluit
bekend bij de raad. Er was al sprake van een indirecte subsidie
doordat Gosepa om niet gebruik maakte van een gebouw van de
gemeente aan de Studiostraat en dat blijft ook zo na de realisatie
van het nieuwe gebouw aan Gooierserf. Later (zie 20 maart
2007) concludeert de gemeente zelf over het raadsbesluit uit
2002: "Deze besluitvorming is een financiële geweest en er is
geen afweging gemaakt ten aanzien van de uit te voeren
activiteiten, de gewenste subsidierelatie en de te stellen
subsidievoorwaarden. Hiervoor was gezien de ervaringen aan de
Studiostraat wel aanleiding geweest."
Page 41
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 18
18 oktober 2002 Overeenkomst exclusief
gebruiksrecht
Op 18 oktober 2002 is een overeenkomst tussen de gemeente
en de Dewan Wijk Huizen (= Molukse wijkraad) ondertekend. Het
betrof de toekenning van het exclusieve gebruiksrecht van het
door de gemeente nieuw te bouwen Moluks
gemeenschapscentrum aan het Gooierserf. Dit exclusieve
gebruiksrecht geldt voor 25 jaar. In de bijbehorende brief van de
gemeente d.d. 3 oktober 2002 is aangegeven dat de gemeente
elke vijf jaar met de stichting Gosepa en de Dewan Wijk Huizen
evalueert of het gebruik van het gebouw nog steeds ten goede
komt aan de hele (Molukse) gemeenschap.
KplusV:
Deze gebruiksovereenkomst maakt (nog) geen melding van
rechten en plichten ten aanzien van huur, onderhoud en andere
exploitatiekosten. Dit duidt erop dat het gebouw van de
gemeente om niet ter beschikking wordt gesteld aan de Molukse
gemeenschap.
19 april 2003 Officiële opening
gebouw
KplusV:
Uit latere stukken (zie ook 20 maart 2007) blijkt dat sinds het
gebouw 2003 in gebruik is genomen, de gemeente de kosten
voor gas, water, elektra, telefoonkosten en de inleenvergoeding
voor de WIW-baan (tot 31 december 2006) betaalt.
30 maart 2005 Concept
gebruiksovereenkomst
gebouw Gosepa
Volgens het begeleidend ambtelijk schrijven d.d. 30 maart 2005
wijkt de overeenkomst af van bestaande overeenkomsten "in de
zin dat het deel van het onderhoud dat normaal door de
gebruiker wordt uitgevoerd, ook door de gemeente wordt
gedaan. Dit past in het afgelopen jaren gevoerde beleid,
terughoudend te zijn met het verstrekken van subsidiegelden
aan de stichting."
KplusV:
De gemeente werd terughoudend in de subsidieverstrekking in
verband met rechtmatigheidseisen.
13 juli 2005 Gebruiksovereenkomst
Moluks gemeenschaps-
gebouw Gosepa +
begeleidende brief
De op 13 juli 2005 ondertekende gebruiksovereenkomst gaat in
op 19 april 2005 en heeft een looptijd van 25 jaar. Onderhoud en
herstel van schade aan het gebouw wordt door de gemeente
uitgevoerd. Er is sprake van gebruiksrecht en niet van verhuur.
De gebruiksovereenkomst maakt dan ook geen melding van aan
de gemeente te betalen huur.
KplusV:
Het om niet ter beschikking stellen van het gebouw is te zien als
een indirecte subsidie. Daarnaast is ook de verplichting van de
gemeente om het onderhoud aan het gebouw uit te voeren te
zien als een indirecte subsidie. De hoogte van de bedragen is
onderstaand weergegeven (zie 20 maart 2007).
De raad is passief op de hoogte gesteld van het collegebesluit
en de gebruiksovereenkomst. Het is daarmee een indirecte en
geen verborgen subsidie.
Page 42
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 19
20 maart 2007 Collegebesluit over
toekomst en beheer van
de Stichting Gosepa
Het college besluit op basis van de notitie Toekomst en beheer
van de stichting Gosepa onder meer te kiezen voor het
toekomstscenario "Zelf beheer". Dit houdt in dat het gebouw in
stand wordt gehouden door de gemeente maar dat de gemeente
geen subsidie meer verstrekt. Het betekent dat Gosepa zelf alle
kosten van de exploitatie gaat dragen en dat de exploitatiekosten
en de activiteitensubsidie die in de gemeentebegroting zijn
opgenomen, vervallen.
De bijlage vermeldt (samengevat) de volgende kosten over
2006:
Activiteitensubsidie, telefoon, elektra et cetera € 24.003,30
Onderhoud € 16.709,00
OZB, rioolrechten, brandverzekering € 3.244,61
Kapitaallasten € 73.141,48
Totaal door gemeente gedragen kosten € 117.098,39
De ambtelijke inzet is geschat op circa 200-300 uur per jaar. De
ingezette uren zijn met name besteed aan het in stand houden
van de moeizame communicatie.
KplusV:
Uit de toekomstverkenning blijkt dat de subsidierelatie tussen de
gemeente en Gosepa al meerdere jaren moeizaam is, met
verdeeldheid in de Molukse gemeenschap, bestuurswisselingen,
beperkte verantwoording van besteding van subsidiegelden en
nauwelijks communicatie met de gemeente.
De kapitaallasten en onderhoud blijken uit de
programmarekening 2006. In beginsel was dit achteraf
inzichtelijk voor de raad. De hoogte van de door de gemeente
gedragen exploitatiekosten bestaande uit telefoonkosten, elektra,
OZB, et cetera was in de Productraming van 2007 en daarvoor
inzichtelijk voor de raad. Er wordt in de productraming een
vergelijking gemaakt tussen begrote en werkelijke subsidie
Gosepa (activiteitensubsidie en exploitatiekosten, telefoon, gas,
water en electra). Daarmee is sprake van een indirecte subsidie
(verschil werkelijk-begroot), maar achteraf bezien niet van een
verborgen subsidie.
23 september
2008
Collegebesluit Zie voor inhoud hieronder bij het raadsbesluit d.d. 18 december
2008.
Bij dit collegebesluit is de checklist uit de Nota Vormen van
gemeentelijke ondersteuning bijgevoegd. Deze maakt melding
van gederfde huurinkomsten.
KplusV:
Met het toepassen van de checklist wordt de raad in de
gelegenheid gesteld een oordeel te vormen over de gederfde
(huur)inkomsten.
Page 43
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 20
18 december
2008
Raadbesluit Na een collegebesluit op 23 september 2008, een bestuurlijk
overleg met Gosepa op 23 oktober 2008, zienswijzen door
Gosepa neemt de raad een besluit. De raad besluit de
exploitatiesubsidie van € 11.640 in twee jaar af te bouwen en de
activiteitensubsidie van € 5.000 met ingang van 2009 te
beëindigen. Het exclusieve gebruiksrecht blijft in stand: Gosepa
kan, zonder huur en onderhoudskosten te hoeven betalen,
gebruik maken van het pand.
KplusV:
De gemeente stelt terecht in het raadsbesluit dat de
exploitatiesubsidie niet conform het begrip subsidiering in het
Awb is. De exploitatiesubsidie is namelijk niet verstrekt ten
behoeve van activiteiten door de aanvrager. De gederfde
huurinkomsten en de door te gemeente gedragen
onderhoudskosten zijn nog steeds te zien als indirecte subsidie.
E. EVENEMENTEN-BELEID
030362
10 juni 2009 Ambtelijk voorstel Kadernota evenementenbeleid
Besluitpunt b: afzien van het heffen van leges en precariorechten
in het kader van het verlenen van vergunningen voor
evenementen
KplusV:
Met ingang van 2010 rekent de gemeente geen leges en
precariorechten voor evenementen. Geschatte
minderopbrengsten zijn € 8.000
22 juni 2009 B&W-besluit Besluitpunt b: conform
1 oktober 2009 Gemeenteraad Besluitpunt b: conform
KplusV:
Door niet meer heffen Leges en Precariorechten vallen in 2009
€ 8.000 aan inkomsten weg. Omdat het aantal evenementen
inmiddels is uitgebreid zal dat bedrag in werkelijkheid hoger zijn
en is in ieder geval niet meer duidelijk welke organisaties van
deze subsidiering profiteren.
Overigens is de wijze waarop in de Kadernota
Evenementenbeleid (H5 pag. 12) de bedragen worden genoemd
die voortkomen uit de praktische faciliteiten die door de
gemeente worden verleend, als zeer transparant te kenschetsen.
Geconstateerd is daarbij dat deze een duidelijke relatie hebben
met de urenmatrix van de buitendienst.
F. DE BOERDERIJ
000636
26 februari 2008 Beschikking Beschikking aan Spant! inzake verlenging budgetovereenkomst
periode1-7-2008 tot 1-7-2012. In beschikking prestatie afspraak
opgenomen inzake het aanbieden van voorstellingsfaciliteiten
aan plaatselijke toneel- en muziekverenigingen en sociaal
culturele organisaties tegen een niet-commercieel tarief. Tevens
wordt ingegaan op de huurovereenkomst tegen een symbolisch
bedrag van € 100 per jaar.
Page 44
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 21
10 september
2009
Brief Spant inzake
resultaat 2008/2009
Financieel resultaat 2008/2009 inclusief overzicht commerciële
voorstellingen
KplusV:
1. Door een symbolische huur van € 100 te vragen wordt niet
inzichtelijk gemaakt hoe hoog de totale kosten zijn die
voortkomen uit de instandhouding van theater De Boerderij.
Daarmee wordt deze instelling dus indirect gesubsidieerd.
Zonder dat dit gevolgen zou hebben voor de betreffende
organisatie had gekozen kunnen worden voor het in rekening
brengen van een markt-conforme huurprijs terwijl tegelijkertijd
de subsidie met hetzelfde bedrag werd verhoogd. Per saldo
geen wijziging in de gemeentebegroting maar wel meer
transparantie in de kosten van de gemeentelijke
voorzieningen
2. In de dossiers is pas vanaf het seizoen 2008-2009 een lijst
aanwezig met gebruikers die in aanmerking kwamen voor het
tarief niet-commercieel gebruik. Daarmee ontbrak het zicht op
de subsidiering (d.m.v. een lagere huur) van sociaal culturele-
en toneel- en muziekverenigingen en is er sprake van
indirecte subsidies.
3. In de beschikking is een nadere omschrijving van de
toepasbaarheid van een niet-commercieel tarief opgenomen.
De tekst: "In het algemeen bedraagt het sociaal culturele
tarief per activiteit ca. 50% van het commerciële tarief" wekt
de indruk dat er ook een andere tariefstelling mogelijk is.
Onduidelijk is of dat het geval is en hoe en voor wie dat dan
toegepast wordt.
4. Er zijn in de beschikbare documentatie geen afspraken
gevonden over prioritering tussen commerciële en niet-
commerciële activiteiten. Veronderstelbaar is dat daardoor
vanuit een exploitatie-belang van Spant! commerciële
activiteiten de voorrang krijgen. Overigens zijn in het
onderzoek geen bewijzen voor deze laatste uitspraak
aangetroffen.
G. THEATER GRAAF WICHMAN
010203
19 september
2000
Ambtelijk voorstel
Inzake start uitbetaling afgesproken prijssubsidie voor door de
gemeente Huizen aan te wijzen lokale verenigingen.
6 december 2004 Ambtelijk voorstel N.a.v. onderzoek van rekencommissie is gebleken dat de
invulling van de 40 avonden die de eigenaar moest realiseren
voor de 3 door de gemeente aangewezen verenigingen
(Ontwaakt, Prinses Irene en Huizer Komedie) niet wordt
waargemaakt.
10 december
2004
Besluit B&W Besluit 40 avonden tegen gereduceerd tarief open te stellen voor
bibliotheek, kunst- en cultuurcafé, eenmalige niet-commerciële
evenementen en scholen. Beoordeling of betreffende activiteit
past binnen doelstelling 'gereduceerd tarief door De Graaf
Wichman.
Page 45
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 22
11 mei 2010 Besluit B&W Contract met exploitant De Graaf Wichman wordt niet
voortgezet. Gemeente heeft geen invloed op welke organisaties
gebruik maken van gereduceerd tarief. Exploitant heeft
afgelopen jaren niet altijd verantwoording afgelegd over
toewijzing.
(NB. Toneelvereniging Ontwaakt en muziekvereniging Prinses
Irene worden vanaf 2011 op individuele basis gefaciliteerd voor
totaal maximaal 20 voorstellingen tegen een bedrag van max
€ 40.000 per jaar).
KplusV:
In periode 2004 -2010 heeft de gemeente geen invloed gehad op
gebruik gereduceerd tarief. Dat betekent dat organisaties
gesubsidieerd zijn die misschien volgens de gemeente normaal
gesproken niet voor subsidiering in aanmerking gekomen
zouden zijn. Omdat inzicht ontbreekt (door ontbreken opgave
van exploitant) kan er sprake zijn van verborgen subsidiering.
H. SCHOOL-ZWEMMEN
000372 Sportcentrum De Meent
KplusV:
Beoordeling op basis van gesprekken. De informatie daaruit is
opgenomen in de hoofdtekst (nauwelijks stukken in dossier).
I. VERHUUR
080323 Stichting Gebruikers
Dienstencentrum
23 mei 2008 Ambtelijk voorstel Voorstel inzake gebruik Dienstencentrum en relatie met Stichting
gebruikers dienstencentrum (SGD). Ambtelijk voorstel is om het
Dienstencentrum blijvend beschikbaar te stellen voor SGD en
voorziet in een 2-tal alternatieven voor vastleggen relatie tussen
gemeente en SGD:
1. O.b.v. een gebruiksovereenkomst het Dienstencentrum om
niet ter beschikking te stellen waarmee tevens de subsidiering
wordt beëindigd.
2. Voortzetten van een subsidie- en huurrelatie.
In verband met transparantie en inzichtelijkheid van de
gemeentelijke bijdrage aan instellingen wordt geadviseerd de
subsidierelatie en de huurrelatie te handhaven.
2 juni 2008 B&W-besluit College van B&W kiest voor gebruiksovereenkomst, zonder
nadere argumenten.
Page 46
14 juni 2011
Ons kenmerk 1011458-022/mmu/aoo
Pagina 23
24 november
2008
B&W-besluit College van B&W stemt in met gebruiksovereenkomst met SGD
inzake gebruik Dienstencentrum.
KplusV:
Het is bijzonder dat de bestaande transparante subsidierelatie en
huurrelatie met SGD wordt 'ingeruild' voor een gebruiks-
overeenkomst. Dit mede in relatie met het gemeentelijk beleid
om in het kader van alle vormen van gemeentelijke
ondersteuning iedere gemeentelijke bijdrage transparant te
presenteren.
Daarnaast is een gebruiksovereenkomst minder geschikt om
harde afspraken te maken over het gebruik van een gebouw en
de daarin te organiseren activiteiten in vergelijking met een
subsidiebeschikking.
In de dossiers ontbreekt zicht of de gemeenteraad expliciet op
de hoogte gebracht is van dit besluit. Wel is de aanhangende
begrotingswijziging behandeld in de raadsvergadering van 29-9-
08.
In de dossiers is geen bewijs aangetroffen voor uitvoering van de
motie van de gemeenteraad uit de begrotingsraad 2007 (oktober
2006) waarin gevraagd wordt aan de raad te rapporteren in
hoeverre de inhoud van de werkplannen 2008 e.v. van SDG nog
aansluiten op de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
van ouderen.
060245 Verhuur Schokker 2
14 januari 2010 Brief aan de heer
M. Linders
De heer Linders (beeldend kunstenaar) krijgt van het college van
B&W toestemming voor het gebruik van de voormalige
peuterspeelzaal voor een periode van maximaal 1 jaar. Hij is
daarvoor geen huur verschuldigd en betaalt alleen voor de
nutsvoorzieningen.
KplusV:
Door geen huur te vragen voor het gebruik van de betreffende
accommodatie (overigens terecht vanuit het oogpunt van
toekomstige herontwikkeling van het betreffende gebied) is er
sprake van een indirecte financiële bijdrage aan de heer Linders.
Immers over het algemeen zal een beeldend kunstenaar voor
het pand dat voor uitoefening van het vak gebruikt wordt huur
moeten betalen.
10709 Verhuur Kotter 25
12 oktober 2009 B&W voorstel Het college van Burgemeester en Wethouders besluit de
Vereniging Vogelvreugd en de Voedselbank toestemming te geven
voor het gebruik van een leegstaand schoolgebouw. Beide
instellingen zijn daarvoor geen huur verschuldigd en betalen alleen
voor de nutsvoorzieningen.
KplusV:
Door geen huur te vragen voor het gebruik van de betreffende
accommodatie (overigens terecht vanuit het oogpunt van
toekomstige herontwikkeling van het betreffende gebied) is er
sprake van het indirect subsidiëren van beide organisaties.
Normaal gesproken zouden zij bij het gebruiken van een
accommodatie huur moeten betalen.