Top Banner
Provided by Volvo Trucks
305

Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Jan 26, 2023

Download

Documents

Khang Minh
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 2: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

BESTE VOLVO-EIGENAAR!Van harte gefeliciteerd met uw nieuwe truck en hartelijk dank voor uw vertrouwen! Wehopen dat u vele jaren plezier en profijt van uw truck zult hebben.Deze bestuurdershandleiding bevat informatie op maat, speciaal afgestemd op uwtruck. In de bestuurdershandleiding staat de uitrusting van de truck beschreven. Ookworden de vereiste werkzaamheden voor verzorging en onderhoud weergegeven,evenals tips voor veilig en zuinig rijden. Voor een optimaal profijt van de functionaliteitvan uw truck, raden wij u aan onze adviezen en tips ter harte te nemen.Een garantieboekje en een onderhoudsdocument voor de bestuurder zijn alsaanvulling op de bestuurdershandleiding meegeleverd. Als de truck is uitgerust meteen tachograaf, treft u ook instructies aan voor het gebruik daarvan.De bestuurdershandleiding is zowel specifiek voor het chassis als met demotrucks inwebformaat beschikbaar via de volgende website:http://drivershandbook.volvotrucks.comAls u vragen hebt of meer wilt weten over uw truck, neem dan contact op met uwVolvo-dealer.

©2012 Volvo Trucks, Göteborg.Het zonder schriftelijke toestemming van Volvo Trucks reproduceren van de inhoudvan deze bestuurdershandleiding, geheel of gedeeltelijk, is wettelijk verboden.

Page 3: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Volvo Action Service- 24-uurs hulp bijpech onderwegVolvo Action Service biedt hulp bij pech onderweg, 24 uur perdag en zeven dagen per week. Dankzij de ondersteuningvanuit ons uitgebreide netwerk in heel Europa kunnen we uhulp bieden bij reparaties aan uw truck en trailer, carrosserie,koel- en vriesinstallatie en banden.

Het gebruik van Volvo Action Service

1. Druk de knop in of bel onsAls u onderweg problemen ondervindt, druk dan gewoon deknop op het dashboard in en houd deze drie seconden langingedrukt.U wordt verbonden met de telefonische helpdesk van VolvoAction Service. Onze medewerkers staan u in uw eigen taal* tewoord en kunnen direct de gegevens en de exacte locatie vande truck bekijken.OfBel ons, of u in uw eigen land bent of in het buitenland. Detelefoonnummers vindt u op de volgende bladzijde.Geef de volgende informatie door als u hulp wilt bij pechonderweg:• Voertuiggegevens, zoals het chassisnummer.• Storingssymptomen en eventuele bijbehorende foutcodes.• Uw geografische locatie, bij voorkeur met GPS-coördinaten

(als de truck geen verbinding heeft).• Betalingsdetails.

*We spreken 18 verschillende talen

Knop voor pech onderweg

2. Case-coördinator wordt ingeschakeld.U wordt verbonden met een case-coördinator (bij onzemeertalige helpdesk) die uw contactpersoon blijft totdat uwcase is afgesloten. De coördinator houdt u van de gang vanzaken op de hoogte.

3. Zodra we het eens zijn, gaan we aan de slag.Zodra we alle vereiste informatie hebben over de storing en debetaling is geregeld, nemen we contact op met de meestgeschikte Volvo-garage. Deze zal de vereistereparatiewerkzaamheden voor u uitvoeren.Als reparatie niet mogelijk is op de plek waar uw voertuig staat,regelen we een sleepvoertuig en wordt de reparatie uitgevoerdin de werkplaats.

4. Wanneer het werk is afgerond.De case-coördinator zal de case verder afhandelen totdat hetvoertuig weer op de weg is. Zodra het werk is afgerond zal de

Page 4: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

monteur contact opnemen met de case-coördinator en dezeeen statusrapport toezenden.Uw bedrijf ontvangt dan de rekening van de plaatselijke dealer,tenzij anders is overeengekomen.

Page 5: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Telefoonnummer van Volvo Action ServiceBel het gratis nummer voor het land waarin u zich momenteelbevindt.Land Telefoonnummer Land TelefoonnummerOostenrijk 0800 29 89 64 Ierland 1800 55 32 07

1800 70 92 92***België 0800 159 45 Kazachstan (naar Gent) 8 800 1000 7788*****

88 002 007 766Wit-Rusland 8 820 0321 0003****

8 800 1000 7788*****Luxemburg 0800 2560

Zwitserland 0800 55 11 78 Noorwegen 800 114 06Tsjechië 0800 18 72 93 Nederland 0800 022 52 41Duitsland 0800 181 03 00 Portugal 800 80 50 32Denemarken 800 101 57 Polen 00800 321 12 01Spanje 900 99 32 47

900 98 32 51*Roemenië 0800 88 65 86

Frankrijk 0800 90 75 18 Rusland 8 800 333 74008 800 100 7799*****

Finland 0800 11 32 02 Zweden 020 79 58 27Groot-Brittannië 0800 89 88 39

0800 92 92 92**Turkije 00800 329 13 22

Griekenland 00800 321 23 22 Oekraïne (naar Gent) 8 800 502 9710*****800 501 194

Hongarije 06800 123 61 Alle overige landen 00 32 9 255 67 11(geen gratis nummer)

Italië 800 87 83 56* Alleen voor gebruik door ES-klanten in ES.** Alleen voor gebruik door GB- en IE-klanten in GB.*** Alleen voor gebruik door IE- en GB-klanten in IE.**** Werkt alleen via het vaste telefoonnet, niet met mobiele telefoon.***** Alleen te gebruiken door BY-, KZ-, RU- en UA-klanten in BY, KZ, RU en UA

Page 6: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INHOUDSOPGAVE

01 InleidingSymbolen............................................ 2Belangrijke informatie......................... 3

02 TIPS BIJ HET RIJDENBestuurdersomgeving......................... 8Starten.............................................. 10Rijden in stedelijk gebied.................. 12Laden en lossen................................ 14Rijden op de snelweg........................ 16Rijden in de bergen........................... 18Rijden op gladde wegen................... 20Rijden in de winter............................ 22Rijden in lucht vol stof en rook.......... 24Rijden in de regen............................. 26Parkeren........................................... 28Brandstof tanken............................... 30Vervoer op veerboten....................... 32Service en onderhoud....................... 34

03 VEILIGHEIDVeiligheidsgordel............................... 38Rookmelder....................................... 39Brandveiligheid................................. 40Waarschuwingsfunctie bijachteruitrijden................................... 42

Page 7: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INHOUDSOPGAVE

04 SLOTEN EN ALARMPortiersluiting.................................... 46Afstandsbediening............................ 48Frontklep........................................... 50

05 BESTUURDERSOMGEVINGOverzicht........................................... 54Instrumenten..................................... 56Displays............................................ 63Persoonlijke instellingen................... 73Stuurwiel........................................... 74Schakelaars...................................... 76Schakelaar........................................ 83Klimaat.............................................. 86Interieurverlichting............................. 91Stoelen.............................................. 92Verblijven.......................................... 94Elektrische aansluiting...................... 95Zonnescherm.................................... 96Dakraam........................................... 97Opbergen.......................................... 98

06 STARTEN EN RIJDENStroomvoorziening.......................... 102Dagelijkse inspectie van de truck.... 104Starten............................................ 106Brandstof tanken............................. 109Versnellingsbak............................... 111Remmen, handbediende functies... 128Remmen, automatische functies..... 132Sperdifferentieel.............................. 134Cruise control.................................. 137Adaptieve cruise control.................. 139Systeem voor bestuurderondersteuning........................................................ 145Inleiding bij luchtvering.................... 155Rijden met een truck met luchtvering..157Vervoer op veerboten..................... 160

Page 8: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INHOUDSOPGAVE

07 EXTERNE APPARATUURReservewiel.................................... 164

08 LADEN, LOSSEN EN WERKENTrailer, aankoppelen....................... 168Laden en lossen.............................. 169Lastindicator.................................... 174

09 INFOTAINMENTInfotainment, overzicht.................... 180Radio............................................... 182Cd-speler........................................ 186Mediaspelers................................... 188Audio-instellingen............................ 191Bluetooth®...................................... 192

Page 9: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INHOUDSOPGAVE

10 BRANDSTOF- EN EMISSIEREGELINGDieselbrandstof............................... 198Reiniging van uitlaatgassen SCR... 202Dieselroetfilter................................. 206

11 ONDERHOUD EN SERVICEInleiding........................................... 210Uitrusting......................................... 211De cabine kantelen......................... 213Voertuigreiniging............................. 215Gemakkelijke reparaties................. 219Wielen en banden........................... 227Klimaatregelsysteem....................... 233Brandstofsysteem........................... 234Aandrijfriemen................................. 237Elektrisch systeem.......................... 238Smering........................................... 249Luchtfilter........................................ 260Koelsysteem................................... 261Remsysteem................................... 263Specificaties.................................... 265

12 ACTIE IN NOODGEVALLENEvacuatie in een noodgeval............ 274Servicepaneel, openen in eennoodsituatie..................................... 275Slepen............................................. 276Luchtvering in vergrendelde modus..278Starten in een noodgeval................ 279EHBO en hulpmiddelen voorverkeerswaarschuwing................... 281Vrijgeven parkeerrem...................... 282Defect in parkeerremhendel............ 284Werking in een noodgeval,versnellingsbak............................... 285Versnellingsbak, starten zonderluchtdruk......................................... 286Noodfunctie van remsysteem......... 287

Page 10: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 11: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

01

Inleiding

Page 12: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Symbolen

SymbolenU kunt op uw truck de volgendesymbolen aantreffenDe symbolen hebben de volgendebetekenis:

Gebruik een veiligheidsbril.

Buiten het bereik van kinderen houden.

Vermijd vonken en open vuur.

Lees de informatie in de chauffeurshandleiding.

Corrosief

Explosiegevaar

01In

leid

ing

2 B 774595

Page 13: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Belangrijke informatie

Lees debestuurdershandleidingDe inhoud van debestuurdershandleiding is afhankelijkvan de opties, systemen en functieswaarmee de truck is uitgerust (zgn.chassisregeling). Onderaan op elkebladzijde is het chassisnummer van detruck vermeld. Door de chassisregelingheeft de bestuurdershandleidingspecifiek betrekking op de truck met ditchassisnummer. Daarom moet dezehandleiding ook worden opgeborgen inde bijbehorende truck.Neem deze bestuurdershandleiding doorvoordat u het eerst met de truck gaatrijden. Dat is de beste manier om kenniste maken met alle functies en uitrustingvan de truck en om deze op de juistemanier te gebruiken.De inhoudsopgave voorin de handleidinggeeft een overzicht van dehoofdstukindeling en de inhoud. In hetalfabetische register achterin dehandleiding kunt u gericht zoeken naarspecifieke kenmerken of functies.

Speciale aanduidingenIn de bestuurdershandleiding staan bijtekst die waarschuwt of om aandachtvraagt de volgende aanduidingen die deernst ervan aangeven.

GEVAARGeeft een mogelijk gevaarlijke situatie aandie, als deze niet wordt vermeden, zalleiden tot dodelijk of ernstig lichamelijkletsel.

WAARSCHUWINGGeeft een mogelijk gevaarlijke situatie aandie, als deze niet wordt vermeden, kanleiden tot dodelijk of ernstig lichamelijkletsel of schade aan het product.

VOORZICHTIGGeeft een mogelijk gevaarlijke situatie aandie, als deze niet wordt vermeden, kanleiden tot gering of matig lichamelijk letselof schade aan het product.

NBVestigt de aandacht op een situatie, eengebruikswijze of bepaaldeomstandigheden.

MenutekstWanneer in de tekst verwezen wordtnaar een van de menu's, staat dezoekstructuur weergegeven in een tabel.

BestuurdersinfodisplayHoofdmenu 1

Submenu 2Submenu 3

01In

leid

ing

3 B 774595

Page 14: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Belangrijke informatie

LVD-systeem (Loggedvehicle data)De truck is uitgerust met een elektrischsysteem dat allerlei informatie opslaatover de truck en het gebruik ervan.Opgeslagen worden onder andere degereden afstand, rijsnelheid,brandstofverbruik, geselecteerdeversnelling en het motortoerental.Deze informatie wordt doorgezondennaar Volvo Trucks en wordt gebruikt voorproductontwikkeling en kwaliteitszorg.Volvo Trucks en erkende Volvo-garageszullen deze informatie gebruiken.Met vragen over het gebruik van deinformatie kunt u terecht bij uw erkendeVolvo-garage of bij de marketingafdelingvan Volvo.

InrijdenTijdens de eerste 500 km rijden moet deaandrijflijn van de truck niet zwaarworden belast, omdat tandwielen dankunnen blootstaan aan abnormaal hogetemperaturen.ONTHOUD dat de truck na eengebruikstijd van 4 weken of bij eenkilometerstand van 10.000 km, wat zichhet eerst voordoet, moet wordenafgeleverd voor eengarantieonderhoudsbeurt. (Bij in Europagefabriceerde voertuigen wordtgarantieonderhoud alleen aangebodenbij trucks met vierwielaandrijving)

Tijdelijk verminderduitgangsvermogenOnder zware rijomstandigheden, zoalsbij hoge temperaturen, hogemotortoerentallen en een zwarebelading, kan de temperatuur in hetuitlaatsysteem extreem hoog worden. Indergelijke gevallen wordt hetbeveiligingssysteem van de motorgeactiveerd en het afgegeven vermogentijdelijk verminderd. Het normaleuitgangsvermogen wordt weer geleverdzodra de temperatuur is gedaald.Neem contact op met een erkendeVolvo-garage als de motor nietterugkeert naar het naar normaleuitgangsvermogen.

01In

leid

ing

4 B 774595

Page 15: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 5 B 774595

Page 16: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 17: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

02

TIPS BIJ HET RIJDEN

Page 18: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bestuurdersomgeving

• Doe altijd de veiligheidsgordel om• Stel de bestuurdersstoel en de spiegels in op

de beste rijpositie• Gebruik de opbergvakken in de cabine

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

8 B 774595

Page 19: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bestuurdersomgeving

BestuurdersomgevingWerk veilig en doe daarom altijd de veiligheidsgordelom. Denk eraan dat dit in veel landen wettelijkverplicht is.

LichaamshoudingBelangrijk is dat u tijdens het rijden comfortabel zit eneen goed zicht hebt op de weg. Uw armen en rugmoeten kunnen ontspannen en een natuurlijke positieaannemen. Neem daarom voor u gaat rijden even detijd om de spiegels, het stuurwiel en de stoel in testellen in de beste rijstand.Als u lange afstanden rijdt, ga dan regelmatigverzitten om uw lichaamshouding aan te passen.Vergeet niet dat u op een ongelijkmatig wegdek meerrisico loopt op rug- en nekletsel als u achterovergeleund zit. Zet daarom de rugleuning en dehoofdsteun rechtop als u over een ongelijkmatigwegdek rijdt.

KlimaatregelsysteemU kunt de luchtrecirculatiefunctie van hetklimaatregelsysteem gebruiken om de temperatuur inde cabine snel te verhogen of te verlagen.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

9 B 774595

Page 20: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten

• Vermijd koud starten• Warm de truck op door te rijden met een laag

toerental, niet door de motor stationair te latendraaien

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

10 B 774595

Page 21: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten

StartenLet bij het wegrijden met uw truck op de volgendepunten om slim te starten, brandstof te besparen ende slijtage aan de truck te beperken.

Vermijd koud startenLaat een koude motor nooit draaien met een hoogtoerental. Warm de motor op door rustig te rijden meteen laag motortoerental, niet door de motor stationairlaten draaien terwijl de truck stilstaat.

De beste manier om weg te rijdenControleer het elektronisch systeem door hetrempedaal iets in te drukken. Als u deze test nietuitvoert, zal cruise control niet werken.

Wegrijden op een hellingZet de hellingremfunctie aan om de truck tegen tehouden op het moment dat u wegrijdt.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

11 B 774595

Page 22: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in stedelijk gebied

• Plan uw rit• Gebruik de spiegels en de richtingaanwijzers• Let extra op minder goed beschermde

weggebruikers

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

12 B 774595

Page 23: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in stedelijk gebied

Rijden in stedelijk gebiedIn stedelijke gebieden zijn er verschillende manierenom zo efficiënt en zuinig mogelijk te rijden.

Slim rijdenAls u in een stedelijk gebied rijdt, is het vooralbelangrijk uw rit goed te plannen en onnodig stoppente voorkomen. U bespaart brandstof en ontziet hetbedrijfsremsysteem door zoveel mogelijk gebruik temaken van de hulpremmen van de truck. Als ubeschikt over cruise control, gebruik deze functie danbij voorkeur niet in druk verkeer. Als u cruise controlop een verkeerde manier gebruikt, moet u onnodigvaak remmen en optrekken en verhoogt u zo hetbrandstofverbruik.

Let extra op 'kwetsbare' weggebruikers!Er gebeuren nog te veel ernstige ongevallen waarbijtrucks en 'kwetsbare' weggebruikers als fietsers envoetgangers betrokken zijn. Met goed afgesteldebuitenspiegels zorgt u voor een goed zicht rondom uwvoertuig. Wees wel bedacht op de dode hoeken aande voor- en achterkant van de truck, evenals die aande bijrijderzijde.

Waarschuwingsfunctie bij achteruitrijdenUw truck is uitgerust met een waarschuwingsfunctiebij achteruitrijden die helpt om ongevallen tevoorkomen. Zorg dat deze functie altijd ingeschakeldis. De signaaltoon van de waarschuwingsfunctie bijachteruitrijden kunt u instellen op hoog, laag of stil(waarschuwingsfunctie uitgeschakeld). Zet dewaarschuwingsfunctie alleen uit in een niet-openbareomgeving en waar dit volkomen verantwoord is.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

13 B 774595

Page 24: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

• Zet de lading stevig vast• Gebruik de geheugenfunctie van het

luchtveersysteem voor de laadhoogten enrijhoogten

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

14 B 774595

Page 25: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Laden en lossenU kunt het laden en lossen vergemakkelijken en uzelftijd en werk besparen door het luchtveersysteem vande truck te gebruiken.

Laden van zware ladingWanneer u een zware lading snel wilt lossen moet hetluchtveersysteem in de laagste stand worden gezet,anders kan de wielophanging beschadigd raken.Nadat de truck geladen is of als u de rijhoogte hebtgewijzigd, moet bij een truck met verstelbarekoplampen de stand hiervan worden aangepast aande nieuwe omstandigheden. U hebt zo beter zicht opde weg en voorkomt dat andere weggebruikersverblind raken.

Vastzetten van ladingZet lading altijd vast, om zo ongevallen en schade aanmaterieel en voertuigen te voorkomen. Een vuistregelis dat de lading aan de voorkant minstens wordtvastgezet met een kracht gelijk aan het totale gewichtvan de lading. Aan de achterkant en de zijkantenhoort de lading met een kracht van minstens de helftvan het ladinggewicht te worden vastgezet.

TrailerremWanneer u een trailer aankoppelt, gebruik dan detrailerrem bij het aanpassen van de stand van dekoppelschotel. Controleer of de trailer correct isaangekoppeld.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

15 B 774595

Page 26: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden op de snelweg

• Plan uw rit• Pas uw snelheid aan en houd deze zo constant

mogelijk.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

16 B 774595

Page 27: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden op de snelweg

Rijden op de snelwegEr bestaan allerlei manieren om op een snelwegefficiënt en zuinig te rijden. Van belang is om uw ritgoed te plannen.Vergeet niet dat het brandstofverbruik hoger is opwegen met veel opwaartse hellingen en bochten.

Cruise controlDe cruise control van de truck is een effectiefhulpmiddel om een constante snelheid aan te houden.Als u de cruise control gebruikt, wen uzelf dan aan omdeze uit te schakelen met een van de voetpedalen. Ineen kritieke situatie kunt u dan automatisch en met zomin mogelijk handelingen reageren.De adaptieve cruise control helpt bij het handhavenvan een vaste volgafstand ten opzichte van devoorligger. Het wordt voornamelijk gebruikt opsnelwegen en doorgaande wegen.

Aangepaste rijsnelheidHet aanhouden van een goed aangepaste rijsnelheidis van groot belang. Bij een hogere rijsnelheid neemtde weerstand door rijwind toe en dus ook hetbrandstofverbruik. Onthoud dat bij een verdubbelingvan de rijsnelheid de weerstand door rijwind meteenverviervoudigt. U kunt de rijwindweerstand van detruck en dus het brandstofverbruik beperken doorgebruik te maken van het spoilerpakket van Volvo.

Waarschuwing voor op- en terugschakelenAccelereer zo snel mogelijk naar de gewenstesnelheid. We raden aan om tijdens de rit op detoerenteller te letten en het motortoerental binnen degroene zone op de teller te houden. Maak gebruik vande trekkracht van de motor bij lage toerentallen. Met

deze rijtechniek bespaart u brandstof en vermindert ude slijtage aan de motor en de versnellingsbak. Houder rekening mee dat het brandstofverbruik toeneemtals u erg vaak schakelt.

Gebruik de hulpremmenU kunt de slijtage aan de bedrijfsremmen van de truckbeperken door gebruik te maken van de hulpremmen.Als u tijdens het rijden alleen de hulpremmen gebruikt,wordt geadviseerd om van tijd tot tijd ook debedrijfsremmen te bedienen. U gaat zo de vormingvan aanslag op de remvoeringen tegen die ten kostekunnen gaan van het remvermogen.U kunt voor gedoseerd remmen ook de functie 'brakeblending' gebruiken. Bij 'brake blending' worden debedrijfsremmen ondersteund door de hulpremmen.

RolweerstandRolweerstand speelt een belangrijke rol in uwbrandstofverbruik. Het gebruik van correcte, goedaangepaste banden is van groot belang en ook moetde correcte bandspanning worden aangehouden.Controleer de bandspanning minstens elke 14 dagen.Bij een verkeerde bandspanning nemen debandslijtage en het brandstofverbruik toe. Laat dewielasinstellingen regelmatig controleren in eenerkende Volvo-garage.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

17 B 774595

Page 28: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de bergen

• Geef gas op een opwaartse helling• Laat de truck zo mogelijk vrij uitrollen

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

18 B 774595

Page 29: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de bergen

Rijden in de bergenDe rijtechniek die u in heuvelachtig gebied toepast isdoorslaggevend voor het brandstofverbruik.

Omhoog rijdenWanneer u een opwaartse helling nadert, probeer uwrijsnelheid dan te handhaven. De motor kan danharder werken en u bereikt de top van de heuvel snel.Laat het gaspedaal vlak voor de heuveltop opkomen,zodat de truck vervolgens vrij uitrollend de heuveltop"neemt". Als u naar een andere versnelling schakelt,let dan vooral op de toerenteller in plaats van hetmotorgeluid. Zorg dat het motortoerental binnen degroene zone op de teller blijft en gebruik de trekkrachtvan de truck bij lage toerentallen.

Neerwaartse hellingenOp een neerwaartse helling moet u gasgevenvermijden. Het is dan juist beter om de truck vrij telaten uitrollen, zodat de snelheid wordt vergroot.Beheers de rijsnelheid op een neerwaartse hellingmet de hulpremmen van de truck. Maak er eengewoonte van uw voet helemaal van het gaspedaal tehalen als de truck vrij uitrolt. Gebruik cruise control inheuvelachtige gebieden liever zo min mogelijk, wanthiermee kan het brandstofverbruik toenemen.

Automatische versnellingsbakU kunt de kick-downfunctie van de versnellingsbakgebruiken om over het maximale motorvermogen tebeschikken, bijvoorbeeld bij het bestijgen van eensteile helling. De versnellingsbak schakelt danautomatisch terug.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

19 B 774595

Page 30: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden op gladde wegen

• Pas uw rijsnelheid aan naargelang het wegdek• Gebruik de hulpsystemen van de truck op

moeilijk berijdbare wegen

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

20 B 774595

Page 31: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden op gladde wegen

Rijden op gladde wegenHoewel uw truck is uitgerust met verschillendefuncties voor een beter rijgedrag op gladde wegen, ishet aanpassen van uw snelheid aan dewegomstandigheden nog altijd de belangrijksteveiligheidsfactor.

TCSTCS is een systeem dat wielslip automatischvoorkomt. Als u in sommige situaties de wielen juistextra wilt laten slippen, kunt u gebruik maken van defunctie "Off-road TCS". Vergeet niet om deze functieweer uit te zetten zodra u het gladde oppervlakverlaat.

SperdifferentieelOp een zeer gladde ondergrond kunt u hetsperdifferentieel inschakelen. De wielen worden danmet dezelfde snelheid aangedreven. Rijd welvoorzichtig als het sperdifferentieel is ingeschakeld.Vergeet niet om deze weer uit te zetten zodra u hetgladde oppervlak verlaat. Als u op een stevigeondergrond rijdt met het sperdifferentieelingeschakeld, riskeert u beschadiging van deaangedreven assen en de wielen.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

21 B 774595

Page 32: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de winter

• Zorg dat de voorruit koud blijft, zodat desneeuw op de ruit niet smelt

• Zorg ervoor dat u goed zicht hebt• Pas uw snelheid aan• Gebruik sneeuwkettingen of vergelijkbare

middelen

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

22 B 774595

Page 33: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de winter

Rijden in de winterOm onder winterse omstandigheden te kunnen rijdenbeschikt u over diverse functies.Voor nadere informatie, zie Rijden op gladde wegenop pagina 21.

KlimaatregelsysteemAls de ruiten beslaan of aanvriezen, kunt u deruitverwarmingsfunctie van de airconditioninggebruiken om de ruiten schoon te maken. U kunttijdens sneeuwbuien bijvoorbeeld alleen deluchtventilatieroosters bij de vloer geopend houden,om zo te voorkomen dat de sneeuw op de voorruitsmelt en vervolgens in de rijwind meteen aanvriest.IJs of sneeuw op de buitenspiegels verwijdert u heteenvoudigst door de spiegelverwarming in teschakelen.

SneeuwkettingenAls u sneeuwkettingen moet gebruiken, onthoud dandat u sneeuwkettingen aan de vooras alleen gebruiktaan de bijrijderzijde, om schade aan deverbindingsstang aan bestuurderszijde te voorkomen.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

23 B 774595

Page 34: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in lucht vol stof en rook

• Gebruik de recirculatiefunctie• Zet de rookmelder in de cabine tijdelijk uit

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

24 B 774595

Page 35: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in lucht vol stof en rook

Rijden in lucht vol stof en rookAls u in een erg stoffige omgeving rijdt, kunt u derookmelder in de cabine tijdelijk uitzetten. Gebruik dande functie voor luchtrecirculatie in de cabine om stofof ongewenste lucht buiten te houden. Gebruik deluchtrecirculatie alleen kortdurend. Reinig debinnenkant van de voorruit van tijd tot tijd met eengewoon ruitreinigingsmiddel.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

25 B 774595

Page 36: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de regen

• Zorg ervoor dat u goed zicht hebt• Pas uw snelheid aan• Controleer de profieldiepte van de banden

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

26 B 774595

Page 37: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden in de regen

Rijden in de regenAls u in de regen rijdt, zijn goed zicht en eenconstante, geschikte rijsnelheid van groot belang.Gebruik in een truck met airconditioning deze functieom de luchtvochtigheid in de cabine te verminderen.Om aanvriezend ijs van de ruiten te verwijderen, kuntu de ruitverwarmingsfunctie van de airconditioninggebruiken.

AquaplaningDe beste manier om aquaplaning te vermijden is door:• te zorgen voor een goede profieldiepte van de

banden• uw rijsnelheid te minderen

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

27 B 774595

Page 38: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Parkeren

• Gebruik de parkeerrem• Voorkom gebruik van het stationair toerental

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

28 B 774595

Page 39: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Parkeren

ParkerenAls u snelheid mindert om te gaan parkeren, moet uop een aantal dingen letten:

Laat de motor niet stationair draaienDe motor hoeft niet eerst stationair te draaien voordatu wegrijdt. Laat de motor warmdraaien bij een laagmotortoerental. Laat de motor ook tijdens normaalrijden niet stationair draaien. Stationair draaien neemtwel 5-6% van het totale brandstofverbruik voor zijnrekening, 50-80% daarvan is voor onnodig stationairdraaien.

Intensief rijdenNa langdurig intensief rijden kunt u de motor terwijl ustilstaat het best een paar minuten lang stationairlaten draaien alvorens af te zetten, zo beperkt u deslijtage aan de motor.

AdBlueAls u uw truck gebruikt bij koud weer (temperaturenonder nul), wacht dan 90 seconden voordat u dehoofdschakelaar van de truck uitzet. De AdBlue-oplossing wordt dan uit het systeem verwijderd. Optrucks met een elektrisch bediende hoofdschakelaar,kunt u de stroomvoorziening uitschakelen via deafstandsbediening.

Hete bandenNa langdurig rijden kunnen de banden heet worden.Als u dan op een winters wegdek op een hellingparkeert, kunnen de hete banden de onderliggendesneeuw doen smelten. Er vormt zich dan ijs en detruck zou kunnen wegglijden. Probeer in dergelijkesituaties op een horizontaal wegdek te parkeren.

Schakelhendel in neutraalstandZet de transmissie altijd in neutraalstand wanneer ude truck parkeert of wanneer u de bestuurdersplaatsverlaat.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

29 B 774595

Page 40: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstof tanken

• Controleer de bandspanning• Vul ruitensproeivloeistof bij• Controleer het AdBlue-niveau

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

30 B 774595

Page 41: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstof tanken

Brandstof tankenAls u stopt om te tanken, gebruik deze gelegenheiddan om uw truck te controleren.

AdBlueMaak er een gewoonte van om het niveau in deAdBlue-tank te controleren terwijl u tankt. Als demotor zonder AdBlue draait, kan hetuitlaatgasreinigingssysteem beschadigd raken.Dep eventueel gemorste AdBlue.-vloeistof altijd op.Deze vloeistof reageert soms met bepaalde metalenoppervlakken. De AdBlue-tank is alleen bestemd voorAdBlue. Andere brandstoffen of vuil in de tank kunnenschade veroorzaken aan de motor en hetbrandstofsysteem.

Correcte bandspanningControleer de bandspanning tijdens het tanken ofminstens elke 14 dagen. Bij een verkeerdebandspanning neemt het brandstofverbruik toe enslijten de banden sneller. Ook de rijeigenschappenvan de truck kunnen door een foutieve bandspanningnadelig worden beïnvloed.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

31 B 774595

Page 42: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Vervoer op veerboten

• Zet de truck stevig vast• Blaas de luchtbalgen af en zet het

luchtveersysteem uit

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

32 B 774595

Page 43: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Vervoer op veerboten

Vervoer op veerbotenAls u een veerboot oprijdt, moet de lucht in hetluchtveersysteem van de truck worden afgeblazen.Alle lucht moet uit het luchtveersysteem wordenafgelaten en het systeem zelf moet zijn uitgezet omde truck op een veerboot te vervoeren.Zet de truck en eventuele lading stevig vast, zodatdeze tijdens het transport op de veerboot niet inbeweging komen.

Alle lucht afblazenGebruik de automatische "Veerbootniveau"hoogtestand om de lucht in de luchtbalgen snel eneffectief af te blazen, zie Vervoer op veerboten oppagina 160.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

33 B 774595

Page 44: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Service en onderhoud

• Gebruik de juiste brandstof voor uw truck• Volg het onderhoudsschema voor uw truck

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

34 B 774595

Page 45: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Service en onderhoud

Service en onderhoudU kunt de gebruikskosten terugbrengen doorregelmatig onderhoud uit te voeren en de truck inoptimale conditie te houden. De motor van de truckwerkt het best en gaat langer mee bij gebruik vanbrandstof en oliesoorten die door Volvo wordengeadviseerd.Neem contact op met uw Volvo-garage om een eigenonderhoudsschema op te stellen, speciaal afgestemdop uw truck.

WieluitlijningVergeet niet om de voorwieluitlijning en de sporingvan de assen aan trekker en trailer regelmatig tecontroleren. Een goede wieluitlijning is van grootbelang voor een zuiniger brandstofverbruik en tervermindering van de bandslijtage. De banden slijtenhet minst als ze gelijkmatig worden belast en niet zijnoverbelast.Wanneer u banden moet vervangen, bijvoorbeeld nalek rijden, kunt u de truck omhoog brengen met hetluchtveersysteem.

LuchtsysteemZorg dat het luchtsysteem in de truck goedfunctioneert door de werking van de luchtdrogerregelmatig te controleren. U doet dit door dehoofdtank of een van de circuittanks van tijd tot tijd afte blazen. Als er dan water meekomt uit deluchtketels, moet het filterelement van de luchtdrogerzo snel mogelijk worden vervangen.Wanneer u in de winter bij het afblazen van luchtdrukeen sissend geluid hoort, geeft dit aan dat het

verwarmingselement van het luchtsysteem in werkingis.

Accu'sAls de accu's ontkoppeld moeten worden, is hetbelangrijk dat de truck in de functiestand"Geparkeerd" staat.

02TI

PS B

IJ HE

T RI

JDEN

35 B 774595

Page 46: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 47: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

03

VEILIGHEID

Page 48: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Veiligheidsgordel

Veiligheidsgordel

Draag altijd de veiligheidsgordel tijdenshet rijden! Op het instrument licht eenwaarschuwingslampje op als deveiligheidsgordel niet wordt gedragen. Bijrijsnelheden hoger dan 15 km/h klinkt erbovendien een geluidssignaal.

Gordelcontrolelampje.Alle inzittenden moeten hunveiligheidsgordel omdoen.

03VE

ILIGH

EID

38 B 774595

Page 49: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rookmelder

De rookmelder geeft bij rook in de cabineeen waarschuwing met een krachtiggeluidssignaal.De rookmelder tijdelijk uitzettenDruk de knop eenmaal in.De rookmelder blijft 10 minuten languitgeschakeld. Gebruik deze functie als urookt of in een stoffige omgeving rijdt. Ukunt de rookmelder ook uitschakelenwanneer de signaalfunctie is uitgezet enwanneer de melder werd geactiveerd.Als de rookmelder is uitgeschakeld, geefthet lampje elke 10 seconden eenknippering. Na 10 minuten wordt derookmelder weer geactiveerd.

Batterij voor rookdetectorWanneer de batterij bijna leeg is, geeftde melder elke 45 seconden een kortgeluidssignaal. Vervang de batterij.Test (batterijcontrole) de rookmelderminstens eenmaal per maand en altijdna een vakantie of na langdurigeafwezigheid.

Controleer de batterij door de knop 5 -10 seconden lang in te drukken. Als debatterij in goede conditie is, hoort u hetalarmsignaal zolang de knop ingedruktblijft. Bij een controle van de batterij,wordt de rookmelder 10 minutenuitgeschakeld.Later de rookmelder elke vijf jaarcontroleren. Neem contact op met eenerkende Volvo-garage.

NBTijdens het controleren van de batterijwordt de rookdetector tien minutenuitgeschakeld.

03VE

ILIGH

EID

39 B 774595

Page 50: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandveiligheid

Hete onderdelenVerhittingDe motor en het reinigingsproces vooruitlaatgassen ontwikkelen veel warmte.Uitlaatgassen en onderdelen in enrondom het uitlaatsysteem worden danook zeer heet. Bij de constructie van detruck is hiermee rekening gehouden. Erzijn echter een aantal zaken waaraan umoet denken om problemen tevoorkomen:• Houd de directe omgeving rondom

hete onderdelen schoon.• Vermijd contact tussen de hete delen

van de uitlaat en warmtegevoeligematerialen.

WAARSCHUWINGDe uitlaat en aanverwante componentenkunnen zeer heet worden.

ReinigenHet is belangrijk de omgeving rond hetuitlaatsysteem te reinigen. Denk eraanalle gebieden te reinigen waar zich vuilkan ophopen.In bepaalde gevallen kunnencarrosseriedelen in de weg zitten omhete delen te kunnen reinigen. Denkeraan dat u vaak ook vanuit dewielkasten of van onderaf kunt reinigenals reinigen van bovenaf lastig is.

Reinigen vanuit de wielkast

WAARSCHUWINGHoud de directe omgeving rondom heteonderdelen schoon.

DieselroetfilterDe melding "Regeneratie bezig" "Hogeuitlaattemperatuur" en een symboolzullen oplichten wanneer de regeneratiestart.

Symbool voor zeer hoge uitlaatgastemperatuurtijdens de regeneratieLet tijdens het rijden bij lage snelheid oftijdens stilstand op de ondergrond om ervoor te zorgen dat er geen brandgevaarontstaat. Er zijn verder geen handelingenvereist.Wanneer de regeneratie voltooid is,schakelen de waarschuwingslichten uit.

VOORZICHTIGBij hoge belastingen kan deuitlaatgastemperatuur zeer hoog zijn, zelfsna regeneratie en nadat het symbool isuitgeschakeld.

03VE

ILIGH

EID

40 B 774595

Page 51: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandveiligheid

BrandblusserBevestigingspuntDe brandblusser is ondergebracht nabijde portieropening, naast debestuurdersstoel. Deze kan altijd wordenlosgenomen, ook als hetbestuurdersportier gesloten is.

Locatie van brandblusser

NBDe brandblusser kan worden losgemaaktbij geopend of gesloten bestuurdersportier.

03VE

ILIGH

EID

41 B 774595

Page 52: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Waarschuwingsfunctie bij achteruitrijden

AchteruitrijsignaalHet signaal van hetwaarschuwingssysteem voorachteruitrijden waarschuwt de omgevingervoor dat de truck achteruitrijdt. Ditwaarschuwingssignaal is aangesloten ophet achteruitrijlicht van de truck en wordtautomatisch geactiveerd als deachteruitversnelling wordt ingeschakeld.De waarschuwingsfunctie bijachteruitrijden kent twee toonhoogten.• Schakel de achteruitversnelling

eenmaal in voor de hoge toon.• Schakel binnen zeven seconden uit

en weer in de achteruitversnellingvoor de lage toon.

03VE

ILIGH

EID

42 B 774595

Page 53: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 43 B 774595

Page 54: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 55: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

04

SLOTEN EN ALARM

Page 56: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Portiersluiting

PortiersluitingDe truck is uitgerust met centralevergrendeling. Vanaf bestuurderszijdekunt u het bestuurdersportier, hetbijrijdersportier en het servicepaneelgelijktijdig vergrendelen of ontgrendelen.

SleutelOntgrendelen

1 Ontgrendelen.Het bestuurdersportier wordtontgrendeld.

2 Vergrendelen.3 Ontgrendel opnieuw.

Beide portieren worden ontgrendeld.

Voer de handelingen 1-3 binnen drieseconden uit om beide portieren teontgrendelen.

NummerplaatjeBij de sleutels van de truck wordt eenapart nummerplaatje geleverd.Alle sleutels hebben een nummer dat isaangeduid op het nummerplaatje.Verwijder het nummerplaatje van desleutelset, zodat onbevoegden hetnummer niet onder ogen krijgen. Verbergof plak het plaatje op een veilige plek(aan de achterzijde zit een plakstrook).

Nummerplaatje.

PortierhandgreepVergrendelen

Vergrendel het portier door dehandgreep naar binnen te drukken.Beide portieren worden vergrendeld.

04SL

OTEN

EN

ALAR

M

46 B 774595

Page 57: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Portiersluiting

Ontgrendelen

Ontgrendel het portier door dehandgreep naar buiten te trekken. Alleenhet huidige portier wordt ontgrendeld. Bijontgrendelen en vergrendelen van hetbestuurdersportier, worden beideportieren nogmaals ontgrendeld.

NBDe portieren kunnen altijd van binnenuitworden geopend met de portierhandgreep,ongeacht of ze werden vergrendeld met desleutel, de afstandsbediening, hetbedieningspaneel in het portier of met deportierhandgreep.

Andere vergrendeloptiesDe portieren kunnen worden vergrendelden ontgrendeld met hetbedieningspaneel in het

bestuurdersportier, zie Portier,bedieningspaneel op pagina 81.

04SL

OTEN

EN

ALAR

M

47 B 774595

Page 58: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Afstandsbediening

AfstandsbedieningVergrendelen

Vergrendel de portieren door op devergrendelknop te drukken.De richtingaanwijzers gaan tweeseconden aan.Ontgrendelen

Ontgrendel het bestuurdersportier doorop de ontgrendelknop te drukken.De richtingaanwijzers knipperendriemaal kort.Ontgrendel beide portieren door deontgrendelknop opnieuw in te drukken.De richtingaanwijzers knipperendriemaal kort.Vervanging van de batterij in de zender,zie De batterij in de afstandsbedieningvervangen op pagina 219.

Toegangsverlichting

Als u toegangsverlichting activeert, gaande positieverlichting, instapverlichting,markeerverlichting opzij,richtingaanwijzers en interieurverlichtingbranden.

Zet de verlichting aan door op de knopvoor TOEGANGSVERLICHTING tedrukken.Schakel de verlichting op een van devolgende manieren uit:• druk op de knop voor

TOEGANGSVERLICHTING• sluit de portieren• draai de contactsleutel naar de

eerste stand (stand vooraccessoires), of

• wacht tot de verlichting vanzelf dooft

Paniekalarm

Houd de knop op de afstandsbedieningtwee seconden ingedrukt om de claxon

04SL

OTEN

EN

ALAR

M

48 B 774595

Page 59: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Afstandsbediening

van de truck en de richtingaanwijzers teactiveren.Ook wanneer het alarm is geactiveerdkunt u de portieren vergrendelen ofontgrendelen en wegrijden.Houd de knop weer een paar secondeningedrukt om het paniekalarm uit tezetten.U zet het paniekalarm ook aan of uitdoor de knop binnen twee secondentweemaal kort in te drukken.

Hoofdschakelaar

Door binnen twee seconden tweemaalop de vergrendelknop te drukken, zet ude truck in de functiemodus

"Geparkeerd". De richtingaanwijzerszullen dan viermaal kort knipperen.Voor meer informatie over dehoofdschakelaar, zie pagina 103.

Verlies van deafstandsbedieningNeem bij verlies van deafstandsbediening contact op met eenerkende Volvo-garage.

04SL

OTEN

EN

ALAR

M

49 B 774595

Page 60: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Frontklep

FrontklepAchter het servicepaneel bevinden zichonder andere de vulpunten voor desproeiervloeistof, koelvloeistof enmotorolie.Het servicepaneel kan afgeslotenworden, zodat de componenten ensystemen niet toegankelijk zijn vooronbevoegden. Dit slot biedt bovendienbescherming tegen inbraak vanaf devoorzijde.Het servicepaneel wordt gelijktijdig methet bestuurdersportier vergrendeld,ongeacht of dit gebeurt met deafstandsbediening, de contactsleutel, hetbedieningspaneel in het portier of deportierhandgreep. Bij ontgrendelen vanhet bestuurdersportier, ontgrendelt ookde frontklep.In noodgevallen kan het slot handmatigworden geopend, zie Servicepaneel,openen in een noodsituatie oppagina 275.

Druk de hendels naar binnen in derichting van het midden om hetservicepaneel te openen.

04SL

OTEN

EN

ALAR

M

50 B 774595

Page 61: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 51 B 774595

Page 62: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 63: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

05

BESTUURDERSOMGEVING

Page 64: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Overzicht

Knoppen, schakelaars en hendelsin de bestuurdersomgeving1 Pedaal voor stuurwielverstelling2 Bedieningspaneel in

bestuurdersportier3 Richtingaanwijzers4 Stuurwielbediening

5 Schakelaar voorwaarschuwingsknipperlichten

6 Extra apparatuur: Afstandsbedieningvoor werkfuncties (Work RemoteControl)

7 Cd-speler8 Tachograaf

9 Interieurverlichting10 Lichtschakelaar11 Claxon12 Instrumentenpaneel13 Stuurwielbediening14 Hulpremmen

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

54 B 774595

Page 65: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Overzicht

15 Voorruitwissers16 Contactslot17 Secundair display18 Bedieningspaneel voor secundair

display19 Parkeerrem20 Noodknop VAS21 Bedieningspaneel voor

klimaatregelsysteem22 Aansteker23 12V/10A aansluitcontact24 24V/10A aansluitcontact25 Noodalarm

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

55 B 774595

Page 66: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

Instrumenten Instrumenten, overzicht1 Informatiedisplay: klok,

buitentemperatuur, dagteller,kilometerteller, brandstofmeter,AdBlue-meter,koelvloeistoftemperatuur

2 Symbolen voor buitenverlichting3 Richtingaanwijzers4 Snelheidsmeter5 Centraal display: cruise control,

informatie over versnellingen enhulpremmen

6 Waarschuwings- en controlelampen7 Bestuurdersinfodisplay8 Symbolen voor motorwerking9 Toerenteller10 Symbolen voor hefas en differentieel11 Knop voor dagteller*

*Bij kort indrukken van de knop (11)wisselt de dagtellerweergave tussen T1en T2. Bij lang indrukken wordt deactieve dagteller teruggesteld op nul.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

56 B 774595

Page 67: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

Snelheidsmeter en toerenteller1 Snelheidsmeter2 Het toerentellerdisplay is

onderverdeeld in een groene, eendonkere en een rode zone:- Gebruik de groene zone voornormaal rijden.- Gebruik de donkere zone tijdensafremmen op de motor.- Laat de motor nooit draaien in derode zone!

Niveau- en temperatuurmeters1 Temperatuurmeter voor koelvloeistof.

Breng het voertuig onmiddellijk totstilstand wanneer hetwaarschuwingslampje rechts van debalk oplicht! Laat de motor stationairdraaien tot het waarschuwingslampjedooft en de temperatuur begint tedalen. Onder normalerijomstandigheden zal het balkjebeneden de rode zone blijven.

2 Niveaumeter voor AdBlue.De meter geeft bij benadering aanhoeveel AdBlue er nog in de tankaanwezig is. Hetwaarschuwingslampje voor laagniveau zit links van het balkje. Als ditlampje brandt, is er minder dan 10%AdBlue over in de tank.

3 Brandstofmeter.De meter geeft bij benadering aanhoeveel diesel er nog in de tankaanwezig is. De waarschuwingslampvoor laag niveau zit links van hetbalkje. Als dit lampje brandt, is erminder dan 10% brandstof over in detank.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

57 B 774595

Page 68: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

Klok, buitentemperatuurmeteren dagteller1 Klok2 Buitentemperatuur. Het sneeuwvlok-

symbool waarschuwt als er een risicois op ijsvorming.

3 Dagteller4 Kilometerteller (totaal)

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

58 B 774595

Page 69: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

SymbolenSymbolen Betekenis Toelichting

Controlelampje linker richtingaanwijzerDe pijl knippert voor de truck, de rechthoek voor eeneventuele trailer.

Bij een defect lampje knippert het symbool dubbel zo snel.

Controlelampje rechter richtingaanwijzerDe pijl knippert voor de truck, de rechthoek voor eeneventuele trailer.

Bij een defect lampje knippert het symbool dubbel zo snel.

Stop, de truck heeft een storing Brandt samen met een ander symboolof in combinatie met een melding in het display plus eengeluidssignaal.

Gordelcontrolelamp

Parkeerrem geactiveerd Wanneer tegelijkertijd de rode aanduiding in deparkeerremhendel brandt.

Controleren Brandt samen met een ander symbool of in combinatie met eenmelding in het display plus een geluidssignaal.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

59 B 774595

Page 70: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

Symbolen Betekenis ToelichtingGrootlicht aan

Mistkoplampen aan

Mistachterlichten aan

Positieverlichting aan

Storing gerelateerd aan emissiesysteem Neem contact op met een erkende Volvo-garage; in de truck iseen storing opgetreden die nadelige milieueffecten kanhebben.

Voorgloeien aan

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

60 B 774595

Page 71: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

Symbolen Betekenis ToelichtingSperdifferentieel tussen wielen ingeschakeld Het symbool knippert

Sperdifferentieel tussen assen ingeschakeld Het symbool brandt

Ashefsysteem Voor nadere informatie

Ashefsysteem, trailer / ashefsysteem, tweedeachteras

Als de truck twee hefbare achterassen heeft, geeft het symboolde tweede hefbare achteras aan.

Alle rode waarschuwingssymbolen enhet symbool voor emissiegerelateerdestoringen branden op volle lichtsterkte.Andere symbolen kunnen wordengedimd met de dimknop voorinstrumentenverlichting aan delichtschakelaar.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

61 B 774595

Page 72: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Instrumenten

In geval van storingen in hetinstrumentenpaneelWanneer zich in een instrument eenstoring voordoet, zijn er driemogelijkheden. Neem zo snel mogelijkcontact op met een erkende Volvo-garage om de storing te laten verhelpen.Het instrument werkt niet meer:Er is geen enkele werking meer, hetdisplay en de achtergrondverlichtingwerken niet en waarschuwingen e.d.worden niet getoond.Het instrument werkt passief:De achtergrondverlichting werkt nog. Hetsymbool voor een storing aan hetemissiesysteem kan branden. Er is geenandere werking en er wordt geen enkelewaarschuwing e.d. weergegeven.Storing in een afzonderlijkeinstrumentfunctie, zoals de meter- ofdisplayweergave:Waarschuwingen worden wel getoond,maar zonder nadere aanduidingen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

62 B 774595

Page 73: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

Bestuurdersinfodisplay

Het rechter display van hetinstrumentenpaneel geeft informatie enmeldingen weer over de truck en derijprestaties. Als er geen waarschuwingof melding wordt weergegeven, kunt ude door u gewenste informatie bekijkenvia het displaymenu. Er kunnenmaximaal drie verschillendeinformatiezones gelijktijdig wordenweergegeven.

Navigeren in het displayNavigeer binnen het displaymenu met destuurwielbediening.Druk op de knop 'Selectie bevestigen'om het hoofdmenu op hetbestuurdersinfodisplay te openen.

1 Wisselen naar hetbestuurdersinfodisplay of naar hetsecundaire display.

2 Naar links gaan.3 Escape (annuleer/ga terug).4 Naar rechts gaan.5 Omhoog/omlaag gaan. Selectie

bevestigen/OK (indrukken).

MenuAfhankelijk van de uitrusting van de trucktoont het bestuurdersinfodisplayverschillende opties. Omveiligheidsredenen zijn tijdens het rijdenniet alle menu's beschikbaar.► Tachograaf► Meters► Tripcomputer► Lastindicator, zie Lastindicator oppagina 174► Favorietenscherm► Instellingen► Onderhoud

MetersBestuurdersinfodisplayMeters

(Voorbeeld: laadgewichtverdeling overde assen)

Afhankelijk van de uitrusting van de truckzijn verschillende meters beschikbaar:• Aslastverdeling• Aanvoerdruk remmen• SneIheidsmeter• Accu status

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

63 B 774595

Page 74: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

• Volt/Ampèremeter• Voltmeter• Motoroliepeil• Motorolietemperatuur• Oliedruk, motor• Versnellingsbakolietemp.• Turbolaaddruk• Driver Alert Support• Datum• Differentieelslot• Carrosseriebouwer

De meeste meters kunnen als favorieteweergave worden geselecteerd, zieFavorietenscherm op pagina 64.In het instellingenmenu kunnen anderemeeteenheden voor de meters wordengekozen, zie Eenheden op pagina 66.

Tripcomputer

Tijdens het rijden toont het beginschermvan de boordcomputer de actuelewaarde voor brandstofverbruik (1), degemiddelde waarde Ø (2), en deingestelde doelwaarde voorbrandstofverbruik T (3).Als de truck stilstaat, wordt hetbrandstofverbruik per uur getoond.Doorloop de gegevens met de omhoog/omlaag-toets voor weergave van• Dagteller 1 en 2• Afstand tot lege tank• Brandstofverbruik rit

Door eenmalig lang drukken op OK,worden in de betreffende weergave hetgemiddeld brandstofverbruik of het

brandstofverbruik voor de geredenafstand gereset.Dagteller 1 en 2 worden gereset met deknop op het instrumentenpaneel, zieInstrumenten op pagina 56.

FavorietenschermBestuurdersinfodisplayFavorietenscherm

Enkelv./Multi

De meeste meters en de informatie vande boordcomputer kunnen op het displayworden geselecteerd als favorieteweergave. Selecteer "Enkelv." als u ophet hele display één informatieveld wiltweergeven. Selecteer "Multi" als u totdrie informatievelden tegelijk wiltweergeven. U kunt ook een leeg veldselecteren.Kies uw favoriete weergave:• Activiteit van tachograaf• Brandstofverbruik• Gemiddeld verbruik• Actueel verbruik• Afstand tot lege tank• Meters, zie Meters op pagina 63• Dagteller 1• Dagteller 2

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

64 B 774595

Page 75: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

• Meters voor carrosserieopbouw• Roetniveau• Leeg veld

Er zijn twee snelheidsmeters in"Favorietenscherm": een voor km/h eneen voor mph.Doorloop de weergaven met c, d of deomhoog/omlaag knop. Druk in om eenkeuze te bevestigen. Druk op ESC omterug te gaan naar de vorige weergave.

InstellingenIn dit menu voert u de instellingen in vooreen aantal functies. Afhankelijk van deuitrusting van de truck zijn erverschillende menuopties beschikbaar.Ga voor informatie over de hier nietgepresenteerde menuopties naar hetbetreffende hoofdstuk in debestuurdershandleiding.► Taal► Scherm► Lastindicator, zie Lastindicator oppagina 174► Voertuig, zie Antispinfunctie (TCS) oppagina 128► Tripcomputer► Rijtijdalarm► Tijd en datum

► Eenheden► Klimaatinstellingen, zie Instellingen inhet klimaatmenu op pagina 90Sommige instellingen houden verbandmet de bestuurderskaart en worden in detruck opgeslagen als persoonlijkeinstellingen. De volgende keer datdezelfde bestuurderskaart wordtgebruikt, komen deze instellingen weerterug.

TaalBestuurdersinfodisplayInstellingen

Taal

In dit menu kunt u de taal instellen. Detaalinstelling geldt voor alle displays inde truck.

DisplaysBestuurdersinfodisplayInstellingen

Scherm

In de display-instellingen kunt u:• De helderheid aanpassen.• De lichtsensor aan-/uitzetten.

Als de lichtsensor aan is wordt deinstrumentenverlichting automatischaangepast, het instrumentenpaneel blijftdan ook bij een sterke lichtinval goed

afleesbaar. Ook kunt u de helderheidvan het instrument wijzigen met deregelknop op de lichtschakelaar, ziepagina 82. Als de regelknop op eenhoog helderheidsniveau is ingesteld,heeft de lichtsensor minder effect.

TripcomputerBestuurdersinfodisplayInstellingen

Tripcomputer

Hier kunt u ervoor zorgen dat inwagenparkinstellingen, de waarden voorbrandstofverbruik in de boordcomputerworden gereset, evenals degebruiksgegevens.

WagenparkinstellingenBestuurdersinfodisplayInstellingen

TripcomputerVoertuiginstelling.

Dit menu is door een wachtwoordbeveiligd. De wagenparkinstellingenbieden het transportbedrijf demogelijkheid om het rijgedrag tecontroleren door grenswaarden in testellen voor motortoerental en rijsnelheiden een doelwaarde voor hetbrandstofverbruik. Overschrijdingen vande waarden voor motortoerental of

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

65 B 774595

Page 76: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

rijsnelheid worden geregistreerd, ziepagina 67.Bij aflevering vanaf de fabriek is hetwachtwoord: 0000.

Tijd & datumBestuurdersinfodisplayInstellingen

Tijd en datum

Stel de notatie van tijd en datum in dieop het display moet wordenweergegeven.De datumweergave kan wordengeselecteerd als favoriete weergave.Instellingen voor tijd en datum wordengemaakt in de tachograaf. Voor detachograaf gelden afzonderlijkegebruiksinstructies, u vindt deze in hetbergvak aan de buitenkant van dehandleidingmap.

EenhedenBestuurdersinfodisplayInstellingen

Eenheden

Kies welke eenheid het display moettonen voor• afstand (km of mijl)• rijsnelheid (km/h of mph)

• volume (liter, US gallon of IMPgallons)

• brandstofverbruik (km/l, l/100 km,mpg US gallon of mpg IMP gallon)

• gewicht (kg of pounds)• druk (psi of bar).

OnderhoudInformatie over onderhoud en hetgebruik van de truck staat in dit menu bijelkaar. Voor nadere informatie over dehier niet gepresenteerde menuoptiesgaat u naar het betreffende hoofdstuk inde bestuurdershandleiding.►Voertuigberichten, zieVoertuigmeldingen op pagina 66►Gebruiksgegevens, zieGebruiksgegevens op pagina 67►Remslijtage, zie Remvoeringen oppagina 264►Voertuiggegevens, zieVoertuiggegevens op pagina 67►Diagnose, zie Diagnose op pagina 67►Water aftappen►Ondrhdsgeg. reset, zie Herstellenservicegegevens op pagina 68► Regeneratie►SW-update, zie Software bijwerken oppagina 68

VoertuigmeldingenBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Voertuigberichten

Voertuigmeldingen worden getoond ophet bestuurdersinfodisplay, soms zaltegelijkertijd ook een symbool oplichtenin het instrumentenpaneel. Bevestig deontvangst van de melding met ESCnadat u deze hebt gelezen.Meldingen worden in dit menuopgeslagen en een symbool op deonderste rij van het display geeft aan dateen of meerdere voertuigmeldingenactief zijn. De meldingen staan opvolgorde gesorteerd, naargelang deernst ervan. U doorloopt de meldingenmet de omhoog/omlaag toets. Hetsymbool blijft staan zolang op demelding nog geen actie is ondernomenen is telkens zichtbaar wanneer de truckweer wordt gestart.

Rood symbool Geel symbool Wit symbool

Symbolen voor actievevoertuigmeldingen:

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

66 B 774595

Page 77: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

• Rode waarschuwingsmelding (zeerernstig).

• Gele waarschuwingsmelding(gemiddeld ernstig).

• Witte informatiemelding (minderernstig).

GebruiksgegevensBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Gebruiksgegevens

Informatie over het gebruik van de trucktijdens het rijden wordt verzameld in degebruiksgegevens.• Afstand• Gemidd. brandstofverbrk• Brandstof verbruikt• Duur te hoog toerental• Oneconomisch toerental• Brandstof verbruikt bij

oneconomische toeren• Gemiddelde snelheid• Duur te hoge snelheid• Motoruren• Stationair-tijd• Brandstofverbr stationair

• Duur PTO-gebruik• Brandstof verbruikt tijdens PTO-

gebruik• Cruise control-tijd

De getoonde informatie is dat wat sindsde laatste reset werd opgeslagen.Door lang drukken op OK in een van deweergaven, wordt het dialoogvenstergeopend voor het resetten van degebruiksgegevens. De volgendemenustap voor het resetten is door eenwachtwoord beveiligd. Bij afleveringvanaf de fabriek is het wachtwoord:0000.

VoertuiggegevensBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Voertuiggegevens

• Afstand• Brandstofverbruik• Motoruren• Stationaire draaitijd• Gebruikstijd PTO• Motoromwentelingen

De getoonde informatie omvat de totalemotorwaarden die tot dan toe tijdens de

levensduur van de motorregeleenheidzijn geregistreerd.

DiagnoseBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Diagnose

Informatie over de regeleenheden in detruck vindt u op deze plek. Wanneer vooreen regeleenheid een of meerderefoutcodes actief zijn, staan deze ook hiervermeld.De "Instrumenttest" menuoptie geeft demogelijkheid om instrumenten enluidsprekers aan een aantal tests teonderwerpen.• Symbooltest - Laat alle symbolen en

controlelampjes in hetinstrumentenpaneel branden.

• Metertest - De meternaaldenbewegen eerst langzaam en danvlug van de minimum- naar demaximumwaarde.

• Displaytest - Alle weergaven in hetinstrumentenpaneel en allesegmenten in het linkerdisplay en hetcentrale display gaan branden.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

67 B 774595

Page 78: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

• Luidsprekertest - De luidspreker inhet instrumentenpaneel en hetradiogeluid worden getest.

Druk op ESC om een test te annuleren.

Herstellen servicegegevensBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Ondrhdsgeg. reset

Zet de onderhoudsgegevens terug navervanging van het droogmiddel in deluchtdroger, zie Luchtdroger controlerenop pagina 263.

Software bijwerkenWanneer het bericht "SW-update" in debestuurdersinfodisplay verschijnt, kunt unieuwe software naar de truckdownloaden.Zet de motor uit en draai het contactslotin "Rijmodus" voor het bijwerken van desoftware.Het bijwerken van de software duurtmaximaal 60 minuten.

NBParkeer het voertuig voordat u de softwarebijwerkt. Tijdens het bijwerken van desoftware kunt u de motor niet starten.

Bijwerken software startenBestuurdersinfodisplayOnderhoud

SW-update

1 Ga in de bestuurdersinfodisplay naar"Onderhoud".

2 Selecteer "SW-update" (alleenmogelijk als de motor isuitgeschakeld). De verwachtedownloadtijd verschijnt.

3 Bevestig met "Ja" (u kunt ook "Nee"of "Later" selecteren). Als u "Nee"selecteert, verdwijnt de optie voorbijwerken.

4 Volg de instructies op de display omhet alarm in onderhoudsmodus tezetten.

5 Voer de PIN-code in.

Laat tijdens het downloaden hetcontactslot in stand "Rijmodus" staan.Mogelijk wordt het scherm gedurendeenkele minuten zwart.

Na het bijwerkenZodra het downloaden gereed is,verschijnt het bericht "SW is succesvolgeïnstalleerd".Volg de aanwijzingen op de display omde onderhoudsmodus in het alarm tedeactiveren.

SymbolenDe volgende symbolen staan mogelijk opde onderste rij in hetbestuurdersinfodisplay, deze geven destatus van bepaalde functies aan.Afhankelijk van de uitrusting van de truckkunnen andere symbolen wordengetoond.Symbolen voorcarrosseriebouwerfuncties kunneneveneens verschijnen, zie deafzonderlijke instructies voor uitrustingvan de carrosseriebouwer.

NBAls de instrumentenverlichting innachtmodus staat wordt de weergave vanbepaalde symbolen uitgeschakeld.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

68 B 774595

Page 79: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

Symbool BetekenisVoertuigmeldingen, ziepagina 66

Wisselen naar ander display

ABS-storing, truck, zie ABSop pagina 132

ABS-storing, trailer

Storing in remsysteem, zieControleren van wielremmenop pagina 133

ABS gedeactiveerd

Symbool BetekenisStoring in stabiliteitssysteem

Stabiliteitssysteemingeschakeld (knippert), zieESP op pagina 132

Dynamische bochtverlichting

Airbagsysteem

Hoge uitlaattemperatuur, zieAlgemeen op pagina 206

Hulp bij rijstrookwisseling

Symbool BetekenisMotor starten geblokkeerd

Werking tractieregeling, zieAntispinfunctie (TCS) oppagina 128

Automatische werking vansperdifferentieel, zieAutomatische werking vansperdifferentieel DLC (Difflock control) op pagina 135Niveauregeling lading niettoegestaan

Niveauregeling voorveerboottransport, zieVervoer op veerboten oppagina 160

Hellingremfunctie, zieHellingstarthulp oppagina 131

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

69 B 774595

Page 80: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

Symbool BetekenisTijdelijkerijsnelheidsbegrenzing

Constant brandend:StrekremKnipperend: De bedrijfsremvan de trailer wordt alsparkeerrem, zie Parkeerremop pagina 77 gebruiktWater aftappen

Brandstofsysteemontluchten, zie Ontluchtenop pagina 234

Niveauregeling lading,handmatige modus, zieRijden met een truck metluchtvering op pagina 157

PTO

Symbool BetekenisStartblokkering

Tijdschakelklokmotorverwarming

Tijdschakelklokparkeerverwarming

Wekker

Probleem metemissieregeling, zie SCR-systeem controleren oppagina 204

Rijstrookondersteuning, zieLane Keeping Support(rijstrookondersteuning) oppagina 153

Symbool BetekenisWaarschuwing aanrijdingmet activering noodstoprem,zie Collision warning withemergency brake(waarschuwing aanrijdingmet activering noodstoprem)op pagina 149

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

70 B 774595

Page 81: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

Secundair display

Op het secundaire display verschijntinformatie van het infotainmentsysteem,zoals het audiosysteem en de telefoon,maar ook van Dynafleet, hetnavigatiesysteem en de camera's, alsdeze functies aanwezig zijn. Het displaybeschikt over een eigen menu en kanmet behulp van een pop-up voor elkefunctie meldingen weergeven.

Bedieningspaneel

Het bedieningspaneel bevat knoppenvoor de radio, de mediaspeler en detelefoon. Bij een druk op de knopverschijnt een selectiemenu op hetdisplay. Door meermaals te drukkendoorloopt u de verschillende functiesbinnen de onderdelen. Het telefoonmenuopent rechtstreeks.

Navigeren in het displayNavigeer binnen het displaymenu metbehulp van het bedieningspaneel of viade stuurwielbediening.

BedieningspaneelDraai de OK-knop om omhoog enomlaag door de menu's te gaan. Bijeenmalig indrukken bevestigt u eenkeuze.

Om een niveau terug te gaan drukt u opESC. Houd de knop ingedrukt om naarhet hoofdmenu te gaan.Gebruik de aan/uit knop om de huidigefunctie uit te zetten en het hele systeemaf te sluiten.

Stuurwielbediening

1 Wisselen tussen navigatie in hetbestuurdersinfodisplay en hetsecundaire display.

2 Naar links gaan.3 Escape (annuleer/ga terug).4 Naar rechts gaan.5 Omhoog/omlaag gaan. Selectie

bevestigen/OK (indrukken).

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

71 B 774595

Page 82: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Displays

MenuAfhankelijk van de uitrusting van de truckkan het secundair display anderemenuopties tonen. Als een menuoptiegrijs is, betekent dit dat deze functie nietbeschikbaar is.► Telefoon► Audio:Cd, zie Cd-speler op pagina 186, Radio,zie AM/FM op pagina 182, iPod/USB/AUX, zie Mediaspelers op pagina 188,Audio-instellingen, zie Audio-instellingenaanpassen op pagina 191► Dynafleet► Navigatie► Camera's► Wekker► Instellingen

WekkerIn het menu voor de wekker kunt u dezeinstellen, de tijd veranderen,wekherhalingen instellen, het weksignaalselecteren of de wekker uitzetten.Een symbool in de bovenste displayregelgeeft aan dat de wekker is ingeschakeld.

Symbool voor ingeschakelde wekker.

InstellingenSecundair displayInstellingen

Helderheid

De helderheid van het display kan viahet menu worden ingesteld. Gebruik deomhoog/omlaag knop om de helderheidnaar wens in te stellen. Bevestig met"OK".De contrastwaarde van het display wordtop dezelfde wijze ingesteld.De lichtsterkte verandert ook als deinstrumentenverlichting wordt aangepastmet de regelknop op de lichtschakelaar,zie pagina 82.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

72 B 774595

Page 83: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Persoonlijke instellingen

Persoonlijke instellingenDe functie maakt opslaan mogelijk vanbepaalde instellingen van de bestuurdervoor zijn truck. Via de bestuurderskaartbepaalt het systeem welke instellingenbij het opstarten moeten wordengeactiveerd.Als de truck met deze functie is uitgerust,wordt de melding "Persoonlijkeinstellingen geactiveerd" in hetbestuurdersinfodisplay getoond zodra detruck wordt gestart en debestuurderskaart in de tachograaf wordtgeplaatst. Als de functie in de truck nietbeschikbaar is, kan deze door eenerkende Volvo-garage wordengeactiveerd.

NBAlleen instellingen gerealiseerd infunctiemodus (2), Rijden, of hoger wordenopgeslagen.Voor nadere informatie over deverschillende functiemodi, zieFunctiestanden op pagina 102.

Opgeslagen instellingenAls een instelling in een van de volgendesystemen wordt gewijzigd, wordt dezedirect als persoonlijke instellingopgeslagen:• Wekker• Rijtijdwaarschuwing

• Bestuurdersinfodisplay (eenheden,taal, weergave tijd en datum,favoriete weergave).

• Cruise control (gekozen snelheid).

Denk eraan om de instellingen die u alspersoonlijke instelling, zoals de wekker,opgeslagen wilt hebben, in te stellenvoordat het contact wordt uitgezet.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

73 B 774595

Page 84: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stuurwiel

Het stuurwiel verstellenHet stuurwiel kan verticaal en inlengterichting versteld worden en dehoek kan worden aangepast.

1 Verstel eerst de stoel, zieBestuurdersstoel op pagina 92.

2 Trap het pedaal (1) helemaal in.

3 Verstel het stuurwiel naar degewenste hoogte en bereik.

4 Laat het pedaal los. Het stuurwielvergrendelt in de nieuwe positie.

StuurwielbedieningToetsenblok links

1 Adaptive cruise control (ACC)aanzetten.

2 Cruise control (CC) aanzetten.3 De volgafstand wijzigen.4 Cruise control uitschakelen.5 Teruggaan naar de vorige ingestelde

rijsnelheid.6 Wijzigen van de toegestane

snelheidsoverschrijding.7 Telefonische oproep beantwoorden.8 Telefoongesprek beëindigen.

9 Snelheid verhogen/verlagen (op/neer). Snelheid selecteren(indrukken).

Toetsenblok rechts

1 Song wijzigen/zoeken.2 Wisselen tussen navigatie in het

bestuurdersinfodisplay en hetsecundaire display.

3 Song wijzigen/zoeken.4 Naar links gaan.5 Escape (annuleer/ga terug).6 Naar rechts gaan.7 Geluidsvolume verlagen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

74 B 774595

Page 85: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stuurwiel

8 Geluidsvolume verhogen.9 Omhoog/omlaag gaan. Selectie

bevestigen/OK (indrukken).

Claxon

Druk op het middengedeelte of op eenvan de onderste knoppen op hetstuurwiel om een signaal te geven.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

75 B 774595

Page 86: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

RichtingaanwijzersDe hendel heeft zowel omhoog alsomlaag twee standen. Twee daarvan zijnveerbelast en er zijn twee vaste standen.

1 Rechter richtingaanwijzersignaal.De richtingaanwijzer knippert zolangde hendel in de veerbelaste standwordt gehouden. Beweeg de hendelnaar de veerbelaste stand en laat losom de richtingaanwijzer vijf keer telaten knipperen.

2 Signaal voor rechts afslaan.3 Linker richtingaanwijzersignaal.

De richtingaanwijzer knippert zolangde hendel in de veerbelaste standwordt gehouden. Beweeg de hendelnaar de veerbelaste stand en laat losom de richtingaanwijzer vijf keer telaten knipperen.

4 Signaal voor links afslaan.

Voorruitwissers1 Wissen van voorruit op normale

snelheid zolang de hendel in deveerbelaste stand wordt gehouden.

2 Intervalwissen3 Voorruit wissen, normale snelheid4 Voorruit wissen, hoge snelheid5 Duimwieltje

Gebruik het duimwieltje om de intervaltijdvoor intervalwissen in te stellen. Door inopwaartse richting te draaien wordt deintervaltijd verkort.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

76 B 774595

Page 87: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

RuitensproeierTrek de hendel naar u toe om devoorruitsproeier, de voorruitwissers ende koplampsproeiers te activeren.

ParkeerremAutomatisch vrijgevenDe parkeerrem kan automatisch wordenvrijgegeven.1 Sluit de portieren en start de motor.2 Schakel een versnelling in.3 Trap het gaspedaal in.

De parkeerrem wordt niet automatischvrijgegeven wanneer er een portier openstaat. Het bestuurdersinfodisplay toonteen melding wanneer automatischevrijgave niet mogelijk is.

VOORZICHTIGAls de parkeerrem niet onmiddellijk wordtvrijgegeven, stop dan met rijden en zet deparkeerrem handmatig vrij of controleer decondities voor automatisch vrijgeven. Dekoppeling en de aandrijflijn kunnen andersbeschadigd raken.

Handmatig vrijgeven1 Houd uw voet op het rempedaal.2 Druk de hendel voor de parkeerrem

omlaag en laat los.

Het symbool in het instrumentenpaneelen het controlelampje in de hendel gaanuit.

De parkeerrem vrijgeven

NBVrijgeven van de parkeerrem is alleenmogelijk met de contactsleutel in de stand"Accessoires" of hoger.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

77 B 774595

Page 88: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

Bij een storing in hetbedrijfsremsysteemWanneer het display een storingaangeeft in het bedrijfsremsysteem,moet de hendel iets langer wordenneergedrukt en dan losgelaten om deparkeerrem vrij te geven.Automatisch bekrachtigenDe parkeerrem wordt automatischbekrachtigd.• Draai de contactsleutel naar de stand

0.

De rem wordt bekrachtigd, in hetinstrumentenpaneel licht een symbool open het rode controlelampje in de hendelgaat aan.

Symbool in instrumentengroep

GEVAARControleer voordat u uit de cabine staptaltijd of het symbool in hetinstrumentenpaneel en het controlelampjein de hendel voor de bekrachtigdeparkeerrem aan zijn.

WaarschuwingssignaalHet waarschuwingssignaal klinktwanneer de bestuurder debestuurdersplaats of de cabine verlaatzonder de parkeerrem te activeren.

NBHet controlelampje in de hendel licht evenop nadat de sleutel uit het contactslot isgenomen.

Handmatig bekrachtigen• Trek de hendel naar de eindstand

(voorbij de klik) om de parkeerrem tebekrachtigen.

De rem wordt bekrachtigd, in hetinstrumentenpaneel licht een symbool open het rode controlelampje in de hendelgaat aan.

NBTijdens het rijden kunnen trekker en trailergeleidelijk worden geremd door aan dehendel te trekken. Ook als de hendel naarde eindstand (voorbij de klik) is getrokken,wordt de rem vrijgegeven wanneer u dehendel loslaat bij rijsnelheden hoger dan 7km/h.

ServicemodusOm de automatisch bekrachtigdeparkeerrem vrij te geven, houd u dehendel voor de parkeerrem neergedrukten draait u tegelijkertijd de contactsleutelnaar de stand 0.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

78 B 774595

Page 89: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

Een melding op hetbestuurdersinfodisplay geeft aan dat deparkeerrem in de servicestand staat.De servicestand wordt beëindigd als deparkeerrem handmatig wordt bekrachtigdof zodra de rijsnelheid hoger wordt dan30 km/h.

VOORZICHTIGDe akoestische waarschuwing van deparkeerrem is in de servicestand nietactief.

Parkeren met ingeschakeldetrailerremOm te garanderen dat bij het parkerenvan een voertuigcombinatie deremkracht niet afneemt ingeval van eenluchtlekkage, worden bij parkeren alleende remmen op het voertuig bekrachtigd.In sommige situaties, zoals bij parkerenop een gladde ondergrond of een steilehelling met een zware trailer, is hetgunstig om ook de bedrijfsrem van detrailer te bekrachtigen.Vereisten voor gebruik van debedrijfsrem van de trailer:• Contactsleutel in de stand "Rijden".• Parkeerrem bekrachtigd.

ActiverenDe bedrijfsrem van de trailer wordtbekrachtigd met de trailerfunctie van dehulpremhendel.1 Bekrachtig de parkeerrem van de

truck.2 Trek de hulpremhendel minstens 2

seconden naar u toe naar de tweedestand en laat los.

Het symbool op het bestuurdersinfodisplayknippert terwijl de rem is geactiveerd

De trailerrem vrijgeven• Trek de hulpremhendel minstens 2

seconden naar u toe en laat los.

De rem wordt ook vrijgegeven wanneer:• De parkeerrem wordt gelost of• De contactsleutel naar de stand "

Verblijven" of naar de stand"Accessoires" wordt gedraaid.

GEVAARUiteindelijk zal de remdruk vanuit de trailerontsnappen. Deze methode moet daaromalleen tijdelijk worden gebruikt en terwijl demotor draait. Als de voertuigcombinatie opdeze manier moet worden geparkeerd(zonder dat de motor draait), plaats danwielblokken of controleer of devoertuigcombinatie ook geparkeerd blijft(dus niet gaat rollen) zonderondersteuning door de trailerremmen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

79 B 774595

Page 90: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

Hulpremmen

A Automatische stand0 Hulprem vrijgegeven1-3 Standen voor handbedieningB RemprogrammaNaar u toe Trailerrem

Een cijfer of letter op het centrale displaygeeft aan in welke stand de hendel staat.Als de functie actief is, wordt hetsymbool voor de hulprem getoond.

Hulprem op het centrale display.

Automatische stand AIn stand 'A' werkt de hulprem incombinatie met de gewone wielremmenwanneer de bestuurder het rempedaalintrapt ('Brake blending').Standen voor handbediening 1-3De remkracht van de hulprem neemt toebij elke volgende stand van de hendel.Laat het gaspedaal opkomen om dehulpremmen te activeren.Om te zorgen dat de hulpremmenfunctioneren als het gaspedaal wordtlosgelaten, moet• een versnelling zijn ingeschakeld;• het motortoerental hoger zijn dan

1000 omw/min; liever echter zo hoogmogelijk, zonder dat de toerentellerin de rode zone komt

• de cruise control moet zijn uitgezet.

Remprogramma1 Zet de hendel in de stand

automatisch of in de standhandbediening.

2 Druk knop "B" in op het uiteinde vande hendel.

3 De aanduiding B is zichtbaar op hetcentrale display.

Als het remprogramma actief is, schakeltde versnellingsbak naar de versnellingdie een optimale aanvullenderemwerking biedt.Het remprogramma wordt uitgezet dooropnieuw op knop "B" te drukken of doorhet gaspedaal in te trappen.TrailerremMet de trailerrem kunt u de remmen enkoppeling testen wanneer een anderetrailer wordt aangekoppeld.Trek de hendel naar u toe naar de eersteof tweede stand om de trailerrem teactiveren.De rem kan alleen worden geactiveerdbij een rijsnelheid van minder dan4 km/u. De rem wordt vrijgegeven zodrade rijsnelheid hoger wordt dan 7 km/u ofals de hendel wordt losgelaten.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

80 B 774595

Page 91: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

Trailerrem als parkeerremDe bedrijfsrem van de trailer kan ookworden gebruikt als ondersteuning vande normale parkeerrem, zie pagina 79.

Portier, bedieningspaneel

1. De portieren vergrendelenVergrendel beide portieren door eenmaalop de vergrendelknop te drukken.2. De portieren ontgrendelenOntgrendel beide portieren door deontgrendelknop eenmaal in te drukken.3 en 4. Elektrische raambedieningDe elektrische raambediening wordtbediend met de knoppen 3 en 4.Raam openen:Door de knop kort in te drukken gaanbeide ramen automatisch open.Raam sluiten:Het raam in het bestuurdersportier gaatautomatisch dicht door de knop kort in te

drukken. Deze functie heeft eenknelbeveiliging.Het raam in het bijrijdersportier wordtmet de hand gesloten.5. Verstelknop voor buitenspiegelsStel de stand van de geselecteerdebuitenspiegel af met de joypadbediening.6, 7, 8 en 9. Elektrisch bediendespiegelsSelecteer de in te stellen spiegel met deknoppen 6, 7, 8 of 9. Het lampje in deknop gaat aan.Stel de stand van de spiegel af met dejoypadbediening (5).10 en 11. VerwarmdebuitenspiegelsDruk op knop 10 om de spiegels teverwarmen. De verwarming blijft aan totde motor wordt uitgezet.Druk op knop 11 om de spiegels 30minuten lang te verwarmen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

81 B 774595

Page 92: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaars

VerlichtingLichtschakelaar

1 Instrumentenverlichting dag/nacht,instellingen. Druk op het duimwieltje.

2 Instrumentenverlichting, dimmer.3 Lichtschakelaar.4 Schakelaar voor

waarschuwingsknipperlichten.5 Mistachterlicht.6 Mistlampen voor.

De helderheid van de displays kan ook inhet desbetreffende menu wordengewijzigd: bestuurdersinfodisplay, zie

Displays op pagina 65 en secundairdisplay, zie Instellingen op pagina 72.Instrumentenverlichting innachtmodusAls de instrumentenverlichting in denachtmodus staat, wordt alleen debelangrijkste informatie getoond, zoalsde rijsnelheid. Sommige informatie is indeze modus niet zichtbaar.Instrumentenverlichting, dimmerDe helderheid van deinstrumentenverlichting kan wordeningesteld. Vanuit de ingestelde waardewordt de helderheid vervolgensautomatisch verhoogd in een zeer lichteomgeving.Selectie van koplampenA. Positieverlichting.B.Dagrijverlichting.C. Dimlicht/grootlicht.D. Grootlicht en hulpverlichting(schijnwerpers).

NBSommige schijnwerpers moetenbovendien nog worden geactiveerd viaeen knop op het dashboard.

Grootlicht

GrootlichtOm met grootlicht een kort lichtsignaal tegeven, trekt u de grootlichthendel éénpositie naar u toe. Deze positie isveerbelast.Voor continu grootlicht trekt u degrootlichthendel naar u toe naar deeindpositie. Deze positie is veerbelast.Uitschakelen van grootlicht gebeurt opdezelfde wijze.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

82 B 774595

Page 93: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaar

AlgemeenOp de volgende bladzijden vindt uschakelaars die mogelijk in uw truck zijngeïnstalleerd.Welke schakelaars in uw truck aanwezigzijn hangt af van de truckuitrusting, ditkan dus afwijken van de onderstaandetabel.Verplaatsbare schakelaarsDe montagelocatie van de meesteschakelaars is gemakkelijk aanpasbaaraan uw wensen. Enkele schakelaarskunnen om veiligheidsredenen nietworden verplaatst. Neem contact op meteen erkende Volvo-garage voor nadereinformatie.

Verminderdetractieregeling, ziepagina 128

Hellingremfunctie, zieHellingstarthulp oppagina 131

Lane Change Support(hulp bijrijstrookwisseling) (LCS)

Forward CollisionWarning (waarschuwingaanrijding met voorligger)(FCW)

Driver Alert Support(attentiefunctiebestuurder) (DAS), zieSysteem voorbestuurderondersteuningop pagina 145

Lane Keeping Support(rijstrookondersteuning)(LKS), zie Systeem voorbestuurderondersteuningop pagina 145

Parkeerverwarming Temperatuur instellen

Dakraam Zonnescherm

Kantelen cabine Bewegingsdetector uit

Kraan Laadklep

Slipbeveiliging, ketting Slipbeveiliging,zandstrooier

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

83 B 774595

Page 94: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaar

Laadbakvergrendeling Verstelling,koppelschotel

ADR-hoofdschakelaar Stuurslot, trailer

Noodknop, Volvo ActionService, zie pagina 3

Waarschuwingsknipperlichten

Aan versnellingsbakgemonteerde PTO

Aan motor gemonteerdePTO

Waarschuwingsfunctie bijachteruitrijden, ziepagina 42

Waarschuwingslamp,dak

Werkverlichting,achterkant cabine

Werkverlichting,koppelschotel

Identificatieverlichting Globetrotter-aanduiding

Interieurverlichting Interieurverlichting, nacht

Automatische interieurverlichting, zie Lichtknop ophet frontpaneel op pagina 91

Hulpverlichting,koplampen

Static Cornering Light(statischebochtverlichting)

Koplampen, dak Koplampen, voorkant

Ploegverlichting Verlichting uit (militair)

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

84 B 774595

Page 95: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Schakelaar

Achteruitrijverlichting Automatischeachteruitrijverlichting

Schakelaar, hoogte voorveerboot

Knielstand

Alternatieve laadhoogte Regeling laadhoogte

Sperdifferentieel, achterkant, zie pagina 134

Alternatieve rijhoogte

Automatischemotortoerentalregeling

Tijdelijkerijsnelheidsbegrenzing

Spreidbalk, trailer Brandstofverwarming

All-wheel-aandrijving Stuurslot, achteras

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

85 B 774595

Page 96: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaat

KlimaatregelsysteemMet het klimaatregelsysteem wordt delucht in de cabine gekoeld, verwarmd ofontvochtigd. Sensors meten detemperatuur in de cabine om deluchttoevoer naar de cabine te kunnenregelen op basis van deweersomstandigheden buiten.Wanneer het buiten heet is, kan er watcondensvocht onder de truck vandaandruppelen.Het systeem onthoudt de instellingenvan het klimaatregelsysteem wanneer detruck wordt uitgezet. De volgende keerdat de truck wordt gebruikt, komen dezeinstellingen weer terug.

Bedieningspaneel

1 Ventilatorsnelheid2 Recirculatie van lucht3 Display, geeft de ventilatorsnelheid

en temperatuur weer4 Maximale ontdooiing5 Temperatuur6 AUTO-functie7 Luchtverdeling (ramen, ventilatie,

vloer)8 Airconditioning (AC)

Het lampje in de knop brandt wanneerde functie actief is.

Locaties van sensors• Een temperatuursensor bevindt zich

op het dashboard, naast de 12 V en24 V accessoire-aansluitingen.

• Een zonlichtsensor is gemonteerdbovenaan middenop het dashboard,deze meet de inval van zonlicht in decabine.

NBBedek of blokkeer de sensors niet metkleding of andere voorwerpen. Plaats ookgeen hittebronnen zoals eenkoffiezetmachine of bekers met hetedranken onder de temperatuursensor.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

86 B 774595

Page 97: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaat

LuchtverdelingDe binnenkomende lucht wordt gefilterdom deeltjes te verwijderen en vervolgensverdeeld via de diverse openingen.Zorg dat de ventilatie-openingen op hetdashboard altijd open staan. Ongeachthoe de luchtverdeling is ingesteld, wordtvia deze openingen altijd een geringehoeveelheid lucht toegevoerd voor eenoptimale temperatuurverdeling in decabine.

NBDek de ventilatie-openingen niet af metkleding of andere voorwerpen. Monteeroptionele apparatuur of accessoires ookniet zodanig dat ventilatie-openingenworden afgedekt. Het goed functionerenvan de ventilatie kan dan niet wordengegarandeerd!

VOORZICHTIGHet is niet toegestaan om een luchtfiltervan het type O3 Air cleaner in de cabine temonteren, omdat hiermee deventilatiefunctie van hetklimaatregelsysteem nadelig kan wordenbeïnvloed. Ook kan zo schade wordentoegebracht aan de kunststofoppervlakken en afdichtingen van hetdashboard.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

87 B 774595

Page 98: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaat

Instellen van de ventilatie-openingenDe ventilatie-openingen aanbestuurderszijde hebben vier standen:1 Gesloten (0).2 Gespreid.

Voor een gelijkmatige en tochtvrijeventilatie. De luchttoevoer is geringen kan niet zijdelings wordenversteld.

3 Geconcentreerd/gespreid, menging.Maximale luchttoevoer met uniformeverdeling, beperkt verstelbaar inzijdelingse richting.

4 Geconcentreerd.Geconcentreerde luchttoevoer die inde gewenste richting verstelbaar is.

Gebruik het stelwiel om de gewensteluchttoevoer in te stellen. Deluchttoevoer is variabel instelbaar tussen0 en de gespreide stand. De maximaleluchttoevoer is beschikbaar in de derdestand: geconcentreerd/gespreid,menging.De ventilatie-openingen aan debijrijderzijde hebben twee standen,gesloten en open. De luchttoevoer istussen deze twee standen variabelinstelbaar en kan met de knop in hetmidden verticaal en zijdelings wordengericht.

Ventilatie-opening aan bestuurderszijde.

Ventilatie-opening aan bijrijderzijde.

De luchtverdeling instellenDe knoppen van de luchtverdelingomvatten de volgende posities:1 Ramen (ontdooien)2 Ventilatie3 Vloer

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

88 B 774595

Page 99: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaat

InstellingenDe gewenste temperatuurinstellen

• Controleer of alle ventilatieopeningenin het dashboard geopend zijn.

• Stel met de knop de gewenstetemperatuur in.

• Druk op AUTO.

De AUTO-functie regelt deventilatorsnelheid, de luchtverdeling ende aircofunctie automatisch om zo degeselecteerde temperatuur te bereiken.Eerder geselecteerde instellingenworden dan uitgezet.

NBU selecteert de gewenste temperatuurvolgens de gevoelstemperatuur doorrekening te houden met deomstandigheden in en buiten de truck(zoals buitentemperatuur, windsnelheid,zonnestraling) en niet uit te gaan van detemperatuur die een normale thermometerzou aangeven.

Wanneer u een instelling handmatigaanpast, gaat het symbool AUTO op hetdisplay uit. Andere functies worden dannog wel blijvend automatisch geregeldom de gewenste temperatuur tebereiken.Wanneer u de ventilatorknop linksomdraait zodat de ventilatoraanduiding ophet display uit gaat, zijn de ventilator ende aircofunctie uitgeschakeld.

Instellen voor maximale koeling.

Instellen voor maximale verwarming.

Wasem en aangevroren ijs vanramen verwijderenVerdeel de lucht naar de ruiten van detruck wanneer er kans is op beslaan. Ditvoorkomt dat de ruiten beslaan enverwijdert eenvoudiger bevriezing. Ga inhet geval van overmatig beslaan enijsvorming als volgt te werk:• Druk op "maximaal ontwasemen/

ontdooien". De ventilator gaat naar

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

89 B 774595

Page 100: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaat

de maximale snelheid, deaircofunctie wordt ingeschakeld enals de luchtrecirculatie was aangezetgaat deze nu uit.

• Stel de temperatuur zo hoog mogelijkin.

Als de functie voor maximaalontwasemen/ontdooien wordt uitgezet,gaat het klimaatregelsysteem terug naarde voorgaande instellingen.Bij een koude buitentemperatuur kan devoorruit zo warm worden dat bij eensneeuwvlaag de sneeuw op de voorruitsmelt. De ruitenwissers kunnen danvastvriezen. In dit geval kan deluchtverdeling het best worden ingesteldnaar de vloer (de functie voorontwasemen/ontdooien wordt danuitgeschakeld).Bij koude buitentemperaturen kunnen dezijruiten beslaan of kan hierop ijsvormingoptreden. U voorkomt dit door debinnenste ventilatieopeningen op het

paneel af te sluiten en de buitenste naarde zijruiten te richten.Reinig de voorruit aan de binnenkantmet een standaard ruitreinigingsmiddel,zodat deze minder snel beslaat. Reinigde voorruit vaker als er in de cabinegerookt wordt.

Recirculatie van lucht

Druk op "luchtrecirculatie" om de luchtbinnen de cabine te laten circuleren.Deze functie sluit alleluchttoevoeropeningen er wordt gebruiktom vieze lucht buiten te sluiten.Het AUTO-symbool op het display gaatuit als recirculatie worden ingeschakeld.Andere functies behalve recirculatieworden wel blijvend automatischgeregeld.

NBGebruik de recirculatiefunctie niet in eenzeer vochtige omgeving, tijdens zwareregenval of bij een lage buitentemperatuur.Om wasemvorming op de ruiten tevoorkomen moet er voldoende frisse luchttoetreden en moet de airconditioningdraaien.

Instellingen in het klimaatmenuBestuurdersinfodisplayInstellingen

Klimaatinstellingen

U kunt de volgende items in destandaardinstellingen van hetklimaatregelsysteem wijzigen:• ventilatorsnelheid in de AUTO-functie

(Hoog, Normaal en Laag)• AC-modus (Economy of Standaard).

In de economy-modus wordt deaircocompressor zo min mogelijkgebruikt om energie te besparen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

90 B 774595

Page 101: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Interieurverlichting

InterieurverlichtingDe bediening van de interieurverlichtingis opgenomen in het frontpaneel. U kuntkiezen of de interieurverlichtingautomatisch wordt ingeschakeldwanneer het portier wordt geopend, ofwanneer de motor wordt ingeschakeld.

Lichtknop op het frontpaneel• Druk op de knop bovenaan om de

automatische interieurverlichting aanof uit te zetten die wordtingeschakeld als het portier wordtgeopend of als de motor wordtuitgezet.

• Druk op de knop onderaan om deinterieurverlichting aan of uit tezetten.

Verlichtingsknop opachterpaneelDruk de knop in het achterste paneel inom de laatst gebruikte interieurverlichtingaan/uit te zetten.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

91 B 774595

Page 102: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stoelen

BestuurdersstoelOverzicht1 De rugleuning neerklappen.2 De stoelzitting in lengterichting

verplaatsen.3 De hele stoel in lengterichting

verplaatsen.4 Zittingdemping.

De meest stugge instelling komtvrijwel overeen met een vastgemonteerde stoel.

5 De stoelzitting kantelen.6 De hele stoel omhoog of omlaag

verplaatsen.7 Stoelventilatie (optie).

Gebruik stand 1 voor het handhavenvan het correcte klimaatcomfort enstand 2 voor het snel bereiken vanhet correcte klimaatcomfort.

8 De lendensteun verstellen.9 Stoelverwarming (optie).10 Het bovendeel van de rugleuning

kantelen.11 De hele rugleuning kantelen.

Klap de rugleuning neer (in de stoel in deafbeelding is de autogordel ingebouwd).

Stoelschakelaars.

BijrijdersstoelOverzicht1 De rugleuning neerklappen.2 De stoelzitting in lengterichting

verplaatsen.3 De hele stoel in lengterichting

verplaatsen.4 Zittingdemping.

De meest stugge instelling komtvrijwel overeen met een vastgemonteerde stoel.

5 De stoelzitting kantelen.6 De hele stoel omhoog of omlaag

verplaatsen.7 De lendensteun verstellen.8 Stoelverwarming (optie).9 Het bovendeel van de rugleuning

kantelen.10 De hele rugleuning kantelen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

92 B 774595

Page 103: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stoelen

Klap de rugleuning neer (in de stoel in deafbeelding is de autogordel ingebouwd).

Stoelschakelaars.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

93 B 774595

Page 104: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Verblijven

BedBed opklappenOnder het bed zijn bergvakkenaangebracht. Om het bed omhoog tezetten, pakt u de handgreep aan deonderkant van het bed vast en trekt uomhoog.

Bed inklappen.

BednetInstalleer het bednet zodat er geenspullen van het bed af kunnen vallen. Derugleuning van de bijrijdersbank moetrechtop staan.

Ankerpunten voor bednet

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

94 B 774595

Page 105: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrische aansluiting

Elektrische aansluitingElektrische aansluitingen (voor 24 V en12 V) zijn aangebracht in het dashboarden in het achterste cabinegedeelte. Dezezijn bedoeld voor optionele apparatuur.

NBHet aanstekercontact is niet bedoeld voorgebruik als elektrische aansluiting.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

95 B 774595

Page 106: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Zonnescherm

ZonneschermGebruik de handgreep aangeduid doorde grote pijl om het zonnescherm telaten zakken. Breng het zonneschermomhoog door de knop aangeduid met dekleine pijl in te drukken.

De stand van het zonnescherm instellen

ZijruitDe zijruiten hebben zonneschermen diemet de hand kunnen worden neergelatenen opgetrokken.

NBHet zonnescherm voor de zijruit kan overmaximaal 25 cm worden neergelaten.

Zonnescherm, zijruit

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

96 B 774595

Page 107: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dakraam

Alle cabines zijn uitgevoerd met eennooduitgang via het dak, hetzij via eenvast dakraam, hetzij via een dakraam datals een luik kan worden geopend. Zowelhet gewone dakraam als het luikvormigedakraam is uitgerust met getint glas.

Het dakraam openenHet dakluik kan worden geopend engesloten.U opent het dakluik door de beugelomlaag en dan naar voren te trekkenzodat deze verticaal ligt, vervolgens duwtu het omhoog. U sluit het dakluik door debeugel omlaag en dan naar achter tetrekken, zodat de beugel vergrendelt.

Het dakraam openen.

Muskietennet en zonneschermHet dakraam heeft een muskietennet eneen zonnescherm. Het muskietennet kanworden uitgetrokken of geopend blijven.

Als u het muskietennet uittrekt, kan ookhet zonnescherm worden uitgetrokken.Trek aan de handgreep aan hetmuskietennet en zorg dat deze vast staatvoordat u aan het zonnescherm trekt.

Het muskietennet en het zonnescherm uittrekken.

NBOm het zonnescherm te openen moet u dehandgreep iets kantelen om de handgreepterug te kunnen bewegen. Hetzelfde geldtvoor het muskietennet.

Kantel de handgreep iets om het zonnescherm enhet muskietennet te openen.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

97 B 774595

Page 108: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Opbergen

BergvakDe truck is uitgerust met bergvakken inhet interieur en aan de buitenzijde.

DashboardIn de ruimte in het midden van hetdashboard zijn bergvakken aangebracht.

1 Bekerhouder en bergvak (rustigaandrukken bij de pijl).

2 Opbergbakje, de bodem kan wordenuitgetrokken (rustig op het onderstegedeelte van de afdekplaat drukken).

3 Bergvak (druk op de knop aangeduiddoor de pijl).

BagageruimteU opent de bagageruimte door aan dedraad nabij het portier te trekken. Bij deeerste klik blijft het luik nog vergrendeld.Trek nog eens aan de kabel om het luikte openen.De bagageruimte van de truck bevat detwee gevarendriehoeken en andereapparatuur voor noodgevallen.

Draad voor openen van bagageluik.

05BE

STUU

RDER

SOMG

EVIN

G

98 B 774595

Page 109: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 99 B 774595

Page 110: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 111: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

06

STARTEN EN RIJDEN

Page 112: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stroomvoorziening

FunctiestandenDe truck heeft veel systemen die veelvan de accu's vergen. Er zijnverschillende functiemodi beschikbaar,zodat u het verbruik kunt beheersen enervoor kunt zorgen dat de accu'svoldoende stroom leveren om de motorte starten. Deze modi sluiten aan op defuncties die u onder verschillendeomstandigheden nodig hebt.

0: Geparkeerd/Verblijven1: Accessoires2: Rijden3: Starten

Geparkeerd (0)Het aantal gebruiksfuncties is minimaal.Deze functie gebruikt u terwijl de truckgeparkeerd staat en niet wordt gebruikt.

Voorbeelden van actieve functies: Alarm,centrale vergrendeling.De truck wordt na 12 uur automatischnaar stand "Geparkeerd" geschakeld alsde sleutel in stand "0" staat of wordtuitgenomen.De schakelklokwaarde van 12 uur kanworden aangepast in een erkende Volvo-garage. Bedenk daarbij wel dat er bijverlenging van deze periode een risicobestaat dat de accu's ontladen.Als de hoofdschakelaar wordt uitgezet,gaat de truck direct naar defunctiemodus "Geparkeerd" , zieHoofdschakelaar op pagina 103.De tijdschakelklok is niet actief als dehoofdvoeding is uitgeschakeld.

Verblijven (0)De functies die nodig zijn voor eenverblijf in de cabine zijn actief.Voorbeelden van actieve functies: Radio,interieurverlichting, verwarming, wekker,laadklep."Verblijven" wordt geactiveerd met desleutel in stand "0" of bij uitnemen vande sleutel. Deze functie is afgestemd opéén nachtelijke stop en bij een normaalstroomverbruik.Na 12 uur schakelt de truck naar defunctie "Geparkeerd". Om terug te gaan

naar "Verblijven" steekt u de sleutel weerin het contactslot om deze functie 12 uurlanger te activeren.Sommige carrosseriebouwerfunctiesblijven alleen 4 uur lang actief.Ook bij ontgrendelen met deafstandsbediening wordt "Verblijven"geactiveerd.

NBDe verwarming, tv, koelkast en magnetronverbruiken veel stroom. Gebruik dezedaarom in beperkte mate als er alleenstroomvoorziening is vanaf de accu's in detruck.

Accessoires (1)De functies die nodig zijn om met detruck te werken terwijl de motor isuitgezet.Voorbeelden van actieve functies:Dynafleet, achterkleplift, werkverlichting,radio, interieurverlichting, verwarming,wekker."Accessoires" wordt geactiveerd met desleutel in de stand "1". Deze functiestandblijft actief zolang de sleutel in stand "1"blijft.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

102 B 774595

Page 113: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Stroomvoorziening

Rijden (2)Alle functies zijn actief. De truck is klaarom te starten of is al gestart."Rijden" wordt geactiveerd met de sleutelin stand "2".

Starten (3)De startmotor werkt. Veel functies zijntijdelijk uitgezet om te garanderen dat demotor kan worden gestart."Starten" wordt geactiveerd met desleutel in de veerbelaste stand "3".

DruppelladenVolg de aanbevelingen voordruppelladen om de accu's in goedeconditie te houden, zie Accu's oppagina 239.

HoofdschakelaarDoor binnen twee seconden tweemaalop de vergrendelknop van deafstandsbediening te drukken kunt u detruck direct in de functiemodus'Parkeren' zetten. De richtingaanwijzerslichten eenmaal lang op om aan tegeven dat de truck vergrendeld is envervolgens viermaal kort om aan tegeven dat de truck in de functiemodus'Parkeren' staat.Denk eraan dat de hoofdschakelaar nietfungeert als hoofdschakelaar voor deaccu's.

De accu ontkoppelenNB

Maak de accukabels los als ontkoppelenvan de accu vereist is, bijvoorbeeld bij eenreparatie of langdurig parkeren van detruck. Het elektrisch systeem moet daartoein de functiestand Geparkeerd staan.

De vergrendelknop twee keer indrukken.Wanneer de hoofdschakelaar weer wordtingeschakeld, gaat de truck naar defunctiestand "Verblijven", of naar defunctiestand die overeenkomt met destand van de contactsleutel.

De accu ontkoppelenGa als volgt te werk om de accu teontkoppelen:1 Zet de hoofdschakelaar uit.2 Wacht 30 seconden.3 Maak de minkabel los van de accu.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

103 B 774595

Page 114: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dagelijkse inspectie van de truck

De inspectie gebeurt optimaal als deonderstaande punten in de cabineworden uitgevoerd en u vervolgens omde truck heen loopt. Begin bij hetbestuurdersportier en loop vervolgensom de voorkant en rondom de truck.• Bekrachtig de parkeerrem.• Zet de verlichting aan.• Zet de waarschuwingsknipperlichten

aan.• Controleer op eventuele

foutmeldingen.

Let vooral op foutmeldingen over hetmotorolieniveau en over hetkoelvloeistofniveau.Voor koelvloeistof, zie pagina 261.Voor motorolie, zie pagina 251.

Controleren1 Verlichting

De koplampen en andere verlichtingmoeten functioneren. Indien nodig,zie Gloeilampen vervangen oppagina 221.

2 SproeivloeistofReiniging van de voorruit en dekoplampen gebeurt vanuit hetzelfdevloeistofreservoir, met een inhoudvan circa 15 liter sproeivloeistof.Gebruik sproeivloeistof van Volvo.

Wanneer het vloeistofpeil daalt naarhet laagste alarmniveau, worden dekoplampsproeiers uitgeschakeld enkrijgt de voorruitsproeier voorrang.Onder de vuldop zit een filter. Vulgeen sproeivloeistof bij zonder hetfilter te gebruiken.

Bijvullen met sproeivloeistof.

3 Ruiten en spiegelsRuiten en spiegels moeten intact zijnen schoon.Aan de voorkant van de truck zijntwee treeplanken aangebracht diekunnen worden uitgeklapt. Gebruikdeze om bij de voorruit en devoorruitwissers te kunnen komen.Onder de voorruit zit een handgreepom u aan vast te houden. Houd uniet aan de spiegels vast.

Klap de treeplank uit.

NBHoud u vast aan de handvatten onder devoorruit, nooit aan de spiegels of andereonderdelen van de truck.

4 KoelenDe koelcapaciteit is essentieel. Openhet servicedeksel en controleer of deradiateurs niet verstopt zijn. Zo nodigreinigen, zie Hogedrukreiniging oppagina 215.

NBWees uiterst voorzichtig bij het reinigen,om te voorkomen dat de koelplatenbeschadigen.

5 Controleer of er onder de truck geensporen zijn van lekkage.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

104 B 774595

Page 115: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dagelijkse inspectie van de truck

6 Controleer of de banden geenscheuren vertonen en er geensteentjes in het bandprofiel geklemdzitten. Voor meer informatie over debanden, zie Banden op pagina 227.

7 Trek aan de ringen van deluchtketelventielen om te controlerendat zich geen condenswater in deluchtketels bevindt. Als u water in deluchtketels aantreft, wijst dit erop datde luchtdroger niet werkt, zieRemsysteem op pagina 263.

Voorbeelden van luchttanks.

8 Controleer of de lading stevig isvastgesjord.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

105 B 774595

Page 116: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten

Instructies voor startenZet de schakelhendel in deneutraalstand of in de gekantelde positie,anders zal de motor niet starten.Als de luchtdruk naar de versnellingsbakte laag is, wordt dit aangegeven dooreen symbool en een melding op hetbestuurdersinfodisplay. Wacht tot demelding verdwijnt voordat u gaat rijden.Zet de schakelhendel vervolgens in destand A, M of R om te gaan rijden.

Lage luchtdruk naar de versnellingsbak.

De motor starten1 Zet de hoofdschakelaar aan.

2 Controleer of de parkeerrem isbekrachtigd.

3 Draai de contactsleutel naar de stand(2) "Rijden".

4 Schakel de startmotor in door desleutel naar de stand (3) "Starten" tedraaien. Als de motor niet aanslaat,wordt de startpoging na 15 secondenautomatisch geannuleerd.

NBAls het elektrische stuurslot nietontgrendeld is, kan de motor niet wordengestart. Geef een draai aan het stuurzodat het stuurslot ontgrendelt.

NBAls de oververhittingsbeveiliging isgeactiveerd, geeft een melding op hetbestuurdersinfodisplay dit aan. Bij demelding staat de tijd aangegeven waarinde startmotor moet afkoelen voordat detruck weer kan worden gestart, meestal isdit 10-15 minuten.

5 Houd het rempedaal enkeleseconden ingetrapt, zodat de cruisecontrol geactiveerd wordt. Deluchtvering wordt pas geactiveerdwanneer de parkeerrem wordtvrijgegeven of wanneer dehandbediening voor de luchtveringwordt gebruikt.

6 Controleer of er geen foutmeldingenblijven staan wanneer de motoraanslaat en kijk of de luchtdruknormaal is.

OpwarmenWarm de motor op door te rijden meteen laag toerental, niet door de motorstationair te laten draaien. Houd hetmotortoerental constant en voer dit niethoog op.

Begrenzing van motortoerentalAls bij het aanzetten van de motor detemperatuur van de koelvloeistof lager isdan 50°C, is het motortoerental 15

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

106 B 774595

Page 117: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten

seconden lang begrensd tot 1000 omw/min.

Motortoerental verhogenOm de stroomvoorziening te garanderenhebben trucks met Euro 6-motoren eenfunctie voor toerentalverhoging voorkoude klimaatgebieden. Hetmotormanagementsysteem bepaaltwanneer het motortoerental moetworden verhoogd, de bestuurder heefthierop geen invloed. Het is speciaal vanbelang om de neutraalstand in teschakelen als de motor stationair draaitterwijl de truck stilstaat. Zo wordtvoorkomen dat de koppeling en deversnellingsbak overbelast kunnenraken.

MotortoerentalConstant motortoerentalHet motortoerental kan tijdelijk wordengewijzigd om dit af te stemmen op de uitte voeren werkzaamheden. Gebruik delinker stuurwielbediening.

Stuurwielbediening.- Knoppen "1" of "2" activeren eenconstant motortoerental.- Knop "4" kort indrukken: herstel naarstationair motortoerental.Lang indrukken: de functie uitschakelen.In de basisuitvoering wordt bij gebruikvan het koppelings- en rempedaal hetmotortoerental eveneens hersteld.- Knop "5" verhoogt het motortoerentalnaar een voorgeprogrammeerde waarde,normaliter 1000 omw/min.- Knop "9" verhoogt/verlaagt hetmotortoerental.

NBTijdens regeneratie van het roetfilter zalhet stationaire toerental iets verhoogd zijn.Hierop is geen invloed uit te oefenen.

Stationair motortoerental wijzigenHet ingestelde stationair motortoerentalkan permanent worden gewijzigd,bijvoorbeeld als er na het werk van decarrosseriebouwer sprake is vanovermatige trillingen.Aanbevelingen:• De temperatuur van de koelvloeistof

moet hoger zijn dan ongeveer 50°C.• De truck moet stilstaan terwijl de

motor stationair draait (het gaspedaalmoet niet zijn ingetrapt) terwijl deafstelling begint.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

107 B 774595

Page 118: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten

Werkwijze:1 Laat het gaspedaal opkomen en trap

het rempedaal in. Het rempedaalmoet tijdens de instelling ingetraptblijven. De functie voor verhogingvan het stationair motortoerental magniet actief zijn.

2 Houd knop "5" minstens tweeseconden lang ingedrukt. Hetmotortoerental daalt tot de laagstinstelbare waarde.

3 Laat de knop los.4 Wijzig het motortoerental met knop

"9" voor verhoging/verlaging.5 Houd knop "5" minstens twee

seconden lang ingedrukt. Eenmelding op het

bestuurdersinfodisplay geeft aan datde wijziging is opgeslagen.

6 Laat de knop los.7 Laat het rempedaal los.

Het nieuwe stationair motortoerentalis nu ingesteld.

Als er een fout is gemaakt tijdens deinstelvolgorde, blijft het vorige stationairmotortoerental behouden.Uitzetten van de truck

VOORZICHTIGZet de truck altijd op de parkeerrem en inneutraalstand N als u de truck parkeert ofde cabine verlaat.

Als de truck stilstaat:• Activeer de parkeerrem.• Zet de schakelhendel in N, neutraal.• Zet de motor uit.

NBDe motor kan alleen gestart worden als detransmissie in neutraalstand staat.De motor kan niet gestart worden als deluchtdruk beneden hetwaarschuwingsniveau daalt en detransmissie niet in neutraalstand staat , zieVersnellingsbak, starten zonder luchtdrukop pagina 286.

De motor uitzettenAls de motor zwaar werd belast, moetdeze afkoelen door stationair latendraaien voordat hij wordt uitgezet. Uvoorkomt zo spanningen als gevolg vanhitte in de motor en hete onderdelenzoals de turbocompressor hebbenvoldoende tijd om af te koelen.

VOORZICHTIGLaat de motor stationair draaien om af tekoelen voordat u deze uitzet.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

108 B 774595

Page 119: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstof tanken

De tanks van de truck voor brandstof enAdBlue moeten regelmatig wordengevuld. Maak er een gewoonte van omtijdens een tankstop altijd een snellecontrole van de truck uit te voeren.

Dieselbrandstof tankenTank altijd helemaal vol! (Dubbele tanksdie met elkaar zijn verbonden moetenafzonderlijk worden gevuld.) Tankbrandstof na een hele dag rijden omcondensvorming in de brandstoftanksdoor temperatuurverschillen tevoorkomen.

VOORZICHTIGGebruik altijd zwavelvrije brandstof.

NBWees altijd uiterst voorzichtig bij deomgang met dieselbrandstof. Als u eeneigen tank of brandstofvat gebruikt, filterdeze brandstof dan en houd alle vatenschoon.

AdBlue bijvullenWAARSCHUWING

Als u AdBlue bijvult vanuit een vat of eenpomp zonder afslagfunctie, pas dan op omde tank niet te overvullen. Let op hoeveelAdBlue u naar binnen giet, om het risicoop overvullen te vermijden. Als de tankovervuld raakt, kan er AdBlue naar buitenlekken via de beluchtingsleiding.Als de tank te vol is en de vloeistof hierinbevriest (bij temperaturen beneden -11°C),kunnen tank en slangen permanentbeschadigd raken.

1 Te vol.2 Maximumniveau.3 Minimumniveau.

Maatregelen bij morsen

NBAls u AdBlue morst, mag de vloeistof nietin het rioolstelsel terecht komen.

• AdBlue is niet geclassificeerd alsgevaarlijk voor het milieu, maar moettoch met zorg worden gehanteerd.

• Als de vloeistof in aanraking komtmet de huid, spoel dan volop metwater en verwijder eventueelvervuilde kleding.

• Bij contact met de ogen moet uenkele minuten lang grondigspoelen. Roep medische hulp in alsdat nodig is.

• Zorg voor frisse lucht bij inademenvan dampen en roep zo nodigmedische hulp in.

• Zorg dat AdBlue niet in contact komtmet andere chemicaliën.

• AdBlue is niet brandbaar. Als AdBlueblootstaat aan hoge temperaturen,wordt het omgezet in decomponenten ammoniak enkooldioxide.

• Als u AdBlue morst op de truck, veegde vloeistof dan af en spoel metwater. AdBlue heeft een corrosiefeffect op metalen als koper enaluminium. Ook metaallegeringen

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

109 B 774595

Page 120: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstof tanken

zoals messing kunnen zobeschadigd raken.

• Gemorste vloeistof kan wittekristallen vormen of er blijftgeconcentreerde AdBlue op de truckachter. Spoel deze kristallen af metwater.

• Bij morsen op een connector moetde connector worden vervangen;AdBlue heeft een sterk corrosiefeffect en brengt dus schade toe aande connector.

Waarschuwingssticker voor AdBlue.

VOORZICHTIGAdBlue heeft een sterk corrosief effect enkan connectors beschadigen. Als AdBluebinnendringt in connectors en kabelsmoeten deze worden vervangen. Reinigenalleen is niet afdoende.

Inspectie tijdens een tankbeurtBandspanningControleer de bandspanningen minstenselke 14 dagen.Volg de aanbevelingen van debandenfabrikant voor de correctewaarden voor bandspanning op, zieAanbevolen bandspanning oppagina 227.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

110 B 774595

Page 121: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

I-Shift

I-Shift is een geautomatiseerdehandgeschakelde versnellingsbak met12 vooruitversnellingen en 4achteruitversnellingen. Koppelen enwisselen van versnellingen gebeurtvolautomatisch, zodat de bestuurder zichop het verkeer kan concentreren. Debestuurder kan er ook voor kiezen omhandmatig te schakelen. Deschakelhendel is op de bestuurdersstoelbevestigd.I-Shift wordt geleverd met verschillendesoftwarepakketten. Sommige functieszijn optioneel, daarom is mogelijk nietalles in deze beschrijving van toepassingop uw specifieke versnellingsbak.

SoftwarepakkettenVersnellingsbakken hebbenuiteenlopende kenmerken en functies,afhankelijk van het geïnstalleerdesoftwarepakket. Als de hendelneergeklapt is, verschijnt er een popup inhet bestuurdersinfodisplay, die aangeeftmet welk softwarepakket deversnellingsbak is uitgerust.De volgende softwarepakketten zijnleverbaar:• Basis (het display toont TP-BAS) is

de standaardsoftware voor deversnellingsbak.

• Distributie & Bouw (het display toontTP-DICON) bevat functies die hetmanoeuvreren met de truck verdervergemakkelijken, zoalsremprogramma's en een aantalfuncties die interactief werken methet EBS.

• Langeafstandstransporten &Brandstofbesparing (het display toontTP-FUEC) omvat functies die hetbrandstofverbruik verbeteren en hetmanoeuvreren met de truck nogverder vergemakkelijken. Hetsoftwarepakket heeft dezelfdefuncties als in het Distributie & Bouw-pakket, aangevuld met Smart Cruiseen de vrijloopfunctie I-Roll.

• Langeafstandstransporten &Brandstofbesparing+ (het displaytoont TP-FUEC2 of TP-FUEC3) heeftdezelfde functies alsLangeafstandstransporten &Brandstofbesparing, aangevuld metI-See. Deze functie slaat eerderbereden weggedeelten op in hetgeheugen om het brandstofverbruiken de rijeigenschappen verder teverbeteren wanneer de cruisecontrolactief is.

• Zware transporten (het display toontTP-HD) is een geoptimaliseerdpakket voor betere rijeigenschappenen extra comfort bij het rijden metzware ladingen. Bij lagerelaadgewichten kan deze modusworden uitgeschakeld voor eengunstiger brandstofverbruik en meercomfort.

• Zware transporten &Brandstofbesparing+ (het displaytoont TP-HD3) heeft dezelfdefuncties als Zware transporten,aangevuld met I-See. Deze functieslaat eerder bereden weggedeeltenop in het geheugen om hetbrandstofverbruik en derijeigenschappen verder teverbeteren wanneer de cruisecontrolactief is. I-See is alleen beschikbaarwanneer de HD-modus niet actief is.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

111 B 774595

Page 122: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

NBBij aflevering vanaf de fabriek was dezetruck uitgerust met het programmapakket,Basic (TP-BAS).

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

112 B 774595

Page 123: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

FunctiesTP-BAS is het basisprogramma, de andere programma's bevatten aanvullende functies (zie tabel).

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

113 B 774595

Page 124: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Functie TP-BAS TP-DICON TP-FUEC TP-FUEC2& TP-FUEC3

TP-HD TP-HD3

PTO-functies X X X X X XAanpassing versnellingskeuze X X X X X XSelectie van rijmodus X X X X X XSchakelstrategie X X X X X XGeoptimaliseerd schakelen X X X X X XTemperatuurbewaking versnellingsbakolie X X X X X XWegrijhulp schakelfunctie X X X X X XVerbeterde schakelstrategie X X X X XHulpfunctie langzaam rijden X X X X XI-Roll X X X XIntelligente cruisecontrol X X X XHeavy duty-regeling X XI-See X X

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

114 B 774595

Page 125: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

OptieWelke extra opties beschikbaar zijn, hangt af van de gespecificeerde softwareversie.

Mogelijke opties TP-BAS TP-DICON TP-FUEC TP-FUEC2& TP-FUEC3

TP-HD& TP-HD3

Verbeterde PTO-functies X X X X XVerbeterde aanpassing versnellingskeuze in Auto, incl.kick-down

X X X X

Verbeterde rijprestaties - slechte wegen X X X X

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

115 B 774595

Page 126: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

StandaardfunctiesAlle softwarepakketten hebbenstandaardfuncties.

PTO-functiesVergemakkelijkt de werking van de PTO.Vooraf gedefinieerde splitterbakstandenbepalen welke splitterversnelling moetworden ingeschakeld bij werking van éénof twee versnellingsbak-PTO's. Hetinstellen van softwareparameters wordtmogelijk door de selectie vanversnellingen aan te passen aan eenmotortoerentalbegrenzing. Dit houdt indat het selecteren van versnellingenwordt aangepast aan de beperkingenvoor het motortoerental als gevolg vancarrosseriebouwerfuncties.

Aangepaste schakelwijzeGeeft de mogelijkheid om deversnellingskeuze aan te passen via deknop +/-, met de motorremfunctie in deautomatische modus.

Selectie van rijmodusMaakt het mogelijk om te kiezen tussende rijprogramma's "Economy" en"Performance".

SchakelstrategieAutomatische selectie vanstartversnelling

Geoptimaliseerd schakelenGeeft de mogelijkheid om de tijdensmotorrem automatisch geselecteerdeversnelling aan te passen.

TemperatuurcontroleversnellingsbakolieGeeft de temperatuur van deversnellingsbakolie weer op hetbestuurdersinfodisplay.

Wegrijhulp schakelfunctieWegrijden met een verhoogdmotortoerental in de performance-modusin eerste versnelling, waardoor hetwegrijkoppel wordt verhoogd. Dezefunctie verhoogt het motortoerental omwegrijden onder lastige omstandighedente vergemakkelijken. Dit is bijvoorbeeldhandig als de truck is vastgelopen opeen zachte ondergrond.

Uitgebreide functiesBepaalde softwarepakketten hebbenextra functies.

Verbeterde schakelstrategieHet werkt samen met ECS en EBS omde juiste versnelling te selecteren voorsoepele manoeuvres op lastige trajecten,of om maximale prestaties van dehulpremmen te verkrijgen.

Hulpfunctie langzaam rijdenHiermee kan de motor de wielen tijdensstationair toerental aandrijven zonder datde koppeling slipt, dit is bijvoorbeeldhandig tijdens rijden in de file.

I-RollAutomatisch in- en uitschakelen van devrijloopfunctie, om zo hetbrandstofverbruik beperken. Bij loslatenvan het gaspedaal wordt de aandrijflijnontkoppeld, zodat de truck vrij kanuitrollen en de motor wordt aangestuurdnaar stationair toerental.

Smart cruise controlAlleen actief wanneer de cruise control isingeschakeld. Deze functie bespaartbrandstof door in sommige situaties dehulpremmen uit te schakelen. Dezefunctie verbetert de werking van cruisecontrol door onderaan een neerwaartsehelling de hulprem uit te schakelen.

Heavy duty-regelingPast de schakelstrategie voor hetschakelen van versnellingen en dekoppeling aan bij een hoog laadgewicht(> 85 ton).

Optionele functiesI-SeeI-See is een aantal brandstoffuncties dietopografische gegevens van het

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

116 B 774595

Page 127: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

naderende weggedeelte gebruiken(stijging/dalingspercentage van hellingenin de weg) voor het kunnen selecterenvan de juiste versnelling. Dit draagt bijaan een lager brandstofverbruik enbetere rijeigenschappen bij gebruik vancruisecontrol.Als u onderweg bent met decruisecontrol ingeschakeld registreerteen sensor de topografie van de weg.Deze informatie wordt gecombineerdmet de geografische coördinaten van hetGPS-systeem van de truck. Degegevens worden opgeslagen in hetsysteemgeheugen of via een mobielnetwerk verzonden naar en opgeslagenin een externe topografie database.Wanneer u met ingeschakeldecruisecontrol onderweg bent, gebruikt I-See de in het systeemgeheugen ofdatabase opgeslagen informatie over deroute. Hierdoor kan het systeem heuvelsen hellingen in de route voorspellen ende bediening van het gaspedaal,transmissie en rijsnelheid optimaliserenvoor zuinig rijden.I-See omvat de volgende functies:

Vóór een opwaartse helling• De rijsnelheid van de truck neemt

iets toe voordat de truck eenopwaartse helling bereikt. De truckkan dan langer in de hoogsteversnelling blijven rijden en onnodig

terugschakelen op de opwaartsehelling zelf wordt vermeden.

Op een opwaartse helling• Het schakelpunt voor terugschakelen

wordt op een opwaartse helling ietsverlaagd, om onnodigterugschakelen op de opwaartsehelling te vermijden.

Vóór een neerwaartse helling• Bij het naderen van een neerwaartse

helling wordt onnodig accelererenvermeden.

Op een neerwaartse helling• De aandrijflijn van de truck wordt in

lichte mate ontkoppeld voordat detruck een neerwaartse hellingbereikt. Dit zorgt voor een zekeresnelheidsafname, zodat de truckbeter kan profiteren van denatuurlijke acceleratie die op eenneerwaartse helling optreedt.

Op een neerwaartse helling• De rijsnelheid van de truck wordt

afgeremd op neerwaartse hellingenwaarop de snelheid anders te veelzou toenemen.

Tussen neerwaartse en opwaartsehellingen• De op de neerwaartse helling

gegenereerde kinetische energiewordt 'meegenomen' naar deopwaartse helling door ontkoppelingvan de aandrijflijn aan het einde vande helling.

NBNiet alle functies worden op alleweggedeelten geactiveerd, alleen wanneerdat nodig is en wanneer cruise control isingesteld op 60 km/h of hoger.

Als I-See actief is, wordt IS weergegevenin het centrale display.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

117 B 774595

Page 128: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Mogelijke optiesVerbeterde PTO-functiesAanvullende functies voor ondersteuningvan PTO-aandrijving.

Verbeterde afstemmingversnellingskeuze in Auto, incl.kick-downBiedt de mogelijkheid om in deautomatische modus een versnelling tekiezen, ook als het gaspedaal isingetrapt. Er is ook een kick-downfunctiebeschikbaar voor een optimaleacceleratie van de truck.

Verbeterde rijprestaties - slechtewegenProgramma voor verbeterde rijprestatiesonder lastige omstandigheden, zoals opslechte wegen in bossen, opbouwlocaties of tijdens terreinrijden.

SchakelbedieningDe schakelhendel is aan de stoelbevestigd en kan worden gekanteld,zodat de bestuurder vrij in de cabine kanbewegen zonder te worden gehinderddoor de hendel.

Bovenaan de schakelhendel zit een knop(1), deze dient om de schakelhendel ineen horizontale positie te zetten. Aanbestuurderszijde zit aan de zijkant vande schakelhendel een +/- knop (2); dezeheeft naar boven en beneden eenveerbelaste stand en een nulstand in hetmidden. Aan de voorkant is verder eenschakelhendelvergrendeling (3)aangebracht die het onbedoeldschakelen van versnellingen voorkomt.De blokkering moet worden neergedrukt

om de volgende versnellingen teschakelen:• Vanuit N naar R.• Vanuit N naar een van de

vooruitversnellingen.

De blokkering hoeft niet te wordenneergedrukt als de schakelhendel vanuitA naar M wordt verzet.De schakelhendel kan altijd naar Nworden verzet, zonder een knop tehoeven indrukken.

Standen van versnellingspookDe schakelhendel kan in vijfverschillende standen worden gezet.

R Achteruit. Op- en terugschakelengebeurt met de +/- knop aan deschakelhendel.

N Neutraalstand. Er is geen versnellinggeschakeld.

A Automatische stand. Deversnellingsbak selecteertautomatisch de juiste versnelling engaat daarbij uit van het laadgewicht,helling, rijsnelheid en gasklepstand.

M Stand voor handbediening. Op- enterugschakelen gebeurt met de +/-knop aan de schakelhendel.

F De schakelhendel staat gekanteld.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

118 B 774595

Page 129: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Neerklappen van deversnellingspook

De schakelhendel kan horizontaalworden gekanteld zodat deze geenhinder geeft en de bestuurder zichgemakkelijker vanuit debestuurdersomgeving kan verplaatsennaar een ander cabinegedeelte.De schakelhendel kantelen:• Controleer of de hendel in de

neutraalstand N staat.• Druk de knop bovenaan de

schakelhendel in en kantel deschakelhendel naar voren, voorbij deachteruitstand R, naar de horizontalestand.

De schakelhendel omhoog kantelen:

• Haal de schakelhendel omhoogvoorbij de achteruitstand R, tot dezein de neutraalstand vergrendelt.

Wanneer de hendel gekanteld is of alsde knop bovenop de schakelhendelingedrukt wordt gehouden in deneutraalstand, wordt informatie over degeïnstalleerde softwareversie voor deversnellingsbak getoond in een meldingop het bestuurdersinfodisplay.

Op- en terugschakelen

De +/- knop dient om:• Tijdens handbediend schakelen

telkens één stap hoger of lager teschakelen.

• Versnellingen in de automatischemodus aan te passen.

• In de neutraalstand de splitterbak teselecteren bij gebruik van een PTO.

• De achteruitversnelling te selecteren.• Een wegrijversnelling te selecteren in

de automatische modus.

Economy/Performance (E/P)

Bovenop de schakelhendel zit eenEconomy/Performance knop (E/P).Hiermee wisselt u tussen deprogramma's Economy en Performance.(Ook voor de modus Verbeterderijprestaties als deze is gespecificeerd.)Het Performance-programma geeftvoorrang aan de rijeigenschappen, tenkoste van het brandstofverbruik.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

119 B 774595

Page 130: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Noodloopfunctie (L)

L wordt gebruikt om de limp home-functie te activeren, zodat nog met detruck kan worden gereden als sprake isvan een storing in de versnellingsbak,zie Actie bij defect aan deversnellingsbak op pagina 285.

Centraal displayHet centrale display geeft aan welkeversnellingsmodus (1), versnelling (2) enrijmodus (3) momenteel in gebruik zijn.Hier staat ook aangegeven hoeveelhogere/lagere versnellingen (4)(aangeduid met max. drie pijlen) in dehuidige stand beschikbaar zijn.

Centraal display.

Versnellingsmodus en versnellingR achteruit 1-4N neutraal (N1 lage split, N2 hoge split)A automatisch 1-12M handmatig 1-12F hendel neergeklapt

RijmodiDe volgende rijmodi zijn beschikbaar(afhankelijk van het in de truckgeïnstalleerde programmapakket):

E economyE+ I-Roll mogelijkIS I-See actiefP performanceP+ modus voor verbeterde rijprestaties

onder lastige omstandigheden opslechte wegen

B remprogrammaHd Heavy Duty

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

120 B 774595

Page 131: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

I-Shift gebruikenInstructies voor startenZet de schakelhendel in deneutraalstand of in de gekantelde positie,anders zal de motor niet starten.Als de luchtdruk naar de versnellingsbakte laag is, wordt dit aangegeven dooreen symbool en een melding op hetbestuurdersinfodisplay. Wacht tot demelding verdwijnt voordat u gaat rijden.Zet de schakelhendel vervolgens in destand A, M of R om te gaan rijden.

Lage luchtdruk naar de versnellingsbak.

Uitzetten van de truck

VOORZICHTIGZet de truck altijd op de parkeerrem en inneutraalstand N als u de truck parkeert ofde cabine verlaat.

Als de truck stilstaat:• Activeer de parkeerrem.• Zet de schakelhendel in N, neutraal.• Zet de motor uit.

NBDe motor kan alleen gestart worden als detransmissie in neutraalstand staat.De motor kan niet gestart worden als deluchtdruk beneden hetwaarschuwingsniveau daalt en detransmissie niet in neutraalstand staat , zieVersnellingsbak, starten zonder luchtdrukop pagina 286.

KoppelingDe koppeling is van het droge platen-type, er is dus geen koppelomvormer.Laat om deze reden de koppeling nooitin een te hoge versnelling slippen om tekunnen wegrijden. Als de koppelingoververhit raakt, geven een melding eneen symbool op het display dit aan.

Oververhitte koppeling.Als u de melding ziet terwijl u wegrijdt ende truck is dan al in beweging, blijf danrijden.Als u de melding ziet als u wilt wegrijdenen de truck staat nog stil, zet deschakelhendel dan in stand A of in stand

R en laat de motor stationair draaien totde melding verdwijnt.Als u wegrijdt in de handbedienderijmodus, selecteer dan de eersteversnelling om de koppeling niet teoverbelasten.

VOORZICHTIGGebruik nooit het gaspedaal om de truckop een opwaartse helling te blokkeren. Dekoppeling kan dan door oververhittingeerder defect raken.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

121 B 774595

Page 132: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Automatisch schakelen

De eenvoudigste manier om de truck tebesturen is de automatische modus (A).Het schakelen vindt dan automatischplaats en de bestuurder kan zijnaandacht op de weg houden.Tijdens het schakelen controleert hetsysteem de koppeling, deversnellingsbak en de bediening van degasklep. Het systeem kiest deversnelling en het schakelpunt zodanigdat het rijden wordt geoptimaliseerd,gebaseerd op de gaspedaalstand, hettruckgewicht, de weghelling, deacceleratiewaarde etc.We raden aan om zoveel mogelijkautomatisch te rijden en zo maximaal te

profiteren van het potentieel van deversnellingsbak.In de automatische stand kan debestuurder ook handmatig op- enterugschakelen. De pijlen op het centraledisplay geven aan hoeveel stappen u open terug kunt schakelen.

Automatisch kiezen vanwegrijversnellingDe versnellingsbak kiest de besteversnelling voor wegrijden en houdtdaarbij rekening met het laadgewicht ende hellingsgraad van de weg.

Versnelling vastzettenAutomatisch op- of terugschakelen issoms ongewenst, bijvoorbeeld wanneer:• De truck een heuveltop nadert en u

wilt onnodig terugschakelenvoorkomen.

• Op een vlak weggedeelte in eenverder opwaartse helling.

• Tijdens rijden op slechte wegen.

Als automatisch op- of terugschakelenongewenst is, zet de schakelhendel danvanuit stand A in M. Versnellingenworden nu niet meer gewisseld en degeschakelde versnelling blijft actief.

Als u terug wilt gaan naar automatischschakelen, zet u de schakelhendel weerin stand A.U kunt deze functie in allevooruitversnellingen (1-12) gebruiken.

NBDe motor kan te veel toeren maken als deversnelling is vastgezet.

NBAls u de truck stopt terwijl een niet-toegestane wegrijversnelling is geschakeldin de modus M, wordt de wegrijversnellingautomatisch geselecteerd.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

122 B 774595

Page 133: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

VOORZICHTIGBij wegrijden in een te hoge versnellingwordt de koppeling zwaar belast en kandeze gemakkelijker defect raken.

RijmodiEr zijn vier rijstanden:• Economy• Performance• Remprogramma• Heavy Duty

EconomyBij het starten van de motor wordt altijdhet economy-programma geselecteerd.Het economy-programma heeft eenoptimaal effect op het brandstofverbruiken dient voor rijden onder normaleomstandigheden. Als het programmaactief is, ziet u de aanduidingen E of E+op het display.

PerformanceHet performance-programma wordt aan-of uitgezet met de E/P-knop. Als hetprogramma actief is, verschijnt P in dedisplay. Bij trucks met het verbeterdrijprestatieprogramma ziet u P+ op dedisplay.Het performance-programma geeftvoorrang aan goede rijeigenschappenboven een gunstig brandstofverbruik endient voor rijden in heuvelachtig gebied

en off-road rijden. In het performance-programma is het motortoerentalmeestal hoger dan in het economy-programma en wordt een lagerewegrijversnelling geselecteerd. Trucksuitgerust met het verbeterdrijprestatieprogramma P+ hebben nogextra functies die het rijden inheuvelachtig gebied en off-roadondersteunen.Het programma blijft actief totdat u heteconomy-programma selecteert, oftotdat de transmissie constateert dat hetprogramma niet langer vereist is en zelfteruggaat naar het economy-programma.Deze automatische programmawisselingzorgt voor brandstofbesparing.De functie P+ is optioneel.

RemprogrammaMet de knop "B" op de hulpremhendelkan een speciaal remprogramma wordengeactiveerd. Als het programma actief is,ziet u de aanduiding B op het centraledisplay. Raadpleeg de paragraaf overhulpremmen.

Heavy DutyHet Heavy Duty-programma (Heavyduty-regeling) wordt gebruikt bij zwaretransporten. U zet het Heavy Duty-programma aan of uit door de E/P-knopminstens drie seconden ingedrukt tehouden. Als het programma actief is,verschijnt Hd op het display. Deze

selectie blijft actief, ook als het contactwordt uitgezet.Als het Heavy Duty-programma actief is,wordt automatisch wegrijversnelling 1geselecteerd.De functie is optioneel.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

123 B 774595

Page 134: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

Handmatig schakelen

U kunt met de truck rijden dooruitsluitend handbediend te schakelen ofdoor het schakelen desgewenst over tenemen van het automatischversnellingsbaksysteem. U schakelthandbediend door eerst deschakelhendel naar de handbediendestand te zetten. De M-knop en de +/-knop aan de zijkant van de hendelgebruikt u om de versnelling teselecteren.Voor een nieuwe versnelling moet de +/-knop eenmalig worden ingedrukt voorelke volgende hogere of lagereversnellingsstap, tot de gewensteversnelling.

Druk achtereenvolgens meerdere kerenop de +/- knop om door meerdereversnellingen tegelijk te schakelen.Schakelen gebeurt zodra de +/- knopwordt losgelaten.

NBLaat het gaspedaal niet los tijdensschakelen.

NBAls u de truck stopt terwijl een niet-toegestane wegrijversnelling is geschakeldin de modus M, wordt de wegrijversnellingautomatisch geselecteerd.

VOORZICHTIGBij wegrijden in een te hoge versnellingwordt de koppeling zwaar belast en kandeze gemakkelijker defect raken.

Achteruitversnellingen

De versnellingsbak heeft vierachteruitversnellingen (R1 t/m R4). Hetsysteem selecteert R1 automatischwanneer u de schakelhendel in R zetterwijl de truck stilstaat.Tijdens het rijden kan wordengeschakeld tussen de versnellingen R1en R2 en tussen R3 en R4. Om teschakelen tussen R2 en R3 moet detruck stil staan.Handbediend schakelen gebeurt met de+/- knop op de schakelhendel.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

124 B 774595

Page 135: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

NBDe schakelhendelvergrendeling moetworden neergedrukt om de schakelhendelvanuit N naar R te kunnen verplaatsen.

VOORZICHTIGBij wegrijden in een te hoge versnellingwordt de koppeling zwaar belast en kandeze gemakkelijker defect raken.

Tips bij het rijdenZuinig rijdenI-Shift optimaliseert het brandstofverbruikafhankelijk van de situatie van de truck.Voor het meest gunstigebrandstofverbruik rijdt u zoveel mogelijkmet de schakelhendel in stand A. Kiesstand M alleen als u handmatig moetingrijpen door de rijomstandigheden.

Terugschakelen voorkomenSoms is het beter om een hogereversnelling aan te houden, ook al is hetmotortoerental laag. Bijvoorbeeld als detruck een heuveltop nadert en u dezekunt "nemen" zonder terug te hoevenschakelen, waardoor brandstof wordtbespaard. Houd dan tijdens het rijden deplusknop ingedrukt totdat de truck weerbegint te accelereren, om zo niet tehoeven terugschakelen.

Opschakelen voorkomenOm opschakelen te voorkomen,bijvoorbeeld op een opwaartse helling,kunt u de minknop indrukken tot de truckbegint te vertragen.Deze functie kan ook al vlak voor eenopwaartse helling worden gebruikt, zodatop de opwaartse helling zelf hetmotortoerental al hoger is.Terugschakelen werkt in zo'n geval zoalsgebruikelijk.

Zo ver mogelijk terugschakelenOm zo ver mogelijk terug te schakelen,zoals vlak voor een steile helling:1 Houd de minknop ingedrukt en zet

de schakelhendel van stand A instand M.

2 Laat de minknop los.

Het systeem schakelt nu zo ver mogelijkterug om onmiddellijk een hoogmotortoerental te verkrijgen. Houd deschakelhendel zo lang als u wenst instand M om opnieuw schakelen tevermijden.

Remmen ontzienGebruik motorrem voornamelijk om tevertragen tot stilstand, om zo debedrijfsremmen te sparen.Remprogramma B kan worden gebruiktals extra remkracht vereist is. Er wordtdan teruggeschakeld, waardoor demotorrem effectiever ingrijpt.

OntkoppelenAls u snel moet ontkoppelen zoals opeen glad wegdek, zet de schakelhendeldan in de neutraalstand N.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

125 B 774595

Page 136: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

De vastgelopen truckvrijmaken1. Vrijmaken doorschommelwerkingOp een gladde ondergrond zoals opsneeuw of zand, kan de truck door rustigheen en weer schommelen worden vrijgekregen. Trap daartoe het gaspedaalrustig in en laat weer los. Dit verlengtgeleidelijk de wielsporen waarin debanden zijn komen vast te zitten.1 Zorg ervoor dat de sperdifferentiëlen

volledig zijn ingeschakeld, zieSperdifferentieel op pagina 134.

2 Zet TCS uit, zie Antispinfunctie (TCS)op pagina 128.

3 Selecteer rijprogramma P/P+.4 Trap het gaspedaal een aantal keren

rustig in en laat weer los. Doe dit meteen soepel, pompend ritme.

2. Bij moeilijk wegrijdenAls u op een helling of een zachteondergrond niet kunt wegrijden:1 Selecteer rijprogramma P/P+ of HD.2 Kies startversnelling 1.3 Trap het gaspedaal helemaal in.4 Houd het gaspedaal in deze positie,

ook al verschijnt er een

waarschuwing voor overbelasten vande koppeling.

De motor levert nu extra koppel om hetwegrijden te ondersteunen.Gebruik deze functie als wegrijden extralastig is al meteen bij de eerstestartpoging, want bij een koudekoppeling wordt het meeste koppelgeleverd.

WAARSCHUWINGBij wegrijden in een te hoge versnellingwordt de koppeling zwaar belast en kandeze gemakkelijker defect raken.

3. Schokkend wegrijden(Alleen bij rijprogramma P+.)Als de truck vastzit, kunt u dezeloswerken door de motor korte tijd extrakoppel te laten leveren. Stel de motor inop een iets hoger motortoerental dat uvervolgens met de koppeling verlaagt,zodat korte tijd extra koppel wordtgeleverd. U kunt deze functiebijvoorbeeld gebruiken als de truck isvastgelopen in diepe modder.1 Selecteer rijprogramma P+.2 Zet de schakelhendel in stand A of

stand M, versnelling 1, of in stand R.3 Houd de minknop ingedrukt.

4 Trap het gaspedaal helemaal in (hetmotortoerental neemt toe tot 1300omw/min).

5 Laat de minknop los. De koppelinggrijpt aan.

Maximale motorrem (VEB/VEB+)In de lage versnellingen is de werkingvan de motorrem iets beperkt, voor eenbeter comfort tijdens rijden in deautomatische modus. Als een maximaalmotorremeffect gewenst is, zoals bijrijden op bouwlocaties, zet deschakelhendel dan in stand M enschakel met de hand.Met 'verbeterde prestaties' (op hetdisplay verschijnt P+) worden deprestaties van de motorrem nietbegrensd bij de lage versnellingen.

Extra terugschakelen voormaximale motorrem in lageversnellingenVoor een beter rijcomfort is hetremprogramma in lage versnellingenuitgeschakeld. Als u maximale remkrachtwenst, bijvoorbeeld tijdens rijden opbouwlocaties, druk dan knop "B" op dehulpremhendel herhaaldelijk in, zodat het

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

126 B 774595

Page 137: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak

systeem steeds opnieuw terugschakelt.Het motortoerental wordt zo verhoogd enhet effect van de motorrem is maximaal.U kunt het motortoerental ook verhogenen zo het motorremeffect verbeterendoor de minknop herhaaldelijk in tedrukken.

De rijrichting veranderenDe rijrichting, vooruit (A of M) of achteruit(R), kunt u tijdens het rijden met deschakelhendel wijzigen zonder gebruikvan het rempedaal. De truck hoeft danniet stil te staan maar remt langzaamautomatisch af, en de versnellingsbakschakelt naar de nieuwe rijrichting zodrade truck stilstaat.

NBDe functie dient uitsluitend te wordengebruikt tijdens rangeren.

Heen en weer schommelenom platform vrij te makenDeze methode kunt u gebruiken omlading vrij te maken die op het platformvan de truck vast is komen te zitten.1 Selecteer rijprogramma P.2 Geef gas en rem hard.

3 Herhaal dit zo nodig in de andererijrichting.

Rijden op rollenSoms wordt de aangedreven as van detruck gebruikt om een wielwasinrichtingaan te drijven, voordat de openbare wegwordt opgegaan. Normaliter isopschakelen niet mogelijk als devoorwielen stilstaan. Handel als volgt omin dergelijke situaties op te schakelen:1 Trap het gaspedaal in tot de

achterwielen gaan ronddraaien.2 Na tien seconden kunt u nu

opschakelen naar hoge gearing.Het display toont E^.

Schakelen kan lastig zijn bij een vrijrollend voertuig waarbij de achterwielenniet vertragen. U kunt daarom ookoverwegen om al in een hogereversnelling dan 6 te beginnen.

NBTijdens vrij uitrollen is de functie voortractieregeling (TCS) uitgeschakeld, zieTCS uitschakelen op pagina 129.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

127 B 774595

Page 138: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, handbediende functies

Antispinfunctie (TCS)Met de tractieregeling, TCS (TractionControl System), beschikt u over eenbetere stabiliteit en extra tractie. TCSvermindert automatisch de wielspin doorhet motorkoppel te verlagen. Bijrijsnelheden beneden 40 km/h fungeertTCS ook als automatisch gelimiteerdsperdifferentieel en wordt het slippendewiel afgeremd.

Symbool op het display terwijl TCS in werking is.

Normale werkingTCS is gewoonlijk actief wanneer detruck wegrijdt. Het onderstecontrolelampje in de knop wordt groen.

Normale werking van TCS.

TCS bij off-road rijdenOff-road TCS wordt gebruikt om detrekkracht te verbeteren onder moeilijkerijomstandigheden, zoals op zand, grintof sneeuw. De functie werkt dan mindergevoelig en staat iets meer slip toe. Ditbetekent dat de banden meer "gravende"grip hebben in de vooruitrichting, zonderdat trekkracht afneemt.U zet off-road TCS uit door kort op hetbovenste gedeelte van de knop tedrukken. Het controlelampje in de knoplicht oranje op.

TCS bij off-road rijden.

NBGebruik de terrein-TCS niet bij normalerijomstandigheden.

TCS uitschakelenDe TCS-functie kan helemaal wordenuitgeschakeld.

Zet TCS helemaal uit door het bovenstegedeelte van de knop enkele secondeningedrukt te houden. Het controlelampjein de knop knippert oranje.Als u de motor van de truck uitzet terwijlde TCS-functie uit staat, blijft TCS uitwanneer de motor weer wordt aangezet.

TCS-functie uitgeschakeld.

Het symbool wordt weergegeven als TCS isuitgeschakeld.

Teruggaan naar normale werkingDruk onderaan op de knop om terug tegaan naar de normale werking.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

128 B 774595

Page 139: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, handbediende functies

TCS uitschakelenBij een test op een rollenbank of tijdensslepen met een omhooggebrachte asmoet TCS worden uitgezet.Gebruik het bestuurdersinfodisplay omTCS uit te schakelen. De truck moetstilstaan.TCS schakelt weer in als decontactsleutel de volgende keer in derijstand wordt gezet of als de voorassneller draait dan 12 km/h.

BestuurdersinfodisplayInstellingen

VoertuigTractiecontrole

Rollenbankmodus

NBSchakel de TCS uit voordat er wordtgesleept met een van de assenopgeheven!

NBHet afzetten van TCS op de display leidtertoe dat de schakelaar voor TCS nietmeer functioneert.

Activeren van TCS na vervangingvan een wielTCS kan worden geactiveerd als aan deaangedreven as wielen worden

gemonteerd met een kleinere diameterdan daarvoor.Rijd een stuk met een snelheid hogerdan 25 km/h. EBS leert daarbij hetverschil aan in diameter tussen dewielen. Hoe ver u moet rijden isafhankelijk van hoeveel de wieldiametersverschillen.Rijden verloopt mogelijk lastiger omdatTCS het motorkoppel beperkt. Zet in zo'ngeval Off-road TCS aan. Off-road TCSstaat een groter verschil in wieltoerentaltoe tussen de vooras en de aangedrevenas. Als Off-road TCS is geactiveerd,heeft het EBS systeem meer tijd nodigom het verschil in diameter tussen dewielen aan te leren.

HulpremmenDe hulprem is een remfunctie die eenaanvulling vormt op de normalebedrijfsrem van de truck. Hij werkt op hetaandrijfsysteem van de truck, alsuitlaatrem of retarder.Gebruik de hulprem om oververhittingvan de wielremmen te voorkomen en deslijtage aan de remvoeringen tebeperken.

Brake blending in stand AAls met de hulpremhendel in stand A hetrempedaal wordt ingetrapt, functioneertde hulprem samen met de normalewielremmen.Het gebruik van stand A voor de hulpremwordt aanbevolen.

Zet de hendel in stand A.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

129 B 774595

Page 140: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, handbediende functies

Stand voor handbedieningIn de handbediende modus wordt alleende hulprem gebruikt, de wielremmenechter niet.Gebruik de handbediende modus omoververhitting van de wielremmen tevoorkomen op lange, licht glooiendeneerwaartse hellingen.Als u met een onbeladen truck op eensteile neerwaartse helling rijdt, kan decombinatie gaan scharen als dehulpremmen te sterk wordenbekrachtigd.Het remcontrolelampje gaat branden alsde hulpremmen voldoende sterk wordenbekrachtigd.Meer informatie over de verschillendestanden van de hulpremhendel vindt u inhet hoofdstuk over de bediening, zieHulpremmen op pagina 80.

Overige eigenschappenWAARSCHUWING

Gebruik de hulprem niet op een gladwegdek, de wielen kunnen dan blokkerenen doorslippen. De hulprem remt alleen opde achterwielen, waardoor er enig risico isop scharen. Gebruik liever het rempedaal,want de bedrijfsrem werkt op alle wielen.Houd tijdens het rijden een afdoendeveiligheidsmarge aan.

Zodra de cruise control is ingeschakeld,kan deze de hulprem gebruiken om deingestelde snelheid te handhaven.Als een truck niet volbeladen is, is deremwerking van de hulprem beperkter.Op trucks met ESP kan de hulprem zonodig worden uitgezet om de rijstabiliteitte handhaven.

In geval van een storing in de ABSDe hulprem schakelt uit als deaandrijvende wielen dreigen teblokkeren.Als zich een storing voordoet in het ABSop de aangedreven wielen, wijzigt ofstopt de werking van de hulpremfunctie,afhankelijk van de stand van de hendel.

Stand A: De hulprem werkt niet.Stand 1-3: De hulpremhendel moet naarstand 0 worden gezet en vervolgensterug naar de gewenste remstand.

Regeling van het motorkoppelAls het gaspedaal wordt losgelaten opeen gladde ondergrond kan de hulpremde aandrijfwielen blokkeren. De hulpremwordt dan uitgeschakeld en de motoraccelereert totdat de aandrijfwielen metdezelfde snelheid draaien als devoorwielen. De functie werkt niet als ergeen versnelling is ingeschakeld, als hetABS actief is of bij een snelheid lagerdan 10 km/u.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

130 B 774595

Page 141: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, handbediende functies

HellingstarthulpDe hellingremfunctie zorgt ervoor dat detruck bij het wegrijden op een opwaartsehelling niet achteruit kan rijden, doorhandhaving van de remfunctie totdat detruck in tractiemodus staat.

1 Druk de knop in.De functie is beschikbaar en hetlampje in de knop brandt.

2 Blokkeer de truck met hetrempedaal. Het symbool op hetbestuurdersinfodisplay brandt.

3 Laat het rempedaal opkomen.De truck blijft korte tijd automatischgeblokkeerd.Het symbool op het display licht open wordt getoond zolang de remmenvan de truck worden bekrachtigd.

4 Geef gas.

Het automatische systeem geeft na eenogenblik, of zodra het motorkoppelvoldoende hoog is, de remmen vrij.Zet de functie uit door de knop opnieuwin te drukken. De functie gaat altijd uitwanneer u de contactsleutel naar stand0 draait. Bij het starten van de motor isde functie altijd uitgezet.Gebruik de functie alleen op opwaartsehellingen.

Het symbool op het display licht op en wordtgetoond zolang de remmen van de truck wordenbekrachtigd.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

131 B 774595

Page 142: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, automatische functies

ABSABS (Anti-lock Braking System) is eensysteem dat voorkomt dat de wielentijdens het remmen blokkeren.ABS (antiblokkeersysteem) maakt deeluit van het EBS-systeem en werktvolautomatisch.

Symbool in het display wanneer ABS actief is.

ESPESP (Electronic Stability Program) is eensysteem dat het risico verkleint dat detruck omslaat of in een slip raakt.Als het systeem constateert dat de truckde neiging heeft tot kantelen, wordt eerstgas teruggenomen. Als dit nietvoldoende is, stuurt het systeem ook dewielremmen aan om de rijsnelheid tebeperken. Het systeem werkt het bestals ook de trailer is uitgerust met ABS ofEBS.Als het systeem een sliprisicowaarneemt, wordt gas teruggenomen enworden de wielen zodanig geremd datde truck de correcte koers kan blijvenaanhouden. Zo nodig worden ook dehulpremmen ontkoppeld.Als het systeem in werking treedt, gaateen symbool knipperen.

Symbool voor ingrijpen van ESP.

WAARSCHUWINGRijd met de truck op dezelfde manier alsmet trucks zonder ESP. ESP beperkt hetrisico op kantelen en slippen, maar detruck kan evengoed kantelen als hetzwaartepunt van de lading erg hoog ligt,als de wielen bij hoge snelheid eenstoeprand raken of als u gevaarlijk rijdt. Opeen glad wegdek kan de truck ook metESP in een slip raken.Rijd met een truck met ESP niet door sterkhellende bochten (zoals op testcircuits). Indergelijke bochten kan ESP op eenonnodige en gevaarlijke manier ingrijpen.

PaniekremhulpDeze functie is bedoeld om ervoor tezorgen dat in een noodsituatie devolledige remkracht sneller beschikbaaris. Als u het rempedaal plotseling intrapt,stijgt de remdruk en remt de truckkrachtiger.Bij gebruik van de functie voorremondersteuning knipperen deremlichten om achterliggers tewaarschuwen over de plotselingeremactie.

Slijtage aan remvoeringenAls de remvoeringen op de ene assneller slijten dan op de andere, wordtde remkracht aangepast om zo deslijtage te nivelleren.Er verschijnt een symbool op hetbestuurdersinfodisplay wanneer deremvoeringen moeten wordenvervangen.

Symbool op het display wanneer de remvoeringenmoeten worden vervangen.

Geschatte slijtageHet bestuurdersinfodisplay toont de nogresterende rijafstand totdat deremvoeringen moeten wordenvervangen, gebaseerd op de huidigerijstijl. Deze informatie kan ook wordenuitgelezen in een erkende Volvo-garage.

Waarschuwing hogeremtemperatuurAls de remmen te heet worden, gaat hetCHECK-lampje branden en verschijnt ereen symbool op hetbestuurdersinfodisplay. Het rempedaalmoet harder worden ingetrapt omdezelfde remkracht te bereiken alsvoorheen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

132 B 774595

Page 143: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remmen, automatische functies

Waarschuwingssymbool hoge remtemperatuur.

VOORZICHTIGAls het display een waarschuwing voorhoge remtemperatuur toont, minder dansnelheid, gebruik de hulprem of zet detruck stil.

Controleren vanwielremmenAls een wiel slechter remt dan deoverige wielen, gaat het CHECK-lampjebranden en verschijnt er een symbool ophet bestuurdersinfodisplay. Het verschilin remkracht is niet merkbaar, omdat deoverige wielen nu harder wordenafgeremd. Er wordt echter wel eenfoutcode in het systeem opgeslagen eneen erkende Volvo-garage hoort hetremsysteem te controleren.

Waarschuwingssymbool slechte remwerking.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

133 B 774595

Page 144: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Sperdifferentieel

OverzichtHet sperdifferentieel zorgt ervoor dat deaandrijfwielen op dezelfde as metdezelfde snelheid ronddraaien.Inschakeling van het sperdifferentieel issoms vereist om de tractie te handhavenop een gladde ondergrond (bijv. ijs,zand, modder). Gebruik hetsperdifferentieel uitsluitend bij lagesnelheden en zonderkoersveranderingen.Het remsysteem regelt de werking vanhet sperdifferentieel en controleert of ditop de juiste momenten en zonder kansop schade inschakelt. Inschakelen kanautomatisch of met de hand gebeuren.• Handmatig inschakelen is mogelijk

zonder het koppelingspedaal in tehoeven trappen. Het systeemsynchroniseert de wielen actief,zodat deze met gelijke snelheidronddraaien voordat hetsperdifferentieel inschakelt. Alssynchronisatie van de wielsnelhedenniet mogelijk is, schakelt hetsperdifferentieel niet in; dit gebeurtpas als de wielen met dezelfdesnelheid draaien.

• Automatische inschakeling, DLC "Difflock control". Het sperdifferentieelwordt automatisch ingeschakeld alsde aangedreven wielen metverschillende snelheden draaien en

de rijsnelheid lager is dan 15 km/h.De sper wordt uitgeschakeld als desnelheid boven de 15 km/h komt ofals wordt geschakeld.

Functie

Vaste ondergrond, geen differentieelslotingeschakeld.

Glad wegdek, sperdifferentieel niet ingeschakeld.Alleen het wiel op het gladde wegdek draait, detruck staat stil.

Glad wegdek, sperdifferentieel ingeschakeld. Dewielen draaien nu geforceerd rond met dezelfdesnelheid. Alleen het wiel op de stevige ondergronddrijft de truck aan. Geef voorzichtig gas, om deaangedreven as en de tandwielen niet tebeschadigen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

134 B 774595

Page 145: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Sperdifferentieel

Automatische werking vansperdifferentieel DLC (Difflock control)Zet de knop voor het sperdifferentieel inde middenstand, zodat inschakelenautomatisch gebeurt. De werking wordtbeïnvloed door de tractieregeling, zieAntispinfunctie (TCS) op pagina 128.

Knop in middelste stand voor automatisch gesperddifferentieel.

Overzicht van deschakelaarfunctiesStand van de knop Functie0 (bovenste stand) Geen sperdifferentieel

ingeschakeld1 (middelste stand)en TCSingeschakeld

Automatischinschakelen vansperdifferentieel actief.

1 (middelste stand)en Off road-TCSingeschakeld

Automatischinschakelen vansperdifferentieeluitgeschakeld.

1 (middelste stand)en TCSuitgeschakeld

Automatischinschakelen vansperdifferentieeluitgeschakeld.

2 (onderste stand) Sperdifferentieelhandmatigingeschakeld.

Handmatige bediening vansperdifferentieel1 Zet de knop in de lagere stand.2 Wacht tot het controlelampje op het

instrumentenpaneel gaat knipperen.3 Geef voorzichtig gas, om de

aangedreven as en de tandwielenniet te beschadigen.

4 Rijd van het gladde gedeeltevandaan.

5 Laat het gaspedaal opkomen.6 Schakel het sperdifferentieel uit.

Differentieelslot ingeschakeld. Het lampje op hetinstrumentenpaneel knippert.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

135 B 774595

Page 146: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Sperdifferentieel

NBHet sperdifferentieel is alleen ingeschakeldals de waarschuwingslamp op hetinstrumentenpaneel knippert. Hetsperdifferentieel is ingeschakeld zolang dewaarschuwingslamp knippert, ook al is deknop uitgezet.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

136 B 774595

Page 147: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Cruise control

Cruise control, CC (CruiseControl)Cruisecontrol maakt gebruik van demotor en de hulprem om detrucksnelheid te regelen.

VOORZICHTIGGebruik cruise control niet in heuvelachtiggebied, in druk verkeer of op gladdewegen.

Cruise control inschakelenDe knop voor cruise control zit op hetstuurwiel.1 Druk op de CC-knop (2).2 Als de gewenste rijsnelheid is

bereikt, drukt u knop (7) in om defunctie in te schakelen.U verhoogt of verlaagt de ingestelderijsnelheid door knop (7) omhoog ofomlaag te bewegen.

Als de cruise control is ingeschakeld, zietu de aanduiding "CC" en degeselecteerde rijsnelheid op het centraledisplay.U kunt cruise control niet inschakelen bijrijsnelheden beneden 30 km/h.

NB• Als u op een vlakke weg of

bergopwaarts een snelheid instelt,mag deze snelheid toenemen tot degekozen snelheidsoverschrijding. Dehulprem zal dan worden geactiveerdom een constante snelheid tehandhaven.

• Als u bergafwaarts een snelheidinstelt, is geen verderesnelheidstoename toegestaan. Dehuidige snelheid wordt dan alsmaximale snelheidsoverschrijdingingesteld. De hulprem wordtrechtstreeks aangestuurd om eenconstante snelheid te handhaven.

Weergave op display.

1 Activeren/overgaan naar intelligentecruise control.

2 Activeren/overgaan naar cruisecontrol.

3 Volgafstand wijzigen (opent menu inbestuurdersinfodisplay).

4 Cruise control uitzetten.5 Hervatten van eerder ingestelde

snelheid.6 Toegestane snelheidsoverschrijding

wijzigen (opent menu inbestuurdersinfodisplay).

7 Verhogen/verlagen van ingestelderijsnelheid, volgafstand ofsnelheidsoverschrijding (omhoog/omlaag). Selecteren (indrukken).

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

137 B 774595

Page 148: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Cruise control

Wisselen tussen CC en ACCWisselen tussen CC en ACC doet u doorde betreffende knop in te drukken.• Door eenmaal op de ACC-knop te

drukken terwijl CC ingeschakeld is,gaat u over naar ACC.

• Door eenmaal op de ACC-knop tedrukken terwijl CC in standby staat(er is geen snelheid geselecteerd ofdeze is tijdelijk niet actief), gaat uover naar ACC.

Ingestelde rijsnelheid wijzigenWijzigen van de ingestelde rijsnelheidgebeurt door de knop (7) omhoog ofomlaag te bewegen. Door kort in tedrukken verlaagt/verhoogt u deingestelde snelheid met 1 km/h, doorlanger in te drukken met 5 km/h.U kunt de ingestelde snelheid ookwijzigen met het gaspedaal en door dande knop in te drukken.

Cruise control uitschakelenTijdelijk uitzettenTrap het koppelingspedaal in of druk kortop de 0-knop (4) om de cruisecontroltijdelijk uit te schakelen.Ook de rem schakelt de cruisecontroltijdelijk uit, indien de snelheid door het

remmen tot 2 km/u onder de ingesteldesnelheid is gezakt.Het display toont de ingestelde snelheiddan tussen vierkante haken, bijvoorbeeld[70].Ga weer naar de voorgaande snelheiddoor op de knop Hervatten (5) tedrukken. (Geldt alleen als de snelheidhoger is dan 15 km/u.)Cruisecontrol wordt niet uitgeschakelddoor intrappen van het gaspedaal. Alshet gaspedaal wordt losgelaten, gaat detruck weer rijden op de ingestelderijsnelheid.

OntkoppelenDoor de 0-knop lang in te drukken gaatcruise control uit. CC verdwijnt van hetdisplay.

SnelheidsoverschrijdingwijzigenTelkens wanneer de truck wegrijdt wordtde snelheidsoverschrijding automatischingesteld op 5 km/h.De snelheidsoverschrijding is instelbaartussen 2 en 8 km/u.1 Druk op de ECO-knop (6). De

informatie verschijnt op hetbestuurdersinfodisplay.

2 Verhoog de snelheidsoverschrijdingdoor knop (7) omhoog te bewegen,verlaag de overschrijding door dezeomlaag te bewegen. Druk knop (7) inom te selecteren of wacht tot deinformatie van hetbestuurdersinfodisplay verdwijnt (natwee seconden).Door kort indrukken verhoogt/verlaagt u de snelheidsoverschrijdingmet 1 km/h, door lang indrukkenverhoogt of verlaagt u deze met 5km/h.

NBDe bestuurder blijft altijd volledigverantwoordelijk voor de snelheid van detruck. Bij toepassing van eensnelheidsoverschrijding, moet deingestelde snelheid van de cruisecontrolzo worden aangepast dat de uiteindelijkesnelheid niet hoger ligt dan de plaatselijktoegestane snelheid.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

138 B 774595

Page 149: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

Adaptieve cruise control,ACC (Adaptive CruiseControl)ACC is een ondersteunend systeem voorde bestuurder, een uitbreiding opstandaard cruise control CC. Met gebruikvan een radarsensor kan ACC eenconstante tijdsinterval(rijsnelheidsafhankelijke volgafstand)aanhouden tot de voorligger. Adaptievecruise control en standaard cruisecontrol werken parallel. Als er vóór detruck geen voertuigen wordengedetecteerd, houdt de truck eenconstante rijsnelheid aan. Als deradarsensor een voertuig voor de truckdetecteert, neemt ACC het over. Erwordt dan een constante volgafstandaangehouden als de voorliggerlangzamer rijdt dan de ingestelde cruisecontrol-snelheid.ACC hoort alleen te worden gebruikt opsnelwegen en hoofdwegen.ACC kan worden aangezet vanaf30 km/h en activeert dan weer vanaf15 km/h.Het systeem volgt voorliggers ondernormale rijomstandigheden. In kritiekesituaties kan ACC de rijsnelheid beperktverlagen. De bestuurder moet dan hetrempedaal intrappen om over het volle

remvermogen van de truck tebeschikken.

WAARSCHUWINGHet systeem is niet altijd in staat omandere weggebruikers enverkeerssituaties duidelijk te herkennen.Om een aanrijding te voorkomen, is hetvan belang dat de bestuurder zich bewustis van de beperkingen van het systeem,zie Bijzondere verkeerssituaties oppagina 143.Het systeem kan in sommige gevallen:• de truck plotseling laten afremmen;• een onnodige waarschuwing geven;• nalaten te waarschuwen of te remmen;• de truck plotseling laten accelereren.

Lees alle informatie over de functievoordat u er gebruik van maakt. Rijdvoorzichtig en wees voorbereid op eenremactie, vooral als er een waarschuwingvoor een aanrijding wordt gegeven, ziepagina 146.

WAARSCHUWINGACC kan uw werk als bestuurder nietovernemen! Als bestuurder blijft uvolkomen verantwoordelijk voor hetaanhouden van een veilige afstand tot hetvoertuig voor u.

VOORZICHTIGBreng geen lak aan en monteer geenvoorwerpen voor de radarsensor (zoalshulpverlichting). De sensor werkt danmogelijk niet meer.

VOORZICHTIGGebruik ACC niet in bergachtig terrein,druk verkeer of op glad wegdek.

Inschakeling ACCDe knop voor adaptieve cruise control zitop het stuurwiel.1 Druk op de ACC-knop (1).2 Als de gewenste rijsnelheid is

bereikt, drukt u knop (7) in om defunctie in te schakelen.U verhoogt of verlaagt de ingestelderijsnelheid door knop (7) omhoog ofomlaag te bewegen.

Als de adaptieve cruise control isingeschakeld, ziet u de aanduiding"ACC" en de geselecteerde rijsnelheidop het centrale display.U kunt adaptieve cruise control nietaanzetten bij een rijsnelheid beneden 30km/h.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

139 B 774595

Page 150: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

1 Activeren/overgaan naar intelligentecruise control.

2 Activeren/overgaan naar cruisecontrol.

3 Volgafstand wijzigen (opent menu inbestuurdersinfodisplay).

4 Cruise control uitzetten.5 Hervatten van eerder ingestelde

snelheid.6 Toegestane snelheidsoverschrijding

wijzigen (opent menu inbestuurdersinfodisplay).

7 Verhogen/verlagen van ingestelderijsnelheid, volgafstand ofsnelheidsoverschrijding (omhoog/omlaag). Selecteren (indrukken).

Ingestelde rijsnelheid wijzigenWijzigen van de ingestelde rijsnelheidgebeurt door de knop (7) omhoog ofomlaag te bewegen. Door kort in tedrukken verlaagt/verhoogt u deingestelde snelheid met 1 km/h, doorlanger in te drukken met 5 km/h.U kunt de ingestelde snelheid ookwijzigen met het gaspedaal en door danknop (7) in te drukken.

De volgafstand instellen1 Druk op knop (3) om de volgafstand

in te stellen.De huidige volgafstand wordtgetoond op hetbestuurdersinfodisplay.

2 Wijzig de volgafstand door de knop(7) te bewegen: omhoog voor minderen omlaag voor meer volgafstand.De wijziging gaat onmiddellijk in.Om de ingestelde volgafstand teselecteren drukt u op knop (7) ofwacht u tot de informatie verdwijntvan het bestuurdersinfodisplay (navijf seconden).

De strepen geven de huidige volgafstandaan. Vijf strepen komen overeen meteen afstand van 3,5 seconden; perstreep neemt de afstand met0,5 seconde af. De minimale volgafstandvan één streep komt overeen met1,5 seconde. Telkens wanneer de truckwegrijdt, wordt automatisch eenvolgafstand van drie strepen(overeenkomend met 2,5 seconden)geselecteerd.Bij elke geselecteerde volgafstand, zalde feitelijke afstand tot de voorliggerafhangen van de rijsnelheid van de truck.

Uitschakeling ACCTijdelijk uitzettenTrap het rem- of koppelingspedaal in ofdruk kort op de 0-knop (4) om ACCtijdelijk uit te zetten. Het display toont de

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

140 B 774595

Page 151: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

ingestelde snelheid dan tussen vierkantehaken, bijvoorbeeld [70].Zet ACC weer aan door de hervatten-knop (5) in te drukken. (Geldt bij eenrijsnelheid boven 15 km/h.)Intelligente cruise control wordt nietuitgezet door het gaspedaal in tetrappen. Als het gaspedaal wordtlosgelaten, gaat de truck weer rijden opde ingestelde rijsnelheid.

UitschakelenDoor de 0-knop lang in te drukken gaatadaptieve cruise control uit. ACCverdwijnt van het display.Als via het menu derollenbanktestmodus wordt aangezet,gaat ACC, zie Antispinfunctie (TCS) oppagina 128 tegelijkertijd uit.

Langzaam rijdenAls u zeer langzaam rijdt, wordt ACCmogelijk automatisch uitgeschakeld. Hetdisplay toont dan een melding. Dit kangebeuren als u in een file rijdt die zeertraag beweegt.

SnelheidsaanpassingEr wordt een voorliggergeregistreerdAls ACC is aangezet en een voorliggerdetecteert, licht op het display eensymbool op.

De snelheid wordt aangepast aande voorliggerAls de voorligger langzamer rijdt dan dein ACC ingestelde rijsnelheid, zal ACCde rijsnelheid aanpassen aan die van devoorligger.Wanneer ACC afremt, hangt af van desituatie. Het is dan ook niet zeker dat detruck meteen zal remmen zodra het

symbool op het instrumentenpaneelverlicht is.

Als de voorligger uit hetgezichtsveld verdwijntAls de voorligger uit het zicht van ACCverdwijnt zoals door te wisselen naarandere rijstrook, en de volgafstand is tever of gelijkwaardig, verdwijnt hetsymbool en neemt de rijsnelheid van detruck weer toe tot de ingestelderijsnelheid.In een bocht kan de voorligger tijdelijk uithet zicht van ACC verdwijnen. ZolangACC constateert dat de truck zich in eenbocht bevindt, blijft de functie derijsnelheid aanpassen zodat deze bij descherpte van de bocht past.

VOORZICHTIGAls de truck zich in zijwaartse richtingverplaatst, kan ACC andere voertuigensoms moeilijk herkennen. Het komt danvoor dat de truck tijdens inhalenonverwachts remt. We raden daarom aanom bij een inhaalmanoeuvre de rijsnelheidmet het gaspedaal te verhogen of om ACCtijdelijk uit te zetten.

Wanneer de truck door debestuurder moet worden geremdAls de truck op een voertuig stuit dat zolangzaam rijdt dat ACC waarschijnlijkonvoldoende tijd heeft om te remmen,wordt een waarschuwing gegeven over

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

141 B 774595

Page 152: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

het risico op een aanrijding. Op devoorruit vlak voor de bestuurder is daneen rood licht zichtbaar. Gebruik hetrempedaal om direct snelheid teminderen!

WAARSCHUWINGACC remt niet af voor stilstaande objectenof voor zeer langzaam bewegendevoertuigen.

RembeveiligingOm de wielremmen te beschermentegen overmatig gebruik, is er eeningebouwde beveiliging die het gebruikervan beperkt. ACC werkt dan tijdelijkmet verminderde capaciteit, aangegevenmet haakjes (ACC) op het centraledisplay. Een melding op hetbestuurdersinfodisplay wijst debestuurder op de verminderderemcapaciteit.In de modus met verminderdremvermogen, zal ACC de wielremmenniet gebruiken en wordt de truck alleengeremd met motorrem en hulpremmen;dit kan het remvermogen aanzienlijkbeperken.ACC gaat automatisch terug naar denormale werking zodra de werking vande wielremmen is hersteld.

VOORZICHTIGAls de ACC in de gereduceerde stand is,heeft de ACC een verminderderemcapaciteit.

NBAls een aangekoppelde trailer geen of eendefect ABS-systeem heeft, gaat ACC overnaar de modus voor verminderdremvermogen.

NBMaak matig gebruik van ACC opneerwaartse hellingen achter langzaamrijdende voertuigen. U beperkt zo de kansdat de rembeveiliging activeert en dat ACCovergaat naar de modus voor verminderdremvermogen.

Als ACC niet werktACC werkt niet als de radarsensor ergvervuild is of bedekt is door sneeuw ofijs.De melding "FLS geblokkeerd" verschijntdan op het bestuurdersinfodisplay.Na reiniging van de sensor werkt defunctie na een paar minuten rijden weer,of treedt deze weer gewoon in werkingnadat de truck opnieuw wordt gestart.

Als de sensor vuil isHoud de zone vlak voor de sensorschoon.De radarsensor is aangebracht achter deonderste treeplank, aan de voorkant vande truck. Reinig vlak voor de radarsensoraan de buiten- en binnenkant van detreeplank, door deze omlaag te zetten.

De pijl geeft de montagelocatie van de radarsensorop de truck aan.

WAARSCHUWINGBij wijzigingen aan de zone vlak voor desensor, zal Volvo de correcte werking vanhet systeem mogelijk niet garanderen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

142 B 774595

Page 153: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

Bijzondere verkeerssituatiesWAARSCHUWING

Het systeem kan soms problemenondervinden met de identificatie eninterpretatie van bepaaldeverkeerssituaties. De bestuurder is altijdverantwoordelijk voor de juiste onderlingeafstand en snelheid!

Het systeem is beperkt in staat om voertuigen ineen bocht te detecteren. Dit kan ertoe leiden datde truck onverwachts een waarschuwing geeft,remt of accelereert.

Het systeem is beperkt in staat om rijdendevoertuigen in een aangrenzende rijstrook enstilstaande obstakels te detecteren. Dit kan ertoeleiden dat de truck onverwachts een waarschuwinggeeft, remt of accelereert.

Het systeem is beperkt in staat om voertuigen tedetecteren die een scherpe bocht voor uw truckmaken en die te dichtbij zijn om door het systeemgedetecteerd te worden. Rem de truck af om deafstand ten opzichte van de voorligger tevergroten.

Het systeem is in beperkte mate in staat om tedetecteren of de voorligger afslaat. Dit kan ertoeleiden dat de truck onverwachts een waarschuwinggeeft of remt.

Tijdens het inhalen kan het systeem onverwachtseen waarschuwing geven of de truck latenafremmen als u in dezelfde rijstrook te dicht achterhet in te halen voertuig rijdt.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

143 B 774595

Page 154: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Adaptieve cruise control

Het systeem kan geen obstakel of stilstaandevoertuig voor de voorligger detecteren. Dit kanertoe leiden dat de truck onverwachts eenwaarschuwing geeft, remt of accelereert.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

144 B 774595

Page 155: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning 06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

145 B 774595

Page 156: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

Forward collision warning(waarschuwing aanrijdingmet voorligger)FCW (Forward Collision Warning) is eensysteem voor bestuurdersondersteuningdat waarschuwt als er een aanrijdingdreigt met een voorligger.Het systeem waarschuwt ook voorstilstaande voertuigen.FCW schakelt automatisch in als detruck wegrijdt en wordt bediend met eenknop op het instrumentenpaneel.Wanneer de LED in de knop verlicht is,is het systeem geactiveerd.

Knop voor FCW.

WAARSCHUWINGHet systeem is niet altijd in staat omandere weggebruikers enverkeerssituaties duidelijk te herkennen.Om een aanrijding te voorkomen, is hetvan belang dat de bestuurder zich bewustis van de beperkingen van het systeem.Het systeem kan in sommige gevallen:• een onnodige waarschuwing geven;• geen waarschuwing geven.

Lees alle informatie over de functievoordat u er gebruik van maakt. Lees ookde informatie over de adaptieve cruisecontrol om deze functie te gebruiken, zieBijzondere verkeerssituaties oppagina 143.

WAARSCHUWINGFCW werkt niet in alle situaties en is eenaanvullend hulpmiddel. Als bestuurder blijftu er zelf uiteindelijk verantwoordelijk voordat met de truck veilig wordt gereden!

NBHet systeem houdt alleen rekening metvoertuigen die in dezelfde rijrichting en opdezelfde rijstrook rijden, niet mettegemoetkomend verkeer.

NBHet systeem bekrachtigt de remmen, destuurinrichting of andere systemen in detruck niet. Er worden uitsluitend visuele enakoestische signalen afgegeven via hetdashboard en via de luidsprekers.

Wanneer geeft het systeemeen waarschuwing?FCW waarschuwt wanneer devolgafstand tot voorliggers afneemt en errisico bestaat op een aanrijding.Waarschuwen gebeurt volgens tweeniveaus.1 De eerste, vroegtijdige

waarschuwing voor voorliggersbestaat uit een vast rood lichtsignaaldat reflecteert op de voorruit.

2 Het volgende niveau is een urgentewaarschuwing voor een onmiddellijkdreigende aanrijding. Dit bestaat uiteen knipperend rood lichtsignaal datop de voorruit reflecteert en gaatvergezeld van een geluidssignaal.

Het systeem geeft alleenwaarschuwingen af als de truck eenrijsnelheid heeft van minstens 15 km/h.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

146 B 774595

Page 157: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

FCW waarschuwt met een rood lichtsignaal op devoorruit.De gevoeligheid van het systeem, dushoe vroegtijdig het systeem waarschuwt,hangt af van de geselecteerdevolgafstand, zie De volgafstand instellenop pagina 140.

NBDe volgafstand vormt geen exactetijdsaanduiding voor de waarschuwing.

Het FCW systeem uitschakelenU kunt zowel alleen de vroegewaarschuwing als het gehele systeemuitschakelen. Dit wordt gedaan met deknop.• De vroege waarschuwing

uitschakelen. Eén korte druk op deknop. (Het LED-indicatielampje in deknop dooft.)

• Het gehele systeem uitschakelen. Deknop lang indrukken. (Symbool opinstrumentenpaneel licht op.)

Het systeem wordt weer geactiveerd viade knop of door opnieuw starten van demotor.Als adaptieve cruise control actief is,wordt de bestuurder gewaarschuwd dooreen constante rode gloed, ook als deFCW-functie is uitgezet met deschakelaar, zie Wanneer de truck doorde bestuurder moet worden geremd oppagina 141.

WAARSCHUWINGLeg geen papieren of voorwerpen op hetdashboard die de leds zouden kunnenafdekken die het lichtsignaal afgeven.

NBSoms zal het systeem waarschuwen voorvoertuigen op een andere rijstrook,bijvoorbeeld in bochten.

Als het systeem niet werkt

RadarsensorDe werking van FCW kan wordenverstoord als er zich sneeuw, ijs of vuilnabij de sensor bevindt. Als deradarsensor volledig is afgedekt,

verschijnt de melding "FLS geblokkeerd"op het bestuurdersinfodisplay. Houd hetgebied vóór de sensor schoon en reinigdit aan de buiten- en binnenzijde van deopstaptrede door de trede neer teklappen.Na reiniging van de sensor wordt defunctie na een paar minuten rijdengereset, of wordt de werking hersteldwanneer de truck opnieuw wordt gestart.Slecht weer zoals zware regenval of mistis eveneens nadelig voor de werking,vooral bij het detecteren van stilstaandevoertuigen.

De pijl geeft de montagelocatie van de radarsensorop de truck aan.

WAARSCHUWINGBij wijzigingen aan de zone vlak voor desensor, zal Volvo de correcte werking vanhet systeem mogelijk niet garanderen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

147 B 774595

Page 158: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

CamerasensorDe camerasensor die waarschuwt voorstilstaande voertuigen is in de voorruitgemonteerd. Zorg dat de zone vóór decamera schoon blijft zodat hetcamerabeeld niet wordt geblokkeerddoor vuil of condens aan de buitenkantvan de voorruit. Als het systeem eenobstakel waarneemt, toont de display hetbericht "CONTROLEER CAMERA,Chauffeurondersteuningssystemen nietbeschikbaar".

De pijl geeft de montagelocatie van de camera opde truck aan.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

148 B 774595

Page 159: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

Collision warning withemergency brake(waarschuwing aanrijdingmet activeringnoodstoprem)CW-EB (Collision Warning withEmergency Brake) helpt een aanrijdingvoorkomen of beperkt de kracht van eenonverhoopte aanrijding.Deze functie activeert met een forwardcollision warning (FCW) als die niet werduitgeschakeld. Als de bestuurder niet opde waarschuwing reageert terwijl dekans op een aanrijding blijft, begint hetsysteem het voertuig licht af te remmen.Hierna volgt toepassing van demaximum remvertraging.CW-EB wordt automatisch geactiveerdwanneer de truck wegrijdt en isbeschikbaar bij rijsnelheden boven15 km/u.

NBHet systeem houdt rekening metvoertuigen die stilstaan en met voertuigendie in dezelfde richting en op dezelfderijstrook rijden. Het systeem reageert nietop tegemoetkomend of kruisend verkeer.

Het systeem handmatiguitschakelenU kunt het systeem uitschakelen met deschakelaar op het instrumentenpaneel.Door kort indrukken van de knopschakelt u de vroege waarschuwing inhet forward collision warning system(FCW) uit, maar de functie noodstoprem(CW-EB) is nog actief.Door lang indrukken van de knopschakelt u zowel de vroegewaarschuwing als denoodstopremfunctie uit.Uitschakeling van het systeem wordtaangegeven door een geelindicatielampje in de tellergroep en hetdoven van de LED in de schakelaar.

Symbool voor CW-EB.

Symbool voor CW-EB. Het symbool licht op in detellergroep wanneer het systeem is uitgeschakeldof niet werkt.Het systeem dient in de volgendesituaties uitgeschakeld te worden:• wanneer aan de voorzijde

accessoires zijn gemonteerd, bijv.een sneeuwploeg

• bij het vermoeden van een storing inhet ABS van de aangekoppeldetrailer

• bij het vermoeden van een storing inde bedrading tussen truck en trailer

• schade aan de voorzijde van de truck

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

149 B 774595

Page 160: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

WAARSCHUWINGHet systeem is niet altijd in staat omandere weggebruikers enverkeerssituaties duidelijk te herkennen.Om een aanrijding te voorkomen, is hetvan belang dat de bestuurder zich bewustis van de beperkingen van het systeem.Het systeem kan in sommige gevallen:• een onnodige waarschuwing geven;• de truck plotseling laten afremmen;• nalaten te waarschuwen of te remmen.

Lees alle informatie over de functievoordat u er gebruik van maakt. Rijdvoorzichtig en wees voorbereid op eenremactie, vooral als er een waarschuwingvoor een aanrijding wordt gegeven.Lees ook de informatie over de adaptievecruise control om deze functie tegebruiken, zie Bijzondere verkeerssituatiesop pagina 143.

WAARSCHUWINGCW-EB werkt niet in elke rijsituatie en iseen aanvullend hulpmiddel. Het kan deoplettendheid van de bestuurder in hetverkeer niet vervangen. Als bestuurderblijft u er zelf uiteindelijk verantwoordelijkvoor dat met de truck veilig wordt gereden!

Situaties die bijzondere aandachtvragenDe volgende situaties vragen extraaandacht van de bestuurder:

• bochten• voertuigen die zich zijdelings parallel

bevinden• voertuigen die van rijstrook wisselen

of afslaan• motorfietsen en andere

weggebruikers met een klein profiel• sterk tegenlicht

In deze situaties kan het systeem eenonnodige waarschuwing geven,plotseling de remmen bedienen of juistnalaten te waarschuwen of te remmen.

Wanneer geeft devrachtwagen eenwaarschuwing of wordt er eennoodstop gemaakt?Als de afstand tot uw voorligger afneemten er kans op een aanrijding is,waarschuwt de Forward CollisionWarning (FCW) met een roodlichtsignaal in de voorruit. Dit signaalverandert in een knipperlicht en eengeluidssignaal als de bestuurder deaanrijding niet probeert te voorkomen.Het remmen gebeurt nu in twee fasen;een eerste, lichtere remfase die directovergaat in de volle remkracht als hetrisico van een aanrijding niet isafgenomen. Als de volle remkracht wordt

gebruikt, knipperen de remlichten omachterliggers voor de plotselingeremingreep te waarschuwen. Tijdens deeerste lichtere remfase blijven deremmen actief totdat het gaspedaalhelemaal wordt ingetrapt, of tot debestuurder een plotselingeuitwijkmanoeuvre uitvoert. Het systeemgeeft zelf de remmen vrij als het risico opeen aanrijding niet meer bestaat.Als de truck is gestopt, worden dewaarschuwingsknipperlichteningeschakeld. Het systeem geeft deremmen vrij als de bestuurder hetrempedaal loslaat, het gaspedaal intrapt,de achteruitversnelling inschakelt of deparkeerrem aantrekt.Als de bestuurder niets doet, zal hetsysteem zo mogelijk de parkeerreminschakelen.

NBOm ongewenst activeren van hetnoodstopremsysteem te stoppen, dient debestuurder het gaspedaal volledig in tetrappen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

150 B 774595

Page 161: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

Als het systeem niet werkt ofniet volledig functioneel is

WAARSCHUWINGHet systeem schakelt uit na drie incidentenwaarbij de volle remkracht is gebruikt. Defunctie kan weer worden ingeschakeld ineen erkende Volvo-garage.

De werking van CW-EB is mogelijkbeperkt als zich sneeuw, ijs of vuil rondde radarsensor of camerasensor heeftopgehoopt. Slechteweersomstandigheden zoals zwareregenval, mist of sterk tegenlicht kunnenook de werking van het systeembeïnvloeden, vooral wat betreft hetopmerken van stilstaande voertuigen.

ABS- of ESP-systeemCW-EB wordt uitgeschakeld als het ABSof ESP systeem niet goed werken. Ditgeldt ook als een aangekoppelde trailereen defect ABS of geen ABS heeft.Wanneer het systeem uitschakelt tengevolge van een storing gaat hetsymbool in de tellergroep branden entoont de display het bericht"RAADPLEEGWERKPLAATS,Noodrem, storing".Wanneer het systeem uitschakelt tengevolge van een storing in het ABS vande trailer gaat het symbool in de

tellergroep branden en toont de displayhet bericht "ABS trailer, storing,Trailerzonder ABS", zie Bij aankoppeling vaneen trailer op pagina 152.

Vuil rond de radarsensorHoud de zone vlak voor de sensorschoon. Als de radarsensor volkomen isbedekt, verschijnt "FLS geblokkeerd" ophet bestuurdersinfodisplay. Klap detreeplank uit en reinig de treeplank aande buitenkant en binnenkant.Na reinigen van de sensor wordt defunctie gereset door enkele minuten metde truck te rijden of de motor opnieuw testarten.

De pijl geeft de montagelocatie van de radarsensorop de truck aan.

WAARSCHUWINGBij wijzigingen aan de zone vlak voor desensor, zal Volvo de correcte werking vanhet systeem mogelijk niet garanderen.

WAARSCHUWINGAls na een (lichte) aanrijding de zonerondom de sensor mogelijk verstoord is,laat de correcte instelling en allefunctionaliteit van de sensor dancontroleren in een erkende Volvo-garage.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

151 B 774595

Page 162: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

Vuil rond de camerasensorDe camerasensor bevindt zich in devoorruit en dient voor het detecteren vanstilstaande voertuigen. Houd de zonevlak voor de camerasensor schoon. Alshet systeem waarneemt dat het zicht vande camera is geblokkeerd, toont hetdisplay de melding "CONTROLEERCAMERA,Chauffeurondersteuningssystemen nietbeschikbaar".

De pijl geeft de montagelocatie van de camera opde truck aan.

Bij aankoppeling van eentrailer

WAARSCHUWINGAangezien CW-EB is gedeactiveerd alseen trailer zonder werkende ABS isaangekoppeld, is het belangrijk tecontroleren of de truck daadwerkelijk detrailer heeft gedetecteerd.

Activeer de richtingaanwijzer encontroleer of de pijl en de rechthoek vanhet instrumentensymbool knipperen naaankoppeling van een trailer.

Beide symbolen knipperen als de trailer correct isaangekoppeld.

NBAls u meerdere trailers aankoppelt, is hetbelangrijk dat ze alle een werkend ABSsysteem hebben. Is dat niet het geval, danmoet u het CW-EB systeem uitschakelen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

152 B 774595

Page 163: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

Lane Keeping Support(rijstrookondersteuning)LKS (Lane Keeping Support) is eensysteem voor bestuurdersondersteuningdat waarschuwt als de truck onbedoeldafwijkt van de rijstrook.LKS schakelt automatisch in als de truckgestart wordt en de functie activeert bijeen rijsnelheid van 60 km/h.

Het systeem handmatiguitschakelenHet systeem kan uitgeschakeld wordenvia een schakelaar op hetinstrumentenpaneel. Wanneer de LED inde knop verlicht is, is het systeemgeactiveerd.

Schakelaar voor LKS.

WAARSCHUWINGHet systeem is niet altijd in staat omwegmarkeringen en verkeerssituatiesduidelijk te herkennen. Om een aanrijdingte voorkomen, is het van belang dat debestuurder zich bewust is van debeperkingen van het systeem. Hetsysteem kan in sommige gevallen:• een onnodige waarschuwing geven;• geen waarschuwing geven

Lees alle informatie over de functievoordat u die gebruikt.

WAARSCHUWINGLKS werkt niet in elke rijsituatie en is eenaanvullend hulpmiddel. Het kan deoplettendheid van de bestuurder in hetverkeer niet vervangen. Als bestuurderblijft u er zelf uiteindelijk verantwoordelijkvoor dat met de truck veilig wordt gereden!

Wanneer geeft het systeemeen waarschuwing?Als aan onderstaande voorwaardenwordt voldaan, waarschuwt het systeemvia een geluidssignaal dat de truck derijstrookmarkeringen overschrijdt:• Het systeem is ingeschakeld.• Op de weg zijn leesbare

rijstrookmarkeringen aangebracht.

• De truck rijdt sneller dan 60 km/u..• De bestuurder heeft geen

richtingaanwijzer ingeschakeld enheeft het rempedaal niet kortdaarvoor bediend.

• Het systeem detecteert geenintentionele manoeuvre van debestuurder en detecteert dat hetvoertuig niet naar de rijstrookterugkeert.

De breedte en het bochtverloop van derijstrook, alsmede de mate vanbestuurdersactiviteit waargenomen doorhet systeem bepalen wanneer dewaarschuwing geactiveerd wordt.Het systeem schakelt uit bij snelhedenbeneden 55 km/h.Het systeem bekrachtigt niet de remmen,de stuurinrichting of andere systemenvan de truck. Het geeft uitsluitend eengeluidssignaal via de luidsprekers of hetinstrumentenpaneel en activeert eenknipperend waarschuwingslampje.

Als het systeem niet werkt ofniet volledig functioneel isDe werking van LKS kan wordenverstoord als er zich sneeuw, ijs of vuilnabij de camerasensor bevindt. Slechteweersomstandigheden zoals zwareregenval, mist of sterk tegenlicht kunnen

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

153 B 774595

Page 164: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Systeem voor bestuurderondersteuning

ook de werking van het systeembeïnvloeden.

Vuil rond de camerasensorDe camerasensor heeft tot taak derijstrookmarkeringen te herkennen. Alshet systeem niet beschikbaar is of omonduidelijke redenen uitschakelt, kan datte wijten zijn aan vuil of condens op decamerasensor. Controleer of de zonevlak voor de sensor schoon is.Als het systeem bemerkt dat decamerasensor is bedekt, verschijnt hetbericht "CONTROLEER CAMERA,Chauffeurondersteuningssystemen nietbeschikbaar".

De pijl geeft de montagelocatie van de camera opde truck aan.

WAARSCHUWINGLKS zal soms uitschakelen als dewegmarkeringen onduidelijk zijn of onderslechte weersomstandigheden zoals bijzware regenval, sneeuwval etc.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

154 B 774595

Page 165: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Inleiding bij luchtvering

De truck is achter luchtgeveerd en isachter dus uitgerust met luchtvering inplaats van bladveren. Deluchthoeveelheid in de balgen kanworden afgeregeld en bepaalt dechassishoogte boven de grond.De luchtvering wordt elektronischgeregeld en houdt de truck op dezelfdehoogte, ongeacht het laadgewicht en depositie van de lading. De hoogte kan ookhandmatig worden geregeld met dehandbediening.Bij het wegrijden moet de druk in deluchttanks hoger zijn dan 8 bar, anderswerkt de luchtvering niet. De luchtveringwordt geactiveerd wanneer na hetstarten de parkeerrem wordt vrijgegevenof wanneer de handbediening of eenschakelaar voor de luchtvering wordtgebruikt. De luchtveringsfuncties werkenpas wanneer het systeem via een vandeze handelingen is ingeschakeld.Het luchtveersysteem kan in tweeverschillende modi worden gebruikt, derijmodus of de handbedieningsmodus.Rijmodus houdt in dat de truck rijklaar isen dat de handbediening niet isgeactiveerd. Wanneer op dehandbediening een knop wordtingedrukt, gaat het systeem over naar dehandbedieningsmodus.Handbedieningsmodus houdt in dat hetsysteem gereed is om de hoogte van detruck te wijzigen. Het luchtveersysteem

kan handmatig worden aangepast terwijlde truck stilstaat of bij een rijsnelheid vanminder dan 50 km/u.Voor instructies over hetluchtveersysteem in geblokkeerdemodus, zie Luchtvering in vergrendeldemodus op pagina 278.

HandbedieningControleknoppenDe functies van de luchtvering bedienen:1 STOP, annuleert de regeling.2 Rijhoogte, voor normaal rijden.3 Rijhoogte wijzigen (lampje gaat

branden).

RegelknoppenDe truckhoogte verhogen of verlagen.Activeer de Hold-functie om debedieningsknop niet ingedrukt te hoevenhouden, bijvoorbeeld bij het omhoog ofomlaag zetten van de truck naar dehoogste/laagste stand. Druk een van debedieningsknoppen en degeheugenknop tegelijkertijd in. Om deHold-functie te annuleren drukt u op eenvan de bedieningsknoppen, de knopvoor rijmodus of op STOP.

GeheugenknopVoor het opslaan of ophalen vangeheugens.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

155 B 774595

Page 166: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Inleiding bij luchtvering

FunctietabelFunctie OpdrachtHandmatigehoogteverstelling

Bedieningsknopomhoog/omlaag

Blokkerenomhoog/omlaag

Bedieningsknop omhoog+ geheugenknopBedieningsknop omlaag+ geheugenknop

Blokkeringannuleren

Stop-/bedieningsknopomhoog of omlaag/rijniveau

Rijhoogtewijzigen

Rijhoogte wijzigen +bedieningsknopomhoog/omlaag

Nieuwe rijhoogteopslaan

Rijhoogte wijzigen +bedieningsknop omhoog

Functie Opdrachtof omlaag +geheugenknop

Rijhoogte terugnaarfabrieksinstelling

Rijhoogte wijzigen +geheugenknop (2 sec)

Vervoer opveerboten

Bedieningsknop omlaag+ geheugenknop (5 sec)

Na vervoer opveerboot

Stop/rijmodus

Laadhoogteopslaan

Hoogte verstellen +geheugenknop (5 sec)

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

156 B 774595

Page 167: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden met een truck met luchtvering

Het luchtveersysteem werkt tijdens hetrijden volautomatisch maar u kuntbijvoorbeeld de rijhoogte wijzigen.

RijhoogteDe chassishoogte boven de grond in derijstand is binnen bepaalde grenzeninstelbaar. De mate van verstelling isafhankelijk van het trucktype. Opsommige trucks is de rijhoogte helemaalniet instelbaar.De rijhoogte kan altijd wordenteruggesteld naar de fabrieksinstelling.Instellen van de rijhoogte is alleenmogelijk bij snelheden lager dan50 km/h.

NBAls de rijhoogte is aangepast, is het deverantwoordelijkheid van de bestuurderom ervoor te zorgen dat met de instellingde wet niet wordt overtreden. Zo moetenbijvoorbeeld de totale hoogte en dekoplampinstelling van de truck wordengecontroleerd. Het is ook essentieel datwordt gecontroleerd of deonderrijbeveiligingen aan voor- enachterzijde niet te hoog zijn.

NBAls de rijhoogte wordt gewijzigd, kan ditnadelig zijn voor de rijeigenschappen.Gebruik de functie niet bij een rijsnelheidvan meer dan 50 km/h.

Alternatieve rijhoogteDe rijhoogte is instelbaar volgens drievoorgeprogrammeerde hoogten. Zet deknop in de gewenste stand.Elke voorgeprogrammeerde stand kanaan uw eisen worden aangepast.Een nieuwe rijhoogte opslaan:• Zet de knop in de stand waarvoor u

een nieuwe rijhoogte wilt opslaan.• Volg de instructies hieronder bij "Een

nieuwe rijhoogte instellen".

Alternatieve rijhoogte.

Na handmatige regeling derijhoogte herstellenDruk op de knop voor rijhoogte. Alsrijhoogte niet is geselecteerd en derijsnelheid van de truck hoger is dan30 km/h, klinkt er een geluidssignaal enverschijnt er een melding op hetbestuurdersinfodisplay. Druk op de knopom terug te gaan naar de rijhoogte.Bij een rijsnelheid hoger dan 50 km/h,gaat de truck automatisch naar hetrijniveau.

NBAls de truck om een of andere reden nietterug kan gaan naar de rijhoogte, geefteen melding op het bestuurdersinfodisplaydit aan.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

157 B 774595

Page 168: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden met een truck met luchtvering

Een nieuwe rijhoogte instellen1 Druk op de knop om de rijhoogte te

wijzigen (het lampje moet aan gaan).

2 Gebruik de hoogteknoppen om degewenste hoogte in te stellen.

3 Houd de geheugenknop minstens vijfseconden ingedrukt.

4 De nieuwe rijhoogte is nu ingestelden selecteerbaar. Activeer derijhoogte die u wilt gebruiken.

Rijhoogte terug naarfabrieksinstellingU kunt altijd teruggaan naar de rijhoogtedie op de fabriek werd ingesteld.Bij gebruik van de handbediening magde truck alleen met een lage rijsnelheidworden verreden.

Alternatieve rijhoogteZet de knop in de stand waarvoor u defabrieksinstellingen wilt herstellen.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

158 B 774595

Page 169: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Rijden met een truck met luchtvering

1 Druk op de knop om de rijhoogte tewijzigen (het lampje moet aan gaan).

2 Houd de geheugenknop tweeseconden ingedrukt.

NBHoud de geheugenknop niet langer danvijf seconden ingedrukt, zo slaat u namelijkde bestaande rijhoogte op in hetgeheugen.

3 Laat de knop los.De truck gaat terug naar de op defabriek ingestelde rijhoogte.

4 Selecteer de rijhoogte.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

159 B 774595

Page 170: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Vervoer op veerboten

Wanneer de truck voor vervoer op eenveerboot moet worden vastgesjord,blaas dan eerst de luchtbalgen helemaalaf en zet het luchtveersysteem uit. Dit isnodig om het risico op beschadiging vande lading tijdens de reis op de veerbootte beperken.

1 Bekrachtig de parkeerrem.

2 Houd de onderste bedieningsknopingedrukt.

3 Druk de geheugenknop in zonder debedieningsknop los te laten. (DeHold-functie wordt actief.)

4 Laat beide knoppen los.

5 Druk de geheugenknop vijf secondenin (alle LED's doven na vijfseconden).

6 De truck zakt naar de laagsterijhoogte. Draai de contactsleutelnaar de stand Stop als alle lucht isafgeblazen en het sisgeluid isgestopt.De truck is nu klaar om vast tesjorren en het luchtveersysteem isuitgezet.

7 Herstel de rijhoogte met dehandbediening als u na hetveerboottransport wegrijdt. Hetsysteem keert ook terug naar derijhoogte wanneer u de parkeerremvrijgeeft.

06ST

ARTE

N EN

RIJD

EN

160 B 774595

Page 171: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 161 B 774595

Page 172: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 173: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

07

EXTERNE APPARATUUR

Page 174: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reservewiel

Controle vooraf aan hetgebruik

Controleer voordat u het wiel verwijdertof vastzet of de spanband• is gemonteerd,• intact is, inclusief de naden,• een verbindingsstuk heeft in de lier,• correct op de lier is gewikkeld.

Zet de spanband zo nodig vast.

Het reservewiel losmaken

Ga buiten de omtrek van het wiel staan.Draai alle vier moeren los.De dopsleutel voor het losdraaien van demoeren en de slinger voor het omlaagdraaien van het wiel vindt u in degereedschapsuitrusting bij de truck.

Het reservewiel omhoogbrengen

Plaats het wiel pal onder de wielhouder.Trek het wiel niet in met de lier.Als de truck is uitgerust met eenzijafschermplaat of met chassisskirts,gebruik dan de binnenste gaten aan dewielhouder.Zet alle vier moeren vast met 400 Nm.Een slinger om het wiel mee omhoog tebrengen en een dopsleutel voor hetvastzetten van de moeren vindt u in degereedschapuitrusting bij de truck.

07EX

TERN

E AP

PARA

TUUR

164 B 774595

Page 175: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reservewiel 07EX

TERN

E AP

PARA

TUUR

165 B 774595

Page 176: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 177: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

08

LADEN, LOSSEN EN WERKEN

Page 178: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Trailer, aankoppelen

Voorbereiden van aan- enafkoppelen

WAARSCHUWINGHet behoort tot de verantwoordelijkheidvan de bestuurder om er voor te zorgendat de trailer op de juiste wijze wordtaangekoppeld en afgekoppeld.

• Controleer of u de juiste apparatuurheeft en dat de apparatuurstoringsvrij is.

• Controleer of de belastingcapaciteitvan de ondergrond toereikend is, inhet bijzonder indien u zich op eenondergrond van grind bevindt.

• Voer aan- en afkoppelen uit op eenzo vlak en gelijkmatig mogelijkeondergrond.

Trailer aankoppelen1 Koppel de trailer aan volgens de

instructies voor de soort trailer en debetreffende koppelingsinrichting.

2 Trek de parkeerrem van de truckaan.

3 Controleer of de luchtverbindingenzijn afgesloten.

4 Controleer of de verlichting op detrailer goed werkt.

5 Ontkoppel, indien van toepassing, deparkeerrem op de trailer en stel deophanging in op "rijden".

6 Controleer of de koppelingsinrichtingop de juiste wijze is vergrendeld.Deze controle moet in meerderestappen worden uitgevoerd: eerstvisueel en vervolgens door hetactiveren van de rem van de trailerop het moment dat u probeert weg terijden.

NBVoer altijd een remtest uit direct nadat umet de trailer bent vertrokken.

Trailer afkoppelen

GEVAAREr moeten altijd goedgekeurde wiggenworden gebruikt om te voorkomen dat detrailer weg kan rollen - indien de trailergeen parkeerrem heeft.

1 Indien van toepassing laat u deophanging van de trailer zakken naarde "geblokkeerde stand". Trek deparkeerrem aan. Wanneer de trailergeen parkeerrem heeft, moet ugoedgekeurde wiggen gebruiken omte voorkomen dat hij gaat rollen!

2 Koppel de trailer af volgens deinstructies voor de soort trailer en debetreffende koppelingsinrichting.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

168 B 774595

Page 179: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Het luchtveersysteem moet tijdens laad-en loswerkzaamheden altijd actief zijn.Het systeem is geactiveerd wanneer:• de druk in de luchtketels tijdens

wegrijden hoger is dan 8 bar en deparkeerrem is vrijgegeven.

• er andere luchtveringknoppenworden gebruikt, zoals voor:ashefsysteem, maximale trekkracht.

• de luchtvering in gebruik is met hetcontact uit.

• de handbediening voor luchtvering ingebruik is.

WAARSCHUWINGZet het elektronisch luchtveersysteem uittijdens het gebruik van steunpoten, eenploeg zonder zgn. zweefstand of andereapparatuur die van invloed is op hettruckniveau boven de grond. Als aan detruck apparatuur is gemonteerd die dehoogte boven de grond beïnvloedt, is ereen speciale toets om hetluchtveersysteem uit te zetten. Wanneernaderhand de opbouw van de truck isgewijzigd, kan de functie voor uitzettenvan het luchtveersysteem wordenaangesloten in een erkende Volvo-garage.

Regeling laadhoogteDe rijhoogte van de truck kan handmatigworden afgesteld met de handbediening.Deze heeft een drie meter lange kabelen magneten aan de achterzijde en kanzo ook buiten de cabine worden gebruikten bevestigd.Hoogte wijzigen met dehandbedieningVerstellen met de handbediening isalleen mogelijk als de truck stilstaat of bijrijsnelheden van minder dan 50 km/u.

1 Gebruik de hoogteknoppen om degewenste hoogte in te stellen.

Hold-functieDe Hold-functie gebruikt u om debedieningsknop niet continuingedrukt te hoeven houden om hetniveau te wijzigen.• Druk tegelijkertijd op de

geheugenknop terwijl u op dehoogteverstelknop drukt.

• Laat beide knoppen los.• Verstellen gebeurt naar de

hoogst of laagst mogelijke stand.• De verstelling wordt onderbroken

door een van de knoppen in tedrukken.

Selecteer rijniveau om de truck terug testellen naar de rijhoogte. De vorigeinstelling voor rijhoogte is verlorengegaan.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

169 B 774595

Page 180: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Er kan één laadhoogte in het geheugenworden opgeslagen.

NBControleer of de alternatieve rijhoogte nietis geselecteerd.

1 Gebruik de hoogteknoppen om degewenste hoogte in te stellen.

2 Houd de geheugenknop minstens vijfseconden ingedrukt. De hoogte

wordt nu in het geselecteerdegeheugen opgeslagen.

Selecteer rijniveau om de truck terug testellen naar de rijhoogte.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

170 B 774595

Page 181: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Verstellingen met de handbediening zijnalleen mogelijk als de truck stilstaat of bijlage rijsnelheid.

NBControleer of de alternatieve rijhoogte nietis geselecteerd.

1 Houd de geheugenknop tweeseconden ingedrukt.

NBHoud de geheugenknop niet langer danvijf seconden ingedrukt, zo slaat u debestaande laadhoogte op.

2 Laat de knop los. De truck gaat naarde opgeslagen hoogte.

Selecteer rijniveau om de truck terug testellen naar de rijhoogte.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

171 B 774595

Page 182: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Snel lossen of ladenWanneer er snel lading wordt gelost,bijvoorbeeld bij het lossen van eencontainer, laat de truck dan eerst naarzijn laagste stand zakken. Er mag geenlucht in de blaasbalgen achterblijven.Anders bestaat het gevaar dat deophanging wordt beschadigd.

Laterale stabiliteit tijdens kiepenEr wordt een maximale stabiliteit tijdenskiepen bereikt door de truck voor hetkiepen naar zijn laagste stand te latenzakken. Er mag geen lucht in deblaasbalgen achterblijven.

1 Laat de achtervering neer naar delaagste stand met de onderstebedieningsknop.

Luchtvering gebruiken bijuitgeschakeld contactHet luchtveersysteem kan ook wordengeactiveerd in de functiemodi"Verblijven" en " Accessoires".Aanzetten:• Druk op een willekeurige knop

behalve de stopknop.• De "Veerboothoogte" mag niet actief

zijn.• De luchtdruk in het systeem moet

hoger zijn dan 8 bar.De functie blijft anderhalf uur actief ofzolang de luchtdruk voldoende is.

Uitzetten:• Druk de stopknop minstens 2

seconden in.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

172 B 774595

Page 183: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Laden en lossen

Laden en lossen, metuitgeschakelde hoofdvoedingBij het laden en lossen van trucks inADR-verkeer moet soms dehoofdvoeding worden uitgezet. Zet omschade aan het chassis te voorkomen detruck op het hoogste niveau tijdens ladenen op het laagste niveau tijdens lossen,voordat de hoofdvoeding wordt uitgezet.

Alvorens te laden1 Hef de achtervering naar de hoogste

stand met de bovenstebedieningsknop.

2 Draai de contactsleutel naar destopstand.

3 Zet de hoofdschakelaar uit.

De truck staat nu in de hoogste stand enis klaar om te worden geladen, zonderautomatische verstelling.

Alvorens te lossen1 Laat de truck neer naar het laagste

niveau met de bedieningsknop.

2 Draai de contactsleutel naar destopstand.

3 Zet de hoofdschakelaar uit.

De truck staat nu in de laagste stand enis klaar om te worden geladen, zonderautomatische verstelling.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

173 B 774595

Page 184: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Lastindicator

LastindicatorDe lastindicator is een softwarefunctiedie de belasting op de voor- en achterasen het gewicht van een eventuele traileruitleest. Er is minder risico opoverbelading en een verkeerde verdelingvan het laadgewicht door continu delaadgewichtverdeling te controleren.

Weergave op displayDe gewichtsverdeling wordt getoond inhet menu "Lastindicator" van hetbestuurdersinfodisplay.Het display toont de belasting op elke asvan de truck en van de trailer, hetlaadgewicht en het totalevoertuiggewicht. Bij de uitvoering methefas en tridem wordt het gewicht op alleachterassen en het totale hefas/tridemgewicht getoond.De waarden worden elke twee secondenbijgewerkt.De getoonde gewichten wordenaangeduid tot een precisie van ±250 kg/wielas.Gebruik c en d om de displayweergavete wijzigen als de hele truck niet ineenzelfde weergave past, zoals om detrailer weer te geven.

NBHet op het display getoonde totaalgewichtkan in sommige gevallen afwijken van deopgetelde afzonderlijke gewichten, omdatdeze laatste waarden worden afgerond.

Voorbeelden van weergave op display.

Gewicht op de trailerHet systeem kan het asgewicht van eentrailer alleen uitlezen en weergeven alsde trailer voldoet aan de EBS ISO-norm11992-2.Afhankelijk van in welke mate aan denorm wordt voldaan, kan het display debelasting per as en het trailertypeweergeven, of alleen het totaalgewichten een beeld van een standaardtrailer.Trailers die niet voldoen aan de ISO-norm 11992-2 worden helemaal nietweergegeven.

Het laadgewicht terugstellenBestuurdersinfodisplayInstellingen

LastindicatorReset laadgewicht

Het gewicht van een lege truck kanuiteenlopen, bijvoorbeeld doordat deze isbedekt met sneeuw of ijs. Om dezereden wordt voor laadgewicht niet altijdnul aangegeven, ook al is de laadruimteleeg.Stel het laadgewicht van de truck en/oftrailer terug naar nul voordat u eennieuwe lading laadt, zodat telkens hetlaadgewicht correct wordt weergegeven.

KalibrerenBij aflevering vanaf de fabriek is delastindicator niet gekalibreerd maar toontdeze een geschatte waarde.Kalibreer de lastindicator zo snelmogelijk op een betrouwbare weegbrug.Kalibreren kan gebeuren op weegplaten(voor afzonderlijke as) of op eenweegbrug (voor het hele voertuig).De lastindicator moet voor optimaleprecisie worden gekalibreerd met zowellichte als zware ladingen. Het onderlingeverschil tussen deze twee belastingenmoet zo groot mogelijk zijn. Kalibreer zo

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

174 B 774595

Page 185: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Lastindicator

mogelijk zonder belasting en metmaximale belasting.

NBWeegplaten kunnen niet worden gebruiktbij trailers die aan een oudere ISO-normvoldoen, omdat de informatie over hetaantal assen en het afzonderlijkeasgewicht bij zulke trailers ontbreekt.

Na vervangen of opnieuw kalibreren vanlastsensors op trucks met bladvering,moet de lastindicator opnieuw wordengekalibreerd.

Kalibreren van de lastindicatorBestuurdersinfodisplayInstellingen

LastindicatorKalibreren

Kalibreer de lastindicator door deinstructies op het display op te volgen envoer de waarden in die de weegbrugtoont. Tijdens de gehelekalibratieprocedure wordt u begeleid enziet u meldingen over de volgende stap.Voorbeeld:

"Rij eerste as opweegbrug"

"Rij truck op weegbrug"

• Gebruik de omhoog/omlaag knop opde stuurwielbediening om het op hetdisplay aangegeven gewicht teverhogen of te verlagen.

• Als er iets misgaat, ga dan met ESCterug naar de vorige stap.

• Door ESC langdurig in te drukkenkunt u kiezen om de kalibratie teannuleren, alle wijzigingen wordendan gewist.

De melding "Lastindicator gekalibreerd"wordt getoond zodra de hele kalibratievoltooid is.U kunt een in gang zijnde kalibratiestopzetten als de waarden nietbetrouwbaar zijn. Herhaal de kalibratieals dat gebeurt.Kalibreer de lastindicator eenmaal perjaar. De datums van de meest recentekalibratie voor lichte en zware ladingenkunnen in het "Truck last gekalibreerd"menu worden afgelezen.

Een trailer aankoppelenWanneer een trailer is aangekoppeld,verschijnt de melding 'NWE TRAILER

GEDETECT., Trailer voor lastindicatorselecteren?'. Selecteer de trailer in delijst om een voorgaande kalibratie van detrailer te selecteren, of selecteer 'Nietgekalibreerd' als deze nog niet eerderwerd gekalibreerd.Nadat een nieuwe trailer is gekalibreerd,kan deze vanaf de schuifbalk in hetdisplay worden benoemd met letters encijfers.

BestuurdersinfodisplayInstellingen

LastindicatorTrailers

In het trailermenu kunt u aangekoppeldetrailers bekijken en selecteren, dekalibratiedatum bekijken en namen vaneerder ingevoerde trailers bewerken ofwissen.

Meerdere trailersAls er meerdere trailers zijnaangekoppeld, moeten deze beschikkenover een CAN-router om alle trailers inde voertuigcombinatie te detecteren envoor elke trailer het trailergewicht aan tegeven. Als zo'n CAN-router nietaanwezig is, wordt alleen de eerstetrailer gedetecteerd.

Als de weegbrug te kort isNormaliter neemt het gewicht toe bij elkeas die op de weegbrug wordt gereden,

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

175 B 774595

Page 186: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Lastindicator

tot de hele truck is gewogen. Als deweegbrug te kort is en geen ruimte biedtom de hele truck te wegen, kanbijvoorbeeld de eerste as buiten deweegbrug blijven terwijl de laatste aswordt opgereden. Het gewicht van deeerste as moet dan met de hand wordenopgeteld bij het getoonde gewicht terwijlde laatste as is opgereden.1 Noteer het gewicht van elke as.2 Tel het gewicht van de assen die niet

langer op de weegbrug staan op bijhet getoonde indicatiegewicht, totdatde hele truck is gewogen.

NBTijdens het wegen moet de truckhorizontaal staan.

NBGebruik een betrouwbare weegbrug.

08LA

DEN,

LOSS

EN E

N W

ERKE

N

176 B 774595

Page 187: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks 177 B 774595

Page 188: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 189: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

09

INFOTAINMENT

Page 190: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Infotainment, overzicht

Infotainment, overzichtHet infotainmentsysteem omvat hetaudiosysteem van de truck en dehandsfree Bluetooth®-telefoonconnectiviteit. De functiesworden bediend via hetbedieningspaneel, de stuurwielbedieningen via de menu's op het secundairedisplay.1 Cd-speler2 Microfoon3 Stuurwielbediening4 iPod-/USB-/AUX-ingangen5 Secundair display6 Bedieningspaneel

09IN

FOTA

INME

NT

180 B 774595

Page 191: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Infotainment, overzicht

Het infotainmentsysteemactiveren1 Druk op de aan/uit-knop op het

bedieningspaneel om hetinfotainmentsysteem te activeren.

2 Selecteer de audiobron door op eenvan de knoppen AM/FM (radio),SOURCE (CD) of PHONE (telefoon)te drukken.

De toepassing selecteren via eenmenuU kunt de toepassing ook selecteren viade menu's in het infotainmentsysteem.

1 Houd de ESC-toets op hetbedieningspaneel of op het stuurwielingedrukt om naar het hoofdmenu tegaan.

2 Selecteer de gewenste toepassing inhet hoofdmenu.

Veel functies worden bediend ofingesteld via de systeemmenu's ensubmenu's.

09IN

FOTA

INME

NT

181 B 774595

Page 192: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Radio

AM/FM

Afspeelweergave van radio.

De golfband selecterenDruk op AM/FM. U wisselt tussen degolfbanden (AM/FM1/FM2/FM3) doornogmaals op de AM/FM-knop tedrukken.Als er geen golfband is geselecteerd,start de radio met de golfband die devorige keer actief was.Of selecteer via het menu:

Secundair displayAudio

Radio

Wissel tussen de golfbanden(AM/FM1/FM2/FM3) met c of d.

Wisselen tussen voorkeuzezendersWanneer de radioafspeelweergave wordtgetoond:

• Druk op OK en selecteer een zenderuit de lijst van voorgeprogrammeerdezenders. Druk op ESC om terug tegaan naar de afspeelweergave.

Of:• Druk op een van de cijfertoetsen op

het bedieningspaneel om naar dedaar opgeslagen zender te gaan.

Weergave lijst voorgeprogrammeerde zenders.

Automatisch afstemmenWanneer de radioafspeelweergave wordtgetoond:• Druk op e of op f en de radio zoekt

naar de eerstvolgende beschikbarezender.

Handmatig afstemmenWanneer de radioafspeelweergave wordtgetoond:• Druk op d of op c om de cursor

vooruit of achteruit te verplaatsen opde golfband.

IntroscanSecundair displayAudio

RadioIntroscan

Met de scanfunctie kunt u naarradiozenders zoeken zonder met dehand te hoeven afstemmen. In descanfunctie wordt elke zender 10seconden afgespeeld, zodat u hoort welktype programma of muziek dezeuitzendt. De scanfunctie gaat door naarde volgende beschikbare zender als uscannen niet stopt en op de huidigezender afstemt.

• Druk op OK om op de huidige zenderaf te stemmen en de scanfunctie afte sluiten.

Of:• Door een van de cijfertoetsen (1-9)

op het bedieningspaneel lang in tedrukken slaat u de zender op dielocatie op. Een kort geluidssignaalgeeft aan dat de zender isopgeslagen.

09IN

FOTA

INME

NT

182 B 774595

Page 193: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Radio

Automatisch opslaan van zenderstijdens afstemmenSecundair displayAudio

RadioAuto. voorkeuze

De scanfunctie zoekt de zenders met hetkrachtigste signaal in het betreffendegebied en slaat ze als voorkeuzezendersvoor die golfband op.De eerder in deze voorkeuzepositiesopgeslagen zenders verdwijnen dan.Onderbreek 'station zoeken' door tedrukken op ESC. Er worden geenzenders opgeslagen.

RDS-functiesHet radiodatasysteem, RDS (Radio DataSystem), groepeert FM-zenders in eennetwerk en omvat functies zoals:• Alternatieve frequentie (AF)• Verkeersmeldingen (TA)• Nieuws (NEWS)

Alternatieve frequentie (AF)Het frequentiebereik voor FM-zenders isnogal beperkt. Daarom zenden veelzenders in verschillende gebieden uit opsteeds weer andere frequenties. Metgebruik van de AF-functie kan de

bestuurder dergelijke zenders zonderonderbrekingen beluisteren en hoeft deradio in andere gebieden niet steedsopnieuw handmatig te wordenafgestemd.Sommige zenders zenden andereprogramma's uit in andere gebieden ofop andere momenten van de dag. Om tezorgen dat het lokaal uitgezondenprogramma geselecteerd blijft, kan metbehulp van AF Local de AF-functie zoworden ingesteld dat het desbetreffendeprogramma aangehouden wordt.Tijdens lange ritten kan de ontvangst vaneen lokaal uitgezonden programmaverloren gaan. In een dergelijk geval kande radio met de functie AF Regionalafstemmen op andere zendlocaties voorde betreffende radiozender.Bij de eerste zoekactie naarradiozenders nadat AF is geactiveerd,maakt de radio intern een lijst aan metbeschikbare zenders. Een volgendezoekactie gebeurt op basis van deze lijst,zodat het zoeken sneller verloopt. De lijstwordt gesorteerd op basis van RDS-codes van zenders, zodat zenders bijeen AF-zoekactie soms niet wordeningesteld in volgorde van hunzendfrequentie.

AF activerenSecundair displayAudio

RadioRadio-instellingen

AF

• Activeer de AF-functie om te blijvenluisteren naar lokaal uitgezondenprogramma's door 'Lokaal' teselecteren, of om overgaan opregionaal uitgezonden programma'smogelijk te maken door 'Regionaal' teselecteren. Als de AF-functie isgeactiveerd, wordt het AF-symbool inhet display weergegeven.

• U zet de functie uit door in het AF-menu 'Uit' te selecteren.

Verkeersmelding (TA) en NieuwsMet deze functie kan de radio nieuws- ofverkeersmeldingen afspelen, ook terwijleen andere audiobron dan radio isgeselecteerd. Het volume wordtautomatisch aangepast zodat de meldingduidelijk hoorbaar is.Het volumeniveau voor verkeers- ofnieuwsmeldingen kunt u wijzigen doortijdens een melding de volumeknop teverdraaien. De radio slaat deze volume-instelling voor verkeers- ofnieuwsmeldingen vervolgens op.

09IN

FOTA

INME

NT

183 B 774595

Page 194: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Radio

Verkeersmeldingen activerenSecundair displayAudio

RadioRadio-instellingen

TA

• Selecteer 'Aan' om de functie aan tezetten. Als de functieverkeersmeldingen actief is, wordthet symbool TA in het displayweergegeven.

• U zet de functie uit door in het 'Uit'menu TA te selecteren.

NBDe AF-functie moet actief zijn, anders isactiveren van de functie voorverkeersmeldingen niet mogelijk.

Nieuwsmeldingen activerenSecundair displayAudio

RadioRadio-instellingen

News

• Selecteer 'Aan' om de functie aan tezetten. Als de nieuwsfunctie actief is,wordt het symbool NEWS in hetdisplay weergegeven.

• U zet de functie uit door in hetNieuwsmenu 'Uit' te selecteren.

NBDe AF-functie moet actief zijn, anders kan"News" niet worden geactiveerd.

Verkeers- of nieuwsmeldingenafbrekenDruk op ESC om een melding af tebreken.

De functies AF/TA/Nieuwsactiveren via een snelmenuIn de radiomodus kunnen AF, TA enNieuws via een snelmenu worden aan-en uitgezet.Door lang op OK te drukken als de radioactief is, wordt het snelmenu geopend.

Aanvullende informatie over anderenetwerken (EON)Een netwerk van radiozenders zalnieuws- of verkeersmeldingen somsalleen op een van de zenders uitzenden.De functie EON RDS zorgt dat dezeinformatie dan toch wordt ontvangen,door automatisch op een anderefrequentie af te stemmen. Na de meldinggaat de radio terug naar de zenderwaarop eerder was afgestemd.

Melding bij alarmsituaties - alarmEr kunnen via de radio alarmmeldingenworden verzonden wanneer een ernstig

voorval de gehele bevolking aangaat.Wanneer een alarmmelding wordtverzonden, wordt "ALARM"weergegeven en wordt het volume ophetzelfde niveau gebracht als bijverkeersmeldingen. De functie kan nietworden uitgeschakeld.

Regio-instelling van radio wijzigenSecundair displayAudio

RadioRadio-instellingen

Radioregio

De regio-instelling van de radio moetsoms worden gewijzigd als de truck isaangeschaft in een andere regio danwaar ermee wordt gereden.Kies tussen radioregio's voor Europa,Verenigde Staten, Japan, Australië,Saudi-Arabië of Argentinië.De radioregio Europa omvat ook devolgende gebieden:China, Guam, Zuid-Korea, Afrika,Rusland, Taiwan, Midden-Amerika,Oost-Azië en de landen rondom de StilleOceaan.De radioregio Verenigde Staten omvatook de volgende gebieden:Canada, Mexico, Puerto Rico, BraziliëNieuw-Zeeland behoort ook tot deradioregio Australië.

09IN

FOTA

INME

NT

184 B 774595

Page 195: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Radio

De radioregio Saudi-Arabië omvat ookde volgende gebieden:Israël, Golfstaten, Midden-OostenDe radioregio Argentinië omvat ook devolgende gebieden:Zuid-Amerika, behalve Brazilië en hetCaribisch gebied.

09IN

FOTA

INME

NT

185 B 774595

Page 196: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Cd-speler

Cd-speler

De cd-speler is geplaatst in het paneelboven de voorruit aan bestuurderszijde;deze bevat een sleuf voor de disk en eendiskuitwerpknop.Behalve cd's met audio-opnamen kunt uook audio type CD-R of CD-RW disksafspelen. Ook gegevens-cd's metmuziekbestanden in wma- en mp3-formaat kunnen worden afgespeeld. Alshet bestandstype op de disk nietcompatibel is of om een andere redenniet leesbaar, wordt de disk uitgeworpen.Als een individueel bestand op de diskniet kan worden gelezen, zal de cd-speler deze overslaan.

Afspelen1 Plaats een disk in de sleuf, met de

bedrukte zijde naar bovenOf:Blader door het menu naar "CD" omnaar de cd-modus te gaan.

2 Het afspelen van de disk begintautomatisch.

Gebruik e of f om naar het vorige ofvolgende nummer te gaan of druk opeen van de cijfertoetsen om naar hetdesbetreffende nummer op een audio-cdte gaan.Houd c of d ingedrukt om binnen hethuidige nummer snel vooruit of terug tegaan.Druk op MUTE om te pauzeren of omhet afspelen te hervatten.U werpt de disk uit door op deuitwerpknop te drukken. Als de disk nietuit de opening wordt verwijderd, zal hijbinnen enkele seconden weer wordeningevoerd.

Afspeelweergave voor cd's.

Een nummer uit de afspeellijstselecterenWanneer de cd-afspeelweergave wordtgetoond:• Druk op OK om naar de afspeellijst

te gaan en een nummer teselecteren. Druk op ESC om terug tegaan naar de afspeelweergave.

Afspeellijst voor cd's.

Nummers op cd in willekeurigevolgorde beluisterenOpen het snelmenu door in de cd-afspeelweergave langer op OK te

09IN

FOTA

INME

NT

186 B 774595

Page 197: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Cd-speler

drukken, zodat de functie voor afspelenvan cd-nummers in willekeurige volgordewordt geactiveerd.

Symbool voor willekeurig afspelen.

09IN

FOTA

INME

NT

187 B 774595

Page 198: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Mediaspelers

Mediaspelers

De truck heeft twee connectors voorexterne audio-ingangen: iPod/USB (1)en AUX (2).U kunt een USB-apparaat en een AUX-apparaat aansluiten, beide zijn dantegelijkertijd beschikbaar.Het volgende geldt als een iPod of USBfungeert als audiobron:• Gebruik e of f om naar het vorige of

volgende nummer te gaan.• Houd c of d ingedrukt om binnen het

huidige nummer snel vooruit of terugte gaan.

• Druk op MUTE om afspelen tepauzeren, druk opnieuw om afspelente hervatten.

iPodAansluitkabels voor iPodSluit de iPod aan met een iPod/USB-kabel. De bediening van de iPod wordtgeblokkeerd en de functies worden nubediend via de knoppen op hetbedieningspaneel of op het stuurwiel.

Een iPod aansluiten en afspelen1 Sluit de iPod aan op de ingang in het

dashboard.Of:Blader door het menu naar "iPod/USB" om naar de iPod-modus tegaan.

2 Blader door naar de gewenste mapin het iPod-menu.

Het iPod-menu.Het iPod-menu toont de voor een iPodmeest gebruikelijke functies:• Nummers• Albums• Artiesten• Afspeellijsten• Genres• Audioboeken• Podcasts

Wanneer de afspeelweergave wordtgetoond:1 Druk op OK om naar het iPod-menu

te gaan.2 Druk op ESC om in het menu

achteruit te gaan en naar deafspeelweergave terug te keren.

Het iPod-menu.

Nummers op de iPod inwillekeurige volgorde beluisterenOpen het snelmenu door in de iPod-afspeelweergave langer op OK tedrukken, zodat de functie voor afspelenvan iPod-nummers in willekeurigevolgorde wordt geactiveerd.

Gebruik van eenmediaspelertoepassingAls er een alternatieve mediaspeler opde iPod zit (bijv. Spotify- of Wimp-toepassingen) kunnen ook van die speleraudiobestanden worden afgespeeld alsde toepassing in de iPod actief is.

09IN

FOTA

INME

NT

188 B 774595

Page 199: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Mediaspelers

1 Activeer de toepassing in de iPod alsdeze nog niet actief is. Afspeelmenuwordt weergegeven.

2 Wissel tussen de nummers met e off, druk op MUTE om te pauzeren.Druk op OK om naar het iPod-menute gaan.

Het is niet mogelijk een afspeellijst vanafeen mediaspelertoepassing weer tegeven.

Mediaspelertoepassing in het iPod-menu.

NBWelke functies er beschikbaar zijn enwelke informatie er in de afspeelweergavekan worden getoond, hang af van degebruikte toepassing.

USBEen USB-apparaat aansluiten enafspelen1 Sluit het USB-apparaat aan op de

ingang in het dashboard.Of:Blader door het menu naar "iPod/USB" om naar de USB-modus tegaan.

2 Het afspelen begint automatisch. Alser submappen zijn, begint hetafspelen in de eerste submap enwordt dan voortgezet in de volgendesubmap.

Als u het USB-apparaat losmaakt, wordtde vorige audiobron afgespeeld.

NBHet systeem ondersteunt afspelen vanafde meeste USB-apparaten, maar er zijnwel uitzonderingen. Het ondersteundeformaat is FAT32.

NBHet inlezen van alle informatie vanaf eenUSB-apparaat neemt meer tijd in beslagals er ook andere dan muziekbestandenop het apparaat zijn opgeslagen.

Een nummer uit de afspeellijstselecterenWanneer de USB-afspeelweergavewordt getoond:1 Druk op OK om naar de afspeellijst

te gaan en om map, een nummer of"Alles afspelen" te selecteren.Als er een nummer is geselecteerd,wordt er een afspeellijst aangemaaktmet alle nummers in die map.Selecteer "Alles afspelen" om ookeventuele submappen af te spelen.

2 Druk op ESC om in het menuachteruit te gaan en naar deafspeelweergave terug te keren.

USB-afspeellijst

Nummers op USB in willekeurigevolgorde beluisterenOpen het snelmenu door in de USB-afspeelweergave langer op OK tedrukken, zodat de functie voor afspelenvan USB-nummers in willekeurigevolgorde wordt geactiveerd.

09IN

FOTA

INME

NT

189 B 774595

Page 200: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Mediaspelers

AUXEen audiobron aansluiten op deAUX-ingang1 Selecteer "AUX" in het menu.2 Sluit de externe audiobron aan op

een van de connectors in hetdashboard.

3 Pas het volume op de externeaudiobron aan.

Denk eraan dat het wisselen tussennummers, snel vooruit/achteruit e.d.rechtstreeks op de externe audiobronmoet worden gerealiseerd.

09IN

FOTA

INME

NT

190 B 774595

Page 201: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Audio-instellingen

Audio-instellingen aanpassenSecundair displayAudio

Audio-instellingen

U kunt de volgende instellingenaanpassen:

• Treble/Mid/Bas- Het niveau verhogenof verlagen.

• Fader/balans- Aanpassen van deweergavebalans tussen deluidsprekers links en rechts en vooren achter, als er vier luidsprekers zijnaangesloten.

• Luidsprekerkanalen- Het audiosysteem kan wordeningesteld voor gebruik met 2 of 4luidsprekers.

• Auto. loudness- Aan of Uit.

• Achtergrondgeluid- Selecteer Uit om het audiogeluidvan de radio volledig teonderdrukken, bijvoorbeeld bij eeninkomend telefoongesprek of bijnavigatie met stembegeleiding. Ofkies voor achtergrondgeluid metLaag volume, Gemiddeld volume ofHoog volume

• Snelheidsafhankelijk volume- U kunt het audiosysteem instellenom het geluidsvolume te verhogennaarmate de rijsnelheid van de trucktoeneemt. Dit kan gewenst zijn omhet geluid vanuit de motor en hetwegdek te compenseren. Selecteer"Hoog", "Mid", "Laag" of "Uit".

Gebruik "c en d om de knopjes teverschuiven. Druk op OK om deinstelling op te slaan.

Displaytoetsen voor instellen van hoog/laag/midden klankweergave.

Displaytoetsen voor instellen van balansweergave.

09IN

FOTA

INME

NT

191 B 774595

Page 202: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bluetooth®

Een mobiele telefoon, tablet, computer ofander media-apparaat dat Bluetooth®ondersteunt, kan draadloos op hetinfotainmentsysteem van de truckworden aangesloten. U kuntmuziekbestanden en luisterboekenstreamen. De audio wordt weergegevenvia de luidsprekers van de truck en demicrofoon bevindt zich in het paneelboven de voorruit aan bestuurderszijde.Functies en menu's zijn toegankelijk viahet bedieningspaneel, via hettoetsenpaneel van het stuurwiel en viade menu's in het secundaire display.Het infotainmentsysteem ondersteuntBluetooth® versie 2.1 methandsfreeprofil (HFP) 1.5. Het bereik is10 meter vanaf de truck.De truck ondersteunt het gebruik vanBluetooth. Mobiele telefoons,smartphones, tablets en computerskunnen verschillende functies hebben,afhankelijk van software, versie,fabrikant, enz.

Koppelen en verbindenSecundair displayBluetooth-apparaten

Nieuw apparaat koppelen

Voordat een telefoon of media-apparaatverbinding kan maken met het

infotainmentsysteem van de truck, moetde telefoon of het apparaat eerst met hetsysteem worden gekoppeld(geregistreerd). Het koppelen is voor elkapparaat slechts eenmaal nodig. Hiernakunnen apparaat en systeem met elkaarworden verbonden. Dit wordtgerealiseerd met behulp van SecureSimple Pairing (SSP) of met een code.

Nieuw apparaat koppelenAls uw mobiele telefoon of mediaspelerSSP ondersteunt, kunt u het beste dezemethode gebruiken. In andere gevallenverloopt verificatie via een 4-cijferigecode, waarbij u als volgt te werk gaat:1 Druk op Instellingen en selecteer

"Bluetooth-apparaten".2 Selecteer "Nieuw apparaat

koppelen".Het systeem is nu in de zoekmodusdrie minuten lang zichtbaar voor eenBluetooth-apparaat. Dit wordtaangegeven met een Bluetooth-pictogram in de secundaire display.

3 Schakel uw apparaat in zoekmodusof activeer SSP. Als het systeem isgevonden, toont het apparaat "VolvoTruck".

4 Selecteer "Volvo Truck" in hetapparaat.

5 Als u SSP niet gebruikt of als hetapparaat SSP niet ondersteunt,

wordt u verzocht een 4-cijferige codein het apparaat te toetsen. Voer inhet systeem van de truck dezelfdecode in. De code is optioneel enwordt alleen bij deze stap gebruikt.Bij gebruik van SSP gebruikt udezelfde code in de secundairedisplay van de truck en in de displayvan het mobiele apparaat. Controleerof de codes overeenkomen door ophet bedieningspaneel of het rechtertoetspaneel van het stuurwiel en hetmobiele apparaat OK te selecteren.

6 Het display toont een meldingwanneer de verbinding is voltooid.

Bluetooth-symbool.

Verbinding maken met eengekoppeld apparaatAutomatisch verbindenAls een eerder gekoppelde mobieletelefoon of media-apparaat binnen eenbereik van 10 meter komt, wordt hijautomatisch met het systeem gekoppeld.Eerder gepaarde apparaten worden ineen lijst voor manuele koppelingopgeslagen. Voor het manueel koppelenvan een eerder gepaard apparaat gaat uals volgt te werk:

09IN

FOTA

INME

NT

192 B 774595

Page 203: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bluetooth®

1 Selecteer "Bluetooth-apparaten" inhet menu "Instellingen".

2 Selecteer het apparaat in de lijst.

Het nieuwe apparaat is nu gekoppeldaan de truck en de koppeling met heteerder gepaarde apparaat is nuopgeheven.Als de koppeling met het apparaat isgelukt, worden de laadstatus en deontvangst bovenin de secundaire displaygetoond.

NBDe Bluetooth-functie van het media-apparaat moet voor alle verbindingenactief zijn. Zie de instructies voor hetgebruik van elk toestel (mobiele telefoon,tablet, enz.).

Verbinding met een apparaatverbrekenHet mobiele apparaat schakeltautomatisch uit zodra dat zich buitenbereik bevindt (op 10 meter afstand vande truck).Selecteer "Koppel apparaat los" in hetmenu om uw apparaat handmatig teontkoppelen.

Een apparaat verwijderenSecundair displayBluetooth-apparaten

Koppel apparaat los

Zoek in de lijst het apparaat dat u uit delijst wilt verwijderen.Selecteer "Verwijderen alles" om alleapparaten in de lijst te wissen.

Streamen van audiobestandenHet infotainmentsysteem ondersteuntBluetooth-streaming vangeluidsbestanden via hetluidsprekersysteem van de truck. U hoeftdaarvoor geen muziekdienst of applicatieop uw telefoon of mobiel apparaat tehebben.1 Ga naar "Audio" in het menu in de

secundaire display en selecteer"Bluetooth".

2 Start de muziekdienst of deapplicatie op uw mobiele apparaatals dat niet automatisch gebeurt.

Het onderstaande geldt voor Bluetooth-streaming:• Ga met e of f naar het vorige of

volgende nummer. (niet beschikbaarbij live streaming)

• Druk op MUTE om afspelen tepauzeren en druk nogmaals op deze

toets om afspelen te hervatten.MUTE kan ook vanaf het achterstebedieningspaneel geactiveerdworden.

NBWelke functies er beschikbaar zijn enwelke informatie er in de afspeelweergavekan worden getoond, hang af van degebruikte app.

SpraakbedieningActiveerVoice Control door lang tedrukken op de Antwoordknop links ophet stuurwiel of via hetbedieningspaneel. U kunt dan eenselectie van functies en apps gebruikenen via spraakopdrachten door uwmobiele telefoon of media-apparaatsurfen. Raadpleeg voor een naderebeschrijving van de beschikbare functiesde gebruiksaanwijzing van het media-apparaat.Voice Control wordt onderbroken doorESC of met de Exit-knop links op hetstuurwiel.

09IN

FOTA

INME

NT

193 B 774595

Page 204: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bluetooth®

NBTijdens het rijden kan het gebruik vanfuncties die de aandacht van de wegafleiden gelimiteerd zijn. Dit betekentbijvoorbeeld dat kaartnavigatie tijdens hetrijden niet kan worden gebruikt.Welke beperkingen er zijn, hangt af van degebruikte mobiele telefoon, media-apparaat of app.

Een mobiele telefoon die Bluetooth®ondersteunt, kan draadloos op hetinfotainmentsysteem van de truckworden aangesloten. Met dit systeemkunt u bellen en gebeld worden zonderde telefoon vast te moeten houden. Ookkunt u muziekbestanden enluisterboeken streamen. De audio wordtweergegeven via de luidsprekers van detruck en de microfoon bevindt zich in hetpaneel boven de voorruit aanbestuurderszijde.Functies en menu's zijn toegankelijk viahet bedieningspaneel, via hettoetsenpaneel van het stuurwiel en viamenu's in het secundaire display.Het infotainmentsysteem ondersteuntBluetooth® versie 2.1 met HandsfreeProfile (HFP) 1.5. Het bereik is 10 metervanaf de truck.

Handsfree telefoonContactpersonen en lijstenDe in de telefoon opgeslagencontactpersonen en oproeplijstenworden overgedragen naar hetinfotainmentsysteem van de truck. Dezesynchronisatie kan enkele seconden totenkele minuten in beslag nemen.

"Contacten" gebruikenSecundair displayTelefoon

Contacten

1 Blader naar de gewenstecontactpersoon. Zoek met c en dnaar de verschillende soortentelefoonnummers (mobiel, thuis,werk of andere nummers). Selecteer"Contactinformatie" voor het bekijkenvan alle in de lijst opgeslagennummers van de contactpersoon.

2 Druk op OK of op de Antwoorden-toets zodra het te bellen nummerverschijnt.

Het is ook mogelijk om in "Contacten" opnaam te zoeken: Druk op een lettertoetsom de zoekfunctie te starten. Drukmeerdere malen op de toets om naar degewenste letter te gaan en selecteer opdezelfde wijze de volgende letter.

Een inkomende oproepDruk op OK of op de Antwoordknop omde oproep aan te nemen.Annuleer de oproep of wijs deze af doorop de toets Beëindigen te drukken.(De telefoontoetsen voor Antwoorden enBeëindigen zitten zowel op het linkertoetsenpaneel van het stuurwiel als ophet bedieningspaneel.)

Mute (geluidsonderdrukking)achtergrondgeluidSelecteer in het menu "Audio-instellingen", zie Audio-instellingenaanpassen op pagina 191 het volumewaarnaar bijvoorbeeld het radiogeluidmoet worden teruggebracht bij eeninkomende oproep.

Oproep in de wachtAls de telefoon weergave ondersteuntvan een inkomende oproep tijdens eenactief gesprek, kan dit in het secundairedisplay worden weergegeven.Druk op de Antwoordknop links op hettoetsenpaneel van het stuurwiel om de

09IN

FOTA

INME

NT

194 B 774595

Page 205: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Bluetooth®

inkomende oproep te beantwoorden. Hetactieve gesprek wordt daarmeebeëindigd.Om een inkomende oproep af te wijzen,drukt u op de knop Afwijzen links op hettoetsenpaneel van het stuurwiel.

Een telefoongesprek tot standbrengen1 Selecteer "Bel nummer" in het

telefoonmenu.2 Voer het gewenste nummer

rechtstreeks op hetbedieningspaneel in.

3 Druk op OK of op de Antwoorden-toets.

Een oproep overzetten tussenhandsfree en mobiele telefoonDoor lang indrukken van deAntwoordknop, wordt een actieve oproepovergezet tussen handsfree en demobiele telefoon en vice versa.

De microfoon uitzettenDoor langdurig indrukken van OK, openteen snelmenu waarin de microfoon kanworden uit- en aangezet.

Voice ControlActiveer Voice Control door lang tedrukken op de Antwoordknop links ophet stuurwiel of op het bedieningspaneel,zie Spraakbediening op pagina 193.

09IN

FOTA

INME

NT

195 B 774595

Page 206: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 207: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

10

BRANDSTOF- EN EMISSIEREGELING

Page 208: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselbrandstof

Dieselbrandstof - kwaliteiten werkingDe samenstelling van de brandstof isbelangrijk voor correcte werking,levensduur en uitstoot van de motor.Gebruik daarom uitsluitend brandstoffendie voldoen aan de wettelijke eisen ennationale en internationale normen. Dit isbelangrijk voor het waarmaken van deopgegeven prestaties op het gebied vanvermogen en brandstofverbruik en omaan de door de autoriteiten opgelegdeemissie-eisen te kunnen voldoen.

Kwaliteitseisen

Algemene kwaliteitseisenVoorbeelden van toegepaste normen.• EN590 (met aanpassingen volgens

nationale koude-eisen)• ASTM D 975 No 1-D en 2-D• JIS K 2204

Sommige landen stellen ommilieutechnische redenen eisen dieverder gaan dan de basisnormen. Datzijn bijvoorbeeld:• Zweden - milieuklasse 1 en 2• Finland - zogeheten City-diesel

• Denemarken - specialebrandstofkwaliteit voor bussen enbestelvoertuigen

• Californië - CARB-specificatie

Deze brandstoffen hebben beterewaarden voor uitlaatgasemissie danstandaard brandstoffen en kunnen danook worden aanbevolen. Wel kunnen zehet motorvermogen iets verlagen en hetbrandstofverbruik juist iets verhogen.

NBDe inspuitcomponenten mogen nietworden bijgesteld om eventueel verliesaan vermogen te compenseren.

ONTHOUD dat uiterste reinheid altijdeen absolute vereiste is bij het gebruikvan dieselbrandstof. Zorg dat debrandstoftank steeds zo vol mogelijkblijft, om condensvorming te voorkomen.Tijdens het tanken moet de directeomgeving rondom de vulopening en debrandstofvuldop schoon zijn. Als u eeneigen tank of brandstofvat gebruikt, filterdeze brandstof dan en houd alle vatenschoon.

ZwavelgehalteDe zwavel wordt in de motor omgezet inzwaveldioxide, komt in de atmosfeerterecht als zwavelzuur en draagt daar bijaan verzuring. Brandstof die meer

zwavel bevat, stoot ook meerroetdeeltjes uit.Bij moderne motoren met een functievoor uitlaatgasreiniging zijn zwavelvrije(< 10 ppm) brandstoffen vereist. Hetuitlaatgasreinigingssysteem is uiterstgevoelig voor zwavel en raakt bij te hogeniveaus beschadigd. De zwavel in debrandstof heeft ook een negatief effectop de smeerolie in de motor.

Viscositeit en dichtheidViscositeit en dichtheid houden directverband met motorprestaties, uitstoot enlevensduur. Een lage viscositeit endichtheid verlagen het motorvermogen.Een ongebruikelijk hoge viscositeit endichtheid hebben een negatief effect opde uitstoot en kunnen de levensduur vanhet brandstofinspuitsysteem verkorten.Aanbevolen waarden:• viscositeit: 1,5 cSt - 4,5 cSt bij 40°C• dichtheid: 810 - 860 kg/m3 bij 15°C

Water en roetdeeltjesWater en vaste deeltjes mogen niet in debrandstof en in de brandstoftanksvoorkomen, deze veroorzaken corrosieen slijtage in de inspuitsystemen. Waterversnelt ook de aangroei van bacteriënen schimmels in de tank en deze kunnenhet filter doen verstoppen. Bij koud weerkan het niet-opgeloste water bevriezenen de brandstoftoevoer doen

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

198 B 774595

Page 209: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselbrandstof

verstoppen. In landen waar de brandstofwater en vaste deeltjes bevat, moet eenhoofdfilter met waterafscheider wordengemonteerd.

Eigenschappen bij lagetemperaturenDe weerstand van de brandstof tegenkoude wordt beperkt door defiltratiecapaciteit bij lage temperaturen.Landen hanteren vaak normen die voordieselbrandstof de vereisten bij lagetemperaturen specificeren inverschillende geografische regio's entijdens de verschillende seizoenen. Hetis de verantwoordelijkheid vanoliemaatschappijen om te zorgen dataan de vereisten voor lage temperaturengedurende het hele jaar wordt voldaan.

ToevoegingenHet is steeds de verantwoordelijkheidvan oliemaatschappijen om te zorgen datde brandstof de juiste toevoegingenbevat met betrekking totontstekingscapaciteit en deeigenschappen voor smering en hetgedrag bij lage temperaturen. Volvostaat het gebruik van anderebrandstoftoevoegingen of anderebrandstoftypen niet toe. Volvo staat hetachteraf bijmengen van toevoegingen ofandere brandstoffen in de tank niet toe.

Petroleum/kerosinePetroleum/kerosine bevat zwavel enmoet niet aan dieselbrandstof wordentoegevoegd. Rijden met eenbrandstofmengsel met petroleum/kerosine heeft een negatief effect op deuitlaatgasemissiewaarde en kan hetsysteem voor uitlaatgasnabehandelingbeschadigen.

Benzine en alcoholBenzine en alcohol zijn geenbrandstoffen voor dieselmotoren.Benzine en alcohol verhogen hetoctaangetal en verlagen het cetaangetal(ontstekingseigenschappen). Bovendiennemen de smerende eigenschappenaanzienlijk af. Onderdelen in hetbrandstofsysteem kunnen door benzineen alcohol beschadigd raken. Bovendienverlagen benzine en alcohol hetvlampunt, wat gevolgen heeft voor deexplosiegrens en de brandveiligheid.Door een lager kookpunt is ook het risicogroter dat de brandstof gaat koken in decilinderkop, wat onder andere leidt totdampbelvorming in hetbrandstofsysteem.

VOORZICHTIGBenzine of alcohol mogen nooit door debrandstof gemengd worden!

Diesel-boostersVeel fabrikanten van op de marktverkrijgbare additieven (zogehetendiesel-boosters) beloven een lagerbrandstofverbruik en verbeterdesmerende eigenschappen. Van dezeadditieven is nooit aangetoond dat zeinvloed zouden hebben opbrandstofverbruik of smerendeeigenschappen.Volvo accepteert geen enkeleaansprakelijkheid voor garantieclaims nahet gebruik van dergelijke additieven, enconform het beleid van Volvo wordendergelijke additieven niet getest en/ofbeoordeeld.

VOORZICHTIGHet is niet toegestaan dieselboosters aande brandstof toe te voegen.

FAMEFAME (Fatty Acid Methyl Esters), ookwel aangeduid als 'biodiesel', is in eenaantal landen verkrijgbaar in pure vormen als bijmenging bij dieselbrandstof.FAME wordt ook aangeduid als,bijvoorbeeld, koolzaadmethylester(RME) en als zonnebloem-/sojamethylester (SME). Om dergelijkebrandstoffen in deze truck te kunnengebruiken moet de truck voldoen aan deeisen vastgelegd in de norm EN14214.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

199 B 774595

Page 210: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselbrandstof

EigenschappenFAME heeft een sterkere agressieveinwerking op brandstofleidingen engenereert een hogere inspuitdruk. FAMEheeft ook een hoger kookpunt dannormale dieselbrandstof. Dit betekent dater in de smeerolie meer brandstofterechtkomt, waardoor de smerendeeigenschappen verslechteren.De eigenschappen van FAME bij lagetemperaturen zijn niet gunstig. De hogeviscositeit bij lage temperaturen vergroothet risico dat hetbrandstofinspuitsysteem wordtbeschadigd of dat brandstoffiltersverstopt raken. Het gebruik van eenbrandstofverwarming kan dezeeigenschappen iets verbeteren. Onderkoude weersomstandigheden is hetdaarom raadzaam contact op te nemenmet de leverancier om te informerennaar de aanbevelingen voor wat betreftde temperatuur. Gebruik normaledieselbrandstof als u tijdens de winterstartproblemen ondervindt.

Goedgekeurde mengniveausIn verband met een grotere slijtage vancomponenten en olie moet dehoeveelheid FAME worden beperkt. Debrandstof moet 7% FAME bevatten endaarbij voldoen aan de eisen van normEN590.

VOORZICHTIGIn de brandstof is maximaal 10%FAMEtoegestaan om te vermijden datonderdelen en olie worden aangetast.

Plantaardige en dierlijke oliënOngezuiverde plantaardige of dierlijkeoliën voldoen niet aan EN14214 enmogen niet worden gebruikt alsbrandstof of als mengcomponent voordieselmotoren. Deze producten zijn nietgoedgekeurd door Volvo en de garantievervalt bij het gebruik ervan.

Gebruikte olieGebruikte olie en tweetaktolie verkortende levensduur van deinspuitcomponenten aanzienlijk.Bovendien nemen de uitlaatgasemissiestoe door het inmengen van deze olie.

VOORZICHTIGHet is niet toegestaan gebruikte olie oftweetaktolie aan de brandstoftank toe tevoegen.

Vliegtuigbrandstof en militaireactiviteitenHet komt vaak voor dat trucks opvliegvelden en voor militaire doeleindengebruik maken van een

vliegtuigbrandstof of van andere voormilitair gebruik geclassificeerdedieselbrandstoffen. Met degeavanceerde motoren en systemenvoor nabehandeling van tegenwoordig ishet vrijwel onmogelijk om zulkebrandstoffen te gebruiken en daarbij tochde correcte emissiewaarde enfunctionaliteit te garanderen. Een tehoog zwavelgehalte kan bovendien hetnabehandelingssysteem zodanigbeschadigen dat dit moet wordenvervangen.Het volgende geldt bij het gebruik vanvliegtuigbrandstof:• Door het lagere energiegehalte in de

brandstof neemt het afgegevenmotorvermogen met minstens 5% af,terwijl het brandstofverbruiktoeneemt.

• Het zwavelgehalte in alle voorvliegtuiggebruik gespecificeerdebrandstof ligt ver boven de eisenvoor Euro 4/5/6-brandstof. Bij continugebruik van dergelijke brandstoffenzal vooral hetnabehandelingssysteem beschadigdraken.

• De smering moet zijn gegarandeerd:maximaal 460 micron, gemetentijdens zogeheten HFRR-tests (ISO12156), is een absolute vereiste.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

200 B 774595

Page 211: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselbrandstof

• Brandstoffen gespecificeerd voormilitair gebruik moeten, ongeacht dehierboven vermelde punten, bijgebruik voldoen aan de specificatieNATO F-63.

Reparatie en onderhoud aanbrandstofsysteemVoor reparatie en onderhoud aan hetbrandstofsysteem, zie Brandstofsysteemop pagina 234.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

201 B 774595

Page 212: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reiniging van uitlaatgassen SCR

De uitlaatgassen worden gereinigd meteen AdBlue-ureumoplossing die in degeluiddemper wordt ingespoten. In degeluiddemper zijn een SCR-katalysatoren een dieselroetfilter ingebouwd. Dezedient om het gehalte aan stikstofoxidenen roetdeeltjes in de uitlaatgassen teverlagen.

AlgemeenDeze truck voldoet aan de wettelijkevereisten zoals vermeld in de Euro 6-norm. Dit is mogelijk doordat de truck isuitgerust met een katalysator vooruitlaatgasreiniging, SCR-technologie(Selective Catalytic Reduction), en eendieselroetfilter. Het systeem is zoontworpen dat uitlaatgasreiniging kanplaatsvinden bij uiteenlopendebelastingen en tegelijkertijd toch hetbrandstofverbruik beperkt kan blijven. Bijregelmatig uitgevoerd onderhoud zal hetsysteem de uitlaatgassen tijdens degehele levensduur van de truck kunnenblijven reinigen.

BrandstofDe katalysator en het dieselroetfilterwerken alleen naar behoren bij gebruikvan zwavelvrije brandstof (<10 ppm). Alseen verkeerde brandstof wordt getankt,raakt het systeem beschadigd enverslechtert de uitlaatgasreiniging.

NBGebruik zwavelvrije brandstof.

VerwarmingBij het reinigingsproces voor het roetfilterwordt het filter verhit, zodat deroetdeeltjes zullen verbranden. Hierdoorkunnen de uitlaatgassen zeer heetworden. Zorg er daarom voor dat dedirecte omgeving rondom verhitteonderdelen steeds schoon is. Let opindien met ingeschakelde PTO wordtgereden, om te voorkomen dat deuitlaatgassen letsel veroorzaken.

Werking en onderhoudBelangrijk is dat het systeem wordtgebruikt overeenkomstig de instructiesen dat er altijd AdBlue in de tankaanwezig is. Laat regelmatig onderhouduitvoeren om zo de werking van hetsysteem te garanderen. Neem contactop met uw Volvo-garage voor een bij uwtruck passend onderhoudsschema.Als u met de truck rijdt zonder dat dezeAdBlue,verbruikt, dus met een legeAdBlue-tank, overtreedt u mogelijk dewet.Tijdens een koude start en tijdenswegrijden kan er een wolk waterdamp uitde uitlaatpijp komen. Dit effect valt meerop dan bij een motor zonder systeemvoor uitlaatgasreiniging. Een wolkwaterdamp kan worden gevormd bij

temperaturen tot onder +5°C. Dewaterdamp kan ook worden gevormdtijdens starten na een korte pauze of bijgebruik van motorrem, maar dit is danwel minder duidelijk merkbaar dan bijeen koude start.

AdBlue

Vullen en verbruikControleer bij elke tankbeurt altijd hetAdBlue-niveau, zie AdBlue bijvullen oppagina 109. Het verbruik wordt beïnvloeddoor de rijstijl, maar bedraagt doorgaanscirca 8% van het dieselverbruik.Voorbeeld: Een dieselverbruik van 100liter komt overeen met circa 8 literAdBlue.

NBDe AdBlue-pomp maakt een tikkend geluidbij elke pompslag. Dit is een normaalgeluid voor de pomp.

De ureumoplossing wordt verkocht onderde merknaam AdBlue. Dit is eenkleurloze vloeistof die bestaat uit ureumen gedistilleerd water. Mogelijk ruiktdeze naar ammonia. Het ureumgehaltein AdBlue is 32,5%. AdBlue voldoet aande ISO 22241-norm (voorheen DIN70070). Dit is de enige ureumoplossinggoedgekeurd door Volvo voor gebruik inVolvo-trucks met Euro 6-motoren.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

202 B 774595

Page 213: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reiniging van uitlaatgassen SCR

AdBlue wordt soms ook verhandeld enverkocht onder andere merknamen,afhankelijk van de distributeur. Ook dezekan worden gebruikt, zolang maar wordtvoldaan aan de ISO 22241-norm.

VOORZICHTIGAdBlue die gemodificeerd is of vervangendoor een andere vloeistof die niet voldoetaan ISO 22241-1, heeft tot gevolg dat debedoelde reinigingseffecten van deuitlaatgassen verloren gaan en dat hetSCR-systeem kan worden bechadigd.

Verwerking en morsenAdBlue is niet gevaarlijk maar moet welmet zorg worden gehanteerd.Als AdBlue per ongeluk op de truckwordt gemorst, spoel dan af met wateren veeg af met een doek of een stukpapier. De oplossing kan in hetetoestand een bijtende werking hebbenen kan dan bijvoorbeeld bij lekkagenaastliggende connectors, bedrading enslangen beschadigen.AdBlue bevriest bij ongeveer -11°C. Ditvormt geen probleem omdat het SCR-systeem wordt verwarmd. De truck kannormaal worden gestart en er kannormaal mee worden gereden.

VOORZICHTIGAdBlueheeft een sterk corrosief effect enkan connectors beschadigen. Als AdBluein aanraking komt met connectors enbedrading, moeten deze wordenvervangen; reinigen alleen is dan nietafdoende.

OBD-diagnosesysteemEen wettelijke eis in deze EU-norm is hetgebruik van een gestandaardiseerdebenadering voor controle op demotorwerking en de uitlaatgasreiniging.Om deze reden is de truck uitgerust meteen OBD-diagnosesysteem (On-BoardDiagnostic), dat meet of de uitlaatgassenvoldoen aan de wettelijke eisen.Het OBD-diagnosesysteem controleert:• Het NOx-gehalte (stikstofoxiden) in

de uitlaatgassen.• Het PM-niveau (vaste deeltjes) in de

uitlaatgassen.• Kwaliteit en beschikbaarheid van

AdBlue.• Andere functies van de motor en het

systeem voor uitlaatgasreiniging.

Gedetecteerde storingen wordengeclassificeerd volgens het effect datdeze hebben op de uitlaatgasreiniging.

A. Aanzienlijk effectB. Gemiddeld effectC. Gering effectWanneer zich een storing voordoet,wordt een storingscode gegenereerd engaat een symbool op hetinstrumentenpaneel knipperen of continubranden. Het symbool heeft eenstandaardnaam en wordt aangeduid alshet MIL-symbool (MIL=MalfunctionIndicator Lamp)

MIL-symbool instrumentenpaneel

KnippercodesHet MIL-symbool toont of zich eenstoring heeft voorgedaan. Hoe hetsymbool knippert of brandt hangt af vande storingscategorie en of de storing isopgetreden tijdens het rijden of terwijl demotor uit was.

RijdenAls het symbool bij de eerste 15seconden blijft branden of aan blijfttijdens het rijden, is er een storingopgetreden.Neem contact op met uw Volvo-garage.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

203 B 774595

Page 214: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reiniging van uitlaatgassen SCR

Motor uitgeschakeldWanneer de contactsleutel in de stand"Rijden" staat en de motor staat uit, zalhet MIL-symbool volgens verschillendeknipperpatronen gaan knipperen om teinformeren over de status van hetsysteem.

NBHet MIL-symbool zal ook knipperen alsalles naar behoren functioneert.

Knipperpatronen

Normale toestand, geen storingen.

Normale toestand, geen storingen. Bepaalde testskonden echter niet worden uitgevoerd omdat nietaan de condities werd voldaan. Bijvoorbeeld, rijdenbij hoge motorbelasting.

Andere knipperpatronenAndere knipperpatronen wijzen erop datde uitlaatgassen niet voldoen aan dewettelijke eisen, of dat hetcontrolesysteem (OBD) niet naarbehoren functioneert. Neem contact opmet uw Volvo-garage.

SCR-systeem controlerenAlgemeenIn de Euro 6-norm worden ook conditiesbeschreven die de bestuurder moetkunnen opmerken als hetuitlaatgasreinigingssysteem nietfunctioneert. Als zich een fout voordoetin het systeem of de AdBlue-tank is leeg,is dit van invloed op de motorprestatiesvan de truck.

VOORZICHTIGCorrigeer storingen daarom altijd zo snelmogelijk.

ControleHet systeem controleert het volgende:• Laag AdBlue-niveau.• Foutief AdBlue-verbruik.• Verkeerde AdBlue-kwaliteit.• Componenten die van invloed zijn op

het niveau aan stikstofoxiden (NOx)in de uitlaatgassen.

Symbool voor storing in het systeem vooruitlaatgasreiniging

Wijziging in prestatieniveauWaarschuwingen over storingenverschijnen op hetbestuurdersinfodisplay. De melding geeftde aard van de storing aan. Als destoring niet wordt verholpen, zal hetprestatieniveau van de truck geleidelijkworden gereduceerd. Dit gebeurt alsvolgt:1 Waarschuwing voor gereduceerde

motorkoppel.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

204 B 774595

Page 215: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Reiniging van uitlaatgassen SCR

2 Motorkoppel wordt met 25%gereduceerd.

3 Waarschuwing voorsnelheidsbegrenzing.

4 Snelheidsbegrenzing op 20 km/h.

Storingen verhelpenWanneer de storing die heeft geleid totde reductie in prestatieniveau isverholpen, zal de truck weer normaalfunctioneren.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

205 B 774595

Page 216: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselroetfilter

Het keramische roetfilter reduceert deemissie van roetdeeltjes,koolwaterstoffen en koolmonoxide inhoge mate. Het systeem verbrandt deroetdeeltjes die in het filter wordenafgevangen automatisch.

AlgemeenVoor een correcte werking moetzwavelvrije brandstof (minder dan 10ppm = 0,001% zwavel) worden gebruikt.Als brandstof met een hogerzwavelgehalte wordt gebruikt of alsandere brandstoffen worden bijgemengd,kan het roetfilter in korte tijdonherstelbaar beschadigd raken.

RoetHet filter vangt de roetdeeltjes af en alser veel deeltjes in het filter aanwezig zijn,wordt de tegendruk in het uitlaatsysteemhoger. Dit leidt tot een iets verhoogdbrandstofverbruik en kan onnodigeslijtage aan de motor tot gevolg hebben.Om dit te voorkomen zorgt een systeemdat roetdeeltjes worden verwijderd doorautomatische verbranding ervan. Ditverbrandingsproces wordt actieveregeneratie genoemd en bestaat uitverbanding van de roetdeeltjes doorverhitting van het filter.

AsHet filter vangt ook anorganische stoffen(as) af uit de uitlaatgassen, dezeontstaan door het gebruik van additievenin de motorolie. As kan niet wordenverbrand en daarom is regelmatigonderhoud van het roetfilter vereist. Voorzo lang mogelijke onderhoudsintervallenen een optimale werking wordt hetgebruik van een VDS-4 grade motorolieaanbevolen.

NBOok op trucks uitgerust met een roetfilterblijven uitlaatgassen nadelig voor degezondheid. Zorg voor een goedeventilatie.

Roetdeeltjes in roetfilterZodra de hoeveelheid koolstof te hoogwordt is regeneratie van het filter vereist.Hoge temperaturen in het roetfilterbranden de koolstof weg. De regeneratiegebeurt automatisch.

NBUw rijstijl is van invloed op hoe vaakregeneratie of onderhoud aan het roetfilternodig is. Vermijd voorbeeld langdurigrijden met stationair toerental.

Automatische regeneratie van hetroetfilterDe automatische regeneratie start zodradat nodig is. De automatischeregeneratie wordt alleen uitgevoerd alshet voertuig rijdt en als demotorbelasting toereikend is om eenvoldoende hoge temperatuur te kunnenbereiken. Het stationair toerental zaleveneens enigszins toenemen.

HitteTijdens de regeneratie worden deuitlaatgassen erg heet. Onder bepaalderijomstandigheden, zoals bij lagesnelheid, kan de temperatuur extreemhoog oplopen. Het rijden of stoppen metde truck op ongeschikte locaties, zoals ineen terrein met of in de buurt vanbrandbare materialen of gassen moet indat geval worden vermeden.

VOORZICHTIGZet de truck niet stil en rijd er niet mee opplekken met ontvlambaar materiaal als hetsymbool "hoge temperatuuruitlaatsysteem" wordt getoond.

De melding "Regeneratie bezig" "Hogeuitlaattemperatuur" en een symboolzullen oplichten wanneer de regeneratiestart.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

206 B 774595

Page 217: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Dieselroetfilter

Symbool voor zeer hoge uitlaatgastemperatuurtijdens de regeneratieLet tijdens het rijden bij lage snelheid oftijdens stilstand op de ondergrond om ervoor te zorgen dat er geen brandgevaarontstaat. Er zijn verder geen handelingenvereist.Wanneer de regeneratie voltooid is,schakelen de waarschuwingslichten uit.

VOORZICHTIGBij hoge belastingen kan deuitlaatgastemperatuur zeer hoog zijn, zelfsna regeneratie en nadat het symbool isuitgeschakeld.

De regeneratie kan bij een laag toerentalworden onderbroken, maar wordtautomatisch hervat als het toerentalweer hoog genoeg is.

10BR

ANDS

TOF-

EN

EMISS

IEREG

ELIN

G

207 B 774595

Page 218: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 219: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

11

ONDERHOUD EN SERVICE

Page 220: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Inleiding

Het hoofdstuk over onderhoud bevatinformatie omtrent de preventievewerkzaamheden die u moet uitvoerenzodat uw truck technisch geschikt blijftom aan het verkeer deel te nemen envoor een optimale betrouwbaarheid. Deinstructies in deze paragraaf zijn echterniet volledig. Het onderhoud betreft veelmeer werkzaamheden, die door eenerkende Volvo-garage wordenuitgevoerd.Neem contact op met een erkendeVolvo-garage voor de volledigeinformatie over smeerpunten, olie envloeistoffen, onderhoudsintervallen enonderhoudscontracten.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

210 B 774595

Page 221: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Uitrusting

Gereedschap

1 Dopsleutel voor het verwisselen vanwielen en twee combinatiestangen(alleen bij wielen met remschijf)

2 Inbussleutel voor oliepluggen(optionele uitrusting)

3 Hamer

4 Engelse sleutel (optionele uitrusting)5 Waterpomptang (optionele uitrusting)6 Multifunctionele schroevendraaier

(optionele uitrusting)7 Dopsleutel voor cabinekanteling

8 Starten9 Krik10 Bandenlichter (voor het afnemen van

banden, alleen voertuigen metspaakwielen)

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

211 B 774595

Page 222: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Uitrusting

11 Bandenlichter (voor het plaatsen vanbanden, alleen voertuigen metspaakwielen)

12 Dopsleutel voor het verwisselen vanwielen (alleen voertuigen metspaakwielen)

13 Hendel voor het verwisselen vanwielen (alleen voertuigen metspaakwielen)

14 Sleepbeugel voor afslepen

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

212 B 774595

Page 223: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

De cabine kantelen

Cabine kantelenGEVAAR

Kantel de cabine helemaal! Het isverboden om te werken onder een cabinedie niet helemaal gekanteld is. Als decabine niet helemaal kan wordengekanteld, ondersteun deze dan zodatterugvallen onmogelijk is. Blijf altijd voor ofonder een gekantelde cabine vandaan.

Mechanisch kantelen1 Controleer of

• er in de cabine geen lossevoorwerpen liggen die tijdenskantelen het interieur of devoorruit kunnen beschadigen.

• er aan de voorkant van de cabinevoldoende ruimte is.

• de parkeerrem is bekrachtigd.• de schakelhendel in de

neutraalstand staat.• de portieren ofwel helemaal open

staan of stevig zijn afgesloten.

2 Open het servicepaneel.• Neem de dopsleutel en de

pompstang uit de houder.

Gereedschap voor kantelen van cabine

VOORZICHTIGDe frontklep moet zijn geopend voordat decabine wordt gekanteld, om schade tevoorkomen.

3 Plaats de dopsleutel in de klep vande hydraulische pomp en draairechtsom naar de stopstand.

Stand van hydraulische klep om te kantelen.

4 Breng de hendel aan op dedopsleutel.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

213 B 774595

Page 224: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

De cabine kantelen

5 Plaats de dopsleutel in de pomp enpomp totdat de cabine in demaximale stand staat.

NBAls de druk in het hydraulischcabinesysteem bij het pompen niettoeneemt, zit er waarschijnlijk lucht in hetsysteem, zie Hydraulisch systeemontluchten op pagina 256.

De cabine terugkantelen1 Draai de hydraulische klep linksom

naar de stopstand.

Klepstand voor terugkantelen van de cabine.

2 Pomp totdat de cabine geblokkeerdstaat in de rijstand.

3 Plaats het gereedschap terug in dehouder onder de frontklep.

4 Sluit de frontklep.

5 Controleer of het symbool voorgekantelde cabine niet oplicht zodrade motor draait.

Symbool voor gekantelde cabine.

Hydraulisch systeemontluchtenAls de cabine niet kan worden gekanteldof teruggekanteld, zie Pomp voorkantelen van cabine op pagina 256.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

214 B 774595

Page 225: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Voertuigreiniging

AlgemeenRegelmatig reinigen draagt bij aan hetwaardebehoud van uw truck. Denk eraandat u vaker reinigt bij winterseomstandigheden of na rijden ondervervuilde condities.

NBHoud rekening met het milieu.

Gebruik wasvoorzieningen die de bij hetwassen vrijkomende vervuiling op eenmilieukundig verantwoorde wijzeverwerkt. Gebruik zoveel mogelijkmilieuvriendelijke reinigingsmiddelen.

HogedrukreinigingWees voorzichtig bij gebruik vanhogedrukreiniging. Het binnendringendewater en vervuiling kunnen schadeveroorzaken. Dergelijke schade komtpas na verloop van tijd aan het licht enhet is dan niet meteen duidelijk dat ditkomt door de manier van reinigen.Niet afspuiten:• Kruiskoppelingen• Steunlagers• Slipkoppelingen• Verbindingspunten• Keerringen

• Ontluchtingspunten voorversnellingsbak, oliereservoirs etc.

• Connectors• Elektrische onderdelen• Luchtinlaten

Banden en luchtveerbalgen:De pulserende hoge druk kan schadetoebrengen aan banden enluchtveerbalgen. De schade is nietzichtbaar, maar leidt uiteindelijk totscheurvorming in banden en balgen.Radiateur:Reinig de radiateur uiterst voorzichtig.De koelribben raken gemakkelijkbeschadigd door de persdruk.Geluidsschermplaten:De zachte, geluidsabsorberende panelenrondom motor en versnellingsbakmoeten met grote voorzichtigheidworden gereinigd. Hetgeluidsabsorberende materiaal raaktdoor de hoge druk gemakkelijkbeschadigd.

NBMinimale afstand vanaf het mondstuk aande spuitlans en het te reinigen oppervlak:ongeveer 70 centimeter bij een ronde,gerichte straal.Ongeveer 30 centimeter bij een platte,brede straal.

Reinigen radiateurVoor het reinigen kan het insectennetworden verwijderd.

Het insectennet zit met 4 haken bevestigd. Haakbij het reinigen het insectennet los.

NBWees uiterst voorzichtig bij het reinigen,om te voorkomen dat de koelplatenbeschadigen.

VOORZICHTIGSchakel de parkeerstandkoeling uitalvorens achter de ventilatoren te reinigen.

Reinigen van cabineReinig de truck wanneer deze vuil is. Ditis met name van belang in de winter,wanneer strooizout en vochtigheid decorrosie versnellen.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

215 B 774595

Page 226: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Voertuigreiniging

Let op de volgende punten omlakschade te voorkomen en na reiniginghet beste resultaat te verkrijgen:Wijze van reiniging: gebruik in de eersteplaats een drukreiniger. Als u het vuilhiermee niet kunt verwijderen, gebruikdan een borstel of spons met eenreinigingsmiddel dat het meest geschiktis voor het type vervuiling. U riskeertlakschade wanneer u reinigt met borstelszonder vooraf eerst hogedrukreinigingtoe te passen of door een wasbeurt uit tevoeren in slecht onderhoudenwasstraten (versleten, vervuilde borstelsetc.).Chemische wasmiddelen, algemeen:voor uiteenlopende typen vervuilingworden speciale wasmiddelenaanbevolen. Volg altijd de aanbevelingenvan de fabrikant voor gebruik, doseringen maximale temperatuur. Voorkom datchemische stoffen kunnen opdrogen opgelakte oppervlakken.Reinigingsmiddel: vermijd het gebruikvan sterk alkalische reinigingsmiddelen(pH-waarde > 12). Reinig het voertuigniet pal in de zon. Als de temperatuurhoger is dan 30 °C, spoel dan volop metkoud water voordat u chemischereinigingsmiddelen gebruikt. Was dankleinere gebieden en spoel ze af metschoon water, zodat de oppervlakkenniet langdurig aan de opdrogendechemicaliën worden blootgesteld.

KoplampreinigingDe kunststof lampglazen van dekoplampen zijn vervaardigd vanpolycarbonaat dat gevoelig is voorchemicaliën. Reinig daarom alleen meteen zeepoplossing en schoon water.Reinig kunt lampglazen alleen als ze zijnafgekoeld. Gebruik altijd schonesponzen en reinigingsdoeken. Reinig zeniet met een hogedrukreiniger.

Reinigen in voertuigwasinstallaties

Klap de spiegel aan voorzijde neer enklap de andere spiegels in zodat zeonbeschadigd blijven in de wasstraat.Vergeet niet om de voorste spiegel en deandere spiegels weer uit te klappenzodra de wasbeurt is afgerond.Als de truck sterk vervuild is, moet dezevoor gebruik in de wasinstallatie eerstworden voorgewassen.

Het chassis reinigenWees vooral voorzichtig bij het reinigenvan assen, kruiskoppelingen en anderebewegende delen waarin water envervuiling kunnen binnendringen.Voorkom dat smeermiddelenwegspoelen. Als dat toch gebeurt,vergeet dan niet om de onderdelenopnieuw te smeren.Reinigingsmiddel: vermijd het gebruikvan sterk alkalische reinigingsmiddelen(pH-waarde > 12). Reinig het voertuigniet pal in de zon. Als de temperatuurhoger is dan 30 °C, spoel dan volop metkoud water voordat u chemischereinigingsmiddelen gebruikt. Was dankleinere gebieden en spoel ze af metschoon water, zodat de oppervlakkenniet langdurig aan de opdrogendechemicaliën worden blootgesteld. Spuitna het gebruik van reinigingsmiddelenaltijd volop af met water.

NBSpuit water nooit rechtstreeks opafdichtingen, pakkingen, elektrischebedrading of aansluitcontacten.

Hete onderdelenUitlaatpijpen en uitlaatdempers kunnenerg heet worden. Zorg dat de directeomgeving rondom de hete onderdelenschoon blijft.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

216 B 774595

Page 227: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Voertuigreiniging

ReinigenHet is belangrijk de omgeving rond hetuitlaatsysteem te reinigen. Denk eraanalle gebieden te reinigen waar zich vuilkan ophopen.In bepaalde gevallen kunnencarrosseriedelen in de weg zitten omhete delen te kunnen reinigen. Denkeraan dat u vaak ook vanuit dewielkasten of van onderaf kunt reinigenals reinigen van bovenaf lastig is.

Reinigen vanuit de wielkast

GEVAARHoud de directe omgeving rondom verhitteonderdelen schoon.

Na reinigingNa reiniging dient de truck te wordengesmeerd. Test de remmen onmiddellijkna een reinigingsbeurt.

Motor schoonmakenHoud de motor schoon. Was plekkenmet eventuele gemorste olie ofdieselbrandstof schoon. Gebruik heetwater voor het reinigen van de motor enwees voorzichtig met hogedrukreiniging.Spuit geen water op de generator,startmotor en ander elektrischeonderdelen. Als u een ontvetter gebruikt,moeten de aandrijfriemen wordenbeschermd.

Poetsen en in de was zettenGelakte oppervlakkenNa verloop van tijd kan de lak aan decabine een wat doffer aanzien krijgen. Uvertraagt dit proces door de cabineregelmatig in de was te zetten. Als decabinelak verslechtert, gebruik dan eenmild poetsmiddel. Volg de aanbevelingenvan de fabrikant van de producten enhoud u ook aan de volgende regels.Reinig de truck eerst volgens dehierboven beschreven wijze en laatdrogen. Gebruik vervolgens eenpoetsmiddel of een actiefreinigingsmiddel met heel weinigschurende bestanddelen. Gebruik eenvloeibare was en poets. Gebruik alleenschone doeken/lappen etc. Poets zoover het gelakte oppervlak en oefendaarbij een gemiddelde druk uit.

Verchroomde onderdelenWas het chroom eerst met hetwasmiddel dat u voor de rest van decabine gebruikt. Verwijder eventueelaanwezige matte film metgeconcentreerde sproeiervloeistof. Zethet chroom daarna in de wax met hetwaxmiddel dat u voor de rest van decabine gebruikt. Gebruik voorverchroomde onderdelen nooitreinigingsmiddelen die slijpendecomponenten bevatten.

Aluminium velgen, verzorgingReinig de aluminium velgen regelmatig.Spoel met water, een hogedrukspuit isdaarbij een goed middel. Gebruik eenspons of doek om de velg te reinigen. Bijhardnekkig vuil kan een mildreinigingsmiddel worden gebruikt.Poetsmiddelen of reinigingsmiddelenmet een slijpend effect mogen nietwroden gebruikt, deze beschadigen deoppervlaktelaag van de velg.

Cabine, interieur reinigen

TextielStofzuig de bekleding eerst om al hetloszittende vuil te verwijderen. Gebruikalleen schuimshampoo dat het vuil“optilt”. Niet schuren of schrobben metharde borstels. Laat de bekleding na de

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

217 B 774595

Page 228: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Voertuigreiniging

bewerking tot de volgende dag drogen.Stofzuig daarna zorgvuldig om al hetdroge schuim en de rest van het vuil teverwijderen.Voor stoelen, bedden en matten vantextiel kunt u water en een synthetischwasmiddel gebruiken. Gebruik echternooit water of wasmiddelen opwaterbasis voor plafond- enwandpanelen.

LeerStofzuigen. Gebruik een speciaal middelvoor leren bekleding.

VinylGebruik water en een synthetischwasmiddel.

Plafond- en wandpanelenGebruik nooit water of wasmiddelen opwaterbasis.

Dashboard- en portierpanelenGebruik een zeepsopje.

VeiligheidsgordelsGebruik water en een synthetischwasmiddel.

Vloermatten en bekledingmotorpaneelGebruik een stofzuiger of veeg schoon.Spoel regelmatig af met water, vooral inde winter.

Temperatuursensor voorklimaatregeling cabineDe temperatuursensor middenop hetdashboardpaneel, naast deaansluitingen voor 12 en 24 volt, mogenniet worden gereinigd metpetrochemische reinigingsmiddelen.

DisplaysDe informatiedisplays hebben terbescherming kunststof schermen. Reinigmet een stofzuiger. Bij reinigen met eendoek kunnen krassen op het oppervlakachterblijven.Behandel vlekken zo snel mogelijk!

Vlekken op bekledingsstoffenVerwijder de losse deeltjes uit de vlek.Probeer zoveel mogelijk op te deppenmet schone doeken. Stofzuig rondom devlek, zodat de hier aanwezige vervuilingniet wordt opgelost. Behandel de vlekvan buitenaf naar het midden van devlek toe met vlekkenverwijderaar. Veeghet opgeloste gedeelte van de vlek weg.Behandel de vlek opnieuw en veeg hetopgeloste gedeelte van de vlek weerweg. Ga zo door tot de hele vlek isverwijderd.Wees voorzichtig en gebruik niet te veelvlekkenverwijderaar, anders zal de vlekoplossen en groter worden.

Vlekken op lederGebruik een warm, zacht zeepsopje.Nooit afschrapen of wrijven. Gebruiknooit sterke oplosmiddelen zoalsbenzine, terpentine of reinigingsalcohol.

Vlekken op kunststofNooit afschrapen of wrijven. Gebruiknooit sterke oplosmiddelen zoalsbenzine, terpentine of reinigingsalcohol.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

218 B 774595

Page 229: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

Wisserblad vervangenVoorschriften voor vervanging van dewisserbladen van de truck.

1 Klap de wisserarm naar buiten.

2 Maak de slang los (1) van hetmondstuk en verwijder hetsproeiermondstuk door de klemmen(2) samen te knijpen.

Maak het sproeiermondstuk los.

3 Druk het door de pijl aangegevenkunststof nokje naar binnen en trekhet wisserblad los uit de wisserarm.

4 Bevestig het nieuwe wisserblad opde wisserarm.

5 Bevestig de slang aan hetsproeiermondstuk en druk hetmondstuk op het wisserblad.

6 Klap de wisserarm terug.

De batterij in deafstandsbedieningvervangenDe afstandsbediening voor centralevergrendeling en een eventueel alarmwordt gevoed door een batterij van 3volt, type CR 2032.Vervang de batterij eenmaal per jaar.Batterijen zijn verkrijgbaar bij eenerkende Volvo-garage.Lever oude batterijen ter recycling in opeen afvalinzamelpunt.

VOORZICHTIGAanbrengen van een defecte batterij kaneen explosie veroorzaken.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

219 B 774595

Page 230: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

1

Wip de omranding voorzichtig los met een kleine,platte schroevendraaier.

2

Verwijder de omranding.

3

De achterkant verwijderen.

4

Druk de batterij in de richting van de pijl (1), drukéén van de houders naar buiten (2). Haal debatterij eruit.Gebruik uw vingers want gereedschap kan dehouders beschadigen.

5 Plaats een nieuwe batterij.

6 Plaats de achterste behuizing en deomranding terug.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

220 B 774595

Page 231: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

Gloeilampen vervangen

Koplampen

Koplampen

Montagelocatie van lampenA) GrootlichtB) DimlichtC) RichtingaanwijzersD) Positieverlichting en dagrijverlichting.E) MistlampVoor specificaties over het wattage enhet fittingtype van de gloeilampen , zieVerlichting op pagina 265.

Gloeilampen in bovenste lamphuisvervangen1 Zet de verlichting uit.

2 Open het portier.

3 Verwijder de kap door de vierschroeven (1) een halve slag los tedraaien en neem de kap (2) dan af.

Koplampkap

4 Open de kap voor de te vervangenlamp

Kap voor grootlicht (A), dimlicht (B) enrichtingaanwijzers (C).

5 Vervang de gloeilamp.Bij het vervangen van gloeilampenvoor grootlicht en dimlicht moet bijverwijderen de veer naar binnenworden gedrukt en dan wordengespreid.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

221 B 774595

Page 232: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

1. Indrukken2. Spreiden

6 Breng alle onderdelen inomgekeerde volgorde aan.

VOORZICHTIGRaak het gloeilampglas niet aan. Vet enolie en soortgelijke stoffen verdampendoor de hitte van de lamp en beschadigende reflector.

NBSluit de lampkappen zorgvuldig zodatvervuiling en vocht niet in het lamphuiskunnen binnendringen.

LED-lampen vervangenDe diodes (led's) voor positieverlichtingen dagrijverlichting kunnen worden

vervangen. Wel moet daartoe mogelijkhet hele lamphuis worden vervangen.Controleer na montage de werking vande niveauverstelling voor het dimlicht.De diodes zijn ondergebracht in tweemodules met koelribben. Beide modulesmoeten tegelijkertijd worden vervangen,zodat er geen verschil ontstaat inlichtkleur en helderheid.

NBLaat de diodemodules vervangen in eenerkende Volvo-garage.

Gloeilampen in onderste lamphuisvervangen1 Ontkoppel de hoofdvoeding.

2 Open het portier.

3 Verwijder de kap door de vierschroeven (1) een halve slag los tedraaien en neem de kap dan af.

Koplampkap

4 Draai de excentrische vergrendeling(1) naar buiten en klap het lamphuis(2) naar buiten.

Mistlicht (E).

5 Open de kap en vervang de lamp.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

222 B 774595

Page 233: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

6 Breng alle onderdelen inomgekeerde volgorde aan.

NBSluit de lampkappen zorgvuldig zodatvervuiling en vocht niet in het lamphuiskunnen binnendringen.

Verlichting, achter1 Verwijder de schroeven waarmee de

lamplens is vastgezet.2 Druk de oude lamp naar binnen en

draai hem linksom.3 Bevestig de nieuwe lamp in de

houder en draai hem rechtsom.4 Breng de lamplens aan.

Voor lamptype, zie Verlichting oppagina 265.

Verlichting voor kentekenplaatVervang de lamp voor dekentekenverlichting door de lamplens teverwijderen.Voor lamptype, zie Verlichting oppagina 265.

Verlichting, kentekenplaat

Overige verlichting

Zijmarkeringslichten enrichtingaanwijzers opzijDe lampen zijn uitgerust met ledlampjes(light emitting diodes) met een langelevensduur. Vervang zo nodig de geheleeenheid.

Positieverlichting in cabinedakDe lampen zijn uitgerust met ledlampjes(light emitting diodes) met een lange

levensduur. Vervang zo nodig de geheleeenheid voor de positieverlichting.Vervangen gebeurt vanaf de binnenzijdevan de cabine. De kappen zijn bevestigdin de bovenste bergladen aan beidekanten.

Positieverlichting in cabinedak

InstapverlichtingU vervangt de instapverlichting door vanbovenaf via de treeplank devergrendeling in te drukken.Voor lamptype, zie Verlichting oppagina 265.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

223 B 774595

Page 234: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

Instapverlichting

WerkverlichtingVervang de lamp voor de werkverlichtingdoor de lamplens te verwijderen.Voor lamptype, zie Overige verlichting oppagina 265.

Werkverlichting

ToeristverlichtingAsymmetrisch dimlicht voorlinksrijdend verkeer.Het asymmetrisch dimlicht zal in landenmet linksrijdend verkeer hettegemoetkomend verkeer verblinden.Het is daarom van belang om bepaaldegedeelten af te dekken om verblinding tevoorkomen.De plaatsing van deze afdekking isbelangrijk. Er zijn daarom specialeplaksheets verkrijgbaar waarmee deafdekking in de correcte positie komt.Deze zijn verkrijgbaar bij een Volvo-garage.Breng de plaksheets aanovereenkomstig de cijfers. Sheet 2 isalleen een positiesjabloon, deze wordtweggehaald nadat sheet 1 op zijn plaatsis aangebracht.

NBReinig de lamplens voordat u deplaksheets aanbrengt.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

224 B 774595

Page 235: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

1. Afdekking 2. PositiesjabloonRechter koplamp.

1. Afdekking 2. PositiesjabloonLinker koplamp.

LakschadeDe lak is een belangrijk onderdeel vande roestbescherming van het voertuig,controleer deze dus van tijd tot tijd opbeschadigingen. Werk lakschade directbij om roestvorming te voorkomen. Devolgende typen lakschade komen veelvoor, deze kunt u zelf repareren:• Geringe lakschade en krassen• Slijtage aan de randen van

spatschermen en dorpels,bijvoorbeeld

Om bij te werken moet het voertuig goedschoon en droog zijn en eentemperatuur hebben van +15°C.Bijwerken van kleinelakbeschadigingenMateriaal:• Roestverwijderaar (koud

fosfateermiddel) - in tube of blik.• Grondlak - blik.• Lakspuitbus of bijwerkstift (de

bovenkant van de stift bevatschuurpasta voor nabehandeling).

• Penmes of gelijkwaardig.• Borstel.

Als de schade nog niet is doorgedrongentot het onderliggend metaal en er is nogeen beschadigde laklaag aanwezig kande lak, na iets opschuren om eventuele

vervuiling te verwijderen, rechtstreeksworden aangebracht.Als de schade is doorgedrongen tot hetonderliggend metaal, handel dan alsvolgt:

1 Schraap het beschadigde oppervlakkaal tot het metaal blootligt en schuinde lakranden af met een penmes ofeen gelijkwaardig gereedschap.

Schraap schoon

2 Breng een roestverwijderaar aan(pas op uw ogen en huid), wacht eenpaar minuten en spoel dan grondigmet water. Veeg droog!

3 Roer de grondlak (primer) grondigdoor en breng enkele lagen aan meteen fijn borsteltje of eenlucifershoutje.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

225 B 774595

Page 236: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Gemakkelijke reparaties

Aanbrengen van grondlak en afdeklak

4 Als de grondlak droog is, breng dande afdeklak aan met een borsteltje.Roer de lak grondig door en brengeen aantal dunne lagen aan; laat delak drogen tussen het aanbrengenvan de lagen.

5 Werk krasjes bij zoals hierboven,maar mogelijk moet u eenafdeksjabloon gebruiken omonbeschadigde lak te beschermen.

Onbeschadigde lak afdekken

6 Wacht een paar dagen en breng dande deklaag aan. Het dopje op debijwerkpen bevat schuurpasta diedient om bijgewerkte plekken op tepolijsten. Gebruik een zachte doeken gebruik de schuurpastaspaarzaam.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

226 B 774595

Page 237: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

BandenAls u op banden met te weinig profielblijft rijden, hebt u grotere kans opaquaplaning en minder grip op gladdewegen.Als de bandenspanning te laag is, zal hetbrandstofverbruik sterk toenemen. Debanden zullen ook sterker slijten bij eenonjuiste bandenspanning.Daarom is het belangrijk dat de bandenregelmatig worden gecontroleerd omzeker te zijn van optimaleomstandigheden om veilig eneconomisch te kunnen rijden.

Enkele adviezen om nodelozebandenslijtage te voorkomen• Zorg altijd voor de juiste

bandenspanning; niet te hoog en niette laag.

• Vergeet niet dat bandenslijtagetoeneemt bij hogere rijsnelheden.

• Overbelast de banden niet, zoalsdoor ongelijkmatige belading.

• Ga niet rijden als de wielen niet goedgebalanceerd zijn.

• Controleer de uitlijning van de wielenregelmatig; ten minste tweemaal perjaar.

• Wissel de banden niet onnodigonderling.

Banden voor vervangingWanneer u een band moet vervangen,gebruikt u de tabellen hiervoor, zieBanden voor vervanging op pagina 266.Nadere informatie kan worden gevondenop http://www.etrto.org/.

DubbelluchtmontageGebruik bij dubbelluchtmontage alleenbanden van hetzelfde type. De bandenmogen hoogstens 6 mm in diameterverschillen.

Bandenspanning controlerenControleer de bandspanning tijdens hettanken of minstens elke 14 dagen. Pas

de bandspanning aan volgens destructuur van de truckcarrosserie en deasbelasting, niet op basis van detechnische maximumbelasting. Vergeetniet om ook de bandspanning van dereserveband van tijd tot tijd tecontroleren.

Aanbevolen bandspanningVolg de aanbevelingen van de fabrikant.Als er geen aanbevelingen bestaan, kuntu tijdelijk de in de onderstaande tabelvermelde bandspanningen hanteren.

NBDe bandspanningen in de onderstaandetabel zijn overgenomen uit destandaardhandleiding van de ETRTO(European Tyre and Rim TechnicalOrganisation). Alle voornaamstebandenfabrikanten zijn lid van de ETRTOen deze hanteren dezestandaardhandleiding allemaal als richtlijn.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

227 B 774595

Page 238: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

Dubbelmontage Enkelmontage

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

228 B 774595

Page 239: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

Dubbelmontage Enkelmontage

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

229 B 774595

Page 240: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

Dubbelmontage Enkelmontage

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

230 B 774595

Page 241: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

Wiel vervangenWiel verwijderen1 Blokkeer de wielen die op de grond

blijven.2 Controleer of het te verwijderen wiel

niet wordt geremd.3 Plaats de krik onder de as, zo dichtbij

het wiel als mogelijk is.4 Draai de wielmoeren een aantal

slagen los.5 Breng de truck omhoog zodat de

wielen geen contact meer makenmet de ondergrond (breng per keeralleen één kant omhoog).

6 Verwijder de wielmoeren helemaal.7 Verwijder het wiel.

WAARSCHUWING• Kruip nooit onder het voertuig terwijl

dit op de krik staat!• Plaats de krik op een stevige,

horizontale en stroeve ondergrond!• Blokkeer de op de grond blijvende

wielen met stevige houten wielkeggenof met zware stenen. Blokkeer dewielen zowel aan de voor- als deachterkant met wielkeggen.

• Geef de remmen voor het teverwijderen wiel vrij.

NBDe krik mag niet tegen deschokbrekerconsole rusten of tegen deconsole van de stabilisatorstang.

Wiel monteren

NBGebruik altijd wielbouten en wielmoerendie gespecificeerd zijn voor het type wielenaan uw truck. Voor verschillende typenwielen zijn verschillende wielbouten enwielmoeren nodig.

1 Reinig en smeer de schroefdraadaan de wielbouten, gebruik daarbijalleen olie.

2 Reinig de aanlegvlakken op het wiel,de remtrommel en de wielnaaf.

3 Geef de remmen vrij (anders wordtde remtrommel ovaal vervormd).

4 Zet de wielmoeren vast met eenaanhaalmoment van 200 ±8 Nm.Gebruik de aanhaalvolgorde zoalsaangeduid in de afbeelding.

5 Na aanhalen volgens hetaanhaalmoment moeten dewielmoeren nog met 90°±10° extrahoekverdraaiing worden aangehaald.Hanteer de aanhaalvolgorde in de

afbeelding. Zet de wielmoeren vastnadat een korte afstand met de truckis gereden (ongeveer 200 km).

Aanhaalvolgorde, schijfwiel

NBAls het aanhaalmoment van een wielmoerna opnieuw vastzetten minder is dan670 Nm, draai dan alle wielmoeren los enzet ze vast volgens het aanhaalmomentplus extra hoekverdraaiingovereenkomstig de aanhaalvolgorde. Elkezes maanden: controleer alle wielmoerenen haal ze opnieuw aan, ongeacht of dewielen al dan niet zijn verwijderd.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

231 B 774595

Page 242: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Wielen en banden

NBDenk eraan dat de maataanduiding van dewielbouten M22x1.5 is en niet 7/8"-14 metUNF-type schroefdraad, zoals bij deoudere Volvo-modellen.

Wiel met remschijf voorschijfremmen

Gebruik alleen schijfwielen metuitwendige geplaatste klep voorvrachtwagens met schijfremmen.Het wiel kan ook worden gebruikt opvoertuigen met trommelremmen.

Lakken van velgen

Tijdens lakwerkzaamheden moeten decontactvlakken van de naaf en deremtrommel worden afgedekt zodathierop geen lak terechtkomt.Alleen de grondlak en de origineleafdeklak mogen op de contactvlakkenaan de velg aanwezig blijven, zowel aande buiten- als de binnenkant. Er bestaateen risico dat de wielmoeren loslopenals de laklaag te dik wordt.

SneeuwkettingenDe sneeuwketting moet aan de voorasbij voorkeur worden aangebracht aan debijrijderzijde. Aan de bestuurderszijde iser een risico dat de sneeuwketting deverbindingsstang beschadigt.• Zorg ervoor dat de banden altijd de

juiste spanning hebben en dat ubanden van de juiste afmetingen enhet juiste type gebruikt.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

232 B 774595

Page 243: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Klimaatregelsysteem

Luchtfilter vanklimaatinstallatievervangenVervang het luchtfilter elke twaalfmaanden. Schud of borstel het luchtfilterom te reinigen als dit al eerder vervuild isgeraakt. Spoel het filter nooit schoon.1 Maak het filterrooster los.2 Verwijder het filter en gooi dit weg.3 Reinig de filterhouder.4 Bevestig het nieuwe filter.5 Plaats het filterrooster terug. De

klemmen moeten vastklikken in hunmontageposities.

Filterhouder voor klimaatregelsysteem.

VOORZICHTIGKoelmiddelen zijn schadelijk voor degezondheid. Werkzaamheden aan hetaircosysteem mogen alleen wordenverricht door gecertificeerd personeel.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

233 B 774595

Page 244: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstofsysteem

BrandstofsysteemONTHOUD dat u altijd de meest striktenetheid in acht neemt als u aan hetbrandstofsysteem van een dieselmotorwerkt. Zorg dat de brandstoftank steedszo vol mogelijk blijft, om condensvormingte voorkomen. Tijdens het tanken moetde directe omgeving rondom devulopening en de brandstofvuldopschoon zijn. Als u een eigen tank ofbrandstofvat gebruikt, filter dezebrandstof dan en houd alle vatenschoon.

BrandstoffilterVervang het brandstoffilter als u eenolieverversing uitvoert of zodra dat nodigis, bijvoorbeeld als:• De brandstofdruk daalt.• Het motorvermogen afneemt.• De brandstofkwaliteit ongelijkmatig

is.• Het symbool voor verstopt

brandstoffilter regelmatig oplicht.

Symbool voor verstopt brandstoffilter

Het filter vervangen1 Reinig de filtersteun grondig.2 Verwijder het filter met een

filtersleutel.3 Bevochtig de nieuwe filterpakkingen

met dieselbrandstof.4 Draai het filter er met de hand op

totdat de rubberen pakking inaanraking komt met het afdichtvlak.

5 Draait vervolgens nog 3/4 tot 1 heleslag verder (of overeenkomstig deaanduiding op het filter).

6 Ontlucht het brandstofsysteem.7 Start de motor.8 Controleer of het filter niet lekt.

NBHet nieuwe filter moet leeg zijn als hetwordt gemonteerd. Er mag op geen enkelevoorwaarde brandstof worden getankt vóórhet monteren.

OntluchtenOntlucht het brandstofsysteem als:• De brandstoftank werd leeg gereden.• Na vervanging van het filter.

• Na werkzaamheden aan hetbrandstofsysteem.

Tijdens ontluchten worden brandstof eneventuele lucht teruggepompt naar debrandstoftank. Er is geen opvangbaknodig voor gemorste brandstof.

Ontluchten1 Zet de motor uit.2 Bekrachtig de parkeerrem.3 Kantel de cabine.4 Verwijder de geluidsisolatie over de

linker chassisbalk.5 Gebruik de handpomp aan de

brandstoffiltersteun en haal deze200-300 slagen heen en weer, totdatu weerstand voelt in de handpomp.Het ontluchten is dan voltooid.Openen van een ontluchtingsnippelis niet nodig.

6 Start de motor en laat deze stationairdraaien.

7 Ontlucht nogmaals als de motormoeilijk aanslaat.

8 Laat de motor stationair draaien.9 Controleer op eventuele lekkage.10 Controleer of de motor niet hapert.11 Breng de geluidsisolatie aan.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

234 B 774595

Page 245: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstofsysteem

NBOntlucht absoluut niet met behulp van destartmotor.

WaterafscheiderDeze truck is uitgerust met eenwaterafscheider, bedoeld voor landenwaar hoogwaardige brandstofverkrijgbaar is die weinig water bevat.Als de waterafscheider moet wordenleeggemaakt, geeft hetbestuurdersinfodisplay dit aan met hetsymbool "Water in brandstoffilter".Verwijder de waterafscheider en tap hetwater af.Het water kan een beetje diesel bevattenen moet op een plek worden afgetaptwaar geen milieuschade kan ontstaan.

Symbool voor water in brandstof

BrandstoftankFilter voor brandstoftankbeluchtingHet filter is in sommige landen verplichten moet elke 24 maanden wordenvervangen. Vervang het filter onder

sommige omstandigheden vaker, zoalswanneer vaak in een stoffige omgevingwordt gereden.

Aftappen van de brandstoftankTap jaarlijks de eventueel in debrandstoftank aanwezige neerslag encondenswater af. Dit beperkt het risicodat water in de motor kan binnendringenen storing veroorzaakt.1 Plaats een opvangbak onder de

aftapplug van de brandstoftank.2 Draai de plug los en schroef een

paar slagen verder totdat hetsediment met neerslag encondenswater uit het vloeigat van deplug stroomt. Draai de plug niethelemaal los, de brandstoftankstroomt dan helemaal leeg.

3 Laat het sediment uitstromen totdater een schone brandstof meekomt.

4 Draai de plug terug in debrandstoftankbodem.

5 Leeg de opvangbak op een plaatswaar geen milieuschade kan wordentoegebracht.

Reinigen van AdBlue-tankReinigen van de AdBlue-tank kan nodigzijn als deze per ongeluk gevuld is metdieselbrandstof of een andere vloeistofdan AdBlue. Spoel met water en gebruikeen huishoudelijk reinigingsmiddel alsdat niet afdoende is. Spoel grondig metwater zodat er geen resten vanhet reinigingsmiddel achterblijven; ditzou namelijk schade kunnen toebrengenaan de katalysator.1 Plaats een opvangbak onder de

aftapplug van de AdBlue-tank.2 Draai de plug los en schroef deze

een paar slagen verder uit tot er eenvloeistof meestroomt uit het vloeigatvan de plug.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

235 B 774595

Page 246: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Brandstofsysteem

3 Laat de vloeistof uitstromen tot detank leeg is.

4 Spoel de tank schoon met water.Controleer of alle water isweggestroomd voordat u verdergaat.

5 Draai de plug weer vast.6 Leeg de opvangbak op een plaats

waar geen milieuschade kan wordentoegebracht.

NBNadat de tank is ontlucht, moet deze metten minste 5 liter verse Adblue wordenbijgevuld.

NBAls u AdBlue morst, mag de vloeistof nietin het rioolstelsel terecht komen.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

236 B 774595

Page 247: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Aandrijfriemen

Aandrijfriemen controleren(Poly-V)Controleer de aandrijfriemen van demotor. Vervang een riem als er stukjesvan de groefvormige riemranden zijnafgebroken.De ventilatorriem heeft een automatischeriemspanner die het risico op slippenbeperkt en de levensduur verlengt. Deaandrijfriem voor de dynamo/compressor(airconditioning) heeft geenautomatische riemspanner, de spanningvan deze riem moet daarom wordengecontroleerd. Neem contact op met eenerkende Volvo-garage.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

237 B 774595

Page 248: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Werkzaamheden aan hetelektrisch systeemEen aantal werkzaamheden aan hetelektrisch systeem van de truck, zoalshet vervangen van zekeringen, kunt uzelf verrichten.Neem de volgende punten in acht bijwerkzaamheden aan het elektrischsysteem:• Controleer bij het aansluiten van

accu's of de polariteit (plus en min)correct is.

• Gebruik de dynamo nooit terwijl deaccu afgekoppeld is. Terwijl de motordraait mogen de accu's en dedynamo niet worden afgekoppeld.

• Bij het vervangen van een accubijvoorbeeld, moet de minpool altijdals eerste worden losgekoppeld enals laatste weer worden aangesloten.Dit beperkt het risico van kortsluitingen vonken, die bij aanwezigheid vanknalgas gevaar opleveren.

• Sluit hulpaccu's correct aan omschade aan de gelijkrichters in dedynamo te voorkomen.

• Koppel bij het laden van accu'sminstens één accukabel (plus of min)los. Laad echter wel altijd via deaccusensor, als een dergelijke

sensor op de minpool isaangebracht.

• Isoleer de accu's bij werkzaamhedenaan het elektrisch systeem van detruck, door de minpool los tekoppelen.

• De parkeerrem kan niet wordenbediend wanneer de accu's zijnlosgekoppeld.

• Ontkoppel de hoofdschakelaarwanneer u een zekering vervangt.

• Gebruik altijd zekeringen met hetvoorgeschreven ampèrage.

Voor het aansluiten van hulpaccu's , zieStarten in een noodgeval oppagina 279.

NBHet elektrisch systeem moet in defunctiemodus "Geparkeerd" zijn gezet omde accu's af te koppelen, zieHoofdschakelaar op pagina 103.

VOORZICHTIGEr mag geen starthulpsysteem wordenaangesloten, deze kunnen zeer hogespanningspieken produceren die danschade aan regeleenheden toebrengen.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

238 B 774595

Page 249: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Voorschriften voorelektrisch lassenDeze instructies zijn meestal vantoepassing op allerlei uiteenlopendelaswerkzaamheden aan de truck.Lassen moet zeer precies gebeuren omeen goede lasnaad te verkrijgen. Weesvoorzichtig, om letsel en ongevallen tevermijden.Neem bij het uitvoeren van laswerk devolgende maatregelen om lichamelijkletsel of schade aan de truck tevoorkomen:• Bereid het laspunt grondig voor.

Hittegevoelige onderdelen zoalsleidingen (elektriciteit en lucht)moeten worden beschermd ofverwijderd.

• De te lassen oppervlakken en delocatie voor de massa-aansluitingvan de lasapparatuur moeten schoonzijn. Lak, corrosie, olie, vet, vervuilinge.d. moeten worden verwijderd.

• De massa-aansluiting van delasapparatuur moet beslist altijd aanhet te lassen onderdeel zijngekoppeld, zo dicht mogelijk nabijhet te lassen punt. De aansluitklemmoet goed contact maken met het telassen materiaal, om schade aanelektrische componenten tevoorkomen. Als twee gedeelten aan

elkaar worden gelast, moeten beideonderdelen zijn verbonden aan demassa-aansluiting van hetlasapparaat.

• Zorg dat de buitenste behuizingenvoor elektrische onderdelen (zoalsde regeleenheden) geen contactmaken met de laselektrode of demassa-aansluiting van hetlasapparaat.

• Gebruik hoofdzakelijk gelijkstroomvoor laswerkzaamheden.

• Bij laswerkzaamheden in de cabinemoet het airbagsysteem wordenafgekoppeld om risico op persoonlijkletsel te vermijden.

Nadat lassen voltooid is: breng lak aanop de las.

Accu'sSommige trucks worden zodanig ingezetdat de accu's tijdens een normalebedrijfscyclus niet volledig opgeladenraken. De accu's moeten dan met eendruppellader worden geladen om detruck naar behoren te laten functioneren.Regelmatig controleren van delaadtoestand en, zo nodig, druppelladenvan de accu's draagt bij aan delevensduur en de goede werking van deaccu's.

AccubakDe kap van de accubak wordt met deknop geopend.

Knop accukap.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

239 B 774595

Page 250: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

De accu bevestigenBij het vervangen van accu's is het vanbelang om de accuhouders met hetjuiste aanhaalmoment vast te zetten.Zet de moeren vast met 16 Nm.

DruppelladenDe accugezondheid neemt af bijveroudering en als gevolg van slechtopladen. Dat gebeurt bijvoorbeeld tijdensveelvuldige nachtelijke stops waarbij deaccu's diep worden ontladen. Wanneerde capaciteit voor ontvangst vanlaadstroom en levering van vermogenverslechtert, is dat meestalonherroepelijk. De totale capaciteit vande accu's om (laad)stroom te kunnenontvangen en opslaan loopt dan sterkterug waardoor er startproblemenkunnen ontstaan.Voor een goede accugezondheid en eenlange levensduur is regelmatigdruppelladen van de accu's een goedegewoonte. Vermijd diepontladingen.Veel trucksystemen onttrekken stroomaan de accu's. Veel systemen moetenook functioneren als de motor is uitgezet,zoals de koelbox, verlichting,transportbeheersysteem encarrosseriefuncties.

De dynamo kan de accu nooit tot 100%opladen, onder gunstigeomstandigheden wordt maximaal eenniveau van 90% gehaald.Om een lange levensduur te behoudenis druppelladen van de accu's eens perdrie weken aan te bevelen, ook als zevolledig geladen lijken.Vooral bij gebruik van systemen die veelstroom aan de accu onttrekken terwijl demotor is uitgezet, zoals een laadklep,wordt druppelladen aanbevolen.Voorbeeld: een koelbox kan 1 A per uurverbruiken, in een heel weekend komt ditneer op een verbruik van ongeveer 60Ah. Dat betekent dus dat de werkweek albegint met gedeeltelijk ontladen accu's.

NBVoer het druppelladen van accu'sminstens eenmaal per drie weken uit omeen lange levensduur te garanderen.

Aanbevelingen voor opladenDe volgende adviezen gelden voor hetopladen van accu's:• Laat de accu's nooit verder ontladen

dan 50%.• Laad de accu's regelmatig met een

externe druppellader op.

• Gebruik daarvoor een lader metlaadregeling en een voldoende hogelaadstroom.

Als vuistregel wordt aangehouden dat delaadstroom van de acculader 10% vande capaciteit van de accu in ampère-uur(Ah) moet bedragen. Als bijvoorbeeld deaccu's een capaciteit van 170 Ahhebben, dient de laadstroom van deacculader 17 Ah te bedragen.• Denk aan het temperatuureffect.

TemperatuureffectDe temperatuur is van grote invloed ophet laadniveau van de accu. Bij lagetemperaturen is de accu veel mindergoed in staat de laadstroom teontvangen.Bij +25 graden C kan het laadniveau100% bereiken.Bij -18 graden C komt het laadniveauniet boven 50%.

Opladen bij lage temperaturenDe meeste accuproblemen bij koudeweersomstandigheden ontstaan doorgebrek aan druppelladen in combinatiemet het rijden van korte ritten.Bij koud weer wordt de accu minderefficiënt door de dynamo opgeladen.Daarom is regelmatig druppelladenbelangrijk.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

240 B 774595

Page 251: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

De laadkabels aansluiten

WAARSCHUWINGDe accu's bevatten knalgas dat zeerexplosief is. Een vonk, die kan wordengevormd als men de starthulpkabelsverkeerd plaatst of als men ze aanraakttijdens de startpoging, is voldoende om deaccu te laten exploderen waardoorernstige schade ontstaat. De accu bevatzwavelzuur dat ernstige invreetschadenkan veroorzaken. Als het zuur in contactkomt met ogen, huid of kleding; spoelenmet grote hoeveelheden water. Bij spattenin de ogen onmiddellijk een artsraadplegen. Ga niet over de accu's heengebogen staan.

LadingsgraadOm de accu optimaal te laden is hethandig om tevoren te weten in welkemate de accu ontladen is. Deomgevingstemperatuur heeft een effectop de laadbaarheid en de capaciteit:alleen bij een temperatuur van +25°C kan de accu 100% van zijn capaciteitleveren. Laden van de accu is niet echtgoed mogelijk beneden 0°C, zie de tabel.

Temperatuur -18°C 0°C +25°CCapaciteit 20 h (Ah) 50% 85

%100%

Laadbaarheid (A) 6% 25%

100%

NBBij lage temperaturen kan deladingsgraadmeter aangeven dat de accuniet volledig geladen is, ook al is dat welzo. Dit komt door het effect van detemperatuur en betekent niet dat er ietsmet de accu mis is.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

241 B 774595

Page 252: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

De gemakkelijkste manier om het ladente controleren is met gebruik van eenvoltmeter, maar een hydrometer (metervoor soortelijk gewicht van accuzuur)samen met een voltmeter geeft eenpreciezer meetresultaat. De grafiek toontde standby-spanning en de ladingsgraadvergeleken met het soortelijk gewichtvan het accuzuur.* State of charge (laadstatus)

NBControleer altijd de accu met de Volvo-accutester voor en na het laden.

ElektrolytniveauHet niveau moet 5 - 10 mm boven decelplaten liggen.Vul de accu zo nodig bij met water. Stopmet bijvullen bij een niveau vanmaximaal 10 mm boven de celplaten.

NBHet elektrolyt in de accu's bevat corrosiefzwavelzuur. Als elektrolyt op de huid wordtgemorst, moet dit onmiddellijk wordenverwijderd. Was met zeep en volop water.Roep medische hulp in als elektrolyt in uwogen of op andere gevoeligelichaamsdelen is terechtgekomen. Vergeetook niet dat accu's het uiterst explosieveknalgas bevatten. Een kortsluiting, openvuur of vonk nabij een accu kan eenkrachtige explosie veroorzaken met zowellichamelijk letsel als materiële schade totgevolg.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

242 B 774595

Page 253: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

VOORZICHTIGDraag een veiligheidsbril bij het werkenaan accu's.

ReconditioneringseenheidOm sulfatering van de accu tevoorkomen wordt eenreconditioneringseenheid gebruikt, welkemet de accu's wordt verbonden. Deeenheid stuurt een puls naar de accu,waardoor de loodplaten van de accu vrijvan sulfaat worden gehouden endaarmee de levensduur van de accuwordt verlengd.Er licht een groene LED op op deeenheid wanneer de motor loopt en deaccu wordt opgeladen. De groene lamptoont aan dat de eenheid werkt zoals hijmoet. Neem contact op met dewerkplaats wanneer de lamp niet aangaat wanneer de motor loopt.

Locatie van de reconditioneringseenheid

Aansluiten van elektrischeaccessoiresZorg ervoor dat het elektrisch systeemvan de truck is gedimensioneerd voor deaccessoires die u wilt aansluiten. Veelgangbare accessoires (zoalskoffiezetapparaten) vragen veel stroomen kunnen alleen worden aangeslotenop een circuit dat hiervoor isgedimensioneerd.

• Gebruik altijd zekeringen met hetvoorgeschreven ampèrage engebruik de correcte kabeldikten.Houd de continue belasting via dezekeringen op maximaal 70% vanhun nominale ampèrage.

• Schakel altijd de voedingsspanninguit voordat werkzaamheden aan hetelektrisch systeem van de truckworden uitgevoerd.

• Gebruik altijd originele Volvo-connectors (aansluitklemmen,isolators, zekeringen etc.)

VOORZICHTIGEr bestaat risico op brand als hetampèrage van zekeringen te hoog is.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

243 B 774595

Page 254: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Aansteker als elektrischeaansluitingHet aanstekercontact is bedoeld voorverhitting van de aansteker voor eenstroomafname tot ongeveer 4 A. Weraden sterk af om dit contact tegebruiken als elektrische aansluiting. Uwerkende Volvo-garage kan informatieverstrekken over het verbinden vanuiteenlopende soorten elektrischeaansluitingen.

12 V-aansluitingDe elektrische aansluiting naast deaansteker mag worden belast totmaximaal 7 A.

Aansluiten van voorbereideapparatuurGebruik de kabelvoorbereidingen voorhet aansluiten van bijvoorbeeldtelefoonladers en een koffiezetmachine.Neem contact met een erkende Volvo-garage als u advies wilt.

Aansluiten van onvoorbereideapparatuurOnvoorbereide apparatuur is apparatuurwaarvoor geen kant-en-klaarsamengestelde bedrading bestaat diemet de truck is meegeleverd. Neem vooraansluiting contact op met een erkendeVolvo-garage.

Zekeringen en relaisDe zekeringen van de truck beschermende elektrische circuits tegenoverbelasting. Doorgaans worden zealleen aangesproken in geval vankortsluiting. Daarom moet u de oorzaakaltijd door een erkende Volvo-garagelaten controleren als een zekering isaangesproken.

HoofdzekeringenDe hoofdzekeringen zitten in eenhoofdzekeringenkast binnenin deaccubak op het chassis. Normaliterzullen de zekeringen de gehelelevensduur van de truck meegaan,zonder door te branden. Als eenzekering doorbrandt, breng de truck dannaar een erkende Volvo-garage en laathet elektrisch systeem inspecteren.

Smeltzekeringen zijn in dezekeringenkast ingeschroefd met een

veerring en een moer. Van belang is datde moeren worden vastgezet met hetcorrecte aanhaalmoment, zie de tabel.Bij een te laag aanhaalmoment kan erhitte-ontwikkeling optreden. Bij een tehoog aanhaalmoment veroorzaakt uvervorming en scheuren.

Schroefmaten AanhaalmomentenM5 4,5 Nm ±5%M8 20,0 Nm ±5%M10 40,0 Nm ±5%

WAARSCHUWINGHanteer het juiste aanhaalmoment.

WAARSCHUWINGGebruik bij vervanging altijd zekeringenvan de juiste waarde. Gebruik nooit een tehoog ampèrage.

Nr. Nominalestroom

Functie

1 200 A Carrosseriebouwer2 100 A FRC Cabine, zekeringen-

en relaiscentrum3 30 A FCIOM Regeleenheid

voorkant chassis4 30 A CCIOM Regeleenheid

middengedeelte chassis

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

244 B 774595

Page 255: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Nr. Nominalestroom

Functie

5 30 A RCIOM Regeleenheidachterkant chassis

6 30 A FCIOM Regeleenheidvoorkant chassis

7 30 A CCIOM Regeleenheidmiddengedeelte chassis

8 30 A RCIOM Regeleenheidachterkant chassis

9 30 A FAS Stuurinrichting vooras10 40 A PCCU Parkeerstandkoeling11 23 A ACM Regeleenheid

uitlaatgasnabehandeling12 23 A Extra stuurinrichting as

Bladzekeringen en relaisRaadpleeg de documentatie voorcarrosseriebouwers voor informatie overzekeringen en relais voorcarrosseriebouwerfuncties.De zekeringen en relais van de truck zijnondergebracht onder het afdekpaneel inhet midden van het dashboard en vóórde bijrijderszitplaats.(1) Zekeringen- en relaiscentrum.(2) Relais en zekeringen voor decarrosserie.

Onder het afdekpaneel zijn stickersaangebracht waarop de locatie vanzekeringen en relais staat aangegevenen de functie waarvoor deze wordengebruikt.De normale buitenverlichting van detruck wordt aangestuurd viaregeleenheden. Deze omvatten ookbedieningsfuncties voor elkverlichtingscircuit. Een aantalsmeltzekeringen is niet meer leverbaarvoor deze functies. Als een circuit wordtonderbroken, bijv. als gevolg vanoverbelasting of kortsluiting, wordt ditaangegeven via een melding op hetinstrument. De functie wordt geresetzodra de storing is verholpen.

1. Het afdekpaneel is met klemmen bevestigd; uopent het door de achterrand beet te pakken enomhoog te trekken.2. Het afdekpaneel is met klemmen bevestigd enkan worden losgetrokken.

Zekeringen- en relaiscentrumDe smeltzekeringen in het zekeringen-en relaiscentrum bestaan uit tweeverschillende typen bladzekeringen.Wanneer een zekering op dezelfdepositie vaak moet worden vervangen, gadan naar een erkende Volvo-garage omhet elektrisch systeem te latencontroleren.

WAARSCHUWINGGebruik bij vervanging altijd zekeringenvan de juiste waarde. Gebruik nooit een tehoog ampèrage.

NBZet het elektrisch systeem in defunctiemodus "Geparkeerd" en sluit zomogelijk het betreffende circuit voordat uzekering vervangt. De zekeringhouder kanzelf doorbranden als de spanningingeschakeld blijft.

BladzekeringenNr. Nomin

alestroom

Functie

F 1 10 A 12V-aansluitingF 2 -F 3 10 A TD/DVDF 4 15 A -

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

245 B 774595

Page 256: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Nr. Nominalestroom

Functie

F 5 15 A -F 6 5 A Carrosserie, schakelaarF 7 30 A CarrosserieF 8 20 A CarrosserieF 9 -F10 15 A -F11 15 A Hulpverlichting op het dakF12 15 A Zwaailicht op het dakF13 15 A Stoelverwarming / AlcolockF14 -F15 10 A Lichtbak op dak /

ParkeerverlichtingF16 10 A Volledige verlichting in

lichtbak op dakF17 -F18 3 A HMI-regeleenheid,

bestuurdersinterfaceF19 15 A BBM-regeleenheid,

carrosserieF20 20 A Regeleenheid,

raambediening rechterzijdeF21 3 A SID-regeleenheid,

secundair displayF22 5 A Zonneklep, links en rechts

Nr. Nominalestroom

Functie

F23 3 A TACHO-regeleenheid,tachograaf

F24 3 A InstrumentenpaneelF25 3 A TolsysteemF26 -F27 10 A VMCU-

voertuigregeleenheidF28 20 A VMCU-

voertuigregeleenheidF29 10 A Verwarmde buitenspiegel,

rechtsF30 10 A Verwarmde buitenspiegel,

linksF31 5 A DACU-regeleenheid,

assistentie bestuurderF32 10 A APM-regeleenheid,

luchtdrogerF33 3 A Afstandsbediening voor

werkfuncties (WorkRemote Control), oplader

F34 5 A Veiligheidsslot, frontklepF35 15 A Regeleenheid ventilator

voor parkeerkoelerF36 -F37 20 A ABS/EBS-regeleenheid

rem

Nr. Nominalestroom

Functie

F38 20 A CCM-klimaatregeleenheidF39 20 A Verwarming

brandstofleidingF40 3 A Contact tachograafF41 15 A EMS-regeleenheid motorF42 15 A Motorregeleenheid

gecontroleerde belastingF43 10 A Verwarmingselement

brandstoffilterF44 10 A Motorregeleenheid

gecontroleerde belastingF45 30 A KantelpompF46 20 A ABS/EBS trailerF47 -F48 -F49 50 A Voedingsaansluiting,

carrosserieF50 30 A KoffiezetapparaatF51 20 A RuitenwissermotorF52 15 A Motor dakluikF53 5 A VideoschakelaarF54 -F55 3 A WekkerF56 10 A -

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

246 B 774595

Page 257: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Nr. Nominalestroom

Functie

F57 10 A Verlichting inbestuurderscabine

F58 15 A VersterkerF59 15 A SpanningsomvormerF60 15 A SpanningsomvormerF61 20 A Regeleenheid,

raambediening linksF62 5 A OBD-diagnose-uitgangF63 10 A CIOM-regeleenheid, cabineF64 15 A 24V-aansluitingF65 15 A 24V-aansluitingF66 3 A Dynafleet/TelematicF67 15 A AanstekerF68 15 A VMCU-

voertuigregeleenheidF69 15 A ParkeerverwarmingF70 20 A TECUF71 15 A KoplampsproeierF72 -F73 30 A Carrosserie actief in

rijmodusF74 20 A Carrosserie actief in

rijmodusF75 10 A Koelkast

Nr. Nominalestroom

Functie

F76 15 A -F77 -F78 -F79 -F80 3 A LECM achterste

bedieningspaneelF81 5 A SRS-airbagF82 -F83 -F84 -F85 3 A FMS-voeding, rijdenF86 -F87 -F88 5 A AlcolockF89 -F90 15 A Elektrisch verstelbare stoelF91 10 A Voeding FMS-contactF92 -F93 50 A Magnetron

RelaisNr. Relais

typeFunctie

K01 ISOmicro10 A

-

K02 ISOmicro10 A

Koelkast

K03 ISOmini20 A

Motor dakraam 2

K04 ISOmini20 A

Motor dakraam 1

K05 ISOmini20 A

Ruitenwissermotor aan/uit

K06 ISOmini20 A

Ruitenwissermotor hoge/lage snelheid

K07 ISOpower40 A

Carrosserie-opbouw,zekeringen

K08 ISOpower40 A

Accessoires

K09 ISOmicro10 A

Stoelverwarming, Alcolock

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

247 B 774595

Page 258: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Elektrisch systeem

Nr. Relaistype

Functie

K10 ISOmini20 A

Hulpverlichting op het dak

K11 ISOpower40 A

Voedingsversterker,spanningsomvormer,cabineverlichting

K12 ISOmicro10 A

Lichtbak op dak

K13 ISOmini20 A

Zwaailicht op het dak

K14 ISOpower40 A

Elektrische 24 volt-aansluiting, aansteker,alcolock

K15 ISOmicro10 A

Volledige verlichting inlichtbak op dak

K16 ISOmini20 A

Koplampsproeier

K17 ISOmini20 A

TECU

K18 ISOmicro10 A

-

K19 ISOmini20 A

-

Nr. Relaistype

Functie

K20 ISOpower40 A

Contact voor zekeringcarrosserie, actief inrijstand

K21 ISOmicro10 A

Elektrisch verwarmdebuitenspiegels

K22 ISOmini20 A

Contact

K23 ISOpower40 A

-

K24 ISOmicro10 A

Elektrisch verstelbare stoel

K25 ISOmicro10 A

-

K26 ISOmicro10 A

-

K27 ISOpower40 A

EMS-regeleenheid motor

K28 ISOpower40 A

Kantelpomp

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

248 B 774595

Page 259: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

SmeringEen goede smering is van groot belangbij service en onderhoud van de truck.Componenten zoals de motor,versnellingsbak, achterassen e.d.moeten worden gesmeerd, dat gebeurtmeestal met olie of vet. Hieronder vindt ubelangrijke informatie over oliën ensmeervetten. Neem contact op met eenerkende Volvo-garage voor meerinformatie over Volvo's completeassortiment smeermiddelen.

OlieBij onderdelen die met olie wordengesmeerd, zijn kwaliteit,viscositeitsklasse en verversingstermijnvan groot belang. Welke olie voor eenbepaald component wordt gebruikt,hangt af van de kwaliteit en deviscositeitsklasse van de olie. Dezeinformatie staat vermeld op het reservoiren/of op het productdataformulier van deolie. Wanneer er specifiekeonderdeelnummers worden vermeld,bevatten deze onderdelen altijd olie metde voor het gebruiksdoel correctekwaliteit en viscositeitsklasse.

Synthetische olieSteeds vaker worden synthetische oliëntoegepast in smeersystemen. Degrondstof voor deze olie is dezelfde alsbij minerale oliën, dus aardolie, maar het

fabricageproces verloopt anders.Normaliter heeft een synthetische olieeen betere temperatuurstabiliteit enbetere eigenschappen bij lagetemperaturen, maar dewrijvingskenmerken kunnen leiden totsynchronisatiestoringen en synthetischeolie kan ook een negatief effect hebbenop het afdichtmateriaal. Belangrijk isdaarom om een goedgekeurdesynthetische olie te gebruiken.Het pure feit dat een olie synthetisch is,betekent niet dat deze beter is dan eenminerale olie. Toch is dit een veelvoorkomende misvatting, evenals dat bijsynthetische olie deolieverversingstermijn kan wordenverlengd. De verversingstermijnen dieVolvo aanbeveelt blijven van toepassing,of er nu minerale olie of synthetische olieis gebruikt.

OliekwaliteitEr bestaan veel verschillendekwaliteitsaanduidingen vooruiteenlopende oliesoorten.

ViscositeitViscositeit is een zeer belangrijkeeigenschap van de olie. De viscositeit iseen aanduiding van de vloeibaarheid vande olie en deze is, samen met andereeigenschappen, van invloed op de diktevan het olielaagje en hetbrandstofverbruik. De

omgevingstemperatuur in het gebiedwaar de truck wordt gebruikt is vaninvloed op de aanbevolen viscositeit. Erbestaan twee systemen met SAEviscosity grade classifications, waarmeeoliën worden ingedeeld inviscositeitsklassen (zoals SAE 10W,SAE 80W-90 etc.). Motoroliën behorentot het ene systeem,versnellingsbakoliën tot het andere. Umoet daarom altijd weten voor welksysteem de viscositeitsklasse isgespecificeerd. Motorolie metbijvoorbeeld een viscositeitsklasse SAE40 heeft ongeveer dezelfde viscositeitals een versnellingsbakolie metviscositeitsklasse SAE 90. Wel wordt inbeide systemen een hogereviscositeitsklasse aangeduid met eenhoger getal.

VetBij componenten die met vet wordengesmeerd, zijn de vetsoort en deverversingstermijn van groot belang. Devoor een specifiek component tegebruiken vetsoort staat bij hetbetreffende component vermeld.Informatie over het vet is beschikbaar opde verpakking en/of op hetproductdataformulier. In sommigegevallen wordt het gebruik van vet meteen speciaal of Volvo-onderdeelnummeraanbevolen. Bij gebruik van dit vet wordt

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

249 B 774595

Page 260: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

automatisch de correcte vetsoortverkregen.

VetsoortDe vetsoort hangt af van een aantaluiteenlopende eigenschappen, zoals:• Type verdikkingsmiddel, zoals

lithium, lithiumcomplex, polymeren ofklei.

• Dikvloeibaarheid, aangegeven doorde NLGI-klasse.

• Eventuele aanwezigheid van EP-additieven.

• Eventuele aanwezigheid van vastesmeerdeeltjes zoals grafiet, koper ofmolybdeensulfide.

VerversingstermijnNa vaststelling welke olie en welk vetmoet worden gebruikt (als de kwaliteit,viscositeit en vetsoort bekend zijn), moetde aanbevolen verversingstermijnworden bepaald. Neem contact op meteen erkende Volvo-garage om eenonderhoudsschema voor uw specifieketruck te verkrijgen. Hetonderhoudsschema optimaliseert deservicemaatregelen en zorgt dat de truckminder vaak stil hoeft te staan vooronderhoud.

MotorAanbevolen olieMotoren met een lage emissiewaardestellen hoge eisen aan de motorolie.Voor een lange levensduur met eenconstante lage emissiewaarde en eenlaag brandstof- en olieverbruik, is eenmotorolie nodig met een hogere klassedan normaliter gebruikt in motoren vanvorige generaties.Volvo heeft de vroegere VDS-3-specificatie voor het eisenpakketontwikkeld en deze aangepast voor Euro5- en Euro 6-motoren. Deze nieuwespecificatie wordt aangeduid met VolvoDrain Specification-4 (VDS-4). VDS-4-oliën beschikken over een beteretemperatuur- en oxidatiestabiliteit engeven een betere slijtagebeschermingdan VDS-3-oliën. VDS-4-oliën zijn ookbeter geschikt voor motoren metgeavanceerde systemen vooruitlaatgasnabehandeling, zoals SCRen/of een roetfilter(DPF).

OliekwaliteitIn Euro 6-motoren mag uitsluitendVDS-4-olie worden gebruikt. In Euro 5-motoren mag VDS-3-olie wordengebruikt, maar dan met een korterverversingsinterval.

NBGebruik geen aanvullende olieadditievenom toe te voegen via de motorolie, ookgeen verzorgingsmiddelen voor motor enmetalen.

Viscositeit

Selecteer de viscositeit overeenkomstig de tabel.De temperatuurwaarden verwijzen naar eenconstante luchttemperatuur.1 Alleen oliën met VDS-4-goedkeuring kunnen

worden gebruikt bij temperaturen boven+30°C.

2 Oliën met VDS-3- en VDS-4-goedkeuring metviscositeitsklasse 5W/30 kunnen wordengebruikt tot +30°C.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

250 B 774595

Page 261: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

NBGebruik van 10W/30 kan hetbrandstofverbruik terugdringen vergelekenmet 15w/40. Denk echter aan hettemperatuurinterval waarvoor 10W/30wordt aanbevolen.

Oliepeil controlerenHet motorolieniveau wordt bij de startautomatisch gecontroleerd. Als eenalarm voor laag olieniveau wordtafgegeven, gebruik dan de peilstok omna te gaan hoeveel olie moet wordenbijgevuld. Controleer het olieniveauterwijl de truck horizontaal staat en demotor minstens 30 minuten uit heeftgestaan.Draai de peilstok (onder hetservicepaneel) uit de bajonetsluiting entrek hem eruit. Zorg dat de peilstok na decontrole weer zorgvuldig wordtvergrendeld.De afstand tussen de markeerstrepen opde peilstok komt overeen met 6-8 literolie, afhankelijk van de uitvoering.Vul olie bij als het niveau in de buurt vande onderste markeerstreep komt. Vulnooit te veel olie bij!

Het oliepeil kan ook gecontroleerd worden op hetbestuurdersinfodisplay.

NBHet niveau mag nooit beneden deonderste markeerstreep komen te staan!

Om te vullen kan de vulbuis naar buitenworden getrokken. Trek de blokkering

"1" omhoog en trek de vulbuis "2" naarbuiten.Vergeet niet de buis na het vullen weerterug te drukken.

NBAls er olie naar buiten stroomt kunnen demotor en niet-oliebestendige onderdelenbeschadigd worden.

VerversingstermijnenDe olieverversingsintervallen voor demotor kunnen sterk variëren, afhankelijkvan de uitrusting en het gebruiksdoel vande truck, de aard van het gebied waarinwordt gereden, het kwaliteitsniveau vande motorolie en de dieselolie, hetbrandstofverbruik, het maximaaltoelaatbaar treingewicht etc. Neem vooreen onderhoudsschema voor uwspecifieke truck contact op met eenerkende Volvo-garage.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

251 B 774595

Page 262: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

VersnellingsbakVoor een probleemloos functionerendeversnellingsbak is regelmatig checken enzo nodig bijvullen van de olie van grootbelang.

OliekwaliteitGebruik de volgende oliën in deversnellingsbak.1 Transmissie-oliën: Volvo-

transmissieoliën 97305, 97307 of97315.

2 Motoroliën: API CE of CF; ACEA E2of E3.

NBOliën van het type API GL-5 moeten nietworden gebruikt. Oliën van het type APIGL-4 mogen alleen worden gebruikt alsdeze ook voldoen aan de vereisten gesteldaan de Volvo-transmissie-oliën 97307 of97315.

NBWanneer motorolie wordt gebruikt, zijnuitsluitend Single grade-oliën toegestaan.(SAE 40 of SAE 50)

NBDe keuze van de oliekwaliteit is vaninvloed op de verversingstermijn.

ViscositeitSelecteer de viscositeit overeenkomstighet schema.De temperatuurwaarden verwijzen naarconstante omgevingstemperaturen.De versnellingsbakolie van trucksgebruikt voor zeer zware transportenwordt vaak erg heet. Om deze reden zijndeze uitgerust met een grotereversnellingsbakoliekoeler. Om eengoede werking ook verder te verzekerenmoet een olie met een hogeviscositeitsklasse worden gebruikt.Gebruik daarom altijd een SAE 50-motorolie of een Volvo transmissie-olie97315 als de truck is uitgerust met eenTC-MAOH2-versnellingsbakoliekoeler.

1) Van toepassing op motoroliën: onthoud datmultigrade oliën NIET gebruikt mogen worden inhandgeschakelde versnellingsbakken. Gebruikalleen monograde motorolie SAE 40 of SAE 50.

NBBij temperaturen beneden -25°C moetVolvo transmissie-olie 97307 wordengebruikt.Als de truck is uitgerust met deversnellingsbakoliekoeler TC-MWO of TC-RWO, kan SAE 40-motorolie, Volvotransmissie-olie 97305 SAE 80W-90 ofVolvo transmissie-olie 97307 wordengebruikt, ook bij een buitentemperatuurhoger dan +30°C.

ServicecategorieDe onderhoudsaanbevelingen kunnenverschillen voor de diverseversnellingsbakken. Daarom zijn ze

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

252 B 774595

Page 263: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

onderverdeeld in verschillendeservicecategorieën.Bekijk het typeplaatje om deservicecategorie voor de versnellingsbakvast te stellen (1, 2, 3 of 4).

Typeplaatje op versnellingsbak

OliepeilAls het olieniveau in de versnellingsbakte laag is, moet deze worden bijgevuld.Gebruik de volgende oliegraden volgensde servicecategorie:

Service-categorie

Olietype

1 Vul met een willekeuriggoedgekeurd olietype.

2 Vul met transmissie-olie 97307of 97315 (niet met mineraleolie).

3 Vul alleen met transmissie-olie97315 of motorolie SAE 50.

4 Vul alleen met transmissie-olie97315 (geen minerale olie).

1 Verwijder de geluidsschermplaat,indien aanwezig, aan de onderkantvan de versnellingsbak.

2 Controleer of het olieniveau in hetpeilglas (A) in de versnellingsbaktussen de midden- enmaximummerkstreep staat (max. enmin. olieniveau, zie afbeelding).

3 Vul zo nodig bij met olie, maar reinigeerst de directe omgeving rondom devulplug (B).

4 Schroef de vulplug (B) los enverwijder hem.

5 Vul nieuwe olie bij tot op het peilglas(A) het oliepeil tussen de midden- enmaximumstreep staat (max. en min.oliepeil, zie afbeelding).

6 Breng afdichtingsmiddel aan op deschroefdraad van de vulplug (B) endraai de plug erin.

7 Plaats, indien van toepassing, degeluidsschermplaat terug aan deonderkant van de versnellingsbak.

NBHet peilglas mag niet worden verwijderd.

Peilglas voor niveau versnellingsbakolie.

(A) Peilglas, (B) Vulplug.

VerversingstermijnenDe olieverversingsintervallen voor deversnellingsbak kunnen sterk variëren,afhankelijk van de uitrusting en hetgebruiksdoel van de truck, de aard vanhet gebied waarin wordt gereden, hetkwaliteitsniveau, het maximaaltoelaatbaar treingewicht etc. Neem vooreen onderhoudsschema voor uwspecifieke truck contact op met eenerkende Volvo-garage.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

253 B 774595

Page 264: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

AchterasDe olieverversingstermijnen voor deachteras kunnen sterk variëren,afhankelijk van de uitrusting van detruck, het gebruiksdoel waarvoor dezewordt ingezet, de aard van het gebiedwaarin wordt gereden, hetoliekwaliteitsniveau, het maximaaltoelaatbaar treingewicht etc. Neem vooreen onderhoudsschema voor uwspecifieke truck contact op met eenerkende Volvo-garage.

ServicecategorieDe onderhoudsaanbevelingen kunnenverschillen voor de diverse achterassen.Daarom zijn ze onderverdeeld inverschillende servicecategorieën.Bekijk het typeplaatje om deservicecategorie voor de achteras vast testellen (1 of 2).

Typeplaatje achteras.

OliekwaliteitAls het olieniveau in de achteras te laagis, moet dit worden bijgevuld. Gebruik devolgende oliekwaliteiten volgens deservicecategorie:

Service-categorie

Olietype

1 Vul bij met SAE J 2360, APLGL-5 of transmissieolie 97312.

2 Vul alleen bij mettransmissieolie 97312 (geenminerale olie).

VerversingstermijnenDe olieverversingstermijnen voor deachteras kunnen sterk variëren,afhankelijk van de uitrusting van detruck, het gebruiksdoel waarvoor dezewordt ingezet, de aard van het gebiedwaarin wordt gereden, hetoliekwaliteitsniveau, het maximaaltoelaatbaar treingewicht etc. Neemcontact op met een erkende Volvo-garage om een onderhoudsschema vooruw specifieke truck te verkrijgen.

NBDe keuze van de oliekwaliteit is vaninvloed op de verversingstermijn.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

254 B 774595

Page 265: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

ViscositeitSelecteer de viscositeit overeenkomstighet schema.De temperatuurwaarden verwijzen naarconstante omgevingstemperaturen.

1) Bij rijden onder zware rijomstandigheden ofdikwijls rijden in heuvelachtige gebieden wordenSAE 80W-140, SAE 85W-140 of SAE 140aanbevolen

Oliepeil controlerenAls er olie lekt vanuit de achteras en/ofde naafreductie of als u niet zeker bentover het olieniveau in de achteras, houddan bij de controle rekening met hetvolgende:Een hefas moet worden neergelaten,indien van toepassing.

1 Reinig de directe omgeving rondomde niveau-/vulplug (1).

2 Verwijder de niveau-/vulplug (1) encontroleer of het olieniveau nabij derand van de vulopening staat.

3 Vul zo nodig olie bij.4 Breng de niveau-/vulplug (1) aan.

Als de vulplug een afdichtring heeft,moet deze worden vervangen.

1 Niveau-/vulplug

Naafreductie

Het olieniveau controlerenControleer het peil als de peilstreephorizontaal staat, met de tekst Oil Levelin leesbare positie. Vul bij met dezelfdeoliekwaliteit als in de achteras.

Niveauplug, naafreductie.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

255 B 774595

Page 266: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

StuurbekrachtigingVoor een correct functionerendestuurbekrachtiging is regelmatig checkenen zo nodig bijvullen van de olie vereist.

Vooras, oliepeil controleren1 Reinig de omgeving rondom de

vuldop en de oliepeilstok.2 Controleer het olieniveau. Met de

motor uit moet het niveau bij de max.markering op de oliepeilstok staan.

3 Vul zo nodig olie bij.

Bij sommige voertuigen met dubbeluitgevoerde stuursystemen zijn er tweereservoirs voor stuurbekrachtiging.

VerversingstermijnenGewoonlijk hoeft de olie van destuurbekrachtiging niet te wordenververst. Het filter moet echter bij eenreparatie worden vervangen.

Olie-aanbevelingenOliekwaliteitATF-olie, type Dexron III

Pomp voor kantelen vancabineOm de cabinekanteling goed te latenwerken, moet u het oliepeil in hetreservoir controleren en zo nodigbijvullen.Hydraulisch systeem ontluchten1 Zet de regelklep in de stand

"omlaag".

2 Pomp de hydraulische pomp 30 keer.

3 Stel de klep terug en pomp de cabineomhoog.

4 Stel de klep terug en pomp de cabineomlaag.

5 Controleer het olieniveau.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

256 B 774595

Page 267: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

Oliepeil controlerenControleer het olieniveau met de cabinein de rijstand.De olie en het filter hoeven alleen teworden vervangen in combinatie meteen reparatie.

1 Verwijder de afdekkap van de pomp.

2 Zet de pomphendel zover mogelijknaar achteren.

3 Kijk in de olievulopening, de oliemoet boven de zuiger staan.Vul zo nodig bij.

4 Sluit de vulplug.Breng de afdekkap aan.

NBVul nooit olie bij in het hydraulischsysteem terwijl de cabine is gekanteld.

Aanbevolen olieOliekwali

teitOlie verversen

Pompvoorkantelenvancabine

Hydraulische olie

BLV

Alleen in samenhangmet reparatie.

OpbouwZie de informatie van de opbouwer voorolieaanbevelingen en olieverversingenen voor overige informatie over hoe deopbouw functioneert. Wees zorgvuldigmet het niet vermengen vanverschillende typen hydraulische oliezonder eerst het hydraulisch systeemgereinigd te hebben of na de leveranciervan de hydraulische olie te hebbengeraadpleegd.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

257 B 774595

Page 268: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

Smering chassis en cabineHier worden de locaties van desmeerpunten op het chassis en decabine getoond.

Smering chassisDe smering van het chassis omvat desmering van alle smeernippels met eenvetspuit en het controleren of verversenvan de oliën.

Symbolen

Symbolen in het smeerschema

1 Motorolie2 Versnellingsbakolie of motorolie3 Achterasolie4 ATF-olie5 Hydraulische olie6 Remvloeistof of koppelingsvloeistof7 Smeervet

VetkwaliteitGebruik smeervet op basis van lithiummet EP-additief en consistentieklasseNLGI Nr. 2.

Kwaliteitsklasse koppelingsvloeistofGebruik remvloeistof die beantwoordtaan de norm DOT 4 (SAE J 1703).Als sprake is van extreem lagetemperaturen (onder -40 °C), gebruikdan de remvloeistof met het Volvo-onderdeelnr. 85113577. Dezeremvloeistof beantwoordt aan DOT 4. Hijis bovendien aangepast voor lagetemperaturen. Deze remvloeistof(onderdeelnr. 85113577) kan ookworden gebruikt als hetkoppelingspedaal bij temperaturen onder-20 °C langzaam en traag reageert.Houd er rekening mee dat eenremvloeistof die niet aan de DOT 4-normvoldoet, kan leiden tot beschadiging vande oliekeerringen en storingen in hetservosysteem.

Smeerschema

Actie

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

258 B 774595

Page 269: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Smering

A SmeringB Controle vloeistofniveauC Olieverversing en filtervervanging

Smeerpunt1 Remnok (één op elk wiel. Niet

meegeleverd met schijfremmen.)2 Cilinder, ashefsysteem (2 stuks)3 As, ashefsysteem (4 stuks)4 Roller, balansarmen (2 stuks)5 Roller, ashefsysteem6 Balansarmen (6 stuks) Smeer eerst

het smeermiddel in het midden totdatsmeer naar buiten treedt bij dekeerring of de uitstroomopening.Smeer dan beide anderesmeernippels totdat het vet naarbuiten treedt. De hefbare wielas moetin de hefstand staan bij het smerenvan de balansarmen.

7 Reservoir koppelingsvloeistof8 Pomp voor cabinekanteling9 Motor10 Reservoir voor stuurservo.11 Reservoir voor stuurservo bij

systemen met dubbele servo's(sommige uitvoeringen met 8x2 en8x4).

12 Handgeschakelde versnellingsbak13 Automatische versnellingsbak

14 Hydraulisch vloeistofreservoir(sommige uitvoeringen)

15 Achteras (2 stuks bij 6x4 en 8x4)16 Ashefsysteem (moet worden verlaagd

bij olieverversing of controle van hetoliepeil)

Let op: als het voertuig is uitgerust metdubbele voorassen (FAA20), moet deveerbout worden gesmeerd.De parkeerrem moet gelost zijn tijdenshet smeren, zodat het vet goed in deremnokken kan binnendringen (vantoepassing op voertuigen mettrommelremmen). Zet een wiel vast methouten blokken of een vergelijkbaarhulpmiddel, zodat het voertuig niet kanwegrollen tijdens deonderhoudswerkzaamheden.Naast de smeerpunten in hetsmeerschema moeten de afdichtingenen hendels regelmatig worden gesmeerdmet lichte motorolie.

NBZorg altijd dat elk smeerpunt goedgesmeerd is. Smeer totdat het nieuwe vetuittreedt en zichtbaar is. Als er geen vetnaar buiten komt, is er iets mis en moet ditdirect worden verholpen.

Smering cabine

Smeerpunten aan de cabine.

Smeerpunt Smering1. Slot en scharnier Vet, olie2. Bovenste treeplank Olie3. Onderste treeplank Olie4. Sleutelgat Slotolie5. Slotplaat,vergrendelnok

Petroleum

6. Sloten,bagageruimtepanelen

Petroleum

7. Cabinescharnier Vet

VetkwaliteitGebruik smeervet op basis van lithiummet EP-additief en consistentieklasseNLGI Nr. 2.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

259 B 774595

Page 270: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Luchtfilter

Luchtfilter

In het algemeen geldt het volgende:• Maak het filterelement van het

luchtfilter alleen los om te vervangen.• Reinigen van filterelementen is niet

toegestaan

Verwijder het filterpatroon niet voorinspectie, reiniging e.d. Stof- envuildeeltjes zullen in de schone kant vande motorinlaatsysteem terechtkomen alsu het filterpatroon losmaakt.Pogingen om te reinigen door schudden,schoonblazen e.d. hebben altijd eenverandering in de structuur van hetfilteroppervlak tot gevolg, waardoor deeffectieve werking afneemt.

VervangingsintervalNeem contact op met een erkendeVolvo-garage voor de correcteonderhoudstermijnen voor luchtfilters.

VoorfilterEr verschijnt een symbool op het displayals het voorfilter moet wordenvervangen. Vervang het voorfilterminstens eenmaal per 24 maanden.Als het symbool oplicht, controleer danof het net in de luchtinlaat niet verstopt isgeraakt.

Displaysymbool voor verstopt luchtfilter.

Net in luchtinlaat

Secundair filterHet secundaire filter wordt bij elke derdevervanging van het voorfilter vervangen.Reiniging van dit filter is niet toegestaan.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

260 B 774595

Page 271: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Koelsysteem

KoelsysteemKoelvloeistofniveau (onderservicepaneel)Het niveau voor een koude motor moettussen de min. en max. markeringen ophet expansiereservoir staan.Draai de vul- en drukdoppen met dehand goed vast.

VOORZICHTIGAls er koelvloeistof wordt gebruikt die nietvoldoet aan standaard 418-0001 van deVolvo Coolant Specification (VCS) , kan ditnadelige gevolgen hebben voor debescherming tegen corrosie. Anderemogelijke gevolgen zijn beschadiging vande motor en van het koel- enverwarmingssysteem.

Gebruik altijd koelvloeistof die isgoedgekeurd conform de norm 418-0001van de Volvo Coolant Specification(VCS). Deze koelvloeistof is teherkennen aan de gele kleur en isspeciaal afgestemd op Volvo-motoren.De koelvloeistof biedt een optimalevorstbeveiliging en voorkomt bovendienkalkaanslag en corrosie in het koel- enverwarmingssysteem.

NBVan belang is om 40 - 60 %geconcentreerde koelvloeistof in hetkoelsysteem aanwezig te houden, ook alser geen kans is op bevriezing. Dekoelvloeistof beperkt namelijk de corrosieen de vorming van aanslag.

Gebruik alleen dop (1) om te vullen. Het onderdeel(x) is een ontlastklep en moet niet worden gebruiktom te vullen.

Vorstbeveiliging met antivriesEen verdunning van geconcentreerdekoelvloeistof overeenkomstig VolvoCoolant VCS, of van koelvloeistof dievoldoet aan norm 418-0001 van de ,moet 40–60% geconcentreerdekoelvloeistof bevatten (zie tabel).

Vorstbescherming tot:

Percentagegeconcentreerdekoelvloeistof

-25°C 40%-30°C 46%-38°C 54%-46°C 60%

NBDe vorstbeveiliging is effectief tot eenbevriezingspunt van -46°C. Als het gehalteaan geconcentreerde antivries extra wordtverhoogd, verslechtert de beveiligingtegen bevriezing juist.

Elektrisch geschakeldeventilatorDe truck kan zijn uitgerust metelektrische ventilatoren en met elektrischgeschakelde ventilatoren aangedrevendoor de motor. Niet alleen detemperatuur van de koelvloeistof isbepalend voor de werking van deventilatoren. De ventilatoren kunnen oponverwachte tijden gaan draaien ofsneller gaan draaien.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

261 B 774595

Page 272: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Koelsysteem

NBDek de koeler nooit af. De motor isvoorzien van intercooler en is daaromextra gevoelig voor afdekking(oververhitting en verlies van vermogen).Dek daarom de koeler (laadluchtkoeler)niet af met platen, koelerlamellen of ietsdergelijks.

InlaatluchtkoelerIn de inlaatluchtkoeler kan zichcondensatie vormen. Bij gebruik van detruck onder koudeweersomstandigheden bestaat de kansop bevriezing van het condensaat.Om dit te voorkomen kunt u het aftapgatopenen.– Verwijder de schroef uit deinlaatluchtkoeler.Het gat kan permanent geopend zijn.

Aftapgat van de inlaatluchtkoeler

VerversingstermijnenNeem contact op met een erkendeVolvo-garage voor de correcteonderhoudstermijnen voor koelvloeistof.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

262 B 774595

Page 273: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remsysteem

LuchtdrogerDe luchtdroger zorgt ervoor dat vocht enolie aan de perslucht worden onttrokken,omdat deze anders storingen zoudenkunnen veroorzaken. De luchtdrogerwordt geregenereerd (gedroogd) doordateen bepaald percentage van deverpompte lucht via de drogerterugstroomt. De systeemdruk daalt alsdat gebeurt. Als de compressor eengrote hoeveelheid lucht heeft verpompt,kan hij al opnieuw starten voordat devereiste hoeveelheid lucht isteruggestroomd. In zo'n geval wordenachtereenvolgens een aantalcompressorbelastingen en -regeneratiesuitgevoerd totdat de vereistehoeveelheid lucht is teruggestroomd. Ditis volkomen normaal.

NBHet uitlaatgasreinigingssysteem verbruiktcontinu lucht. De compressor zal daaromregelmatig werken.

Luchtdroger controlerenControleer minstens eenmaal per weekof de hoofdtank en de circuittanks waterbevatten en controleer of hetbestuurdersinfodisplay waarschuwt voorvocht in de luchtdroger. Als een van detanks water bevat, laat het droogmiddeldan vervangen en laat de luchtdroger

controleren door een erkende Volvo-garage.Vervang het droogmiddel in deluchtdroger eenmaal per twee jaar ofzodra er een melding verschijnt op hetbestuurdersinfodisplay.Gebruik alleen originele Volvo-verpakkingen met droogmiddel, dezehebben een ingebouwd oliefilter.

Herstellen servicegegevensBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Ondrhdsgeg. reset

Bij vervanging van hetdroogmiddelvaatje moeten deonderhoudsdata voor de luchtdrogerworden gereset. Het resetten isuitsluitend toegestaan in combinatie metvervanging van het droogmiddelvaatje.Het menu wordt beveiligd met eenwachtwoord. Het wachtwoord dat hetvoertuig had toen het de fabriek verliet,wordt bij de specificaties aangegeven,zie Wachtwoord op pagina 266.

NBDe onderhoudsdata mogen uitsluitendworden gereset als een nieuwdroogmiddelvaatje is geplaatst.

NBGebruik geen antivries (alcohol) bij trucksmet een luchtdroger.

Lucht bijvullen vanuit eenexterne persluchttoevoerDe aansluiting voor het vullen metperslucht bevindt zich aan de achterzijdeof links op het chassis.Bij het vullen met perslucht, bijv. vanuiteen andere truck, moet altijd detestnippel met de markering SF (systemfill) op de aansluiting worden gebruikt.De toegevoerde lucht wordt zo gedroogd

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

263 B 774595

Page 274: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Remsysteem

en er kan geen vocht in het systeembinnendringen.Andere aansluitingen, gemarkeerd metPX2, PX3, PX4, zijn testaansluitingenvoor de remdruk op de achterassen.

De aansluiting voor het vullen met perslucht isgemarkeerd met SF.

RemvoeringenAan elke remklauw is een elektrischeslijtagesensor gemonteerd die degemiddelde dikte van beideremvoeringen registreert. Als het tijd isom de remvoeringen te vervangen, gaater een gele waarschuwingslamp brandenen wordt een foutcode opgeslagen. Deremblokken moeten dan wordenvervangen.

Slijtage-informatie op het displayBestuurdersinfodisplayOnderhoud

Remslijtage

De remblokslijtage wordt omgerekendnaar resterende rijafstand, deze waardekan worden afgelezen in hetbestuurdersinfodisplay.

Handmatig controlerenDe slijtage van de remvoeringen kan ookworden afgelezen via een slijtagepen dieaan de remklauwen is gemonteerd. Destrepen op de schaalverdeling gevenaan hoeveel er van de buitensteremvoering nog over is. Deze strepenkomen overeen met 25, 50, 75 en 100%van de remvoeringdikte. Bij een nieuweremvoering is er 20 mm zichtbaar op deslijtagepen. Wanneer er 4 mm van deslijtagepen zichtbaar is, moeten alleremvoeringen op de as wordenvervangen.

KalibrerenDe elektrische slijtagesensors worden bijde vervanging van remblokpenautomatisch gekalibreerd.

NBDe slijtage van de remvoeringen dient teworden afgelezen met behulp van deslijtagepen op het remjuk tijdens elkebasisservicebeurt, als complement op deelektronische sensor.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

264 B 774595

Page 275: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Hier vindt u bijvoorbeeld welke lampjes,banden en accu's u moet gebruiken alsdeze moeten worden vervangen.

AfstandsbedieningAccu: 3 V CR2032Lever de oude accu voor recycling in bijeen afvalinzamelpunt.Vervanging, zie De batterij in deafstandsbediening vervangen oppagina 219.

VerlichtingKoplampenLocatie Functie Verm

ogen(W)

Fitting

A Grootlicht 70 H1B Dimlicht 70 H7 LL HDC Richtingaan

wijzers21 PY21w

D Positieverlichting endagrijverlichting.

LED

E Mistverlichting

70 H7 LL HD

Koplampen

AchterlichtenAantal Functie Vermo

gen(W)

Fitting

1 Mistachterlicht 21 BA 15 s2 Achterlicht 5 BA 15 s3 Kentekenplaat

verlichting5 BA 15 s

4 Achteruitrijverlichting

21 BA 15 s

5 Richtingaanwijzers

21 BA 15 s

6 Remlicht 21 BA 15 s7 Achterlicht 5 BA 15 s8 Zijmarkeerlicht

Achterlichten

Overige verlichtingGloeilampen Verm

ogen(W)

Fitting

Richtingaanwijzers zijkant

- Led

Positieverlichting

- Led

Positieverlichting, cabinedak

- Led

Instapverlichting

10 BA 15 s

Werkverlichting Geel 35 H3PK22s

Werkverlichting Wit 70 H3PK22s

Dak,verstralers

10 BA 15 s

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

265 B 774595

Page 276: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Gloeilampen Vermogen(W)

Fitting

InterieurVerlichting

Portieren

5 BA 15 s

Aanstekerverlichting

1,2 E 15

Asbakverlichting

2 E 20

Kentekenverlichting

10 BA15s

Accu'sSpanningboordsysteem

24V

Accu aantal 2spanning 12 Vcapaciteit 170 of 225 Ah

Elektrolyt, soortelijkgewicht:volledig opgeladen accu 1,265-1,290

g/m3

half opgeladen 1,25 g/cm3

opladen noodzakelijk 1,20 g/cm3

WachtwoordBepaalde menu's in hetbestuurdersinfodisplay zijn beveiligddoor een wachtwoord.Bij aflevering van de truck vanaf defabriek• is het wachtwoord van de

wagenparkinstellingen: 0000• Resetten gebruiksgegevens: 0000• resetten onderhoudsdata: 5678

De wachtwoorden kunnen bij eenerkende Volvo-garage wordenaangepast.

Banden voor vervanging

BandmatenIn de tabellen in dit hoofdstuk staan degeschikte bandmaten vermeld voorvervangende banden.Een meer gedetailleerde beschrijving enreferentiegegevens voor bandmaten zijnverkrijgbaar via ETRTO, zie op http://www.etrto.org/.

Bandmaat LastindexEnkel/Dubbel

Bijbehorendeaslast (kg)Enkel/Dubbel

495/45R22.5 169 / - 11600 / -

Bandmaat LastindexEnkel/Dubbel

Bijbehorendeaslast (kg)Enkel/Dubbel

355/50R22.5 154 / - 7500 / -355/50R22.5 156 / - 8000 / -295/55R22.5 147 / 145 6150 / 11600385/55R22.5 158 / - 8500 / -385/55R22.5 160 / - 9000 / -295/60R22.5 149 / 146 6500 / 12000295/60R22.5 150 / 147 6700 / 12300315/60R22.5 152 / 148 7100 / 12600315/60R22.5 154 / 148 7500 / 12600315/60R22.5 154 / 150 7500 / 13400385/65R22.5 158 / - 8500 / -385/65R22.5 160 / - 9000 / -385/65R22.5 164 / - 10000 / -425/65R22.5 165 / - 10300 / -275/70R22.5 148 / 145 6300 / 11600275/70R22.5 152 / 148 7100 / 12600305/70R22.5 150 / 148 6700 / 12600305/70R22.5 152 / 150 7100 / 13400305/70R22.5 153 / 150 7300 / 13400315/70R22.5 152 / 148 7100 / 12600315/70R22.5 154 / 150 7500 / 13400315/70R22.5 156 / 150 8000 / 13400365/70R22.5 162 / - 9500 / -275/80R22.5 145 / 143 5800 / 10900

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

266 B 774595

Page 277: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Bandmaat LastindexEnkel/Dubbel

Bijbehorendeaslast (kg)Enkel/Dubbel

275/80R22.5 149 / 146 6500 / 12000275/80R22.5 148 / 145 6300 / 11600295/80R22.5 150 / 146 6700 / 12000295/80R22.5 150 / 148 6700 / 12600295/80R22.5 152 / 148 7100 / 12600295/80R22.5 152 / 149 7100 / 13000295/80R22.5 154 / 149 7500 / 13000315/80R22.5 154 / 150 7500 / 13400315/80R22.5 156 / 150 8000 / 13400315/80R22.5 158 / 150 8500 / 1340011R22.5 148 / 145 6300 / 1160012R22.5 152 / 148 7100 / 1260013R22.5 154 / 150 7500 / 1340013R22.5 156 / 150 8000 / 1340011.00R20 150 / 146 6700 / 1200012.00R20 154 / 149 7500 / 1300012.00R20 154 / 150 7500 / 1340012.00R20 156 / 150 8000 / 1340012.00R24 156 / 153 8000 / 1460012.00R24 160 / 156 9000 / 16000365/85R20 156 / - 8000 / -365/85R20 164 / - 10000 / -395/85R20 161 / - 9250 / -395/85R20 168 / - 11200 / -

Bandmaat LastindexEnkel/Dubbel

Bijbehorendeaslast (kg)Enkel/Dubbel

395/85R20 164 / - 10000 / -325/95R24 162 / 160 9500 / 18000325/95R24 164 / 160 10000 / 18000

SnelheidsclassificatieGebruik de volgende tabel om degeschikte snelheidsclassificatie(symbool) te vinden voor devervangende band.

Trucksnelheid SymboolMinder dan 80 km/h Laagste =

F80 km/h - 90 km/h Laagste =

G90 km/h - 100 km/h Laagste =

J100 km/h - 110 km/h Laagste =

K110 km/h - 120 km/h Laagste =

L120 km/h - 125 km/h Laagste =

M

Raadpleeg voor informatie over debandspanning de aanbevelingen van debandenfabrikant.

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

267 B 774595

Page 278: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Typeplaatjes, locaties1 Het chassisnummer is ingeslagen

aan de buitenkant van de rechterchassisbalk en staat ook vermeld ophet identificatieplaatje.

2 Het cabinenummerplaatje isaangebracht op de rechter B-stijl.

3 Het identificatieplaatje isaangebracht achter de frontklep.

4 De motoraanduiding is ingeslagenaan de linkerkant van het motorblokboven de startmotor (samen metaanvullende informatie over de ECUof het kleppendeksel).

5 Versnellingsbakplaatje (rechterkant,koppelingshuis).

6 Identificatieplaatje achteras.

Op de persluchttanks zijn typeplaatjesaangebracht, hierop staan vermeld:• Fabrikant• Onderdeelnummer• Serienummer• Maximale bedrijfsdruk• Maximale bedrijfstemperatuur• Minimale bedrijfstemperatuur• Tankinhoud

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

268 B 774595

Page 279: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties 11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

269 B 774595

Page 280: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Verklaring van overeenstemming

WijVolvo Lastvagnar AB

405 08 Göteborg

verklaren onder onze exclusieve verantwoordelijkheid dat het productVolvo type FMX, FM en FH uitgerust met reservewielhouder

type Mörchen, onderdeelnr. 1078342, 3962005, 20466002, 20466000voldoet aan de EU Machinerichtlijn 2006/42 en aan

de aanvulling op EU Richtlijn 95/16

Göteborg 2010 01 11 Joao Mendonca

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

270 B 774595

Page 281: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Specificaties

Certificaat voor Korea

Certificaat voor afstandsbediening, contactsleutelen draadloze CIOM.

Certificaat voor JapanDit apparaat is goedgekeurd volgens deJapanse wetgeving op het gebied vanradio-apparatuur en telecommunicatie.Aan dit apparaat mogen geenwijzigingen worden aangebracht. Naaanbrengen van wijzigingen voldoet hetapparaat niet langer aan degoedkeuringsvereisten.

Remsysteem

NBDe referentiewaarden zijn aangepast aande specificatie van de truck. Dezewaarden gelden uitsluitend voor de truckwaarvoor deze handleiding is bedoeld. Ziehet chassisnummer onderaan debladzijde.

Algemene waardenBeschrijving WaardeCompressor, maximaleuitschakeldruk

12,5 bar

Compressor, minimaleinschakeldruk

11 bar

Veiligheidsklep met vier circuits,minimale afsluitdruk

4,5 bar

Remsysteem, ontwerpdruk(garantiedruk)

10 bar

Referentiewaarden remkrachtenAs 1Remdruk (Bar) 1 2 3 4Minimaal vereisteremdruk (kN) 5,3 12,6 20,1 28,0

As 2Remdruk (Bar) 1 2 3 4Minimaal vereisteremdruk (kN) 4,7 11,4 18,2 25,3

11ON

DERH

OUD

EN S

ERVI

CE

271 B 774595

Page 282: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Page 283: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

12

ACTIE IN NOODGEVALLEN

Page 284: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Evacuatie in een noodgeval

Evacuatie in eennoodgevalIn een noodsituatie kan het noodzakelijkzijn dat u de truck snel verlaat. Als deportieren niet kunnen worden geopend,kunt u de cabine ook via het dakraamverlaten.

Openen in een noodsituatieGebruik de noodhamer om het glas inhet dakraam kapot te slaan. Denoodhamer is aan de zijkant van de stoelaangebracht.

Montagelocatie van noodhamer.

Maak het glas in het dakraam kapot.

VOORZICHTIGAls op het dak van de truck uitrustingwordt bevestigd, moet deze zodanig zijnaangebracht dat de ontsnappingsroute viahet dakraam niet wordt gehinderd.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

274 B 774595

Page 285: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Servicepaneel, openen in een noodsituatie

Servicepaneel, openen ineen noodsituatieAls het vergrendelde servicepaneel nietmet de afstandsbediening, sleutels ofdeurkruk kan worden geopend, kunt u deopeningsdraad voor noodsituatiesgebruiken om het paneel handmatig teopenen.De handgreep aan de kabel voor openenin een noodgeval zit aan de binnenkantvan het paneel onder deuitbreidingbergruimte in het midden vanhet dashboard. De fleshouder en de vierschroeven waarmee het paneel isvastgezet, moeten worden losgedraaidom bij de handgreep te kunnen komen.Trek vervolgens aan de handgreep omhet veiligheidsslot te openen.

NBDe handgreep aan de draad voor openenin een noodgeval is klein, u hebt daarommogelijk een tang nodig.

1 Draai de schroeven los

2 Trek aan de handgreep

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

275 B 774595

Page 286: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Slepen

SlepenAls bediening van de truck problemenoplevert, moet deze wellicht naar eengarage worden gesleept. In dat gevalmoeten eerst enkelevoorzorgsmaatregelen worden genomen.Procedures vooraf aan slepen• Verwijder de aandrijfas.• Breng de sleepbeugel en de

sleepbout aan.• Blokkeer de wielen met wielkeggen.• Geef de parkeerrem mechanisch vrij,

zie Vrijgeven parkeerrem oppagina 282.

• Zet TCS uit. Dit systeem kan andersactiveren en zo de truck ontkoppelenvan het sleepvoertuig, zie TCSuitschakelen op pagina 129.

NBDe parkeerrem wordt automatischbekrachtigd wanneer de contactsleutel inde stand "0" wordt gedraaid.

Gebruik een trekstang.De stuurbekrachtiging functioneert niettijdens het slepen, hetgeen inhoudt datde vrachtwagen zwaar stuurt.

VOORZICHTIGAls bij slepen de aangedreven wielencontact houden met de grond, moet deaandrijfas altijd worden verwijderd. Als deaandrijfas niet wordt verwijderd zal deversnellingsbak beschadigd raken.

WAARSCHUWINGGebruik altijd een trekbeugel en trekboutbij het slepen. Sleep nooit aan de voorstebescherming tegen overrijden. Debescherming tegen overrijden is nietgeconstrueerd voor dat soort krachten.

NBOmhoog brengen met de krik in deonderrijbeveiliging is niet toegestaan.

Monteer een trekbeugel entrekboutGebruik de sleepbeugel (1) en desleepbout (2) om te slepen.1 Pak de sleepbeugel en de sleepbout.

Deze bevinden zich in de bergruimteof achter de stoelen.

2 Haal de sleepbeugel en de sleepboutlos van elkaar.

3 Verwijder de afdekplaten van degrille. Gebruik eensleufschroevendraaier.

4 Draai de sleepbeugel in.5 Koppel de trekstang aan.6 Koppel de trekstang aan de

sleepbeugel.7 Zet de sleepbout vast met de

pen (3).

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

276 B 774595

Page 287: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Slepen

Afdekkap voor sleepbeugel.

Sleepbeugel.

Sleepbout en borgpen.

WAARSCHUWINGDe trekbeugel mag alleen worden gebruiktbij slepen op de weg. Hij is nietgeconstrueerd voor bergingsdoeleinden.

NBElk sleepoog kan in de vooruitrichtingworden belast met de helft van het brutovoertuiggewicht van de truck.

Trekken achterwaartsTrek aan de achteras, de achtersteveerbevestiging of trekhaak vooraanhanger.

Trekken zijwaartsKies een trekpunt bij de bevestiging vande as, bijvoorbeeld de veer- ofreactiestangbevestiging. Anders kan hetframe worden blootgesteld aan zodanigegrote belastingen dat het wordtverbogen.

VOORZICHTIGTrek niet aan de stabilisatorstang of dereactiestang.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

277 B 774595

Page 288: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Luchtvering in vergrendelde modus

Luchtvering ingeblokkeerde standAls de luchtvering niet goed functioneertkan deze in een geblokkeerde modusworden geplaatst waarmee deautomatische hoogte-instelling isuitgeschakeld.

NBLaat de truck zo snel mogelijk controlerenin een erkende Volvo-garage. U kunt welnaar de garage rijden.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

278 B 774595

Page 289: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten in een noodgeval

Starten met startkabelsAls de accu's van de truck volledigontladen zijn, kan elektrischeondersteuning door een ander voertuigof andere accu's noodzakelijk zijn.Gebruik altijd een ander voertuig ofandere accu's om de motor te helpenstarten.1 Draai de contactsleutel naar de stand

0.2 Controleer of de hulpaccu beschikt

over 24 V totale spanning of 24 Vboordspanning.

3 Zet de motor van het "hulpvoertuig"uit en zorg dat de voertuigen elkaarniet raken.

4 Sluit de aansluitklem van de rodekabel aan op de pluspool van dehulpaccu. De pluspool is aangeduidmet een rode kleur, met P of met +.

5 Sluit de andere klem aan de rodekabel aan op de pluspool van deaccu op het te starten voertuig. Depluspool is aangeduid met een rodekleur, met P of met +.

6 Sluit de ene aansluitklem van dezwarte kabel aan op de minpool vande hulpaccu, gemarkeerd met blauw,N of -.

7 Sluit de andere klem aan de zwartekabel aan op een locatie, dus een

massapunt, op enige afstand van deaccu aan het te starten voertuig.

8 Start de motor van het "hulpvoertuig".Laat de motor paar minuten draaienmet een wat hoger toerental danstationair (ongeveer 1000 omw/min).

9 Start de motor van het anderevoertuig.

10 Verwijder de klem aan de zwartekabel van het massapunt.

11 Verwijder de klem aan de zwartekabel van de minpool aan dehulpaccu.

12 Verwijder de rode kabel.

VOORZICHTIGEr mag geen starthulpsysteem wordenaangesloten, deze kunnen zeer hogespanningspieken produceren die danschade aan regeleenheden toebrengen.

NBNadat de truck is gestart met destartkabels, moet de accu wordenopgeladen met een acculader. Volledigopladen van de accu neemt ongeveer 20uur in beslag. De dynamo kan de accunooit tot 100% opladen, onder gunstigeomstandigheden wordt een maximaalniveau van 90% gehaald.

NBDe accu bevat accuzuur, een corrosieveen giftige vloeistof. Van belang is daaromdat met de accu op een milieukundigverantwoorde wijze wordt omgegaan. EenVolvo-garage kan u hierbij helpen.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

279 B 774595

Page 290: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Starten in een noodgeval

WAARSCHUWINGDe accu's bevatten het zeer explosieveknalgas. Als de startkabels verkeerdworden aangebracht of deze tijdens hetstarten worden bewogen, kan gemakkelijkeen vonk ontstaan die het accugas doetexploderen. Dit kan ernstig letsel enschade toebrengen. De accu bevatzwavelzuur, deze vloeistof kan ernstigebrandwonden toebrengen en materiëleschade door corrosie. Spoel met rijkelijkveel water als het zwavelzuur in contactkomt met de ogen, huid of kleding. Als devloeistof in de ogen spat, roept dan directmedische hulp in. Sta niet gebogen overde accu's.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

280 B 774595

Page 291: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

EHBO en hulpmiddelen voor verkeerswaarschuwing

Waarschuwingsartikelenen ehbo-doosDe truck is uitgerust met tweegevarendriehoeken. Deze bevinden zichin de bagageruimte aan weerszijden vande truck. Sommige trucks zijn tevensuitgerust met een EHBO-set, eenwaarschuwingslamp en reflecterendeveiligheidsvesten.

Stoppen langs de wegGebruik het waarschuwingsvest en degevarendriehoek als de truck door eentechnische storing langs een drukke wegmoet worden stilgezet.De gevarendriehoek moet op minstens200 meter afstand achter de truckworden geplaatst. Gebruik het vest.Wees bedacht op uw veiligheid. Rond

een stilstaande truck lopen langs eendrukke weg is uiterst gevaarlijk. Neemgeen onnodige risico's.Neem contact op met Volvo ActionService. Zij hebben de apparatuur en dekennis om u te helpen.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

281 B 774595

Page 292: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Vrijgeven parkeerrem

De parkeerrem vrijgevenAls u de motor van de truck niet kuntstarten of als er sprake is van eenelektrische storing, moet de parkeerremworden vrijgegeven zodat de truck kanworden verplaatst.Er zijn drie manieren om de parkeerremvrij te geven.• In geval van een motorstoring kan

het luchtdruksysteem worden gevuldmet lucht vanuit bijv. een anderetruck.

• Bij een elektrische storing kan deparkeerrem handmatig wordenvrijgegeven.

• De belasting in de parkeerremverenkan langs mechanische weg wordenopgeheven.

GEVAARBlokkeer altijd de wielen voordat u deparkeerrem vrijgeeft.

Het luchtdruksysteem vullen metluchtDe aansluiting voor het vullen metperslucht bevindt zich aan de achterzijdeof links op het chassis.Bij het vullen met perslucht, bijv. vanuiteen andere truck, moet altijd detestnippel met de markering SF (systemfill) op de aansluiting worden gebruikt.

De toegevoerde lucht wordt zo gedroogden er kan geen vocht in het systeembinnendringen.Andere aansluitingen, gemarkeerd metPX2, PX3, PX4, zijn testaansluitingenvoor de remdruk op de achterassen.

De aansluiting voor het vullen met perslucht isgemarkeerd met SF.

Vrijgeven ingeval van eenelektrische storingBij sommige elektrische storingen wordtde elektrisch bediende parkeerrem nietvrijgegeven. Als er perslucht in hetsysteem aanwezig is, kan hij handmatigworden vrijgegeven.Blaas in de nippel zoals aangeduid in deafbeelding, bijvoorbeeld met eenpersluchtpistool. Hiermee wordt het

ventielpennetje weggedrukt en wordt deparkeerrem vrijgegeven.De parkeerrem kan opnieuw wordengeactiveerd door de lucht via dezelfdenippel uit het systeem te latenontsnappen.

Locatie van luchtdroger.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

282 B 774595

Page 293: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Vrijgeven parkeerrem

Mechanisch vrijmaken van deparkeerremSchroef de bout of moer los met debetreffende sleutel van degereedschapsuitrusting totdat de rem isvrijgegeven. De schroef komt helemaalnaar buiten en/of er is een rodemarkering zichtbaar.

NBSommige trucks zijn uitgerust metparkeerremcilinders aan de voor- enachteras.

NBVul de parkeerremtanks altijd bij met lucht,als die beschikbaar is, en los deparkeerrem om de moer makkelijker telaten draaien. Dat spaart de remcilindervoor onnodige slijtage.

VOORZICHTIGGebruik geen moersleutel, de cilinder kandan worden beschadigd.

De schroef komt ongeveer 80 mmnaar buitenDraai de schroef handmatig los met dehiervoor bedoelde sleutel in degereedschapuitrusting tot deze stuit(weerstand neemt toe). De schroef komtca. 80 mm uit de remcilinder. Draai deschroef na het slepen met de hand terug.

Draai ongeveer 80 mm.

De schroef komt ongeveer 35 mmnaar buitenDraai de schroef handmatig los met dehiervoor bedoelde sleutel in degereedschapuitrusting tot deze stuit(weerstand neemt toe). De schroef komtca. 35 mm uit de remcilinder. Draai deschroef na het slepen met de hand terug.

Draai ongeveer 35 mm.

Alleen de moer is te zienBij het losdraaien van de moer komt eenrode kunststof knop middenop de moernaar buiten. Na ongeveer 4 slagen is

deze helemaal naar buiten gekomen,maar er kunnen in totaal ongeveer 45slagen nodig zijn om de rem helemaalvrij te geven.Na het slepen: draai de moer terug totdatde rode kunststof knop helemaal is naarbinnen is gekomen.

Rode kunststof knop.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

283 B 774595

Page 294: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Defect in parkeerremhendel

Defect inparkeerremhendelBij een defect in de parkeerremhendelkan de rem niet worden gebruikt. Ookverschijnt hiervoor een melding op hetbestuurdersinfodisplay.Noodbediening parkeerrem:• Bij een rijsnelheid van minder dan

7 km/u wordt de parkeerremautomatisch bekrachtigd.

• Het parkeerremsymbool op hetdashboard knippert tijdens het rijden.

Om de truck te kunnen verplaatsen,wordt de rem tijdens het rijdenautomatisch vrijgegeven. Er is danechter een hoog koppel vereist, watzorgt voor onnodige slijtage van dekoppeling en in de aandrijflijn. Deparkeerrem wordt automatischbekrachtigd zodra de rijsnelheid minderis dan 7 km/u.

GEVAARControleer altijd of het symbool voorbekrachtigde parkeerrem constant brandtvoordat u de cabine verlaat.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

284 B 774595

Page 295: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Werking in een noodgeval, versnellingsbak

Actie bij defect aan deversnellingsbakAls een defect aan de versnellingsbakoptreedt waardoor de truck niet kanrijden, moet u de Limp home-functieactiveren om via de kortste weg naarhuis of naar een garage te rijden.Het activeren van Limp home gebeurt alsvolgt:1 Zet de versnellingspook in stand N.2 Houd L op de afdekking van de

schakelhendel ingedrukt en verplaatsde versnellingspook tegelijkertijdnaar A.De Limp home-functie is nugeactiveerd.

3 Verplaats de versnellingspook naarde stand M.

4 Selecteer de versnellingen met de +/-knop op de versnellingspook.

Als de Limp home-functie eenmaal isgeselecteerd, is rijden niet mogelijk metde schakelhendel in stand A. Alleen devooruitversnellingen 1, 3 en 5 enachteruitversnelling 1 kunnen wordengebruikt. Schakelen is alleen mogelijkterwijl de truck stilstaat.

U hoeft de L-knop niet nogmaals in tedrukken als u wisselt tussen de modi Men R.De Limp home-functie wordtuitgeschakeld zodra u het contact uitzet.

NBGebruik de functie alleen voor korteafstanden.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

285 B 774595

Page 296: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Versnellingsbak, starten zonder luchtdruk

Versnellingsbak, startenzonder luchtdrukDe motor kan alleen gestart worden alsde versnellingsbak in neutraalstand staat(N). Als de motor wordt uitgezet terwijlde luchtdruk lager is dan hetwaarschuwingsniveau en deversnellingsbak niet in neutraalstandstaat, gebeurt het volgende:• De versnellingsbak kan niet naar N

worden geschakeld zonder luchtdruk• De motor kan niet gestart worden

ActieVul het systeem met lucht uit eenexterne bron om de versnellingsbak inneutraalstand, N, zie Hetluchtdruksysteem vullen met lucht oppagina 282, te kunnen zetten.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

286 B 774595

Page 297: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

Noodfunctie van remsysteem

NoodfunctieAls een storing optreedt in de elektrischebediening van de remdruk, is het nogsteeds mogelijk om de truck af teremmen. Een ingebouwde noodfunctievormt een – volledige of gedeeltelijke –garantie voor de remprestaties. Hij werktop een pneumatisch gecontroleerdewijze. Het rempedaal moet dan dieperworden ingetrapt dan normaal en er ismogelijk meer pedaalkracht vereist omdezelfde remkracht als voorheen teverkrijgen. De noodfunctie schakeltonder andere het ABS-systeem uit,geheel of gedeeltelijk, afhankelijk vanwaar de storing is opgetreden.Als de functionaliteit voor EBS verlorenis gegaan, gaat het STOP-lampje aan enblijft dit met een constante rode gloedverlicht. Ook toont hetbestuurdersinfodisplay hiervoor eenmelding.

12AC

TIE

IN N

OODG

EVAL

LEN

287 B 774595

Page 298: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

A

Aandrijfriemen, onderhoud ............... 237ABS .................................................. 132AC ...................................................... 89ACC .................................................. 139Accu's vervangen, Vervangingvan accu's ........................................ 238Accuspecificatie ............................... 266Achteras, olieaanbevelingen ............ 254Achteras, onderhoud ........................ 254Achteruitrijsignaal ............................... 42Achteruitversnellingen ...................... 124ACM ................................................. 244Adaptieve cruise control ................... 139AdBlue, maatregelen bij morsen ...... 109AdBlue .............................................. 202AdBlue-meter ..................................... 57AdBlue-tank, reinigen ....................... 235Afdekplaat, front ................................. 50Afstandsbediening, batterijtype ........ 265Afstandsbediening, de batterijvervangen ........................................ 219Afstandsbediening, ontgrendelen ....... 48Aftappen van de brandstoftank ........ 235Airconditioning .................................... 89Alarm, paniekalarm ............................ 48Alternatieve frequentie (AF) ............. 183Alternatieve rijhoogte ............... 157, 158Aluminium velgen, verzorging .......... 217Antislipfunctie ................................... 128Antivries ........................................... 261APM (luchtdroger, controleren) ........ 263Asymmetrisch dimlicht ..................... 224ATS .................................................. 206

Audio-instellingen ............................. 191Audiosysteem, overzicht .................. 180Automatisch inschakelen vansperdifferentieel ................................ 135Automatisch schakelen .................... 122AUX, connector ................................ 190

B

Bagageruimte ..................................... 98Banden vervangen ........................... 266Banden voor vervanging .................. 266Banden, onderhoud .......................... 227Banden, vervangen .......................... 266Bandspanning .................................. 227Batterij voor rookdetector ................... 39Batterijvervanging,afstandsbediening ............................ 219Bed ..................................................... 94Bediening, I-Shift .............................. 118Bedieningselementen in stuurwiel ...... 74Bedieningspaneel in portier,vergrendeling ..................................... 47Bericht, bestuurdersinfodisplay .......... 66Bestuurdersinfodisplay, menu ............ 63Bestuurdersinfodisplay ....................... 63Bestuurdersstoel ................................ 92Bij moeilijk wegrijden ........................ 126Bijrijdersstoel ...................................... 92Bijwerken, software ............................ 68Biodiesel ................................... 199, 200Bluetooth, aansluiting van eenapparaat ........................................... 192Bluetooth, streamen van audio ........ 193Boordcomputer, terugstellen .............. 65Boordcomputer ................................... 64

Brake blending ................................. 129Brandblusser ...................................... 41Brandstof tanken .............................. 109Brandstof .......................................... 198Brandstoffilter, vervanging ............... 234Brandstofmeter ................................... 57Brandstofsysteem, onderhoud ......... 234Brandstofsysteem, ontluchten .......... 234Brandstoftanks, aftappen ................. 235Brandstoftoevoegingen .................... 199Buitenspiegel voorkant ..................... 216Buitenspiegels, verwarmd .................. 81Buitentemperatuur .............................. 58

C

Cabine, interieur reinigen ................. 217Cabinereiniging ................................ 215Cabinesmering ................................. 259CC .................................................... 137CCIOM ............................................. 244CCM ................................................. 245Cd-speler .......................................... 186Centrale vergrendeling,afstandsbediening .............................. 48Centrale vergrendeling,bedieningspaneel in portier ................ 47Chassis reinigen ............................... 216CIOM ................................................ 245Collision Warning withEmergency Brake(waarschuwing aanrijding metactivering noodstoprem) ................... 149Condensatie in de inlaatluchtkoeler . 262Contactslotstanden, contactsleutel .. 102Controle op systeemwerking ............ 204

Page 299: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

Controleren wielremmen .................. 133Controles voor de rit ......................... 104Controlesymbolen .............................. 59Cruise control, intelligente ................ 139Cruise control ................................... 137CW-EB ............................................. 149

D

Dagelijkse controles ......................... 104Dagrijverlichting DRL(lichtschakelaar) ................................. 82Dagrijverlichting .................................. 82Dagteller, terugstellen ........................ 56Dagteller ............................................. 58Dakraam ............................................. 97DDM ................................................. 245De accu bevestigen .......................... 240De cabine kantelen .......................... 213De motor starten .............................. 106Diagnose ............................................ 67Dieselbrandstof tanken .................... 109Dieselbrandstof ................................ 198Dieselroetfilter, ATS ......................... 206Dieseltoevoegingen .......................... 199Display-instellingen ............................ 65Displaymenu ...................................... 63Draaien met stationair toerental ....... 107Druppelladen .................................... 240DTC (storingscode) ............................ 67

E

EBS .......................................... 132, 287ECO ................................................. 119Economy/Power (E/P) ...................... 119

Economy-programma ....................... 123ECU .................................................. 268Een apparaat koppelen viaBluetooth .......................................... 192Een mobiele telefoon koppelen ........ 192Een vastgelopen truck vrij krijgen .... 126Eenheden, weergave ......................... 66EHBO ............................................... 281Elektrisch lassen .............................. 239Elektrisch systeem, onderhoud ........ 238Elektrische aansluiting ....................... 95Elektrische accessoires, aansluiten . 243Elektrolytniveau ................................ 242Elektronisch stabiliteitsprogramma .. 132EMS ................................................. 245EOM (zijmarkeerlicht) ....................... 221ESC (Electronic StabilityControl = elektronischestabiliteitscontrole) ........................... 132ESP .................................................. 132Euro 6 ............................................... 202Evacuatie in een noodgeval ............. 274

F

FAME ....................................... 199, 200FAS .................................................. 244Favoriete weergave ............................ 64Favoriete weergaven .......................... 64FCIOM .............................................. 244FCW ................................................. 146FLS ........................................... 142, 147Forward collision warning(waarschuwing aanrijding metvoorligger), adaptieve cruise control 141

Forward Collision Warning(waarschuwing aanrijding metvoorligger) ........................................ 146Forward collision warning(waarschuwing aanrijding metvoorligger) ........................................ 146Forward collision warning withemergency brake(waarschuwing aanrijding metvoorligger met activeringnoodstoprem) ................................... 149FRC .................................................. 244Frontklep, afsluitbaar front ................. 50Frontklep, afsluitbaar .......................... 50Functie 'mute'(geluidsonderdrukking) voortelefoongesprekken .......................... 191Functiestanden ................................. 102

G

Gebruiksgegevens, terugstellen ......... 65Gebruiksgegevens ............................. 67Gereedschap .................................... 211Gewicht op de trailer ........................ 174Gloeilampen, vervangen .................. 221Gordelcontrolelampje ......................... 38Gordijn ................................................ 96Grootlicht, schakelaar ........................ 82Grootlicht/dimlicht ............................... 82

H

Handmatig schakelen ....................... 124Handsfree bellen via Bluetooth ........ 194Handsfreetelefoon ............................ 194

Page 300: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

HD .................................................... 120Heavy Duty-programma ................... 123Hellingstarthulp ................................ 131Het chassis reinigen ......................... 216Het laadgewicht terugstellen ............ 174Het platform vrijmaken ..................... 127Het stuurwiel instellen ........................ 74Het stuurwiel verstellen ...................... 74HLVA .................................................. 82Hogedrukreiniging ............................ 215HOLD-functie, luchtvering ................ 169Hoofdschakelaar inafstandsbediening .............................. 49Hoofdschakelaar .............................. 103Hoofdzekeringen .............................. 244Hulpremmen, hendel .......................... 80Hulpremmen ..................................... 129Hulpverlichting .................................... 82Hydraulisch systeem ontluchten.................................................. 214, 256Hydraulisch systeem,ontluchten ................................. 214, 256

I

In de was zetten ............................... 217Informatiedisplay voorbestuurder, navigeren ........................ 63Infotainment, overzicht ..................... 180Inlaatluchtkoeler ............................... 262Inleiding ................................................ 2Inrijden ................................................. 4Inspectie voor de rit .......................... 104Instapverlichting, vervangen ............ 223Instellingen, opgeslagen .................... 73Instructies voor starten ..................... 121

Instrumenten, schakelaars enhendels, overzicht .............................. 54Instrumentensymbolen ....................... 59Instrumententest ................................ 67Instrumentenverlichting, nacht ........... 82Instrumentenverlichting ...................... 82Instrumentstoring ............................... 62Interieurverlichting .............................. 91Intervalwissen, voorruit ...................... 76iPod, connector ................................ 188IS ...................................................... 120I-See ................................................. 116I-Shift, algemeen .............................. 111I-Shift, bediening .............................. 118I-Shift, softwarepakketten ................. 111

K

Kantelen van cabine ......................... 213Kentekenplaat, lamp vervangen ....... 223Kerosine voor vliegtuiggebruik ......... 200Klimaatinstallatie, luchtfiltervervangen ........................................ 233Klimaatinstallatie, onderhoud ........... 233Klimaatregelsysteem .......................... 86Klok .................................................... 58Knippercodes ................................... 203Koelmiddel ....................................... 261Koelsysteem ..................................... 261Koelventilator ................................... 261Koelvloeistof, controleren ................. 261Koplampen, gloeilamp vervangen .... 221Koplampen ......................................... 82Koplampglas, reinigen ...................... 216Koplampsproeier ................................ 77Koppeling ......................................... 121

Koppelingsinrichting, controleervoordat u gaat rijden ........................ 168

L

Laadgewicht ..................................... 174Lakschade ........................................ 225Lakverzorging ................................... 217Lane Keeping Support(rijstrookondersteuning) ................... 153Lane keeping support(rijstrookondersteuning) ................... 153Lassen .............................................. 239Lastindicator, kalibreren ................... 174Lastindicator ..................................... 174Laterale stabiliteit tijdens kiepen ...... 172LECM ............................................... 245Lichtschakelaar .................................. 82Lichtschakelaars ................................ 82Lijst met telefooncontacten .............. 194Limp home (noodloopfunctie) ... 120, 285Linksrijdend verkeer,niveauregeling dimlicht ..................... 224LKS .................................................. 153Lucht bijvullen, externe toevoer ....... 263Luchtdroger, controleren .................. 263Luchtdruk, I-Shift ...................... 106, 121Luchtfilter, filter vervangen ............... 260Luchtfilter, vervanging ...................... 260Luchtkwaliteit in de cabine ................. 90Luchtvering in vergrendelde modus . 278Luchtvering, contact uitgezet ........... 173Luchtvering, laden en lossen ........... 169Luchtvering ....................................... 155LVD-systeem ........................................ 4

Page 301: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

M

Mediaspelers .................................... 188Menu, bestuurdersinfodisplay ............ 63Menu, infotainment ........................... 181Meters, bestuurdersinfodisplay .......... 63Microfoon, aan/uit ............................. 195Mistlicht .............................................. 82Mobiele telefoon, een oproepoverzetten ........................................ 195Mobiele telefoon, handsfree ............. 194Mobiele telefoon, koppelen .............. 192Motor schoonmaken ......................... 217Motor, olie-aanbevelingen ................ 250Motorkoppel, regeling ....................... 130Motorolie, vullen ............................... 251Motorrem .................................. 125, 126Motortoerental, stationair ................. 107Muskietennet, dakraam ...................... 97

N

Nacht, instrumentenverlichting ........... 82Navigeren op het display .................... 63Niveaumeter, AdBlue ......................... 57Niveaumeter, brandstof ...................... 57Noodfunctie, EBS ............................. 287Noodhamer ...................................... 274

O

Oliën ................................................. 249Onderhoudsgegevens, reset van ....... 68Onderste slaapbank ........................... 94Ontkoppeling .................................... 125Opbergen ........................................... 98

Openen in een noodsituatie,servicepaneel ................................... 275Opladen bij lage temperatuur ........... 240Opschakelen, voorkomen ................ 125Opschakelen/terugschakelen ........... 119Opwarmen ........................................ 106

P

Paniekalarm in afstandsbediening ..... 48Paniekremhulp ................................. 132Parkeerrem, hendel defect ............... 284Parkeerrem, vrijgeven ...................... 282Parkeerrem ........................................ 77Parkeren met een trailer ..................... 79PCCU ............................................... 244PDM ................................................. 245Performance-programma ................. 123Persoonlijke instellingen ..................... 73Petroleum/kerosine .......................... 199Platform, vrijmaken .......................... 127Poetsen ............................................ 217Poly-V ............................................... 237Pomp voor kantelen van cabine,onderhoud ........................................ 256Portier, bedieningspaneel .................. 81Portierverlichting ................................ 91Positieverlichting cabinedak,vervangen ........................................ 223Positieverlichting ................................ 82

R

Raambediening .................................. 81Radio, AM/FM .................................. 182Radio, automatisch afstemmen ........ 182

Radio, EON (Enhanced OtherNetworks) ......................................... 184Radio, handmatig afstemmen .......... 182Radio, RDS-functies ......................... 183Radioregio ........................................ 184RCIOM ............................................. 244RDS-functies .................................... 183Recirculatie van lucht ......................... 90Referentiewaarden remkrachten ...... 271Regeling sperdifferentieel ................ 135Regeneratie roetfilter ........................ 206Reinigen in voertuigwasinstallaties .. 216Reinigen radiateur ............................ 215Reinigen van cabine ......................... 215Reiniging parkeerstandkoeling ......... 215Reiniging van uitlaatgassen SCR ..... 202Relais ............................................... 247Rembeveiliging, adaptievecruise control .................................... 142Remkrachten .................................... 271Remmen controleren ........................ 133Remprogramma ......................... 80, 123Remslijtage ...................................... 264Remsysteem, noodfunctie ................ 287Remsysteem, onderhoud ................. 263Remtemperatuur .............................. 132Remvoeringen .......................... 132, 264Remvoeringslijtage ........................... 132Reservewiel ...................................... 164Retarder ........................................... 129Richtingaanwijzer, hendel .................. 76Richtingaanwijzerhendel .................... 76Rijden met een truck metluchtvering ........................................ 157Rijhoogte .......................................... 158

Page 302: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

Rijmodi ............................................. 123Rijprogramma ................................... 123Rijrichting, EBS ................................ 127Rijsnelheidsafhankelijkgeluidsvolume .................................. 191Roetfilter ........................................... 206Rookmelder ........................................ 39Rugleuning, neerklappen ................... 92Ruitverwarming .................................. 89

S

Schakelaar ......................................... 83Schakelen, automatisch ................... 122Schakelen, handmatig ...................... 124Schakelhendel, naar voren kantelen 119Schakelhendel .................................. 118Schakelhendelvergrendeling ............ 118Schijnwerper ...................................... 82Schokkend wegrijden ....................... 126SCR reiniging van uitlaatgassen ...... 202Secundair display, bedieningspaneel . 71Secundair display, hoofdmenu ........... 72Secundair display ............................... 71Serviceluik, openen in eennoodsituatie ...................................... 275Servicepaneel, openen in eennoodsituatie ...................................... 275Servicestand, parkeerrem .................. 78SID (secundair display) ...................... 71Slepen .............................................. 276Sleutelstanden ................................. 102Smering cabine ................................ 258Smering chassis ............................... 258Smering ............................................ 249Sneeuwkettingen .............................. 232

Snel lossen of laden ......................... 172Snelheidsmeter .................................. 57Snelheidsoverschrijding, wijzigen .... 138Software bijwerken ............................. 68Softwarepakketten ........................... 111Sperdifferentieel, automatischinschakelen ...................................... 135Sperdifferentiëlen, handmatigbediend ............................................ 135Spiegels, elektrisch bediende ............ 81Spraakbediening, telefoon ............... 195Spraakbediening .............................. 193Sproeier, koplampen .......................... 77Sproeier, voorruit ................................ 77SRS .................................................. 245Starten met startkabels .................... 279Starten op hellingen ......................... 131Stationair draaien ............................. 107Stationair motortoerental,permanent wijzigen .......................... 107Stoelen ............................................... 92Stoelinstellingen, bijrijdersstoel .......... 92Stoelinstellingen ................................. 92Storingen afhandelen, hulpremmet ABS-storing ............................... 130Streamen van audio ......................... 193Stroomvoorziening ........................... 102Stuurbekrachtiging, olieniveauvooras .............................................. 256Stuurwiel, bediening ........................... 74Stuurwielbediening ............................. 74Symbolen in hetbestuurdersinfodisplay ....................... 68Symbolen in instrumentenpaneel ....... 59

T

TA ..................................................... 183Taalinstelling, weergave ..................... 65TCS uitschakelen ............................. 129TCS .......................................... 128, 276TECU ............................................... 245Telefoon, een inkomende oproep .... 194Telefoon, een oproep overzetten ..... 195Telefoon, geluid uit ........................... 195Telefoon, gesprek tot standbrengen ............................................ 195Telefoon, handsfree ......................... 194Telefoon, oproep in de wacht ........... 194Telefoon, Spraakbediening .............. 195Telefooncontacten ............................ 194Temperatuur in de cabine .................. 89Temperatuur, buiten ........................... 58Temperatuureffect ............................ 240Temperatuurmeter, koelvloeistof ........ 57Terrein-TCS ..................................... 128Terugschakelen, voorkomen ............ 125Terugschakelen, zo ver mogelijk ...... 125Tijd & datum, instelling ....................... 66Tips bij het rijden, I-Shift ................... 125Toegangsverlichting, sleutel ............... 48Toerenteller ........................................ 57Toeristverlichting .............................. 224TP-BAS ............................................ 111TP-DICON ........................................ 111TP-FUEC .......................................... 111TP-FUEC2 ........................................ 111TP-FUEC3 ........................................ 111TP-HD .............................................. 111TP-HD3 ............................................ 111

Page 303: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

INDEX

Tractieregeling ................................. 128Trailer, aankoppelen(luchtverbindingen, controleren) ....... 168Trailer, aankoppelen(verlichting, controleren) ................... 168Trailer, geblokkeerde stand .............. 168Trailer, lastindicator .......................... 175Trailer, voorbereiden van aan-en afkoppelen ................................... 168Trailerrem tijdens parkeren ................ 79Trailerrem ........................................... 80Treeplanken aan de voorkant .......... 104Trekbeugel en trekbout .................... 276Typeplaatjes, locaties ....................... 267

U

Uitlaatgassen ................................... 202Uitlaatrem ......................................... 129USB, connector ................................ 189

V

VAS ...................................................... 3Vastzetten van versnelling ............... 122Veiligheidsgordel ................................ 38Veiligheidsslot, voorzijde ............ 50, 275Velgen, lakken .................................. 232Ventilatie in de cabine ........................ 87Ventilatie-openingen .......................... 88Ventilator, koelsysteem .................... 261Verdeling laadgewicht ...................... 174Vergrendeling, afstandsbediening ...... 48Vergrendeling,bedieningspaneel in portier ................ 46Verkeersmelding (TA) en Nieuws .... 183

Verklaring van overeenstemming ..... 269Verlichting in de cabine ...................... 91Verlichting, afstandsbediening ........... 48Verlichting, gloeilampen vervangen . 221Verlichting, lamptypen ...................... 265Verlichtingsknop, achterpaneel .......... 91Versnelling vastzetten ...................... 122Versnellingsbak niet inneutraalstand ................................... 286Versnellingsbak, knop voornoodloopfunctie ................................ 120Versnellingsbak, noodloopfunctie .... 285Versnellingsbak, olie-aanbevelingen 252Versnellingsbak, olieniveau .............. 253Versnellingsbak ................................ 111Verversingstermijn ........................... 250Vervoer op veerboten ....................... 160Verwijdering insectennet .................. 215Vet .................................................... 249Vlekken verwijderen ......................... 218VMCU ............................................... 245Voertuigmeldingen ............................. 66Voertuigreiniging .............................. 215Volvo Action Service ............................ 3Voorruitsproeier .................................. 77Voorruitwissers ................................... 76Vrij krijgen door schommelwerking .. 126Vrij uitrollen, rijden ............................ 127Vrijgeven, parkeerrem ...................... 282

W

Waarschuwingsartikelen .................. 281Waarschuwingsdriehoeken .............. 281Waarschuwingsknipperlichten ............ 82Waarschuwingssymbolen .................. 59

Wachtwoord ..................................... 266Wagenparkinstellingen ....................... 65Wasem op de ramen .......................... 89Wasstraat, spiegels .......................... 216Waterafscheider, dieselbrandstof ..... 235Wekker ............................................... 72Werking in een noodgeval,versnellingsbak ................................ 285Wiel met remschijf voorschijfremmen .................................... 232Wiel, verwisselen ............................. 231Wielen, onderhoud ........................... 227Wielremmen controleren .................. 133Wisserblad vervangen ...................... 219Wisserblad, vervangen ..................... 219

Z

Zekeringen- en relaiscentrum .......... 245Zekeringen ....................................... 245Zender, toegangsverlichting ............... 48Zonnescherm voor zijruit .................... 96Zonnescherm, dakraam ..................... 97Zonnescherm, voor ............................ 96Zonnescherm, zijkant ......................... 96Zuinig rijden ...................................... 125Zwavelgehalte in brandstof .............. 198

Page 304: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks

*CID944949*B774595 NLD PC24

BEL FMFH L53 10301-18942-45

*CID944949*

Page 305: Provided by Volvo Trucks - Klik op het gewenste voertuig

Provided by Volvo Trucks