Eo Wijers-prijsvraag 2014-2015 DE STEDENDRIEHOEK 1 - NAAR EEN ENERGIENEUTRALE STEDELIJKE REGIO OVER ENERGIETRANSITIE, ECONOMISCHE CONCURRENTIEKRACHT EN GOVERNANCE 1 Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen
eo wijers-stichting voor ruimtelijke kwaliteit in de regio
Eo Wijers-prijsvraag 2014-2015
De SteDenDriehoek1 - naar een energieneutrale SteDelijke regio OvEr EnErgiEtransitiE, EcOnOmischE cOncurrEntiEkracht En gOvErnancE
1 apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, voorst en Zutphen
• ministerie infrastructuur en milieu
• ministerie van Economische Zaken
• ministerie van Binnenlandse Zaken en
koninkrijksrelaties
• regio stedendriehoek
• Provincie groningen
• Provincie Drenthe
• Provincie Overijssel
• Provincie gelderland
• Provincie utrecht
• Provincie noord-holland
• Provincie Zuid-holland
• Provincie Flevoland
• Provincie noord-Brabant
• Provincie Limburg
De eo Wijers-prijsvraag wordt financieel mogelijk gemaakt door bijdragen van
2
VormgeVen aan tranSitie Van De SteDenDriehoek2015, het jaar van de ruimte2), zal de overgang
naar een nieuwe ruimtelijke ordeningspraktijk
in nederland markeren. onder het motto ‘Wie
maakt nederland?’ wordt de koers naar de
toekomst van ons land opnieuw uitgezet. De
tiende eo Wijers-prijsvraag zal daar zeker aan
bijdragen, zowel op inhoud en opgave, als op
de relatie met alle relevante initiatieven en
organisaties in de samenleving, de governance.
hopelijk lukt het wat aanpak betreft voort
te bouwen op de resultaten van de negende
Eo Wijers-prijsvraag. De prijswinnende inzending
voor de veenkoloniën, ‘samen pionieren’, gaf
een benadering die ook voor andere regio’s,
zoals de stedendriehoek zeer relevant is. geen
plannenmakerij vanuit een ivoren toren, maar een
professionele duiding van de opgaven in ruimte en
tijd. En samen met burgers en bedrijven op zoek
naar nieuwe praktijken, die de gestelde opgaven
oplosbaar maken.
inhoudelijk is het spannende van deze
jubileumprijsvraag dat nu op stadsregionaal niveau
niet de verstedelijkingsopgave centraal staat, maar
de energietransitie van fossiel naar hernieuwbaar.
De regio stedendriehoek bestaat zowel stedelijke als
meer landelijke gemeenten: apeldoorn, Brummen,
Deventer, Epe, Lochem, voorst en Zutphen. De regio
is op het gebied van energietransitie, zeer ambitieus
en bereid om de onvermijdelijke schurende
belangen onder ogen te zien. Dat geeft ruimtelijke
onderzoekers, ontwerpers en ontwikkelaars de kans
te laten zien wat zij rekenend en tekenend bij te
dragen hebben aan één van de meest uitdagende
opgaven voor de ontwikkeling van nederland.
hoe bereik je maximale energiebesparing? Welke
kansen biedt deze stedelijke regio om gebiedseigen
energiebronnen te benutten? hoe organiseer
je op regionaal niveau de opslag en distributie
van energie? En hoe wordt de verhouding gezien
tussen wat er in de stedendriehoek kan worden
georganiseerd en de grotere schaal van ons land en
van noordwest-Europa? En dat allemaal met oog
op de ruimtelijke kwaliteit op het niveau van de
stedelijke regio.
van de inzenders wordt ook oog gevraagd
voor de regionaal-economische kansen die
de energietransitie biedt en voor concrete
praktijkaanzetten om de transitie een flinke duw te
geven. Daarmee zal deze tiende Eo Wijers-prijsvraag
de relevantie van het werken op bovenlokaal niveau
opnieuw moeten aantonen.
in de tijd van Eo Wijers, de naamgever van onze
stichting, noemden we dat de stadsgewestelijke
schaal. Wijers gaf in de jaren zeventig van de vorige
eeuw bij de rijksplanologische Dienst leiding
aan de directie stadsgewesten. hij stimuleerde
de ideeënvorming over verstedelijking en de
verhouding tussen ‘rood’ en ‘groen’. het zal mooi
zijn als we dit concept in het Jaar van de ruimte met
deze prijsvraag nieuw leven kunnen inblazen.
Dames en heren ruimtelijk onderzoekers, ontwerpers
en ontwikkelaars, pak uw rekentuig en potloden en
kom naar de stedendriehoek! u bent aan zet!
Hans Leeflangvoorzitter Eo Wijers-stichting
2) wiemaaktnederland.nl3
De uitDaging
De regio Stedendriehoek is ontzettend trots en
blij dat wij de tiende eo Wijers-prijsvraag mogen
uitschrijven. onze regio heeft hoge ambities
als het gaat om Cleantech en wil in 2030
energieneutraal zijn.
De transitie naar duurzame en schone technologie
is hard nodig. niet alleen vanwege het klimaat of
vanwege het feit dat we als regio meer dan een
miljard euro per jaar uitgeven aan fossiele energie.
Wij zijn ervan overtuigd dat schone en duurzame
technologie enorme kansen biedt voor innovatie
en een positieve bijdrage levert aan een sterkere
regionale economie.
Deze transitie gaat niet vanzelf. Er zijn nieuwe
oplossingen nodig. Welke rol past bij de overheid?
hoe gaan we om met de dynamische balans
tussen weerstand en draagvlak? hoe ziet een
energielandschap eruit? Doet dat afbreuk aan
of verrijkt het de kwaliteit van de stedelijke en
landelijke gebieden zoals die we nu (h)erkennen?
ik daag u uit om met vernieuwende ideeën te
komen die antwoord geven op vragen die in deze
prijsvraagbrochure zijn opgenomen. ik kijk zeer
uit naar de uitkomsten van dit creatieve proces.
Onze inzet is om met uw innovatieve ideeën van
energietransitie in de stedendriehoek een succes
te maken en onze regio een lichtend voorbeeld te
laten zijn voor de rest van nederland.
ik wens u veel succes en inspiratie toe.
Sebastiaan van ’t ErveBurgemeester Lochem
Vaandeldrager van de tiende Eo Wijers-prijsvraag.
4
1. het motief Van De prijSVraag 2014-2015 6
DiscussiEs in hEEL nEDErLanD 6
WaarOm DE stEDEnDriEhOEk? 6
2. De prijSVraag 8
DOEL van DE PriJsvraag 8
inhOuD van DE PriJsvraag 8
DE PriJsvraagOPgavE 9
inFOrmatiE En insPiratiE 10
gEvraagDE inZEnDing 10
Jury 11
BEOOrDELingscritEria 12
hEt vErvOLg van DE PriJsvraag 12
3. regio SteDenDriehoek op een kantelpunt 14
4. WeDStrijD en WeDStrijDreglement 22
Colofon 28
Wie WaS eo WijerS 28
inhouD
5
Stedelijke regio’s in transitie is als leidmotief
gekozen voor de tiende eo Wijers prijsvraag.
in stedelijke gebieden tekenen transities in
de samenleving zich vaak het eerst af. niet
alleen in economisch opzicht, ook in termen
van sociale uitwisseling zijn steden de plek
waar het gebeurt. Daarom zijn energietransitie,
economische concurrentiekracht en nieuwe
vormen van governance als subthema’s gekozen
voor de prijsvraag. in welke relatie staan deze
thema’s tot elkaar en tot welke vernieuwingen
en mogelijke transities leiden ze?
vijf nederlandse regio’s3) namen deel aan het
voortraject van deze prijsvraag, dat een jaar
duurde. in die periode diepte elke regio de
drie subthema’s voor zichzelf uit om tot een
aangescherpte prijsvraagopgave te komen. in
werkconferenties namen door de Eo Wijers-
stichting aangetrokken experts met de regio’s
telkens een subthema onder de loep. het verslag
van deze fase, inclusief de prijsvraagvoorstellen
van de vijf kandidaatregio’s, is opgenomen in
de bundel ‘stedelijke regio’s in transitie’ die
beschikbaar is op www.eowijers.nl.
toen het ging over energietransitie, presenteerde
de expert vijf principes voor dit proces:
vermindering van de energievraag, inzet van
biomassa in plaats van kolen, olie en aardgas,
afvang en opslag van cO2, elektriciteitsproductie
zonder cO2 met elektrificatie en vermindering van
procesemissies van overige broeikasgassen.
De economische concurrentiekracht van regio’s
bleek een thema te zijn dat in het beleid van elke
stedelijke regio een centrale positie inneemt;
ook daarin valt nog flink te innoveren door
dwarsverbanden te zoeken in bekende sectoren
als ict, zorg en maakindustrie en door nieuwe
sectoren als cleantech in kaart te brengen. Bij het
thema vormen van governance wees de expert
op de noodzaak om allianties aan te gaan en de
samenwerking aan te moedigen tussen organisaties
vanuit een gedeelde inhoudelijke ambitie.
het resultaat van de werksessies met de experts
was een scherper en rijker beeld van de vragen die
bij de subthema’s horen.
het motief Van De prijSVraag 2014-2015 Discussies in heel nederland
1.
3) Dit waren de regio’s Zwolle, noord-holland/amsterdam/ Zaanstad, West-Brabant, utrecht en stedendriehoek6
1. hEt mOtiEF van DE PriJsvraag 2014-2015
aan het einde van dit voorbereidende jaar is op
4 september 2014 de Stedendriehoek gekozen
als prijsvraagregio. over de keuze voor deze
regio schreef de jury in haar rapport:
‘Doorslaggevend in de afweging […] is voor de jury de getoonde ambitie in de stedendriehoek op regionaal niveau, de focus op de energietransitie en de betrokkenheid van een niet-overheidspartner4) vanaf de start van het proces. Hier kan een trendbreuk worden geforceerd die ook als voorbeeld voor Nederland kan dienen. En worden in het komende Jaar van de Ruimte de ruimtelijke professionals volgens de jury het meest uitgedaagd om het vak te vernieuwen. Deze regio heeft de lat voor zichzelf extreem hoog gelegd door de urgentie van energietransitie te adresseren met het doel ‘energieneutraal in 2030’. Burgemeester Heidema (Deventer)5), gaf zelfs tijdens de presentatie nog aan dat 70% daarvan al heel ambitieus zou zijn. Wanneer deze ambitie werkelijk gestalte wordt gegeven gaat hier echt, heel concreet iets gebeuren dat een trendbreuk zal forceren. De ontwikkelingen hier kunnen daarmee als voorbeeld gaan dienen voor heel Nederland.
Door de intensieve samenwerking met Alliander in het voorbereidingstraject heeft de regio de opgave al goed gekwantificeerd en te volgen stappen uiteengezet in de routekaart ‘Nieuwe energie voor de regio’. De opgave in deze regio is zo goed voorbereid, dat prijsvraagdeelnemers meteen ontwerpend aan de slag kunnen en men in de ruimtelijke pijnzone komt, waarmee de energietransitie-opgave in het ruimtelijke domein op scherp komt te staan.
De economische concurrentiekracht is gerelateerd aan de energieambitie, namelijk dat de energie-strategie potentieel het vestigingsklimaat in de regio aantrekkelijker kan maken. De vraag aan de deelnemers is hoe dit verwezenlijkt kan worden. Ondanks het rurale imago van de Stedendriehoek is het evenwicht tussen stad en land juist op orde voor dit type opgave. Tegelijkertijd vragen leefbaarheid- en groei- en krimpvraagstukken om stedelijke transitie, die weer gekoppeld kan worden aan de energiestrategie. Dat doorwerking van plannen stokt, wordt niet bevreesd, te meer omdat de regio alle stappen om haar huizenhoge ambitie te halen wel serieus moet nemen.’
Waarom de Stedendriehoek?
4) Bedoeld is netwerkbedrijf alliander. 5) andries heidema, voorzitter van de regio stedendriehoek. 7
De eo Wijers-stichting stelt zich ten doel de ruimtelijke kwaliteit van nederland te verbeteren op bovenlokaal schaalniveau door
het contact te stimuleren tussen opdracht gevers - in de publieke
en private sfeer -, ontwerpers, onderzoekers en ontwikkelaars/
investeerders. De stichting hanteert prijsvragen om met ontwerpend
onderzoek of onderzoekend ontwerpen bovenlokale
gebiedsontwikkeling te bevorderen en tot uitvoering te brengen.
Deze tiende eo Wijers-prijsvraag gaat over de
inzet van de regio Stedendriehoek om in 2030
energieneutraal te zijn.
De stedendriehoek staat daarmee voor een
ingrijpende kentering. De bedoeling is dat tegelijk
met deze energietransitie de economische
concurrentiekracht van de regio toeneemt.
maar hoe organiseer je zo’n transitie, met welke
organisaties, burgerinitiatieven, ondernemers
en overheden ga je als regio samenwerken
(governance)? hoe kun je als gemeente of
provincie ideeën en ambities verwezenlijken nu
de mogelijkheden om dit planmatig en top-down
te doen steeds beperkter worden? hoe vind je
de juiste partners in het maatschappelijk veld
en hoe behoud je draagvlak, enthousiasme en
welwillendheid bij de burgers? En hoe voorkom
je dat de kenmerkende fraaie landschappen of
historische binnensteden verloren gaan. Welke
transformaties van steden en dorpen zijn mogelijk
zonder hun ruimtelijke kwaliteit aan te tasten?
Dit zijn maar enkele van de vele vragen die de regio
op zich afgevuurd kreeg in de aanloopfase naar
deze prijsvraag. het is aan de prijsvraagdeelnemers
om die vragen te beantwoorden.
De doelgroep van de prijsvraag zijn multi-
disciplinaire teams. Deze kunnen bestaan
uit onderzoekers, ruimtelijk ontwerpers,
economische, sociale en energie-experts evenals
transitiedeskundigen, bedrijven, ontwikkelaars/
investeerders en burgers, al dan niet in
groepsverband.
De prijSVraagDoel van de prijsvraag
2.
8
2. DE PriJsvraag
De regio Stedendriehoek is een samenwerkings-
verband van de zeven gemeenten apeldoorn,
Brummen, Deventer, epe, lochem, Voorst en
Zutphen. De regio ligt deels in gelderland en
deels in overijssel.
De opgave is om voor de stedendriehoek een
(ruimtelijke) strategie te onderzoeken en te
ontwerpen die leidt naar energieneutraliteit
in 2030, inclusief een toekomstbestendig
vestigingsklimaat met inachtneming van een
daarbij passende governance-structuur. De visie
van de regio op deze ambitie staat in paragraaf 3
van deze brochure. Energieneutraliteit is daarom
geen geïsoleerd vraagstuk maar heeft tal van
verbindingen met ruimtelijke, economische en
sociale aspecten in de samenleving.
Wat verstaat de regio onder energieneutraliteit? in
de ‘routekaart nieuwe Energie’ staat het als volgt
omschreven:
‘De regio is dan netto zelfvoorzienend. Dit houdt in dat de productie van energie ten minste gelijk is aan of hoger is dan de regionale energievraag en dat de jaarlijkse import van energie de jaarlijkse export van energie niet overstijgt. De opgave waar de regio voor staat is om de energievraag die nu wordt voorzien met geïmporteerde veelal fossiele energie, in het geheel te vervangen door lokale (duurzame) energiebronnen.’
Energieneutraliteit brengt grote en ruimtelijk
ingrijpende veranderingen met zich mee. De
opgave is hieraan een positieve invulling te geven.
Dit kan op sommige plekken een keuze voor het
behoud en versterking van bestaande stedelijke en
landschappelijke kwaliteiten betekenen, terwijl op
andere plekken juist nieuwe kwaliteiten kunnen
worden geïntroduceerd. Energietransitie wordt
daarbij niet gezien als iets wat alleen ingepast kan
worden in het bestaande stedelijke of landelijke
landschap (defensieve ruimtelijke benadering),
maar als een kans voor het vormen van deels
of geheel nieuwe landschappen (offensieve
strategie). Waarschijnlijk heeft elk gebied zijn
eigen ‘laadvermogen’ wat betreft de opname van
(ruimtelijke) effecten van energietransitie. in
sommige gebieden zullen meer kansen zijn dan in
andere voor ruimtelijk ingrijpende maatregelen.
Bij het ontwikkelen van de (ruimtelijke) strategie
moet ook de samenhang met het toekomstbestendige
vestigingsklimaat (economische concurrentiekracht)
worden benoemd. De regio mikt immers op
energietransitie als onderdeel van cleantech, een
wereldwijde groeimarkt.
volgens het cleantech center duidt dit begrip op
‘producten, processen en diensten die operationele
prestaties verbeteren door vergroting van de
productiviteit en efficiëntie terwijl kosten,
energieverbruik, vervuiling of afval worden
gerecycleerd, waarbij het gebruik van grondstoffen
en duurzame energie op een duurzame wijze worden
toegepast met het oog op een minimale impact op
het milieu.’
het maatschappelijke draagvlak is een essentieel
onderdeel van de opgave. ‘De onderliggende getallen
van het huidige energieverbruik in de regio geven
een heldere indicatie van de opgave. het idee
energieneutraliteit spreekt weliswaar velen aan,
maar het maatschappelijke veld moet zich wel in de
concrete uitwerking en oplossingen kunnen vinden, –
energieneutraliteit is zonder maatschappelijke steun
niet denkbaar.’
De context bestaat uit onder meer lokale energie-
maatschappijen, uit natuur- en cultuurhistorische be-
langengroepen en verenigingen, uit (agrarische) on-
dernemers, vastgoedeigenaren en betrokken burgers.
De vele initiatieven zijn waardevol, maar zouden ook
kunnen leiden tot een onoverzichtelijk conglomeraat
dat vraagt om regie en een breed gedragen, gemeen-
schappelijke visie op een duurzame toekomst. De
governance-opgave heeft dan ook betrekking op deze
regie door overheid en maatschappelijk partners.
Onorthodoxe oplossingen zijn welkom. De regio
is bereid te zijner tijd bestaande beleidskaders af
te stemmen op door de prijswinnaars aangereikte
innovatieve ideeën of strategieën. Daarnaast mag
worden verwacht dat ook het beleid van het rijk en
andere nationale actoren de komende jaren in het
kader van het nationaal Energieakkoord substantieel
zal bijdragen aan energietransitie in nederland.
inhoud van de prijsvraag
9
2. DE PriJsvraag
De prijsvraagopgave gaat over twee schaalniveaus:
• het regionale schaalniveau: de stedendriehoek
als geheel in relatie tot heel nederland en zo
mogelijk nog ruimer;
• het binnen-regionale schaalniveau: een of
meerdere exemplarische deelgebieden binnen
de stedendriehoek, naar keuze, maar met een
minimale afmeting van 1km².
De opdracht houdt in voor beide schaalniveaus: 1. te komen tot uitvoerbare strategieën en
concepten, inclusief inspirerende voorbeelden,
om energieneutraliteit in 2030 te bereiken in
combinatie met economische concurrentiekracht
en effectieve governance.
2. Daarbij uitdrukkelijk aandacht te besteden aan
ruimtelijke kwaliteit: geef – door middel van
ontwerpend onderzoeken of onderzoekend
ontwerpen – aan waar in deze regio de
offensieve en waar de defensieve aanpak op zijn
plaats is en waar welke nieuwe (ruimtelijke)
kwaliteiten ontstaan (verbeelding).
3. geef tevens, zowel kwantitatief als kwalitatief,
de samenhang aan met een toekomstbestendig
vestigingsklimaat.
4. maak in grote lijnen de (financiële) haalbaarheid
duidelijk. het moet mogelijk zijn een winnend
idee in de vervolgfase op te schalen en uit te
werken tot een business case.
5. geef aan hoe de governance (stuurbaarheid) van
alle relevante partijen vorm en inhoud krijgt om
gezamenlijk het gewenste resultaat te bereiken.
6. geef aan hoe, ook buiten de direct betrokkenen,
maatschappelijk draagvlak voor de transitie
verkregen kan worden.
Voor meer informatie en inspiratie over de
prijsvraagopgave zijn de volgende bronnen
beschikbaar:
• De presentatie van de regio stedendriehoek zelf
over dit onderwerp. Zie paragraaf 3 van deze
prijsvraagbrochure.
• De informatiebundel met een lijst van relevante
bronnen. Deze is voor teams beschikbaar zodra
ze zich hebben ingeschreven.
• transitiemarkten. het verkrijgen van specifieke
regio-informatie en kennismaking met regionale
partijen is mogelijk tijdens ‘transitiemarkten’
op 12 december 2014 en 16 januari 2015.
tijdens die bijeenkomsten is er gelegenheid om
lokale en regionale overheden te ontmoeten,
evenals experts en actoren uit de regio zoals
energiecoöperaties en bedrijven.
Programma en informatie over tijden en
locaties staan op www.eowijers.nl. De
inschrijvers voor de prijsvraag ontvangen
hierover bovendien informatie via hun
correspondentieadres.
• in de Kandidatenbundel van deze
prijsvraag is een verslag opgenomen van de
voorbereidende conferenties. Daarin worden
de subthema’s van de prijsvraag vanuit
verschillende invalshoeken belicht.
• Op www.eowijers.nl is een video beschikbaar
over de kandidatenfase. Daarin ook een
presentatie van energieacties in de regio door
de vaandeldrager van de prijsvraag, sebastiaan
van ’t Erve.
De prijsvraagopgaveinformatie en inspiratie
10
2. de prijsvraag
Een inzending dient te bestaan uit:
A. Twee A0-panelen
Twee a0-panelen:
1. voor het regionaal niveau inclusief de relatie
met het (inter)nationale niveau.
2. voor een of meerdere deelgebieden van
minimaal 1 km².
Concepten en verbeeldingen op beide
schaalniveaus mogen worden weergegeven
in plantekeningen, schetsen, overzichten,
inrichtingsprincipes, visualisaties, pictogrammen
en referentiebeelden. de panelen mogen zowel in
kleur als zwart-wit worden opgemaakt. Woord en
beeld op de panelen moeten vanaf ongeveer een
meter goed leesbaar zijn.
B. Toelichting in tekst
een toelichting op de inzending van maximaal
1500 woorden met een uiteenzetting van de
gemaakte keuzen over de opgaven van de punten
1 t/m 6 (zie vorige paragraaf).
C. Samenvatting
een samenvatting met de essentie van de inzending
in 250 woorden, vergezeld van één afbeelding op
a4-formaat, liggend of staand.
Zie paragraaf 4 voor technische eisen aan de
inzending.
De jury is samengesteld uit personen met
generieke expertise over onderwerpen van de
prijsvraag en personen met tevens specifieke
kennis van de regio Stedendriehoek.
De samenstelling van de eerste groep is:
• Co verdaas, directeur van het Centre voor
development and innovation, Wageningen Ur
(voorzitter)
• rients dijkstra, lid van het College van
rijksadviseurs
• Hans Tijl, directeur ruimtelijke Ontwikkeling,
Ministerie van infrastructuur en Milieu
• Miranda reitsma, directeur reitsma Urban
planning
• anton van Hoorn, expert energie en ruimte van
het planbureau voor de Leefomgeving.
De tweede groep bestaat uit experts met tevens regionale kennis. Deze leden zijn afkomstig van de vijf O’s: onderzoek, onderwijs, ondernemers, overheid en ‘onderaf’ (maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven):
• Bert groenewoud, rijksdienst Cultureel erfgoed
(onderzoeker historisch landschap)
• aart roos, CeO van Koninklijke auping
• dirk-siert schoonman, voorzitter LTO gelderland
en bestuurslid LTO Noord (akkerbouwer)
• Henk siepel, bestuurslid gelderse
Milieufederatie, hoogleraar aan Wageningen Ur
en radboud Universiteit
• annemieke Traag, gedeputeerde van gelderland
• jan de Wit, lector duurzame energievoorziening,
saxion Hogeschool
• robin Wientjes, vierdejaars student milieukunde
met bijzondere interesse in ruimtelijke
vraagstukken, saxion Hogeschool deventer
de jury krijgt de beschikking over een in
opdracht van de eo Wijers-stichting door een
wetenschappelijk team van de rijksuniversiteit
groningen te maken quick scan van de
inzendingen. Hierin worden elementen en
kenmerken van de inzendingen naar voren gebracht
zodat ze onderling beter vergelijkbaar zijn.
in gezamenlijkheid kiezen de juryleden de
winnaar(s) van de prijsvraag.
de jury is onafhankelijk van de deelnemers en doet
een autonome uitspraak.
Gevraagde inzending Jury
11
2. de prijsvraag
Bij de beoordeling van de inzendingen hanteert de jury de volgende criteria:
• energieneutraliteit: biedt de inzending
duurzame en kansrijke oplossingen voor het
bereiken van netto energieneutraliteit?
• ruimtelijke kwaliteit: draagt de inzending
bij aan het behoud en de verbetering van
de ruimtelijke kwaliteit van de regio, zowel
stedelijk en landelijk als in onderlinge
samenhang?
• economische concurrentiekracht: draagt de
inzending bij aan de verbetering van het
economisch vestigingsklimaat in de regio?
• governance: biedt de inzending zicht op
een uitvoeringsproces met (aantoonbaar)
kansrijke samenwerking tussen relevante
partijen en kansrijke organisatievormen op alle
schaalniveaus?
• Financiële haalbaarheid: biedt de inzending
zicht op een kansrijk vervolg, dat wil zeggen een
business case en opschaling?
• innovatie: hoe innovatief en creatief is de
inzending?
• vorm: wordt voldaan aan de technische
inzendingseisen?
Na deze prijsvraag zet de regio Stedendriehoek
stappen richting uitwerking en uitvoering
van het/de winnende ontwerp(en). Dit is de
zogenaamde 3e fase6). De regio zal in samenspraak
met de winnaars hun ideeën uitwerken in een
maatwerkaanpak met business case(s).
in die derde fase treedt niet meer de eo Wijers-
stichting maar de regio stedendriehoek op als
opdrachtgever; de stichting kan wel betrokken
blijven bij deze fase. de verantwoordelijke
bestuurder zal de aanpak van de regio toelichten
tijdens de prijsuitreiking op 11 september 2015.
BeoordelingscriteriaHet vervolg van de prijsvraag
6) de eerste fase was de voorronde, waarin meerdere regio’s zich kandidaat hadden gesteld. de tweede fase is deze prijsvraag. de derde fase is de uitwerking die hier wordt beschreven
12
kansEnkaart rEgiO stEDEnDriEhOEk
13
Deze paragraaf gaat over de visie van de regio Stedendriehoek op
haar ambitie om energieneutraal te worden. De inhoud komt
grotendeels overeen met de inzending van Stedendriehoek om prijsvraagregio te worden.
De inhoud is achtergrond en inspiratiebron voor de
prijsvraagopgave. meer gedetailleerde informatie over de
Stedendriehoek zal beschikbaar zijn in de informatiebundel die
voor inschrijvers van de prijsvraag beschikbaar is.
De Stedendriehoek is in transitie. Zowel voor
wat betreft inhoudelijke opgaven waarvoor
ze staat, als voor de manier waarop aan deze
opgaven gewerkt wordt. op vier terreinen
bundelt de regio krachten: innovatie, sociaal
kapitaal, mobiliteit en leefomgeving. en wel
op een nieuwe manier: in publiek-private
samenwerking, door middel van tafels. Beide
zijn nog volop in ontwikkeling. Dat maakte
dat het deelnemen aan het voortraject van de
tiende editie van de eo Wijers-prijsvraag veel
enthousiasme en inspiratie opleverde.
het thema ‘stedelijke regio’s in transitie’ van de
Eo Wijers-prijsvraag valt perfect samen met het
uitrollen, doorontwikkelen en realiseren van de
hoge ambities die we als regio stedendriehoek
hebben op het gebied van energietransitie. De
regio wil een netto energieneutrale regio zijn in
2030, dat wil zeggen: de regio bespaart / draagt
evenveel duurzame energie bij aan het (inter)
nationale energiesysteem als ze gebruikt. Daarmee
wordt de regio nog aantrekkelijker als woon- en
leefomgeving.
voor een deel is dit nog zoeken: hoe breed is
de opgave, waar vindt die plaats en is er een
wisselwerking tussen het stedelijk gebied en het
buitengebied? het is meer dan alleen een stel
windmolens neerzetten of zonnecollectoren op
het dak. het gaat ook over nieuwe technologie,
over energie besparen, bijvoorbeeld door isolatie
of het anders inrichten van bedrijfsprocessen, en
over energie opslaan. het gaat over infrastructuur
en logistiek, inclusief modal shift, over wel
of niet elektrisch vervoer en over hubs en
stadsdistributiesystemen. En het gaat om slimme
koppelingen tussen warmteaanbieders en –vragers,
inclusief de ruimtelijke vertaling daarvan. vast
staat dat innovatie nodig is, zowel in de aanpak, de
samenwerking als de uitwerking en verbeelding.
Deze ambitie is wellicht alleen maar dichterbij
te brengen door een compleet andere aanpak,
met – wie weet – ook nieuwe partners en
sturingsmechanismen. De regio heeft behoefte
aan vernieuwende en inspirerende ideeën, maar
tegelijkertijd ook aan realiseerbare initiatieven.
regio SteDenDriehoek op een kantelpunt
3.
14
3. rEgiO stEDEnDriEhOEk OP EEn kantELPunt
De ambities van de Stedendriehoek zijn niet
alleen van de overheid. er is op het gebied van
energietransitie een brede maatschappelijke
beweging gaande.
Bijvoorbeeld door de vele energiecoöperaties die in
de regio van onderop ontstaan. heeft dit voldoende
schaal? Welke rol van de overheid vraagt dit?
De regio wil graag door een vernieuwde aanpak
kantelen naar een transitie op het gebied van
economische kracht en duurzame energie.
De prijsvraag moet het huidige momentum
verzilveren met inspirerende ideeën die
helpen de stedendriehoek haar route naar een
energieneutrale regio vorm te geven.
Stadia van een transitieprocesBron: Nieuwe energie voor de Stedendriehoek - Routekaart naar een energieneutrale regio Stedendriehoek (2014)
De Stedendriehoek is in de Vijfde nota
ruimtelijke ordening (2001) als een
‘netwerkstad’ aangeduid, een min of meer
samenhangende woon-, werk- en leefregio.
maar de stedendriehoek is meer dan een
planologisch concept. Drie steden vormen, samen
met de omliggende meer landelijke gemeenten,
een regionaal stedelijk netwerk. rond dit
stedelijk netwerk is een (Wgr-)regio gevormd: een
samenwerkingsverband tussen inmiddels zeven
gemeenten: apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe,
Lochem, voorst en Zutphen. Een bestuurlijke
constructie – interprovinciaal – die met een lichte
organisatie werkt aan gezamenlijke agendavoering
en afstemming op velerlei terreinen.
Er liggen veel stedelijke netwerken en centra in de
buurt van de stedendriehoek. in landsdeel Oost
alleen al de sterke agglomeratie van de stadsregio
arnhem-nijmegen, de kennisas Ede-Wageningen,
de stedenband twente, Zwolle-kampen, maar ook
stedelijke centra als harderwijk en Doetinchem.
Deze positionering is van invloed op de
concurrentiekracht van de stedendriehoek: een
sterk eigen profiel draagt bij aan het onderscheid
ten opzichte van de andere stedelijke regio’s.
kantelpunt Stedelijke regio
15
3. rEgiO stEDEnDriEhOEk OP EEn kantELPunt
governance
Ruimtelijke structuurDe stedendriehoek ligt centraal in landsdeel
Oost. De iJssel stroomt door de regio, waardoor
ze deel uitmaakt van de laaglanddelta. naast de
iJssel is ook het twentekanaal een belangrijke
vaarverbinding. De regio heeft een fors kruispunt
van rijkswegen: de a1 en de a50, verbindingen
met west en oost, noord en zuid. aangevuld met
diverse spoorverbindingen, zowel (inter)nationaal,
regionaal als lokaal. De randstad en Berlijn liggen
om de hoek.
De stedendriehoek heeft een rijk palet aan
landschappen. Denk aan de veluwe met het
stuwwallenreliëf, de vele bos- en natuurterreinen.
het coulissen- en landgoederenlandschap van
de graafschap. salland, de tuin van Overijssel.
En natuurlijk de iJsselvallei, met haar rivier en
uiterwaarden, haar gradiënten en weteringen, haar
stroomruggen en landgoederen.
Binnen dit rijke landschap liggen fraaie steden:
apeldoorn, de buitenstad, met Paleis het Loo
en apenheul, de hanzesteden Deventer – met
hogeschool en boekenmarkt – en Zutphen – met
vrije school en chocoladefestival –, en Lochem
als kleine vierde stad. En vele grotere en kleinere
dorpen en buurtschappen, met een heel eigen
karakter, van papierindustriedorp Eerbeek tot het
‘dorp met pit’ Lettele, en van het dierenparkdorp
Wissel tot de heerlijkheid kring van Dorth en het
zonnedorp Loenen.
De Stedendriehoek zet bestuurlijk stevig in
op governance. Ze speelt hiermee in op de
veranderende verhouding tussen overheid en
burger. Samenwerking staat centraal.
in essentie staat governance voor ondernemende
coalities van partijen die bereid en in staat zijn om
samen te werken aan de invulling en uitvoering van
de regionale opgaven. co-creatie tussen publiek,
privaat en particulier. De overheid kan hiervoor
de condities scheppen, het proces begeleiden en
prioriteiten stellen. iedere opgave heeft echter
zijn eigen maat en schaal waarop het proces
georganiseerd moet worden. met een eigen netwerk
van partijen. soms beslaat de samenwerking de
gehele regio, vaker nog een deelgebied of plekken.
Strategische Board De regionale samenwerking, die meer dan
tien jaar geleden is begonnen met zeven
gemeenten, is sinds enkele jaren versterkt met
de strategische Board stedendriehoek. in deze
Board werken ondernemers, onderwijs, onderzoek
en overheid samen. De Board richt zich op
het versterken van de innovatiekracht en het
concurrentievermogen van het bedrijfsleven, een
goed werkende, vraaggerichte arbeidsmarkt met
een goede aansluiting vanuit het onderwijs en een
onderscheidend vestigingsklimaat. De Board is
initiatiefnemer in de profilering van de regio als
cleantech regio stedendriehoek.
De Strategische Board Stedendriehoek
heeft gekozen voor het begrip Cleantech
als verbindend thema voor de regio.
Cleantech is diepgeworteld in de regio. Nu
al zetten bewoners en bedrijven in de regio
Stedendriehoek bovengemiddeld in op duurzame
productie en dienstverlening en het verkrijgen
van energieneutraliteit. Een circulaire economie,
waarin het (her)gebruik van producten en
grondstoffen centraal staan. Om zo te komen
tot een duurzame samenleving die economisch
én ecologisch houdbaar is. Door deze talrijke
initiatieven te labelen en bundelen als Cleantech
regio Stedendriehoek, krijgt innovatie meer
kans, krijgen nieuwe initiatieven meer draagvlak
en versterken we elkaar.
16
TafelsPublieke en maatschappelijke partijen komen
in wisselende samenstelling samen in tijdelijke,
specifieke en doelgerichte tafels om vorm te
geven aan doelen en projecten. Er zijn al tafels
in bedrijf, respectievelijk in ontwikkeling,
rond innovatie, arbeidsmarktbeleid, energie,
bereikbaarheid en leefomgeving. Essentieel is
het ondernemerschap van de deelnemers. Een
van de deelnemers aan de tafel Energie is het
samenwerkingsverband sOEn: stedendriehoek
Onderneemt Energieneutraal. stedendriehoek,
alliander en kamer van koophandel vinden
elkaar bij het faciliteren van projecten en het
ondersteunen van samenwerkende partners.
Samenwerking tussen publieke en private
partijen vraagt om een gedeelde visie op de
toekomst van de Stedendriehoek. Deze is
opgetekend in ‘De agenda Stedendriehoek’
(2013), inclusief een bestuursverklaring onder
het motto: We willen beter worden in wat we
samen zijn. Centrale visie is: kwaliteit van het
vestigingsklimaat versterken, zowel economisch,
ruimtelijk als sociaal. Vier belangrijke
troeven bepalen het vestigingsklimaat van de
Stedendriehoek.
Troef: robuuste, veerkrachtige economie. Opgave: innovatie krachtig maken.De stedendriehoek kent een breed ontwikkelde
economische structuur, met maakindustrie,
zakelijke diensten, zorg en ict als stuwende
sectoren. Deze brede structuur maakt de regio
sterk en minder gevoelig voor conjuncturele
schommelingen. Om de robuuste, veerkrachtige
economie nog verder te versterken wil de
stedendriehoek de innovatie binnen haar stuwende
sectoren krachtiger maken. innovatie, onderwijs,
kennisontwikkeling en creativiteit zijn immers de
productiefactoren van de toekomst.
Troef: sociale betrokkenheid, menselijke maat. Opgave: sociaal kapitaal beter benutten.in de stedendriehoek tonen mensen zich
betrokken, zijn er van oudsher sterke sociale
structuren. De regionale arbeidsmarkt heeft goed
geschoolde werknemers. Buurten, wijken en
dorpen zijn nog overzichtelijk, waardoor mensen
elkaar kennen en groeten. Door deze menselijke
maat is de sociale cohesie groot, is er een rijk
verenigingsleven en kan het wonen en werken
gezellig zijn. De opgave is om alle mensen in de
regio deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt, te
doen participeren in het maatschappelijk leven en
via leertrajecten talenten verder te ontwikkelen.
Troef: goede interne en externe bereikbaarheid. Opgave: blijven werken aan bereikbaarheid. De stedendriehoek heeft een strategische ligging,
centraal in nederland, tussen de randstad en het
Duitse achterland. En ook tussen de noordelijke
steden en de Brabantse regio’s. met goede
infrastructurele weg-, spoor- en waterverbindingen
zijn vele bedrijven, banen en voorzieningen binnen
handbereik. van luchthavens tot universiteiten
buiten de regio, maar ook in en tussen de drie
steden. De aanstaande verbreding van de a1 geeft
voor de stedendriehoek een duidelijke versterking
in bereikbaarheid vanuit de randstad en het
Duitse achterland. Die bereikbaarheid maakt de
stedendriehoek aantrekkelijk als economische
regio. Bereikbaarheid is een blijvende opgave
om die variatie in werken, wonen, recreëren en
voorzieningen te ontsluiten.
Troef: de kwaliteit van stad, dorp en landschap. Opgave: leefomgeving met kwaliteit versterken.het is goed toeven in de stedendriehoek. De
bosrijke veluwe met beken en sprengen, de open,
robuuste iJsselvallei en het coulisselandschap van
salland en de graafschap. De cultuurhistorische
kwaliteiten van de historische hanzesteden
en het statige kroondomein rond apeldoorn.
De kwaliteiten van stad, dorp en landschap
zijn van oudsher met het leven in deze regio
verbonden. Om deze troef te versterken wil de
regio de leefomgeving blijven ontwikkelen als
een comfortabele, ontspannen regio voor wonen,
werken en recreëren.
3. rEgiO stEDEnDriEhOEk OP EEn kantELPunt
De agenda Stedendriehoek: vier troeven
17
De Stedendriehoek heeft een stabiele en
veerkrachtige economie. De industrie, zakelijke
dienstverlening en publieke sector domineren het
economisch profiel. Het midden- en kleinbedrijf
is een stuwende kracht en is sterker dan landelijk
gemiddeld aanwezig.
in verantwoorde en innovatieve omgang met
milieu, energie en klimaatverandering vinden we
onze kracht. Omdat de regio aantrekkelijk is voor
recreanten en toeristen is de vrijetijdseconomie,
met een breed aanbod, van groot belang. voor het
koesteren en uitbouwen van deze aantrekkelijkheid
biedt de stedendriehoek volop kansen.
door maximaal in te zetten op schone technologie,
koerst de stedendriehoek aan op een duurzame
en onafhankelijke economie en samenleving.
een schone toekomst, waarin energieneutraliteit
speerpunt is.
De Stedendriehoek heeft de ambitie in 2030
energieneutraal te zijn. De Routekaart Nieuwe
Energie (2014) is één van de middelen om dit te
bereiken.
Uitgangspunt is dat in 2030 energiegebruikers
in de stedendriehoek nog steeds eenvoudig,
veilig, betrouwbaar en betaalbaar energie kunnen
gebruiken, maar fundamenteel anders. Zodat
de regio niet meer afhankelijk is van fossiele
brandstoffen, onafhankelijker is van politiek
instabiele gebieden, een betere luchtkwaliteit
heeft, een bijdrage levert aan de adaptatie aan
klimaatverandering en ook economisch hiervan
profijt kan hebben.
de scheiding tussen eindgebruiker en producent
vervaagt. soms individueel en kleinschalig, soms
als onderdeel van een coöperatie en soms zeer
substantieel als energieleverancier aan het net.
de overgang naar een energieneutrale regio in
2030 verloopt niet volgens een lineair patroon. Om
dit te concretiseren zijn vier transitiepaden voor
verschillende onderdelen van het energiesysteem
benoemd.
Schema verbindingen Routekaart
3. regiO stedendriehOek Op een kantelpUnt
Energietransitie: vier paden
Vestigingsklimaat… economische concurrentiekracht
18
Ondernemende regiohet doel van het transitiepad ‘ondernemende regio’
is om voldoende lokaal geproduceerde duurzame
energie beschikbaar te hebben. het leidende
principe is dat iedere energie verbruiker in de regio
zo veel mogelijk zijn eigen, duurzaam opgewekte
energie gebruikt.
Energieleverende gebouwde omgevinghet doel van dit transitiepad is dat de
gebouwde omgeving, waaronder woningbouw,
bedrijfspanden en industriegebieden naar een
energieproducerende dan wel energiebesparende
omgeving worden omgebouwd. Dit concept wordt
binnen de regio al toegepast.
Landelijk gebied als voedsel- en energieproducentgezien de beschikbare ruimte liggen in het
landelijk gebied veel kansen voor een bijdrage aan
een energieneutrale regio. Dat kan alleen als de
energieproductie de landschappelijke kwaliteiten,
die een wezenlijke drager zijn van de regio, sterker
maakt. Om een dynamische ontwikkeling op gang
te brengen, is het van belang dat de gebruikers
en bewoners van het landelijk gebied de vruchten
kunnen plukken van energieproductie in hun
directe omgeving.
Duurzaam vervoerDe regio vormt een belangrijk knooppunt voor
vervoer per weg, water en spoor. Om tot een
energieneutrale regio te komen moeten hierin
fundamentele veranderingen worden doorgevoerd.
naast verduurzaming van het transport zelf, bieden
auto-, water- en spoorwegen ook mogelijkheden
voor duurzame energieproductie.
Om succesvol de transitie door te maken is het
nodig deze paden verder te concretiseren en te
operationaliseren.
AanjaagcentrumDe routekaart is vastgesteld door de besturen.
Daarbij is voorgesteld om een regionaal
aanjaagcentrum Energietransitie in te stellen.
Deze moet fungeren als katalysator voor de
ontwikkeling naar een energieneutrale regio. het
aanjaagcentrum is geen projectorganisatie, maar
een makelaar en intermediair. het speelt in op
initiatieven uit het netwerk. De grote uitdaging
voor het aanjaagcentrum is om maatschappelijke
initiatieven op de radar te krijgen en op
innovatieve wijze te ondersteunen.
voor energietransitie in het stedelijke en landelijke
landschap is het nodig om als overheidspartijen
een aantal huiswerkopgaven te doen: wat is het
‘laadvermogen’ van de verschillende gebieden,
waar biedt een offensieve ruimtelijke strategie
kansen op waardevolle vernieuwing, waar
liggen op te lossen opgaven voor een overheid
die haar faciliterende rol wil vervullen? Die
huiswerkopgaven moeten in de komende periode
gedaan worden.
3. rEgiO stEDEnDriEhOEk OP EEn kantELPunt
19
uit de hierboven genoemde agenda en de
routekaart ontstaat een interessant speelbord.
Waar de paden en troeven bij elkaar komen,
kunnen nieuwe verbindingen tot stand komen.
Deze liggen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit,
leefomgeving (milieu, gezondheid en veiligheid),
sociale kracht, cultuur en cultuurhistorie,
technologie, juridische mogelijkheden, financiële
reikwijdte, communicatie, samenwerkingscoalities
enzovoort. De verbindingen bieden kansen
wanneer deze (h)erkend en nader uitgewerkt
worden.
OpmaatDe regio heeft door de intensieve samenwerking
met netwerkbedrijf alliander de transitieopgave al
goed gekwantificeerd en samen met de provincies
gelderland en Overijssel de te volgen stappen
uiteengezet in onder andere de routekaart nieuwe
Energie. De prijsvraagdeelnemers kunnen met de
informatiebundel, relevante beleidsstukken, data,
technische energiegegevens, lopende initiatieven
en diverse websites innovatief aan de slag met
verbindingen en het spanningsveld tussen de
energietransitieopgave en bestuurbaarheid.
3. rEgiO stEDEnDriEhOEk OP EEn kantELPunt
Speelbord
(verbindingen ‘Agenda
Stedendriehoek’ en ‘de Routekaart’)
ROUTEKAART NIEUWE ENERGIE A
GEN
DA
STE
DEN
DRI
EHO
EK
ENERGIE-LEVERENDE GEBOUWDE OMGEVING
LANDELIJK GEBIED ALS VOEDSEL- EN
ENERGIE-PRODUCENT
DUURZAME MOBILITEIT
ONDERNEMENDE REGIO
TROEF: ROBUUSTE EN VEERKRACHTIGE ECONOMIE OPGAVE: INNOVATIE KRACHTIG MAKEN
TROEF: SOCIALE BETROKKENHEID EN MENSELIJKE MAAT OPGAVE: SOCIAAL KAPITAAL BENUTTEN
TROEF: KWALITEIT VAN STAD, DORP EN LANDSCHAP OPGAVE: MET KWALITEIT LEEFOMGEVING VERSTERKEN
VOORBEELD UITWERKING:
LOKALE/REGIONALE ESCo’s VOOR
ENERGIENEUTRAAL MAKEN BESTAANDE
WONING-VOORRAAD
VOORBEELD UITWERKING:
ZELF-VOORZIENENDE DORPEN ALS
BINDINGSFACTOR PLATTELAND EN DRAGER BASIS-
VOORZIENINGEN
VOORBEELD UITWERKING: MAATREGELEN
BEDRIJFSLEVEN VOOR SLIM REIZEN EN BETER
BENUTTEN
VOORBEELD UITWERKING:
WARMTENET VAN BEDRIJVEN MET
OVERSCHOT NAAR HISTORISCHE
BINNENSTEDEN
VOORBEELD UITWERKING:
SNELFIETSROUTES TUSSEN STEDEN
TROEF: GOEDE INTERNE EN EXTERNE BEREIKBAARHEID OPGAVE: BLIJVEN WERKEN AAN BEREIKBAARHEID
20
WeDStrijD en WeDStrijDreglement
4.
21
21 Juni 2013 - 4 september 2014: kandidatenfasein juni 2013 begon de voorbereiding van de
prijsvraag met de regio’s die overwogen om
prijsvraagregio te worden. Dat waren utrecht,
West-Brabant, stedendriehoek, noord-holland/
amsterdam/Zaanstad en Zwolle.
in de loop van 2013 en 2014 zijn werkconferenties
gehouden met de teams van de kandidatenregio’s
en experts die bijeen waren gebracht door de
stichting. tijdens de bijeenkomsten zijn de
gebieden en thema’s geanalyseerd en is gezocht
naar de eisen waaraan een prijsvraagopgave zou
moeten voldoen.
Op 4 september 2014 hebben vier regio’s
hun prijsvraagopgaven gepresenteerd en zich
kandidaat gesteld als prijsvraagregio. De jury
heeft diezelfde middag stedendriehoek als
prijsvraagregio genomineerd, een keuze die door
het stichtingsbestuur is overgenomen.
12 November 2014 - 27 maart 2015: de prijsvraagperiodeOp 12 november 2014 heeft de Eo Wijers-stichting
met de publicatie van deze prijsvraagbrochure de
wedstrijd geopend.
Inschrijven voor 20 januari 2105via een inschrijfformulier kunnen teams zich tot
dinsdag 20 januari 2015 13.00 uur inschrijven voor
de prijsvraag. Dit formulier is te downloaden op
www.eowijers.nl. inschrijfkosten bedragen € 35
per team. Zie hieronder.
TransitiemarktenOp 12 december 2014 en 16 januari 2015 worden
‘transitiemarkten’ georganiseerd. tijdens die
bijeenkomsten is er gelegenheid om lokale en
regionale overheden te ontmoeten, evenals experts
en actoren uit de regio zoals energiecoöperaties en
bedrijven.
Programma en informatie over tijden en locaties
staan op www.eowijers.nl. De inschrijvers voor
de prijsvraag ontvangen hierover bovendien
informatie via hun correspondentieadres.
Sluiting inzendtermijn De inzendtermijn sluit op vrijdag 27 maart 2015 om
13.00 uur (zie hieronder).
27 Maart - 11 september 2015: Jurering en prijsuitreikingDe jurering vindt plaats in de periode april - juni
2015. aansluitend wordt het juryrapport opgesteld.
Op 11 september 2015 maakt de stichting
tijdens een manifestatie de winnaar(s) van de
prijsvraag bekend. Bij die gelegenheid worden alle
inzendingen tentoongesteld. De Eo Wijers-stichting
zal een bundel uitgeven met het juryrapport en
– indien mogelijk – (een samenvatting van) alle
inzendingen
PlananalyseLater in dat jaar volgt een plananalyse van alle
inzendingen van de prijsvraag door deskundigen
van de rijksuniversiteit groningen (rug). Ook deze
plananalyse zal worden uitgegeven.
Vanaf september 2015: fase van uitwerking en uitvoeringna de prijsvraag zet de regio stedendriehoek
stappen richting uitwerking en uitvoering van
winnende inzendingen en eventueel van ‘parels’,
dat zijn interessante onderdelen van teams die niet
behoren tot de winnaars.
het ‘stappen zetten’ houdt in dat de regio in
samenspraak met maximaal drie winnende team(s)
hun ideeën verder uitwerkt in een of meer business
cases ter voorbereiding van realisatie. De regio
of andere belangstellenden kunnen ook parels
adopteren en uitwerken.
De verantwoordelijke regiobestuurder (vaandel-
drager) van de prijsvraag zal deze aanpak toelichten
tijdens de prijsuitreiking in september 2015.
in deze (vervolg)fase treedt niet meer de Eo Wijers-
stichting maar de regio op als opdrachtgever. De
stichting kan wel betrokken blijven door het inzetten
van deskundigheid of haar netwerk.
TentoonstellingDe publicatie van de uitkomst van de prijsvraag
vindt plaats in het juryrapport dat aan alle deelne-
mers wordt verstrekt. verder wordt er in de vaktijd-
schriften en op relevante websites aandacht besteed
aan de uitkomsten van de prijsvraag. tevens vindt
er een tentoonstelling plaats, in elk geval tijdens
de landelijke manifestatie waarop de beoordeling
bekend wordt gemaakt. Daarna wordt bezien hoe en
waar de tentoonstelling een vervolg krijgt.
4. WEDstriJD En WEDstriJDrEgLEmEnt
het verloop van de prijsvraag
22
Namen en adressenDeze prijsvraag wordt aangeduid met de naam
‘Eo Wijers-prijsvraag 2014-2015: ideeënprijsvraag
regio stedendriehoek’. De prijsvraag is
uitgeschreven door de Eo Wijers-stichting.
namens de uitschrijver treden als contactpersonen
op:
teun van den ende, coördinator
Wendy van Schie, medewerkster
p/a platform31
Bezoekadres: koningin Julianaplein 10
(7e verdieping), 2595 aa Den haag (ingang hal
centraal station Den haag)
Postadres: Postbus 30833, 2500 gv Den haag
T (070) 302 84 84
contactpersoon van de stedendriehoek:
linda Sprikkelman, projectleider
Bezoekadres: Engelenburglaan 31, 6970 aa
Brummen
Postadres: Postbus 5, 6970 aa Brummen
T (0575) 56 82 33
M 06 - 50 222 405
De Eo Wijers-stichting stelt zich ten doel de
ruimtelijke kwaliteit van nederland te verbeteren
op bovenlokaal schaalniveau door het contact te
stimuleren tussen opdrachtgevers – in de publieke
en private sfeer –, ontwerpers, onderzoekers
en ontwikkelaars/investeerders. Deze tiende
Eo Wijers-prijsvraag gaat over de inzet van de regio
stedendriehoek om in 2030 energieneutraal te zijn
en de kansen die dat biedt voor zowel economisch
vestigingsklimaat als de sturing (governance).
uitgesloten van deelname zijn de juryleden en
hun bureaus, bestuursleden, het secretariaat
en de leden van het Bureau van de stichting,
evenals medewerkers die vanuit de regio of
anderszins direct op enigerlei wijze betrokken zijn
geweest bij de voorbereiding van de prijsvraag.
Betrokkenheid tijdens de door de Eo Wijers-
stichting georganiseerde werkconferenties vormt
echter geen belemmering voor deelname aan de
prijsvraag.
4. WEDstriJD En WEDstriJDrEgLEmEnt
Doelnaam prijsvraag Deelnemers
23
De inhoud van de gevraagde producten staat
beschreven in paragraaf 2.5.
De inzending zelf
De inzending dient aan de volgende eisen te
voldoen.
• De twee panelen (inzendingdeel A) dienen te
worden afgedrukt en ingeleverd op bij voorkeur
250 grams papier of dun karton.
• De toelichtende tekst (inzendingdeel B) dient
te worden ingeleverd op A4-papier in staande
afdrukstand. Maximale lengte: 1500 woorden.
• Een samenvatting met de essentie van de
inzending in 250 woorden, vergezeld van één
afbeelding op A4-formaat, liggend of staand De
inzendingsdelen A, B en C dienen daarnaast als
digitale bestanden te worden ingeleverd. Dat
kan op een geheugendrager met usb-uitgang, CD
of DVD.
• De beelden van de panelen dienen zowel als
één geheel (als pdf-bestand) alsook als losse
beelden (als jpg-bestand) op de geheugendrager
te worden opgenomen. (Dit is van belang
voor de weergave achteraf in de bundel met
inzendingen.)
• Elke inzending dient een titel te hebben,
bestaande uit Latijnse lettervormen of Arabische
dan wel Romeinse cijfers. De titel moet
voorkomen op alle bij de inzending behorende
bescheiden en de verpakking daarvan. Deze titel
dient ook te worden vermeld op elk van de drie
digitale inzendingsdelen.
• De inzendingen dienen anoniem te zijn. Dus
alleen de titel opnemen, niet de naam van het
inzendende team of bureau.
Op geen der stukken van de inzending of
de verpakking mag het handschrift van de
ontwerper voorkomen, noch enig teken waaruit
de herkomst van het ontwerp zou kunnen worden
afgeleid. Denk bij digitale bestanden ook aan de
auteursinformatie, die vaak automatisch erbij
wordt opgeslagen, dat moet vermeden worden,
anonimiteit is essentieel.
De afzender van de inzending
De inzending dient vergezeld te gaan van:
A: een naambrief: Een gesloten enveloppe met op de buitenzijde de
titel en de vermelding ‘naambrief’ en binnenin:
1. naam en adres van de (hoofd)inzender (in geval
van een gezamenlijk voorstel moet duidelijk
aangegeven worden wie van het team de
hoofdverantwoordelijke is) en namen van de
andere leden van het team. Bedenk dat u met
deze namen (en eventuele bedrijfsnamen) in het
juryrapport wordt genoemd.
2. een verklaring dat het voorstel het geestelijk
eigendom is van het team;
3. de vermelding van het inschrijvingsnummer dat
u bij inschrijving krijgt toegewezen;
4. indien een deelnemer maximaal 30 jaar oud is
en student OF maximaal drie jaar afgestudeerd,
vermeld dan achter de naam ‘jonge vakgenoot’.
B: een adresbrief:Een gesloten enveloppe met aan de buitenzijde de
titel en de vermelding ‘adresbrief’ en binnenin een
correspondentieadres, niet zijnde het adres van
de inzender. De adresbrief dient ertoe om zonodig
in contact te kunnen treden met de inzender,
zonder dat de anonimiteit wordt doorbroken. Een
geanonimiseerd e-mailadres heeft de voorkeur
boven een postadres.
De jury heeft de bevoegdheid, na keuze van de
winnaar(s), alle naambrieven van de inzendingen
van de prijsvraag te openen en de namen en
bedrijfsnamen van de inzenders bekend te maken
aan het bestuur van de Eo Wijers-stichting.
Materiaal dat niet is gevraagd, wordt niet in de
beoordeling betrokken. Aan de inzending mogen
geen voorwaarden worden verbonden.
4. WEDstRijD En WEDstRijDREgLEMEnt
Inzendingseisen
24
De inzendingen voor deze prijsvraag dienen
uiterlijk op 27 maart 2015 om 13.00 uur te
worden afgegeven bij
De receptie van platform 31
t.a.v. de Eo Wijers-stichting.
koningin Julianaplein 10 (7e verdieping)
2595 aa Den haag (ingang via de hal van het
centraal station Den haag)
inleveren van inzendingen is mogelijk vanaf
maandag 2 maart.
Openingsuren: maandag t/m vrijdag van 9 - 17 uur.
De prijsvraag verloopt volgens het onderstaande
tijdschema.
• Beschikbaarheid prijsvraagbrochure,
wedstrijdprogramma en inschrijfformulier: vanaf
12 november 2014
• informatieve transitiemarkten: 12 december
2014 en 16 januari 2015
• sluitingsdatum inschrijving: 20 januari 2015 om
13.00 uur
• sluiting inzendtermijn: 27 maart 2015 om
13.00 uur
• Bekendmaking juryrapport en prijsuitreiking:
11 september 2015.
Deelnemers dienen zich aan te melden door een
inschrijfformulier in te zenden. Dit formulier
kan worden gedownload van de website van de
Eo Wijers-stichting, www.eowijers.nl.
het inschrijfgeld bedraagt € 35 per team. Dit
bedrag dient te worden overgemaakt naar
rekeningnummer nL 25 ingB 0003 1221 94 van de
Eo Wijers-stichting te Den haag.
Degenen van wie het volledig ingevulde
inschrijfformulier vóór 20 januari 2015 om 13.00
uur door de Eo Wijers-stichting is ontvangen
en van wie het inschrijfgeld voor deze datum
op de rekening van de Eo Wijers-stichting is
gestort, worden als deelnemer aan de prijsvraag
beschouwd en ontvangen een inschrijfnummer en
een link naar de informatiebundel met relevante
data, onderzoeksrapporten en kaartmateriaal.
schriftelijke vragen met betrekking tot dit
wedstrijdreglement kunnen worden ingediend
tot dinsdag 20 januari 2015 13.00 uur. vragen
kunnen per e-mail gesteld worden aan het
secretariaat van de Eo Wijers-stichting op
na sluiting van deze vragentermijn worden
alle gestelde vragen met de daarbij behorende
antwoorden en relevante informatie in één
document verzameld en op de Eo Wijers website
geplaatst. Dat gebeurt op vrijdag 23 januari
2015. Dat document geldt vanaf dat moment als
aanhangsel van het wedstrijdprogramma en heeft
dezelfde bindende werking.
Overleg over de wedstrijdreglementen buiten deze
procedure is niet toegestaan.
4. WEDstriJD En WEDstriJDrEgLEmEnt
inzendingtermijn en adressering tijdschema
inschrijving en informatiebundel
tussentijdseinformatie
25
Toets van de inzendingenNa sluiting van de inzendtermijn worden de
inzendingen getoetst aan de wedstrijdregels en
de randvoorwaarden. Inzendingen die niet aan
de toets voldoen, worden niet in de beoordeling
betrokken. De beslissing hierover wordt genomen
door de voorzitter van de jury. De resultaten
hiervan worden ter beschikking gesteld aan de jury.
Quick scan en plananalyseNa de sluiting van de inzendtermijn vindt
in april 2015 een quick scan plaats door de
Rijksuniversiteit Groningen. In de quick scan
worden elementen en kenmerken van de
inzendingen naar voren gebracht opdat ze
onderling vergelijkbaar zijn. Het rapport hierover
wordt de jury aangeboden als hulpmiddel bij de
vergelijking van de inzendingen.
Na afloop van de prijsvraag wordt een plananalyse
gemaakt met het oog op verspreiding van kennis in
zowel de vakwereld als de bestuurlijke wereld en
die van derden.
JurybeoordelingIn mei en juni 2015 vindt de beoordeling plaats.
De jury analyseert de wijze waarop de inzendingen
reageren op de opgave en de randvoorwaarden
en beoordeelt de inzendingen op de afzonderlijke
beoordelingscriteria.
Het oordeel van de jury over de inzendingen wordt
bekend gemaakt aan het bestuur van de Eo Wijers-
stichting en de bestuurlijke vaandeldrager van de
regio Stedendriehoek. Het bestuur van de stichting
en de vaandeldrager zullen zich onvoorwaardelijk
aan de uitspraak van de jury onderwerpen.
Na het juryoordeel worden de naambrieven
geopend en aan de jury en het bestuur en de
vaandeldrager bekend gemaakt. De juryuitspraak
blijft geheim tot de prijsuitreiking op 11 september
2015.
JuryrapportOp de dag van de prijsuitreiking is het rapport van
de jury beschikbaar. Dit rapport is schriftelijk en
openbaar.
4. WEDStRIjD EN WEDStRIjDREGlEmENt
Jurering
26
De voorzitter van de Eo Wijers-stichting en de
vaandeldrager van de regio keren gezamenlijk
het totale prijzengeld van € 45.000 uit aan
de winnaars. het prijzengeld is door de regio
beschikbaar is gesteld. De jury bepaalt per winnaar
de hoogte van het prijzengeld; de eerste prijs
bedraagt ten minste € 15.000.
aan het beste team van jonge vakgenoten (alle
teamleden voldoen aan de criteria maximaal 30
jaar en student of maximaal drie jaar afgestudeerd)
wordt een stimuleringsprijs uitgereikt, tenzij zij al
tot de winnaars behoren.
De jury geeft aan welke van de winnende
teams, met een maximum van drie, voor de
uitwerkingsfase in aanmerking komen. tevens doet
de jury aanbevelingen voor de uitwerkingsfase.
Daarnaast licht de regionale vaandeldrager toe hoe
dit uitwerkingsproces in gang wordt gezet.
prijzen en deelname uitwerkingsfase
4. WEDstriJD En WEDstriJDrEgLEmEnt
27
het is deelnemers, juryleden of anderen dan
de voorzitter van het bestuur van de eo Wijers-
stichting, niet toegestaan in de publiciteit te
treden over zaken die inhoudelijk samenhangen
met de inzendingen of de prijsvraag als zodanig,
voordat de juryuitspraak is bekend gemaakt.
AuteursrechtenDe inzendingen blijven het geestelijk eigendom
van de deelnemers. De stichting behoudt zich het
recht voor om bij publicaties, presentaties of ten
behoeve van haar eigen website gebruik te maken
van de inzendingen.
Gebruik, verzekering, eigendom en teruggave van de ingezonden bescheidenalle voor de wedstrijd ingezonden stukken
betreffende de voorstellen blijven gedurende
de periode tussen de sluitingsdatum en de
prijsuitreiking ter beschikking van de Eo Wijers-
stichting. gedurende deze termijn zijn de
ingezonden bescheiden niet verzekerd.
tijdens de landelijke manifestatie waar de
winnaars c.q. deelnemers aan de uitwerkingsfase
bekend worden gemaakt, worden de inzendingen
symbolisch overhandigd aan de regio
stedendriehoek. De teruggave aan de inzenders
kan in overleg met de coördinator van de stichting
worden verzorgd.
Geschillengeschillen die tussen uitschrijver, deelnemers en
juryleden mochten ontstaan naar aanleiding van
de prijsvraag, ook die welke slechts door één der
partijen als zodanig worden beschouwd, worden
door arbitrage beslecht. arbitrage geschiedt
overeenkomstig het arbitragereglement van de
stichting arbitrage instituut Bouwkunst.
publiciteit, publicaties en tentoonstelling
4. WEDstriJD En WEDstriJDrEgLEmEnt
28
Deze prijsvraagbrochure is een uitgave van de eo Wijers-stichting in samenwerking met de regio Stedendriehoek.
Foto’s: Rob Niemantsverdriet
in opdracht van de Eo Wijers-stichting.
Ontwerp: Bestwerk, Deventer.
ContactEo Wijers-stichting
p/a Platform 31
Postbus 30833
2500 GV DEN HAAG
(070) 302 84 84
www.eowijers.nl
De Eo Wijers-stichting is een onafhankelijk netwerk
dat een bijdrage wil leveren aan de verbetering
van de ruimtelijke kwaliteit van Nederland op
bovenlokaal schaalniveau.
Om dit doel te bevorderen steunt de stichting
opdrachtgevers, in de publieke en de private sfeer,
die zich over bestuurlijke grenzen heen inzetten
voor concrete projecten en programma's die
ruimtelijke kwaliteit beogen te bereiken.
Het belangrijkste middel voor de stichting om de
doelstelling te bereiken, is het organiseren van
prijsvragen gericht op het maken van regionale
ontwerpen én op de daadwerkelijke uitvoering
daarvan.
Prof. ir. Leonard Wijers (1924-
1982) was als hoogleraar in
Delft en als directeur van de
Rijksplanologische Dienst tot
1982 een belangrijk inspirator
van het ruimtelijk ontwerpen op
het bovenlokale schaalniveau.
In een tijd dat veel ontwerpers verstrikt leken te
raken in de bestuurlijke en juridische complexiteit
van de ruimtelijke ordening, propageerde hij de
kwaliteit van de vorm. Wijers pleitte niet alleen
voor kwaliteit van een ruimtelijke ordening van het
meetbare, maar ook voor karakter en uitstraling
van de ruimte. Wijers’ ideeën vormen een blijvende
bron van inspiratie voor de verdere ontwikkeling
van het ruimtelijk beleid in Nederland.
eo Wijers-stichting - voor ruimtelijke kwaliteit in de regio
eo wijers-stichting voor ruimtelijke kwaliteit in de regio
Colofon De eo Wijers-stichting Wie was eo Wijers
29