-
Preventie
09Jaarverslag Nederlands Centrum voor BeroepsziektenCoronel
Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Divisie Klinische Methoden en
Public Health, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van
Amsterdam
Karen Nieuwenhuijsen:“De bereidheid iets aan risico’s te doen is
er”
Dick Spreeuwers:“Ziek worden van werk, dat mag nooit de
bedoeling zijn”
Gert van der Laan:“Er ontstaat een bewustzijn in de nagelbranche
dat je veilig moet werken”
Gerard Frijstein:“Ik grijp elke mogelijkheid om de preventie van
prikaccidenten onder de aandacht te houden.”
-
10HaltaandeschildersziekteElke schilder is gek! Die gedachte
is passé. Chronische Toxische
Encefaloptahie (CTE) krijgt de
aandacht die het verdient.
12
DenadagenvandelatexallergieLatexallergie is op zijn retour,
alternatieve handschoenen boden
uitkomst. De preventie richt zich nu
op nieuwe risicogroepen.
Inhoud14 Veiligerprikken700.000 naalden gaan jaarlijks door
de handen van het AMC-personeel.
Hoofd van de Arbodienst AMC
Gerard Frijstein gaat de strijd aan
met de prikaccidenten “Frapper,
frapper toujours, daar gaat het om.”
18
RSI;vanalletijden?De aandoening is zo oud als de
weg van Rome. Er is dan ook geen
bedrijfsarts meer die niet aan RSI
denkt. Werpt al die aandacht ook
zijn vruchten af?
20 Gekvanjewerk Sommige mensen worden
letterlijk gek van hun werk.
Depressief of overspannen.
Karen Nieuwenhuijsen over het
voorkómen van een ongrijpbare
beroepsziekte.
2 DickSpreeuwers
3 Top10beroepsziekten2009
4 Medewerkers
6 Commissiesenwerkgroepen: MODERNET
7 Helpdesk
22 Activiteiten:PIMworkshop
22 Heijermanslezing
23 Publicaties: BeroepsziekteninCijfers
Nederlands Centrumvoor Beroepsziekten
Coronel Instituut voor Arbeid en GezondheidDivisie Klinische
Methoden en Public HealthAcademisch Medisch CentrumUniversiteit van
Amsterdam
Telefoon (020) 566 53 87Fax (020) 566 92
[email protected]
Polikliniek Mens en Arbeid Telefoon (020) 566 38 01
Teksten Paul Kuijer, Anita Mulder, Annet Lenderink, Henk van der
Molen, Dick Spreeuwers, Harry Stinis, Gonnie Zweerman
Redactie Annemarie Geleijnse, Anita Mulder, Henk van der Molen,
Dick Spreeuwers
Interviews Annemarie Geleijnse
Fotografie Delano van Diest, Jocelyne Moreau, Martine Sprangers,
Klaas Jan van der Weij (HH)
Concept en vorm Philip Stroomberg
Lithografie en druk Mart.Spruijt bv
Met dank aan Jan Bakker, Karen Nieuwenhuijsen, Paul Kuijer,
Gerard Frijstein, Gert van der Laan, David Bruinvels, Ed de Groot,
Arbodienst AMC, Mw. de Boer (Tendens tandartsen), Winnie de
Groof-Branse (All Daring)
© Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Amsterdam 2010
Themapreventie
En verder
8 -22
WHO Collaborating Center in Occupational Health
-
Dick Spreeuwers:“We willen beroepsziekten
terugdringen”Ziekwordenvanjewerk.Datkannatuurlijknooitdebedoe-lingzijn.HetNCvBdoeterdanookallesaanomberoeps-ziektenonderdeaandachtvanwerkgeverstebrengenenhouden.Opdateruiteindelijkmindermensenziekwordenvanwerk.DickSpreeuwers,directeurvanhetNCvB,bliktterugop2009.
“Als je beroepsziekten onder de aandacht wil houden, is het
belangrijk dat je blijft kijken waar de problemen zich voordoen en
tijdig nieuwe trends signaleert. In 2009 zijn daarin een aantal
belangrijke slagen gemaakt. Het tegengaan van de onderrapportage
van beroepsziekten heeft een belangrijke impuls gekregen met het
Peilstation Intensief Melden dat op 1 januari 2009 van start ging.
Zo’n 190 bedrijfsartsen namen deel aan scholingsbijeenkomsten en
blijken inderdaad meer en ook beter te melden. Hiermee worden de
schattingen van het aantal beroepsziekten in sectoren en
beroepsgroepen die het NCvB maakt betrouwbaarder.Al jaren stelt het
NCvB in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid het Signaleringsrapport Beroepsziekten op. Dit
kreeg dit jaar een waardige opvolger: “Beroepsziekten in Cijfers
2009”. Hierin staan meer eigen cijfers van het NCvB, maar wordt ook
relevante informatie uit wetenschappelijke literatuur omschreven.
Al met al een boek
waarin een helder beeld ontstaat over de stand van zaken en
ontwikkelingen omtrent beroepsziekten.”
Internationaalplatform
“Internationaal valt er nog veel te winnen als het gaat om de
samenwerking in de monitoring van beroepsziekten en het opsporen
van nieuwe risico’s. Het verheugt me dan ook dat het enige jaren
terug opgezette internationale netwerk MODERNET (Monitoring trends
in Occupational Diseases and New and Emerging Risks NETwork) een
welkom platform blijkt te zijn. In september kwamen experts uit
diverse landen bijeen in Parijs, komend najaar staat een
bijeenkomst in Milaan gepland en in 2011 wordt een congres
georganiseerd onder de ICOH vlag in Amsterdam over het snel
opsporen van nieuwe risico‘s en de aanpak ervan. In 2009 is ook
hard gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de klinische
arbeidsgeneeskunde en de Polikliniek Mens en Arbeid. Er blijkt een
duidelijke behoefte te zijn aan arbeidsgeneeskundige zorg en aan
het uitvoeren van expertises (beoordelen of een aandoening wel of
niet als beroepsziekte kan worden beschouwd). De PMA springt daar
op succesvolle wijze op in.”
Monitoringensignalering
“We zetten de ingezette lijn naar een betere monitoring en
signalering in de toekomst graag door. Extra aandachtspunten vormen
daarbij de sociale verschillen tussen werknemers en de
beroepsziekten aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het goed in
kaart brengen van beroepsziekten vereist een goede samenwerking met
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de
Arbeidsinspectie, werkgevers, werknemers en
(Arbo)professionals.Extra aandacht zal uitgaan naar de
communicatie. Er is in 2009 hard gewerkt aan het verbeteren van
onze website www.beroepsziekten.nl en de opzet van een website voor
de PMA (www.mensenarbeid.nl). Voor de toekomst bieden de sociale
media wellicht een goede mogelijkheid om beroepsziekten onder de
aandacht te brengen en houden.”
Preventie
“Het lukt al met al steeds beter beroepsziekten in kaart te
brengen. De bundeling van expertise op het gebied van werk én
ziekten blijkt daarin zeer waardevol. Waar we met al die monitoring
en signalering uiteindelijk naar toe willen, is natuurlijk
preventie. Want ziek worden van werk, dat mag natuurlijk nooit de
bedoeling zijn. Juist door de aard en het vóórkomen van
beroepsziekten inzichtelijk te maken, draagt
het NCvB bij aan de preventie. In de registratierichtlijnen
staan niet alleen de diagnostiek omschreven maar ook de
risicofactoren en de risicoberoepen. Daarmee is een belangrijke
eerste stap gezet. ‘Preventie’ is dit jaar ook het thema van ons
jaarverslag. We beschrijven hoe lastig preventie in de praktijk kan
zijn, maar laten vooral ook graag zien hoe succesvol preventie
blijkt in het terugdringen van beroepsziekten. Dat is iets om met
recht trots op te zijn!”
Top10gemeldeberoepsziekten2009
Aandoening Aantalmeldingen %
1 Lawaaislechthorendheid 4564 46,3
2 Overige aanpassingsstoornissen, surmenage 879 8,9
3 Repetitive strain injury – RSI – van schouder bovenarm 554
5,6
4 Chronische aspecifieke – lage – rugpijn 470 4,8
5 Epicondylitis lateralis 305 3,1
6 Burn out 242 2,5
7 Artrose van knie, gonartrose 166 1,7
8 Overige aandoeningen van weke delen 148 1,5
door druk en overbelasting
9 Contactdermatitis, contacteczeem 134 1,4
10 Hernia nuclei pulposi (HNP) L4L5, L5S1 134 1,4
Totaal 7596 77,1
Resterende aandoeningen 2260 22,9
Totaal 9856 100,0
“Het lukt steeds beter beroepsziekten in kaart te brengen”
2 NCvB 09 3NCvB 09 Dick Spreeuwers Dick Spreeuwers
-
De medewerkers van het NCvB werken aan de drie hoofdactiviteiten
van het NCvB: monitoring en signalering van beroepsziekten,
kennisverspreiding en patiëntenzorg (Polikliniek Mens en
Arbeid).
Drs.J.G.(Jan)Bakker, Klinisch
arbeidsgeneeskundige/bedrijfsarts
Drs.I.T.J.(Ingrid)Braam, coördinator IT
Dr.T.(Teus)Brand, bedrijfsarts
Y.(Yvonne)Bulten, communicatie medewerker
M.G.M.(Tilly)Gelijsteen, management assistente
Drs.G.J.(Gerda)deGroene, bedrijfsarts
Prof.dr.J.M.B.V.(Vianney)deJong, neuroloog
A.(Amin)Khan, webmaster
P.J.(Piet)Kroon, bedrijfsarts en projectleider Polikliniek Mens
en Arbeid
Dr.P.P.F.M.(Paul)Kuijer, bewegingswetenschapper
Drs.G.(Gert)vanderLaan, klinisch arbeidsgeneeskundige
Drs.A.F.(Annet)Lenderink, coördinator kennisverspreiding
Dr.H.F.(Henk)vanderMolen, bewegingswetenschapper, epidemioloog
en management NCvB
A.A.(Anita)Mulder, management assistente
Dr.K.(Karen)Nieuwenhuijsen, geestelijk gezondheidskundige
Dr.T.M.(Taeke)Pal, bedrijfsarts
H.J.(Herman)Pieters, systeembeheerder
Drs.E.W.(Erwin)Prakken, datamanager
Drs.L.(Laura)Reisma,neuropsycholoog
Drs.M.D.(Martijn)Rhebergen, bewegingswetenschapper
E.M.J.(Els)deRuijter, medewerker financiële administratie
Drs.A.(Astrid)Schop,medewerker registratiebureau
Dr.P.B.(Paul)Smits, bedrijfsarts
Dr.B.(Bas)Sorgdrager, bedrijfsarts
Dr.D.(Dick)Spreeuwers, bedrijfsarts en directeur van het
NCvB
Drs.H.P.J.(Harry)Stinis, bedrijfsarts
Drs.E.(Evelien)vanValen,neuropsycholoog
Dr.E.M.(Ellie)Wekking, gezondheidspsycholoog en
neuropsycholoog
Drs.H.J.(Gonnie)Zweerman,clinical librarian
ConsulentenDr.C.G.(Chris)Kant, Diabetes en Werk
Dr.J.L.(Jaap)vanDijk, Hart en Werk
Dr.H.J.(Harry)Bank, Oog en Werk
Dr.E.S.(Bert)Alberga, Medicijnen en Werk
Nieuw in dienstgetreden in 2009Prof.dr.D.P.(Derk)Bruynzeel,
consulent-hoogleraar dermatologie
Mw.K.(Karin)Heimeriks, arbeidshygienist
Dr.D.J.(David)Bruinvels, bedrijfsarts
David Bruinvelds werkte al sinds 2006 vanuit het VUmc bij het
NCvB. In sep-tember 2009 startte hij in dienst van het AMC als
klinisch arbeidsgenees-kundige binnen de nieuwe discipline Kanker
& Werk van de Polikliniek Mens en Arbeid (PMA). Drie vragen aan
deze nieuwkomer.
Waar kom je vandaan?
“Ik werkte hiervoor bij de arbodienst van VU en Vumc en bij het
EMGO van het VUmc. Daar hield ik me met name bezig met het werken
als bedrijfsarts, verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het
begeleiden van promovendi. Bij de PMA liep ik trouwens ook al een
middag per week rond, als bedrijfsartsconsulent audiologie. Ik heb
in 2009 de overstap gemaakt naar het AMC.”
Wat trekt je aan in het werken voor de Polikliniek Mens en
Arbeid?
“Wat ik erg leuk vind, is dat de PMA een omgeving is waar veel
bedrijfsartsen als consulenten rondlopen. Ook vind ik het een groot
voordeel dat je als tweedelijns bedrijfsarts binnen de PMA een
onafhankelijke positie hebt en er echt helemaal voor de patiënt
kunt zijn. Je hebt daardoor minder kans in een spagaat te raken
door tegengestelde belangen tussen werkgever en werknemer. In feite
vul ik de functie zo in als de FNV nu voorstaat met het plan voor
een eerstelijns bedrijfsarts. Boeiend om op die golf mee te
surfen.”
Nieuwe medewerker: David Bruinvels “Ik ben er echt helemaal voor
de patiënt”
De discipline Kanker en Werk is nieuw. Wat gebeurt daar?
“Kanker is allang niet meer altijd dodelijk. Steeds meer mensen
willen en moeten door met werken. Binnen de PMA gaan we werken
volgens drie peilers. Om te beginnen bieden we mensen die tijdens
kanker of daarna willen werken mogelijkheden voor extra
ondersteuning. We kunnen bijvoorbeeld doorverwijzen naar een
klinische psycholoog of fysiotherapeut gespecialiseerd in kanker en
werk. Daarnaast kunnen (ex)kankerpatiënten die eens met een in
oncologie gespecialiseerde bedrijfsarts willen praten over concrete
problemen op het werk bij mij terecht. Je kunt dan bijvoorbeeld
denken aan het werken met een stoma. En tenslotte willen we een
expertisecentrum zijn waarin academische kennis gebundeld is.”
David Bruinvels (47) woont in Oestgeest. Hij houdt van lekker
eten én koken. Hij doet aan atletiek en traint fanatiek op de 400
meter horde.
MedewerkersNCvB
4 NCvB 09 5NCvB 09 Medewerkers Medewerkers
-
Betrouwbare informatie en cijfers over beroepsziekten zijn de
basis van preventief beleid. Zowel wereldwijd als in Europees
verband wordt daarom al jaren aangedrongen om stroomlijning van de
gegevensverzameling.
NieuweverbandenOok zijn er in de veranderende wereld van werk en
werkomstandigheden regelmatig signalen over nieuwe verbanden tussen
blootstelling en gezondheid. Dat begint meestal met geïsoleerde
meldingen en case reports en het duurt vaak lang voordat duidelijk
is of het om nieuwe en relevante risico’s gaat. Door een betere
uitwisseling van kennis en informatie en internationale
samenwerking valt hierin veel te winnen.
ParijsOp uitnodiging van het NCvB hebben vertegenwoordigers van,
aanvankelijk zes, internationale centra (Nederland,
GrootBrittannië, Finland, Tsjechië, Frankrijk en Italië) zich over
dit onderwerp gebogen. Tweemaal werd over
legd in Amsterdam (2007 en 2008) en in 2009 in Parijs. Deze
bijeenkomst in samenwerking met AFFSET (Agence française de
sécurité sanitaire de l’environnement et du travail) was een groot
succes, mede door de deelname van een groot aantal bedrijfsartsen
en onderzoekers die de gelegenheid aangrepen om nieuwe kennis en
inzichten met ons en elkaar te delen. In november 2010 volgt een
nieuwe bijeenkomst in Milaan.
MeerlandenOm deze samenwerking te verankeren en uit te breiden
naar meer landen is in 2009 een voorstel voor een vierjarig
programma van activiteiten ingediend bij het Europese COST fonds.
In dit voorstel zijn deze activiteiten verdeeld over de volgende
aandachtsgebieden: – Kwaliteit van data: verbetering van
de kwaliteit van dataverzameling over beroepsziekten
– Trends Analyse: Nieuwe technieken voor de analyse van trends
in beroepsziekten
– Opsporen nieuwe risico’s: Nieuwe technieken voor het opsporen
van nieuwe arbeidsrisico’s
– Kennisverspreiding: verspreiding en implementatie van nieuwe
kennis over beroepsziekten
InternationaalcongresVooruitlopend hierop wordt in samenwerking
met onder meer het nieuw opge richte Scientific Committee on
Occupational Medicine vanuit de ICOH een internationaal congres
georganiseerd over nieuwe risico’s: Amsterdam, 7 en 8 April 2011
“Tracing New Occupational Diseases” (www.icohscom2011.nl).
Tandarts met een cervicale hernia
VraagGraag zou ik willen weten of een cervicale hernia bij
tandartsen en mondhygiëniste een beroepsziekte kan zijn. Het gaat
om een 58 jarige tandarts die dit werk meer dan 30 jaar doet. Het
is verleidelijk om dit te snel te concluderen. Ik zou graag willen
weten of hier ook voldoende bewijs voor is en eventueel wat bekend
is over preventie en prognose.
AntwoordPaulKuijer,consulentarbeidsgebondenaandoeningenbewegingsapparaat
Een korte zoektocht in Pubmed levert een aantal artikelen op die
in ieder geval stellen dat nekklachten veel voorkomen in het
genoemde werk. (Hayes e.a. A systematic review of musculoskeletal
disorders among dental professionals Int J Dent Hygiene 2009;7:
159–165 en Leggat e.a.Occupational health problems in modern
dentistry: a review. Ind Health. 2007 45:61121)Helaas heb ik geen
studie gevonden die specifiek handelt over nekhernia’s binnen de
beroepsgroep – dit betekent echter niet dat er geen sprake van kan
zijn.Recent is bij het NCvB een registratierichtlijn voor het
melden van een cervi
cale hernia als beroepsziekte verschenen. Deze is te downloaden
op www.beroepsziekten.nlEen veronderstelde risicofactor is:
veelvuldig buigen en draaien van het hoofd (helaas zijn geen
specifieke blootstellingsmaten beschreven).Meer informatie over
prevalentie en preventie kunt u waarschijnlijk krijgen via de
Hokwerda award voor ergonomie in de mondzorg
(www.hokwerdaaward.nl).Op dit moment is een bedrijfsarts in
opleiding bezig met een scriptie voor de NSPOH over o.a.
prognostische factoren voor terugkeer naar werk bij deze
aandoening, in aanvulling op hoofdstuk 10 – cervicaal radiculair
syndroom –, van de NVAB richtlijn Klachten aan arm, schouder of
nek.
Resultaat Besloten is de aandoening als beroepsziekte te
melden
Zwangere huisartsen en HIV-patiënten
VraagIk heb veel zwangere huisartsen in opleiding. Zij lopen
risico op HIVbesmetting. Volgens de NVABrichtlijn zouden zij PEP
moeten krijgen. Is dat wel zo of zou ik zwangere huisartsen beter
kunnen aanraden ander werk te gaan doen?
AntwoordHarryStinis,bedrijfsartsNCvB
Infectieziektenkundigen en bedrijfsartsen zijn over het algemeen
van mening dat je een acuut substantieel risico moet behandelen
omdat HIV voor moeder en kind onacceptabel is. Bovendien is er veel
ervaring met preventie verticale transmissie bij bijvoorbeeld
Afrikaanse zwangeren en daar valt het aantal teratogene
bijwerkingen mee. Tegelijkertijd wordt het over het algemeen als
onaanvaardbaar beschouwd dat een zwangere een risicopatiënt zou
moeten behandelen. Blijven over de onbekend besmette patiënten.
Hoewel wereldwijd slechts 150200 mensen beroepsmatig met HIV ( 100%
EBM bewezen), besmet zijn, is het zinvol in een werkgroepje nader
uit te werken hoe we om moeten gaan met zwangere huisartsen in
opleiding. Ik heb je vraag verder uitgezet bij twee
ziekenhuisartsen, een deskundige bij het RIVM en een GGDarts.
Resultaat Naar aanleiding van deze vraag stelden Jaap Maas en Harry
Stinis van het NCvB de zwangerschapskaart voor huisartsen in
opleiding op met een bijbehorend achtergrond document. (te
downloaden op www.beroepsziekten.nl)
HelpdeskMODERNET,sameninternationaalsterker
CommissiesenwerkgroepenModernetisslechtséénvande(internationale)verbandenwaaraanhetNCvBdeelneemt.Samenwerkingenoverlegmetexternepartijenisvangrootbelang.HetNCvBheeftvertegenwoordigersindiverse(internationale)werkgroepenen(wetenschappelijke)commissies.Opwww.beroepsziekten.nlvindtuhetcom-pleteoverzichtvancommissiesenwerkgroepen2009.
Dehelpdeskis(gratis)tebereikenviadewebsitewww.beroepsziekten.nlendewebsitewww.kiza.nl
OpinitiatiefvanhetNCvBisenigejarenterugMODERNET(Monito-ringtrendsinOccupationalDiseasesandNewandEmergingRisksNETwork)opgericht.DitiseenEuropeesnetwerkvoorhetopsporenvantrendsinberoepsziektenennieuweenopkomenderisico’svanwerkvoorgezondheid.In2009wasereensuccesvollebijeenkomstinParijsensindsdienwordthardgewerktaanverdereuitbreidingvanhetnetwerk
Vanleektotprofessional:menweetdehelpdeskvanhetNCvBtevinden.In2009bedroeghettotaalaantalvragen707.Ruimdehelftdaarvanwasafkomstigvanbedrijfsartsen,maarookarbo-adviseurs,beleidsmedewerkers,journalisten,patiënten,werkgevers,juristen,studenten,huisartsenenmedischspecialistenmelddenzichmeteenvraag.
Het NCvB aanwezig bij de Modernetbijeenkomst in Parijs,
september 2009
6 NCvB 09 7NCvB 09 Commissies en werkgroepen Helpdesk
-
PreventieVóórkomen of voorkómen; het is maar waar je het accent
legt. Voor het NCvB kan het één niet zonder het ander. Juist door
beroepsziekten te signaleren kun je de bewustwording in gang zetten
dat preventie nodig is. Dagelijks houdt het NCvB de vinger aan de
pols bij werkend Nederland. De meldingen, de vragen aan de
helpdesk, de patiënten bij de Polikliniek Mens en Arbeid, de
vondsten in de literatuur: samen geven ze een beeld van waar de
risico’s liggen. Het pad van vóórkomen naar voorkómen is daarmee
geëffend. Alleen wie de risico’s kent, kan ze aanpakken. Daarvan is
ook de cover van dit jaarverslag een voorbeeld. Door mensen te
scannen worden veiligheidsrisico’s teruggedrongen.Dit jaarverslag
heeft als thema ‘Preventie’. De volgende pagina’s getuigen van de
wijze waarop medewerkers van het NCvB bijdragen aan de preventie
van beroepsziekte en van de manier waarop dit in de praktijk
uitpakt.
Tekst Annemarie Geleijnse Beeld Jocelyne Moreau
8 NCvB 09 9NCvB 09 Thema: preventie Thema: preventie
-
De cijfers spreken boekdelen. Telde het NCvB in 1999 nog 97
nieuwe gevallen van CTE in 2009 daalde dit tot 5. Een mooi
voorbeeld van geslaagde preventie.CTE wordt ook wel Organisch
Psycho Syndroom (OPS) of schilderziekte genoemd. Het betreft een
aandoening in het centrale zenuwstelsel met als symptomen onder
andere geheugenverlies, concentratiestoornissen, somberheid en
verhoogde prikkelbaarheid. De aandoening kan ontstaan door
langdurige blootstelling aan hoge concentraties oplosmiddelen of
blootstelling aan bestrijdingsmiddelen, zware metalen,
zwavelkoolstof en zwavelwaterstof. Bijvoorbeeld schilders,
autospuiters en drukkers lopen risico op CTE.
Diagnoseprotocol
Begin jaren negentig was dat allemaal nog niet zo duidelijk.
Vaak werd gedacht dat medewerkers met genoemde klachten zich
aanstelden, vertelt drs. Gert van der Laan van het CTESolvent Team.
“Het NCvB kreeg vanuit het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid de opdracht een protocol op te stellen voor de
diagnostiek van OPS, zodat
helder zou worden wie echt aan de aandoening leed. Toen dat
protocol er eenmaal was, kwam een grote stroom patiënten op
gang.”
SolventTeams
De Solvent Teams in het AMC Amsterdam en het Medisch Spectrum
Enschede zorgen voor gedegen diagnostiek. Doordat de diagnostiek
complex en kostbaar is, dreigde aanvankelijk een tweedeling te
ontstaan tussen werknemers van bedrijven die voorop liepen in de
Arbozorg en ‘de autospuiter op de hoek’. Hieraan kwam een einde
toen vanuit Den Haag eerst via een subsidieregeling en uiteindelijk
via de reguliere financiering goede diagnostiek voor iedereen werd
gewaarborgd.
Slachtofferszichtbaar
Door de inspanningen van het Solvent Team werden de slachtoffers
zichtbaar en de ziekte serieus genomen door werkgevers én door de
politiek. Het leidde ertoe dat er rond 2000 wettelijke verplichte
harde preventiemaatregelen kwamen. En daarmee ontstond een sterk
dalende lijn in het aantal mensen dat door CTE getroffen wordt.
Van der Laan vertelt dat veel branches de preventie goed
aanpakken. Arbouw en een bedrijf als Akzo Coating waren voorloper.
Maar hij denkt ook met plezier terug aan een grootschalige FOCWA
manifestatie eind jaren negentig waar hij de gelegenheid kreeg om
aan 1.200 autospuiters uit te leggen welke effecten blootstelling
aan schadelijke stoffen kan hebben.Tegenwoordig komen er jaarlijks
nog maar enkele nieuwe patiënten bij. Soms gaat dat om mensen die
in het verleden zijn blootgesteld aan chemicaliën en nu met de
erfenis daarvan opgescheept zitten.
Nieuwleed
Extra aandacht van het NCvB hebben die sectoren waar preventie
nieuw leed kan voorkomen. Zo blijken werknemers aan de onderkant
van de samenleving nog altijd een risico op CTE te lopen. Zeker
wanneer zij werken bij malafide werkgevers die het niet te nauw
nemen met Arbozorg. Vrij recent vroeg ook de blootstelling aan
schadelijke gassen bij het openen van containers uit ZuidoostAzië
aandacht.
Van‘Ach,elkeschilderisgek’tot‘schildersmogen
nietlangerwordenblootgesteldaanchemicaliën
dieneurologischeklachtenkunnengeven’.Zozouje
deomslaginhetdenkenoverChronischeToxische
Encefalopathie(CTE)sindsbeginjarennegentigkunnen
samenvatten.HetNCvBleverdeeenbelangrijke
bijdrageaandepreventievan‘deschildersziekte’.
Halt aan de schildersziekte
Tekst Annemarie Geleijnse Beeld Jocelyne Moreau
KunstnagelstylisteSoms kan de diagnose bij één patiënt leiden
tot de ach-
terliggende problematiek en daarmee tot mogelijkheden
tot preventie. De disease-first-approach wordt dit wel
genoemd.
Zo zag Gert van der Laan een paar jaar terug een nagelsty-
liste, die inderdaad aan CTE bleek te lijden. Van der Laan:
“We hebben dat aangegrepen om een meting te doen in
de nagelstudio. Daar werd inderdaad een te hoge concen-
tratie chemische stoffen gemeten.” Toen dit via de media
breder bekend werd, kwamen er tientallen nagelstylistes
naar het NCvB. Van der Laan vertelde in een interview met
een blad uit de nagelbranche over het bestaan van een
tafelafzuiger die tijdens het werk de schadelijke stoffen
afvoert. “Er ontstaat zo een duidelijk bewustzijn in een
branche dat je veilig moet werken.” Het is een voorbeeld
van de vergrootglasfunctie van de diagnostiek. Door één
diagnose kan uiteindelijk duidelijk worden dat er sprake is
van falende arbeidsomstandigheden in een branche.
10 NCvB 09 11NCvB 09 Thema: preventie Thema: preventie
-
Tekst Annemarie Geleijnse Beeld Jocelyne Moreau
Met de opkomst van infectieziekten als HIV en Hepatitis B steeg
in de jaren tachtig het gebruik van handschoenen enorm. Waar eerder
al kappers, schoonmakers en keukenpersoneel handschoenen droegen
tijdens het werk, gingen nu ook artsen, verpleegkundigen,
tandartsen en vele anderen handschoenen dragen om zich te
beschermen in het contact met patiënten. Het bracht een nieuw
probleem met zich mee: het aantal meldingen van latexallergie steeg
explosief. Eind jaren 90 bleek drie tot zeventien procent van de
verpleegkundigen en artsen overgevoelig te zijn geworden voor
latex.
Shock
“De klachten die dit gaf, moet je niet onderschatten”, vertelt
drs. Jan Bakker, klinisch arbeidsgenees
kundige van de Polikliniek Mens en Arbeid. “Meestal ontstaan
netelroos, galbulten of eczeem, maar ook de slijmvliezen van neus
en de ogen kunnen op latex reageren. In ernstige gevallen kan zelfs
astma ontstaan en uiteindelijk een (anafylactische) shock optreden.
Zowel in kwantiteit als in ernst was latexallergie dus een
significant probleem geworden.” Het leidde ertoe dat het NCvB een
zogenoemd ‘alert’ rondstuurde naar bedrijfsartsen om extra aandacht
te vragen voor deze beroepsziekte.
Arboconvenanten
In Duitsland werd in 1997 het gebruik van gepoederde
latexhandschoenen verboden, het aantal gevallen van latexallergie
daalde toen in vijf jaar met meer dan tachtig procent. Ook in
Nederland namen mede dankzij de signaleringsfunctie van het
NCvB – verschillende branches hun verantwoordelijkheid. Begin
2000 zijn in de Arboconvenanten in de gezondheidszorg en de
Academische Ziekenhuizen afspraken gemaakt over vervangen van
latexhandschoenen door poedervrije, eiwitarme handschoenen of
handschoenen van vinyl of nitril. Ook de kappersbranche gaf dit
prioriteit.
Poedervrijeeiwitarmehandschoenen
Fabrikanten gingen het gesprek aan met dermatologen en pasten
hun handschoenen aan. In Nederland worden voor de professionele
markt nu alleen maar poedervrije, eiwitarme handschoenen gemaakt.
Tegelijkertijd is er een beter alternatief gekomen voor mensen die
helemaal geen eiwit verdragen. De rubberen handschoenen zijn minder
stijf en dik geworden waardoor ze voor veel beroepen een
alternatief vormen. Bakker: ‘Wij adviseren waar het kan altijd voor
nitril te kiezen. Soms kan dat niet. Zo kan een vaatchirurg
bijvoorbeeld geen enkel verlies van het fingerspitzengefühl
toestaan en zal hij soms toch moeten kiezen voor de dunnere
handschoenen met eiwit.” Met het gestaag toenemen van het gebruik
van poedervrije, eiwitarme handschoenen of alternatieven daarvoor
nam het aantal meldingen van latexallergie bij het NCvB in een
zelfde tempo af. In 2009 kwamen er nog slecht 4 meldingen
binnen.
Maarliefst31meldingenvanlatexallergieteldehet
NCvBin1999.Tienjaarlaterishetaantalmeldingenop
éénhandtetellen.
De nadagen van de latexallergie
Oude wijn in nieuwe zakken
Recent paste het NCvB de registratiericht-lijn voor werkgebonden
contactderma-tosen aan. Hierin staan de risicogroepen voor
latexallergie omschreven. Want opvallend genoeg zijn er ook nu nog
men-sen die een allergie opbouwen door het gebruik van
latexhandschoenen. Volgens Bakker gaat het vaak om mensen met vrije
beroepen als nagelstylistes of tand-artsassistentes. Zij hebben
ofwel nog een stapel oude latexhandschoenen liggen, of ze hebben
goedkope handschoenen uit het Midden Oosten gekocht, die nog wel te
veel latex en poeder bevatten.” De preventie mag dan vruchten
afwerpen, het NCvB blijft alert op dit soort nieuwe risicogroepen.
Immers, zoals Jan Bakker het uitdrukt: ‘We moeten voorkomen dat we
oude wijn in nieuwe zakken krijgen.”
“De klachten die dit gaf, moet je niet onder schatten”
12 NCvB 09 13NCvB 09 Thema: preventie Thema: preventie
-
Ieder prikaccident is er één teveel
HepatitisB,CofzelfsHIV.Datwil
natuurlijkniemandoplopenophet
werk.Tochlopenmedewerkersinde
zorgdatrisico.Jaarlijksgaanerin
hetAMCzo’n700.000naaldenom
enwordenzo’n220prikaccidenten
gemeld.HoofdArbodienstGerard
Frijsteindringtmetsuccesderisico’s
terug.
Tekst Annemarie Geleijnse Beeld Jocelyne Moreau
14 NCvB 09 15NCvB 09 Thema: preventie Thema: preventie
-
Niet alleen chirurgen of verplegend personeel lopen risico’s
maar ook de schoonmaker die de gebruikte naalden tegenkomt. Toen
Gerard Frijstein vijftien jaar geleden als bedrijfsarts/hoofd
Arbodienst in het ziekenhuis kwam werken, kon dit risico hem niet
ontgaan. ‘Dagelijks waren er prik accidenten.’Hoewel het goed
mogelijk is om je preventief tegen Hepatitis B te beschermen, lag
de vaccinatiegraad in het ziekenhuis destijds maar net boven de
25%. Dat had vooral te maken met de heersende machocultuur, vertelt
Frijstein. “Er werd schouderophalend over gedaan. Ze zeiden: ‘ach,
een goede chirurg prikt zich wel drie keer per week’. Van de oudere
generatie chirurgen heeft menigeen wel eens geel gezien, ze zijn
daar bijna trots op.”Een ommekeer in het denken ontstond toen in
2000 een chirurg in het zuiden van het land tientallen patiënten
had besmet, waarvan enkelen met ernstige hepatitis. Politiek kwam
een nagenoeg zero tole-rance beleid op gang en ook binnen de muren
van het AMC zetten het de neuzen één kant op. Frijstein: “Ik ging
naar de Raad van Bestuur met een stevig verhaal over het
patiëntenbelang en de veiligheid van medewerkers en dat
werkte.”
Preventiebeleid
Frijstein maakte een indeling in twee groepen; de risicovormers
en risicolopers. Risicolopers zijn medewerkers die zelf risico
lopen zoals het verplegend personeel of de schoonmakers.
Risicovormers vormen een risico voor de patiënt; denk aan de
chirurg wiens bloed tijdens een operatie bij dat van de patiënt kan
komen. Het preventiebeleid van Frijstein kreeg vleugels. Ook
dankzij de politieke steun. “De zorg werd verplicht dit probleem
aan te pakken.” Het is sindsdien in Nederland verplicht dat
medewerkers in de zorg aantonen dat zij geen drager van hepatitis B
zijn. Frijstein: “Wie hier wil werken maar zich om principiële
redenen niet wil laten inenten, moet aantonen dat hij niet
geïnfecteerd is. Dat komt neer op het elke drie maanden of half
jaar opnieuw bloedtesten ondergaan. In de praktijk kiest men dan
vaak toch voor vaccineren.”Het resultaat is dat de vaccinatiegraad
in het AMC sindsdien omhoog ging tot nagenoeg 100% onder de
risicovormers en 95% onder de risicodragers. Gezien het verloop is
de volle honderd procent niet haalbaar en spreekt Frijstein dan ook
van “een hele mooie score waar we trots op zijn”.
Het risico op Hepatitis C en HIV laat zich wat minder makkelijk
tackelen. Preventief vaccineren tegen deze ziekten is nog niet
mogelijk. In het geval van contact met HIVbesmet bloed biedt alleen
nog een PEPprofilax binnen twee tot acht uur bescherming.
Zaak is dus vooral te voorkomen dat medewerkers met
prikaccidenten te maken krijgen. Met veel voorlichting lukt het wel
het personeel alert te houden, maar desondanks telt Frijstein toch
nog altijd zo’n 220 geregistreerde meldingen per jaar. Hij toont
een grafiek waarop per jaar de prikaccidenten met een positieve
bron te zien zijn; zo’n twintig gemiddeld. Frijstein: “Dat betekent
dat als iemand zich hier prikt de kans dat het om besmet bloed
gaat, 9% is.” Dat is best schrikken, weet Frijstein. Prikken aan
besmet bloed, betekent nog niet per definitie ook besmet raken.
Frijstein heeft de percentages paraat. Voor hepatitis B is de kans
1 op de 3, voor hepatitis C 1 op de 30 en voor HIV 1 op de 300.
PostTraumatischStresssyndroom
Het is in Nederland gelukkig nog niet beschreven dat iemand door
het werk met HIV besmet is geraakt. Besmetting met hepatitis B is
door de hoge vaccinatiegraad ook niet voorgekomen in het AMC. De
afgelopen tien jaar raakte twee keer iemand besmet met hepatitis C.
“Per saldo valt het risico op een beroepsziekte mee”, zegt
Frijstein. Maar hij bagatelliseert de cijfers niet. “Stap jij nog
op het vliegtuig als de kans 1 op 300 is om neer te storten? Nee,
waarschijnlijk.” Hij schets wat een enorme spanning het voor een
verpleegster meebrengt als ze na een prikaccident bij hem de deur
uitgaat met dit risico op een ziekte. Hoewel nog nooit iemand met
HIV besmet raakte, heeft gemiddeld vijf keer per jaar een
medewerker uit het AMC na een prikaccident die dreiging boven het
hoofd hangen. “Als werknemer in de zorg heb je er dan meteen een
Post Traumatisch Stresssyndroom bij”, zegt de bedrijfsarts. “Als
het nog kan, krijg je een Pepbehandeling, maar dan nog blijft er
een half jaar de spanning. En komen er hele banale zaken om de hoek
kijken als: kan ik vanavond nog wel veilig vrijen met mijn
partner?”
Preventie blijft voor Frijstein dan ook een groot goed. Hij
beschrijft zichzelf als een enthousiaste terriër die zich in de
preventie blijft vastbijten. “Je moet blijven voorlichten: frapper,
frapper toujours. Elke mogelijkheid moet je grijpen om het belang
onder de aandacht te blijven brengen.”Hij heeft inmiddels een
database met 1.100 geregistreerde prikaccidenten in acht jaar tijd
en ontwikkelde op basis daarvan een kostenmodel. Hij rekende in
2006 door dat de afhandeling van prikaccidenten het AMC jaarlijks
100.000 euro kost. Dat kan en moet de helft worden, vindt
Frijstein. Dat is nog niet gelukt, maar de eerste stappen zijn
hoopgevend. Met een subsidie van het ministerie van VWS deed
Frijstein onderzoek naar een nieuw type veiligere naalden dat op de
markt kwam. Frijstein toont een
naald met een grote blauwe kap eraan, die na gebruik
dichtgeklikt moet worden. “Hij demonstreert hoe je met dezelfde
hand als waarmee je prikt het beschermhoesje omhoog duwt en dit
dichtklikt over de naald. Het verplegend personeel, maar ook de
schoonmaker die de boel opruimt kan zich niet meer prikken. Dat
laatste is belangrijk, want uit een analyse van prikaccidenten
leidde Frijstein af dat 60 tot 70 procent van de prikaccidenten
plaatsvond tijdens het opruimen en de bloedafname.
Evidencebasedbolwerk
Samen met het CoronelInstituut deed Frijstein in 2006 een
onderzoek naar het effect van veilige naalden. Zeven
verpleegafdelingen werkten zoals ze altijd deden, op zeven
afdelingen werden de veilige naalden geïntroduceerd met daarbij een
voorlichting gericht op het sturen op veilig gedrag en op zeven
andere afdelingen bleven de oude naalden in gebruik maar werd wel
gestuurd op gedrag. De resultaten verrasten Frijstein in hoge mate.
Door alleen op gedrag te sturen daalde het aantal prikaccidenten
met 55 procent. Op de afdelingen waar ook nog de veiligere naalden
werden geïntroduceerd was dat zelfs 66 procent. Frijstein: “Ik werk
in een evidence based bolwerk. Met deze resultaten kon ik de Raad
van Bestuur ervan overtuigen dat het AMC deze naalden moest
aanschaffen.” Inmiddels zijn de naalden in toenemende mate in
gebruik en wordt ook voor andere soorten naalden, zoals
bijvoorbeeld infuusnaalden, naar dit soort systemen gezocht.
Effect
De vijftig procent reductie in het hele ziekenhuis komt daarmee
steeds verder in zicht. De eerste voorzichtige resultaten zijn
zichtbaar. Zo is het opruimen en het verwijderen van afval als
oorzaak van prikaccidenten teruggelopen van 60% in 2005 tot onder
de 30% in 2009. Frijstein: “Dit is voor mij de eerste aanwijzing,
dat het effect heeft. Hoog significant kan ik het nog niet
aantonen, maar het is een aanwijzing dat het preventiebeleid effect
heeft. Daar ben ik best trots op. “
“Ik ging naar de Raad van Bestuur met een stevig verhaal over
het patiëntenbelang en de veiligheid van mede werkers”
16 NCvB 09 17NCvB 09 Thema: preventieThema: preventie
-
“De aandoening is zo oud als de weg naar Rome, maar het duurde
lang voordat goed onderzoek naar werkgerelateerde oorzaken en naar
de effectiviteit van preventieve maatregelen vorm kreeg”, vertelt
Kuijer. Binnen het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid doet
hij onderzoek naar werkgerelateerde diagnostiek en preventie van
aandoeningen aan het bewegingsapparaat.
Kracht
RSI nam een hoge vlucht toen het werken met computers in zwang
raakte. Maar inmiddels is het volgens Kuijer onterecht als er
alleen aandacht uit gaat naar beeldschermwerk. “We weten inmiddels
dat de risico’s vooral ook hoog zijn in beroepen waar mensen in
moeilijke houdingen veel repeterende bewegingen met kracht of heel
veel precisie maken. Denk bijvoorbeeld aan lopende bandwerk of
slachterijen. Maar er komen ook veel klachten voor bij musici,
tandartsen en doventolken. En ook een chirurg behoort tot een
risicogroep.”
Het NCvB heeft volgens Kuijer een belangrijke rol gespeeld in
het onder de aandacht brengen van de werkgerelateerde
risicofactoren. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn
registratierichtlijnen geformuleerd die de bedrijfsarts
ondersteunen bij het vaststellen van een beroepsziekte (zie
kader).
HandboekFysiekeBelasting
Trots laat Kuijer zien hoe de kennis uit de
registratierichtlijnen zijn weg ook naar andere doelgroepen vindt.
Hij toont het Handboek Fysieke Belasting (Peerboom en De Langen).
In 2008 werd in de nieuwe versie van dit veelgebruikte handboek de
kennis uit de registratierichtlijnen opgenomen. Daarmee werd
expertise over risicovolle grenswaarden voor bijvoorbeeld tillen,
buigen en draaien van de romp of knielen eenvoudig toepasbaar voor
bijvoorbeeld Risico Inventarisatie & Evaluaties. “Een mooi
voorbeeld van hoe een document dat wij gemaakt heb
ben met het oog op werkgerelateerde beroepsziekten nu ook
primair gebruikt wordt in de preventie.”Ook de aandacht voor RSI in
de Arboconvenanten en vooral ook de oprichting in 2004 van een
landelijke Expertisecentrum RSI door Arbo Unie juicht hij toe. “Het
draagt bij aan een voortgaande aandacht voor preventie.” Belangrijk
is ook dat de richtlijnen van de NCvB worden opgenomen in de
NVABrichtlijnen voor bedrijfsartsen. Kuijer: “Verder brengen wij
via het onderwijs en in workshops zoveel mogelijk de preventie van
RSI onder de aandacht.” Zo verzorgde Kuijer in 2009 de scholing op
het gebied van onder andere RSIpreventie aan de bedrijfsartsen uit
het Peilstation Intensief Melden. (zie ook pagina 22)
Dalendetrend
Werpt al die aandacht voor preventie nu ook vruchten af? Het
aantal meldingen van RSI is de laatste tien jaar sterk gedaald.
Waren er in 2000 nog 3.011 meldingen van RSI, in 2009 ging het nog
maar om 1.291 meldingen. Maar of dat het rechtstreekse gevolg is
van goede preventie is moeilijk te zeggen. Kuijer nuanceert: “De
daling kan ook mede zijn veroorzaakt door het feit dat
bedrijfsartsen anders dan een paar jaar geleden nu alleen nog maar
langdurig verzuimende werknemers zien.” Ook kan het gebruik van de
registratierichtlijn eraan hebben bijgedragen dat bedrijfsartsen
een meer zorgvuldige afweging maken bij het vaststellen of de
aandoening een beroepsziekte is. Het terugdringen van
beroepsziektemeldingen is geen doel op zich, vindt Kuijer. Iedere
melding is er één teveel en RSI komt nog altijd te veel voor om
tevreden achterover leunend de dalende trend te beschouwen zonder
te weten of dat ook daadwerkelijk door preventie komt.
Tenniselleboog
Speciale aandacht heeft de tenniselleboog. Met 305 meldingen in
2009 nog altijd een veel gemelde beroepsziekte die al een aantal
jaren in de top 3 van meest gemelde
aandoeningen van het houding en bewegingsapparaat staat. In de
NVABrichtlijn wordt de duur van klachten bij een tenniselleboog
geschat op gemiddeld driekwart jaar. Preventie is dus van groot
belang. Het NCvB werkt daarom in 2010 aan een nieuw
achtergronddocument en herziening van de registratierichtlijn voor
deze aandoening die uit 2001 dateert. Kuijer: “We kunnen daarin
nieuwe studies meenemen en hopen dat er hierdoor meer aandacht
wordt besteed aan de herkenning van de risico’s en de preventie
voor een tenniselleboog.”
Preventie
RSI is van alle tijden en zal dat alle aandacht voor preventie
ten spijt wellicht blijven. Maar het staat wel op de kaart, denkt
Kuijer. “Het komt steeds minder voor dat bedrijfsartsen iemand met
klachten aan het houding en bewegingsapparaat zien en niet aan RSI
denken. Dat is een goede zaak mits zonodig ook actief aan preventie
wordt gewerkt.”
RSIisdederdebelangrijksteredenvoorhettotale
aantalverzuimdedageninNederland,becijferdeTNO.
Aanhetbelangvanpreventiezaldanookniemand
twijfelen.“RSIstaataljarenopdekaart”,zegt
dr.PaulKuijer,consulentarbeidsgebonden
aandoeningenbewegingsapparaatbijhetNCvBen
dePolikliniekMensenArbeid.
Preventie RSI verdient extra aandacht
RichtlijnRSI
De arbeidsgerelateerde aandoeningen aan de bovenste ledematen
worden veelal aangeduid als RSI (‘Repetitive Strain Injury’), KANS
(Klachten Arm, Nek en/of Schouder) en soms als CANS (‘Complaints of
Arm, Neck and/or Shoulder’). Het NCvB hanteert voor het melden van
deze aandoeningen het Europese criteriadocument voor de
arbeidsgerelateerdheid van aandoeningen aan de bovenste ledematen:
registratierichtlijn ‘Werkgerelateerde aandoeningen aan de bovenste
ledematen’. In dit document (D001) worden elf specifieke medische
aandoeningen onderscheiden, zoals zenuwafknelling in de pols
(carpaal tunnel syndroom) en tenniselleboog (epicondylitis
lateralis), naast een groep van aspecifieke aandoeningen. Ook zijn
per lichaams regio criteria geformuleerd om vast te stellen of er
sprake is van een beroepsziekte. Werkgerelateerde risicofactoren
zijn herhaling van beweging, de te leveren kracht en de
lichaamshouding.
18 NCvB 09 19NCvB 09 Thema: preventieThema: preventie
-
Dat preventie van psychische beroepsziekten nog in de
kinderschoenen staat, wekt in eerste instantie verbazing.
Boekenkasten van psychologen exploderen van de wetenschappelijke
literatuur over diverse psychische aandoeningen. “Dat is waar”,
beaamt Nieuwenhuijsen. “Maar kijk je naar onderzoeken die dit
koppelen aan werkgerelateerdheid dan blijven er vrijwel geen
gedegen studies over.”
Registratierichtlijn
Het viel Nieuwenhuijsen ook op toen zij werkte aan de herziening
van de registratierichtlijn overspanning/burnout. Zij verrichte
systematisch literatuuronderzoek naar de psychosociale
risicofactoren in het werk die overspannenheid of burnout kunnen
veroorzaken. “Ook hiernaar zijn opvallend weinig studies gedaan, ik
kwam tot slechts acht gedegen studies.”Ook studies naar het effect
van maatregelen om psychosociale risicofactoren te verminderen zijn
niet al te veel voorhanden.Nieuwenhuijsen verklaart het gebrek aan
meer inzicht vanuit de wetenschap onder andere door de
gecompliceerdheid van dit soort langlopende studies. “Vind maar
eens een controle
groep, bijvoorbeeld. Het gaat om lange trajecten en vrij
ongrijpbare zaken.”
Risicofactoren
Hoewel de literatuur dus schaars is, is er wel sterk bewijs
gevonden voor diverse risicofactoren. In het merendeel van de
beroepsziektemeldingen van het NCvB wordt werkdruk/hoge taakeisen
aangevoerd als oorzakelijke factor in het werk. Nieuwenhuijsen:
“Maar je kunt ook denken aan zaken als weinig
sturingsmogelijkheden, toekomstonzekerheid, gebrek aan sociale
ondersteuning of conflicten.” In de registratierichtlijn zijn de
risicofactoren opgesomd.
Maar zelfs voor bedrijfsartsen die de risico’s goed op hun
netvlies hebben, is het ingewikkeld om een psychische beroepsziekte
vast te stellen, weet Nieuwenhuijsen. “Bij psychische aandoeningen
zijn er heel veel verschillende risicofactoren die allemaal de
zelfde aandoening kunnen veroorzaken. En er zijn oorzaken die
meerdere gevolgen hebben.” En dan heeft ze het nog niet eens over
het ingewikkelde spanningsveld van wáár de oorzaak moet worden
gezocht. Alleen op het werk? Of ook in de situatie bij
iemand thuis? Of in iemands persoonlijkheid? “Globaal ontkent
niemand psychosociale risico’s”, stelt Nieuwenhuijsen. “Dat je van
je werk aandoeningen kunt krijgen, is helder. Maar als ik
bedrijfsartsen in een workshop met een casus laat inschatten of
werk meer dan vijftig procent van de oorzaak voor een psychische
aandoening is, dan wordt het lastig.”
Werkdruk
Dat neemt niet weg dat iedereen doordrongen is van de noodzaak
om aan preventie te doen. In 2009 kreeg het NCvB 1.441 meldingen
binnen van werkgebonden psychische aandoeningen, vooral van
overspannenheid/burnout. Nieuwenhuijsen: “Het gaat om grote
aantallen en vaak langdurig verzuim.” Ze ziet dan ook dat bedrijven
op verschillende manieren inzetten op preventie. “De bereidheid om
iets aan de risico’s te doen, is er.” Ze vertelt dat in
risicoinventarisatie & evaluaties vaak werkdruk een thema vormt
en er veel aandacht is voor pesten en conflicten. Een worsteling
blijft daarbij welke preventie echt werkt. Wetenschappelijk
onderzoek daarnaar is dus beperkt. En hoewel in veel
arbeidsconvenanten werkdruk is opgenomen als aandachtspunt, is er
nauwelijks zicht op of al die aandacht inderdaad tot minder zieken
leidt. “De kennis over preventie staat echt nog in de
kinderschoenen”, vindt Nieuwenhuijsen.Ze vindt het belangrijk dat
het NCvB een bijdrage levert in het opbouwen van die kennis. “De
registratierichtlijn is evidence based en biedt veel hulp in het
vanuit de theorie inzicht krijgen in de risicofactoren.”
Voorkomenofgenezen?
Nieuwenhuijsen vertelt dat het in de preventie nog zoeken is
naar het optimum in risicofactoren. “Is voorkomen altijd beter dan
genezen? Wat is kostenefficiënter? Waar zet je op in? Voorkom je
een depressie of overspannenheid als je alleen maar inzet
op de risicofactoren of moet het een combinatie zijn van
vroegsignalering waarbij je medewerkers met lichte klachten eruit
pikt en begeleiding biedt? Daar weten we nog niet genoeg van.” Zelf
begeleidt ze binnen het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
een onderzoek naar het vroeg signaleren van mogelijke effecten bij
verpleegsters in het AMC. “We kijken of je al voordat echt
problemen zijn ontstaan, er medewerkers kunt uitvissen die
begeleiding nodig hebben. Daar ontwikkelen we een vragenlijst
voor.”
Bedrijfsarts
Volgens Nieuwenhuijsen valt er hoe dan ook voor bedrijfs artsen
nog veel te winnen als het om preventie van psychische
beroepsziekten gaat. “Je ziet dat daar waar het wel goed gaat, de
bedrijfsarts een belangrijke rol speelt. Vooral als de bedrijfsarts
een goed beeld heeft van de hele werkorganisatie kan hij signalen
oppakken en koppelen aan een breder probleem. Eén geval kan genoeg
zijn, om een risico serieus te nemen en preventiemaatregelen te
treffen.”
Jaarlijkskomenereendikkeduizendaanmeldingen
vanpsychischeberoepsziektenbinnenbijhetNCvB.
Hetovergrotedeelbetreftoverspannenheiden
burnout.Deeconomischecrisisendeonzekerheiddie
datmetzichmeebrengt,doetderisico’salleenmaar
toenemen.Preventievandezeberoepsziekteisnog
eenonontgonnenterrein,vindtKarenNieuwenhuijsen,
consulentpsychischeaandoeningenvanhetNCvB.
Gek van je werkTekst Annemarie Geleijnse
“De kennis over preventie staat nog in de kinderschoenen”
20 NCvB 09 21NCvB 09 Thema: preventieThema: preventie
-
De 180 deelnemers aan het Peilstation Intensief Melden (PIM)
worden door het NCvB opgeleid tot expert werkgerelateerde
aandoeningen. Zij volgen daartoe een scholingsprogramma. In 2009
was daarin veel aandacht voor zwaar werk, zowel fysiek als
psychisch.Doel van de scholing is bedrijfsartsen te ondersteunen en
te stimuleren bij het melden van werkgerelateerde aandoeningen, ze
feedback te geven en kennis en vaardigheden over beroepsziekten
verder te verdiepen.
WorkshopIn het voorjaar van 2009 volgden 136 artsen in kleine
groepjes een workshop. In totaal werd de workshop tien keer
georganiseerd. Dr. Paul Kuijer, consulent arbeidsgebonden
aandoeningen bewegingsapparaat en Dr. Karen Nieuwenhuijsen,
consulente psychische beroepsziekten verzorgden het inhoudelijke
programma. Zij gingen in op
werkgerelateerde rugklachten en de registratierichtlijnen
overspanning en depressie. Er was daarbij veel aandacht voor
casuïstiek van de deelnemers.
ZwaarwerkIn november volgde een plenaire scholingsbijeenkomst.
Hier werden de PIMcijfers gepresenteerd maar was er ook weer
aandacht voor de inhoud. Het eerste deel van de middag gingen Paul
Kuijer en Karen Nieuwenhuijsen onder de noemer ‘Zwaar werk licht
maken’ door op de onderwerpen uit de workshops. Het tweede deel van
de middag besprak dr. Teus Brand van het NCvB de invloed van
arbeidsomstandigheden op de latere zwangerschapsuitkomsten, gaf
bedrijfsarts Gerard Frijstein, hoofd Arbodienst AMC samen met een
patiënt een visie op o.a. de relatie tot de werkgever en ging mr.
drs. Niek Weesie van Arboned in op de juridische aspecten van
beroepsziekten.
Elk jaar organiseert het NCvB twee keer een Heijermanslezing in
het AMC.
Workeratrisk19 juni 2009
Deze lezing stond in het teken van het 50jarig jubileum van het
Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het Academisch
Medisch Centrum. Centraal stonden de gezondheidsrisico’s en
knelpunten in belastende beroepen en de risico’s door verhoogde
individuele gevoeligheid. Er waren vijf sprekers van het Coronel
Instituut voor Arbeid en Gezondheid; prof. dr. F.J.H. van Dijk, dr.
S. Kezic, dr. J.K. Sluiter, dr. C.T.J. Hulshof en prof. dr. M.H.W.
FringsDresen. Zij gingen in op het onderzoek, de risico’s in zware
beroepen, de genetische gevoeligheid voor toxische stoffen,
richtlijnen voor risico’s en de risico’s in zicht. Daarnaast
besprak prof. dr. J.A. Knottnerus van de Gezondheidsraad in
hoeverre chronische ziekten een risico vormen.
Onzekerheidinberoepsziekten11 december 2009
In de diagnostiek van en de advisering over beroepsziekten
zitten veel onzekerheden. Soms bestaat onzekerheid over de
blootstelling, omdat die in het verleden heeft plaatsgevonden. Ook
komt het voor dat een bedrijfsarts geen toegang heeft tot de
werkplek, bijvoorbeeld door beperkte contracten. Hoe moet je dan
als bedrijfsarts de vraag of het werk heeft bijgedragen aan de
ziekte, beantwoorden? Een andere vorm van onzekerheid is de mate
van causaliteit. Voor sommige aandoeningen is een verband tussen
werk en ziekte duidelijk, zoals bij allergische huidaandoeningen,
maar in veel gevallen is causaliteit moeilijker vast te stellen. En
wat zeg je tegen patiënten met bijvoorbeeld een hartinfarct of
borstkanker, waarbij epidemiologisch wel een relatie is vastgesteld
met bijvoorbeeld stress of nachtdiensten? Verder kunnen ook de
juridische consequenties de bedrijfsarts hoofdbrekens bezorgen. Hoe
kun je nog genuanceerd adviseren naar werkgever en werknemer als
deze in een claimprocedure zijn verwikkeld? Deze Heijermanslezing
bood bedrijfsartsen naast achtergrondkennis concrete handvatten
voor het handelen in situaties van onzekerheid over
beroepsziekten.De bijdragen kwamen van Taeke Pal, bedrijfsarts
NCvB; prof Lex Burdorf, Erasmus MC Rotterdam; prof. Arno Akkermans,
VU Amsterdam; Gert van der Laan, klinisch arbeidsgeneeskundige NCvB
en Cor van Duivenbooden, bedrijfsarts Arbouw Harderwijk.
PIM-artsengeschooldinzwaarwerk
Heijermans-lezingen
NCvBPublicaties2009
Bakker J. Berichten uit het NCvB. Een ver-haal over nikkel en
goud : Alleen wie zoekt zal vinden. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(3): 129.
Brand T. Berichten uit het NCvB. Is werk de oorzaak van een
cluster miskramen in een gezinsvervangend tehuis? Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(10): 472-473.
Brand T, Ruiz van Haperen VWT, Vliet- Lachotzki EH van, Steegers
EAP. Effecten van arbeidsomstandigheden op de zwan-gerschap
verdienen aandacht binnen de preconceptiezorg. Nederlands
tijdschrift voor geneeskunde 2009; 153: A363.
Bulten Y, Mulder A, Spreeuwers D (red.). Jaarverslag Nederlands
Centrum voor Be-roepsziekten ‘08. Amsterdam : Nederlands Centrum
voor Beroepsziekten, 2009.
Doornbusch J, Sorgdrager B. Trillen als een rietje. Arbo
rendement 2009; 3(7/8): 20-21.
Dreschler WA, Sorgdrager B, Spreeuwers D. Oplossen van
werkproblemen bij slecht-horenden. Academisch Medisch Centrum,
Amsterdam; Clinical & Experimental Audiology;
Gehoor&Arbeid, 2009; Eindrap-portage project 2006-486,
uitgevoerd in opdracht van de Stichting Instituut GAK.
Dijk J van, Kraaijenhagen R. IMT-meting in de
bedrijfsgeneeskundige praktijk. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekerings-geneeskunde 2009; 17(8): 363-364.
Dijkstra M, Beaujean D, Stinis H, Klapwijk H, Raa B ten, Natrop
G. De ene arts is de andere niet. Beroepsinfectieziekten :
para-digma’s van GGD- en bedrijfsartsen. Arbo : vakblad over
arbeidsomstandigheden 2009; (9): 14-17.
Elders LAM, Laan G van der, Bruynzeel DP, Bruins Slot JHW.
Klinische arbeidsgenees-kunde : meer aandacht voor de factor
ar-beid in de kliniek. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(10): 458-462.
Eshuis WA, Schaapman MH, Philipsen NJ. Popma JR, Laan G van der,
Bakker JG, Nauta AP, Sorgdrager B. Leerzame scha-declaims : Leren
van ‘worst case scenarios’ als opstap naar effectieve interventie
en preventie rond beroepsziekten. Amsterdam : Hugo Sinzheimer
Instituut, 2009.
Eurogip ; G. van der Laan et al. Occupatio-nal diseases in
Europe. 1990-2006 statis-tical data and legal news. Paris :
Eurogip, 2009. Report 34/E Groene G de, Pal T. Berichten uit het
NCvB. In de rats na een RADS. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(5): 220-221.
Groene GJ de, Pal TM. Klinische arbeids-geneeskunde in Nederland
anno 2009 : Volop kansen en uitdagingen. Tijdschrift voor bedrijfs-
en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(3): 112-115.
Groothoff JW, Klink JJL van der, Sorgdrager B. Beroepsbevolking
vertoont krimp noch vergrijzing. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(7): 294-297.
Groothoff JW, Klink JJL van der, Sorgdra-ger B. Houd werkers
langer gezond. NRC Handelsblad 2009; 10 oktober 2009.
Houwers DJ, Wagenaar JA, Hartskeerl RA, Hautvast JLA, Stinis
HPJ, Ruijs WLM, Le-naers SJMM. Leptospirose (ziekte van Weil) bij
de hond : een risico voor de mens? Tijdschrift voor diergeneeskunde
2009; 134(9): 392-396.
Koolhaas W, Brouwer S, Groothoff JW, Sorgdrager B, Klink JJL van
der. Bevorde-ren van de duurzame inzetbaarheid van de oudere
werknemer : Langer doorwerken gaat niet vanzelf. Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(7): 286-291.
Kuijer PPFM. FML : alleen voor mannen van ijzer en vrouwen van
staal? Tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009;
17(6): 254.
Kuijer PPFM, Beer MJPM de, Houdijk JHP, Frings-Dresen MHW.
Beneficial and limiting factors affecting return to work after
total knee and hip arthroplasty : A systematic re-view. Journal of
occupational rehabilitation 2009; 19: 375-381.
Kuijer PPFM, Vugt B van, Zoer I, Frings-Dresen MHW. Berichten
uit het NCvB. Beroepsziekten van de voet : fasciitis plantaris en
marsfractuur. Tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde
2009; 17(1): 39-40.
Activiteiten
NCvBNCvB-medewerkersbezoekengeregeldlezingen,voordrachten,workshopsencongresseninbinnen-enbuitenland.OokorganiseerthetNCvBlezingen,workshops,(na)scholingsbijeenkomstenenpresentaties.Opwww.beroepsziekten.nlvindtuhetcompleteactiviteitenoverzichtvan2009.
22 NCvB 09 23NCvB 09 PublicatiesActiviteiten
-
BeroepsziekteninCijfers
Uit ‘Beroepsziekten in Cijfers 2009’ – gebaseerd op 6.952
meldingen van beroepsziekten in 2008 – blijkt dat het aantal
meldingen van beroepsziekten de laatste jaren stabiel is rond de
zesduizend meldingen per jaar. Slechthorendheid blijft ondanks de
goede preventiemogelijkheden met eenderde van de meldingen de meest
gemelde beroepsziekte.
HogerugklachtenHet aantal meldingen van lage rugklachten en
aandoeningen aan de onderste ledematen is toegenomen. Vooral de
meldingen van atrose van knie en heup stijgen de laatste jaren
flink. Het aantal meldingen van RSI daalde van 3.000 gevallen in
2000 tot 1.061 in 2008. Psychische beroepsziekten werden 1.170 keer
gemeld; het betreft vooral
overspannenheid en burnout. Risico’s voor werkgebonden
psychische aandoeningen zijn onder andere intensivering van het
werk en een slechte balans tussen werk en prive.
HuidaandoeningenMeldingen van beroepshuidaandoeningen maken 2,7%
uit van alle meldingen. (Contact)eczeem is verantwoordelijk voor
het merendeel hiervan. Opmerkelijk zijn meldingen uit de
verslavingszorg over huid en slijmvliesklachten door blootstelling
aan heroïne bij verpleegkundigen en beveiligingspersoneel door
inadequate afzuiging.
KwetsbarewerknemersUit literatuuronderzoek en helpdeskvragen van
het NCvB blijkt dat gerichte aandacht voor kwetsbare werknemers
gewenst is. Zo werken er door de vergrijzing, verbeterde
behandeling van chronisch zieken en reintegratie steeds meer mensen
door met een verstoorde afweer die extra gevoelig zijn voor
biologische agentia. Er zijn aanwijzingen dat werken in
ploegendienst en blootstelling aan sommige stoffen, zoals arseen,
de kans op diabetes en daarmee ook de kans op hart en
vaataandoeningen verhogen. Werk in de nacht kan het risico op
borstkanker vergroten.
VoorkomengezondheidsschadeHet NCvB wil met het rapport voor
beleid en praktijk een bijdrage leveren aan het verbeteren van de
arbeidsomstandigheden van werkenden in Nederland en het voorkomen
van gezondheidsschade door werk. Komend najaar verschijnt
Beroepsziekten in Cijfers 2010.
Laan G van der. Alert zijn op nieuwe be-roepsziekten. Arbo :
vakblad over arbeids-omstandigheden 2009; (3): 50-52.
Laan G van der. Berichten uit het NCvB. Speurwerk naar
beroepsziekten : Health Hazard Evaluation. Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(4): 174-175.
Laan G van der. De belangrijkste 2 m². Arbo : vakblad over
arbeidsomstandigheden 2009; (5): 21.
Laan G van der. Gegaste containers. Arbo : vakblad over
arbeidsomstandigheden 2009; (12): 27.
Laan G van der. Hersenletsel door beroep. Publieksdag 2009 :
Hersenletsel en een kansrijke toekomst? Hersenstichting Neder-land
in samenwerking met de Neurofedera-tie en ZonMw, 2009.
Laan G van der. Stoplichtmodel. Arbo : vakblad over
arbeidsomstandigheden 2009; (9): 35.
Laan G van der. Voor de lens van de inspecteur : Fotoarchief
Arbeidsinspectie toegankelijk. Arbo : vakblad over
arbeids-omstandigheden 2009; (1/2): 49.
Laan G van der. Zijn alle soorten asbest schadelijk voor de
gezondheid? Vademecum permanente nascholing huisartsen 2009;
(37).
Laan G van der, Spreeuwers D, Molen H van der, Pal T, Lenderink
A. Signalering van nieuwe gezondheidsrisico’s door werk : aanzet
tot arbovigilantie. [Amsterdam] : Nederlands Centrum voor
Beroepsziekten, 2009; themapublicatie.
Lenderink AF, Spreeuwers D, Klink JJ van der, Dijk FJ van.
Information and feedback to improve occupational physicians’
repor-ting of occupational diseases : a randomised controlled
trial. International archives of oc-cupational and environmental
health 2009, [Epub ahead of print].
Molen HF van der, Frings-Dresen MHW. Berichten uit het NCvB.
Veroudering en beroepsziekten. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(7): 325-326.
Molen H van der, Laan G van der, Lenderink A, Spreeuwers D
(eindred.). Beroepsziekten in cijfers 2009. Amsterdam : Nederlands
Centrum voor Beroepsziekten, 2009; Rapportnummer 09-06.
Nauta AP (red.) met medewerking van GBGJ van Rooy en TM Pal. De
multidisciplinaire richtlijn Ketenzorg COPD. Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(1): 26-28.
NCvB. Brancherapport vrachtwagenchauf-feurs. Amsterdam :
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Coronel Instituut voor
Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum, 2009.
Niewenhuijse L. Arbeid en preconceptie-zorg. Voordracht door
Teus Brand tijdens het Nationaal Congres Preconceptiezorg.
Tijdschrift voor Verloskundigen 2009; 34(2): 27-32.
Nieuwenhuijsen K. Berichten uit het NCvB. Wanneer is een
psychische aandoening een beroepsziekte? Tijdschrift voor bedrijfs-
en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(2): 85-87.
Pal TM, Molen HF van der, Zweerman HJ, Stinis HP, Prakken EW,
Lenderink AF, Spreeuwers D, Popma J. Beroepsziekten aan de
onderkant van de arbeidsmarkt : Een verkenning naar verbetering van
monitoring, signalering en preventie. [Amsterdam] : Nederlands
Centrum voor Beroepsziekten, [2009]; themarapport.
Pal T, Mulder A, Kuijer P. Jong geleerd, oud gedaan! :
Preventieve zorg voor studiegere-lateerde gezondheidsproblemen bij
studen-ten in opleiding voor musicus. Amsterdam : Nederlands
Centrum voor Beroepsziekten, Coronel Instituut voor Arbeid en
Gezond-heid, Academisch Medisch Centrum, [2009].
Pal TM, Wilde NS de, Beurden MM van, Coenraads PJ, Bruynzeel DP.
Notification of occupational skin diseases by dermato-logists in
The Netherlands. Occupational medicine 2009; 59(1): 38-43.
Schaapman M, Laan G van der. Schade en schande : preventie
beroepsziekten begint bij communicatie Arbo : vakblad over
arbeidsomstandigheden 2009; (9): 28-31.
Smits PBA, Spreeuwers D, Molen HF van der. Berichten uit het
NCvB. Betere beoor-deling van beroepsziekten. Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(8): 376-377.
Sorgdrager B. Berichten uit het NCvB De helpdesk gehoor en
arbeid. Tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009;
17(9): 425-426.
Sorgdrager B. Beroepsziekten. Praktijkcahier VGWM nr. 75. Alphen
aan den Rijn : Kluwer bv, 2009.
Sorgdrager B. Deskundigenbericht bij beroepsziekten. Trema :
tijdschrift voor de rechterlijke macht 2009; (8): 349-352.
Sorgdrager B. Effectiviteit behandelingen beroepsheesheid.
Tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(5):
219.
Sorgdrager B. Over hoge taakeisen, werk-vermogen en herstel bij
de oudere werk-nemer. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzeke-ringsgeneeskunde 2009; 17(7): 320-324; Dit artikel is tot
stand gekomen met mede-werking van dr. JK Sluiter.
Sorgdrager B. Slechthorendheid tussen de oren? Tijdschrift voor
bedrijfs- en verzeke-ringsgeneeskunde 2009; 17(7): 285.
Spreeuwers D, Boer AGEM de, Verbeek JHAM, Dijk FJH van.
Characteristics of national registries for occupational diseases :
international development and validation of an audit tool (ODIT).
BMC Health services research 2009; 9: 194.
Stinis HPJ. Berichten uit het NCvB. De een is de andere niet :
de (voor infectieziekten) extra kwetsbare werknemer. Tijdschrift
voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde 2009; 17(6): 267-268.
Stinis H, Bakker J, Kuijer P, Spreeuwers D, Lenderink A.
Brancherapport : beroepsziek-ten in de vleesverwerkende sector.
[Amster-dam] : Nederlands Centrum voor Beroeps-ziekten, 2009;
brancherapport.
Stinis HPJ, Maas JJ. Werkgerelateerde infectieziekten, niet
alleen de zorg van de bedrijfsarts. Tijdschrift voor
infectieziekten 2009; 4(1): 11-17.
Valen E van, Wekking E, Laan G van der, Sprangers M, Dijk F van.
The course of chronic solvent induced encephalopathy : A systematic
review. Neurotoxicology 2009; 30(6): 1172-1186.
Verbeek JH, Kateman E, Morata TC, Dreschler W, Sorgdrager B.
Interventions to prevent occupational noise induced hearing loss.
Cochrane Database of Systematic Reviews 2009 (3).
Werven G van, Kuijer PPFM, Frings-Dresen MHW. Cervicale hernia
veroorzaakt door het werk? Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzeke-ringsgeneeskunde 2009; 17(1): 19-20.
De zaaier. Uitspraak rechter over Lyme als beroepsziekte is
goede stap, maar nog geen echte doorbraak. De zaaier 2009; 7-8;
inter-view met Harry Stinis.
“Het aantal meldingen van beroepsziekten is de laatste jaren
stabiel rond de zesduizend meldingen per jaar”
JaarlijksstelthetNCvBinopdrachtvanhetMinisterievanSocialeZakenenWerkgelegenheideenoverzichtopvanhetaantalberoepsziekten,deaarddaarvanendeverspreidingbinnensectorenenberoepen.HetNCvBsignaleertinhetrapport‘BeroepsziekteninCijfers’trendsennieuwearbeidsrisico’senbeschrijftwetenschap-pelijkeenmaatschappelijkeontwikkelingeninpreventie,(vroeg)diagnostiek,behandelingenreïntegratiebijberoepsziekten.
24 NCvB 09 25NCvB 09 PublicatiesPublicaties