This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
- Besteed niet meer dan een uur aan dit onderdeel (alle vier deelgebieden).
- Niet elk vakje hoeft ingevuld, maar hoe meer nuttige informatie, hoe beter.
- Beperk je tot de kern.
- Je kunt zelf de ruimte vergroten om meerdere interventies te beschrijven en daarvan de knelpunten, succesfactoren et cetera aangeven.
Algemene kernvraagstukken
5.5 Welke samenwerking (hoe en met welke partners) is nodig om tegemoet te komen aan de eisen die opvoeding en begeleiding anno 2010 stellen?
5.6 Hoe ontwikkel je een effectieve samenwerking met ouders (en de verschillende partijen binnen de wijk)?
5.8 Hoe vorm je effectieve ketens voor de oplossing van maatschappelijke vraagstukken waarmee je als school te maken krijgt en die je niet alleen kunt oplossen?
Pagina 22/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
a Segregatie
Kernvraagstuk: 5.10. Welke acties zijn echt effectief om sociale integratie te bevorderen c.q. bestaande segregatie tegen te gaan?
In dit onderzoek naar segregatie verstaan wij onder
segregatie of de populatie van de school een afspiegeling is
van de wijk (wat betreft de etniciteit en wat betreft het
opleidingsniveau). Doet u dit ook?
Ja/beetje/nee
Is er sprake van segregatie? Ja/beetje/nee
Was er sprake van segregatie? Ja/beetje/nee
Interventies/acties segregatie
Beschrijving
Wat zijn bij de actie… knel-/verbeterpunten
succesfactoren
randvoorwaarden
effecten
Pagina 23/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
b Veiligheid
(Zie bijlage voor kritische factoren bij de interventies.)
Kernvraagstuk:
5.1 Hoe kunnen weerbaarheid en sociale competentie van leerlingen vergroot worden?
5.2 Op welke wijze kan verbreding van het aanbod bijvoorbeeld in Brede Scholen (kunst, cultuur, sport, bewegen, zorg/welzijn, techniek, multimedia) bijdragen aan een
veilig(er) schoolklimaat?
In dit onderzoek naar veiligheid kijken we naar sociale
veiligheid. Dit wordt bepaald door de mate van
geweldsdelicten, het gevoel van veiligheid dat de
betrokkenen hebben, de tevredenheid van de betrokkenen
met het schoolklimaat en het veiligheidsbeleid en de
waardering hiervan door de betrokkenen. Valt dit voor u ook
onder veiligheid?
Ja/beetje/nee
Is er sprake van onveiligheid? Ja/beetje/nee
Was er sprake van onveiligheid? Ja/beetje/nee
Interventies/acties veiligheid
Beschrijving
Wat zijn bij de actie… knel-/verbeterpunten
succesfactoren
randvoorwaarden
effecten
Pagina 24/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
c Burgerschap
(Zie bijlage voor kritische factoren bij de interventies.)
Kernvraagstuk: 5.11 Hoe bevorder je een actieve maatschappelijke participatie van jongeren (en hun ouders)?
In dit onderzoek naar aandacht voor burgerschap verstaan
wij onder burgerschap de bereidheid en het vermogen deel
uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve
bijdrage aan te leveren. Doet u dit ook?
Ja/beetje/nee
Is er sprake van te weinig burgerschap? Ja/beetje/nee
Was er sprake van te weinig burgerschap? Ja/beetje/nee
Interventies/acties burgerschap
Beschrijving
Wat zijn bij de actie… knel-/verbeterpunten
succesfactoren
randvoorwaarden
effecten
d Sociale cohesie (rest)
(Voor interventies rondom sociale cohesie die niet onder segregatie, burgerschap en veiligheid vallen.)
Interventies/ Acties sociale cohesie (rest)
Beschrijving
Wat zijn bij de actie… knel-/verbeterpunten
succesfactoren
randvoorwaarden
effecten
Pagina 25/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
DEEL 2
Voorbeelden uitwisselen en volgen
- Zorg dat je een half uur bewaart voor dit deel, ook al doe je dan het vorige deel te kort.
- Denk aan materiaal voor de weblog.
Inbreng ideeën vanuit project Te denken valt aan
Suggesties doen voor interventies die aansluiten bij de
respondent vanuit eerdere bevindingen in het project.
Bij de deur van de school gaan staan, hondenbarbecue, ouderkamer, opzomeren van de wijk, mensen met
elkaar in contact brengen (dag van de dialoog), buurtbemiddelaar, inloop op school met eigen of
buurtproblemen, gratis naschoolse activiteiten, ouders opvangen, ook emotioneel, met partners samenwerken
die dezelfde normen en waarden hebben, toepassen herstelrecht.
Tips/verbeteringen vanuit respondent
Hebt u betere ideeën of tips (wellicht al bij deel 1 genoemde
interventies, dan daarnaar verwijzen)?
Laten zien voorbeelden
Kunt u me daar iets van laten zien, of kan ik iemand vragen
naar zijn ervaringen hiermee?
Volgen interventie
Ik zou graag over ongeveer zes maanden nog eens
langskomen om te kijken hoe die interventie (aangedragen of
eigen) werkt. Kan ik daarvoor contact met u opnemen?
Overige opmerkingen/bevindingen
Pagina 26/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
7.2 Bijlage 2 Voorbeelden
1 ‘Meet, create, greet, eat en speak’-avonden
Ik heb ‘Meet, create, greet, eat en speak’-avonden georganiseerd. Het was mijn initiatief om alle
betrokkenen, bewoners, of je nu zwart of wit was, om deze mensen bij elkaar te brengen. Er zat
dus iedereen bij van groenteboer tot politieagenten, directeuren van scholen, et cetera en ze
hadden maar één gemeenschappelijkheid, namelijk Hatert. Daarbij heb ik een viergangendiner
georganiseerd, met Turks, Marokkaans en Moluks eten. Ik heb mij voorgesteld, gezegd wat een
openwijkschool is, wie er allemaal aanwezig waren, over eten gehad, door wie het gemaakt was
et cetera. Daarna hebben zij soep gehad, daarna kwam ik weer met mijn verhaal waarbij ik
steeds mensen aansprak en iets over hen vertelde zodat mensen zich betrokken voelden,
mensen in verbinding gebracht van hoe mooi die culturen zijn, hoe mooi het is wat in Hatert
allemaal gebeurt, waar jij deel van uitmaakt, et cetera. Na het voorgerecht zat de stemming erin,
er was oorverdovend lawaai. Een vrouw bijvoorbeeld met een hoofddoek die nog niet zo lang in
de wijk woont, vertelde iets over het land Dafur in Afrika, de wijk waar zij vandaan was
gekomen. Dat het in dat dorp heel slecht ging, dat er vrouwen werden verkracht, woningen in
brand gestoken, kinderen zijn vermoord, et cetera. Iedereen werd heel erg emotioneel ervan en
ik attendeerde mensen erop door te zeggen dat er mooie dingen gebeuren maar ook dit soort
trieste dingen in onze wijk en dat wij helemaal niks weten van elkaar. Dus je moet gangmakers
zien te vinden maar ook emoties aan kunnen raken. Op het einde van de feest hebben wij
allemaal een Moluks liedje gezongen, GANDUNG E wat vaak aan het einde van Molukse
feesten wordt gezongen. Op een gegeven moment zong iedereen mee. Iedereen vond deze
party helemaal geweldig.
2 Bij de deur staan
’s Morgens om tien voor half negen en ’s middags om drie uur lossen ze veel zaken op. Dan
staan ze buiten met verschillende directieleden en je weet wat er waar speelt en wie er
problemen heeft met huisvesting en wie er net een baby heeft, dat hoor je allemaal op het
moment dat je er bent. Ze komen niet aankloppen om te vertellen dat ze zwanger zijn, als je in
je kamertje zit, hoor je het niet. Alle ouders zijn makkelijk te bereiken, maar niet voor iedereen.
Het ligt eraan wie de ouder benadert.
3 Jeugdmonitor
De gemeente is gestart met een jeugdmonitor: een CtC-onderzoek (CtC = Communities that
Care) om de huidige stand van zaken op het gebied van veiligheid in kaart te brengen. Op
grond van de resultaten zal vervolgens een preventieve aanpak worden gestart om de
veiligheid in de gemeente te versterken.
4 Schoolverlatersproject
Het schoolverlatersproject is erop gericht om voortijdig schoolverlaten van zoveel mogelijk
jongeren te voorkomen. Door het terugdringen van schooluitval wordt getracht te voorkomen
dat jongeren in de criminaliteit belanden. In het project worden leerlingen van groep 8 begeleid
en ondersteund om de overgang naar het voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te laten
verlopen. Voor veel leerlingen uit deze wijk betekent de overgang naar het voortgezet onderwijs
dat zij een voor hen vreemde wereld tegemoet gaan (voor de eerste keer de wijk uit en moeite
met het ontmoeten van anderen uit andere wijken). Ook hebben ouders meestal wel vertrouwen
in de leerkracht, maar minder in de jongerenwerkers omdat ze de jongerenwerker meestal pas
tegenkomen als er problemen zijn.
Naar aanleiding hiervan is het plan ontstaan om te gaan werken aan het herstellen van
contacten. Er is contact gezocht met het jongerenwerk om jongerenwerkers in groep 8 te
kunnen laten werken aan het vertrouwen van leerlingen en ouders.
Pagina 27/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
Door jongerenwerkers in groep 8 mee te laten doen aan leuke activiteiten en een praatje te
laten maken in de klas worden ze voor de leerlingen vertrouwder.
Ook ouders worden betrokken bij het jongerenwerk. Een jongerenwerker gaat met de leerkracht
mee op huisbezoek en heeft op die manier een goede ingang bij de ouders en leerlingen. Door
de nauwe samenwerking van beroepskrachten is snelle signalering en aanpak mogelijk. Door
deze nauwe samenwerking ontstaat bekendheid met en daardoor een vertrouwensband tussen
beroepskracht en bewoner/leerling, waardoor de drempel lager wordt om hulpvragen te stellen.
Van de intensieve samenwerking gaat tevens een preventieve werking uit: het is een vorm van
sociale controle waardoor incidenten niet zo snel zullen plaatsvinden. Er wordt een
saamhorigheidsgevoel gekweekt.
Onderdelen van het Schoolverlatersproject
1 Schoolkeuze/ beroepenoriëntatie: bedrijfsbezoeken, ouderavonden, huiswerkplek, open
dagen VO-scholen, zorgen dat de VO-school aansluit bij de interesses.
2 Preventie: het jongerenwerk behandelt de werkboekjes gezonde school en
genotsmiddelen, politie, Bureau HALT, GGD, Novadic en eventueel andere organisaties
komen in de klas uitleg geven.
3 Vrijetijdsbesteding: ICT-inloop, Introductie regulier jongerenwerk, Whoz next waarbij de
jongeren zelf leren activiteiten te organiseren, ambulante inzet op straat), introductie
bij sport en beweging, uitstapjes en excursies en hebben het doel om informatie te winnen,
vertrouwen op te bouwen, signalen vroegtijdig op te vangen en acties te
ondernemen en bekend te worden met de leefwerelden van jongeren om een totaalbeeld
te krijgen van gezin, school en straat.
De kracht van het project is het in nauwe samenwerking langdurig kunnen volgen en
begeleiden van jongeren (vanaf groep 8 tot de leeftijd van 18-19 jaar).
Het project is erg succesvol: er vindt geen schooluitval meer plaats en leerlingen zien de
jongerenwerker nu als een maatje en zijn vertrouwd met hem. Jongeren geven zelf ook aan dat
zij het prettig vinden om te worden begeleid (vragen zelf om de terugkommiddagen). Het heeft
tevens een soort ‘voorbeeldfunctie’ naar de jongere leerlingen. Ook de ouders zijn vertrouwd
met de jongerenwerker en komen nu ook uit zichzelf met een hulpvraag voor hun kind.
5 Instellen van gezinscoaches
De oprichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin waar zij leiding aan geeft.
Een van de interventies is het instellen van gezinscoaches voor gezinnen waar meerdere
hulpverleners zich mee bemoeien. Nu is er sprake van één iemand.
Het samenbrengen van tienermoeders is een voorbeeld van de activiteiten van het CJG.
6 Zomerfeest
De school organiseert jaarlijks het zomerfeest. Alle wijkbewoners kunnen daarin participeren.
Iedereen kan lootjes kopen voor het feest. Het is een kinderfeest, maar ook wordt er een
rommelmarkt georganiseerd. Dit is het enige moment om de wijk bij de school te betrekken. Er
zijn ontwikkelingen voor een Multi Functionele Accommodatie (MFA), waarin ook andere
scholen gehuisvest moeten worden, naast de ouderkamer, Centrum voor Jeugd en Gezin, de
kinderopvang, peuterspeelzaal, de ouderensoos et cetera.
7 Kwartiermaken
Mensen met psychiatrische beperkingen wonen in de wijk, worden begeleid door begeleiders
van de RIBW (regionale instelling begeleid wonen). Het project Kwartiermaker probeert een
verbinding te leggen tussen deze groep bewoners en de wijk.
Pagina 28/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
8 Straat in actie
Is een regeling waarbij iedereen voor een feest op straat van alles kan huren.
9 Kleurrijk Hatert
Een voorbeeld van de acties is Kleurrijk Hatert dat een jaar of tien aan de gang is, waarbij op
het marktterrein in Hatert een grote braderie, rommelmarkt, infomarkt en multiculturele
manifestatie wordt georganiseerd. Tevens treden er gedurende de gehele dag diverse groepen
en artiesten op. Het overgrote deel van de winkels in het winkelcentrum zijn op deze dag
geopend. De winkeliersvereniging organiseert diverse attracties in en rond het winkelcentrum.
Deze actie heeft als doel om de banden van de diverse culturen onderling te verstevigen en
verbeteren in een kleurrijk multicultureel evenement. Op deze manier willen wij niet alleen
elkaars cultuur begrijpen, maar ook elkaars gedachten.
10 De dag van de dialoog
Het thema van dit jaar was ‘Dit ben ik en dat ben jij!’. We hebben met de bewoners uit de wijk
over verschillende onderwerpen gesproken. De allochtone wijkbewoners hechten wel aan oude
tradities. Je komt er via dit soort activiteiten, als school, achter dat mensen zeker willen delen
en elkaar graag willen begrijpen. Voor alle culturen geldt dat vrouwen onderling veel aan elkaar
willen vertellen: over tradities, normen en waarden. Bijvoorbeeld dat vrouwen tijdens
vrouwendag geen hoofddoek hoeven te dragen wanneer zij met elkaar zijn, samen kunnen
dansen en dat zij zich dan de gehele dag vrij voelen. Dus op vrouwendag kan dit wel. Op
andere dagen niet.
11 Wijktheater
Het wijktheater is een groot podium waar alle artiesten uit de wijk op kunnen treden. Van een
rapgroep tot een koor en van cabaret tot salsa dans.
Het Wijktheater draait voor 90% dankzij een groep vrijwilligers uit de eigen wijk. Iedereen zit,
door elkaar, in de zaal, van superrijk tot straatarm, geel, bruin en wit. Er wordt naar het
Wijktheater toegeleid via de muziekschool, via de basisschool (een basisschool heeft
kerndoelen cultuur en kunsteducatie en kan dus toeleiden naar het Wijktheater), het
jongerenwerk (je kunt jongeren niet alleen binden, therapie geven tegen agressie door middel
van sport maar ook door dans, via cultuur, via rap), via een musicalgroep. Er is met het
Wijktheater een plek gecreëerd met het motto ‘wees nou eens trots op wat je gemaakt heb en
doe dat niet 1 keer alleen maar voor je eigen groepje, maar laat het aan de wijk zien’. Elke
doelgroep brengt zijn eigen publiek mee in de zaal. Groepen die elkaar in de wijk in de haren
vliegen zitten in dezelfde zaal naar elkaars culturele prestaties te kijken.
12 Welkom in mijn Wijk
Het project Welkom in mijn Wijk biedt kinderen de kans om hun blikveld te verruimen tot buiten
hun eigen school, wijk en etnische groep. Het laat hen kennismaken met leeftijdsgenoten in
andere wijken, uit andere bevolkingsgroepen bij hen in de stad. In het project gaan kinderen uit
twee verschillende basisscholen uit verschillende wijken uitwisselingen aan met elkaar. Ze
voeren gezamenlijk allerlei activiteiten uit rondom de thema’s 'de wijk' en ‘omgaan met
verschillen’.
Het project stimuleert binding aan de eigen woonplaats, leert de kinderen omgaan met
verschillen en vormt een goede voorbereiding voor het leven in een multiculturele stad.
Aanleiding voor het project was de discussie over segregatie binnen steden (zwarte-witte
scholen). Het idee achter het project is dat kinderen op jonge leeftijd een vanzelfsprekendheid
moeten kunnen ontwikkelen in het omgaan met mensen met verschillende achtergronden. Dit
kan discriminatie helpen voorkomen.
Pagina 29/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
Het project bestaat uit twee ontmoetingsseries. Voor die ontmoetingen krijgen leerkrachten een
uitgewerkt draaiboek en materialen aangeboden. Tijdens de uitvoering is het team van Welkom
ondersteunend. Binnen het programma is ruimte voor eigen inbreng van leerkrachten. De
website www.welkominmijnwijk.nl dient ondermeer voor het uitwisselen van foto’s en verhalen
tussen de leerlingen.
De uitwisselingen vinden tot nu toe plaats binnen Amsterdam, er zijn plannen om het
programma ook buiten de stad aan te bieden. Het project is in 2007 en 2008 meerdere malen
als ‘best practice’ aangemerkt. In 2009 wordt het opgenomen in het internationale compendium
van de HREA (Human Rights Education Associates).
Welkom in mijn Wijk is geschikt voor leerlingen vanaf groep 6.
13 Samen vissen in de wijk
In samenwerking met de woningcorporatie en de school wordt een vissteiger gebouwd, zodat
buurtbewoners en kinderen van de school samen kunnen vissen. Met deze activiteit wil de
school een bijdrage leveren aan de versterking van de sociale cohesie in de wijk Nieuwland.
14 School Adoptie Plan (SAP)
Het schooladoptieplan ‘Doe Effe Normaal’ is een lesprogramma dat in groep 7 en 8 van het
basisonderwijs wordt gebruikt door politieagenten. Per groep geven zij een viertal lessen over
politiegerelateerde onderwerpen.
De centrale kreet in het schooladoptieplan is ‘Doe Effe Normaal!’. Tijdens de lessen zorgen de
lesbrieven, een dvd (bij de meeste lessen beschikbaar) en de opdrachten die gedaan worden
voor het vasthouden van de aandacht van de kinderen. Het commitmentmateriaal zorgt ervoor
dat de kinderen een positieve associatie krijgen met de politie en de lessen. Met name de
positieve benadering is erg belangrijk binnen ‘Doe Effe Normaal’.
Iedere les begint met een herkenbaar verhaal waarin het onderwerp van de les naar voren
komt. Vervolgens wordt spelenderwijs extra informatie over het onderwerp gegeven. De lesbrief
eindigt met een eindtoets en aan het einde van de les is er tijd voor een klassikale discussie,
welke eventueel kan worden overgenomen door de leerkracht.
15 Plannen uit de wijk
De buurtbewoners en ook organisaties hebben plannen ingediend volgens een format en hier is
over gestemd op de wijkstemdag waar alle bewoners voor uitgenodigd zijn. Alle ideeën kunnen
ingebracht worden. De populairste plannen worden uitgevoerd, zoveel mogelijk door de
bewoners zelf. Regionale televisie volgt de uitvoering van de plannen. Dit om te laten zien dat
het echt gebeurt, om te laten zien welke knelpunten ze onderweg tegen kunnen komen en om
publiciteit te generen voor de volgende stemdag.
16 Laagdrempelige gezellige ontmoetingsplekken
Laagdrempelige ontmoetingsplekken creëren. Dit kan bijvoorbeeld op scholen of bij een
Centrum voor jeugd en gezin. De Spel en opvoedwinkel biedt een laagdrempelige
ontmoetingsplek in een gemoedelijke sfeer voor ouders en kinderen van 0-4 jaar. Ouders
kunnen er rondom de tafel koffie en thee drinken, hun kinderen kunnen er spelen, of ouder en
kind kunnen er samen spelen. In de Spel en opvoedwinkel wordt ingegaan op situaties die zich
voordoen of waarover terloops aan de koffietafel verteld wordt. Naar aanleiding hiervan wordt
soms doorverwezen of worden ouders aan het denken gezet en zo geactiveerd.
Pagina 30/30
maart 2009
JD1.09KO.0043 (PO4528)
7.3 Bijlage 3 Respondenten
Aan de interviews werd meegewerkt door:
- J. Wieringa, beleidsmedewerker Gemeente Middelburg;
- J. van Voren, directeur Islamitische basisschool Bedir, Uden;
- E. Nusselder, coördinator team Jeugd Stadsdeel Westerpark, Amsterdam;
- E. Doomernik, leerkracht basisschool De Kameleon, Brede Bossche School,
’s-Hertogenbosch;
- S. Schruijer, locatiedirecteur Het Mozaïek, Babberspolder, Vlaardingen;
- R. Snijders, intern begeleider Het Mozaïek, Babberspolder, Vlaardingen;
- G. Acuner-Kasar, buurtbemiddelaar Stichting Inter-lokaal Meijhorst Nijmegen;
- J. Huiskens, adjunct directeur basisschool Onze Wereld, Transvaal, Den Haag;
- R. Zöllner, directeur basisschool Groen van Prinsterer, Alphen aan den Rijn (centrum);
- A. van der Stap, projectcoördinator Welkom in mijn wijk, Amsterdam;
- Y. Balikoc, contactpersoon buurtcommissie kastelenbuurt en opbouwwerker Tandem zorg
en welzijn, Hatert, Nijmegen;
- M. Reinders, actieve wijkbewoner, Hatert, Nijmegen;
- S. Elders, coördinator openwijkschool , Hatert, Nijmegen;
- M. Suijskens, directeur basisschool Vossenburcht, Hatert, Nijmegen;
- M. Kuenen, directeur Pastoor van Arsschool, Malburgen West, Arnhem;
- E. de Wit, projectleider Malburgen Netwerk, vertrouwenspersoon huiselijk geweld en
kwartiermaker buurtcentrum De Hobbit, Malburgen, Arnhem;
- J. Simonis, unit manager kinderopvang SKAR, Malburgen, Arnhem;
- K. van Eijck, jongerenwerker Divers, Organisatie voor welzijnswerk ’s-Hertogenbosch;
- W. Sleutjes, actieve wijkbewoner De Bartjes, ’s-Hertogenbosch;
- P. Kuijs, actieve wijkbewoner De Bartjes, ’s-Hertogenbosch;
- I. Bleker, Spel- en opvoedwinkel Groningen;
- A. Warris, Stichting MJD, Groningen;
- N. Stutterheim, Vensterschool Korenspoor, Groningen;
- C. Niemeijer, Dienst OCSW, Gemeente Groningen;
- A. Willemen, chef wijkteam Nieuwland Schiedam;
- S. Veraan , opbouwwerker Schiedam Nieuwland;
- D. Kunst, wijkprocesmanager Nieuwland Schiedam;
- J. Davidz , wijkactieprogrammamanager woningcorporatie Woonplus;
- L. Steerneman, beleidsadviseur educatief beleid Gemeente Schiedam;
- B. van Dam , directeur OBS De Taaltuin Nieuwland Schiedam;
- T. Klaassen, directeur RKBS ’t Meesterwerk Nieuwland Schiedam;
- R. Snijder, intern begeleider en Stienie Schruijer , directeur ’t Mozaiek , Babberspolder