Po– e-zi e © Uitslag Dichtwedstrijd! Themanummer: “stilte” Jaargang 2, Nummer 2, 1 mei 2013 Biografie: Jan Slauerhoff
Po–
e-zi
e
©
Uitslag Dichtwedstrijd! Themanummer: “stilte” Jaargang 2, Nummer 2, 1 mei 2013 Biografie: Jan Slauerhoff
een elektronisch magazine over alles wat met poëzie te maken heeft...
waar diversiteit in het spelen met woorden en taal voorop staat...
Verschijnt 6 maal per jaar, met bijdragen
in het Nederlands, Afrikaans en Engels
Een uitgave van:
Pastuiven Verkwil & R&Productions ©2013
© NIETS uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en- of openbaar ge-
maakt worden op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de auteurs!
Gratis abonnee worden?
Stuur dan een e-mail naar:
(ook voor alle andere correspondentie)
Aanleveren kopij:
Tekst alleen als DOC bijlage
Beeldmateriaal alleen als JPEG/JPG bijlage
Internet:
http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/
https://www.facebook.com/Poezine
Veerle van den Buys
Cover: Rob Fink, http://robfink.exto.nl/
Meewerkenden aan dit nummer: Rob Fink, Veerle van den Buys, Dorine Lintelo, Bert
Waber, Vincent Jongman, Dimph Jansen, Anke Cant, Carl Olen Nel, Mark Boninsegna, Corry
Broer, André Smucki, Hilly Nicolay, Johann P. Boshoff, Emile Umberto Matinaglia, Linda
Neill, Magda Thomas, Marleen Ooms, Nancy Meelens, Jan van Well, Ria Hooghiemstra, Ludy
Bührs, Harald Calle, de Wandelaar, Bart Ensing, Marion Steur, Barend van der Merwe, Pe-
tra Fenijn, Ria Giskes-Pieters, Frans Terken, Sijke Van ‘t Ven, Rudolf Dierckx, Anneke Haas-
noot, Rijmelarijntje Bakker, Pastuiven Verkwil, Vlinderwindekind Kerima Ellouise, Yoel Tordj-
man, Ruud Poppelaars, Michael Karstanje, Wouter van Heiningen, Mieke Merkx, Sjaka S.
Septembir, OnlyMie, Bert Deben, Amanda Tuinstra, Mirjam van Benthem, Inge Boulonois,
martsarts, Peter Hendriks, switi lobi, Pim Leefsma, Monique van der Kubbe, Elbert Gong-
grijp, Marije Hendrikx, Matthijs Wateler, Guido Utermark, Lenjef, Astrid van Rijn, Manja Her-
stel, Froukje Vos, Anne Vellinga, Karin van der Veur, Jelou, Charles Binoir, Helle van Aarde-
berg, Pierre Rossouw, Marieke Noppen, Alle deelnemende dichters aan de Dichtwedstrijd
Corrector: Bert Waber
Consultant: Vincent Jongman
Lay-out: Pastuiven Verkwil
Woorden mogen alleen dienen om de stilte te verbeteren. (Karel Jonckheere)
Wat moet ik dan nog schrijven...?
Ik koester mijn stilte en die van anderen; er is geen groter goed tegenwoordig.
Dit 2e nummer van Po-e-zine is gewijd aan de stilte, zowel in woord als beeld; vanuit de
regels en alinea's druppelt stilte je tegemoet. 35 dichters hebben in de Dichtwedstrijd
getracht stilte te vangen, alle werken worden in dit nummer geplaatst en natuurlijk de
winnaar die het schitterende schilderij van Jan van Well ontvangt!
Alle dichters die werken hebben ingestuurd én de juryleden: Jan van Well, Petra Fenijn,
Reineke Gevers, Jan Bontje en ondergetekende, dank ik met een groot “Dank Je Wel”
voor hun deelname en inzet tijdens het beoordelen! Voor mij zeer de moeite waard om te
herhalen!
Po-e-zine heeft momenteel een lezerspubliek van ongeveer 400 personen, voor een
nieuw magazine niet slecht!
Na rondvraag bleek dat de meeste van jullie het magazine gewoon in de postbus willen
blijven ontvangen. Dat gaat dus ook gebeuren. Voor diegene die daar niet de mogelijkheid
toe hebben ontvangen na aanvraag een link waar het magazine op de site te downloaden
is.
Om misverstanden te voorkomen vraag ik jullie vriendelijk bij het insturen van kopij dui-
delijk het woord KOPIJ te vermelden :)
Klaar. Ik weet niets meer te vertellen... ben stil... geniet van dit overvolle nummer:) En
jullie weten het: voor feedback en tips e.d. stuur je me gewoon een mailtje :)
Het thema van Po-e-zine nummer 3? “Ik droom een Toekomst”.
Pastuiven Verkwil
Dorine Lintelo
Student, schrijver, scheepsarts, woningloze
J. Slauerhoff (1898 – 1936) geldt als één van de belangrijkste Nederlandse dichters uit het interbel-
lum. Zijn werk wordt (neo)romantisch genoemd; Weltschmerz en verlangen komen telkens boven-
drijven. Slauerhoff: dichter, schrijver, scheepsarts, ongelukkige (‘Alleen in mijn gedichten kan ik
wonen, nooit vind ik ergens anders onderdak’).
Op 14 september 1898 wordt Jan Jacob Slauerhoff geboren in Leeuwarden als vijfde van zes kinderen. Zowel
de familiegeschiedenis van zijn moeder als die van zijn vader zijn doorsneden van zeevaart. In die zin is de
liefde van Slauerhoff voor de zee en het varen een logisch, haast genetisch gevolg. Al snel na zijn geboorte
blijkt dat hij lijdt aan astmatische aanvallen. Zijn moeder en oudere zus Lise nemen de extra zorg die hij
nodig heeft op zich. Zijn astma brengt ook een grote mate van eenzaamheid met zich mee. Enerzijds werkten
zijn astmatische aanvallen afschrikwekkend voor zijn omgeving; anderzijds verkoos hij zelf de eenzaamhe-
den om zijn ziekelijkheid verborgen te houden.
Slauerhoff onderhoudt, ook na zijn jeugd, een relatie van ‘aantrekken en afstoten’ met zijn zorgverleners.
Aan de ene kant verplicht hij hen hem te helpen, maar aan de andere kant ervaart hij de bekommernis als
beknellend.
Hij doorloopt tussen 1911 en 1916 de HBS in Leeuwarden. In diezelfde tijd raakt hij geïnspireerd door de Rus-
sische literatuur (vooral Poesjkin, Tolstoj en Toergenjev, maar ook Gorki, Gogol en Lermontov) en de symbo-
listische Franse dichters Baudelaire, Rimbaud en Verlaine. Zijn (kennelijk vooruitstrevende) leraar Neder-
lands op de HBS laat hem kennis maken met de Tachtigers Van Eeden, Gorter en Van Deyssel. Ook raakt hij
geïnteresseerd in Oosterse filosofieën.
In 1916 verhuist hij naar Amsterdam om geneeskunde te studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij
woont het eerste jaar bij een verre oom en tante, over wie hij enkele jaren later spottende gedichten publi-
ceert. In deze jaren ontwikkelt Slauerhoff zich als dichter; er verschijnt proza en poëzie van zijn hand in
Propria cures en de jaaralmanakken van U.S.A., de studentenvereniging waar hij (kritisch en dwars) lid van
is. Hij zetelt enige tijd in de redactie van Propria Cures.
Samen met Darja
Vanaf 1919 stort hij zich op de studie. Én op de liefde. Hij verlooft zich met Truus de Ruyter, een studente Nederlands
tegen wie Slauerhoff heel erg opkeek. In 1922 verbreekt zij de verloving omdat Slauerhoff haar geen zekerheid kan
geven dat hij bij haar zal blijven. Ook in 1922 verschijnen gedichten in Het getij, een literair tijdschrift (en geen studen-
tenblad zoals Propria cures). Zijn bijdragen aan Het getij zijn Slauerhoffs eerste serieuze stappen in de literatuurwe-
reld. In 1923 komt zijn debuutbundel uit: Archipel.
Slauerhoff – schrijver, scheepsarts
In 1924 maakt hij zijn eerste reis als scheeparts, naar Nederlands-Indië. Slauerhoff wordt echter doodziek op deze
zeereis. Toch voelt hij zich opgetogen als hij vaart: ‘Onder het zonnezeil, verrukt door den wind/voel ik me gelukkig.’
Latere reizen brengen hem in China, Japan, Rusland en de Portugese kolonie Macao, waar hij in aanraking komt het
werk van Camões, de grote Portugese dichter uit de zestiende eeuw bekend van omvangrijke epos Os Lusíadas (1572).
Slauerhoff herkent in Camões een geestverwant. Hij keert weer terug naar Nederland in 1927, na heel ziek te zijn ge-
worden op één van zijn reizen als scheepsarts. In 1928 gaat hij weer varen, deze keer naar Zuid-Amerika en later ook
naar Portugal. In Portugal maakt hij kennis met de fado, het Portugese levenslied. Hij maakte een aantal vertalingen en
hertalingen van fado’s. Tijdens zijn reizen en op de momenten dat hij zich in Nederland terugtrok in het Noord -
Hollandse plaatsje Bergen werkt hij aan zijn gedichten. In 1929 kwam Fleurs de marécage uit (een bundel met Franse
gedichten), en in 1930 verscheen Yoeng poe tsjoeng (‘Van geen nut’), een bundel met (heel vrij) vertaalde Chinese ge-
dichten.
In 1929 gaat hij als assistent aan het werk op de afdeling dermatologie van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Tijdens
zijn Utrechtse periode komt hij echter, tot zijn grote onvrede, nauwelijks aan schrijven toe. Veel ideeën blijven onuitge-
werkt, mede ingegeven door de grote stapel ongepubliceerd (maar ‘af’) werk dat bij de uitgeverij klaar ligt. En zijn
werk in de kliniek levert noch hemzelf noch zijn werkgevers voldoening op.
1930 is wat publicaties betreft Slauerhoffs topjaar: Het lente-eiland en andere verhalen, Saturnus, Schuim en asch,
Serenade, Yoeng poe tsjoeng en zijn vertaling van Don Segundo Sombra van de Argentijnse schrijver Ricardo Guiral-
des. In het voorjaar van datzelfde jaar voltrekt zich ook een belangrijk gebeurtenis op het persoonlijke vlak: hij ont-
moet de danseres Darja Collin. Het blijkt geen ‘tussendoortje’: ‘We zijn er beiden eigenlijk rotsvast van overtuigd, dat
het duren zal, en (…) dit verwondert ons beiden.’ In september 1930 trouwt Slauerhoff met haar. De jaren daarna wor-
den gekenmerkt door financiële malaise: Slauerhoff vaart en schrijft om aan geld te komen en om zo veel mogelijk bij
Darja te kunnen zijn.
In deze jaren schrijft Slauerhoff een toneelstuk over Jan Pietersz. Coen (1931) en de aan Darja Collin opgedragen
roman Het verboden rijk (1932). Veel vertaalvoorstellen worden door verschillende uitgeverijen afgewezen. Intus-
sen komen de eerste scheurtjes in het huwelijk tussen Slauerhoff en Darja aan de oppervlakte. Zo is Slauerhoff
ziekelijk jaloers op een danser met wie zij een voorstelling maakt. In 1934 reist hij met de dichter Albert Helman
naar Malaga en Marokko, waar hij zich in Tanger vestigt als arts. Met een omweg via Parijs keert hij terug in Ne-
derland en scheidt in 1935 van Darja.
In 1935 wordt hij ernstig ziek. Hij heeft bronchitis, griep, malaria, en astma onder de lijden en laat zich tweemaal
interneren in een kuuroord. In januari 1936 tekent hij met uitgeverij Nijgh & Van Ditmar een contract voor een
roman over de zeeslag bij Tsjoesjma in de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905). Het boek moet de titel De ge-
doemde vloot krijgen. Slauerhoff ziet het werken eraan als een manier om zijn ziekte het hoofd te kunnen bieden.
Het boek is nooit afgekomen. Omdat het herstel uitblijft, verhuist hij naar rusthuis Villa Clara in Hilversum. Daar
overlijdt hij op 5 oktober. Op 15 oktober wordt in boekhandel Broese een herdenking georganiseerd. Dichter Jan
Engelman zegt daar: ‘De dood van (…) Slauerhoff treft ons, die achterblijven, meer dan hem. Want zijn leven was
een ‘vida triste’, waarin hij het licht dat hij zocht niet vinden kon, waarin hij ronddoolde met een gemarteld hart en
vergeefs verlangde naar het lesschen van een brandenden dorst. (…) Slauerhoff is nù pas thuis gekomen, van een
duistere reis.’ Na zijn dood stuurt de moeder van Slauerhoff een zeemanskist met ongepubliceerd of ongebundeld
werk aan Kees Lekkerkerker, die in de jaren daarna velen banden verzameld werk samenstelde. Ook anderen
maakten bloemlezingen van zijn gedichten, proza, brieven en kritische werk. Tevens zijn er vele biografieën over
hem verschenen, waarvan de bekendste en volledigste die van Wim Hazeu uit 1995 is. Voor deze korte biografie is
dan ook dankbaar gebruik gemaakt van dat werk.
Enkele Sites:
http://nl.wikipedia.org/wiki/J._Slauerhoff
http://www.nederlandsepoezie.org/dichters/s/slauerhoff.html
http://www.literairemeesters.nl/
http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn2/slauerhoff
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=slau001
Voor de verre prinses
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis - dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.
Maar als het waar is dat door groote droomen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.
Uit: Serenade (1930)
Dit eiland
Voor de zachtmoedigen, verdrukten,
Tot geregelde arbeid onwilligen,
Voor de met moedwil mislukten
En de groots onverschilligen,
De reine roekeloozen,
Door het kalm leven verworpen,
Die boven steden en dorpen
de woestijnen verkozen,
Die zonder een zegekrans
Streden verloren slagen
En ’t liefst met hun fiere lans
De wankelste tronen schragen;
Voor allen, omgekomen
Door hun dédain voor profijt,
Slechts beheerscht door hun dromen,
De spot der bezitters ten spijt,
Neem ik bezit van dit eiland,
Plant ik de zwarte vlag,
Neem iedere natie tot vijand,
Erken slechts ’t azuur als gezag.
Wie nadert met goede bedoeling:
Handel lust of bekeering,
Wordt geweerd aan ’t rif door bezwering
Of in ’t atol door onderspoeling.
Oovral op aard heerscht orde,
Men late mijn eiland met rust;
’t Blijft woest, zal niet anders worden
Zoolang ik kampeer op zijn kust.
Uit: Een eerlijk zeemansgraf (1936)
Voorgevoel
’t Is mij te moede als werd ik weer een kind
Dat nog niet spreken kan, begint te staamlen,
Dat vindt van moeder, menschen, dieren, wind
De stemmen even vreemd en eensgezind,
En door elkaar de klanken gaat verzaamlen.
Hoe heerlijk, nog te weten van geen woorden
Die zinnen worden en die weer gesprekken,
Bijvoorbeeld denken: een groen bosch heet Noorden,
Iets anders groots en groens heet zee, en moorden
Zijn zwarte dingen die men moet ontdekken.
De woorden hebben klank en kleur en glans,
Zij komen op en willen gaan bewegen;
Vaak is een stroef, een ander norsch, verlegen,
Maar als ik fluister dat ik nog niet regen
Van rag kan onderscheiden, zien zij kans
Op liedren die lang hebben stilgelegen,
Bijna verstandig waren doodgezwegen.
Uit: Al dwalend (postuum, 1947)
hoe ligt versteende pijn
en tederheid
in koel speksteen gebroken
Dimph Jansen
Stilte
Mijn pen zwijgt
Heeft niets te vertellen.
Ik denk dat ze in staking is.
Gezocht: Betere werkgever! ;-).
Stilte
Op facebook.
Daar vallen wel zeker 10 000 woorden.
Woorden van vaak vage leegte
Dingen die niets te betekenen hebben
Soms een hard krakende noot
Van een hart dat wordt gelucht
Nadien weer, als je afsluit
Dag vrienden van facebook.
Stilte.
Anke Cant
You Live on Past Glory
You live today,
Still,
On
Past glory.
Like an old man, in a cafe,
Wrapped, capped, wizened
– and lonely,
You pay for your bill
By telling old stories
Again
And
Again,
Tipping by doffing.
Carl Olen Nel
Stilte
Weemoed
beheerst mij
in mijn hoofd
is het ijzig stil
jou bemerk ik
daar ook niet
het niet bewegen
het verstilde zijn
in het diepst van
mijn gedachten
noem ik jou…
liefste.
Corry Broer
Daar slaat de stilte over
Als een denderende locomotief
trekken beelden zich voorbij
Opgenomen in de stad
waar het leven wordt geschreeuwd
Waar de straten dichtslibben
door smog
En graffiti op
de muren van ieder gebouw
het nieuwe geloof
verkondigd
als een enkele waarheid
In de stad
daar slaat de stilte over
met de stem
van een puberende jongen
Mark Boninsegna
Leftmost
André Smucki
Geen vergeten reis
mag ik jou missen in de stilte
het uur dat ik blijf waken
terwijl de slaap mijn ogen
kust, dwingt tot rust
hoe zou ik kunnen vergeten
zelfs al zou ik willen…
hoe je adem klonk
in het ochtendgloren
naast de bimbam
van de klokkentoren
je woont in mij, levenslang
in de beweging van mijn hand
het schrijven, mijn gedicht
al ben je ver, uit mijn zicht
de stroming van de wind
echoot in mijn brein
ik zou willen reizen, uitvaren
mezelf verliezen, kiezen
voor het ruime sop, de baren
maar je leeft in mij
waar heen ik ook ga
je blijft dicht, zo heel dichtbij
Hilly Nicolay
Afskeid
Vandag wou ek 'n vers maak
waarin woorde – myne –
en skoonheid – joune –
verstrengel sou kon raak,
onontwarbaar maar terloops.
Jou oë is sag
en, terloops, jou aanraking
vang my onkant.
Nee, dié vers moet wag op yler tye
van veraf verlang of hunker,
oor die nou wat hulde bring
aan die stilte van jou groet.
Johann P. Boshoff
Stilte
In die skeemring fluister
Die bottel groen takke verlange
‘n sug van hartseer
‘n traan wat treur
In die bewoording luister
Die storm soeke en roepsgesange
‘n hoop van liefde teer
‘n hart wat opbeur
Sal ek jou spoor vind?
Sal jou liefde my verblind?
Sal die orkaan van solo wees vergaan
want die warrel asem probeer my verslaan?
Sien jou skadu wat glinster in my venster,
soveel ou dae is alreeds vergange.
Jou liefde sal my duister keer
‘n jou wat my omgee goedkeur
Na die láng dae van gister
omvou my hartklop met vrede belange
‘n rus van liefde begeer
‘n stilte van geluk in kleur
Duet deur Emile Umberto Martinaglia en Linda Neill
Carl Nel
Mijn stille verzet
Mijn stille verzet soms zo onbegrijpelijk
soms is het effect nihil maar zo puur
is soms aanleiding tot stralen van haat
in iemands gezicht ..de manipulator
de wringer van je hart je voelt m
zo vlug de vragen te intiem je man
te nieuwsgierig naar die ene die teveel
teveel vraagt en ook probeert te eisen
dat ik mijn beetje verzet tegen het gif
dat zovelen al in mijn hart hebben proberen
te spuiten van dichtbij en soms veraf
mijn beetje verzet ineens bijgestaan door
duizenden engelen schreeuwend in mijn oor
Gij geheel anders
Dan mijn hart dat ineens ontvlamt in toorn
een vuur dat alles achter zich verbrand
oooh blijf maar onverschillig mijn vuur
zal je niet verslinden slechts kuisen in een
keer in een keer in een keer
Ik schreeuw ga tekeer mijn hart zo zeer kan
de haat bijna niet meer aan, heb teveel toegelaten
dat het bijna barst , je probeerde me over te halen
naar jouw kant maar ik geheel anders
bedreigde jou vanuit je eigen haat
pakte het zwaard van je leugens op tegen
jou en jij verdronk in je eigen haat
Je hebt alleen jezelf met je gezwets !
Engelen verzorgen de blaren van een boos hart
en maken het weer zacht en mooi voor
de volgende dag zodat ik weer lief
zodat ik weer heel lief
Zodat ik weer heel lief
Magda Thomas
Stilte
van storm en van wind
van klanken, van taal
het omslaan van 't blad
van wijn in het glas
van knetterend haardvuur
en tikkende tijd
van wat voor altijd was
eeuwige
sprakeloze
oorverdovende
stilte
Marleen Ooms
Silence
Sometimes we all feel lost and alone
feeling the need to turn our hearts into stone
trying to make peace with the silence we found
pretending we can't see nor hear a sound
Sometimes sadness runs through our veins
tears hiding waiting to cry like moesson rains
this silence has never before been so loud
these feelings of despair shouldn't be allowed
Not a single word or sentence can even be said
to sooth these feelings of loss... to help forget
maybe a blink of understanding uniting us this day
can blow a little of this silence we share away
And then when the moment's too long
and all this grief inside is too strong
we always have sweet memories to rely on
to pick us up in a whisper and help us along
This silence is so hard to accept
in my heart forever you will be kept
sleep in peace now my beloved friend
someday soon the silence will end
Nancy Meelens
Jan van Well
Bestelinfo:
Wanneer stilbly beter is as praat.
Daar word vertel dat die bekende skrywer en politikus CJ Langenhoven glo gesê het dat ’n
mens twee ore en een mond het, en dit beteken jy moet dubbeld soveel luister as wat jy
praat - ’n edel onderneming inderdaad. Nou is dit bekend dat Langenhoven ook ’n jarelange
stryd met alkoholisme gehad het. En mens kan nie help om te wonder of is dit nie omdat hy
dalkies self hierdie beleid té rigied gehandhaaf het in sy persoonlike lewe nie, hierdie beleid
van meer luister en minder praat nie. . .
Maar hoe ook al, vir my en vir baie ander mense is ons siek en sat vir wat in ons land aan die
gang is. Ek kan nie anders as om te kerm en te kla nie. En baie te sê het nie. Dit het omtrent,
en met goeie reg, gegons oor die tiener Anene Booysen. Anene was oor en oor en oor ver-
krag en tot só ’n mate aangerand dat sy uiteindelik beswyk het aan haar wonde, nadat sy vir
die dood gelos is deur haar aanvallers. En Anene is maar net nóg ’n stukkie statistiek in die
lang lys van verminkte en verkragte en vermoorde vroue van Suid-Afrika.
Ons mag nooit, nooit ooit ophou praat oor die Anene Booysens van hierdie wêreld nie – húlle
is die mense wat ons in ons gedagtes moet hou in ons stryd na groter geregtigheid. Húlle is
die rede hoekom ons nooit moet toelaat dat daar stilte kom nie.
Maar ’n belangrike deel van ons stryd gaan ook behels om mense sover te kry om eerder stil
te bly by tye.
Suid-Afrika is ’n land, so het ons eens geglo, waar ons kies om dinge eerder reg te praat as
om dit reg te skiet. Dit wat ons reggekry het met betrekking tot ons onderhandelde skikking
en oorgang na ’n ‘nuwe’ Suid-Afrika, was iets unieks. Waar elders ter wêreld het mense hulle
mag al ooit vrywillig weggegee omdat hulle glo dit is in belang van reg en geregtigheid? Dit
gebeur nie elke dag nie.
Maar wat minder bekend is, is die feit dat die onderhandelde skikking vir talle leiers binne die
regerende party maar bloot ’n tydelike lastige maatreel was op pad na mag. Die historikus
Hermann Giliomee verwys na hierdie feit in sy onlangse boek ‘Die laaste Afrikanerleiers: ’n
Opperste toets van mag’, waar geskets word hoe oudpresident Thabo Mbeki die ooreenkom-
ste van die onderhandelinge nie juis hoog geag het nie.
Om die waarheid te sê, dit word al meer en meer duidelik dat die ANC en sy vennote, nes die
Nasionale Party van ouds, dit verkies om die verlede te herontwikkel tot die punt waar dit in
lyn met hul eie spesifieke beleid en visie is. Die oud politikus en latere bekende politieke kom-
mentator Frederik van Zyl Slabbert het in sy leeftyd alreeds opgemerk dat: “One thing the
‘old’ and the ‘new’ South Africa have in common is a passion for inventing history. History is
not seen as a dispassionate inquity into what happened, but rather as a part of political mo-
bilisation promoting some form of collective self-interest”.*
Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns het in 2012 ’n heel nuwe boek gepubli-
seer, hoofsaaklik weens hul gevoel dat die ‘nuwe’ Suid-Afrika die rol van Afrikaners misken in
geskiedenisboeke. Ongelukkig maak die Akademie hulself ook maar skuldig aan die misken-
ning van talle uitsonderlike historiese figure van Suid-Afrika. Die petalje belig maar net weer
hoe baie ons nog sukkel om ’n kollektiewe identiteit in Suid-Afrika te ontwikkel.
Maar dit is nie bloot ’n saak van ‘wit’ en ‘swart’ hierdie nie, want die ANC loop ook dikwels
deur onder kritiek dat daar nie genoeg erkenning gegee word aan die rol van die swart be-
wussynsbeweging, Steve Biko, die Pan-African Congress en Robert Sobukwe nie. Daar is
maar dikwels klagtes dat die regerende party ook híérdie invloedryke rolspelers se rol mis-
ken, bloot omdat dit nie in hul visie vir Suid-Afrika pas nie.
Maar die mees tragiesste is miskien die feit dat ons leiers so lief is om geweld in hierdie land
te verromantiseer. Ons leiers, soos onder andere president Zuma, klim op verhoë en sing
‘bring my masjiengeweer’, ‘skiet die Boere’ en ‘ons sal moor vir Zuma’. Die feit dat die ‘nuwe’
Suid-Afrika deur ’n onderhandelde skikking tot stand gekom het, word nie genoegsaam be-
klemtoon nie. In plaas daarvan word geweld voorgehou as die ding wat tot die geboorte van
Suid-Afrika gelei het.
So baie leiers is nie net dikwels stil oor die geweld in ons land nie, nee, wanneer hulle praat,
dan verromantiseer hulle moord. Dit sal dan eintlik beter wees as hulle eerder net heeltemal
niks meer sê nie.
Barend van der Merwe
*Aanhaling geneem uit S. Ellis ‘External Mission: The ANC in exile, 1960 – 1990’, Jeppestown,
2012.
Petra Fenijn
Stil
“Heb jij haar vannacht gehoord?” vragen we bij het ontbijt aan
elkaar.
“Ja, ik hoorde haar een paar keer de trap afbonken.”
“En ik hoorde haar trippelen over het zeil.”
“Ze sprong ook een keer op bed.”
“En ik hoorde haar duidelijk spinnen.”
Na het ontbijt lopen we samen tot achter in de tuin, waar de, net
uitgebloeide, vlinderstruik staat. Daaronder ligt ze begraven.
ochtendmist
de zon verzilvert
de stilte
Ria Giskes-Pieters
Wij vingen woorden aan
Wij vingen woorden aan met van
vandaag van-je-houden vanzelf
en vanitas was dat niet
teveel van wat ik dacht toen
ik je vroeg een leven te delen
wij lazen elke ochtend elkaars ogen
deden de dingen zoals ze kwamen
namen het zekere niet te licht
groeven als er stilte viel onze hoofden
uit en stolden memorabele momenten
in kaarsvet om te bewaren
nu stoppen we ze in dozen op zolder
tegen het onmetelijke afstoffen
dat straks onze kinderen wacht
Frans Terken
Beademd evenwicht
van witte lege
einder in het morgenlicht
één ster staart
zwijgend naar beneen
een kribbe maar de dieren
zijn op stal gebleven
er glimt wat ochtendkrieken
op de stille steen
de sneeuw ligt
als een laken stijfgesgteven
nu alles woordgericht
en weggezwegen is
in de woorden van dit gedicht
Sijke Van 't Ven
Rudolf Dierckx
Het moet wel heel stil zijn, wil je het ruisen van het riet kunnen horen. Soms benijd ik de Mid-
deleeuwer en een componist als Mozart of een filosoof als Kant die nog geen last hadden van
bonkende bassen in auto’s, radio, televisie en decibellen, hoewel iemand als Mozart flink la-
waai kon maken met zijn muziek natuurlijk!
In het Hinterland van Vlaanderen ligt mijns inziens het stilste plekje dat ik ooit tegenkwam.
Of je er nu buiten of binnen zat, het enige dat je hoorde waren de zachte plofjes waarmee de
kastanjes uit de bomen op het hoog ommuurde plein van het tot vakantieadres omgebouwde
nonnenschooltje neerkwamen. In september dan. Een zonovergoten september. De stilte was
zo oorverdovend dat ik af en toe de radio even aanzette om me niet al te verlaten te voelen.
Een mens is en blijft toch een sociaal wezen, zelfs al is hij of zij een halve Einzelgänger.
Op enkele kilometers van het oude schooltje ligt een beeldentuin. Ik was de enige bezoeker
van het werk van George Grard. (Doornik, 26 november 1901 – Sint-Idesbald, 26 september
1984) Het maisveld, het riet, het zonlicht en de rust waren er subliem. Paradijselijk waren
ook de vrouwenbeelden van brons die buiten stonden en de gipsen die zich buiten maar ook
binnen in het museum, annex atelier bevonden. De muze van de kunstenaar, Isette Gabriels
stond veelal model voor Grard’s werk.
Zelfs in een plaatsje nabij de beeldentuin, ontmoette ik enkel bronzen mensen: spelende kin-
deren, een oude man op een bankje, een vrouw zich koesterend in de zon. Er was verder
geen levende ziel te bekennen. Lampernisse, Gijverinkhove, de komgronden. De allerstilste
plekjes liggen dáár voor mij.
Toch hangt er iets treurigs op bepaalde plekken, alsof de oorlog van 1914-1918 nog vers in het
geheugen van de natuur ligt. Als er mist hangt, verwart de rivier de Ijzer die nog altijd met
kogels, kruitdampen, modder of rattenplaag en in Diksmuide staat op de Vredestoren te le-
zen; Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus. Nooit meer oorlog, Plus jamais de guer-
re, No more War, Nie wieder Krieg. Daar val je dan zelf weer van stil en je schrijft een vers,
want poëzie heeft in Vlaanderen, met name in Watou, veel aanzien. ‘Dichten is de muzikale
mogelijkheid van zwijgen.’ Jan Greshoff (1888-1971) zei het al.
Anneke Haasnoot
Silentium
Bestaat er in het rijk van de horende absolute stilte? Helaas is het antwoord hierop neen.
Laat ik Domburg als voorbeeld nemen. Je huurt er een appartement, waarin het redelijk
rustig is, maar ben je buiten is daar het geruis van auto’s over rond- en snelwegen. Dat
stelt teleur. Dat gaat ook op voor het huisje dat een vriendin kocht, nabij Beekbergen. In het
midden van een bebost terrein, op enige afstand van, jawel, snelwegen. In het Rijnmondge-
bied is er altijd ook op als stil te betitelen dagen, het specifieke, zoemende geluid van de
industrie. Ik vrees dat er in Nederland geen totaal stille plekken meer zijn, heel misschien
momenten van stilte, ergens in de Alblasserwaard of in Drente. In Ierland wellicht. Mocht je
het geluk hebben je daar te bevinden, hoor je nog altijd je eigen ademhaling, ook al adem je
zo zacht mogelijk en je hartenklop kun je ook niet uitschakelen.
Wat te denken van vogelgeluiden? Een blaffende waakhond, loeiende koeien?
Natuurlijk maken de vogels in de lente het meeste lawaai. Wij kunnen dan vertederd genieten
van merel en ander gevederd volk. Wat wij niet weten, althans ik was me er niet van bewust,
is dat deze dieren met twee poten, veren, vleugels en een snavel in het voorjaar in hoge
nood verkeren, tenminste, als we Midas Dekker moeten geloven. Deze bioloog verklaart het
vogelgezang als een letterlijk waanzinnig het uitschreeuwen. De voortplantingsdrift heeft
hen volledig in de ban, ze worden gek van hun hormonen Dat is iets waar onwetenden als ik
totaal niet bij stilstaan.
Nu heb ik het geluk of de pech, dat is maar net hoe je het bekijkt, over oren te beschikken
die te vergelijken zijn met schotelantennes, niet in grootte, maar met eenzelfde precisie als
zo’n zesendertig voetbalvelden groot gevaarte. Laat een speld vallen en ik hoor de val en het
neerkomen.
Natuurlijk kan ik alleen voor mezelf spreken, als ik zeg dat ik het stilste plekje van Europa
heb ontdekt. Dat mag gerust weerlegd worden. Dat hindert niet, daarbij komt wat voor de
één stil is, is voor de ander herrie.
Toen ik een kind was, wees mijn vader me geregeld op de geluiden in het bos. Het ruisen van
de boomtoppen, het kloppen van een specht. Later vergat ik dat. In de puberteit verloor ik de
stilte totaal uit het oog. Als jonge moeder kwamen sereniteit en rust ook niet in mijn leven
voor, dat gold ook voor geluidloosheid.
Rijmelarijntje Bakker
Powertex
http://www.creatiefmetpowertex.nl/
ongemerkt
zijn hoofd gevuld met leegte
stil in hem
omheen
koesterend streelde hij
met beruwde vingers
deze stille kluis
in zijn wereld
enige tegenvoeter
zijn stilte donderde
in chaos rondom,
waanzinsmaelstroom
van tijd voortschrijdend
weer brak
een lente
aan
Pastuiven Verkwil
Warme schoot
Ingehouden warmte verbergt zich onder je roze vel,
Waarin ook de resten van je vorige leven, schuilen,
Onbevlekte vingertoppen bewegen zich jubelend
Een weg naar boven in de grote kamer van wijsheid,
En dromen van een dampende baarmoeder, waar je
Eens je roes uitsliep, toen je nog vol ongeduld moest
Wachten op een tweede leven, en een nieuwe moeder,
Een warme schoot vol van liefde en blijdschapstranen.
Rijmelarijntje
Ik nijg mij het leven
“ik nijg mij het leven, noodgedwongen” (Pastuiven Verkwil)
omlijsting
hij legt zich neer
in wind, in de tijd waar hij om
vroeg
en in die dagen reist hij
door het leven, luistert naar alles
wat stilte hem geeft
het gras verstaat zijn verlangen
het lief en leed, het hebben en houwen
het geruis van het heelal en al de andere plekken
in een antwoord
dat zich naar binnen keert
vogels, zwartglimmend, krullen zich op in het licht
als een schaduw op een zandpad
hij weet nog van niets
tot hij omhoog kijkt
Vlinderwindekind Kerima Ellouise
Morning Rain
Yoel Tordjman
Vrede
Ik heb haar nog niets horen zeggen
wel zag ik de wind door haar haren slaan
Licht
en sereen
alsof ze tenslotte Brugs kant uitrollen
zo vermaken vandaag
de golven zich met de zee
En de strandjutter met een harmonica
van kleine dromen
ster van binnen ster van buiten
-
-
het liefst volgde ik zijn hand
links rechts links rechts
De verte mijn liefste
de verte
zie dan
daar ergens tekent zich
een witte
parasol
daar verdampte ons een kind
Ruud Poppelaars
Nautilus
Wind blaast poesters,
over een witgeblakerd land.
verzand, gestrand,
op de kliffen getreden.
Gedachten glijden,
over de woeste golven,
verzwolgen, bedolven.
fluistering verdwenen.
Zacht gesuis,
een wereld vol leven.
naar de kade gedreven.
opgedoken uit zee.
Daar plaats ik
teder tegen mijn oor.
verstomt, elk gehoor
de nautilus schelp.
En lokt eenieder,
die niet horen wil,
naar eindeloze stilte
van de zoet
en zilte
zee
Vincent Jongman
die gil
in koue klamme angs en sweet
sit regop in my bed bevangs
boedstollende gil het my gewek
iemand wat uit hierdie lewe vertrek
dan die lang stilte in die donker nag
mens sou dink, dat die vrees versag
dan 'n knal, hop ek soos ek skrik
as ek valstande had sou ek stik
res van die nag onrustig gewees
boek geneem en dit gelees
volgend oggend steeds moeg gewees
ietwat moerig oor verlore slaap, so bedeesd
Pierre Rossouw
Kom maar binnen
Michael Karstanje
http://www.karstanje.exto.nl/
'Woorden mogen alleen dienen om de stilte te verbeteren’
(Karel Jonckheere, dichter 1906-1993)
Stilte als thema voor dit nummer van Po-e-zine. Welke kant ga je dan op? Zal ik de stilte in de
poëzie omhelzen of ontkennen? In een korte research over stilte en poëzie komt vooral naar
voren dat de stilte een belangrijke rol speelt in de voordracht van poëzie. De stilte, die lees-
baar is in witregels en laten vallen tijdens een voordracht is essentieel voor de voordracht
lijkt het.
Toch zijn er ook voordrachtskunstenaars en dichters die de stilte juist (al dan niet expres)
vermijden. Denk aan dichters al Jules Deelder, Johnny van Doorn en Simon Vinkenoog maar
ook aan de vele slamdichters die hun poëzie als het ware over hun toehoorders heen gieten
in één lange stroom van woorden.
Ik heb me al vaker verwonderd over het verschil in voordracht van dichters. Door de jaren
heen heb ik vele dichters voordrachten zien en horen geven en de verschillen waren groot.
Waar de een in alle rust regelmatig stiltemomenten laat vallen bedient de ander zich juist zo
min mogelijk van diezelfde stiltemomenten. Waar voor de één de stilte een bruikbaar instru-
ment is in zijn of haar poëzie, is dat voor de ander juist het tegenovergestelde.
In 2007 was het thema van de nationale gedichtendag “Stilte”. Poetry International had toen
een aardig idee. Treinreizigers die via een koptelefoon naar poëzie luisteren in deze drukke
en lawaaierige tijden, waarmee Poetry International aandacht vroeg voor ‘rust en concen-
tratie’.
“De stilte die nodig is om klank en betekenis te waarderen; de stilte in het wit tussen de re-
gels en de onvermijdelijke stilte wanneer de betekenis van het gedicht onzegbaar is”. Zo om-
schreef Poetry International destijds dit initiatief.
Toen ik dit las dacht ik eerst wat een mooi idee. Maar meteen daarna; in de trein waar je juist
vaak in (betrekkelijke) stilte alleen kan zijn met jezelf, een krant of een boek (dichtbundel),
wordt juist deze stilte verbroken door een koptelefoon op te zetten en naar het geluid van
poëzie te luisteren. Ik wil maar zeggen, stilte is een rekbaar begrip.
In gedichten is Stilte als thema daardoor weer juist heel aantrekkelijk. Je kunt er alle kanten
mee op. Zoals bijvoorbeeld in het gedicht van Guido Gezelle.
De stilte in uw wezen
Min de stilte in uw wezen
Min de stilte die bezielt
zij die alle stilte vrezen hebben nooit een hart gelezen
hebben nooit geknield.
Of in een gedicht van Lao Tse.
Geduld
Heb je geduld te wachten
Tot de modder zakt
Het water helder wordt
Kun je in stilte verwijlen
Tot de handeling
Vanuit zichzelf ontstaat?
Het gedicht dat het meest in de buurt komt van het thema stilte, dat ik zelf schreef is waar-
schijnlijk het gedicht Stiltegebied uit mijn laatste bundel ‘Zoals de wind in maart graven
beroert’.
Stiltegebied
Daar waar de mist
het laagland raakt
in onversneden flarden
waar krijsende meeuwen
het wassende water markeren
op hoog gelegen grenzen
streel je de kou
van mijn handen,
wrijf je leven
in de leegte
dan valt het licht
in het duistere dagdeel
trekken kopjes terug
in witgrijs verenkleed
Wouter van Heiningen
http://woutervanheiningen.wordpress.com/
Soms wordt de stilte ook verwoord in een gedicht zonder dat dit gedicht de stilte als onder-
werp heeft, zoals in Winterstilte van Jacqueline E. van der Waals
Winterstilte
De grond is wit, de nevel wit,
De wolken, waar nog sneeuw in zit,
Zijn wit, dat zacht vergrijzelt,
Het fijngetakt geboomte zit
Met witten rijp beijzeld.
De boom houdt zich behoedzaam stil,
Dat niet het minste takgetril
't Kristallen kunstwerk breke,
De klank zelfs van mijn schreden wil
Zich in de sneeuw versteken.
De grond is wit, de nevel wit,
Wat zwijgend tooverland is dit?
Wat hemel loop ik onder?
Ik vouw de handen en aanbid
Dit grootsche, stille wonder.
Mieke Merkx
teengloed
sy kom aan
oor die blink pick‘n pay vloer
met iets moois
wat haar dra
sy slenter verby
die bokse pap
almal kleurvol
uitgedos op die vol rakke
haar oë is gesluit in myne
sy kom vinnig nader
dan stop sy
voor my
haar alles glimlag
die winkel is vol
maar net ons twee is in die ry
sy reik uit en
stamp my skouer
met haar oop hand
ek stamp terug
lig en spelerig soos ons altyd gemaak het
stamp-stamp-stamp-stamp
stop
kyk na mekaar
dan lag ons
-
-
“ek soek groen kerrie paste,
maar ek vind g’n niks,” sê sy
ek trek my skouers op
en laat dit weer val
in ry sewe
kyk ek in haar bruin oë
en veg teen die drang
om haar te gryp en soen
liefde bars Dune-agtig
by die linoleum vloer uit
die monsteragtige wurms kronkel om ons
en ek besef dat ek die drol is
sy kyk om oor haar skouer
‘n doodloopstraat van wantroue
hang in haar skadu en
skyn ‘n teengloed
skielik besef ons weer
ek kan niks sê nie
niks regmaak nie
sy draai om
en loop
ander mense begin die ry vul
ek kyk na my inkopielys
kyk weer op en
sy’s weg
ek soek
nog ‘n paar rye aan
vir soya melk
Sjaka S. Septembir
Silence
OnlyMie
'Vergis ik me nou, of heb ik twee keer een ogenblik stilte gemist.' (Jan Wolkers: De kus)
De stilte
Geen voorstel, geen verzoek, geen klank
dringt ogenschijnlijk tot mij door
ik zit te staren op de bank
en geef aan vragen geen gehoor
het lijkt alsof ik ben verdoofd
toch hoorde ik dat jij wat vroeg
ik antwoord niet, want in mijn hoofd
is het voorlopig druk genoeg
soms lach ik af en toe een keer
gewoon om jou te laten weten
dat het fysiek niet pijnlijk is
het maakt je blij, ik reageer
ik ben de wereld niet vergeten
het is de stilte die ik mis.
Bert Deben
In stilte
In stilte geniet ik van mijn toekomst.
Ik geniet van elke dag.
Elke dag geniet ik in stilte.
In stilte.
In stilte geniet ik van mijn goeie dingen.
Mijn doelen zal ik behalen.
In stilte zal ik genieten.
In stilte lach ik.
Ik lach om wat mensen zeiden.
In stilte lach ik die mensen uit.
In stilte blijf ik hoop houden.
De hoop en moed dat doet wonderen.
In stilte geniet ik van mijn leven.
Amanda Tuinstra
Stil de Stilte
Dunner dan
de waas om
je heen
fluisteren
hoopvolle woorden
als duurzame
echo's om je zijn
sluit je oren
open je hart
want alleen daar
wordt de kwetsbaarheid
dunner en dunner
en de stilte
zij luistert
Dimph Jansen
Mirjam van Benthem
Peter Hendriks
Stilte
Stilte is er in vele vormen. De stilte in het landschap, weg van de snelweg, met alleen de
wind die ruist door de grashalmen. Genieten van de zon in de achtertuin, die je verwarmt.
Vakantie, waar je wel die tijd neemt en in lijkt te halen in wat je eigenlijk vaker zou moeten
doen. Muziek voor weldadige rust en ontspanning.
In mijn hoofd is het niet altijd stil, afhankelijk van de omstandigheden. Situaties waar je
lering uit trekt. Fijne herinneringen die de revue opnieuw passeren, minder prettige die
hun kop opsteken om te laten zien dat je ze er nog niet onder hebt. Het dagelijkse leven
met al zijn indrukken die je bewust of onbewust weer opnieuw stukje voor stukje verande-
ren en een ander zicht brengen dan daarvoor. De stilte is er altijd, je hoeft het alleen
maar te horen.
Die stilte die er dan is, brengt een soort van tijdloosheid met zich mee. Het trekt alles
weer recht waar de kreukels zaten. De kleur van wijsheid begint zich af te tekenen tegen
de witte muur, die steeds meer schilderingen krijgt, waar je steeds langer naar kan kij-
ken. Vormen en kleuren zien die je eerst helemaal niet opvielen. Dat stuk muur waar gaten
in zijn gevallen, de brokken vanaf zijn gespat en de pilaren die hem staande moest houden
opnieuw opgebouwd zijn, nu vast staat als een huis.
Dat geeft rust, dat geeft stilte. De waan van alledag voorbij. Voorbij de dagelijkse kakafo-
nie die minder invloed lijkt te hebben dan voorheen. Stilte vind je niet zomaar, dat geeft
dagelijks werk. Iets wat simpel lijkt, is niet altijd zo gemakkelijk. Daar zijn therapieën voor
uitgevonden, chemische middelen voor ontwikkeld om kunstmatige stilte op te roepen.
Geld is ermee gemoeid, ruzies en oorlogen om met agressie, macht en daadkracht te
overwinnen wat een illusie blijkt als je dit voor een ander zou willen beheren.
Stilte, iets dat eigenlijk iedereen stiekem wilt en ook diep in zijn hart zoekt. Voorbij al het
geluid is er ergens een magische plek dat ikzelf heet, in stilte wachtend om opnieuw ont-
dekt te worden.
Bert Waber
Pim Leefsma
STIL
Nu wil ik dat je gaat zitten
hier onder deze boom. Dan
laten we hem luisteren, zodat
het bos weet waar je woont
je bent mooi
met zachte lippen
kijk, die steen, die leeft
kom
ik moet eens gaan
ze wachten op mij voor het eten
en ik heb beloofd te helpen
met de nacht
dag, ik zie je
Monique van der Kubbe
Vergeet het
Voor M., trieste dag Sneeuwvlokken vervliegen. Nat en
bedaard wordt vaart verminderd.
Hoezo win ik tijd? Er is liefde
uitgesteld en wij weten ons
geen kans.
Benoem niet de mogelijke grillen:
wat ooit blad heeft verloren of
zijn zang heeft verstomd keert
het leven nog inwaarts of heeft
zijn tong voorgoed verloren.
Wij kijken en kijken maar, de gebaren
te houterig om ons uit te spreken.
Liefste, vergeet het. Zolang niets om
verlangen vraagt heeft de tijd er
geen oren naar – doofstom en
doodgeboren –
Elbert Gonggrijp
Stil
hier is niemand
behalve dan de stilte
onder hoge bomen
waakt eeuwigheid
zelfs het glooiende landschap
tot aan de einder
spreekt slechts stilte
bladeren knisperen
onder gelaarsde voeten
die naar water voeren
en dan het water
behalve hier en daar
een zachte rimpeling
windstil
zwijgend turen bomen
naar hun spiegelbeeld
en voor het overige
geen beweging
geen geluid
zelfs geen vogel
Marije Hendrikx
Matthijs Wateler
http://www.matthijswateler-art.com/www.matthijswateler-art.com/Welcome.html
Vrouwenlijn 2 - Uit de kast
'Wil jij iets voor me doen?'
Mijn moeder kijkt me helder aan uit haar broos geworden lichaam. We zitten aan tafel een
kopje thee te drinken, ergens in de zomer van 2008. Ze haalt iets van haar schoot.
'Wil jij hier een boekje van maken?'
Ze overhandigt me een rommelig pakketje.
( Anne, wil je hier een boekje van maken?)
Ik herken het met schrik. Het is het uit elkaar gevallen boekje dat ze zo'n dertig jaar geleden
voor haar moeder maakte, voor Moeke. Toen ging dat aan mij voorbij. Ik was jong uit huis,
keerde menigmaal terug, maar was weg toen zij dat boekje maakte ter ere van het 55-jarig
huwelijk van haar ouders, Pa en Moeke.
Toch heb ik dat boekje eerder gezien, een vrouwenweekend in Antwerpen met Aal, Swan, San,
mijn moeder, haar zus en haar vriendin.
Ik noem mijn moeder Aal sinds ik mijn ouderlijk huis in Tiel verruilde voor het academisch
ziekenhuis in Groningen, mezelf uitroepend tot zelfstandige, om al snel terug te keren met
hangend hoofd, nadat ik de eerste fles bloed naar de overkant moest brengen en flauw viel
op het onmetelijk groene gras. Als rood ergens opvalt, is het op groen.
Ik mocht tijdelijk terug in het huis van mijn ouders, sliep in dezelfde kamer waar ik voor mijn
zelfstandigheid sliep, een week of zes daarvoor. Mijn moeder was blij, zonder mij was er niks
aan. Ik was ook absoluut geen verpleegster vond zij, wat haar recente opmerking tot compli-
ment maakt 'jij kunt wel hoofdzuster worden'.
Mijn vader vroeg kostgeld aan de jonge zelfstandige die met water aan de lippen en vuur aan
de schenen het eerste de beste baantje nam bij Verdugt, de giffabriek in Tiel.
De aanname was te danken aan het zelfstandig optreden voor de sollicitatie begon. De man
die de sollicitatierondes deed, moest zo nodig weg toen ik aan de beurt was. Ik zat alleen in
een kantoortje met een groot bureau en een joekel van een telefoon die oorverdovend begon
te rinkelen en op mijn zenuwen werkte. Ik heb altijd een hekel gehad aan telefoons, helemaal
als werkeloze wachtende. Ik nam op. 'Met de sollicitante van Verdugt...' |
De beller moest de man hebben. Ik ging in het onbekende gebouw op zoek naar de man die ik
amper gezien had.
Hij kwam net het toilet uit, een moment waarop de man broek en hemd in positie brengt, een
moment waarop hij liever niet gezien wordt door de toekomstige werknemer.
Ik werd aangenomen omdat er geen andere kandidaat was, ik nam aan omdat ik zo zelfstan-
dig was.
Ik woonde thuis, had een baantje en sloot me aan bij de fabrieksjongens van Verdugt en de
Betuwe die op hun brommers naar bands gingen en zichzelf de States noemden. Ik voelde me
vrij als een vogel. Dansen was mijn lust en liefde, het heilig moment van de ontmaagding was
pas in het Spijkerkwartier, de hoerenbuurt van Arnhem waar ik ging studeren en een studen-
tenkamertje kreeg.Mijn inwijder was goed.
Ik was even terug bij af, terug bij mijn ouders, maar noemde ze nu bij hun naam, Jan en Aal.
Ik moest wel voor 12 uur thuis zijn, 'anders donder je maar op.'
Het vrouwenweekend was jaren later, toen ik het huis echt uit was. Het was in Antwerpen
vanwege een aanbieding van de ANWB. Aal had 'Moeke' bij zich, het boekje. Het kan ook zijn
dat haar zus Swanny, het boekje mee had en als verrassing uit een van haar kleurige schou-
dertassen haalde. Het was opgedoken uit een kast na het overlijden van Moeke. Het vrouwen-
weekend was daarna, ter troost wellicht. Het moment was aangebroken dat 'Moeke' uit de
kast kwam…
Anne Vellinga
http://reepke.com/
Een stad is geen stiltepunt
knuffelhol in velours-optiek
zeepdraden voor aan de muur
nieuwe herfstmeisjes zonder durf
de stoel schraapt stemmen
hoog om het gebouw kleppert het
straatgrafieken, achterwaartse wolken
benoem de bezoekers op volgorde
ze vluchten met hun vette buit
snelgids eigen wereld eerst
basiscursus leven & lijden
wordt niet uitgeleend
Guido Utermark
Zuchten voor de stilte
het naar elkaar roepen en tieren was voorbij
heesheid
verstilde de strijd
toen het huwelijksbootje zonk keerde het tij
bedolven
onder golven
van tranen vol spijt en verdriet
waarvan men er zwemmend niet één ziet
bereikten ze hijgend doch stevig hand in hand
als een met garantie geplakte fietsband
de afgeschuimde rand
van een al vele jaren verlaten naaktstrand
hij fluisterde iets in haar pas gewassen oren
ze hoopte meer dan ooit tevoren
dat het dát was wat ze wou horen
namelijk, ‘ liefste wij zijn voor elkaar geboren’
doch het bleef muisstil, stiller dan in een lege kerk
en op een oudejaarsavond met verboden vuurwerk
tot het helder werd als proper vensterglas
dat haar natte hoorapparaatje kapot was
-
-
ze begon om het nieuwe begin te vieren
sensueel met haar armen te zwieren
maar die hingen vol kleverige zeewieren
en daarmee kon ze hem niet plezieren
dit liet hij overduidelijk blijken
door vies naar haar te kijken
het toverde blijvende pruillippen
en daarom liep hun relatie
na een jaar of drie
toch nog, zij het stilletjes, op de klippen
Lenjef
Bert Waber
Stil
ik zie het wit van de wolken
verscholen achter grijs
zachtjes wiegen takken van
hoge bomen, knikken
elkaar vriendelijk toe
ik hoor de vogels zingen
welke tuinen het leuk lopen is
en waar het water net ververst
en als ik heel stil ben
vanuit mijn hoekje
dalen gezegde
woorden zachtjes
neer om daarna
tot niets te
eindigen
Karin van der Veur
Stilte
Als ik mijn geest
kon temmen
in uren overwerk
volzinnen aan de ketting
analyses in de ban
impressies vastgespijkerd
emoties naar de einder
gedachten in de wacht
er zijn nog zoveel voor u
enkel nog oproepbaar
indien ik # toets
zo zou mij deze rust
van ledigheid voorzien
de stilte ondoorwaadbaar
hoe zeer ik haar ook wens
ik zou mijzelf
niet weten
in wie, wat, waar, waarom.
Jelou
INGRID: DAGBOEK VAN 'N DIGTER
stilte stilte stilte stilte stilte
woorde spoel uit
stilweg
in gedagtes se wier en gras
stil-weg
soos 'n lyk
*NOTA ... “stilte” was die laaste vyf dae die enigste woord op elke
dag se inskrywing in Ingrid Jonker se dagboek ... so skuins oor die
daag geskryf ...
Johann P. Boshoff
Stadsreflectie
Astrid van Rijn
Stilte, oorstrelend als muziek
Ik mag mij gelukkig prijzen in een rustige buitenwijk van een middelgrote provincieplaats te
wonen. Met veel groen, een winkelcentrum, waar van alles te koop is, een parkje met een
kinderboerderij. Kortom, ik heb niks te klagen over mijn woonomgeving.
Voor mijn deur een fietspad waar de mensen hun hond uitlaten en waar joggers en fietsers
voorbij komen, je hoort er weinig tot niets. Alleen af en toe een vrachtwagen die iets komt
afleveren, het karretje van de gemeente die het groen komt snoeien, het ruisen van de treur-
wilgen aan de singel of het gekwetter van de vogeltjes.
Een oase van rust zou je kunnen zeggen. Maar sinds kort hebben wij nieuwe buren die kleine
kinderen hebben. Eerst woonden er bij ons in de rij enkel gepensioneerden, maar ja, die heb-
ben ook het eeuwige leven niet en de woning naast ons kwam vrij.
De buurman is een kindvriendelijke man en plaatste een trampoline in zijn tuin.
De kinderen uit de buurt verderop mogen komen springen en ja hoor, weg was onze zomerse
rust en het prettig verpozen in ons tuintje. De kinderen gillen en schreeuwen en zijn als on-
geleide projectielen. Ik moet dopjes in mijn oren doen.
De stilte is dus in de zomer tot ons verdriet ver te zoeken. Ergerlijk is het. Ook ’s avonds als
we tv zitten te kijken. De commercials worden tussen de programma’s door met zo’n heftig
kabaal op je afgevuurd, dat we de geluidsknop op de afstandsbediening maar omzetten.
In stilte en alle rust winkelen kun je ook niet meer. Winkelen is een grote hobby van me en je
kunt mij dan ook uittekenen in het winkelcentrum. De achtergrondmuziek waart er rond, het
ene popdeuntje na het andere teistert je trommelvliezen. Ik begrijp dat deze muziek een
functie heeft, de mensen rustig moet houden en wie weet, aanzet tot kopen. Maar ik zit er
niet op te wachten. Vaak zit het muziekje nog uren in mijn hoofd als ik weer thuis ben.
Stilte is dus een zeldzaam goed in de stad. Ik moet ervoor de hei op of het bos in.
Stilte in jezelf is een verhaal op zich. Je hoofd helemaal leeg van gedachten en muizenissen
en enkel het geruis van je ademhaling is een zeldzaamheid. Mediteren kun je leren, er is een
hele wildgroei aan cursussen op de markt, maar het komt aan op de praktijk.
Het is voor een mens moeilijk zo niet onmogelijk zijn gedachten helemaal uit te bannen. Zit je
op de bank om even stil te worden, dan denk je alweer aan je boodschappenlijstje. Is er ge-
noeg melk in huis, wat eten we vanavond, ga zo maar door. Is het abonnementsgeld van de
krant al overgemaakt? Wanneer moet ik ook alweer naar de tandarts? Er is altijd wel een
gedachte die er ineens tussendoor floept.
’s Nachts, als je wakker ligt van problemen is het ook een oorverdovend rumoer in je hoofd,
al is de nacht nog zo stil. Veel mensen bij elkaar, zoals in een grote concertzaal, kunnen ech-
ter ook voor een oorverdovende stilte zorgen. Vlak voordat de muziek begint, houdt iedereen
de adem in en kun je een speld horen vallen. Dat vind ik de mooiste stiltes, ze hebben iets
magisch. Terwijl je met zoveel bent. De muziek streelt je oren en het applaus is als een war-
me douche. Dan weer de ingetogenheid, ieder geniet na van de muziek en is alleen met zijn
gedachten. Je voelt als het ware een grote verbondenheid met elkaar in die stilte.
Stilte, steeds zeldzamer en steeds waardevoller in deze hectische tijd.
Manja Herstel
de kleur van jouw tuin
weerspiegelt mijn lichaam
vouwt zich naar binnen
rozenrood..
Froukje Vos
Ria Hooghiemstra
Lamento
stilte / ewige eindelose stilte
waar is jy nou / waar is jy nou / waar is jy nou
hier sit ek nodeloos tevergeefs en wag tot die laaste alles veilig oor ons kortstondigheid
geklank word
en wat dan / hoekom dan / as ek nie die woorde wat soos klanklose klokke deur die
eindelose einders beier kan peil nie
dowwe oë beur die donkerte in en verstaan nie die lig wat weg is nie / wat vertrek het na
die oorkant / wat weg is vir goed / vir altyd / vir ewig weg in die oneindigheid
die begin het einde geword / soos dag in nag verswelg / tydloos grensloos gekwyn tot niks
waar is jy nou / is jy nou / is jy nou
grou newels sliert oor purper kranse en ek soek jou daar maar jy is weg / ewig weg
poele ink roep my / roep my en ek dwaal soos tuimelgras oor vaaltes en beton / swart
slingerende doolhowe omvou my en ek vind jou nie want jy is weg / weg / weg
satynwit kolk die horison en wink my nader om jou daar te soek / maar ek vrees / ek wil
nie weg gaan van hierdie laaste stonde van ons vervalle koestering nie
klingelend luister ek na ons laaste skroomlose gesprek / die nag beur kil voort sonder om
vir jou te wag
hoe lank is jy al weg / so grensloos weg van my
sirkels waterplons dy uit tot spraaklose kringe / ewiglik weg van die kern
ek soek jou in die uitspansel en in die dieptes van die tye en in die duisternis van die poel
waar waar waar weerklink die rymlose refrein / deur die wolke / op die wind / in die
omgedolfde weë van ons bestaan
ek het bot geword / verstaan nie meer die seisoene wat keer op keer trag om te bloei /
want jy is weg / vir goed het jy verdwyn
ek roep jou naam snags / bedags / in die bleek lumier / maar die eggo het stom geword
en antwoord nie / swyg soos altyd omdat jy nie meer hier is
rookmis en damp en roes het ons kamers binnegedring en ons omhul en verbrokkel tot
pulwer en versilt in trane
ek ween uit blomkelke / uit kappertjies / uit onblusbare oë
waar wandel jy nou tussen naaldekokers en vlinders / in watter sonnige land / aan watter
helder some / in savannas en tulpe en geil geil botterblomme
ek drentel deur blou vergeet-my-nietjies wat verwelk en treur soos gestroopte
winterwilgers / ek vind jou nie
my stewels knars tevergeefs op ver paaie / op kruistogte / op kontoere van die
werklikheid
op bergtoppe is jy afwesig / op skepe vaar jy nie
helder strome vertroebel in my soektogte / wolke smelt weg by my naderkoms / o waar is
jy
o waarom fluister jy nog in my versugtinge / kom terug / kom tog terug
my bloed verkil en tuimel stilweg oor die watervalle van ons samesyn / ek klop tevergeefs
want die deur bly toe / geslote / gegrendel
hande van sorgloosheid het jou ontgreep uit ons enigheid
kettings bind my / ek word hulpeloos en verward want ek delf tevergeefs om jou te vind
ruimtes vermeerder tot eindeloosheid / brandpaaie kriskras my denke
waar sal ek jou vind
in die sargasso van die lewe / in die ruimtes van vergane skepe / in die dieptes van die
seë / op die toppe van berge / in die kurwes van die land / in die stoppels van ons liefde /
in die verganklikheid van die hart
o waar is jy nou my beminde / waar / waarom het jy verdwyn in die driehoek van
vergetelheid
in donder en weer en reën en wind probeer ek jou vind / in die huis van jou vader / in die
geheue delf ek maar jy is ewiglik geskei van my
ek dwaal op mistieke heuwels om weereens eer aan jou te bring / jou te besing / jou
deugde te begeer / maar ook daar vind ek jou nie
in spiraalkronkels van lig en lug het jy my vervreem van die dageraad / liefde / woude /
ondergrondse riviere
die heuwels sing nie meer gesange nie / alles kwyn weg tot niks / niks
slegs stilte / ewige eindelose stilte / kil stilte
o waar is jy
Erato
Charles Binoir
Bedaard(ig)heid
Ik beklom op zoek. Naar de stilte.
Een berg, zwierf ik. Haar woedende kloof.
Amper vasthoudende. Mijn voeten, losgelaten.
Ik dwaalde verder. Haar top rustend.
Mijn vermoeide hoofd. Onder mij zij kreunde.
Op textuur en timbre. Stiltes, in pauzes.
Door trillingen. Onopzettelijk.
Maar ik begreep ze. Haar hart, de berg.
Met elke adem. Hield ik vast.
Net als de mijne. Syncopatisch.
Helle van Aardeberg
(idem kunstwerk!)
1e Po-e-zine Dichtwedstrijd "Stilte" (Alleen voor abonnees van Po-e-zine!)
Iedereen en alles heeft het druk heden ten dage …, geluiden dringen in je …, er zijn nog maar weinig beschutte plaatsen waar stilte heerst … zou in woorden stilte kunnen heersen? Stilte … De 1e Po-e-zine dichtwedstrijd behelst stilte … ik vraag de dichters onder jullie een gedicht te schrijven over stilte, in al zijn verschijnings-vormen … :) De schrijver van het winnende gedicht verwerft als prijs dit schilderij van Jan van Well!
Spelregels:
Elke dichter mag slechts 1 werk via de link op de site van Po-e-zine insturen! Ga naar:
http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/wedstrijd/ klik daar op de link en volg de instructies; Het werk mag nog nergens gepubliceerd zijn; De gebezigde taal moet foutloos Nederlands, Afrikaans of Engels zijn; Uiterste inzenddatum is zondag 31 maart 2013 a.s., later ingeleverde werken worden niet
meegenomen in de wedstrijd; Geen afbeeldingen toegestaan; Bij binnenkomst worden de namen van de dichters verwijderd en krijgen de werken een num-
mer toebedeeld; De juryleden zijn uitgesloten van deelname; De jury werkt in twee rondes: in de eerste ronde krijgt ieder werk van elk jurylid een punt (0-
10); de 5 werken met de meeste aantal punten gaan door naar de tweede ronde! In de tweede ronde krijgen de 5 werken ook punten (0-10) en kennen de juryleden daar naast plaatsen toe (1e, 2e, 3e, 4e of 5e). Het werk met de meeste punten is de winnaar, bij een gelijkstand geeft het aantal plaatsingstoekenningen de doorslag!
De uitslag wordt in nummer 2 van Po-e-zine bekendgemaakt; Over de uitslag kan niet gecorrespondeerd worden; Bij minder dan totaal 15 ingestuurde werken gaat de wedstrijd niet door!
Juryleden: Jan van Well, Reineke Gevers, Petra Fenijn, Jan Bontje en Pastuiven Verkwil
Wat was ook al weer de bedoeling?
Deelnemers Po-e-zine Dichtwedstrijd 2013
Lenjef Marianne Wulms-Hovens
Anne Vellinga Ingeborg Haalboom
Ingrid van den Berg
Miranda Spaargaren Vincent Jongman
Elbert Gonggrijp Alja Spaan
Ana Roelofs Jan Anton Gilles
Els den Os
Silvia Schennink Sanja Simunic
Jolies Heij Ita Froneman
Hennie van Ee Yoke Rietbroek-Nijssen
Max Lerou
Annette Lemaire Marjon Zomer
Ingeborg Daniëls Bert Deben
Ingrid Noppen Anneke Wasscher
Paul Marius Borggreve
Sijke van 't Ven Marion Steur
Jelou Nancy Meelens
Erna Jo Marieke Noppen
Rudolf Onbekend
Anneke Haasnoot Els Huurman
Ingestuurde werken die de 2e– finaleronde helaas niet bereikt hebben…: (In willekeurige volgorde)
Echo’s van stilte
hij kijkt naar de kachel waarin gisteren nog vlammen dansten
leven brengend naar hun schilderij vol ouderdomsscheuren
in vage schijnen die de eenzame ziel amper verblijden
voelt de volle leegte rondom hem als niet te vermijden
zelfs fluisteren doen de hoge muren niet
er weerkaatsen geen galmen van een lied
hoe stil kan stilte zijn in een mens die treurt
hoe opstandig gedachten om wat er is gebeurd
schuchtere zonnestralen vertellen iets
zeggen doen ze niets
ze verwarmen de koude kamer lichtjes
zijn hart niet
hij trekt de deur geluidloos dicht
luistert zwijgend naar het licht
echo’s van ongeschreven berichtjes
Lenjef
S tilte is 't sluimeren van het licht
T e stil beeldende zin in een gedicht
I n stilte afscheid nemen van geluid:
L aat vieren de teugel, er tussen uit
E ven rust op de plaats.... sstt...il!
Marianne Wulms-Hovens
Waterspiegel
in het holst
van de nacht
is de spiegel
dun en zacht
donkermanen
geen geluid
wist de stilte
denken uit
zou de scheiding
niet bestaan
wiegend water
Anne Vellinga
Diogenes bezat een ton
Ik wil de stilte bewaren
duizend dirty dozen
opeengestapeld
zet ik uit één
ik wil de stilte bewaren
doof niet zachtjes lichtjes
een aansteker
van stille hoop
ik wil de stilte bewaren
in contour, het contrast
de verschijning
een beeltenis
ik wil de stilte bewaren
de gelijkenis treft
het moment waarop
woorden breken
Ingeborg Haalboom
Winterslaap
Waar in mijn schrijversbloed de letters stom
de woorden opgedroogd
hun dorst staan lessen in verminkte zinnen
waar taal hardnekkig in mijn pen bevriest
mijn schrijvershand verkiest te worden dood gezwegen
daar broeien verzen in hun voedingsbodem
smelten verhalen uit hun winterslaap
Ingrid van den Berg
Stilte
Hunkerend naar je aanwezigheid
Zoek ik je elk moment op elke plek
Is de pijn als ik niet slaag onbeschrijfelijk.
Maar als langverwachte verlossing komt
En ik je eindelijk kan omhelzen
Ontstaat verlichting in extatische beleving.
Je biedt me troost in helder bewustzijn
Daagt me uit verder te gaan
Op weg naar innerlijke kracht
Daarna verrast me de donkere eenzaamheid
Waar het verlangen naar je afwezigheid kiemt
En groeit onder een beklemmende wolkendeken.
Die ik te achteloos van me af werp
Om op te gaan in de waan van de dag
Tot ik weer op zoek ga naar jou.
Miranda Spaargaren
Een luisterend oor.
Mijn hoofd rijmt een woord
in de hoop een zin te maken
en de zinnen tot een lied
maar de tonen hoor ik niet.
Een waas ligt als een wollendeken
over mijn gedachten heen,
die mij in een dagdroom laat
zo warm, zo knus en zo sereen.
Toch, deze wereld in het dons
laat mij mijn leven niet beleven.
dempt alle grillige akkoorden
en laat mij boven noten zweven.
Verweg van de sleutel,
sopraan en tenor
verdwaalt voor geluid
en dom voor gehoor.
een luisterend oor
zal ik nooit voor je zijn.
het spijt me, mijn kind.
ik weet, het doet pijn
Maar in plaats van muziek
couplet of refrein
zal er des temeer
liefde voor jou zijn.
Vincent Jongman
Oud en Stil
De wereld trok zichzelf terug. De
tijd stolde in het duister. Begrip
verloor haar diepste stem. Leegte
had niets te verliezen.
Als ik jou zo had benadert, hoe
tastbaar was jouw dove huid?
Genadeloos integer zocht mijn
vraag het onbeschreven blad
van onze liefde.
Ik, elke nacht tot twijfel, aarzelde
tussen onmacht en vrede. Wat
mij had opgewacht sliep met
beide ogen open – naakt en
weerloos, op alle fronten –
Elbert Gonggrijp
bij sneeuw scheppen wij de bergen aan de kant
Nu de chaos niet bedwongen kan, is er geen chaos
Nu de toetsen haperen, is er geen schrijvende hand
De ruimte is ontvolkt, er staat niemand voor de deur
Bonzend, er is alleen
De stilte van sneeuw, het plooien van stof op stof
Het vastzetten van kleur en vorm alsof
Ik opnieuw moet bepalen hoe ik haar draag: deze
Pop waarvan de ledematen
Zwaar over mijn schouder hangen, haar in de ogen
En ogen hol, het wit
Onbedwingbaar door de kieren van haar woning, eens
Zwart, eens bewoond
Alja Spaan
de sneeuw maakt de aarde lichter
dan de hemel de wind
laat schaduwen stil bewegen
noordenwind ik voelde het niet
gelijkheid is niet rechtvaardig
de dingen beklijven minder
dan weinig mensen vergeten
spiegel de dagen tegen elkaar
spiegel jezelf leef als een geest
in dit huis gekleurd licht achter
de gordijnen vliegende honden
blaffen binnen door mijn raam
ik sliep tot ik verdwenen was
Ana Roelofs
Stil
als de huls
die de kogel in zich bewaart
licht als het vallen van een hazenlaarsblad
stiller dan de biddende torenvalk
of het zwijgend wegfaden uit je lichaam
behoedzaam
om geen broze woorden te kraken
stiller dan het ongeluid
van de wankele koordanser
zo stil
wil jij met me zijn.
Jan Anton Gilles
Klop
uitgeslingerd
de klok
gestopt met spelen
de radio
slapend in de bomen
de vogels
verstomd voor de nacht
het verkeer
gestopt te kraken
het huis
vertrokken met jou
alle geluid
behalve
m’n harteklop
Els den Os
Stil
moeder en dochter
zij delen
hun wereld
van onverdraaglijk verschil
dat duurt maar en duurt
levenslang
hoe wanhopig
de ander ook anders wil
moeder en dochter
tussen hen
en de woorden
het blijft onbespreekbaar stil
Silvia Schennink
Wachters veldrust
Ik kan niks met hem beginnen
Hij bromt als een veldwachter
waakt over de rustelozen
waarschijnlijk draagt hij driedelig grauw
Hij heeft het over zelfmoord
als een wetenschappelijke studie
Ik noemde hem leraar
hij vindt mij romantisch
Als hij zwijgt
ontstaat er een gedicht
Hij verheft de stilte tot kunst
zoals de vader
zijn oorlogsgraven
Ik kan niks met hem beginnen
Ongewild maakt hij me stil
Sanja Simunic
luister
nu ik de stilte ben
een boom zonder wind
de berk in het groot gazon
laat ik de ganzen over mij
een luide vee met
klapperende vleugels
of anders misschien
een vliegtuig dat bromt
nu ik de stilte ben
in de nevelochtend
slechts de zon vermoed
laat ik het leven onder mij
in het nog natte gras
Hennie van Ee
Stilte
Al dagen is er geen geluid te horen
De bladeren van de bomen ruisen niet
De vogels vliegen geruisloos zonder te kwetteren
Geen koe die loeit of water dat vloeit
En als er mensen zijn, dan houden ze hun mond
ZIJN wereld is vergaan in STILTE, algeheel verstomd....
Yoke Rietbroek-Nijssen
In eigen stilte
in de tuin was ik even
alleen in haar eigen stilte
zoals de aarde is, zo ben jij
zo zacht in eigen zijn
zo dacht ik dat je was
en door dezelfde ogen
keek
onze monden wisselden
fruit
onze handen ruilden
bloemen
zo kroop jij mijn
baarmoeder in
nestelde je daar
als eenzame foetus
ik die jou af liet
drijven
Annette Lemaire
dat zijn de dagen
sinds die dag
dat jij er niet meer was
draag ik je mee
als een grauwe jas
jij bent zo anders
geworden zo stil
nooit hoor ik meer iets
van je ik wil
mijn armen om je heen
je zeggen dat we het anders
hadden moeten doen
ik wil niet alleen
papa was meer een woord
bij ons ging het niet
hoe hoort het eigenlijk
en waar ben jij nu
je jas hij hangt
in de gang en
soms op mijn schouders
dat zijn de dagen
Marjon Zomer
Stilte in beweging
Ik schilder stilte op een blad
ik zoek geen woorden, ze bestaan
ze voelen een bewustzijn aan
dat diep in mij te graven zat
ik schrijf beweging op het linnen
in harde tint en ruime lijnen
opdat het denken zou verdwijnen
of zich muteert tot een bezinnen
het zoekt balans en het verpleegt
verlangt naar vrede en naar inzicht
waarin mijn onrust stil in lagen ligt
terwijl het leven vrij beweegt.
Bert Deben
In een roes van stilte
Nu om ons heen de stilte mijmert
over gisteren en eergisteren
toen wij nog pelgrims waren
en slechts verlangden om te reizen
zwiert op het doek van mijn gedachten
hoe we soms dansten
was het een tango of een foxtrot
lijf aan lijf in elk geval
zoals wij verdronken in elkaar
versmolten tot één ziel
onder de hemel van een nacht
die enkel mooie ogen had
nu om ons heen de stilte mijmert
weeklaagt een heimwee in mijn hart
Ingrid Noppen
kentering
vroeger was ze zacht en warm
ze prikkelde de lichaamstaal
een nieuwe dag werd steeds omarmd
de nacht wist nog wat strelen was
nu ligt ze tussen hem en haar
zwaar en ongenaakbaar
een steen die niet te tillen is
ze klampt zich vast aan het bestaan
volhardt in pijn met woordenloze blik
de stilte
zwijgzaam als het graf
berust de koude grond
Anneke Wasscher
Stil maar
Haar stilte moest dwingend aanwezig
zijn vastbesloten om nooit meer te praten
dan zou haar stomme moeder wel nalaten
te zeuren over ‘je bent nog te klein’.
Het gekeuvel van haar broertje was schijn,
zij zag dat ze met lange tanden aten.
Als redelijkheid niet meer mocht baten
dan koude oorlog, een ivoren gordijn.
Niemand zou ooit haar stem nog horen;
sorry, wereld die geen medelijden had,
voor altijd waren haar woorden verloren!
Tot haar broertje zo intens smerig vrat,
dat zij zich in haar weemoed liet storen
en ‘gatver’ roepend haar zwijgplicht vergat.
Paul Marius Borggreve
Gelooide herinnering,
gepolijste memories
gesneeuwd tot witte stilte
Ik adem
in een zeepbel,
achter mijn rimpels
ligt een gladde zee
van tederheid
te zwijgen
maar jij
zegt mij niets
Sijke Van 't Ven
steen in vijver boort
in bodem rimpeling sterft
aan oppervlakte
Marion Steur
Dodelijke stilte
Het greep haar naar de keel
de leegte
die intense leegte in zijn ogen
haar eigen onvermogen om
hem even naderbij
zeg toch iets! riep zij
maar zelfs zijn mond
weerstond haar wanhoopskreten
in afgemeten stilte
hij staarde haar
in kilte van de dood
geen spier vertrok zijn grauw gelaat
zij kende deze staat
een start van weken zwijgen
waarin hij haar vervreemd
slechts in zijn eigen wereld
waar enkel stilte waart
geen woord mocht dan gespeld
slechts tellen van de dagen
vol stille eenzaamheid
tot onverwijld plots daar
zijn woorden weer in tel
-
Ravine of Silence
This ravine of silence in between us
Seems to get deeper by the day
Unsaid words crumbling down like rocks
Making the edge wider along the way
The gap growing intensively steeper
Because of all the things we didn’t say
The stream cutting erosion of quietness
Increasing the pitifully gag leading us astray
Nancy Meelens
-
de stilte weer doorbroken
zijn blik weer als vanouds
maar zij zij
bleef steken in zijn kou.
Jelou
Stilte
Neem even “plaats rust”
Druk op “pauze”
Neem het even
Niet hollen, maar
Stilstaan en zijn
Stilgaan en blijven
Stilzijn voor even
Marieke Noppen
Stilte aub?
elk hart voelt hier licht
en fluistert
stil
hier woont vergezicht
heel alleen
u bent hier
te gast
voor even
niet roepen
niet schreeuwen
gewoon stil
eerbiedige stilte
en laat de deur open
wanneer u weer gaat
Rudolf Onbekend
Een wandeling
een stilte
Hoor je dat
zeg ik
ik hoor niets
zegt zij
dat bedoel ik
zeg ik
Els Huurman
Retourtje doodstil
Hard bevroren de grond
Als ik terugkijk op een stomme film
Van tien jaar terug, waarin wij beiden
Een hoofdrol
Geluidloos, de reis op een barre dag
In april naar De Duinen, waar je een
Nieuw thuis vond
Koud tot op het bot, haal ik de roze
Parel weer uit mijn handtas
Behoedzaam leg ik hem onder een kiezel
In het hofje, men mag hem beslist niet vinden
Dan werp ik een kushand
Zweef weer naar hier, passeer daarbij nog
Eens teksten als Hartlieff en- Corpushuys
Sinds je verkaste kan stilte oorverdovend zijn
Anneke Haasnoot
Stilte
Terugkerend na binne
Vortex my gedagtes
na gister se onthou
waar ek één word
met klanke van buite
en beelde binne my hart
ál stiller
spiraal terugvloeiend
na diep stil poel
sonder bodem
binne my siel
suisend suiwer
die wete
van één word
met self
gevínd...
en stil
Ita Froneman
Niet verder vertellen
Het blijft stil tussen de regels:
je drukt je uit door wat je
niet zegt jouw blauwdruk
op de beurse plekken de zwarte
ziel op wat je niet weerlegt
wat je niet spijt in dit zwijgen
dat je het door een megafoon
wilt uitschreeuwen naar de slecht
horenden de blinde zienden de schlemielen
van geest dat de stilte die je
de keel snoert in de borst
aanzwelt tot een oorverdovend trillen
maar stilvalt tussen deze regels
tussen mijn pen en jouw papier tussen
het wit en de leestekens de kleefrand
en de envelop en toch maar weer
op stop de woorden teruggeschroefd
in het strottehoofd de kogel
in de pen de geest in de fles
het hart onder de tong omdat
ze het niet begrijpen de groeve die
een mens is en ondoorgrondelijk als
de liefde verstoft maar in de kern
gerijpt alleen het onnoembare beklijft
vier woorden lang.
Jolies Heij
De vijf werken die de 2e– finaleronde bereikt hebben: (in willekeurige volgorde)
Finale
Finale
stilte voor de storm
ze is kneedbaar als semtex vooral
met een blowtje op berg je maar
als ze haar pijlen richt
ja zij kookt meestal
van woede behoorlijk vreten
heeft onze tafel nooit
bereikt de kliko een bonte
verzameling siliconen en meer
is het niet die vlees geworden
flessenhals eerst stroomt het
lekker door daarna wordt het
dringen in die te krappe
schedel met een deukje
haar streken niet te tellen
wijst ze de flessen aan
daar woont stilte op de bodem
van ons flamboyant bestaan
al blijft het tasten in het duister
beperkt tot een leven in veronderstelling
Max Lerou
Plantasieboom
Hy lę vas in hierdie donker see van klip en kluit,
‘n blinde skuit, swel hy en verrot in pas
met die ontbinding van sy vrag.
Die boom dink terug en onthou
die koue klink van teëls, wit lelies, klinies in die
vertoonlokaal, bewende hande op sy gladde wande,
die passaat vir sy dooie vrag betaal.
Die boom dink verder terug en onthou
die kanteling, sy kreun terwyl hy val, die lang
rit na die saag, die stroping, verdeling en die
growwe streling van die skaaf.
Die boom dink verder terug en onthou
die dun fluit van die wind, die fyn enkels
en snuite van kleinwild, die
blou reuk van die plantasie, son en skaduwees rondom.
Die boom dink verder terug en onthou
die stuwing van groen vuur in sy tenger loot,
die wit en helder lig, die stoot en beur om
bogronds uit te peul.
Die boom onthou
die eerste beklemming van die grond.
Erna Jo
Finale Finale
Drijfhout
spreekt in zilte taal
van een watergod
hoe hij de baren berijdt
tot woest schuim.
Meeuwen
hangen in constellatie
klieven krijsend
woorden in paraffine
elke vezel doordrongen
van oerinstinct.
Golven
murmelen in cadans
verhalen vol hybris
een ontheemd volk
aanvalskreten in het merg
de zondeval nog achter de ogen.
Kaken
kraken getergd
de stilte achter het verhemelte
in mijn schedel
weerkaatst de leegte
oorverdovend.
Ingeborg Daniëls
1e
prijs
Winnares van de Po-e-zine
Dichtwedstrijd 2013:
! Ingeborg Daniëls !
Uit het juryrapport: “Een beeldend werk,
vol atmosferische dynamiek die uiteindelijk
oorverdovende stilte afdwingt. Basale ge-
luiden vermorzeld…”
Zij zal haar prijs, het schilderij van Jan van
Well zo spoedig mogelijk ontvangen:)
http://www.dichterskringalkmaar.nl/
http://www.schrijvenswaard.nl/
** UITDAGING **
Schrijf voor Po-e-zine een werk dat louter uit onomatopeeën bestaat…
Stuur je werk (voor 24 juni !) in naar: [email protected]
smak smak:)
Gorgelen met Molkosan van A.Vogel
Rrgrgrgrgrgrglll grgrgrgrllrr
rrrrrrchchchchchcaaaau
arrrrrrrrrr rrrrrrrrrrr rrrrrrrrrr
sjjjjjjie aah kggggchah !
rgrgrgrgrgrglll grgrgrgrllrr
rrrrrrchchchchchcaaaau
arrrrrrrrrr rrrrrrrrrrr
pssssssjj aah kggggchah
tuf !
bah, tffffff
tffffff
bweukh bah !
sssssjsjsjsjjjjsj shit !!!
bweuoa, bah !
Bert Deben
De verschijningsdata van Po-e-zine in 2013:
Nr. 3: 1 juli 2013, Thema: “Ik droom een toekomst”
Uiterste inleverdatum kopij: maandag 24 juni 2013
Nr. 4: 1 september 2013
Uiterste inleverdatum kopij: maandag 26 augustus 2013
Nr. 5: 1 november 2013
Uiterste inleverdatum kopij: maandag 21 oktober 2013
Nr. 6: 1 januari 2014
Uiterste inleverdatum kopij: maandag 23 december 2013
Wil je “vaste” bijdrager worden (1 bijdrage per nr.)?
Stuur een mailtje naar:
Wil je losse (Themagebonden) kopij aanleveren? Idem!
Thematip? Advertentie? Biografietip? Idem!
Aanleveren kopij:
Tekst alleen als DOC bijlage!
Beeldmateriaal alleen als JPEG/JPG bijlage!
Internet:
http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/
https://www.facebook.com/Poezine
Ik zoek oude bundels van Walt Whitman. Heb jij die en wil je er van af? Neem contact met me op: pastui-
Zoekers / Aanbieders / Ruilers
Ik zoek een eerste uitgave van “de deur” van Bert Schierbeek. [email protected]
Te ruil: “The Complete Poems of Walt Whitman” Wordsworth Poetry Library, 978-1-85326-433-7
Contact: [email protected]
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Jouw advertentie hier...
Po-e-zine mengt zich niet in onderlinge transacties en kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor
eventuele gevolgen!
© 2013 Pastuiven Verkwil & R&Productions - Site: http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/ - E-mail: [email protected]
Facebook: https://www.facebook.com/Poezine
Widgetcode:
<a href="http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/" target="_blank"><img src="http://i1058.photobucket.com/albums/t419/4vj4/poezine.jpg" border="0" alt="Poe-zine"/></a>
100%Echt!