ontwikkelingsstoornissen Anka Wagenaar, orthopedagoog/gezondheidszorgpsycholoog in opleiding tot specialist
PIPO+: incontinentie bij kinderen met ontwikkelingsstoornissen
Anka Wagenaar, orthopedagoog/gezondheidszorgpsycholoog in opleiding tot specialist
Opbouw
• Waarom PIPO+: – Normale en afwijkende ontwikkeling
• PIPO+ begrijpen:– Geen aandrang voelen– Niet genoeg motivatie– Moeilijke ouders
• Effectiviteit PIPO+• Conclusie
Normale ontwikkeling PIPO+ doelgroep, M= 8.7 jaar
1-2 jaar:Kind wordt zich bewust van sensaties van de blaas
“Kind voelt aandrang niet”-Loopt door met vieze broeken-Gaat mis tijdens spel/PC/TV-Gaat goed tijdens training, met extra aandacht
2-3 jaar:Kind wordt zich bewust van sociale normen
“Kind is niet gemotiveerd voor training”-Wisselend functioneren-Het kan hem/haar niets schelen-Kortdurend effect beloning-Wil er niet over praten-Gedragsproblemen en/of agressie
Ouders spelen actieve rol in zindelijkheidstraining
“ Moeilijke ouders”-Vragenlijsten/ dagboeken niet ingevuld-Afspraken worden niet nagekomen-Ouder heeft ander idee over behandeling-Inadequaat pedagogisch affectief handelen
Ontwikkeling van gedraggebaseerd op transactioneel ontwikkelingsmodel, Sameroff & Chandler, 1975 en
bidirectioneel causaal model, Pennington, 2002
Genen
Genen
Omge-vingOmge-ving
HersenenHersenen GedragGedrag
Afbeelding overgenomen uit the Brain Book, Rita Carter
Betrokkenheid Centraal Zenuwstelsel
ICCS slide library v1 20116
Biopsychosociaal perspectief
Biologisch/physiologisch
Psychologisch Sociaal/Omgeving
GeslachtLeeftijdLichamelijke ontwikkeling:-urogenitale afwijkingen-infecties-obstipatieGeestelijke ontwikkeling:-OntwikkelingsstoornisMedicatie
Intelligentie(Neuro) psychologische factoren:- aandacht-executief functioneren
Eerdere hulpverleningOuder-kind relatieGezinsfactorenTraumaSociale problemenSchoolproblemen
Author(s) N= Age or M.A.
Enuresis%
Encopresis%
Tsai, et al. (1981) 102 ≥ 3.5 59-86 66-86
Dalrymple & Ruble (1982) 100 19,5(9,1-38,9)
8-22 12
Horvath & Perman (2002) 412 ≥ 4 57.2 57.2
Simonoff et al. (2008) 112 11.510-13.9
11 6.6
Chandler et al. (2013) 132 11.610-13.8
18.7
Prevalentie van zindelijkheidsproblemen en incontinentie bij autisme
2
2
7
15
6
1
daytime urinary incontinenceN=25
enuresisN=22
Fecale incontinentieN=25
Figure 1: Overlap van symptomen, gegeven aantal is de gewogen populatie
Doelgroep PIPO+(Wagenaar et al., in press)
Doelgroep PIPO+ (Wagenaar et al, in press)
Psychische problemen, DSM IV TR N=33
%
Geen stoornis
Pervasieve ontwikkelingsstoornis
Aandachtstekort- en gedragsstoornis
Angststoornis
Relationele stoornis, i.c. ouder-kind relatieprobleem
Leerstoornis
Overige stoornissen
3
48
67
18
39
6
9
Psychosociale comorbiditeit, gegeven aantal is gewogen populatie
1
11
12
8
1
Doelgroep PIPO+ (Wagenaar et al., in press)
Feit of fabel: geen aandrang voelen?
Gedrag begrijpen vanuit ontwikkeling en neuropsychologisch functioneren
Waarnemingsproblemen bij autisme:
• Hyper- en hyposensitiviteit• OFAD: over focus/’sticky attention’• Ontwikkeling ‘saillantie hierarchie’ voor aandacht
Feit of fabel: niet gemotiveerd?
Feit of Fabel?
Afbeelding overgenomen uit blocnootje, Autisme Centraal
Gedrag begrijpen vanuit ontwikkeling en neuropsychologisch functioneren
• Executief functioneren = plannen, organiseren, initieren en evalueren van handelingen
• Structuur in dag, handelingen• Sociale motivatie
Feit of fabel: moeilijke ouders?
Houd rekening met de volgende factoren:– Eerdere ervaringen met hulpverlening– Ouders kennen hun kind en passen zich aan– Problemen in de hechtingsrelatie – Pedagogische vaardigheden– (Psychiatrische) problematiek ouders/genetische
factoren
Gedrag begrijpen vanuit ontwikkeling en neuropsychologisch functioneren
Effectiviteit PIPO+ na 12 maanden
Conclusie
Therapie resistentie incontinentie begrijpen als ontwikkelingsprobleem
(Uro)therapie conform richtlijnen is effectief, mits multidisciplinair
Training is lang(er) durend
Bij aanwijzingen voor ontwikkelingsproblematiek: stepped care met care!
Dank voor het kijken door een ‘autistische bril’
Contact: [email protected]