Ecofys Postbus 8408 NL-3503 RK Utrecht The Netherlands T: +31 (0)30 280 83 00 F: +31 (0)30 280 83 01 E: [email protected]I: www.ecofys.nl Overview field monitoring results domestic solar water heaters The Netherlands ir. F.T.S. Zegers ir. J.M. Warmerdam ing. P.W.F. Deege Februari 2006 STH03044 Copyright Ecofys 2005 in opdracht van SenterNovem contractnummer: 2021-03-20-40-022 OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN HUISHOUDELIJKE ZONNEBOILERS 1989-2005
38
Embed
OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN HUISHOUDELIJKE … · lager dan de opbrengst van een gesimuleerde referentiezonneboiler onder dezelfde condities (warmwaterverbruik, ... website van de
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Figuur 4.1: Zonneboi lerwerkingsgraad per iode 1992 – 2004.
De gemiddelde zonneboilerwerkingsgraad over alle goed functionerende systemen
(vette rode lijn) en een selectie van Mon en UT systemen (vette zwarte lijn)
vertoont een iets afnemende trend. De afnemende trend wordt echter deels
veroorzaakt doordat latere projecten een gemiddeld lagere zonneboilerwerkings-
graad hebben. Om een reëler beeld van de invloed van de systeemleeftijd op de
zonneboilerwerkingsgraad te krijgen is in figuur 4.2 de zonneboilerwerkingsgraad
als functie van de systeemleeftijd uitgezet.
OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005 24 FEBRUARY 2006 13
y = -0.0004x + 0.8983
R2 = 0.0035
y = -0.0015x + 0.9338
R2 = 0.0708
0.00
0.20
0.40
0.60
0.80
1.00
1.20
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Systeem leeftijd (jaar)
gemiddeld
gem. (mon, UT)
Linear (gemiddeld)
Linear (gem. (mon, UT))
Figuur 4.2: Zonneboi lerwerkingsgraad a ls funct ie van systeemleeft i jd .
Uit figuur 4.2 blijkt dat er geen sprake lijkt te zijn van substantiële afname van de
zonneboilerwerkingsgraad met de systeemleeftijd. Ofwel de opbrengst van
functionerende systemen loopt niet terug in een periode van ruim tien jaar.
In bijlage A zijn de jaaropbrengsten per systeem weergeven. In bijlage B zijn de
monitoringresultaten over 2004 weergegeven.
14 24 FEBRUARY 2006 OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005
5 Inspectieresultaten
Bij zestien huishoudens met een zonneboiler waarbij monitoringapparatuur is
achtergebleven een afspraak gemaakt worden voor een inspectie met daarbij
vervanging van de batterijen van de warmtemeters. De warmtemeters zijn daarmee
weer geschikt voor voortgaande monitoring. De huishoudens zijn ook geïnstrueerd
m.b.t. het invoeren van meterstanden op www.zonnewijzer.info.
De inspecties zijn uitgevoerd conform de standaard inspectie procedure
zonneboilers [ECO92] voor vervolginspecties. De visuele inspectie buitenshuis is
globaal vanaf de begane grond uitgevoerd.
Het resultaat van de inspecties is samengevat in tabel 5.1.
De belangrijkste bevindingen betreffen de pomp, de leidingisolatie en het
waterniveau in het collectorcircuit en de houding van de installateur:
• Pomp:
Twee van de geïnspecteerde systemen (12,5%) werken niet. Oorzaak is een
kapotte/niet functionerende pomp.
• Leidingisolatie:
Bij zeven van de zestien systemen (44%) is de leidingisolatie binnenshuis
niet optimaal. Het collectorcircuit is niet geïsoleerd en/of de tap- en CV-
leidingen op het opslagvat zijn niet over minimaal 50 cm geïsoleerd (om
thermosifon warmteverliezen te beperken).
• Waterniveau:
Bij één systeem was het waterniveau bij inspectie te laag en bij een ander
systeem is het waterniveau in het verleden te laag geweest. Bij één systeem
was het waterniveau te hoog wat leidt tot een bevriezingsrisico.
• Installateur:
Vier van de systeemeigenaren (25%) geven aan dat de installateur nooit
kijkt naar de zonneboiler dan wel blijk geeft geen kennis van zonneboilers
te hebben.
OVERZICHT PRAKTIJK
METINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005
24 FEBRUARY 2006
15
tabel 5
.1: Inspectieresultaten.
SysID
Inst
alla
tie d
atum
Mer
k
Type
Colle
ctor
opperv
lak
(m2 )
Ops
lag
volu
me
(lite
r)
Nav
erw
arm
ing
Insp
ectie
dat
um
Visuel
e in
spec
tie
(7-2
5
Visue
le in
spec
tie
(9) a
ansl
uiting
leid
ingen
Visuel
e in
spec
tie
(14)
isola
tie
colle
ctor
leid
ing
Teste
n en m
eten
(26-
29)
Teste
n en m
eten
(30)
tapte
mpe
ratu
ur
Insp
ectie
buite
nshuis
visu
eel 3
1-33
Opm
erki
ngen
ec03 28-07-1997 Atag
hot-top 240
terugloop 4.23 120 GI 21-04-2005 in orde in orde in orde in orde 64 in orde Leidingen vat nageisoleerd door bewoner. Naverwarming hot-top via klokregeling ketel (Atag
Brain): 1x per dag naar 64grC (tbv Legionella), rest dag 45grC. dT aan 9 grC, dT uit regeling 4grC
(via Luigjes Display).
ec04 18-02-2001 Agpo
Aquasol III
terugloop 2.7 90 GD 25-04-2005 in orde in orde in orde in orde 48 in orde Ketelwater temperatuurinstelling= 77°C. Tapwater temperatuur erg laag ook nadat de kraan ±10
minuten heeft open gestaan.
ecbre 01-08-2000 Aton terugloop 2.7 100 GD in orde in orde in orde in orde in orde Geen
mon01 16-08-1990 Luigjes
hot-top 200
terugloop 2.83 100 EI 26-05-2005 in orde in orde in orde in orde 70 in orde Bewoner >70jaar, noteert nog regelmatig de standen. De kWh-meter zit redelijk goed in het zicht;
de warmtemeters zijn zeer moeilijk afleesbaar. Dus meerdere malen per maand wordt de kWh-
meter genoteerd en slechts een paar keer per jaar wordt de warmtemeter afgelezen. Bewoner is
zeer tevreden over zijn zonneboiler en is er zichtbaar trots op. Als de zonneboiler defect is komt er
zeker een nieuwe.
mon19 25-06-1991 Luigjes terugloop 4.23 120 GD 29-05-2005 in orde in orde in orde in orde in orde Geen
mon34 26-07-1991 Luigjes terugloop 2.83 100 GD 09-06-2005 in orde in orde in orde in orde 73 in orde In de periode 1999 t/m 2002 heeft er volgens de bewoner te weinig water in het systeem gezeten
waardoor het rendement te laag was. De zonnewijzer wordt bijgehouden. Leiding van vat naar ketel
is onvoldoende geisoleerd.
mon45 04-07-1991 Luigjes
hot-top 240
terugloop 2.83 60 EI 09-05-2005 in orde niet in orde in orde in orde in orde Er zijn aanvullende temperatursensoren aangebracht: onder:39.1C, boven 44.4C. Isolatie om
aansluitleidingen nabij vat kan beter. Deel van de leiding niet geisoleerd. Hot-top buiten werking,
combi-ketel als naverwamer.
mon46 04-07-1991 Luigjes
hot-top 240
terugloop 2.83 60 EI 09-05-2005 in orde niet in orde in orde in orde in orde Er zijn aanvullende temperatursensoren aangebracht: onder:47.7C, boven 54.8C. Isolatie om
aansluitleidingen vat kan beter. Deel van de leiding niet geisoleerd.Hot-top buiten werking, combi-
ketel als naverwamer.
sr01 08-02-1996 Solistor ICS 2.2 170 GD 30-05-2005 in orde in orde in orde in orde 61 in orde De colectorleidingen binnenshuis zijn niet geisoleerd. Bewoner is erg enthousiast over het
systeem. Als het systeem aan vervanging toe is komt er zeker weer een ZB. Bewoner heeft het
idee dat het water"ronder" aanvoelt en dat je voelt dat er zon inzit. Bewoner wordt niet gemotiveerd
om de standen via internet in te voeren. Door de kaartjes wordt de bewoner meer gestimuleerd om
de standen bij te houden.
ut04 24-09-1991 Luigjes terugloop 2.8 120 GD 22-04-2005 in orde niet in orde niet in orde in orde 73 in orde Leidingisolatie slecht, zowel collector als opslagvat.
ut13 14-10-1991 Zen terugloop 2.8 120 EI 13-05-2005 niet in orde
opslagvat nat
in orde in orde niet in orde
pomp stuk
65 in orde Het is niet duidelijk of de 2e batterij nog in werking was. ZB doet het sinds onbekende tijd niet.
Bewoner wist dit niet zeker. Door sensor van de vattemperatuur te manipuleren (koud/warm)
pomp niet aan het draaien kunnen brengen. Buitenzijde opslagvat was nat, mogelijk condens.
Onderhoud wordt alleen gedaan aan ketel/boiler, servicemonteur kijkt niet naar ZB.
wo24 25-01-1995 Agpo terugloop 2.75 100 GD 22-04-2005 in orde niet in orde niet in orde niet in orde
terugloop-
niveau te
hoog
48 in orde Alle leidingen aan vat zijn ongeisoleerd, waterniveau collectorcircuit is te hoog! Bij onderhoud heeft
de CV-monteur geen kennis van de ZB. Er wordt niet naar gekeken. Service contract loopt via
Vereniging Eigen Huis. Bewoner heeft de indruk dat de installatie minder warm wordt naar mate de
installatie ouder wordt. (zie ook tapwater temperatuur). Vervangdatum van installatie komt
geleidelijk dichterbij. De bewoner heeft geen idee wat het rendement is van de ZB en vind het
daarom moeilijk om een keus te maken of er weer voor een ZB wordt gekozen.
wo25 06-12-1994 Agpo terugloop 2.75 100 GD 22-04-2005 niet in orde
pomp stuk
in orde in orde niet in orde
pomp stuk
in orde Urenteller: 1262 h. ZB-systeem defect. Het systeem staat uit sinds winter 2003-2004. Het systeem
is door de bewoner in de winter altijd uit gezet. Vat is koud, en de pomp wordt heel erg warm. Deze
is met de hand niet aan te raken. Water niveau is goed. Voorlopige conclusie: pomp defect.
wo26 25-01-1995 Agpo terugloop 2.75 100 GD 22-04-2005 in orde niet in orde in orde in orde 60 in orde Urentellers: c) 15717 h, D) 832 h. Leiding van vat naar naverwarming is niet geisoleerd. Bewoner
vindt het jammer dat het rendement van het systeem niet zichtbaar is. Het gebruik van de
zonnewijzer is bekend maar daar is de drempel net iets te hoog voor. "het komt er niet van om het
op internet in te vullen" Als het systeem aan vervanging toe is wordt deze niet vervangen door een
systeem met zonneboiler. ZB heeft te veel problemen gegeven. Na installatie heeft de ZB ruim een
jaar niet gewerkt. Onderhoud van ZB en CV is alltijd slecht verlopen, sinds kort heeft de bewoner
een goede en betrouwbare service monteur.wo27 07-12-1994 Agpo terugloop 2.75 100 GD 22-04-2005 niet in orde niet in orde in orde in orde 52 in orde Warmwaterleiding van vat naar ketel is niet geisoleerd, temperatuursensor bij vat zat niet in buisje
maar ergens tussen de isolatie. Waterniveau was te laag. Er is kort geleden een monteur langs
geweest i.v.m. een storing in de CV installatie. Deze monteur had volgens bewoner geen kennis
van ZB.
zi01 05-03-1997 Zen ICS 2.8 140 GD 21-04-2005 in orde in orde in orde in orde in orde De collector wordt beschaduwd door bomen.
16 24 FEBRUARY 2006 OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005
6 Conclusies en aanbevelingen
Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie
De onderzochte zonneboilers (125 stuks) vormen een redelijke afspiegeling van de
huidige markt en een goede basis voor onderbouwing van het Protocol Monitoring
Hernieuwbare Energie. De gemiddelde dekkingsgraad van deze zonneboilers voor
tapwaterverwarming is 45%. Dit is gelijk aan de in 1998 gerapporteerde en de in
het Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie gehanteerde dekkingsgraad van
45%.
Warmtapwaterverbruik
Het gemiddelde warmtapwaterverbruik van de gerapporteerde metingen bij de
zonneboilers voor warmtapwater was 86 liter per huishouden per dag en 25 liter per
persoon per dag (op 60°C). Dit sluit goed aan bij eerder onderzoek naar
warmwaterverbruik van zonneboiler.
Lange termijn functioneren zonneboilers
De lange termijn monitoring van de zonneboilers laat een gemiddelde
zonneboilerwerkingsfactor zien van circa 90%. De opbrengst is dus gemiddeld 10%
lager dan de opbrengst van een gesimuleerde referentiezonneboiler onder dezelfde
condities (warmwaterverbruik, zoninstraling). Over de lange termijn (12 jaar)
neemt de opbrengst van functionerende zonneboilers niet af
Systeeminspecties
De inspecties laten zien dat een defecte pomp binnen tien jaar na installatie in twee
gevallen (12,5%) leidt tot systeemuitval. Bij zeven systemen (44%) is de
leidingisolatie binnenshuis niet optimaal. Bij drie systemen (19%) is het
waterniveau te laag/hoog. Vier van de systeemeigenaren (25%) geven aan dat de
installateur nooit kijkt naar de zonneboiler, dan wel blijk geeft geen kennis van
zonneboilers te hebben.
Aanbevelingen
• Bij de inspecties is echter geconstateerd dat bij een substantieel aantal
zonneboilers de isolatie niet optimaal is aangebracht. Aanbevolen wordt om
hieraan in installatie-instructies en trainingen voor installateurs voldoende
aandacht te besteden. Daarnaast zouden de ontwikkelde inspectieprotocollen
een basis kunnen vormen voor zelfcontrole door de installateur. Een waarborg
voor goede installatie kan de koppeling van een inspectieprotocol aan de
systeemgarantie van de leverancier vormen.
OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005 24 FEBRUARY 2006 17
• De praktijkmetingen en inspecties laten zien dat na een periode circa tien jaar
bij 12.5% van de systemen de pomp uitgevallen is en dat geen reparatie
plaatsgevonden heeft. Aanbevolen wordt om de systeemgebruiker er in de
gebruikershandleiding op te wijzen dat een periodieke controle van de werking
gewenst is. Daarbij is het natuurlijk zaak dat ook aangegeven wordt, hoe de
gebruiker op eenvoudige wijze zelf de werking van de zonneboiler kan
controleren.
• Een kwart van de installateurs (vier van de zestien) blijkt geen
aandacht/interesse te hebben voor de zonneboiler. Aanbevolen wordt om de
weg naar ervaren zonneboilerinstallateurs beter te ontsluiten voor gebruikers.
Dat zou mogelijk kunnen via de gebruikershandleiding van de zonneboiler of
via de website van de branche organisatie Holland Solar.
18 24 FEBRUARY 2006 OVERZICHT PRAKTIJKMETINGEN ZONNEBOILERS 1989-2005
Referenties
[BEC01] Monitoring 20 ECO-woningen te Heerlen, Brouwer Energie Consult,
Apeldoorn, 2001.
[BEC03] Monitoring Passief Huis in Dalem 2001/2002, Brouwer Energie Consult,
Apeldoorn, 2003.
[BEC04] Evaluatie praktijkmeting S-HR zonnegascombi 2, Brouwer Energie Consult,
Apeldoorn, 2004.
[BEC05] Monitoring Passief Huis in Dalem 2003/2004, Brouwer Energie Consult,