OUDHEID NAAR OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN MIDDELEEUWEN hoorcollege collegejaar 2010-2011, 1ste semester cursuscode 5772HOG01H
OUDHEID NAAR OUDHEID NAAR MIDDELEEUWENMIDDELEEUWEN
hoorcollegecollegejaar 2010-2011,
1ste semestercursuscode 5772HOG01H
Tentamendata:Tentamendata:
* eerste kans: donderdag 20-1-2011 19:00-22:00 Lipsius 005* herkansing: donderdag 24-03-2011 19:00-22:00 Lipsius 028
ECTS: 5ECTS: 5Uitbreiding naar 10 ECTS is mogelijkUitbreiding naar 10 ECTS is mogelijk Tentamenstof voor 5 ECTS:collegestof EN C. Wickham, The Inheritance of Rome. Illuminating the Dark Ages, 400-1000 (Penguin History of Europe, dl. 2), 2009 (560 pag.) NB: ook in andere edities met andere ondertitel
Tentamenstof voor 10 ECTS: zoals voor 5 ECTS PLUS aanvullende literatuur te kiezen uit vijf pakketten (steeds ca. 500 pp)alle pakketten staan op de website
van imperium naar regna
• De kaart wijzigt zich ingrijpend tussen 400 en 500: een evidentie
• Maar: niets is als we dachten dat het was.
• Er was geen “grote volksverhuizing”, en ook geen “vagues germaniques”. Het gaat om kleine aantallen nieuwkomers, en hoe ‘nieuw’ die nieuwkomers zijn, is ook betrekkelijk: er is al lange tijd sprake van een aanwezigheid binnen het rijk van mensen afkomstig uit gebieden ten noorden/noordoosten van het rijk
• Er was geen volksverhuizing, want er waren geen ‘volken’: zelfs een label als ‘Germanen’ is fictief. Ethnogenese, als je daar al van wil spreken, grijpt plaats NA de ‘komst’, en is bovendien een voortgaand proces.
• De jacht op ‘Germaanse’ elementen in de nieuwe ‘Germaanse’ koninkrijken is grotendeels zinloos.
• De rol van ‘nieuwkomers’ in de ondergang van de rijksstructuur in het Westen is “complex, varies across time and space, and is ultimately unquantifiable” (Edward James).
• In ieder geval: geen catastrofe, geen ‘barbaarse horden’ (wat niet betekent dat er in deze roerige periode nooit geweld gebruikt zou zijn). De ‘nieuwkomers’ zijn geen Fremdkörper binnen het rijk: Rome is deel van hun identiteit, en zij zijn een deel van de identiteit van Rome.
• Politieke ‘collapse’ betekent niet dat dat automatisch/direct geldt voor alle sectoren van de cultuur (in ruime antropologische zin).
• Maar: politieke eenheden worden autonoom, wat Wickham ‘provincialisering’ noemt. Vervolgens gaat de gedachte deel van een groter geheel te zijn verloren.
• Een kleinere schaal betekent minder complexiteit. Het rijk was een complexe samenleving (mede) dankzij de omvang en interdependentie. Minder complexiteit betekent dat veel ‘cultuurgoed’ verloren gaat.
• Ca 550 zijn de veranderingen onomkeerbaar geworden, en is de wereld van het Westen post-Romeins.
• Ca 650 spreekt men in de nieuwe koninkrijken niet meer over zichzelf als ‘Romeinen’: nieuwe identiteiten zijn uitgekristalliseerd, en de oude kunnen overboord.
EERDER TRANSFORMATIE DAN ‘DECLINE & FALL’
Maar afhankelijk van tijd en plaats een meer of minder grote culturele
impact van het opbreken van het rijk
HET DEBAT
Het oude – de erfenis van het Romeinse rijk – gaat niet verloren (locale variaties daargelaten: het christendom bv moet in Angelsaksisch gebied worden geherintroduceerd; maar verder naar het westen en noorden, in Keltisch gebied, blijft het bewaard). De nieuwkomers in het voormalige West-Romeinse rijk brengen hun eigen cultuur mee. In een acculturatieproces (dat wil zeggen: wederzijdse beinvloeding) ontstaan nieuwe vormen transformatie, geen breuk.
In de 7de eeuw is die transformatie zover voortgeschreden dat we over Middeleeuwen moeten gaan spreken.