Feb 08, 2016
Ontvanger prikkel= receptor
Zenuwstelsel= conductor= geleider
Effector
- Geeft informatie in lichaam door- Coördinerende functie
Bouw en ligging organen:- Centraal zenuwstelsel:
hersenen + ruggenmerg- Perifeer zenuwstelsel:
HersenzenuwenRuggenmergzenuwengrensstrengen
Functie:- Animaal zenuwstelsel:
Regelt interactie tussen individu en omgeving- Autonoom zenuwstelsel:
Controleert onbewuste levensprocessen
Indeling op basis van:
Functie: zenuwimpulsen opvangen en geleidenBouw:
- Cellichaam celkern + cytoplasma- Uitlopers cytoplasma
- Dendrieten = korte vertakte uitlopersTransport zenuwimpulsen naar cellichaam
- Axon = 1 lange uitloperTransport weg van cellichaam
Impulsgeleiding = éénrichtingsverkeer
Myelineschede: - Vetachtig laagje rond axonen- Vorming door cellen van Schwann- Knopen van Ranvier
Soorten neuronen volgens de richting van impuls:
- Afferente (aanvoerende) = sensorische neuronen
- Efferente (afvoerende) = motorische neuronen
- Schakelneuronengeleiden zenuwimpulsen binnen het CZS
Verband tussen neuron en zenuw:Zenuwvezels (lange uitlopers van neuronen)
Zenuwbundel bindweefselschede
Zenuw bindweefselmantel
Soorten zenuwen:- Sensorische: zenuwvezels van afferente neuronen - Motorische: zenuwvezels van efferente neuronen- Gemengde: zenuwvezels van afferente en efferente
Verband tussen neuron en witte/grijze stofWitte stof gemyeliniseerdGrijze stof niet gemyeliniseerd
(cellichamen/dendrieten)
= steuncellen in het perifeer zenuwstelselFunctie: vorming myelineschede rond axonen van perifere zenuwen
- Impulsgeleiding verbeteren- Zenuwvezels isoleren
Normale myelineschede
Beschadigde myelineschede
Rol in werking + instandhouding neuronen
- Neuronen samen + op hun plaats houden- Neuronen beschermen en isoleren- Beschadigde/dode neuronen opruimen- Neuronen voorzien van voedinsstoffen en zuurstofgas en afvalstoffen verwijderen
Rustpotentiaal
DepolarisatieDrempelwaardeZenuwimpulsActiepotentiaalImpulsgeleiding
Afhankelijk van:-Dikte axon-Dikte myelineschede
Sprongsgewijze impulsgeleiding !
Neuro-transmissie
1 richting!
Stimulerende drugs:-Amfetamines-Stimulatie neurotransmitter afgave
Stimulatie impulsoverdracht
Hallucinogene drugs:-Verstoring zenuwstelsel
Hallucinaties
Neveneffecten:Angst, paniek, depressie, lichamelijke schade, sociale gevolgen, …
Hersenen + ruggenmerg
Grote hersenenHersenbalkTussenhersenenHersenstamKleine hersenenHersenvliezenHersenholten (ventrikels)
Bouw van ruggenmerg
- met ruggenmergvocht
- bescherming van ruggenmerg→ schokken dempen→ voeding en zuurstof
5.2 Bouw van het perifeer zenuwstelsel
5.2.1 hersenzenuwen
- verbonden met zintuigenen spieren van hoofd
- zwervende zenuw
5.2.2 Ruggenmergzenuwen
- zenuwen vertakken
- ganglion
5.2.2 Grensstrengen
- inwendige organen- zijkant wervelkolom
6.1 Hersencentra
6. Informatieverwerking in de hersenen
- bepaald hersenschorsgebied bestaande uit groepcellichamen van neuronen
6.2 Centra in de grote hersenen
6.2.1 Motorische centra
- primair motorische centra: beweging of motoriek
-verhoudingen afhankelijk van nauwkeurigheid waarmee spieren kunnen bewegen
6.2 Centra in de grote hersenen
6.2.1 Motorische centra
- secundair motorische centra: geheugen van motorischevaardigheden
6.2 Centra in de grote hersenen
6.2.2 Sensorische centra
- primaire sensorische centra: zintuiglijke waarnemingen
-verhoudingen afhankelijk van gevoeligheid van lichaamsdelen
6.2 Centra in de grote hersenen6.2.2 Sensorische centra
- secundaire sensorische centra: ervaring,herinneringsgebieden
6.2.3 Overeenkomsten en verschillen tussen 2 hemisferen
6.2.4 Limbisch systeem
- overeenkomstige zones en functies- verschillen in functies- verbinding via hersenbalk
- geheel van hersengebieden in centrum van hersenen- verwerking emotie, motivatie, genot en emotioneel geheugen
6.3 Centra in andere hersendelen6.3.1 Centra in kleine hersenen
- evenwichtscentrum - bewegingen bijsturen
6.3.2 Centra in tussencentra- thalamus: schakelstation tussen sensorische neuronen en grote hersenen (concentratie)- hypothalamus: invloed op hypofyse – andere centra (dorst, honger, temperatuur)
6.3.3 Centra in hersenstam
- automatische lichaamsfunctie: reflex
7.1 Reflexboog
7. Zenuwbanen- traject afgelegd door een zenuwimpuls
- snelle, ongewilde reactie- traject afgelegd door impuls bij een reflex van prikkel tot reactie = reflexboog
- dezelfde kant lichaam- niet kruisen van CZ
- dezelfde kant lichaam- niet kruisen van CZ
7.2 Gewilde bewegingen7. Zenuwbanen
- uit het motorisch centrum
- niet dezelfde kant lichaam- kruisen van CZ
8.1 Animaal zenuwstelsel
8. Animaal en autonoom zenuwstelsel
- onder invloed van wil- interactie van individu met omgeving- grote en kleine hersenen, ruggenmerg, sensorische enmotorische zenuwen + skeletspieren
- indeling op basis van functies
8.2 Autonoom zenuwstelsel- niet onder invloed van wil- onafhankelijk van grote hersenen…- werking hart, bloedvaten…- zenuwen van hersenstam en ruggenmerg- gladde spieren, hartspier en klieren
-verdere indeling: parasympathisch en sympathisch
8.2 Autonoom zenuwstelsel
- actief zijn- stimuleren van lichaamsactiviteiten- ruggenmerg en grensstrengen
8.2.1 Sympathisch zenuwstelsel
8.2 Autonoom zenuwstelsel
- terug in rusttoestand- stimuleren ↔ remmen- zwervende zenuw & bekkenzenuw
8.2.2 Parasympathisch zenuwstelsel
8.2.3 Antagonistische werking van beide stelsel- nauwkeurig op elkaar afgesteld- stimuleren ↔ remmen