Onafhankelijke verhalenvertellers Wat is het karakter van de IJslandse Germaansheidense worldview en hoe wordt die vertegenwoordigd in de IJslandse literatuur en het levensbe- schouwing- en sagaonderwijs? FEMMEKE RIEZEBOSCH
Onafhankelijke verhalenvertellers
Wat is het karakter van de IJslandse Germaansheidense worldview en hoe
wordt die vertegenwoordigd in de IJslandse literatuur en het levensbe-
schouwing- en sagaonderwijs?
FEMMEKE RIEZEBOSCH
Titel: Onafhankelijke verhalenvertellers Auteur: Femmeke Riezebosch Plaats: Utrecht, Nederland Publicatie: 2015 Contact: [email protected]
2
INHOUD
Inleiding ........................................................................................................................... 4
Afbakening ..............................................................................................................................5
Structuur onderzoek ...............................................................................................................6
1) Wat is een worldview? .................................................................................................. 8
Karakter van worldview ..........................................................................................................8
Definitie van worldview ..........................................................................................................9
Inhoud van een worldview .................................................................................................. 10
Wat heeft worldview te maken met verhalen? .................................................................. 11
Worldview opsporen in IJslandse verhalen ......................................................................... 13
Conclusie ............................................................................................................................. 13
2) Hoe zag de IJslandse heidense worldview er voor de kerstening uit? .............................. 14
Achtergrond heidense bronnen .......................................................................................... 14
Orale traditie ....................................................................................................................... 17
Vanir en Aesir ...................................................................................................................... 17
Arabier ................................................................................................................................. 21
Sires worldviewvragen ........................................................................................................ 22
Orale traditie versteend ...................................................................................................... 28
Conclusie ............................................................................................................................. 28
3) Hoe ziet de IJslandse heidense worldview er in de 21ste eeuw uit? ................................ 30
Bronnen ............................................................................................................................... 30
Wat is het IJslandse Asatru precies? ................................................................................... 31
Worldviewvragen van Sire ................................................................................................... 34
Orale traditie versteend ...................................................................................................... 38
Conclusie ............................................................................................................................. 39
4) Welke worldview wordt uitgedrukt in hedendaagse IJslandse literatuur? ....................... 40
Samenvatting 'Onafhankelijke mensen' .............................................................................. 41
Halldor Kiljan Laxness .......................................................................................................... 41
Motieven en thema's en stroming in de literatuur ............................................................. 42
Worldview in 'Onafhankelijke mensen' ............................................................................... 45
Conclusie ............................................................................................................................. 46
5) Hoe komt de heidense worldview terug in het IJslandse levensbeschouwingonderwijs? .. 48
3
Interview saga and religion teachers................................................................................... 48
Conclusie ............................................................................................................................. 53
Conclusie........................................................................................................................ 54
Discussie .............................................................................................................................. 55
Literatuurlijst ................................................................................................................. 57
4
INLEIDING
IJsland is in cultureel opzicht booming de afgelopen jaren. Voor een land met slechts 300.000 inwo-
ners stuurt het een onwaarschijnlijke hoeveelheid bandjes het continent op om reuring te brengen in
de Europese muziekscene. Behalve de publiciteit en goedkopere vliegtickets die de val van IJslandse
banken (Icesave) veroorzaakte, brachten vooral ook bands als Sigur Rós en Björk het land van luchten
en leegte onder de aandacht van de West-Europeaan en stuurden zo vrachtladingen toeristen naar
hun ‘heima’12
.
IJsland is het enige land in Europa met een door de overheid erkend heidens “kerkgenootschap”, de
Asatru gemeenschap. 0.7% van de bevolking is lid van de Asatruarfelagid3. Deze gemeenschap heeft
een landelijk bestuur, verschillende priesters en een ‘hogepriester’. De hogepriester, Hilmar Örn Hil-
marsson is in het gewone leven een music director en werkt samen met veel IJslandse filmmakers en
artiesten, waaronder Sigur Rós.
Ook in de rest van West-Europa en dus ook Nederland zijn Germaansheidense groepen actief. Welis-
waar op kleinere schaal en vooral meer versplinterd, maar het is een van de levensbeschouwelijke
stromingen die ons land rijk is en daarmee een terrein waar een godsdienstleraar iets vanaf dient te
weten. Het neoheidendom gaat onder andere over terugkeren naar de roots van je voorouders. Om
dat te kunnen doen moet je weten wat je voorouders geloofden, en daar stuiten Nederlandse heide-
nen op een probleem. Aangezien het land al vroeg gekerstend werd zijn er maar weinig heidense
teksten overgeleverd. De kennis over het specifiek Nederlandse heidendom komt vooral uit archeolo-
gische opgravingen.
Dit probleem hebben IJslandse heidenen niet omdat het land pas werd gekerstend in het jaar 1000.
Snorri Sturluson heeft vlak daarna de IJslandse mythologie op schrift gesteld. Deze verzameling ge-
schriften noemt men de Snorri-Edda. Door de Edda weet men heel veel over het Noord-Germaans /
Scandinavisch heidendom, maar ook over het Germaans heidendom in het algemeen, aangezien de
religie in de afzonderlijke landen niet veel verschilt. Ook West-Europese heidenen lezen (en reciteren)
om die reden de Edda.
1 Titel van populaire documentaire over Sigur Ros, opgenomen in IJsland, die veel natuurbeelden laat
zien.
2 Einarsson, A. (2005). The economic impact of the Icelandic music industry - structure and manage-
ment. Geraadpleegd van http://starfsmenn.bifrost.is/Files/Skra_0016983.pdf (p. 4)
3 Statistics Iceland. (z.j.). religious organisations. Geraadpleegd van
http://www.statice.is/?PageID=1180&src=/temp_en/Dialog/varval.asp?ma=MAN10001%26ti=Populat
ions+by+religious+organizations+1998-
2012+++++++%26path=../Database/mannfjoldi/Trufelog/%26lang=1%26units=Number
5
Het Germaans neoheidendom is een levensbeschouwing/religie die in deze tijd gepraktiseerd wordt.
Uit IJsland komen de belangrijkste bronnen van waaruit we het Germaans heidendom bestuderen.
IJslanders zelf zijn daar meer mee verbonden dan waar ook in Europa en hebben een officiële ge-
meenschap rond de boeken. IJsland is hip en in cultureel opzicht invloedrijk. Dit bij elkaar deed me
besluiten het nieuw heidendom vanuit IJslands perspectief te bestuderen.
AFBAKENING
Het doel van mijn onderzoek is de toename van inzicht in het karakter van de IJslandse Germaanshei-
dense worldview en de vertegenwoordiging daarvan in de IJslandse cultuur, specifieker, in de IJsland-
se literatuur en het levensbeschouwing- en sagaonderwijs.
Ik focus op literatuur omdat dit een van de belangrijkste kunstvormen is in IJsland. Het land raakte
relatief laat bewoond en ligt geografisch gezien geïsoleerd. Dankzij vulkaanuitbarstingen, een bar
klimaat in de ‘little Ice Age’ en de Deense overheersing die IJsland een handelsboycot oplegde bleef
het land arm en afgezonderd van het continent. De culturele ontwikkeling die Europa doormaakte
had daarom nauwelijks invloed op de IJslandse cultuur. Waar de architectuur in West-Europa in de
Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd floreerde, bouwde men in IJsland nog steeds turfhuisjes of
kleine stenen kerkjes. In Duitsland bloeide de filosofie, in Frankrijk de mode, in Nederland de handel,
maar IJsland kreeg daar weinig van mee.
Dit zorgde er echter wel voor dat het IJslands perfect bewaard bleef, en de dichtkunst zich zonder
beïnvloeding vanaf het continent kon ontwikkelen. Deze rijke literaire traditie wordt bewust levend
gehouden door kinderen hun hele schoolcarrière lang les te geven over de saga’s, aangezien de verha-
len datgene zijn wat de identiteit van IJsland definieert.4 Ook de interesse in moderne literatuur is
groot. De enige IJslandse Nobelprijswinnaar is een moderne schrijver, Halldor Laxness. IJsland impor-
teert en vertaalt meer internationale literatuur dan waar ook ter wereld.5 Men zegt dat één op de
tien IJslanders in zijn leven een boek publiceert6, al is dat waarschijnlijk het best op te vatten als een
figure of speech.
4 Even-Zohar, I. (2005). Papers in culture research. Geraadpleegd van
http://www.tau.ac.il/~itamarez/works/books/EZ-CR-2005_2010.pdf (p. 108 + 111)
Brandsma, E. J. (2012). Sheep, volcanoes and international conflict. Geraadpleegd van
https://digital.library.txstate.edu/bitstream/handle/10877/4503/BrandsmaElliott.pdf?sequence=1 (p.
9)
5 Wilcox, J. (2007). Cultures of the world, Iceland (2e ed.). Tarrytown, NY: Times publishing limited. (p.
60-61)
6 Goldsmith, R. (2013, 14 oktober). Iceland: Where one in 10 people will publish a book. Geraadpleegd
van http://www.bbc.com/news/magazine-24399599
6
Ik focus op onderwijs omdat ik hiermee ten eerste de link leg tussen het onderwerp Germaans neo-
heidendom en mijn vakgebied, en ten tweede omdat het nogal opmerkelijk is dat een land een world-
viewgerelateerd schoolvak heeft waar leerlingen 13 jaar les in krijgen, dat geen enkel ander land in
het onderwijscurriculum heeft zitten.
Concreet bestudeer ik in mijn onderzoek het volgende:
- Oude IJslandse literatuur: de Gisli-saga
- De Asatruarfelagid, de officiële groep IJslandse heidenen en hun hogepriester Hilmar Örn
Hilmarsson
- Moderne IJslandse literatuur, het boek ‘Onafhankelijke mensen’ van Halldor Laxness
- Het godsdienst- en sagaonderwijs in IJsland op de middelbare scholen
Dit zijn veel onderwerpen, maar ik wil ze toch allemaal onderzoeken om drie redenen. Ten eerste zijn
ze sterk met elkaar verbonden. Ze cirkelen allemaal rond de saga’s. Halldor Laxness was groot be-
wonderaar van de saga's en lijkt met zijn boek een nieuwe saga te willen schrijven. Hilmar Örn Hil-
marsson maakte intensieve studie van de Oudijslandse schrijfkunst en de Edda, neemt die bagage
mee in het componeren van zijn muziek en beïnvloedt populaire IJslandse muzikanten. Hij leidt en
vertegenwoordigt de Asatruarfelagid. IJslandse kinderen krijgen hun hele schoolcarrière les over de
saga’s. Ten tweede is een worldview niet iets wat heel simplistisch in kaart te brengen en te definië-
ren is. Door breed rond te kijken in het land is het mogelijk patronen op het spoor te komen of juist te
ontdekken dat die er niet zijn. Ten derde verschilt de moderne Germaansheidense worldview waar-
schijnlijk van de oude heidense worldview. Om een correct beeld te krijgen is het dus nodig bronnen
uit beide periodes te bestuderen.
STRUCTUUR ONDERZOEK
HOOFDVRAAG
Wat is het karakter van de IJslandse Germaansheidense worldview en hoe wordt die vertegenwoor-
digd in de IJslandse literatuur en het levensbeschouwing- en sagaonderwijs?
DEELVRAGEN
Wat is een worldview?
Hoe zag de IJslandse heidense worldview er vroeger (voor de kerstening) uit en hoe werd die uitge-
drukt in de oude literatuur (de Gisli-saga)?
Hoe ziet de heidense worldview er in de 21ste eeuw uit?
Hoe is de heidense worldview uitgedrukt in hedendaagse literatuur (Onafhankelijke mensen)?
Hoe komt de heidense worldview terug in het IJslandse levensbeschouwing- en sagaonderwijs?
Om te weten te komen waar ik op moet letten als ik een specifieke worldview ga proberen te be-
schrijven, onderzoek ik eerst wat een worldview precies is. Wetenschappelijke artikelen en een antiek
ooggetuigenverslag gebruik ik om een beeld te krijgen van de oude IJslanders. Aan de hand van de
resultaten bij de eerste deelvraag analyseer ik de Gisli saga en beschrijf ik de oude IJslandse heidense
7
worldview. Om de nieuwe heidense worldview te kunnen beschrijven maak ik gebruik van de bevin-
dingen van Michael Strmiska, een onderzoeker gespecialiseerd in het neoheidendom. Ook ga ik zelf
naar IJsland voor veldonderzoek. Ik spreek zoveel mogelijk mensen, ga langs bij een meeting van de
Asatruarfelagid om Asatruar (Asatru-leden) te interviewen en probeer een interview te regelen met
Hilmar Örn Hilmarsson. Na ik tot een zo goed mogelijke beschrijving ben gekomen bestudeer ik het
boek 'Onafhankelijke mensen' van Halldor Laxness om te zien of iets van een moderne heidense
worldview valt te herkennen. Dat doe ik mede aan de hand van achtergrondartikelen. Tot slot doe ik
onderzoek naar het onderwijs in IJsland en interview ik een sagalerares en een godsdienstlerares van
de Laekjarskoli in Hafnarfjördur, een 'uburb' van Reykjavik.
De bronvermelding staat (in tegenstelling tot wat de APA-regels voorschrijven) in voetnoten i.v.m. de
omschreven opdrachtcriteria.
8
WAT IS EEN WORLDVIEW?
HOOFDSTUK 1
Om te weten hoe een heidense worldview eruit ziet is het verstandig om eerst helder te krijgen wat
een worldview precies is. Het doel in dit onderdeel van het onderzoek is niet om de essentie van het
begrip worldview te achterhalen, maar slechts een omschrijving te vinden die een betrouwbare en
behulpzame tool is in het verdere onderzoek.
Een sleutelfiguur in het denken over worldview is David Naugle. In zijn boek 'Worldview, the history of
a concept' belicht hij het concept vanuit alle mogelijke invalshoeken, tijdsperiodes en bronnen. Ik ben
te slecht gekneed in filosofische en theologische stromingen en terminologie om dit boek van A tot Z
te kunnen begrijpen. Voor een omschrijving van het begrip worldview duik ik daarom in het eenvou-
diger boek 'Naming the elephant' van James W. Sire. Sire schrijft zijn boek naar aanleiding van het
lezen van het boek van Naugle en is grotendeels door hem geïnspireerd. Vooronderzoek leidde tot de
vraag wat worldview precies met het narratieve te maken heeft. Sire gaat hier nauwelijks op in, voor
deze vraag wend ik me daarom wel tot Naugle en zijn filosofische reflecties.
KARAKTER VAN WORLDVIEW
Worldviewdenkers zijn het er over eens dat een worldview niet (slechts) bestaat uit de conclusies die
men bereikt na een potje redeneren over levensvragen. Een worldview is niet in de eerste plaats the-
oretisch, maar "pretheoretisch"7. In zijn boek onderscheidt Sire "the pretheoretical", "presuppositi-
ons" en "the theoretical". Het pretheoretische bestaat uit concepten waarvan je een intuïtief besef
moet hebben voor je überhaupt kunt beginnen met nadenken. Voorbeelden zijn 'zelf', 'de ander',
'zijn', 'plaats', 'tijd', 'kwantiteit', etc. Aan de vraag: "hoe is de aarde ontstaan?" gaan een heleboel
aannames vooraf. Bijvoorbeeld het idee dat er 1) iets is 2) dat ooit begonnen is 3) met een oorzaak.
Sire noemt dit het 'utterly pretheoretical', het uiterst pretheoretische.
Wanneer men die pretheoretische intuïtieve concepten gebruikt om bewust na te denken is men
theoretisch bezig. Nadenken en redeneren, het theoretische, kan verschillende ideeën opleveren die
strikt genomen niet te bewijzen zijn. Toch geloven mensen vast in sommige van die ideeën en laten zij
zich erdoor leiden. Het heeft een "presuppositional" karakter volgens Sire. Een voorbeeld is het geloof
in leven na de dood. Het concept 'dood' zelf is pretheoretisch, het is een gegeven dat je dood gaat.
Hoe die dood er precies uit ziet en wat er dan gebeurt is een vraag waar je redelijke antwoorden op
kunt formuleren, theoretisch, maar die antwoorden zul je nooit met een zelfde zekerheid kunnen
verdedigen als het simpele feit dat je dood gaat. De keuze om sterk aan een van die antwoorden vast
te houden is intuïtief, gebaseerd op vooronderstellingen.
7 Sire, J. W. (2004). Naming the Elephant. Downers Grove, IL: IVP Academic. (p. 76)
9
"The utterly pretheoretical is that without which we cannot think at all. The presuppositional is that
which, though we may be able to give reasons for, we cannot, strictly speaking, prove. Nevertheless
we believe so profoundly that we commit ourselves to it and live in accord with it. (...) the theoretical is
that which arises from the mind's conscious activity."8
Worldview nestelt zich in eerste instantie in het hart. Naugle schrijft in een essay in de bundel 'After
worldview': "Life proceeds kardioptically, out of a vision of the heart, and that is what a worldview is.
The heart grinds its own lenses through which it perceives the world and life within it."9 Iemands
worldview beïnvloedt dus wat een mens ziet als hij naar de wereld kijkt. Maar andersom werkt het
ook. Wat de mens observeert, zijn ervaringen, zijn genen, zijn interacties zijn van invloed op iemands
worldview. Of zoals Naugle zegt: “What the heart receives determines what it eventually conceives.”10
Daardoor zijn worldviews altijd 'work in progress'.
Sire legt uit dat mensen hun worldview samen creëren. In overleg met elkaar en hun waarnemingen.
Een mens wordt geboren, ziet de wereld, trekt conclusies uit zijn observaties en verandert daardoor.
Daardoor verandert én de wereld, én de blik van de mens op die wereld, daarmee dus ook de obser-
vaties en daarmee weer de mens. Het is een interactief spel tussen begripzoekende mensen en hun
omgeving. Een spel waarin volgens Naugle "basic assumptions are either ignored or discovered, fol-
lowed, confirmed, challenged, put in crisis, reaffirmed, replaced and solidified as the individual clings
to a naiveté until death."11
Ook al is de worldview van elk individu net zo uniek als die individuen zelf,
wanneer die individuen zich groeperen in culturen of tijdsperiodes valt er om die reden een gemeen-
schappelijke worldview te karakteriseren. Er is een systeem van verhalen en aannames dat karakteris-
tiek is voor de mensen in de groep. 12
De verschillende "-ismes" zijn daar voorbeelden van.
DEFINITIE VAN WORLDVIEW
Sire ziet het concept waarheid als pretheoretisch. Hij gebruikt de definitie van Descartes, waarheid als
"the conformity of thought with its object" en ziet dat besef als een aangeboren noëtisch instrument.
Wanneer hij een definitie van worldview geeft gaat hij er daarom vanuit dat de eigenaar ervan denkt
dat zijn worldview waar is.
8 Sire, J.W. (2004). (p. 77)
9 Bonzo, J. M., & Stevens, M. (Red.). (2009). After Worldview. Iowa, NE: Dordt College Press. (p. 18)
10 Bonzo, J. M., & Stevens, M. (Red.). (2009). (p. 18)
11 Bonzo, J. M., & Stevens, M. (Red.). (2009). (p. 19)
12 Sire, J. W. (2004). Naming the Elephant. Downers Grove, IL: IVP Academic. (p 107-119)
10
De definitie:
"A worldview is a commitment, a fundamental orientation of the heart, that can be expressed as a
story or in a set of presuppositions (assumptions which may be true, partially true or entirely false)
which we hold (consciously or subconsciously, consistently or inconsistently) about the basic constitu-
tion of reality, and that provides the foundation on which we live and move and have our being."13
Een worldview is geen intellectuele zaak volgens Sire. Het is geen verhaal of set van presuppositions,
daarin wordt een worldview slechts uitgedrukt. De worldview zelf is een commitment, dat meestal
niet het resultaat is van een bewuste keuze. Het is een commitment van de ziel, een spirituele oriën-
tatie. Een worldview huist volgens Sire dan ook in het hart van de mens, in "the central operating
chamber of a human being". Vanuit het onderbewuste stuurt een worldview het bewuste denken
aan. "We think with our worldview, not about our worldview." Een worldview stuurt het denken in
een bepaalde richting. Mensen zijn zich daarom lang niet altijd bewust van hun worldview.
Die richting zorgt ervoor dat het set vooronderstellingen waarin de worldview wordt uitgedrukt sa-
menhangend is. Het heeft een duidelijk vertrekpunt, een vast principe waar de vooronderstellingen
uit voortkomen. Een worldview probeert de gehele realiteit te vatten in haar eenheid. Dat betekent
niet dat de verschillende vooronderstellingen elkaar nooit tegenspreken, juist door het deels onbe-
wuste karakter ervan is het prima mogelijk twee tegenstrijdige veronderstellingen te handhaven.
Het onderwerp van de worldview is "the way things are". Hoe/wat is de realiteit. In eerste instantie
een ontologische zaak volgens Sire. Ethische en epistemologische vragen komen ook aan de orde,
maar gaan al gauw richting het theoretische, het begint allemaal bij de pretheoretische notie van
'zijn'.
Een belangrijke eigenschap van een worldview is dat het niet bij het abstracte blijft. Sterker nog, ons
concreet gedrag is eerlijker over het karakter van onze worldview dan wat we zeggen. We kunnen wel
zeggen dat we naturalist zijn en ethiek slechts een menselijke constructie is, maar als we verontwaar-
digd worden over onrecht dat ons wordt aangedaan blijkt een ethisch besef toch dieper geworteld.
Een worldview wordt per (Sire's) definitie uitgeleefd.
INHOUD VAN EEN WORLDVIEW
Een worldview wordt uitgedrukt in presuppositions. Verschillende worldviewonderzoekers maken
lijstjes met vragen waarvan de antwoorden de basispresuppositions van iemands worldview vormen.
Sire heeft zijn eigen lijstje samengesteld waarin hij naar eigen zeggen de vragen uit de andere lijstjes
terug laat komen. De definitie in de vorige paragraaf geeft het karakter van een worldview weer, deze
vragen geven de inhoud weer.
1) Wat is primaire realiteit, het ware werkelijke?
(Plat gezegd: waar begint het allemaal mee? Mogelijke antwoorden zijn "God" of "materie".)
13 Sire, J. W. (2004). (p. 122)
11
2) Wat is het karakter van de externe werkelijkheid, de wereld om ons heen?
(geordend, chaotisch, vijandig, veilig, harmonieus, in conflict)
3) Wat is een mens?
(Waar kom ik vandaan, waarom besta ik, wie ben ik?)
4) Wat gebeurt er als je dood gaat?
(Wat is de dood? Is er leven na de dood? Zo ja, hoe ziet het eruit, zo nee, wat betekent dat voor dit
leven?)
5) Waarom is het mogelijk om iets te weten
(bijv. omdat we gemaakt zijn naar het beeld van een alwetende god)
6) Wat is goed en fout?
(Hieronder vallen vragen als "Wat is er mis (met mij, anderen, de wereld)", "Waar is de mensheid toe
geroepen?")
7) Wat is de betekenis van menselijke geschiedenis?
(Wat is de oplossing voor het kwade? Welke richting gaat de wereld op. Welke rol speelt mijn leven in
het grotere geheel van de geschiedenis van de wereld?) 14
WAT HEEFT WORLDVIEW TE MAKEN MET VERHALEN?
Betekenisvinding begint bij semiotiek, de "science of signs"15
. Een kenmerkende eigenschap van men-
sen is hun vermogen om een ding te gebruiken om te staan voor een ander ding. Men neemt een
stukje van de realiteit en laat het een ander stukje realiteit betekenen, of er naar refereren. Het be-
langrijkste voorbeeld is de spraak die refereert naar gevoelens, ideeën of dingen in de wereld. Het
schrift representeert vervolgens weer de spraak.
Volgens Naugle is die eigenschap te danken aan "de cognitieve structuur van mensen als beeld van
God"16
. Mensen zijn zelf een semiotische uitdrukking van iets anders, namelijk God. Een God wiens
karakter semiotisch te begrijpen valt. Hij laat zich kennen door zijn beeld Jezus, die zich op zijn beurt
laat kennen door de Geest. De bron van menselijke semiose lijkt een spoor van de drie-eenheid. En
niet alleen mensen zijn een teken van God, maar ook de wereld is een semiotisch beeld van God. “The
14 Sire, J. W. (2004).
15 Naugle, D. K. (2002). Worldview: The history of a concept. Grand Rapids, MI: Wm. B. Eerdmans. (p.
292)
16 Naugle, D. K. (2002). (p. 293)
12
totality of creation is divine iconography. Everything in this enchanted, sacramental, symbol-friendly
universe is drenched with sacred signs."17
Naugle haalt vervolgens een groot aantal denkers aan die op (een seculiere versie van) dit idee voort-
borduren. Bijvoorbeeld Charles Sanders Peirce die zegt dat als het universum al niet geheel is samen-
gesteld uit tekens, het daar op zn minst mee doordrenkt is. In Augustinus' werken komt het idee terug
dat het basisinstrument voor betekenisgeving/-vinding, semiotische systemen en symbolische werel-
den zijn. Ze hebben de kracht het leven te controleren. Dat zegt ook Cassirer, die vindt dat tekensys-
temen de enige weg naar kennis zijn, ze kopiëren of imiteren de realiteit niet maar creëren deze zelfs.
Naugle vat de denkers samen door te stellen dat tekens en symbolen het universum vullen. Ze zijn
essentieel voor het menselijk denken en creëren symbolische werelden waar mensen in leven, bewe-
gen en hun bestaan hebben.18
Als dit waar is, zegt Cassirer, kan de realiteit (en alle culturele fenomenen) alleen begrepen worden
door een semiotische benadering. Worldviews als sets aaneengeregen symbolen zijn daarop geen
uitzondering. De reden waarom juist worldviews als set van symbolen zo krachtig zijn is omdat ze vaak
geformuleerd worden als verhaal. De semiotische instelling van mensen resulteert in het vertellen van
verhalen. Verhalen creëren symbolische werelden waarvoor mensen willen leven of sterven. Naugle
zegt dat Plato en Socrates zich al bewust waren van de kracht van verhalen, en het onderwijs in my-
then belangrijker vonden dan het puur 'rationele' onderwijs. Hij noemt modernere denkers die het-
zelfde zeggen en ook de link leggen met worldview. Bettelheim zegt bijvoorbeeld dat kinderen door
middel van sprookjes en mythen antwoorden zoeken op vragen als "Wie ben ik", "Waar kom ik van-
daan?", "Hoe ontstond de wereld?", "Wat is het doel van het leven?" Rollo May ziet mythen als narra-
tieve patronen die betekenis geven aan het bestaan. Hij vergelijkt ze met de balken, het geraamte van
een huis. Vanaf de buitenkant kun je ze niet zien, maar ze vormen de structuur die het huis bij elkaar
houdt, zodat mensen erin kunnen leven. Volgens Linda Dégh zitten mythen vol met worldviewuitin-
gen. Verhalen zijn de manier waarop een gemeenschap of individu zijn erfenis aan ideeën over men-
selijke gedragingen doorgeeft. Middleton en Walsh onderschrijven dit door te wijzen op het feit dat
bijna alle religies en filosofieën hun ideeën communiceren door middel van verhalen. Dat geldt na-
tuurlijk voor het Jodendom en de Islam maar net zo goed voor het boeddhisme, hindoeïsme, en de
verschillende natuurreligies over de hele wereld.19
Naugle neemt het voorgaande in beschouwing en concludeert: "Thus human beings, as semiotic crea-
tures and inherent storytellers, come to grips with themselves and the nature of life in the cosmos
through the formation of worldviews as systems of narrative signs that form a basic outlook on life."20
17 Naugle, D. K. (2002). (p.293)
18 Naugle, D. K. (2002). (p. 294-296)
19 Naugle, D. K. (2002). (p. 297-302)
20 Naugle, D. K. (2002). (p. 302)
13
WORLDVIEW OPSPOREN IN IJSLANDSE VERHALEN
Als ik iets wil begrijpen van de worldview van de oude heidenen en nieuwe heidenen in IJsland zal ik
dus moeten gaan kijken naar hun verhalen. Naar de eeuwenoude saga's, maar ook naar de moderne
literatuur.
James Sire beschrijft in het laatste hoofdstuk van zijn boek 'Naming the elephant' kort hoe je dat kunt
doen. "One simply reads with the seven worldview questions present, if not consciously, at least at
ready recall."21
De belangrijkste van de zeven vragen is daarbij de eerste: wat is het ware werkelijke?
Bij het bestuderen van een verhaal is het nodig niet te focussen op wat zich aan de oppervlakte pre-
senteert, maar te zoeken naar de mindset achter het verhaal.22
Het kan daarom behulpzaam zijn een
grove schets van de (zeven23
) verschillende dominante gemeenschappelijke worldviews bij de hand te
hebben.
CONCLUSIE
Iemands worldview komt voort uit het hart. Het bepaalt de manier waarop iemand naar de wereld
kijkt. Het onderwerp van een worldview is de werkelijkheid. Een worldview zoekt samenhang en pro-
beert de werkelijkheid te vatten in haar eenheid.
Een worldview bestaat uit het pretheoretische, het theoretische en vooronderstellingen. Het pretheo-
retische bestaat uit concepten waar je een intuïtief (vaak onderbewust) besef van moet hebben voor
je kunt beginnen met nadenken. Vooronderstellingen zijn ideeën die je niet hard kunt bewijzen maar
waar men zich wel volledig aan toewijdt. Het theoretische is alles wat men in het bewuste bedenkt en
beredeneert.
Ervaringen en interactie met andere mensen leveren input aan iemands hart en beïnvloeden daarmee
iemands worldview. Een worldview is dus dynamisch en ontstaat in gemeenschap met andere men-
sen. Een worldview wordt altijd uitgeleefd, juist omdat het zijn bron vindt in het hart/onderbewuste.
Omdat mensen semiotische wezens zijn krijgen worldviews een concretere vorm in verhalen. Deze
verhalen geven antwoorden op wat men levensvragen noemt. James Sire formuleerde zeven vragen
waarop de antwoorden samen de inhoud van iemands worldview in kaart brengen. Wanneer men de
worldview van een persoon, groep, schrijver, etc. wil bestuderen kan men van deze vragen gebruik
maken.
21 Sire, J. W. (2004). (p. 147)
22 Sire, J. W. (2004). (p. 147-150)
23 James Sire maakt in zijn boek 'the universe next door' een schets van de gemeenschappelijke
worldviews christelijk theisme, deisme, naturalisme, nihilisme, existentialisme, oosters pantheisme,
new age en postmodernisme.
14
HOE ZAG DE IJSLANDSE HEIDENSE
WORLDVIEW ER VOOR DE KERSTE-
NING UIT?
HOOFDSTUK 2
ACHTERGROND HEIDENSE BRONNEN
Iets te weten komen over de worldview van IJslandse heidenen voor de kerstening rond het jaar 1000
is een nogal complexe zaak. Om te begrijpen waarom is het belangrijk om te kijken naar de achter-
grond van de bronnen die onderzoekers naar het Oud Noorse heidendom gebruiken.
John Lindow, de schrijver van het boek 'Norse Mythology'24
beschrijft de Viking Age, de periode tus-
sen 800 en 1000 na Christus, als een tijd waarin de Scandinaviërs veel interactie hadden met de Euro-
peanen. Vikingen handelden en stichtten nederzettingen in Europese gebieden. Op die manier wer-
den christelijke Europeanen geconfronteerd met het Noorse heidendom. Al snel werden pogingen
gedaan de Vikingen te bekeren. De bekendste zendeling was Ansgar, 'the apostle of the north' die
tussen 800 en 850 contact had met Deense en Zweedse koningen. Een eeuw later begon de missionai-
re activiteit resultaat te vertonen. De Deense koning Harald Blauwtand werd christen en maakte naar
eigen zeggen de Denen allemaal christen. Olaf Tryggvason, de koning van Noorwegen tussen 995 en
1001, probeerde tijdens zijn regering zijn onderdanen onder dwang te bekeren.
In IJsland werden er eind tiende eeuw zendelingen actief. Maar zij werden bestreden door heidense
tegenstanders. Er ontstonden twee kampen die elkaar tegemoet traden op het althing (het IJslands
parlement) in het jaar 1000. Er brak bijna oorlog uit tot de oplossing werd bedacht dat één man een
religie moest kiezen voor het hele land. Een rechtspreker, de heidense Thorgeir werd aangewezen
voor de taak. Thorgeir spendeerde een nacht onder zijn mantel en concludeerde verrassend genoeg
dat IJsland christelijk zou moeten worden. En zo geschiedde. In eerste instantie bleven heidense ge-
bruiken toegestaan maar al snel werden ze verboden. De heidense verhalen, gebruiken en gedichten
bleven echter in de orale traditie bewaard, namelijk pas twee eeuwen later werden ze op schrift ge-
steld, door voornamelijk christenen.
En hier raken we de reden waarom het zo moeilijk is iets te schrijven over de oude heidense world-
view in IJsland. Nagenoeg alles wat daarover door IJslanders zelf is geschreven werd opgetekend door
christenen. Voor de kerstening werd alleen het runenalfabet gebruikt, dat niet geschikt was voor
24 Lindow, J. (2001). Norse Mythology: A guide to the gods, heroes, rituals and beliefs. New York, New
York: Oxford University Press.
15
langere teksten. Het alfabet werd vooral gebruikt voor praktische aanwijzingen en niet voor mytholo-
gie. De eerste christelijke monniken introduceerden het manuscriptschrijven. Al snel konden meer
IJslanders schrijven, maar al het geschrevene, of het nu in het IJslands was of in het Latijn, was het
resultaat van de komst van het christendom.
De belangrijkste bron van kennis over het Noorse heidendom is de Proza-Edda of Snorri-Edda, ge-
schreven door Snorri Sturluson rond het jaar 1220. In het boek staan mythologische verhalen en aan-
wijzingen voor de skaldische dichtkunst. De Edda is een van de oudste en meest uitgebreide bronnen
met Germaansheidense teksten. De Edda bevat specifiek Noorsmythologische verhalen, maar de
kennis over de Germaansheidense mythologie in andere delen van de Germaanse wereld (bijv. die
van de Angelen en de Saksen) is ook voor een groot deel op de Edda gebaseerd. Bronnen die in die
delen van Europa worden gevonden zijn namelijk vaak minder betrouwbaar, oud, compleet, of zelfs
rechtstreeks afgeleid van de Edda25
.
Deze bron voor heidense mythologie werd geschreven door een christen. Snorri Sturluson werd gebo-
ren rond 1178 (twee eeuwen na de kerstening), had een broer die bisschop was en was zelf godi
(hoofdman) maar ook historicus. Vanaf 2118 begint hij te schrijven en dat levert onder andere de
delen van de Edda op. Waarom zou een christen heidense verhalen opschrijven? Volgens John Lindow
is de Edda "first and furmost a handbook of poetics, even if it is now far more famous as an explication
of mythology."26
Hij legt dit als volgt uit. Skaldische poëzie was een behoorlijk opzichtige rijkversierde orale poëzie die
veel training vereiste om te beheersen. Zelfs om de poëzie als publiek te kunnen begrijpen was een
flinke voorkennis nodig. De meest kenmerkende stijlfiguur van skaldische poëzie is namelijk de 'ken-
ning'. Een poëtische woordcombinatie die gebruikt wordt om een ander woord aan te duiden. Een
strijder bijvoorbeeld staat rechtop in het strijdgewoel. Hij wordt aangeduid als 'een boom van het
gevecht'. Veldslagen zijn nogal lawaaiig. 'Gevecht' werd zo: 'het geraas van speren'. Kennings werden
door skalds gecombineerd, waardoor men uiteindelijk frases als 'de boom van het geraas van speren'
gebruikte om het simpele woord 'strijder' aan te duiden. Deze frase is nog vrij voor de hand liggend,
maar kennings konden ook gebaseerd zijn op een door iedereen bekend verondersteld verhaal. 'De
helm van Sif' betekende 'goud'. Dat kon je alleen weten als je de mythe kent waarin Loki het haar van
Sif afknipt en de dwergen gouden haar maken om het te vervangen.
Een groot deel van de geschiedenis van IJsland, de families die zich vestigden, de veldslagen en de
regeerders, was "opgeslagen" in de Skaldische poëzie. Ook christelijke IJslanders vonden het belang-
rijk die geschiedenis te bewaren. Maar deze historische poëzie zat vol met kennings gebaseerd op
heroïsche en mythische verhalen. Om de skaldische dichtkunst, en daarmee de historie en cultuur van
je volk te kunnen begrijpen moest je dus wel kennis nemen van de heidense mythologie. Snorri
schrijft dat hij jonge skalds wil aanmoedigen goed op te letten bij de verhalen die volgen als ze de
25 Seigfried, K. E. H. (2011, 23 juni). Interview with Hilmar Örn Hilmarsson of the Ásatruarféllagid, part
one. Geraadpleegd van http://www.norsemyth.org/2011/06/interview-with-hilmar-orn-hilmarsson-
of.html
26 Lindow, J. (2001). (p. 21)
16
poëzie onder de knie willen krijgen maar drukt ze wel op het hart dat de verhalen natuurlijk niet waar
gebeurd zijn en dat christenen niet in heidense goden horen te geloven.
Maar hoe moeten zijn lezers zich dan wel tot die verhalen verhouden? Snorri schrijft een proloog op
de Edda waarin hij uitlegt hoe het heidendom en het geloof in de goden volgens hem ontstond. Hij
begint zelfs met een scheppingsverhaal dat lijkt op het christelijke. Daarna verspreiden de nakomelin-
gen van Adam en Eva zich over de aarde, en beginnen ze zich te verwonderen over hoe goed die in
elkaar zit. Ze gaan vermoeden dat er goden zijn die de aarde gemaakt hebben. Snorri presenteert het
heidendom als een natuurreligie. Het ontstaan van de specifieke namen en karakters van de goden
verklaart Snorri door middel van euherisme, het idee dat goden van oorsprong historische menselijke
figuren zijn die later vergoddelijkt werden. Thor zou volgens Snorri een koningszoon uit Troje zijn die
Europa rond ging reizen en draken en reuzen versloeg. De mensen vertelden verhalen rond over de
fantastische dingen die hij deed, tot hij meer op een god dan op een mens ging lijken.
Op deze manier wordt het voor Snorri mogelijk verslag te doen van en te doceren in de mythologische
verhalen van zijn voorvaderen, zonder dat hij daarbij zijn christelijke overtuiging hoeft te compromit-
teren. John Lindow zegt: "Snorri’s Edda is thus very much a document of its time, the Christian Middle
Ages, and also of its place, an island where the older poetry, for whatever reason, was still transmit-
ted."27
De schrijver van de Edda had een christelijke worldview, en beschreef mensen met een heidense
worldview vanuit een christelijk perspectief. Dit deed de IJslander wel anders dan de christelijke kerk-
vaderen. In die geschriften werden heidenen afgeschilderd als verdoemde zielen die samenspanden
met Satan. Snorri schreef bij wijze van spreken over zijn overgrootvader, en in de 'Saga's van de IJs-
landers' was het stockkarakter de nobele heiden, die slechts in verwarring was over de goden, een
verdwaald schaap.28
Dé bron van heidense mythologie is dus geen heidens boek. Dit maakt onderzoek naar de heidense
worldview complex. Het grootste deel van het wetenschappelijk onderzoek naar de oude IJslandse
cultuur gaat over linguïstiek. Een ander deel gaat over het proces van bekering van het paganisme
naar het christendom. Over het heidendom zelf is weinig geschreven, ik vermoed omdat het dan van
de "misschiens" en "waarschijnlijks" aan elkaar zou hangen. Toegang krijgen tot de enkele bronnen
die wel beschikbaar zijn, voornamelijk in wetenschappelijke databases, was voor mij niet mogelijk
zonder account van een universiteit. Eén van de grotere namen op het gebied van Scandinavische
linguïstiek, een onderzoeker aan de universiteit van IJsland, is echter zo sympathiek om een deel van
zijn essays online te zetten. Terry Gunnell. In het boek "Beowulf and other stories" legt hij uit hoe de
religie van de Vikingen eruit zag. Het essay staat inderdaad vol met woorden als 'zou kunnen dat' en
'verondersteld'. Wat in dit hoofdstuk beschreven staat moet dan ook gezien worden als een voorzich-
tige indruk van de Vikingreligie.
27 Lindow, J. (2001). (p. 23)
28 Lönnroth, L. (1969). The noble heathen: A theme in the sagas. Scandinavian Studies, 41(1), 1-29.
17
ORALE TRADITIE
Het belangrijkste om te beseffen bij het bestuderen van het Germaans heidendom is dat er geen cen-
traal gezaghebbend orgaan is dat bepaalt wat men moet geloven of denken, maar dat de ideeën
voortkomen uit een orale traditie. Dat heeft twee gevolgen. Ten eerste is de religie heel erg 'in touch'
met de directe omgeving, en daardoor veranderlijk en vloeibaar. Elke heidense persoon of familie is
(als doorverteller) immers gedeeltelijk zelf de schepper van de religie. De natuurkrachten in koude,
bergachtige gebieden inspireren tot andere verhalen en 'lievelingsgoden' dan die in vruchtbare stre-
ken. Het heidendom ziet er in de verschillende gebieden dan ook anders uit. Maar ook het contact
met andere volken heeft invloed. Zodra de Vikingen meer in contact kwamen met christenen werden
christelijke thema's zichtbaar in de heidense mythen. Ten tweede legt de orale traditie meer autori-
teit bij de gelovige zelf. De heiden bepaalt zelf welke god hij het meest aanbidt en van een opgelegde
moraal is niet echt sprake. Gunnell vraagt zich af of het concept van moreel "kwaad" überhaupt wel
bestond bij de Vikingen.
VANIR EN AESIR
De verschillende landschappen zorgden in de Scandinavische wereld voor grofweg drie verschillende
heidense geloofssystemen.
1) In de bewaard gebleven schriftelijke bronnen is de religie van de 'Aesir' het meest vertegenwoor-
digd. Dit was de mannelijk georiënteerde religie van de Noorse hemelgoden zoals Thor en Odin. De
religie hoorde bij groepen reizende, land veroverende strijders geleid door een semigoddelijke leider.
De bijbehorende worldview was gericht op oorlog en eer. Dit systeem was vooral aanwezig in de
Noordelijke Scandinavische regionen.
2) In de meer Zuidelijke gebieden was de religie meer gericht op vruchtbaarheid. Hier werden de
'Vanir' goden aanbeden. De religie was ouder dan die van de Aesir en centreerde rond Njordr, de God
van de zee en zijn twee kinderen Freyr en Freyja, god en godin van seks, vruchtbaarheid, voortplan-
ting en succesvolle oogsten.
3) Als derde was er de religie van de Shamanen. Dit spirituele geloofssysteem kwam voor bij de Sami
en andere jagers in de aller-noordelijkste gebieden van Noorwegen en Zweden. De andere Vikingen
kwamen hiermee in contact maar de invloed ervan bleef beperkt.
IJsland ligt in het Noorden van Scandinavië, wat zou betekenen dat de Aesir goden daar het belang-
rijkst zijn. Maar vanzelfsprekend beïnvloedden de verschillende systemen elkaar. De geschriften in de
Edda spreken over een antieke oorlog tussen de Vanir en de Aesir goden. Dit leidde uiteindelijk tot
een fusie van de twee groepen. De Aesir wonnen de oorlog en de Vanir goden Njordr, Freyr en Freyja
werden als gijzelingen opgenomen tussen de Aesir. De oorlogsgoden en de antieke vruchtbaarheids-
goden resideerden dus samen in het Noorse pantheon.
Hoe Gunnell de heidense worldview duidt leg ik uit aan de hand van de twee groepen goden die elk
een andere kant van de worldview belichten.
18
Aesir
Drift
De belangrijkste en vader van alle Aesir goden is Odin. Hij bestiert Asgardr, het huis van de goden.
Odin is wild. Hij leeft van wijn alleen, is altijd onderweg en continu in aanraking met de extatische
'wild side'. Hij heeft onwettige seks met de dochters van reuzen, drinkt, vecht, verandert van vorm,
heeft contact met de doden, bedrijft magie en is bovendien een geestdriftig poëet.
Oorlog
Odin is populair onder strijders. Hij wordt gezien als hun krankzinnige leider. Krijgers strijden in talloze
gevechten en offeren hem de moedigsten en sterksten van hun tegenstanders. Na hun dood dienen
ze hem in zijn geregenereerde legers tijdens Ragnarok, de finale oorlog voor het einde van de wereld.
Voor het vechten doen ze zich in Odins hal tegoed aan eten, drank, slaap en seks, om na een moedige
dood weer tot leven gewekt te worden voor een volgende dag vechten.
Poëzie
Als poëet was Odin de inspirator van de dichters. Na een nacht seks met Gunnlod, de dochter van een
reus, steelt hij de mede van poëzie en neemt het mee naar de wereld van de goden waar hij het in
vaten bewaart. Zo nu en dan krijgen de beste menselijke dichters en volgelingen van Odin een scheut
van deze mede.
Mannelijk
De Aesir goden zijn voornamelijk mannen. Soms zijn ze getrouwd maar de echtgenotes spelen alleen
een rol op de achtergrond. Bijvoorbeeld Frigg, de vrouw van Odin, die moederlijk en trouw voor de
kinderen zorgt terwijl Odin rondraast.
Gevecht tegen natuur
Thor heeft weinig met oorlog van doen en houdt zich vooral bezig met het in toom houden van de
natuurkrachten. Dit gaat met grof geweld, want de natuurkrachten in het Noorden van Scandinavië
liegen er niet om. Het landschap is ruig, met bergen, sneeuw en ijs. De bergen worden gepersonifi-
eerd door de reuzen, waartegen Thor vecht met zijn hamer. Hij is populair onder de boeren, want met
zijn donder en regen brengt hij vruchtbaarheid.
Zij tegen wij
De focus van de Aesir op 'gevecht' is kenmerkend voor de worldview van de Vikingen. Het gaat om
een strijd tussen "ons" en "hen", of "hier" en "daar". In dit geval de Aesir tegen de reuzen. De reuzen
zijn niet dom of slecht. Net zoals dat de Aesir niet per se goed en briljant zijn. Het is dus geen strijd
tussen goed en kwaad. Op een bepaalde manier hebben de Aesir de reuzen zelfs nodig, bijvoorbeeld
om kinderen mee te krijgen en om juwelen, poëzie of kennis van te stelen. Volgens Gunnell zijn de
reuzen waarschijnlijk representatief voor de wilde krachten van rots, sneeuw en water, die de boer-
derijen en dorpjes omringen en bedreigen. "Hen" zijn tegenstanders die op afstand gehouden moeten
worden, die "daar" moeten blijven.
19
Moraal
Zoals genoemd zijn de Aesir niet perfect of heilig, zoals de christelijke god, ze zijn slechts sacraal. Ze
hebben verschillende karakters die soms wedijveren maar waarvan de een niet moreel superieur is
ten opzichte van de andere. Ze horen allemaal bij "ons". Er is geen duidelijke mal waarin een mens
zou moeten passen. Wanneer je bij "ons" hoort en loyaal bent is er geen reden je af te maken. In een
veelzijdig pantheon is altijd ruimte voor nieuwe ideeën en afwijkingen. Een objectieve moraal lijkt er
daarom niet te zijn.
Dit wordt duidelijker als je kijkt naar de god/reus Loki. Waar Odin wild doet is Loki de personificatie
van wildheid. Hij verandert met regelmaat van vorm, baart paarden en zeemonsters, en haalt onafge-
broken streken uit. Bijna alles wat fout gaat in de wereld van de goden (zoals Thor die zn hamer kwijt
raakt en Sif die haar haar verliest) is te danken aan Loki. Toch wordt Loki niet gezien als 'slecht' maar
eerder als 'onstuimig'. Pas in latere jaren wanneer de Vikingen meer en meer in contact komen met
het christendom begint Loki attributen van Satan te krijgen.
Eer
Terry Gunnell noemt kort dat 'eer' een van de belangrijkste waarden was van de Vikingen. Hij licht dit
verder niet toe. Ik vermoed zelf dat het te maken heeft met het gevecht tussen 'ons' en 'hen'. Ben je
loyaal aan 'ons' en strijd je heldhaftig voor je familie/volk/goden, of ben je verraderlijk en laf, laat je
'ons' in de steek. Trouw aan "het goede" resulteert in rechtvaardigheid. Trouw aan "de community"
resulteert in eer.
Marcel Otten, de vertaler van zo ongeveer elk in Nederland verschenen IJslandse boek noemt ook
iets in die richting. Hij zegt dat 'eer' de belangrijkste waarde van de Middeleeuwse IJslandse samenle-
ving was en noemt dit "een uitvloeisel van het grote belang dat de familie, de stam, in deze samenle-
ving had. (...) Eer betekende het bezit van algemeen erkende achting en erkenning als volwaardig lid
van een gemeenschap."29
Beledigingen zoals openlijk geuite twijfel aan de dapperheid van een vrije
man kon al leiden tot bloedwraak.
VANIR
Waar bij de Aesir de mannen de touwtjes in handen hebben is bij de Vanir de vrouwelijkheid domi-
nant. Van de drie goden Njordr, Freyr en Freija worden in de Vikingentijd voornamelijk Freyr en Freija
aanbeden. Freija wordt gezien als model van vrouwelijkheid, en het verschil tussen haar en Odins
vrouw Frigg is opvallend. Tussen de wilde mannelijke Aesir blijft Frigg op de achtergrond, maar Freija
laat zich gelden. Ze lijkt meer op Odin zelf, runt haar eigen hal en kiest haar eigen lovers. Ze slaapt
met een trio dwergen als dat haar juwelen oplevert, of met haar eigen broer als dat haar uitkomt. Ze
is de god van de helderziendheid, liefde, geboorte en dood. Ze heeft zelfs net als Odin een hal van de
doden waar ze de helft van de gestorvenen ontvangt.
29 Otten, M. (2013). Saga's van de westfjorden. Amsterdam, Nederland: Athanaeum. (p. 9)
20
Die gestorvenen wacht een ander lot dan de gestorvenen bij de Aesir cult. Het Vanir dodenrijk is koud
en diep in de aarde, afgesloten door poorten met bewakers. Het wordt geregeerd door een vrouw
genaamd Hel. Dat lijkt wat verwarrend want Freija ontving de helft van de doden al, maar variatie in
de verschillende tijden en plaatsen was kenmerkend voor Noorse mythologie. Waarschijnlijk waren
Freija en Hel soms dezelfde persoon of verbonden met elkaar.
Behalve goden kende de Noorse mythologie ook andere wezens die verbonden waren met het lokale
landschap. Natuurlijk woonden er in de grafheuvels de geesten van de voorvaderen, maar het land-
schap was ook bewoond door verschillende krachtige natuurgeesten. In latere eeuwen krijgen die
voornamelijk de vorm van elven en dwergen. De elven waren geen kleine vliegende wezentjes, maar
kwamen meer in de buurt van halfgoden. In sommige kringen was 'alfar' waarschijnlijk een ander
woord voor 'Vanir'. De god Freyr is in mythen sterk verbonden met de elven. Hij is de god van vrucht-
baar land en wordt geassocieerd met de zon en het begraven in de aarde (i.p.v. Odins crematie).
De natuurgeesten zijn net zo oud als en horen bij de Vanir. Het zijn de goden en geesten die sterk met
het landschap zijn verbonden en daarom zelfs door het christendom nauwelijks uit te roeien waren,
het elven- en geestengeloof bestaat immers nog steeds (vooral in de kleine boeren- en vissersdorp-
jes). Freija en Freyr zijn allebei vruchtbaarheidsgoden. De Vanir cult lijkt vooral het natuurreligie-
aspect van de Oud Noorse religie te vertegenwoordigen. De woorden 'aarde' en 'vruchtbaarheid' zijn
tekenend.
DE WERELDBOOM
Hoe zijn al deze entiteiten, de Aesir, Vanir, elven, reuzen, natuurgeesten, monsters, dwergen, doden-
rijken onder en boven de aarde met elkaar verbonden? Centraal staat de Wereld Boom, Yggdrasil.
Yggdrasil houdt de hemel omhoog en verbindt de verschillende werelden met elkaar. De boom begon
te groeien sinds het begin van de tijd en zal ineenstorten tijdens Ragnarok. Tot die tijd is hij het cen-
trum van de wereld. Bij de boom ontmoeten de "Nornen" elkaar. Deze Nornen van het lot, met hun
drieën representatief voor het verleden, het heden en de toekomst zitten bij de bron aan de voet van
de boom. Ze delen het water van het lot uit. Noorderlingen gingen niet op reis of het slagveld op zon-
der via een zieneres of waarzegster hun lot te raadplegen. Het geloof in het lot en de acceptatie van
de dood zat diep geworteld. Dood en leven zijn sterk met elkaar verbonden. Er was weinig verschil
tussen de gevechten en levenswijze van strijders die nog leefden en de strijders die na hun dood bij
Odin woonden en met hem vochten. Evenzo bleven de voorvaders van de boeren in de vorm van
geesten op de boerderij van hun kinderen wonen. Na Ragnarok, het einde van de wereld, zou de aar-
de gewoon weer opnieuw beginnen. Pseudowetenschappelijke literatuur30
leg uit dat de Noorderlin-
gen een 'cyclisch wereldbeeld' hadden. Terry Gunnell zegt hier niets over, maar in ieder geval is de
wereld volgens de Noorse heidenen één. Zeker wanneer je het vergelijkt met bijvoorbeeld een Mid-
30 Mccoy, D. (2013). The love of destiny. Geraadpleegd van http://norse-mythology.org/the-love-of-
destiny-dan-mccoy/
21
deleeuws of Modern christelijk wereldbeeld dat een sterk onderscheid maakt tussen goed en kwaad,
leven en dood, verleden en toekomst, straf en verlossing.31
ARABIER
Via de BBC-serie Vikings vond ik nog één andere bron. De televisieserie zit nogal goed in elkaar en wat
me bij het bekijken van een aantal afleveringen opviel was dat hij zo historisch correct leek. Dat vond
niet alleen ik, maar ook het hoofd van Scandinavian Studies op Harvard University, een Zweedse pro-
fessor. Hij zegt over de serie: "This is the first time my culture has ever been taken seriously, and
treated intelligently."32
In de serie komt de worldview, religie en geloofsbeleving van de hoofdperso-
nen veelvuldig aan bod, en geven de makers een beeld van de dagelijkse omgangsvormen en rituelen.
Het lijkt alsof de scenarioschrijver meer dan genoeg informatie tot zijn beschikking heeft over de hei-
dense praktijk.
Die schrijver is Michael Hirst. Hij is een promovendus van Oxford33
en stapte na een aantal jaren uni-
versitair onderzoek over op het beroep van scenarioschrijver. In een interview vertelt hij: "After I’d
written Elizabeth, I wrote a screenplay about an English king called Alfred the Great, who fought the
Vikings. I did some research about the Vikings and I realized that there wasn’t much to research about
them."34
Dit was precies de reden dat hij graag de screenplay voor 'Vikings' wilde schrijven. Hij las
alles wat hij maar te pakken kon krijgen via zijn academische contacten. Ik ging op zoek of hij ergens
iets losliet over zijn bronnen en hij noemt er een, zijn belangrijkste. Een verslag van een Arabische
handelaar.
Deze islamitische handelaar kwam tussen de vierde en tiende eeuw in aanraking met de Vikingen en
bestudeerde hun gebruiken. Met veel verbazing en humor beschrijft hij deze wildemannen. Op een
belangrijk punt komen zijn beschrijvingen overeen met die van Gunnell. De focus op strijd, en de
smalle scheiding tussen dood en leven.
Dit wordt duidelijk in de kleding die ze volgens hem dragen. "Every one of them (de mannen) carries
an axe, a sword and a dagger and is never without all of that which we have mentioned. Each woman
31 Gunnell, T. (2007). Viking Religion: Old Norse mythology. In R. North, & J. Allard (Red.), Beowulf &
other stories: A new introduction to Old English, Old Icelandic, and Anglo-Norman literatures (pp. 351-
375). Harlow, Verenigd Koninkrijk: Pearson Education Limited.
32 Hirst, M. (2015, 10 februari). I am Michael Hirst, creator and sole writer of HISTORY’s scripted
drama, Vikings. Ask Me Anything! [Interviewrubriek 'Ask me Anything' op Reddit]. Geraadpleegd van
http://www.reddit.com/r/IAmA/comments/2vfktj/i_am_michael_hirst_creator_and_sole_writer_of/
33 Curtis, C. (2009, 21 mei). Michael Hirst, The Tudors. Geraadpleegd van
http://www.broadcastnow.co.uk/michael-hirst-the-tudors/5001701.article#
34 Hirst, M. (2015, 10 februari).
22
has, on her breast, a small disc (...). Each disc has a ring to which a dagger is attached."35
De Arabier
beschrijft ook een begrafenisritueel dat hij meemaakt. Er wordt een huisje gebouwd op een boot
waar de Viking in wordt gelegd. Het huisje wordt bevoorraad met allerlei eten, gebruiksvoorwerpen,
betaalmiddelen en wapens. Er wordt nieuwe kleding gemaakt die de dode aangetrokken wordt. Paar-
den worden in stukken gehakt en op de boot gelegd. Een van de slavinnen biedt aan om met haar
meester mee naar het hiernamaals te gaan zodat ze hem daar kan dienen. Vlak voor de boot in brand
gestoken wordt om de dode inclusief alle spullen te cremeren gaat de slavin aan boord en wordt ze
gedood. Opvallend is dat de dode Viking voorzien wordt van alle dingen die hij in het leven nodig had.
Blijkbaar verwachten zijn nabestaanden dat hij die dingen in het hiernamaals weer nodig zal hebben,
en dat zijn leven daar dus op ongeveer dezelfde manier weer doorgaat. Dit wordt ook uitgebeeld door
het doden van een kip (die ook weer op de boot gegooid wordt en) dat volgens Turville-Petre36
waar-
schijnlijk symbool staat voor wedergeboorte.
Wat Terry Gunnell slechts kort noemde als eigenschap van Odin, beschrijft de Arabier in detail als
eigenschap van zijn volgelingen. Namelijk de liefde voor seks en alcohol. Hij schrijft: "One man will
have intercourse with his slave-girl while his companion looks on. Sometimes a group of them comes
together to do this, each in front of the other. Sometimes indeed the merchant will come in to buy a
slave-girl from one of them and he will chance upon him having intercourse with her, but he will not
leave her alone until he has satisfied his urge."
"In the case of (the death of) a rich man, they gather together his possessions and divide them into
three, one third for his family, one third to use for his funeral garments, and one third with which they
purchase alcohol which they drink on the day when his slave-girl kills herself and is cremated together
with her master. (They are addicted to alcohol, which they drink night and day. Sometimes one of
them dies with the cup still in his hand.)"
SIRES WORLDVIEWVRAGEN
Met deze informatie op zak kunnen we proberen de worldviewvragen geformuleerd door James Sire
te beantwoorden. De antwoorden die ik hier beschrijf zijn geen harde feiten maar een inschatting op
grond van de informatie die ik tot zover heb verzameld. In eerste instantie wilde ik de Gisli Saga in een
apart hoofdstuk van dit onderzoek behandelen, maar aangezien Sire schrijft dat je een tekst waarvan
je de achterliggende worldview wilt analyseren moet lezen met de worldviewvragen bij de hand ("one
simply reads with the seven worldview questions present") neem ik de saga er meteen bij. Ik noem de
vraag, het antwoord op de vraag en citeer een passage uit de Gisli-saga waarin het betreffende aspect
van de worldview terugkomt. Voor onbekenden met de Gisli-saga is een samenvatting te vinden in
bijlage 1. De citaten komen uit de vertaling van Marcel Otten.37
Om de saga te begrijpen en de ver-
35 Montgomery, J. E. (2000). Ibn Fadlan and the Rusiyyah. Journal of Arabic and Islamic Studies, 3, 1-
25. Geraadpleegd van https://www.library.cornell.edu/colldev/mideast/montgo1.pdf
36 Gabriel Turville-Petre in de voetnoten bij het artikel van Montgomery. Ik heb geen toegang tot de
originele bron (inlogmuren / depots).
37 Otten, M. (2013). Saga's van de westfjorden. Amsterdam, Nederland: Athanaeum.
23
schillende passages te kunnen duiden heb ik de inleiding en voetnoten van Marcel Otten38
gelezen en
een analyse van Gabriel Turville-Petre getiteld "Gisli Sursson and his poetry: traditions and influen-
ces"39
.
1) WAT IS PRIMAIRE REALITEIT, HET WARE WERKELIJKE?
Volgens de Vikingen is de wereld geschapen uit het lichaam van een reus. "The jotuns, however, also
represent the origin of both the world and the gods, since the world was originally formed from one of
them (Ymir), and most of the Aesir gods either issue directly from their ranks (Odinn) or from their
daughters (Thorr)."40
Zelfs hun vermogen tot poëzie komt bij de reuzen vandaan, en daarmee hun
vermogen hun wereldbeeld/religie uit te drukken. Volgens Gunnell stonden de reuzen symbool voor
de woeste bergen en rotsen.
Je zou ook kunnen zeggen dat het ware werkelijke de Yggdrasil is, de boom die de wereld tot een
eenheid maakt. De boom die verbonden is met een onwrikbaar lot. In beide gevallen gaat het om een
oncontroleerbaar element uit de natuur. Je zou kunnen zeggen dat voor de Viking het ware werkelijke
de "woeste natuur" is.
38 Otten, M. (2013). Saga's van de westfjorden. Amsterdam, Nederland: Athanaeum.
39 Turville-Petre, G. (1944). Gisli Sursson and his poetry: Traditions and influences. The modern lan-
guage review, 39, 374-391.
40 Gunnell, T. (2007).
Volgens Marcel Otten doen de sagaschrijvers niet aan natuurbeschrijvingen, ze beschrijven als
observant alleen gebeurtenissen en dialogen. Dat geldt ook voor de Gisli saga. De saga is uniek
omdat Gisli in de dialogen ook zijn gevoel uitspreekt, maar een filosofisch idee als 'je als mens
verhouden tot de woeste natuur' is wat teveel gevraagd.
De saga staat echter wel helemaal vol met verwijzingen naar een onontkoombaar lot. De Wereld-
boom als de primaire werkelijkheid komt dus wel terug.
"Ik droomde van twee vrouwen. De ene is goed voor mij en de andere vertelt me steeds iets
waardoor ik me ellendiger voel dan eerst en ze voorspelt me alleen maar slechte dingen. Ik
droomde nu net dat ik naar een huis of een hoeve leek te lopen en het was alsof ik het huis bin-
nenging, waar ik vele van mijn verwanten en vrienden herkende. Ze zaten bij vuren en dronken. Er
waren zeven vuren, sommige waren bijna uitgebrand en andere laaiden helder op. Daarop kwam
de goede droomvrouw binnen die zei dat dat mijn leeftijd aangaf, hoeveel jaren ik nog te leven
had
Land van de vlammen der golven, godin van het goud,
ik kwam in een hal, zeven vuren brandden als voorteken.
24
2) WAT IS HET KARAKTER VAN DE EXTERNE WERKELIJKHEID, DE WERELD OM
ONS HEEN?
Het karakter van de externe werkelijkheid is volgens de Vikingen zoals Gunnell het steeds omschrijft:
in gevecht. De wereld ontstond uit strijd, en zal eindigen in strijd. Het is belangrijk sterk en moedig te
zijn en de goden aan je zijde te hebben om alle vijanden te kunnen weerstaan.
Een illustrerend verhaal is een mythe om de seizoenen te verklaren. De reus Skadi mocht een god
kiezen om mee te trouwen maar zag daarbij alleen hun voeten. Ze koos de god met de mooiste voe-
ten, maar dat was Njördr, de god van de zee, met z'n frisse tenen. Hun huwelijk was problematisch
want ze konden het maar niet eens worden over waar te gaan wonen, elk vonden ze de woonplaats
van de ander verschrikkelijk. Stel je voor, een rotsenreus uit het gebergte die al ruziënd met de wate-
rige god van de zee vanuit de bergen naar de kust reist, en later weer terug, dat moet een hoop ge-
donder hebben gegeven. De seizoenen als resultaat van strijd.
3) WAT IS EEN MENS?
Op grond van wat Gunnell omschrijft, en de saga's die ik tot nu toe heb gelezen vermoed ik dat een
Viking zou zeggen: "ik ben lid van die en die familie, dien deze hoofdman en aanbid deze god." Een
Viking is zijn "alliances". Zijn verwanten, zijn bondgenoten, de mensen, groepen en goden waar hij
Gisli wordt onafgebroken bedreigd. Hij is moediger, sterker en vooral slimmer dan wie ook om het
gevaar te ontlopen. Maar hoe slim hij ook is, het noodlot kan hij niet ontlopen. Dit is misschien
een goede aanvulling op 'het karakter van de werkelijkheid'. De werkelijkheid is in strijd, maar het
einde van de strijd ligt wel vast.
"Gisli pakte een steen en gooide die naar een eilandje dat voor de kust lag en hij zei tegen de boer
dat zijn zoon, als hij thuiskwam, het hem na moest doen en dan zou de boer weten wie hij was.
Maar er was niemand die dat klaarspeelde en aldus was nogmaals bewezen dat Gisli behendiger
was dan alle anderen. "
"Gisli was een schrandere man die veel droomde en zijn dromen kwamen vaak uit. Iedereen die
ervan afwist was het erover eens dat Gisli langer dan wie ook als vogelvrije overleefde, afgezien
van Grettir de Sterke Asmundarson." (blz. 64)
Hierna volgt de voorspellende droom van de twee vrouwen en zeven vuren.
Zij, die op banken zaten, heetten mij welkom;
De menger van verzen wenste hen het beste.
Kijk stam van het staal, zei de asin van de haarband,
hoeveel vuren er branden, helder in de hal.
Zo vele winters resten hem nog te leven,
Die 't schild in de storm draagt. Jou wacht wat beters."
(blz. 65)
25
onvoorwaardelijk loyaal aan is en met wie hij tegen de vijanden strijd. Als het gaat om een vrije man
of vrouw tenminste. Een slaaf of slavin is meer een onderdeel van de identiteit van zijn/haar meester.
4) WAT GEBEURT ER ALS JE DOOD GAAT?
Na de dood gaat het leven op ongeveer dezelfde manier verder. Een dappere strijder komt in Valholl
waar hij verder mag strijden. Een boer komt in de aarde die hij bewerkte en waar hij eventueel als
geest nog rond kan zwerven. De dood is je lot en onvermijdelijk, maar sterk verbonden met het leven
en daarom niet iets om te vrezen.
In de Gisli saga staat maar één opmerking over het leven na de dood:
"Nadat ze Vesteins lijk hadden klaargemaakt volgens de gebruiken van die tijd ging Thorgrim naar
Gisli en zei: 'Het is gebruik om de overledene Helschoenen aan te trekken die hij moet dragen op
zijn weg naar Walhalla. Ik zal dat voor Vestein doen.'"
(blz. 48)
Gisli, Thorkel en Thordis zijn broers en zus. Ene Thorgrim trouwt met Thordis en gaat met haar op
haar boerderij wonen.
"Nu woonde Thorgrim op Zeeplek en Gisli en Thorkel verhuisden naar Heuvel, waar ze een mooie
boerderij optrokken. De twee boerderijen, Heuvel en zeeplek lagen naast elkaar, gescheiden door
een muur, en beide partijen stonden op goede voet met elkaar."
even later zegt Gisli tegen Thorkel, Thorgrim en de broer van Gisli's vrouw Vestein het volgende:
"'We zullen onze vriendschapsbanden krachtiger aanhalen dan voorheen en we zullen alle vier
bloedbroederschap zweren.'
Ze gingen naar buiten, naar de landtong van Heuvelgrindbank en staken een lange reep turf uit de
grond, waarbij ze ervoor zorgden dat beide einden stevig in de grond stonden. vervolgens stutten
ze de boog turf met een met zilver ingelegde speer die zo lang was dat men zijn hand moest uit-
strekken om bij de klinknagels vna het speerblad te komen. Ze zouden alle vier onder de turfboog
door moeten gaan, Thorgrim, Gisli, Thorkel en Vestein. Vervolgens maakten ze allen een wond om
bloed te laten vloeien en ze lieten het bloed in de aarde druppen die onder de turfboog was uitge-
stoken en vermengden de aarde met hun bloed. Toen gingen ze op hun knieën en zwoeren de eed
dat ieder de ander als zijn broer zou wreken en ze riepen alle goden aan hiervan getuige te zijn.
Maar toen ze de handen ineen grepen zei Thorgrim: 'Ik heb al genoeg te doen als ik dit met mijn
beide zwagers, Thorkel en Gisli, afspreek, maar ik ben Vestein niets verplicht,'en hij trok snel zijn
hand terug. 'Dan doe ik dat ook maar,' zei Gisli en ook hij trok zijn hand snel terug. 'Ik ga me niet
met banden belasten van iemand die zich niet wil binden aan mijn zwager Vestein.'"
(blz. 35)
26
5) WAAROM IS HET MOGELIJK OM IETS TE WETEN
Omdat Odin de van de reuzen gestolen dichtkunst aan de mensen geeft waarmee zij de verhalen over
de wereld kunnen doorvertellen. Je kunt rondreizen om nieuwe verhalen tegen te komen. Ook kun je
zieners raadplegen die kennis over het lot hebben. Van alle verhalen die je hoort kun je de mooiste
doorvertellen, en als je merkt dat een verhaal of god niet werkt (overeenkomt met of nut heeft voor
de praktijk) kies je een ander.
6) WAT IS GOED EN FOUT?
Er is geen scherpe scheiding tussen goed en fout. Er zijn wel gemeenschappelijke waarden. Belangrijk
is het om te strijden tegen de tegenstanders. Dat betekent vechten of hard werken op de boerderij.
Het is niet goed om op te geven en je alliances in de steek te laten. Er is gevaar maar dat kun je samen
weerstaan. Wat er mis is met de wereld, is dat er mensen zijn die te laf zijn om te strijden of hun alli-
ances verraden. Tekenend is dat in de Gisli-saga de wet naar voren komt dat je wel iemand mag do-
den in een gevecht van man tot man, maar niet iemand mag vermoorden terwijl hij bijvoorbeeld
slaapt.
Als heiden ben je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen gedrag, je geloof, je veiligheid en je wel-
vaart. Hulp van goden kun je aanroepen, en er ligt van alles vast in het lot, maar er is geen sprake van
dat je iets gratis krijgt, of dat iets voor je wordt geregeld. Genieten van alcohol, seks en poëzie kan
naar eigen inzicht.
Letterlijk staat hier niets over in de Gisli Saga. Maar er staat wel een treffend voorbeeld in van de
mix van christelijke en heidense verhalen die er was in de tijd dat het verhaal opgeschreven werd.
In Gisli's dromen komt een slechte en een goede droomvrouw voor. Beiden zijn vrouwen van het
(typisch heidense) lot. De slechte droomvrouw lijkt neergezet te worden als heidens ("besmeurd
met bloed wast ze me in een gore vloed"). Maar de goede droomvrouw lijkt meer een christelijke
beschermengel:
"Daarop kwam de goede droomvrouw binnen die zei dat dat mijn leeftijd aangaf, hoeveel jaren ik
nog te leven had en ze raadde me aan zolang ik nog leefde het heidendom af te zweren en me niet
bezig te houden met toverkunsten of heidense gebruiken, maar goed te zijn voor de doven, de
lammen, de armen en hulpbehoevenden."
Of zoals Gisli dicht:
"Wees niet de eerste met moorden, treiter hen niet tot strijd,
de Asen die wapens behagen, geef mij daar je woord op.
Reik blinden de hand, Baldr van het schild, gever van goud,
help hen zonder handen, hen honen brengt onheil."
(blz. 65)
27
7) WAT IS DE BETEKENIS VAN DE MENSELIJKE GESCHIEDENIS?
De wereld gaat uiteindelijk op in een gigantische strijd die het einde inluidt. Er zal dan een grote groep
dappere strijders zijn die elke dag vechten. Je rol in het verhaal van de wereld is om een van die dap-
pere strijders te zijn en mee te doen. Dit kan een oorlog zijn met wapens maar voor sommigen is het
de strijd tegen de elementen. Wie de strijd wint ligt vast in het lot. Dit kun je niet veranderen, maar je
kunt wel iets doen aan de houding waarmee je het lot tegemoet treedt.
Gisli's lot is om te sterven. Maar hij is ontzettend moedig. Er staat niets in de saga over Gisli's rol in
de grote wereldgeschiedenis, en of hij in Valhalla gaat vechten. Maar opvallend is de manier
waarop zijn dood beschreven wordt. Er is nauwelijks een manier om iemands dood zo heldhaftig
te doen lijken, en de aanvaller zo laf. Gisli omarmt zijn noodlot dapper. Als het probleem van de
wereld lafheid is en verraad, is Gisli's leven een deel van de oplossing: een voorbeeld voor ande-
ren.
"Zodra hij het gedicht had uitgesproken, sprong hij omlaag van de rots en dreef zijn zwaard in het
hoofd van Eyjolfs verwant, Thord, en kliefde hem tot de plek waar de gordel zat doormidden. Gisli
viel boven op hem en blies zijn laatste adem uit. Alle metgezellen van Eyjolf waren zwaar gewond
"Het volgende wat er gebeurde was dat Gisli een boodschap stuurde naar de ooms van Vestein,
Helgi, Sigurd en Vestgeir, de zonen van Bjartmar, waarin hij hun vroeg naar het Ding te gaan om
een regeling aan te bieden zodat hij niet vogelvrij zou worden verklaard. Ze gingen naar het Ding,
maar kwamen geen steek verder met een regeling. Men zei dat ze zich zo slap gedroegen dat ze
bijna jankten toen de zaak op zijn einde liep. Ze vertelden Thorkel de Rijke wat er was gebeurd en
zeiden dat ze Gisli niet zelf durfden te vertellen dat hij vogelvrij was verklaard. Thorkel de Rijke
ging Gisli opzoeken en vertelde het hem. Gisli dichtte toen deze verzen:
Het geding op Thorsnes
zou niet zo zijn geweest
als Vesteins hart had geklopt
in de borst van Bjartmars zonen.
Ze lieten het hoofd hangen
terwijl ze het hoog moesten houden.
Die gevers van goud gedroegen zich
alsof met rotte eieren werd gekeild.
Op het Ding is een hard vonnis geveld,
schandalig - dit nieuws dat komt uit het noorden.
Strooier van ringen, deze gepantserde krijger
zal wreed wraak nemen op Börk en Stein."
(blz. 63)
28
ORALE TRADITIE VERSTEEND
Eerder in dit hoofdstuk noemde ik dat het oude heidendom gebaseerd was op een orale traditie, en
daardoor in touch met de directe omgeving en tijdsgeest. Het veranderde per plaats en per tijdsperi-
ode. De worldview hier beschreven is gebaseerd op de opschriftstelling van voornamelijk Snorri Stur-
luson. Op het moment dat een orale traditie op schrift gesteld wordt is het vanzelfsprekend niet meer
oraal. Het bevriest tot een 'boekentraditie'. Snorri maakt met de Edda eigenlijk een foto van hoe het
heidendom er in (ongeveer) zijn tijd uit zag. Hoe het eruit zag vlak voor het verdrongen werd door het
christendom. De orale traditie hield op te bestaan. Wat dit betekent voor het nieuwe heidendom
wordt hopelijk duidelijk in de volgende hoofdstukken.
CONCLUSIE
Het is moeilijk om exact te kunnen beschrijven hoe de heidense worldview er voor de kerstening uit
zag. De resultaten van dit hoofdstuk kunnen opgevat worden als een voorzichtige indruk van het hei-
dendom zoals het eruit zag rond de tijd en plaats waar Snorri Sturluson het op schrift stelde en daar-
mee de orale traditie afsloot. Snorri beschreef twee groepen goden, de oorlogsgoden en vruchtbaar-
heidsgoden, ontstaan in twee verschillende streken en tijdsperiodes en samengekomen in het Noorse
pantheon. De goden waren primair in hun driften, niet bezig met moraal, ze hielden van oorlog en
poëzie en zorgden voor vruchtbaarheid. Ze belichaamden de strijd tegen de woeste natuur van het
Noorden en de tegenstanders.
De verschillende elementen uit de werkelijkheid (de goden, de mensen, de natuur, de natuurgeesten,
het leven, de dood) waren verbonden door Yggdrasil, de boom van het lot.
In de worldview van de heidenen is het ware werkelijke de woeste oncontroleerbare natuur of het
onwrikbare lot. De werkelijkheid wordt gekarakteriseerd door een eeuwige strijd. Uiteindelijk zal de
wereld daar ook in op gaan. Het is daarom belangrijk zelf ook altijd dapper te strijden, samen met je
alliances, je bondgenoten, familie en lievelingsgod, die jouw identiteit bepalen. Je bent loyaal aan ze
en beschermt of wreekt ze. Je bent zelf verantwoordelijk dat het goed met jou (en je alliances) gaat
en Gisli liet het leven met zo vele en zo grote wonden dat men er versteld van stond. Men zegt dat
hij geen enkele maal terugweek en voor zover men kon beoordelen was zijn laatste slag niet min-
der hard dan de eerste. Zo kwam het leven van Gisli tot een einde en iedereen is het er over eens
dat hij een van de dapperste mannen aller tijden is geweest, ook al viel het geluk hem niet altijd
ten deel. (...) Op het strand stierf een zesde man (van de aanvallers). Daarna gingen Eyjolf en zijn
aanhang terug naar Otterdam en diezelfde nacht stierf een zevende man. De achtste hield twaalf
maanden gewond het ziekbed en stierf toen ook. De anderen die gewond waren genazen, maar
de onderneming leverde hun alleen maar schande op. En iedereen is het erover eens, in zoverre
men het zeker weet, dat niemand hier in dit land zich zo roemvol heeft geweerd als Gisli."
29
en kunt geen redding verwachten. Uiteindelijk zul je de strijd dus ook verliezen, maar na de dood gaat
het leven gelukkig op ongeveer dezelfde manier door. Dat weet je omdat de goden aan sommige
mensen de dichtkunst hebben gegeven, en aan andere mensen een zienend oog. Die kunnen verhalen
vertellen die jij dan weer door kunt vertellen. Maar vergeet vooral ook het bier niet.
30
HOE ZIET DE IJSLANDSE HEIDENSE
WORLDVIEW ER IN DE 21STE EEUW
UIT?
HOOFDSTUK 3
IJsland werd gekerstend in het jaar duizend maar het heidendom verdween nooit volledig41
. De saga's
bleven doorverteld worden en het geloof in heidense bovennatuurlijke wezens bleef bestaan. Sveinb-
jörn Beinteinsson, een gerespecteerd IJslands dichter en voordrachtskunstenaar besloot samen met
andere geschiedenis- en literatuurenthousiastelingen dat er een genootschap zou moeten komen dat
zich richtte op de prechristelijke gebruiken, mythen en overtuigingen van het vroege IJsland. Dit ge-
nootschap werd in 1972 opgericht en 'Asatru' genoemd. Het woord Asatru betekent 'trouw aan de
Aesir'. De Asatrucommunity is de groep in IJsland die zichzelf het meest uitgesproken heiden noemt,
ook al zeggen de meeste Asatruar dat elke IJslander een heiden is.
BRONNEN
Ik wil de IJslandse heidense worldview hoofdzakelijk bestuderen vanuit deze groep, de 'Asatruarfela-
gid' of Asatrucommunity. Ik gebruik hiervoor drie bronnen.
Michael Strmiska is een Amerikaanse onderzoeker die zich gespecialiseerd heeft in modern heiden-
dom. Voor zover ik weet is hij de enige onderzoeker die research heeft gedaan naar Asatru en daarbij
de IJslandse groepering heeft meegenomen. In het artikel 'Asatru in Iceland - the rebirth of Nordic
paganism'42
beschrijft hij de Asatrucommunity uitvoerig. Omdat de community niet zeer groot is (tij-
dens het onderzoek van Strmiska zo'n 300 leden, dat is voor IJsland met haar 300.000 inwoners overi-
gens wel erg veel) en omdat het gaat om een nieuwe beweging waar nog nauwelijks onderzoek naar
gedaan is, is Strmiska's artikel niet het meest objectieve mogelijk. Dat geeft hij zelf ook toe, in een
ander artikel noemt hij de eerste 'apologetic'43
. Dat vind ik zelf iets overdreven, hij beschrijft vooral
hoe postmodern de Asatrucommunity is, en in een postmoderne tijd is dat automatisch apologetiek.
41 Seigfried, K. E. H. (2011, 23 juni)
42 Strmiska, M. (2000). Ásatrú in Iceland: The rebirth of Nordic paganism. Nova Religio: The Journal of
Alternative and Emergent Religions, 4(1), 106-132.
43 Strmiska, M. (2012). On becoming a pariah: Personal reflections on my Asatru research. Paper ge-
presenteerd op de CPASE Conference, Stockholm, Sweden. Geraadpleegd van htt-
31
Zijn latere onderzoek naar Asatrucommunities in de Verenigde Staten veranderde het beeld dat hij
van Asatru had van een open en vriendelijke gemeenschap naar een racistische, militante. Zijn mening
over de IJslandse Asatrucommunity bleef echter onveranderd, hij bemerkt een groot verschil tussen
de Europese en Amerikaanse Asatrubewegingen, en zelfs een verschil tussen de IJslandse en de Scan-
dinavische of West-Europese communities. Aangezien het andere onderzoek naar Asatru zich vooral
focust op Amerikaanse bewegingen heb ik daarom besloten alleen artikelen over de IJslandse variant
te gebruiken. Praktisch betekent dat alleen artikelen van Strmiska. Dat is niet ideaal, want zijn onder-
zoek is ook ietsjes gedateerd, 15 jaar geleden zag de Asatrubeweging er anders uit dan nu, maar ik
durf het toch aan omdat zijn bevindingen op het gebied van worldview honderd procent overeenko-
men met die uit de volgende twee bronnen.
Ik heb een maand in IJsland rondgereisd en gewerkt en heb daar vele gesprekken gevoerd met talloze
locals. Mijn vervoersmiddel was 'liftend' en slapen deed ik vooral bij IJslanders thuis, ik had dus volop
de gelegenheid de elvenverhalen op het spoor te komen. De Asatru hogepriester Hilmar Örn Hilmars-
son had ik aan de telefoon maar de afspraak voor een interview annuleerde hij op het laatste mo-
ment. Gelukkig lukte het wel om een meeting van de Asatrucommunity bij te wonen. Het interview
dat ik daar hield met vijf van de leden is mijn belangrijkste bron van informatie.44
Daarnaast inter-
viewde ik ook een godsdienstlerares, een sagalerares45
en de heidense eigenaar van een IJslandse
muziekwinkel die veel met Hilmar samenwerkte. Ik gebruik mijn bevindingen uit de interviews voor-
namelijk als illustratie.
De derde bron is een uitgebreid interview met Hilmar op norsemyth.org. Hilmar is (naast zijn werk als
muziekproducer) de hogepriester en daarmee ook woordvoerder van de Asatru beweging en is een
expert op het gebied van Oudijslands en de Oudnoorse mythologie. 46
WAT IS HET IJSLANDSE ASATRU PRECIES?
Het doel van de Asatrubeweging is om de oude IJslandse heidense tradities en gebruiken nieuw leven
in te blazen en opnieuw te interpreteren. De meeste leden van de groep ten tijde van de oprichting
geloofden niet per se in het bestaan van de goden. Ze koesterden ze als symbool voor de spirituele
waarden, idealen en gebruiken uit de heidense erfenis die ze wilden bewaren en promoten.
De beweging is erg democratisch en heeft drie bestuursorganen, een zakelijk bestuur, het zakelijke
bestuur in combinatie met alle priesters en de hogepriester, en de algemene ledenvergadering. De
ps://www.academia.edu/2339326/On_Becoming_A_Pariah_Personal_Reflections_on_my_Asatru_Re
search_
44 Transcriptie te raadplegen in bijlage 2.
45 Verslag interview leraressen te vinden in hoofdstuk vijf van dit document.
46 Seigfried, K. E. H. (2011, 23 juni)
32
leden van het bestuur en de priesters worden democratisch gekozen, en alles wat in de bestuursra-
den besloten wordt kan op de algemene ledenvergadering weer terugkomen op opnieuw te bespre-
ken of over te stemmen. In de praktijk heeft de hogepriester veel invloed. Hij is de woordvoerder van
de beweging, verantwoordelijk voor public relations en heeft een ceremoniële rol bij bijvoorbeeld het
jaarlijks inzegenen van het nationaal parlement (samen met een leider van de lutherse kerk). De or-
ganisatie is gevestigd in Reykjavik, houdt elke zondag een meeting die qua vorm vergelijkbaar is met
het koffiedrinken na een kerkdienst, en vier keer per jaar een Blót, een ritueel feest. In 2012 had de
groep bijna 2000 leden. Dat zijn waarschijnlijk lang niet allemaal participerende leden, in IJsland ben
je automatisch lid van de staatskerk, behalve als je je laat overschrijven naar een andere religieuze
groepering, waardoor díe groepering jouw verplichte 'kerkbelasting' ontvangt. Op de meeting die ik in
2014 bezocht waren (inclusief zuigelingen) maximaal dertig leden. Op dit moment is de groep bezig
een 'hof', een speciaal voor Asatru gebouwde tempel te realiseren.
ELKE IJSLANDER IS HEIDEN
Voor IJslanders is het eigenlijk niet zo'n big deal om je bezig te houden met de goden van vroeger.
Iedereen doet dat. Alle leerlingen krijgen hun hele schoolcarrière lang les over de saga's, en heel veel
straatnamen, gebouwen en winkels zijn vernoemd naar de goden. Waar het Nederlands vol zit met
Bijbelse uitdrukkingen en referenties zit het IJslands vol gezegden uit de saga's. Vooral de IJslanders
uit de dorpjes geloven nog collectief in het bestaan van de Huldufolk (het verborgen volk) en de elven.
De overheid heeft een ambtenaar in dienst die speciaal is aangewezen om routes uit te zoeken voor
nieuwe wegen die het leefgebied van de Huldufolk niet verstoren. Recent werd een wegenbouwpro-
ject stilgelegd omdat de Elven boos waren.47
Op weg naar de Westfjorden stapte ik in de truck van
een bouwvakker die uitgebreid kon verhalen over de manieren waarop de Elven de machines van het
bedrijf waarvoor hij werkte onklaar hadden gemaakt. Een andere liftgever vertelde hoe ze een huisje
had gebouwd naast het huis van haar voorouders om onderdak te bieden aan de geest van een meisje
dat ooit in een stormnacht bij het huis had aangeklopt, maar niet binnen was gelaten en dood vroor.
Sindsdien spookte ze rond en bracht ze ongeluk, totdat de vrouw de geest uitnodigde om in het huisje
te komen wonen. De IJslanders zijn trots op hun roots en genieten van de folklore.
Daarom zeggen de Asatruleden ook dat eigenlijk elke IJslander een heiden is. Het christendom heeft
volgens hen nooit echt het heidendom vervangen, het is er eerder bovenop gebouwd. Strmiska: "Ice-
landic culture has rarely applied an either-or, exlusionary logic to religious matters, but has often pre-
ferred to combine strength with strenght, sacred with sacred."48
Asatruleden zijn dan ook niet op een
heel andere manier bezig met de goden dan de gemiddelde IJslander, ze doen dat hoogstens een stuk
intenser en bewuster volgens Strmiska. Dat gevoel kreeg ik ook toen ik samen met Sindri, de jongen
waarbij ik logeerde in Reykjavik, de Asatrumeeting bezocht. Hij was agnost en wist haast nog minder
van de Asatru-organisatie dan ik, maar zat daar toch met de houding van een insider toen we spraken
over hun geloof.
47 Wainwright, O. (2015, 25 maart). In Iceland, ‘respect the elves – or else’. Geraadpleegd van
http://www.theguardian.com/artanddesign/2015/mar/25/iceland-construction-respect-elves-or-else
48 Strmiska, M. (2000).
33
Hilmar:
"To illustrate that, I met this old man in the shop yesterday. He came up to me and shook my hand,
and he told me that - when he was confirmed in the early 1920s - his grandmother came to him and
gave him a book with the Eddic poems and said, “You should read that, because this is what we also
believe.” That’s, in a way, how I was brought up. My father caught me reading a Superman magazine,
and he just gave me Grettis Saga and said, “Okay, this is the real Superman.”"49
Om die reden is Asatru in IJsland totaal anders dan de Aatrubewegingen in Amerika. Volgens Jon Ing-
var Jonsson, een Asatru bestuurslid, gaan Amerikaanse groepen juist verder bij hun eigen roots van-
daan. Ze verwijderen zich van hun cultuur, geschiedenis en traditie, door zich bezig te houden met de
religieuze erfenis van een ander land. Wat Asatru in IJsland probeert te doen is juist bouwen op de
eigen antieke traditie, hun eigen geschiedenis en achtergrond te begrijpen. Jon Ingvar vindt zelfs dat
zij meer gemeenschappelijk hebben met bijvoorbeeld de inheemse religies van indianen dan met een
Amerikaanse Asatrugroep.
RITUELEN
Asatru kent publieke rituelen en persoonlijke. De persoonlijke rituelen zijn naamgevingsrituelen, "co-
ming-of-age-rites", en begrafenissen. De publieke rituelen zijn voornamelijk de Blóts, die er zijn voor
de complete Asatrucommunity en verbonden zijn aan de wisseling van de seizoenen. De rituelen heb-
ben twee functies. Aan de ene kant wil men de oude tradities uit de antieke teksten herbeleven en
eren, maar daarnaast ruimte bieden aan input van deelnemers om de riten meer persoonlijk en ver-
bonden met de eigen 'geloofsbeleving' te maken. Omdat er geen duidelijke omschrijvingen van ritue-
len zijn te vinden in de teksten moeten de leden creatief zijn en eigen interpretatie combineren met
oude teksten om een vorm te vinden. De trouwceremonie bijvoorbeeld, vindt bij voorkeur buiten
plaats onder een boom of dichtbij water, als referentie naar de wereldboom Yggdrasil en de bron
waar de Nornen van het lot vertoeven. De priester roept de godin Frigg aan, de beschermer van huis
en huwelijk, Freyja, de godin van liefde en vruchtbaarheid, Vár, beschermer van elk verbond gesloten
tussen mensen, de Nornen van het lot en Yggdrasil.
VITALITEIT
In de community verschillen de meningen over hoe de rituelen uitgevoerd zouden moeten worden.
Een deel zou willen dat de rituelen meer ruimte boden aan participatie en meer extatisch en opwin-
dend zouden zijn. Een ander deel, vooral de (intellectuele) oudere leden, prefereren een meer forme-
le en waardige vorm. Volgens Strmiska is dit tekenend voor de uitdaging waar Asatru voor staat. De
overgeleverde teksten en materialen van het oude heidendom zijn te fragmentarisch om een goede
basis te vormen voor Asatru rituelen en praktijken. Wanneer men de religie echt wil praktiséren zal
men er dus een hoop zelf bij moeten verzinnen. Als Asatru te ver van de originele sacrale teksten en
tradities uit het heidense verleden vandaan gaat verliest het de claim van authenticiteit. Maar als het
door trouw aan de bronnen zozeer een intellectuele boekenreligie blijft dat het geen ruimte biedt
voor persoonlijke ervaring met en verbeelding van het sacrale, wordt spirituele vitaliteit onmogelijk.
49 Seigfried, K. E. H. (2011, 23 juni)
34
WORLDVIEWVRAGEN VAN SIRE
Toen ik na ging denken over hoe de worldview van de Asatruleden er nu eigenlijk uit zag realiseerde ik
me dat ik geen idee had. De coherentie die zit in de oude heidense worldview was hier juist niet terug
te vinden. De goden leken gemeenschappelijke gadgets waaromheen iedereen maar iets leek te doen
en te vinden. Ik pakt de verschillende worldviewschema's50
, meestal gebaseerd op het boek 'The uni-
verse next door' van James Sire erbij om te zien wat de verschillende religies nu precies antwoordden
op de worldviewvragen, en waar Asatru in het rijtje zou zitten. Al gauw realiseerde ik me dat de mees-
te antwoorden bij 'postmodernisme' naadloos overeenkwamen met de ideeën van de mensen die ik
interviewde. Toen ik het verder bestudeerde bleek Asatru echter nog wel haar specifieke nuances te
hebben. Ik beantwoord de worldviewvragen opnieuw en bespreek de verschillen met de oude hei-
dense worldview.
1) WAT IS PRIMAIRE REALITEIT, HET WARE WERKELIJKE?
Bij de oude heidense worldview was het ware werkelijke een oncontroleerbaar element uit de natuur,
de woeste natuur of het lot. Voor de nieuwe heidenen is de natuur niet meer zo woest, in IJsland is hij
nooit helemaal onder controle, maar een vulkaanuitbarsting wordt netjes op tijd voorspeld en ook als
visser weet je wanneer je wel of niet de zee op kunt en is er anders nog de beste kustwacht van Euro-
pa die je uit de storm kan helpen. In het lot geloven de heidenen ook niet meer. De natuur is echter
nog steeds belangrijk en een van de weinige dingen waar alle heidenen het over eens zijn, dat je ver-
bonden bent met de natuur.
Op een bepaalde manier is Yggdrasil nog steeds belangrijk, de boom die de negen verschillende we-
relden met elkaar verbindt. Eén van de geïnterviewden zei: "[Polytheism is about being] able to move
between worlds. There are many worlds but they are all in your life. When you can relax into many
ways of things you can flow with them, go between them, whether they fit into your plan in life or
not." Wat die werelden precies voorstellen was in het oude heidendom duidelijk. Voor de postmo-
derne heidenen die de Edda niet letterlijk opvatten is dat echter de vraag. Je kunt erover naden-
ken/fantaseren maar je zult het nooit zeker weten en dat is eigenlijk ook niet belangrijk. Zeker is wel
dat alles aan elkaar verbonden is. Niet alles is één, zoals bij pantheïsme, de delen/dimensies van de
werkelijkheid zijn te onderscheiden. Ze zijn echter wel met elkaar verbonden.
Hilmar: "Asatru is about how we attach ourselves to creation. The Latin word religio and the verb
religare have the meaning of "binding together." We talk about the gods as höpt or bönd, meaning
fetters or ties - they are the ones who bind us to our surroundings, and we are tied and bound to the
gods in an intimate way." (Bedenk hierbij dat het niet vaststaat wie 'the gods' zijn en of ze wel be-
staan.)
Het ware werkelijke is een veelheid van onbekende werelden die met elkaar verbonden zijn.
50 James Sire, “The Universe Next Door” - Worldview Comparison Chart.. (2015). Geraadpleegd van
https://cristinao.files.wordpress.com/2013/01/sire-cristinao.pdf
35
Wanneer je in de wiskunde een X aantal nullen op een willekeurige manier verbindt tot één som,
komt er altijd nul uit. In mijn ogen beantwoordt Asatru deze vraag daarom op precies dezelfde manier
als het postmodernisme. De zaak op deze manier verwoorden komt op mij over als een manier om je
verbonden te voelen in een pluriforme samenleving.
2) WAT IS HET KARAKTER VAN DE EXTERNE WERKELIJKHEID, DE WERELD OM
ONS HEEN?
Het karakter van de externe werkelijkheid was volgens de Vikingen 'in conflict'. De natuur is voor de
moderne heidenen niet oncontroleerbaar en bedreigend, maar verrassend, mysterieus en wonderlijk.
Het zou kunnen dat de elven bestaan, het zou kunnen dat er wonderen gebeuren, maar misschien
gebeurt het ook wel niet. Dit geldt overigens voor alle IJslanders, alhoewel ze ook erg pragmatisch
zijn. Ik verwachtte allemaal romantici en hippies die op vulkanen dansten, maar IJslanders blijven
boeren en vissers. Voor hen geldt dat het zomaar eens zou kunnen dat de weg tussen de Westfjorden
en het vasteland de hele winter dichtgesneeuwd is, en je alleen met het vliegtuig naar Reykjavik kunt.
Maar echt gevaar loop je niet meer, geen dreiging, maar onstuimigheid.
Hilmar: "Nature around us is also a living being, a living force. We can feel it, like with the volcanic
thing where we start to anthropomorphize the volcano. We are saying the volcano is reacting to the
pressure from the British, and so this is why the British got all the ash over them."
In het worldviewschema wordt bij deze vraag het antwoord van het postmodernisme zo beschreven:
"There is no absolute truth. And if there is a truth it is hidden. Nothing can be verified. The only thing
we can do is to tell stories." Dit is hetzelfde als wat Hilmar zegt, alleen klinkt de beschrijving in het
schema chagrijnig en Hilmar vrolijk. Hilmar denkt waarschijnlijk ook dat je niet kunt weten of de vul-
kaan écht expres as over Engeland heeft gegooid. Maar waar het schema 'verhalen vertellen' be-
schrijft als de enige optie die nog over is, is Hilmar daar enorm enthousiast over. Hilmar zou niet zeg-
gen dat er geen absolute waarheid is, hij zou zeggen dat er veel mogelijke waarheden zijn. Wat het-
zelfde is alleen dan positief geformuleerd. De natuur is iets om te bewonderen/aanbidden.
Het karakter van de externe werkelijkheid is volgens Asatru verrassend, mysterieus, en vooral won-
derlijk.
3) WAT IS EEN MENS?
Het oude heidendom antwoordde op deze vraag dat 'ik' verbonden is aan 'mijn alliances'. Dat geldt
niet voor de moderne heidenen. Zij zijn vrij individualistisch. Ik heb te weinig informatie om met ze-
kerheid iets te kunnen zeggen over hun mensbeeld. Wat in het schema van Sire beschreven staat
onder atheïstisch existentialisme klinkt het meest zoals de heidenen die ik interviewde klonken: "They
have a body, the physical aspect, and a conscience, brain and mind. The existence precedes the es-
sence, what we do determines what we are. We are totally free about nature and destiny. We can
create sense and significance. Each of us is the “king” of our own subjective world." Een geïnter-
viewde zei: "I believe in the individual to help himself, to protect himself and get himself through the
life. That's the basic ideology of Thor. Be yourself and trust in yourself, in your own power." Een Ame-
36
rikaanse Asatruar die in IJsland woonde vulde aan dat bij de Amerikaanse Asatrubewegingen het ge-
zegde "we are our deeds" erg populair was.
Als wat de geïnterviewden zeggen representatief zou zijn voor de hele club kun je concluderen dat
volgens Asatru de mens zichzelf maakt en dat dus het individu bepaalt wie hij/zij is.
4) WAT GEBEURT ER ALS JE DOOD GAAT?
Volgens de oude heidenen gaat het leven na de dood op ongeveer dezelfde manier verder als dat
voor de dood ging. Voor de nieuwe heidenen is wat er na de dood gebeurt weer een verrassing. Er
staan verschillende vormen van leven na de dood beschreven in de Edda, waarschijnlijk was er in elk
verschillend gebied of periode steeds een daarvan het dominante geloof. Omdat de nieuwe heidenen
een overzicht hebben van alle verschillende soorten verhalen, moeten zij kiezen.
Tijdens een begrafenisritueel wordt een meditatie voorgedragen die de boom Yggdrasil noemt en
wijst naar de verbinding tussen leven en dood. "Life and death are eternally connected. Without life
there would be no death and without death there would be no rejuvenation of life. Life is eternal
though our alotted time in Midgard seems all too short."
Waar de verbinding tussen leven en dood bij de oude heidenen een sterke overtuiging was, een reden
was om de dood niet te vrezen, handig voor als je vaak vecht, klinkt het bij de nieuwe heidenen meer
als een troostende gedachte. Ze hebben niet opvallend weinig vrees voor de dood en prefereren net
zo goed als de gemiddelde westerling een lang leven boven het eervolle 'dying in battle'. Ze vrezen de
dood ook niet opvallend veel trouwens, ze lopen geen kans te branden in hel, omdat alle versies van
het mythisch hiernamaals best prima toeven zijn, van straf is geen sprake. Een geïnterviewde zegt
tevreden: "There's a big party in valhalla, lot's of beer, I like beer." Daarnaast zijn er ook atheïstische
Asatruleden die sowieso niet in een hiernamaals geloven.
Wat er gebeurt als je dood gaat is volgens de heidenen ofwel niks, ofwel niet helemaal duidelijk, maar
de verhalen erover uit de Edda klinken wel positief.
5) WAAROM IS HET MOGELIJK OM IETS TE WETEN
In het oude heidendom was er sprake van openbaring door bijvoorbeeld de dichtkunst van Odin,
tekenen, of de zieners. In het nieuwe heidendom neemt men dat allemaal niet meer letterlijk. De
omschrijving van Sire bij postmodernisme kan hier een op een overgenomen worden: "You can't ever
know something objective. There is no real truth, but there are stories. When someone believes these
stories they receive power from them and therefore have power."
Op mijn vraag of er een mythisch geschrift is dat autoriteit heeft antwoordt een van de geïnterview-
den dat het feit dat er geen centrale autoriteit is in Asatru precies de reden is dat hij zich ertoe aange-
trokken voelde. "It's not so much as in orthodoxy as like Christians would have with the bible. They
would say: "oh these books follow in this order" and stuff like that. In Asatru is more freedom to inter-
pret the spirit of the story like you will. Take it figuratively or metaphorically or... The power of a story
37
depends on the endurance. Some texts endured for a long time and really shaped what people today
think of heathenry. Stories that people in the Asatru community look to the most. I don't see them as
inherently having more power. We give them power."
Deze mindset geldt voor elk Asatrulid. De Edda is inspirerend, menselijk, betekenisvol, maar geen
directe openbaring van een ontzaglijke god. Het sacrale zit hem in de door generaties mensen ge-
deelde traditie, en wordt niet verleend door religieuze autoriteiten of filosofische bewijsvoering. Uit
het interview met Hilmar:
Interviewer: "Some followers of Ásatrú in the United States seem to practice their religion in a very
American mode of true belief, if you pray to Thor, he will answer you. They read the Eddas in a way
that is similar to literalist interpretations of the Bible."
Hilmar: "Yes. It seems to be a fundamentalist mindset. You move away from being a fundamentalist
Christian into being a fundamentalist Ásatrúar. You get into Edda-bashing, which is an unbelievable
thing to do. Ha!"
Interviewer: "Do you think that kind of mindset is absent here?"
Hilmar: "Yeah, absolutely. I have yet to meet anyone like that in Iceland."51
Volgens Asatru is het niet mogelijk achter de objectieve waarheid te komen. Er zijn wel (sacrale) ver-
halen waar mensen kracht aan kunnen verlenen. De Asatruar doen dat vooral aan de verhalen uit de
Edda en de saga's.
6) WAT IS GOED EN FOUT?
In het oude heidendom was geen scherpe scheiding tussen goed en fout, maar waren er wel gemeen-
schappelijke waarden. Hetzelfde geldt voor het nieuwe heidendom. De geïnterviewden noemen re-
gelmatig Havamal, de Oud Noorse variant van een Bijbelboek als Spreuken. "What irritates me most
about Christianity are the ten commandments. There are three words repeated: "thou shall not". In
Havamal it says: "well, it might be better to".
Wat verschilt met de oude heidenen is welke waarden belangrijk worden gevonden. De waarden van
dapperheid, eer, en bondgenootschap zijn in Asatru veel minder van betekenis. Een waarde die wel
overeenkomt is die van zelfverantwoordelijkheid. Een heiden is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag,
geloof, veiligheid, en welvaart. De goden gaan geen dingen voor je regelen en al helemaal geen ver-
lossing. Geïnterviewde: "People that believe very strongly in Jesus Christ say: well, Jesus saves me, God
saves me, I'm not in trouble. In heathenry the gods don't do anything. They're just lazy bastards sitting
on a cloud." De meeste heidenen bidden dan ook niet om hulp, al doet een van de geïnterviewden dat
51 Seigfried, K. E. H. (2011, 12 juli). Interview with Hilmar Örn Hilmarsson of the Asatruarfelagid, part
three. Geraadpleegd van http://www.norsemyth.org/2011/07/interview-with-hilmar-orn-hilmarsson-
of.html
38
wel, hij vraagt Thor om moed en om naast hem of achter hem te staan in een gevecht (als hij iets
moeilijks moet doen), maar nadrukkelijk niet om in zijn plaats te vechten. Strmiska: "The sense of
living a dignified life without any hope of a miraculous salvation is central to the ethics and worldview
of the ancient Norse texts, valued in Icelandic culture in a general way and also within Ásatrú."52
Een andere waarde die veel genoemd wordt is het respect voor de natuur. Zoals eerder beschreven is
de werkelijkheid wonderlijk volgens Asatru, de natuur is het subject van verering, en sacraal. De belof-
te te zullen vechten voor de natuur maakt zelfs deel uit van de eed die de hogepriester moet afleg-
gen. Hilmar: "We are intimately linked with nature and the forces around us. For some of us, the gods
are personifications of natural forces."53
Als de mensheid een taak zou hebben dan zou het zijn om
het land in betere staat aan hun kinderen terug te geven dan waarin ze het ontvangen heeft.
De laatste waarde is misschien wel die van humor. Religie moet niet te serieus genomen worden. Het
interview bij de Asatru club eindigde in een uiterst gezellige uitwisseling van favoriete godenverhalen,
met een zelfde sfeer als wanneer een groep vrienden in de kroeg sterke verhalen gaat vertellen.
Iedereen bloeide op omdat ze eindelijk niet meer over hun veronderstelde ideologie hoefden te pra-
ten maar gewoon lekker konden lachen en verhalen vertellen.
7) WAT IS DE BETEKENIS VAN MENSELIJKE GESCHIEDENIS?
In het oude heidendom gaat de wereld op in een grote strijd waarna de wereld opnieuw geboren zal
worden. De nieuwe heidenen vatten Ragnarok niet zo letterlijk op. Officieel is het heidense wereld-
beeld cyclisch. Alles herhaalt zich. De dood van het een brengt leven voor het ander. Dit komt ook
terug in de teksten die worden voorgedragen bij rituelen. Toch vraag ik me af hoe diep dit idee zit bij
de leden van Asatru, ik zou namelijk geen voorbeelden kunnen noemen waarin dit wereldbeeld zich
zou uiten. Ik heb echter te weinig informatie om hier echt iets over te kunnen zeggen. Mijn vermoe-
den is dat een Asatrulid samen met de postmodernisten zou zeggen: ik weet het niet.
ORALE TRADITIE VERSTEEND
In het vorige hoofdstuk noemde ik dat de worldview daar beschreven een snapshot was van de orale
traditie zoals die was rond de tijd dat Snorri Sturluson hem beschreef. Vanaf dat moment eindigde de
orale traditie en versteende het tot 'boekentraditie'. Dit betekent dat het nieuwe Germaansheiden-
dom alleen daarom al fundamenteel anders is dan het oude heidendom. Een bevroren boek is niet
meer in touch met een veranderende tijdgeest of omgeving/klimaat. Heidenen kunnen niet meer
kiezen welke verhalen ze wel doorvertellen en welke niet. Tegelijkertijd is er nog steeds geen centrale
autoriteit zoals bij de "echte" boekenreligies, want het boek is niet de openbaring van God.
52 Strmiska, M. (2000). (p. 23)
53 Seigfried, K. E. H. (2011, 12 juli).
39
Het christendom gaat alweer een tijdje mee, en heeft een hoop tijdgeesten meegemaakt. In elke
nieuwe tijdgeest moesten christenen zich daar toe verhouden. Dat was voor hen ingewikkeld omdat
ze rekening moesten houden met wat een boek, geschreven in een andere tijdgeest, als
'(semi)absolute waarheid' te zeggen had. Het christendom kreeg in elke nieuwe tijdgeest weer een
nieuwe variant, die toch op de belangrijke punten overeen bleef komen met de eerste.
Als ik de nieuwe IJslandse heidense worldview bekijk zie ik meer overeenkomsten met het postmo-
dernisme dan met de oude heidense worldview. Het komt op mij over alsof de Edda gebruikt wordt
als klankbord voor de eigen worldview.
CONCLUSIE
De Asatruarfelagid is een heidense organisatie gevestigd in Reykjavik van zo'n 2000 leden waarvan
een deel elkaar wekelijks ontmoet. Het doel van de beweging is om de oude IJslandse heidense tradi-
ties en gebruiken nieuw leven in te blazen en opnieuw te interpreteren. Dat doet men door de
teksten te bestuderen maar ook door het uitvoeren van heidense rituelen. De groep wil daarbij trouw
blijven aan de heidense bronnen maar ook ruimte bieden aan de input van deelnemers om riten meer
persoonlijk en verbonden met de eigen "geloofsbeleving" te maken. Waarin de Asatruar verschillen
van de andere IJslanders is vooral de intensiteit waarmee ze zich met de saga's en heidense tradities
bezig houden, de saga's en het 'bijgeloof' spelen in de hele IJslandse cultuur nog een belangrijke rol.
De nieuwe IJslandse heidense worldview ziet het ware werkelijke als een veelheid van onbekende
werelden die met elkaar in verbinding staan. Het karakter van die werkelijkheid is verrassend, myste-
rieus en wonderlijk. Het is niet echt mogelijk achter de objectieve waarheid te komen aangezien er
geen centrale autoriteit is, maar gelukkig zijn er wel (sacrale) verhalen waar mensen kracht aan kun-
nen verlenen. Dat doen ze graag aan de verhalen uit de Edda en saga's. Het is dan ook niet duidelijk
wat er gebeurt als je dood gaat, maar de verhalen die erover zijn klinken wel positief en geruststel-
lend. Een duidelijk omschreven moraal is er niet, maar de groep heeft zeker gemeenschappelijke
waarden. De belangrijkste daarvan is zelfverantwoordelijkheid. Je bent zelf verantwoordelijk voor je
eigen gedrag en je eigen hachje. Niemand gaat je redden. Het lijkt er dan ook op dat de heidenen
vinden dat de mens zichzelf maakt, het individu bepaalt zelf wie hij/zij is. Wat de betekenis is van de
menselijke geschiedenis, is wel een heel moeilijke vraag. Zorg in ieder geval maar dat je de wonderlij-
ke natuur respecteert, dan is er een toekomst. De nieuwe IJslandse heidense worldview lijkt hiermee
erg op de postmoderne.
40
WELKE WORLDVIEW WORDT UITGE-
DRUKT IN HEDENDAAGSE IJSLANDSE
LITERATUUR?
HOOFDSTUK 4
In eerste instantie was ik van plan te onderzoeken hoe de heidense worldview uitgedrukt zou worden
in hedendaagse IJslandse literatuur, specifieker, in 'Onafhankelijke mensen'54
, een boek van Halldor
Laxness. In het vorige hoofdstuk kwam ik erachter dat het nieuwe heidendom vooral inhoudt dat je je
bezig houdt met heidense literatuur, maar dat het niet per definitie je worldview drastisch hoeft te
veranderen. IJslandse heidenen uit de 21ste eeuw bleken vooral postmodernisten te zijn. Halldor
noemde zichzelf geen heiden, als jongere gaat hij reizen en woont hij een tijd in een klooster waar hij
zich laat dopen. Daarna wordt hij socialist, en is het niet meer zo duidelijk of hij er nog religieuze over-
tuigingen op na houdt en zo ja, welke. Ik was eerder in de veronderstelling dat 'onafhankelijke men-
sen' een vrij recent boek was omdat de eerste Nederlandse vertaling pas in 2002 is uitgegeven, maar
het blijkt al in 1934 geschreven te zijn. Als Laxness in die tijd een postmodernist zou zijn, zou hij een
flinke voorloper zijn geweest. Toen Laxness 'Onafhankelijke mensen' schreef had hij wel net een grote
fascinatie voor de saga's ontwikkeld. Dat is terug te zien in het boek, het verhaal is zelf een saga, die
zich afspeelt na de christianisering. De fascinatie voor de saga's en de oude roots van het IJslandse
volk is naast de waarde van 'zelfverantwoordelijkheid' het enige dat alle Asatruar gemeenschappelijk
hebben, en dat dus blijkt te zijn wat een moderne IJslandse heiden een heiden maakt. In een speech
tijdens de uitreiking van de Nobel prijs werd Laxness de moderne incarnatie van een IJslandse vertel-
ler van saga's genoemd.55
Misschien is Laxness dus zelfs wel de schrijver van "heidense" literatuur?
Ik onderzoek welke worldview wordt uitgedrukt in het verhaal dat een IJslander met een fascinatie
voor de Edda en de saga's schrijft. Of die worldview ook heidens te noemen is valt daarna te bespre-
ken.
De manier waarop ik dit hoofdstuk indeel komt niet voort uit wat de meest efficiënte manier zou zijn
om de vraag te beantwoorden, maar uit de specificaties van de opdracht van 'theologie en literatuur'
(mocht een lezer denken: "huh, hoezo begin je hier nu ineens over?"). Ik zou naar Halldor Laxness
moeten refereren met "Halldor" aangezien IJslanders gebruik maken van patroniemen en je ze afge-
kort dus bij de 'voornaam' noemt. Laxness is echter geen patroniem maar een pseudoniem, en wel-
54 Laxness, H. K. (2002). Onafhankelijke mensen. (M. Otten, vert.) Breda, Nederland: De Geus.
55 Laxness, H. K. (1955, 10 december). Halldór Laxness - Banquet Speech. Geraadpleegd van
http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/literature/laureates/1955/laxness-speech.html
41
licht is dat de reden dat het grootste deel van de Engelstalige literatuur naar hem verwijst als "Lax-
ness". Voor de duidelijkheid sluit ik me daarbij aan.
SAMENVATTING 'ONAFHANKELIJKE MENSEN'
Het verhaal speelt zich af aan het begin van de twintigste eeuw, vlak voor de eerste wereldoorlog
uitbreekt. De hoofdpersoon is Bjart die na 18 jaar werken als knecht eindelijk genoeg geld heeft ver-
diend om zijn eigen stuk land te kopen. Onafhankelijkheid! Samen met zijn vrouw betrekt hij een
hutje op een plek die niemand wil hebben omdat het vervloekt zou zijn. Maar Bjart gelooft niet in dat
soort wijvenpraat. Hij gelooft alleen in zijn schapen. Bjart gaat hard aan de slag maar zijn vrouw Rosa
is ongelukkig. Ze is meer luxe gewend en verdraagt de eenzaamheid van 'het zomerhuis' en het slech-
te voedsel maar matig. Ze blijkt zwanger te zijn van iemand anders dan Bjart.
In de herfst gaat Bjart samen met de andere mannen uit de streek de bergen in om de schapen bij
elkaar te drijven en ze mee te nemen voor de winter. Rosa blijft achter met slechts een van de scha-
pen als gezelschap. Tijdens een storm wordt Rosa gek van angst. Ze haalt het schaap naar boven voor
wat gezelschap, maar die vindt dat niks en blèrt alles bij elkaar. Het lijkt wel bezeten. Rosa snakt naar
vers vlees en kan het beest niet meer verdragen, ze doodt het en eet het op.
Als Bjart terug komt gaat hij er vanuit dat ze het schaap wel losgelaten zal hebben. Maar hij kan het
nergens vinden en als de winter aanbreekt gaat hij weer de bergen in om het te zoeken. Hij gaat bijna
ten onder aan een sneeuwstorm en komt later terug dan gepland. Daar vindt hij een in barensnood
gestorven Rosa, en tegen de buik van zijn hond een baby. Hij neemt het nog levende kindje aan als
zijn dochter en noemt haar Asta Sollilja.
Dertien jaar later is hij hertrouwd met de vrouw Finna. Ze hebben haar moeder in huis genomen en
drie zoons gekregen. Vanaf dit punt gaat het verhaal over het gevecht om te leven en het beulswerk
op de boerderij. Over de misère, de dromen en de rebellie van de gezinsleden. Maar ook over de
bijzondere band tussen Bjart en zijn geliefde stiefdochter. De eerste wereldoorlog breekt aan en de
prijs voor wol en schapenvlees schiet omhoog. Dit brengt welvaart voor de boeren en ook Bjart kan
zijn veestapel uitbreiden en een stenen huis bouwen. Maar de vloek lijkt vat te krijgen op het Zomer-
huis, en Bjart raakt alles weer kwijt. Zijn trots is echter niet te breken, Bjart blijft onverzettelijk het
hoofd bieden aan alle tegenslag.
HALLDOR KILJAN LAXNESS
De schrijver van het verhaal, Halldor Gudjonsson wordt geboren in 1902 in Reykjavik en verhuist op
driejarige leeftijd naar het plaatsje Laxness op het platteland. Hij groeit op in een eenvoudig gezin.
Vooral zijn grootmoeder betekent veel voor hem, voor zijn persoonlijke en literaire ontwikkeling. "She
sang me ancient songs before I could talk, told me stories from heathen times and sang me cradle
songs from the Catholic era. Her speech was pure and strong and there was never a false note in the
42
language she spoke."56
Op zeventienjarige leeftijd publiceert hij zijn eerste boek. Rond die leeftijd
begint hij ook zijn reizen door Europa. In 1922 gaat hij wonen in een Benedictijnse abdij in Luxemburg
en wordt een jaar later gedoopt. Bij zijn doop neemt hij de namen Kiljan en Laxness aan, de eerste
naar een Iers heilige. In de abdij is hij vooral bezig met studeren, hij studeert Frans, Latijn, theologie
en filosofie. In die tijd vindt hij de saga's verschrikkelijke en ouderwetse literatuur. "Those old fogeys
lay the greatest stress on the very thing that modern authors lay least stress on - namely, on the draw-
ing of contours. (...) gathering together a few deadly boring facts, (...) for example, whether some king
gives a man a cloak or a ring).57
Verveeld met het ouderwetse en enthousiast over de moderne tijd vertrekt hij naar Amerika om te
proberen in Hollywood als scriptschrijver voet aan de grond te krijgen. Hij is getuige van 'the great
depression' en wordt aangetrokken tot het socialisme. In Amerika wordt hij zich opeens erg bewust
van zijn IJslandse culturele erfenis. In 1930 vestigt hij zich weer in IJsland, en schrijft daar zijn belang-
rijkste boeken. Hij raakt steeds meer gefascineerd door de saga's, ze zijn volgens hem het IJslandse
Oude Testament, de poezie-Edda is haar Hooglied en haar profeten zijn de helden van weleer. In de
jaren veertig gaat hij zelfs zo ver om drie saga's naar het modern IJslands te "vertalen". Hij schrijft
essays en geeft lezingen over het gewicht dat de sagatraditie heeft voor het IJslandse nationale ge-
voel. De meeste van zijn romans spelen zich af in IJsland. Behalve de saga-invloeden zijn ook zijn so-
cialistische sympathieën herkenbaar. Volgens Sveinn Hoskuldsson zijn de boeken sociologische ro-
mans, gekleurd met socialistische ideeën.58
Tijdens de koude oorlog worden zijn boeken zelfs bewust
niet herdrukt omdat ze te communistisch zouden zijn59
.
MOTIEVEN EN THEMA'S EN STROMING IN DE LITERATUUR
'Onafhankelijke mensen' is de tweede roman die Laxness schrijft als hij weer in IJsland woont. Het
wordt gezien als een literair werk behorend tot het sociaal realisme. Sociaal realisten proberen de
aandacht te vestigen op het dagelijks leven van de arbeidersklasse en de armen door hen als onder-
werp van hun kunst te nemen, en hun levenssituatie zo rauw mogelijk weer te geven. Dit doen ze
meestal omdat ze kritisch zijn op de sociale structuren die de armoede in stand houden. Dit is precies
een onderwerp waar Laxness veel mee bezig is. Hij heeft in deze tijd sympathieke gevoelens ten op-
zichte van het communisme in de Sovjet Unie.
Hij beschrijft het IJslandse boerenleven zonder te proberen de vieze, harde en trieste details te ver-
bloemen. De belangrijkste onderwerpen waar de boeren het samen over hebben zijn de wormen in
de schapen, de bestrijdingsmiddelen tegen de vossen die de schapen doodbijten, en de te vroege of
56 Hallberg, P. (1982). Halldor Laxness and the Icelandic sagas. Leeds Studies in English, 13, 1-22.
57 Hallberg, P. (1982).
58 Hoskuldsson, S. (1972). Titel onbekend. Scandinavica, supplement, 1-2.
59 Laxness, H. K. (2002). Uit nawoord van Marcel Otten.
43
juist te late sneeuw die de hooivoorraad verpest. De aanwezigheid van vlooien in de bedden speelt
tijdens de meest serieuze, cynische of verhitte gesprekken een rol.
De armoede wordt in stand gehouden door de machtiger elite. En dat maakt 'economie' tot een the-
ma in het boek. De boerencoöperatie wordt besproken en de manier waarop de koopman en andere
rijke buurtgenoten de keuterboertjes uitbuiten.
Dit uithangen van de vuile was leidde tot giftige reacties van Laxness' landgenoten. IJslanders waren
gewend dat het boerenleven van vroeger verheerlijkt en geromantiseerd werd en beschouwden Lax-
ness' boek als het afkraken van eigen cultuur60
. Maar wat Laxness drijft tot het sociaal realisme is
compassie. Bij monde van Bjart: "Compassion is the source of the highest poetry. Compassion with
Ásta Sóllilja on earth."61
Een ander thema dat aan de orde komt is de oorlog. Die breekt richting het einde van het boek los en
wordt uitvoerig besproken door de boeren. Hun gesprek is droog en cynisch zoals de gesprekken
tussen de boeren in het boek altijd zijn, maar is ook een ethische verhandeling.
"'Nou, is het niet de schuld van de mensen zelf dat ze het met alle ge-
weld willen?' zei Bjart. 'Wie oorlog wil, moet zich ook willen laten ver-
moorden. (...) Ik zeg alleen maar: laat ze maar zo lang mogelijk door-
gaan zodat de prijs van het vlees en de wol verder stijgt.' 'Maar als het
zo gaat dat uiteindelijk niemand overblijft?' wierp Krusi tegen. Bjart: 'Ja,
dan bemannen we met z'n allen een sloep, jongens, en we varen naar
het zuiden naar de landen om te kijken hoe het daar in het zuiden met
de weidegrond staat, ja, dan is dat een eersteklas gelegenheid om er-
achter te komen of het daar in het zuiden niet gunstig is om te boeren.'
(...) 'Ik geloof dat ik Einar erin moet bijvallen dat het wel erg kras is uit-
gedrukt, beste Bjart, als je beweert dat de oorlog louter uit dommigheid
is begonnen.'"62
De saga's spelen een prominente rol in het boek. De structuur van het verhaal heeft overeenkomsten
met een saga, het is proza afgewisseld met poëzie. Net als Gisli barst Bjart regelmatig plotsklaps uit in
het zingen/voordragen van een oud gedicht (rimur) of zelfgeschreven verzen. Hij kijkt neer op de
literair inferieure christelijke liederen, en als zijn dochter wil leren lezen staat hij erop om haar zelf te
onderwijzen in de saga's in plaats van dat ze een christelijke lerares krijgt. Het boek in zijn geheel
wordt gezien als een epische roman, net als de aan epen verwante saga's. Dat effect bereikt Laxness
door verschillende elementen uit de geschiedenis van IJsland te verweven met het leven van Bjart. Op
60 Laxness, H. K. (2002). Uit nawoord van Marcel Otten.
61 Laxness, H. K. (1955, 10 december).
62 Laxness, H. K. (2002). (p. 477)
44
die manier bereikt het verhaal een bepaalde tijdloosheid.63
Laxness noemt het zelf "in epic time. Wit-
hout interference by time."64
De natuur wordt veelvuldig beschreven in het boek, volgens Marcel Otten dient dit om de gemoeds-
toestand van de personages weer te geven.65
Laxness schrijft als een realist, en mag zich als auteur
daarom niet al te veel bemoeien met wat de personages zouden voelen. Hij kan beschrijven wat ze
doen, zeggen en eventueel wat ze denken, maar voor een dramatische emotionele lading heeft hij de
natuur nodig. En de IJslandse natuur leent zich daar perfect voor. De manier waarop hij een sneeuw-
storm beschrijft drijft je als lezer tot wanhoop, je krijgt zelf de neiging om op te geven.
Maar Bjart geeft nooit op. Elke saga heeft een held, en in dit geval is hij dat. Hij bezit in grote mate de
taaiheid en onverzettelijke moed van de antieke helden. Zijn strijd tegen de onverbiddelijke natuur-
krachten en vijandige maatschappelijke omstandigheden is wreed, maar hij houdt zich vast aan het
zingen van de rimur. Dit thema brengt ons terug bij het heidendom. Eerder zagen we dat de strijd
tegen de grillige natuur een heidens thema is. De arme boer in een zojuist geïndustrialiseerde, harde
wereld in oorlog, vol machten die hij niet eens begrijpt, laat staan kan overwinnen, houdt verbeten
vol, en zoekt zijn troost in de saga's.
De titel van het boek geeft het belangrijkste thema aan, onafhankelijkheid. Bjart wil van niemand iets
aannemen en zijn eigen zaakjes regelen. Volgens Peter Hallberg is de titel ironisch bedoeld. Hij be-
schrijft het eerdere boek 'Salka Valka' dat zich afspeelt in een tijd van stakingen en de arbeidersbewe-
ging. In het boek gebruiken de conservatieven het oude heroïsche ideaal en koppig individualisme als
tegengif voor het radicale tij. Hallberg citeert Laxness die satirisch de mening van de conservatieven
over de stakingen uiteenzet: "the native country was at stake, the freedom of the nation and the initi-
ative of the individual, which has been the most sacred inheritance of our noble race from time im-
memorial, when stony-broke chieftains sailed their ships to England, slaughtered infants there, raped
women, and stole cows."66
Ook Bjart komt met regelmaat klungelig en zielig over in zijn koppige onaf-
hankelijkheid. Hij verliest mede daardoor zijn twee vrouwen, een aantal kinderen en schapen. Laxness
was voorstander van linkse ideeën als vakbonden en handelsregulatie. Hij komt op voor de keuter-
boer door hem te beschrijven. Maar vervolgens beschrijft hij hem dan wel weer zoals de conservatie-
ven hun droomboer beschrijven, het heroïsch individualistisch ideaal, dat hij in zijn vorige roman nog
zo schadelijk leek te vinden. Hij laat in 'onafhankelijke mensen' zien dat het ideaal op Bjarts manier
niet helemaal werkt, maar beschrijft de personages toch met veel affectie.
Of Laxness iets over onafhankelijkheid wil zeggen, en wat dan precies, is me niet helemaal duidelijk.
Waarschijnlijk wil hij het onderwerp alleen aan de orde brengen en het aan de lezer overlaten om er
een mening over te vormen. Volgens Laxness spreekt een verhaal voor zichzelf, hij is wars van verbor-
63 Hallberg, P. (1982).
64 Hallberg, P. (1982). Voetnoot: "interview in the newspaper Göteborgs Handels- och Sjöfartstidning,
October 25, 1955"
65 Laxness, H. K. (2002). Uit nawoord van Marcel Otten.
66 Hallberg, P. (1982). (p. 6)
45
gen boodschappen. (Maar hij spreekt zichzelf nogal vaak tegen, dus lees het volgende citaat met een
korrel zout:)
"From the day I learned to read, I have been irritated by stories with a moral, a hidden pointer, in the
guise of adventure. I immediately stopped reading or listening as soon as I thought I understood that
the purpose of the story was to force on me some kind of wisdom which someone else considered
noteworthy, a virtue that someone else found admirable, instead of telling me a story. For a story is
still the best thing that one can tell." - Laxness67
WORLDVIEW IN 'ONAFHANKELIJKE MENSEN'
Welke worldview wordt uitgedrukt in 'Onafhankelijke mensen' is een interessante vraag, omdat Lax-
ness heel duidelijk de worldview van zijn hoofdpersoon portretteert. Tegelijkertijd is de worldview
van de hoofdpersoon niet vanzelfsprekend de worldview van Laxness zelf.
Laxness schetst een man met een microworldview. Het enige waar Bjart zich mee bezig houdt, is zijn
schapen, zijn hut, zijn gezin, zijn schulden bij zijn eigen gemeentebestuurder, zijn eigen koopman, en
de sneeuw van de afgelopen winter in zijn eigen streek. Met "die lui in Reykjavik" wil hij niets te ma-
ken hebben, en een grotere organisatie van boeren vindt hij angstaanjagend. Hij heeft zijn eigen klei-
ne wereldje waarin hij verantwoordelijkheid neemt, hij is niemand iets verschuldigd en als er buiten
zijn wereld iets gebeurt wat invloed zou hebben zijn kleine wereld (bijvoorbeeld oorlog in het buiten-
land die prijzen voor zijn schapen doet stijgen), dan ziet hij niet in hoe hij daar zelf invloed op, of een
mening over zou moeten hebben. Bjarts favoriete uitdrukking is: "Ik weet niet beter dan dat..." Of als
de boeren het over Franz Ferdinand hebben:
'Ja, daarover wil ik niets beweren,' zei Einar van Benedenhelling, 'want
er wordt nooit veel waarde gehecht aan wat ik en mijns gelijken over de
wereldgeschiedenis te zeggen hebben. Maar of het land met die arme
vent van een plaag verlost is of niet is mij om het even en hij moet ko-
ning geweest zijn van een of ander klein koninkrijk, waarvan ik de naam
nooit zal kunnen uitspreken, maar daarmee wil ik niet zeggen dat het
hem tot een beter mens maakt'68
Laxness zelf heeft wel een macroworldview. Hij brengt de microworldview van Bjart in contrast met
de internationale ontwikkelingen. Hij beschrijft hoe een boer die denkt dat hij niets te maken heeft
met die lui in Reykjavik, daar alles mee te maken blijkt te hebben, of hij nu wil of niet. Hoe moderne
ontwikkelingen de kleine boer inhalen, overrompelen. Hij beschrijft klassenverschillen en politieke
standpunten.
67 Laxness, H. K. (1955, 10 december).
68 Laxness, H. K. (2002). (p. 473)
46
Laxness legt niet de nadruk op destructieve structuren om zich daar bij neer te leggen. Een sociaal
realist hoopt dat het zichtbaar maken van de onderklasse ervoor zorgt dat die klasse het beter (of
meer invloed) krijgt. Blijkbaar is zijn wereldbeeld optimistisch, het is mogelijk om structuren te verbe-
teren.
Daarbij valt op hoe gemakkelijk Laxness verschillende perspectieven beschrijft (en ook in zijn leven
zelf vaak van perspectief verandert). Om dit meteen postmoderne verwarring te noemen is wat kort
door de bocht, maar de wereld is voor Laxness op z'n minst complex.
De worldview van Bjart is zeker wel heidens te noemen. Als je alles wat neigt naar het bovennatuurlij-
ke eruit filtert dan. Hij is in gevecht met de woeste natuur, hij neemt verantwoordelijkheid voor zich-
zelf en zijn alliances/familie, de dood is part of the deal en met zijn eergevoel is niet bepaald iets mis.
Maar zoals gezegd is de worldview van Bjart niet de worldview van 'Onafhankelijke mensen'.
Er zijn twee aspecten uit het heidendom die ik in het boek echt terug zie komen. De belangrijkste is de
waarde van zelfverantwoordelijkheid en moed. Niet de hulp of verlossing van anderen verwachten,
maar zelf opstaan en alles doen wat je kunt om voor je voorspoed te vechten. Een held zijn in het
strijden tegen oncontroleerbare krachten, of dat nu een sneeuwstorm is, maatschappelijke ontwikke-
lingen waar je niets van snapt, het kapitalisme of het fascisme.
Daarbij mag je de rol die saga's spelen bij het bevorderen van moed en heldendom niet onderschat-
ten. Ze helpen Bjart om het hoofd geheven te houden tegen alle moeilijkheden in, en Laxness zal de
saga later de oorzaak noemen van IJslands onafhankelijkheid van Denemarken.69
CONCLUSIE
Onafhankelijke mensen is een boek behorend tot het sociaal realisme, een stroming die kritiek levert
op oneerlijke sociale structuren door de arbeidersklasse en armen als onderwerp van hun kunst te
nemen. In een tijd dat Laxness sympathiseert met het communisme beschrijft hij het IJslandse boe-
renleven als armoedig, wreed en tragisch. Hij gebruikt daarbij een structuur die lijkt op die van de
saga's. Andere thema's en motieven die in het boek naar voren komen zijn oorlog, de strijd tegen de
natuur en vijandige maatschappelijke omstandigheden, het heldendom wat Bjart daarbij tentoon
spreidt, en een onafhankelijkheidsideaal.
Er komen twee verschillende worldviews in onafhankelijke mensen naar voren. De worldview van de
hoofdpersoon en de worldview van de schrijver zelf. De hoofdpersoon heeft een microworldview met
een heidens karakter. Bjart kijkt niet verder dan zijn eigen community en is in gevecht met de woeste
natuur, neemt verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn familie en heeft een sterk eergevoel. De
worldview van de schrijver is macro. Hij contrasteert het zicht van Bjart dat niet verder reikt dan zijn
69 "The saga was our invincible fortress, and it is thanks to the saga that we are today a free nation."
Halldor Laxness, Sj lfsag ir hlu r, p. 66. Geciteerd door Hallberg, P. (1982).
47
dorp, met de Europese ontwikkelingen waar Bjart zich niet mee bezig wil houden maar wel de gevol-
gen van ondervindt. Laxness' worldview is socialistisch, hij is kritisch op klassenverschillen.
Twee aspecten uit het heidendom komen duidelijk terug in 'Onafhankelijke mensen'. Het belangrijk-
ste is de waarde van zelfverantwoordelijkheid en moed. De hulp niet van anderen verwachten maar
een held zijn in het strijden tegen oncontroleerbare krachten. Het tweede aspect is de rol die de
saga's spelen bij het bevorderen van die moed en dat heldendom.
48
HOE KOMT DE HEIDENSE WORLD-
VIEW TERUG IN HET IJSLANDSE LE-
VENSBESCHOUWINGONDERWIJS?
HOOFDSTUK 5
For this part of my research I'll switch to English to meet the requirements of the assignment for the
course 'International orientation'.
The assignment for the course 'International orientation' requires of me to relate my view on religious
education to the international context. In the Netherlands the religion and philosophy education usu-
ally is quite biblically oriented, since Christianity is the only religion that drenched and shaped our
culture. In Iceland this is different. Christianity is not the only spiritual source for Icelandic culture,
paganism might have had even more influence, or at least just as much. This shows in the way educa-
tion is organised. Icelandic students study the saga's, the stories about the old pagans, thoroughly
throughout both primary school and secondary education. Sometimes included in the course 'Ice-
landic' but also as a subject in itself.
I was very curious whether or not it would be possible to discover some kind of pagan influence in the
courses. I was curious for what a teacher ideally would like to achieve by teaching about the sagas.
Would a saga teacher have the same kind of goals as a religion teacher (like me)? In addition I wanted
to know if the subject of religion in Iceland would differ from that in the Netherlands, and especially,
what the motivations of the teacher would look like.
In Hafnarfjördur I rang the bell of the Laekjarskoli, a school for primary and secondary education. I
interviewed two teachers, a saga teacher, Hrönn Arnarsdotir, and a religion teacher, Sigridur Valdi-
mirsdottir. De saga teacher was also the team manager and the religion teacher also worked as a
deacon. I interviewed both teachers at the same time, which was beneficent since therefore I also
discovered what the teachers thought about each other's subjects.
Here follows a reproduction of the interview structured by topic. I also fixed the poor English a little.
INTERVIEW SAGA AND RELIGION TEACHERS
CAN YOU GIVE AN OVERVIEW OF THE COURSE OUTLINE FOR SAGA-EDUCATION?
Hrönn: In the first grades children begin to learn parts of the sagas, only some chapters. They also
learn about Snorri Sturluson who wrote most of them down. In fourth and fifth grade they begin to
learn about Odin and Asatru (she means the old pagan belief), but still on a small scale. In these
grades they also learn a lot about the Icelandic settlers who came from Norway and were Asatruar. In
49
that way they also learn about the sagas. In the eighth grade they begin to read a whole saga, for
example Laxdaella saga, that's an important Icelandic saga. In ninth grade they might read for exam-
ple Gisli saga and some other sagas. When they go to senior high (grade 10-13) they are reading the
bigger sagas like Njáls saga or Grettis saga, and they also read the Snorra-edda and Havamal.
WHAT'S THE PURPOSE OF TEACHING ABOUT THE SAGAS?
Hrönn: We think it's important to know about our heritage. Where do we come from? For under-
standing the Icelandic sagas it's necessary to understand Asatru, because most of the writers were
heathens. And the difference between the heathen culture and ours is huge. For them it was okay to
kill someone, you could be proud if someone from your family was killed, because then he could go to
heaven (Valhalla).
But the Icelandic sagas also tell about how we became Christians in the year 1000, they tell of the
conversion. The Norwegian king wanted Iceland to become Christian, so the people said: "okay, we'll
do that, but they didn't change into Christianity like that. At first they just did what they liked, but
slowly they melted into Christianity.
Another reason is that we don't have any other physical cultural history. We are very proud of the
sagas, because we don't have any buildings. In the Netherlands you can see buildings from 1400 or so.
But we only see buildings that aren't older than my grandmother. In the Viking settlement, the houses
were small and made of stone and clay, and therefore already long gone. We don't have much to look
at, so we need something else to see what makes us a nation. We have to read about our history.
That's why we cherish it so much, so we have something that ties us together. That's especially impor-
tant since we only have 300.000 people living here.
WHAT'S YOUR PERSONAL PURPOSE WHEN TEACHING THE SAGAS?
Hrönn: What I love most about the sagas are the females. The females have really strong personali-
ties, they have their own will. For example, it's very rare in an Icelandic saga that a woman is made to
marry someone she doesn't want to marry. If it dóes happen that she is not all too happy about a
proposed marriage but gives in, usually the marriage doesn't work out. While when the father asks:
"what do you want" and they answer: "I want this and this" and then get their will done, the marriage
will work out fine. They manage their husbands and the other guys, they make destiny. They say to
their husbands for example: "I want that one killed" and the husbands kill. The women are in control
for most of the time and the guys are like executives. Also one of the first settlers was a woman, she
came on her own and owned a huuuuge amount of land. She was a great chieftain.
This is a great contrast with the other literature. When you look at literature from 1550, from 1300 or
1200, there is almost no mention of women, at áll. Until maybe in the nineteenth century. Then there
were the first lady writers, and really few of them, maybe three or four. All people who had influence
were men.
I don't know why this is different in the sagas. It might be because most of the settlers were fleeing
from something. Or because religion didn't say that women where less than men. Except for the male
gods there were also the goddesses and they were very strong and powerful. The male gods cher-
ished the women goddesses, they really loved them and did a lot for them.
My students say I'm a bit of a feminist. Especially the boys, haha! And I think I shóuld be like that. You
can't read the saga's without noticing the strong women, and I talk about it. It's good that they see
50
that instead of in all the other literature where women are completely absent, in the sagas the
women are strong, had their own will, made things happen and were strong hearted.
Sigridur who just came in: Yeah, they were controlling their husbands right?
Hrönn: Yes, they controlled destiny. You see, she is a feminist too!
HOW DO STUDENTS RESPOND TO SAGA-EDUCATION?
Hrönn: Most of them love it. Very seldom I get the question from my students: "why are we learning
about this?" They might say: "Oh my god, it's so hard to read", since everything you are supposed to
read in school is boring. But when you start and you make something of it, go talking about it and
watching short films that are made of it, they begin to love and hate the characters. Like in every good
story. In a short while they begin to love it.
1 Books used for religion education at the Laekjarskoli
CAN YOU GIVE ME AN OVERVIEW OF THE COURSE OUTLINE FOR RELIGION EDUCATION?
Hrönn: In every grade the students are taught about Christianity. And then we divide the world relig-
ions. We start in first grade, but very superficial, mainly to tell them that other religions exist and
there might be someone in their class with another religion. But when they are in fifth, sixth and sev-
enth grade we have one book for Hinduism, one for Judaism, etc. so we go a little bit deeper. In the
books there is always a child who tells them about what they are thinking in that religion and why
51
they do the things they do. They have a guide. Besides that we have movies about different religions
we can show them. In the lower grades the students don't take exams in religion. In the eighth grade
they don't get lessons about Christianity because at that age they are preparing to be confirmed in
church, so they learn about it there.
IN WHAT WAY DO YOU TEACH RELIGION? A VERY SCIENTIFIC WAY, A PARTICIPATING WAY, OR
SOMETHING IN BETWEEN?
Hrönn: We teach in a more scientific way. You don't have to be Christian in order to teach religion. If
that's the case then that is just a coincidence. We learn the children how the world was made accord-
ing to the version with Adam and Eve, but we also tell them it is just a metaphor, it didn't really hap-
pen like that. They learn about these things in the way they learn about history. We tell them about
the stories in the Old Testament in the same way we teach them about the saga, or literature. We
teach Islam or Hinduism in exactly the same way.
Sigridur: We tell them stories and celebrations and about the main rituals (marriage, funeral confir-
mation). And also I explain them how you can go to your church, what you can get from it. You can go
to church to baptise your child, you can go if you need something or aren't feeling too good, for the
happy things or sad things in your life. But for example you are not allowed to be praying in your
classroom. Recently one of the kids got in an accident. In class we now have a candle, lit it and say we
do this in the memory of that person. We also do a little prayer, if a student wants to do the prayer he
can but if he doesn't want that's ok too. We always offer them but don't tell them to.
And it also depends on the teacher how much participation you arrange. I like to let people from the
religion tell about it to the children. Once I had a woman who was a Buddhist. She came and showed
them how she meditated and chanted. And always when you have a child in your class with another
religion, you let them tell about it. That is very common, because I think even though so many Ice-
landers are Christian, we are a little bit free (tolerant) about religion.
WHAT IS THE PURPOSE OF THE GOVERNMENT IN PROVIDING RELIGION EDUCATION?
Sigridur: They want the students to know about the history of our country, which is largely influenced
by Christianity. They want them to know how it came to Iceland and what it is doing right now, how
we have built our community around it. Before in primary school the children only learned about
Christianity. Over ninety percent of the Icelanders was Christian and most of the students go to
church with Christmas and are confirmed. But recently the government wanted lessons about world
religions as well since people from other countries and religions started living in Iceland. But also you
are ignorant if you don't know about the big religions in the world.
WHAT IS YOUR PERSONAL PURPOSE IN TEACHING ABOUT RELIGION?
Sigridur: I think children are their parents children. That's number one. I can't change the children
from religion. I have youth groups in the church, and there were Muslims coming to these groups,
because they wanted to be with their friends who were going there. I remember one girl who, when
we were praying, was praying in her own way. If you just let children be as they are brought up, it is
possible to have all the religions together, and that is what I would like to see in the world. Because
then we would have the peace we are all seeking for.
I always tell the children that all the religions are about peace. Most of the wars in the world are
caused by religion, and therefore the students think some religions don't want peace. But I show
52
them they do. I want them to not be afraid of other religions. Because being afraid makes you want to
fight and exclude others. But when you get to know their religion you realize they are just like you.
I personally need something to believe in. And I think it's the same for them. So I want them to help
them to know: when there comes a bad time, where are you going to find comfort? I want to support
the good things a religion can do, like taking care of others. In Christianity that is an important value
that influenced the Icelandic community.
But the main influence I want to have on them is to be nice to each other and understand that some-
where else people are in need. Even though we have everything we need. I want them to learn to
help each other and be kind. I want them to be nice and good people in the world.
HOW DO STUDENTS GENERALLY RESPOND TO THE RELIGION LESSONS?
Sigridur: They mostly like it. They like it because it's not so difficult (in the lower grades), you are
mostly listening and doing pictures, and they love the stories.
2 The story about Joseph in Icelandic schoolbook
A personal analysis of the above and factual information about Christian education in Iceland is avail-
able in appendix 4 of this document, since it's required for the 'international orientation' assignment
but not relevant for answering the main question of this research paper.
53
CONCLUSIE
Van de eerste tot en met de laatste klas krijgen leerlingen les over de saga's. Dit is voornamelijk met
het doel IJslands culturele erfenis op de leerlingen over te dragen. Het persoonlijke doel van de saga-
lerares die ik interviewde was om voor de leerlingen de krachtige positie van de vrouwen uit de saga's
te belichten. Ze was feministe en was verontwaardigd over het feit dat in de andere middeleeuwse
literatuur vrouwen geen enkele rol speelden, ze vond het bijzonder dat dit in de saga's zo duidelijk
anders was, dat de vrouwen onafhankelijke leiders waren die hun eigen land bezaten. De leerlingen
leren ook hun hele schoolcarrière over wereldreligies en het christendom. Dit is meestal met een vrij
wetenschappelijke insteek, maar de godsdienstdocent op de Laekjarskoli is christelijk en legt de leer-
lingen ook uit waarvoor je naar de kerk zou kunnen gaan, wat religie persoonlijk voor je zou kunnen
betekenen. Dit doet ze op een open (postmoderne) manier, multireligiositeit vindt ze iets moois. Ze
heeft persoonlijk een sterk humanistisch belang en wil de leerlingen leren om vriendelijk te zijn en
verder te kijken dan hun eigen kleine wereldje.
Het enige wat in mijn bevindingen op het gebied van IJslands levensbeschouwelijk onderwijs opval-
lend overeenkomt met de heidense worldview is de nadruk van de sagalerares op de onafhankelijk-
heid en zelfredzaamheid van de vrouwen uit de saga's.
54
CONCLUSIE
In dit onderzoek is geprobeerd helder te krijgen hoe de Germaansheidense worldview in IJsland geka-
rakteriseerd kan worden. Ook is onderzocht of en hoe deze worldview terugkomt in de IJslandse lite-
ratuur en het levensbeschouwing- en sagaonderwijs. In het eerste hoofdstuk is gezocht naar een om-
schrijving van het begrip worldview dat houvast zou bieden voor het vervolg van het onderzoek. Er is
geconcludeerd dat een worldview dynamisch is en ontstaat in gemeenschap met andere mensen. Een
worldview wordt dan ook altijd uitgeleefd, juist omdat het zijn bron vindt in het hart of onderbewus-
te. Omdat mensen semiotische wezens zijn krijgen worldviews een concretere vorm in verhalen. Ja-
mes Sire formuleerde zeven vragen waarop de antwoorden samen de inhoud van iemands worldview
in kaart brengen. Deze vragen zijn in het onderzoek gebruikt om de verschillende IJslandse culturele
uitingen te analyseren.
In hoofdstuk twee is een indruk gegeven van de heidense worldview zoals die eruit zag rond de tijd en
plaats waar Snorri Sturluson hem beschreef, en daarmee de orale traditie afsloot. Voor de oude hei-
denen is het ware werkelijke de woeste en oncontroleerbare natuur of het onwrikbare lot. Een eeu-
wige strijd karakteriseert de werkelijkheid, die daar uiteindelijk ook in zal opgaan. Die strijd moet
dapper en eervol gestreden worden en dat doet de heiden met zijn bondgenoten, zijn familie en zijn
lievelingsgod waar hij uiterst loyaal aan is. De heiden kan geen verlossing verwachten en moet zelf
verantwoordelijkheid nemen voor zijn welzijn, maar ook voor zijn gedrag, een vast omschreven mo-
raal is er niet. De door de goden gegeven mogelijkheid tot het vertellen van verhalen is de oorzaak
van de kennis over en het begrip van de werkelijkheid.
Aangezien er in IJsland nog steeds mensen zijn die zich heiden noemen is ook een mogelijke 'nieuwe'
heidense worldview onderzocht. Dit is gedaan door studie te maken van de Asatruarfelagid, een be-
weging die door middel van het bestuderen van oude heidense teksten en het uitvoeren van rituelen
de oude IJslandse heidense tradities en gebruiken nieuw leven in wil blazen. De worldview van deze
beweging blijkt erg op die van het postmodernisme te lijken, maar geeft er een vrolijke twist aan. Het
karakter van de ware werkelijkheid is niet 'onbekend' maar 'verrassend'. Door pluriformiteit ziet de
postmodernist het ware werkelijke als eenvoudigweg onbekend. Maar de Asatruar zoekt verbinding,
het ware werkelijke is een veelheid van weliswaar onbekende, maar met elkaar verbonden werelden.
Wat de groep kenmerkt is een gemeenschappelijke liefde voor de mythische verhalen. De sacrale
verhalen hebben geen autoriteit in zichzelf maar er wordt kracht aan verleend door de lezer. De be-
langrijkste gemeenschappelijke waarde is die van zelfverantwoordelijkheid.
Om te zien hoe een mogelijk heidense worldview werd uitgedrukt in moderne IJslandse literatuur is
het werk 'Onafhankelijke mensen' van Halldor Laxness geanalyseerd. De roman is geschreven als een
moderne saga. In het boek bleken twee aspecten uit het heidendom duidelijk terug te komen. De
waarde van zelfverantwoordelijkheid en moed in het strijden tegen oncontroleerbare krachten, en de
rol die de saga's spelen bij het bevorderen van die moed en dat heldendom. Deze waarden komen
terug in een boek dat een verder vrij socialistische worldview ademt. Dat de held uit de saga een arme
boer is die het op moet nemen tegen oneerlijke maatschappelijke verhoudingen geeft de bijzondere
combinatie van socialistische en heidense ideeën weer.
In het IJslands schoolsysteem worden de saga's ook enorm belangrijk gevonden aangezien leerlingen
er dertien jaar les in krijgen. Dit gaat op een vrij wetenschappelijke wijze, maar de sagadocente bena-
55
drukt in haar lessen wel de unieke manier waarop vrouwen in de saga's een rol krijgen, onafhankelijk,
zelfbewust en sterk. Dit vindt zij een geschikt rolmodel.
Wat het karakter is van de heidense worldview is voor de oudere variant relatief duidelijk maar loopt
in nieuwere tijden uiteen. Er zijn twee waarden die in elke onderzochte IJslandse culturele uiting uit-
gedrukt worden en die zijn samen te vatten als het belang van het lezen/horen en doorvertellen van
de saga's voor onder andere het bevorderen van moed, zelfverantwoordelijkheid, onafhankelijkheid
en heldendom.
DISCUSSIE
De heidense worldview heeft geen centrale autoriteit maar is ook geen orale traditie meer. Welke
verhalen verteld worden staat vast, hoe ze geïnterpreteerd worden is afhankelijk van de tijdgeest. Er
is echter één element dat in elke onderzochte IJslandse culturele uiting in de verschillende tijdgeesten
terug blijft komen: het heldendom, de zelfverantwoordelijkheid. Dat element werd in elk onderzochte
voorbeeld niet weggeïnterpreteerd. Of het nu ging om het heldendom van de arbeider of boer in het
socialisme die vecht tegen oneerlijke maatschappelijke verhoudingen, het heldendom van de Viking
die dapper zijn tegenstanders doodslaat, het heldendom van de Asatruar die zichzelf overwint en
verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag, of het heldendom van de feminist die opkomt voor haar
rechten als vrouw, het thema heldendom uit de saga's heeft stérke invloed op de worldview van de
"heidenen" uit alle tijden.
Maar dit is wel het enige element uit de originele heidense worldview dat overal terugkomt. De orale
traditie is versteend maar geen autoriteit en daarmee niet krachtig genoeg om een volledige world-
view vorm te geven. Het lijkt alsof de traditie vooral nog de functie heeft van een set verhalen. Een
set mythes, dat op dezelfde manier invloedrijk is als elk set goede verhalen. Als elk verhaal over 'the
heroes journey'...
In een vorig onderzoek70
naar een worldviewgerelateerd onderwerp kwam ik via het 'narratieve' uit
bij Joseph Campbell. Deze mytholoog verzamelde mythen over de hele wereld en probeerde daaruit
het oerverhaal te destilleren, de monomythe. Hét verhaal dat overal ter wereld door alle volken in
alle tijden verteld werd. De verschillende elementen uit het oerverhaal beschreef hij en noemde het
'the heroes journey'. Die reis verloopt in het kort als volgt:
"A hero ventures forth from the world of common day into a region of supernatural wonder: fabulous
forces are there encountered and a decisive victory is won: the hero comes back from this mysterious
adventure with the power to bestow boons on his fellow man."71
70 Riezebosch, F. J. (2014). Yourstory: Wat de game betekent voor de verhalen van jongeren. Geraad-
pleegd van http://issuu.com/ragebol/docs/yourstory_-_femmeke_riezebosch_-_20?e=0/12316317 (p.
34-40)
71 Campbell, J. (1949). The hero with a thousand faces. Princeton: Princeton University Press. (p.23)
56
In het onderzoek verwees ik ook naar Jonah Sachs, een marketeer, die de sterke invloed van verhalen
volgens het concept van 'the heroes journey' aantoont. Volgens hem zijn verhalen die volgens Camp-
bell's stappen opgebouwd zijn gedoemd om populair te zijn bij mensen, het boek van Campbell wordt
door de meeste filmmakers gelezen en de bijbel van Hollywood genoemd. Talloze romans en films
worden aan de hand van 'the heroes journey' geschreven, bijvoorbeeld 'the Matrix' of 'Star Wars'.
Het oerverhaal is een krachtig verhaal. Volgens Sachs daagt 'the heroes journey' mensen uit om een
held te worden in het eigen verhaal van hun leven. Hij contrasteert de monomythe met het verhaal
van de huidige marketing en politiek, het verhaal van "anxiety". De marketing van nu laat de doel-
groep eerst voelen dat er een groot probleem is en biedt dan een product aan waardoor de klant
eenvoudig de oplossing van het probleem kan kopen. De klant wordt niet uitgedaagd om op te staan,
sterk te zijn en tegen vijanden te vechten, maar juist aangemoedigd om in de luie stoel te blijven zit-
ten en met een simpele zwaai van de bankpas alles voor zich te laten regelen. Waar 'the heroes jour-
ney' uitdaagt tot heldendom houdt het anxietyverhaal mensen infantiel.
Heldenhersenspoeling
Terug naar IJsland en haar vermeende heidendom. Wat voor invloed heeft het als je een heel volk
dertien jaar van hun jeugd heldenverhalen laat lezen? Een heel volk wordt dertien jaar van hun jeugd
uitgedaagd een held te worden in het eigen verhaal van hun leven. Dat "eigen" verhaal kan zich afspe-
len in een wereld in oorlog (wereldoorlogen en koude oorlog bij Laxness), het kan zich afspelen in een
land dat onder overheersing is van een ander land (Denemarken), het kan zich afspelen in een wereld
waarin het probleem van sekseongelijkheid een rol speelt, het kan zich afspelen in een pluriforme
wereld waarin het onduidelijk is wie de vijanden zijn en je dus nog het meest tegen jezelf aanloopt.
Het concept heldendom vindt in elke verhaalsetting zijn plek. Heldendom vindt in alle onderzochte
IJslandse worldviews horend bij de verschillende tijdgeesten een plek.
Nietzsche schrijft: "The images of the myth have to be the unnoticed omnipresent demonic guardians,
under whose care the young soul grows to maturity and whose signs help the man to interpret his life
and struggles. (...) And now the mythless man stands eternally hungry, surrounded by all past ages,
and digs and grubs for roots, even if he has to dig for them among the remotest antiquities."72
In het eerste hoofdstuk begon ik over semantiek, en hoe verhalen de ziel van een persoon of volk
blootleggen. Laxness vertelt een verhaal over oude verhalen die moderne mensen helpen een held te
zijn. IJsland lijkt haar mythen niet verloren te zijn.
Ik zou voorzichtig willen zeggen dat ook IJsland geen heidense worldview meer kent, maar dat ze nog
wel een rijke verhalentraditie kent die haar volk voedt. De enige waarde van alle heidense waarden
die door de eeuwen heen blijft staan is de kracht van verhalen om zelf verantwoordelijkheid te ne-
men, een held te zijn, en jezelf of een andere vijand te overwinnen.
72 Nietzsche, F. (2000). Basic writings of Nietzsche. New York, NY: Random House.
57
LITERATUURLIJST Bonzo, J. M., & Stevens, M. (Red.). (2009). After Worldview. Iowa, NE: Dordt College Press.
Brandsma, E. J. (2012). Sheep, volcanoes and international conflict. Geraadpleegd van htt-
ps://digital.library.txstate.edu/bitstream/handle/10877/4503/BrandsmaElliott.pdf?sequence
=1
Campbell, J. (1949). The hero with a thousand faces.. Princeton: Princeton University Press.
Curtis, C. (2009, 21 mei). Michael Hirst, The Tudors. Geraadpleegd van
http://www.broadcastnow.co.uk/michael-hirst-the-tudors/5001701.article#
Einarsson, A. (2005). The economic impact of the Icelandic music industry - structure and manage-
ment. Geraadpleegd van http://starfsmenn.bifrost.is/Files/Skra_0016983.pdf
Even-Zohar, I. (2005). Papers in culture research. Geraadpleegd van
http://www.tau.ac.il/~itamarez/works/books/EZ-CR-2005_2010.pdf
Ganzevoort, R. Narratieve benaderingen in de praktische theologie. Humanistiek, 12(47), 61-70.
Goldsmith, R. (2013, 14 oktober). Iceland: Where one in 10 people will publish a book. Geraadpleegd
van http://www.bbc.com/news/magazine-24399599
Gunnell, T. (2007). Viking Religion: Old Norse mythology. In R. North, & J. Allard (Red.), Beowulf &
other stories: A new introduction to Old English, Old Icelandic, and Anglo-Norman literatures
(pp. 351-375). Harlow, Verenigd Koninkrijk: Pearson Education Limited.
Hallberg, P. (1982). Halldor Laxness and the Icelandic sagas. Leeds Studies in English, 13, 1-22.
Hirst, M. (2015, 10 februari). I am Michael Hirst, creator and sole writer of HISTORY’s scripted drama,
Vikings. Ask Me Anything! [Interviewrubriek \'Ask me Anything\' op Reddit]. Geraadpleegd
van
http://www.reddit.com/r/IAmA/comments/2vfktj/i_am_michael_hirst_creator_and_sole_wr
iter_of/
Hoskuldsson, S. (1972). Titel onbekend. Scandinavica, supplement, 1-2.
James Sire, “The Universe Next Door” - Worldview Comparison Chart.. (2015). Geraadpleegd van
https://cristinao.files.wordpress.com/2013/01/sire-cristinao.pdf
Kurian, G. T., & Lamport, M. A. (Red.). (2015). Encyclopedia of christian education. Lanham, MD:
Rowman and Littlefield.
Laxness, H. K. (1955, 10 december). Halldór Laxness - Banquet Speech. Geraadpleegd van
http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/literature/laureates/1955/laxness-speech.html
Laxness, H. K. (2002). Onafhankelijke mensen. Breda, Nederland: De Geus.
Lindow, J. O. H. N. (2001). Norse Mythology: A guide to the gods, heroes, rituals and beliefs. New York,
New York: Oxford University Press.
58
Lönnroth, L. (1969). The noble heathen: A theme in the sagas. Scandinavian Studies, 41(1), 1-29.
Mccoy, D. (2013). The love of destiny. Geraadpleegd van http://norse-mythology.org/the-love-of-
destiny-dan-mccoy/
Montgomery, J. E. (2000). Ibn Fadlan and the Rusiyyah. Journal of Arabic and Islamic Studies, 3, 1-25.
Geraadpleegd van https://www.library.cornell.edu/colldev/mideast/montgo1.pdf
Naugle, D. K. (2002). Worldview: The history of a concept. Grand Rapids, MI: Wm. B. Eerdmans.
Nietzsche, F. (2000). Basic writings of Nietzsche. New York, NY: Random House.
Otten, M. (2013). Saga\'s van de westfjorden. Amsterdam, Nederland: Athanaeum.
Riezebosch, F. J. (2014). Yourstory: Wat de game betekent voor de verhalen van jongeren. Geraad-
pleegd van http://issuu.com/ragebol/docs/yourstory_-_femmeke_riezebosch_-
_20?e=0/12316317
Seigfried, K. E. H. (2011, 12 juli). Interview with Hilmar Örn Hilmarsson of the Asatruarfelagid, part
three. Geraadpleegd van http://www.norsemyth.org/2011/07/interview-with-hilmar-orn-
hilmarsson-of.html
Seigfried, K. E. H. (2011, 23 juni). Interview with Hilmar Örn Hilmarsson of the Ásatruarféllagid, part
one. Geraadpleegd van http://www.norsemyth.org/2011/06/interview-with-hilmar-orn-
hilmarsson-of.html
Sigurdur Holm Gunnarsson, S. (2006). The status of religion and religious life in Iceland today. Paper
gepresenteerd op de International Atheist Conference, Reykjavik, IJsland. Geraadpleegd van
http://sidmennt.is/2006/08/13/the-status-of-religion-and-religious-life-in-iceland-today/
Sire, J. W. (2004). Naming the Elephant. Downers Grove, IL: IVP Academic.
Statistics Iceland. (z.j.). religious organisations. Geraadpleegd van
http://www.statice.is/?PageID=1180&src=/temp_en/Dialog/varval.asp?ma=MAN10001%26ti
=Populations+by+religious+organizations+1998-
2012+++++++%26path=../Database/mannfjoldi/Trufelog/%26lang=1%26units=Number
Statistics Iceland. (z.j.). religious organisations. Geraadpleegd van
http://www.statice.is/?PageID=1180&src=/temp_en/Dialog/varval.asp?ma=MAN10001%26ti
=Populations+by+religious+organizations+1998-
2012+++++++%26path=../Database/mannfjoldi/Trufelog/%26lang=1%26units=Number
Strmiska, M. (2000). Ásatrú in Iceland: The rebirth of Nordic paganism. Nova Religio: The Journal of
Alternative and Emergent Religions, 4(1), 106-132.
Strmiska, M. (2012). On becoming a pariah: Personal reflections on my Asatru research. Paper gepre-
senteerd op de CPASE Conference, Stockholm, Sweden. Geraadpleegd van htt-
ps://www.academia.edu/2339326/On_Becoming_A_Pariah_Personal_Reflections_on_my_A
satru_Research_
Turville-Petre, G. (1944). Gisli Sursson and his poetry: Traditions and influences. The modern language
review, 39, 374-391.
59
Wainwright, O. (2015, 25 maart). In Iceland, ‘respect the elves – or else’. Geraadpleegd van
http://www.theguardian.com/artanddesign/2015/mar/25/iceland-construction-respect-
elves-or-else
Wilcox, J. (2007). Cultures of the world, Iceland (2e ed.). Tarrytown, NY: Times publishing limited.