9 E JAARGANG, NR. 2, APRIL 2014 Leerling en begeleider Leerling en begeleider Jacko de Kroon en Nanon van Raalte: Jacko de Kroon en Nanon van Raalte: ‘Ruimte om te groeien’ ‘Ruimte om te groeien’ Kiezen of delen Lastige keuzes op het 28ste LVO-congres Veilig werken Ioniserende straling op de operatiekamer TRM Van pilot tot routine in Westfriesgasthuis Nóg minder fouten Met een briefing houdt iedereen elkaar scherp
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
9E JAARGANG, NR. 2, APRIL 2014
L eerling en begeleiderL eerling en begeleiderJacko de Kroon en Nanon van Raalte:Jacko de Kroon en Nanon van Raalte:
‘Ruimte om te groeien’‘Ruimte om te groeien’
Kiezen of delenLastige keuzesop het 28ste LVO-congres
Veilig werkenIoniserendestraling op deoperatiekamer
TRM Van pilot tot routine in Westfriesgasthuis
Nóg minder foutenMet een briefi ng houdt iedereenelkaar scherp
OKO0214.indd 1OKO0214.indd 1 4/26/14 11:41 AM4/26/14 11:41 AM
PALAMIX®
Optimaal mengen van botcement:Eenvoudig – veilig – ef ciënt*
PALAMIX® – eenvoudig gebruik voor alle toepassingen
* eenvoudig in slechts een paar stappen naar een homogeen en gebruiksklaar botcement
* veilig betrouwbare vacuümcontrole door vacuümindicator aan het luchtslangetje
* ef ciënt een systeem voor alle toepassingen in de gecemen-teerde prothesiologie door een keur aan kokers met verschillende afmetingen en speciale accessoireses
Nieuwsgierig naar het eerder bereiken van functionele ontslagcriteria van uw heup- of kniepatiënten, waardoor u een kortere opnameduur in combinatie met een hoge patiënt-tevredenheid realiseert?
Kom dan op 12 juni naar het 2e Rapid Recovery symposium in Delft. Er is voldoende gelegenheid tot het stellen van vragen, daarnaast worden praktische handvatten en tips gegeven en kunt u kennismaken met collega’s van andere locaties die dit, in samenwerking met Biomet, hebben bereikt. Wederom zal Prof. H. Kehlet, de grondlegger van fast-track chirurgie, zijn visie op de betere behandeling van uw patiënten toelichten. Het belooft opnieuw een inspirerende dag te worden: mogen we u 12 juni begroeten?!
2e editie Rapid Recovery SymposiumDonderdag 12 juni 2014, Lijm & Cultuur Delft
Meer informatie: www.rapidrecovery.nlAanmelden: www.biometacademy.nl/openinschrijving
AFDELING KLINISCHE FYSICA EN INSTRUMENTATIE, INSTITUUT VERBEETEN; WILLY HUMMEL, AFDELING
MEDISCHE INFORMATIETECHNOLOGIE, MEDISCH CENTRUM LEEUWARDEN. NAMENS DE NVKF-COM-
MISSIE STRALINGSHYGIËNE.
ioniserende
OK OPERATIONEEL APRIL 2014 23
OKO0214.indd 23OKO0214.indd 23 4/26/14 11:49 AM4/26/14 11:49 AM
beeld veel verzwakking in de botten en
weinig in de longen.
De tweede toepassing betreft het gebruik
van radioactieve stoffen (radio-isotopen).
Deze worden, meestal op de afdeling
Nucleaire Geneeskunde, in de patiënt
ingebracht. Radioactieve stoffen zenden
altijd ioniserende straling uit, maar die
wordt na verloop van tijd steeds zwakker
(iedere halfwaardetijd later is de straling
de helft geworden). De hoeveelheid
straling wordt bepaald door de activiteit
van de toegediende radioactieve stof en
de energie die hij uitzendt. Dit laatste
verschilt per soort radioactieve stof.
Op de OK worden radioactieve stof-
fen vooral toegepast bij de sentinel
node-procedure. Hierbij verzamelt zich
radioactieve vloeistof in de schildwacht-
klier, die vervolgens opgespoord wordt
met een gamma probe. Een andere
toepassing is de procedure voor niet
palpabele tumoren waarbij met de gam-
ma probe een jodiumzaadje wordt opge-
spoord dat een tumor markeert.
Als de patiënt van de OK is en het uit-
genomen weefsel is weggebracht naar
de PA, is de straling in de OK ook weg;
er blijft geen straling achter. Indien een
stukje weefsel uitgenomen wordt voor
nader onderzoek in een pathologisch
laboratorium kan daar natuurlijk wel
een radioactieve stof in zitten. Daarom
wordt dergelijk weefsel vaak in een
speciale loodpot getransporteerd.
Risico’s van stralingDe energie van ioniserende straling wordt
in het weefsel geabsorbeerd. Verschil-
lende soorten straling hebben op verschil-
lende manieren interactie met het weef-
sel. De mate waarin weefsels gevoelig zijn
voor straling varieert ook, onder meer
doordat het aantal snel-delende cellen
uiteenloopt. Het risico van verschillende
toepassingen van straling kan vergeleken
worden door de in het weefsel geabsor-
beerde energie om te rekenen naar een
zogenaamde effectieve dosis. Hierbij
worden de soort straling en de weefselge-
voeligheid meegenomen. Deze effectieve
dosis heeft als eenheid de Sievert (Sv).
De schadelijk effecten van elektronen die
vrijkomen bij de interactie tussen ionise-
rende straling en atomen in het lichaam
kunnen deterministisch en stochastisch
zijn. Deterministische effecten zijn direct
te relateren aan de ioniserende straling.
Het betreft zichtbare effecten waarvan de
ernst (bijvoorbeeld het aantal cellen die
doodgaan) en het tijdstip afhangen van
de opgelopen dosis. Deze effecten treden
alleen op bij (zeer) hoge doses. Bijvoor-
beeld bij stralingstherapie, waarbij ge-
richt kankercellen doodgemaakt worden.
Onder een bepaalde dosis – de drempel-
dosis – treedt het effect niet op. Een de-
terministisch effect dat bij doorlichtpro-
cedures kan voorkomen is beschadiging
van de huid door langdurige blootstelling
aan röntgenstraling. Bij de moderne C-
bogen is de kans op huidbeschadiging
bij de patiënt echter erg klein doordat de
röntgenbundel wordt gefilterd.
Bij stochastische effecten is de kans van
optreden afhankelijk van de totaal ont-
vangen stralingsdosis, terwijl de ernst (bij-
voorbeeld kanker) onafhankelijk is van de
stralingsdosis (je krijgt het of je krijgt het
niet). Met ‘stochastisch’ wordt bedoeld dat
er een kans is – dus geen zekerheid – dat
iemand kanker krijgt. De wetenschap-
pelijke literatuur neemt aan dat er geen
drempeldosis is, dus dat iedere stralings-
dosis een extra kans op kanker geeft.
Hoe de relatie tussen dosis en deze kans
is, weten wetenschappers eigenlijk niet
precies; de gegevens die gebruikt worden
om dit soort kansen uit te rekenen ko-
men vooral van studies bij mensen die de
kernbommen in Japan hebben overleefd.1
De dosis die zij hebben opgelopen is uiter-
aard veel hoger dan de dosis die mensen
normaal gesproken oplopen.
Bij een jaarlijkse extra dosis (boven op
de achtergrondstraling, zie de paragraaf
hierna) van minder dan 1 mSv is de
geschatte extra kans op kanker ongeveer
0,005 procent. Daarmee blijft de totale
kans op kanker eigenlijk gelijk, want
die is zonder deze extra dosis ook circa
30 procent.
detector
patiëntverstrooide straling
röntgenbron
beeld
Figuur 1 Een C-boog schematisch weergegeven. De straling uit de röntgenbuis wordt deels door de patiënt geabsorbeerd; deels gaat de straling door de patiënt heen, om vervolgens op de detector te komen. Deze straling wordt verwerkt tot een beeld en weergegeven op een monitor. Een deel van de straling wordt door de patiënt verstrooid (de oranje pijltjes), het meest weer terug richting de röntgenbuis.
24 OK OPERATIONEEL APRIL 2014
OKO0214.indd 24OKO0214.indd 24 4/26/14 11:49 AM4/26/14 11:49 AM
Blootstelling aan stralingIedereen in Nederland wordt blootge-
steld aan ioniserende straling, simpelweg
doordat deze straling naar ons toe komt
vanuit de aarde en de ruimte en vanuit
sommige bouwmaterialen in gebouwen.
Deze achtergrondstraling is in Nederland
jaarlijks circa 1,6 mSv.1,2 Aanvullend ont-
vangen mensen straling door medische
stralingstoepassingen. Gemiddeld per
persoon is dit circa 0,8 mSv. De stralings-
belasting staat geschetst in figuur 2.
Een OK-medewerker kan naast de achter-
grondstraling tijdens zijn werk te maken
krijgen met de patiënt als stralingsbron.
Bij gebruik van radioactieve stoffen is de
patiënt natuurlijk de stralingsbron, aange-
zien de stoffen zich in de patiënt bevin-
den. Bij de C-boog is het niet de directe
stralingsbundel uit de röntgenbuis, maar
de verstrooide röntgenstraling uit de
patiënt die zorgt voor de blootstelling van
OK-medewerkers. De directe bundel uit de
buis is natuurlijk ook een stralingsbron,
maar daar sta je als het goed is niet in.
De meeste strooistraling bij een C-boog is
aanwezig aan de kant waar de buis zit (zie
figuur 1). Als je bij laterale doorlichting
de keuze hebt, zorg dan dus dat je aan de
kant van de detector gaat staan.
Voor de meeste medewerkers op de OK,
die regelmatig op afstand assisteren bij
procedures met een C-boog of bijvoor-
beeld een sentinel node-procedure, blijft
de jaardosis ruim onder de 1 mSv. Alleen
voor medewerkers die héél veel bij lang-
durige C-boogprocedures assisteren dicht
bij de bron van straling (dus de patiënt)
kan de dosis hierboven komen. Dit kan
de anesthesioloog-pijnbestrijder zijn,
soms ook de assisterende, of bijvoor-
beeld de vaatchirurg.
In ieder ziekenhuis wordt voor alle
werknemers een risicoanalyse gemaakt.
Aan de hand daarvan wordt bepaald wie
moet worden aangemerkt als ‘bloot-
gestelde werknemer’.3 Deze categorie
mensen wordt extra gemonitord door
een stralingsbadge die de straling meet.
Zo wordt in de gaten gehouden of de
stralingsbelasting wel onder de wettelij-
ke grenzen blijft. Als dat niet zo is, wor-
den aanvullende maatregelen genomen.
Per ziekenhuis kunnen die verschillen.
In een rapport van de Gezondheidsraad
staat samengevat welke doses de aan
straling blootgestelde beroepsbevolking
jaarlijks oploopt tijdens het werk.1 Voor
alle badgedragers in het ziekenhuis ligt
die stralingsdosis op gemiddeld 0,18 mSv
per jaar. Dit is weinig in vergelijking
met de jaarlijkse dosis van 1,6 mSv door
achtergrondstraling. Voor patiënten die
een diagnostisch onderzoek ondergaan
kan de effectieve dosis wel oplopen, tot
zelfs 10 à 15 mSv bij CT- of interventie-
radiologieonderzoeken.
Wetgeving rond stralingHet gebruik van ioniserende straling is
bij wet geregeld. In de Kernenergiewet
en het Besluit Stralingsbescherming4
staat waaraan ieder ziekenhuis moet
voldoen. Relevant voor gebruikers in
ziekenhuizen zijn een paar belangrijke
elementen die gaan over het toepassen
van straling op mensen:
• Het toepassen van straling bij patiënten
moet gerechtvaardigd zijn; er moet een
medische noodzaak zijn en de risico’s
van het onderzoek moeten minder
zwaar wegen dan de voordelen van het
onderzoek voor de patiënt.
• Het stralingsgebruik moet geoptimali-
seerd zijn; de instellingen moeten zo
zijn gekozen dat de verhouding tussen
dosis en diagnostiek optimaal is.
• De jaardosislimieten mogen niet
worden overschreden. Als dat dreigt te
gebeuren moeten aanvullende maat-
regelen genomen worden. De dosis van
medewerkers die niet als ‘blootgestelde
werknemer’ ingedeeld zijn moet
beneden de 1 mSv per jaar blijven. Voor
‘blootgestelde werknemers’ geldt een
limiet van 6 of 20 mSv per jaar, afhan-
kelijk van de indeling van deze werkne-
mer in categorie B of A. Voor patiënten
zijn er geen limieten. Voor hen moet de
stralingsdosis gerechtvaardigd worden
door de medische noodzaak van het
onderzoek. Wel zijn er landelijke richt-
lijnen5 waarin per soort onderzoek staat
welke stralingsniveaus redelijk zijn.
• Voor het toepassen van straling moet
een vergunning toegekend zijn, zowel
randon en thoron0,55 mSv (23%)
ingestie 0,37 mSv(16%)
externe straling uitbouwmaterialen0,35 mSv (15%)
overig0,03 mSv
(1%)
kosmischestraling
0,22 mSv(9%)
terrestrischestraling
0,04 mSv(2%)
medische straling0,81 mSv
(34%)
Stralingsbelasting in Nederlandvoor het jaar 2008
totaal: 2,4 mSv
Figuur 2 De totale effectieve jaardosis per inwoner van Nederland wordt voor 2008 geschat op 2,4 mSv. In deze figuur zie je hoe deze jaardosis is opgebouwd. Bron: RIVM.2
OK OPERATIONEEL APRIL 2014 25
OKO0214.indd 25OKO0214.indd 25 4/26/14 11:49 AM4/26/14 11:49 AM
voor het gebruik van een röntgentoestel
als voor radioactieve stoffen. In die ver-
gunning staat ook of op de OK aanvul-
lende maatregelen nodig zijn rondom
het gebruik van radioactieve stoffen.
• Straling mag alleen toegepast worden
door mensen die daarin geschoold
zijn en periodieke bij- en nascholing
volgen. De coördinerend deskundige
van het ziekenhuis bepaalt wie dat
zijn en hoe de stralingshygiënische
organisatie geborgd moet zijn.
Straling en zwangerschapVoor zwangere vrouwen geldt dat de
equivalente dosis ten gevolge van het
werk voor het ongeboren kind zo laag is
als redelijkerwijs mogelijk is en dat het
onwaarschijnlijk is dat deze dosis vanaf
het moment van melding van de zwan-
gerschap aan de leidinggevende tot aan
het einde van de zwangerschap 1 mSv
zal overschrijden. In de praktijk worden
hier per ziekenhuis verschillende af-
spraken over gemaakt. Vaak zijn extra
maatregelen niet nodig, zeker niet voor
medewerkers op de OK, omdat de jaar-
dosis die zij kunnen ontvangen sowieso
ruim onder de 1 mSv blijft. Meestal hoe-
ven zwangeren niet meer te assisteren
bij langdurige stralingsprocedures tenzij
ze achter een vaste afscherming kunnen
plaatsnemen. Meerdere studies laten
zien dat er geen detecteerbaar risico
voor de foetus bestaat als vrouwen ge-
durende hun zwangerschap onder de 1
mSv blijven.6
Bij een kinderwens hoeven bij reguliere
stralingswerkzaamheden geen extra
maatregelen genomen te worden. Vol-
gens recente wetenschappelijke inzich-
ten zijn geslachtscellen minder gevoelig
voor kanker dan men vroeger dacht en
is de kans op afwijkingen doordat de
geslachtscellen blootgesteld zijn aan
straling klein.7
De werkgever (het ziekenhuis) kan pas
rekening houden met de zwangerschap
als de werknemer dit bekend heeft ge-
maakt bij de werkgever/leidinggevende.
Wat je zelf kunt doen De stralingsdosis die je als medewerker
oploopt hangt af van de soort procedure
en van de soort straling die daarbij
gebruikt wordt. Toch kun je invloed
hebben op de dosis die je ontvangt.
Met de volgende maatregelen kun je het
stralingsrisico reduceren:
1. Bescherm jezelf. Dit kan in het geval
van röntgenstraling door een loodjas
te dragen of achter een loodscherm te
gaan staan. Van belang bij een loodjas
is dat deze goed past en vooral bij de
armen goed aansluit. OK-medewerkers
die assisteren bij procedures met
langdurige doorlichting wordt sterk
aangeraden ook een schildklierkraag
te dragen. In sommige ziekenhuizen
worden strooistralingsbeschermende
matjes gebruikt bij langdurige pro-
cedures.8 Het nut hiervan is sterk
afhankelijk van de procedure en
moet per ziekenhuis bepaald worden.
Een loodjas dragen bij ingrepen met
radioactieve stoffen is niet nodig. De
effectieve dosis bij deze ingrepen is
laag. Bovendien is het beschermings-
effect van loodjassen hierbij niet zo
groot omdat de straling afkomstig van
radioactieve stoffen vaak een hogere
energie heeft dan röntgenstraling.
2. Houd afstand. De stralingsdosis neemt
kwadratisch af met de afstand. Sta je
op 2 meter afstand in plaats van 1 me-
ter, dan is je dosis al vier keer zo laag.
Dit geldt zowel voor röntgenstraling als
voor straling van radioactieve stoffen.
3. Houd de tijdsduur dat je blootgesteld
wordt kort of ga de OK uit. De arts
en de röntgenlaborant zijn er verant-
woordelijk voor dat de blootstelling
van de patiënt aan röntgenstraling
zo kort mogelijk is met behoud van
goede diagnostiek.
De klinisch fysicus of een (lokaal) stra-
lingsdeskundige van je ziekenhuis kan je
advies geven als je hier nog vragen over
hebt. Deze persoon kan ook periodieke
bij- en nascholing over stralingsveilig-
heid verzorgen.
ConclusieDe mate van gebruik van ioniserende
straling op de OK is in ieder ziekenhuis
anders. Daarmee is de stralingsbelasting
van de OK-medewerkers ook verschillend.
Wel hebben alle ziekenhuizen maat-
regelen genomen om OK-medewerkers
te beschermen die werken in een ruimte
waar ioniserende straling toepast wordt.
Door deze maatregelen zullen de meeste
OK-medewerkers ruim onder 1 mSv per
jaar blijven. In dit artikel is toegelicht,
gebaseerd op wetenschappelijke litera-
tuur, dat voor deze jaardosis de risico’s
op stochastische effecten (zoals kanker)
heel klein zijn. Als medewerker op de OK
kun je het risico reduceren door de juiste
maatregelen te nemen bij stralingstoepas-
singen. De klinisch fysicus kan je vertellen
welke maatregelen dat precies zijn. Hij of
zij kan ook periodieke bij- en nascholing
over stralingsveiligheid verzorgen, zodat
de toepassing van ioniserende straling op
de OK zo veilig mogelijk is en blijft.
Referenties1. Gezondheidsraad. Risico’s van blootstelling
aan ioniserende straling. Januari 2007.
2. RIVM-website. www.rivm.nl/Onderwer-
pen/S/Stralingsbelasting_in_Nederland/
Aandeel_per_stralingsbron.
3. Gezondheidsraad. Persoonsdosimetrie bij
beroepsmatige blootstelling aan ioniseren-
de straling. Maart 2008.
4. wetten.overheid.nl/BWBR0012702/Hoofd-
stuk1/Artikel1/geldigheidsdatum_01-01-2015.
5. Nederlandse Commissie voor Stralingsdosi-
metrie. Diagnostische referentieniveaus in
Nederland. 2012.
6. ICRP. Pregnancy and Medical Radiation;
ICRP publication 84. Ann. ICRP 30 (1), 2000.
7. ICRP. The 2007 Recommendations of the
International Commission on Radiological
protection. ICRP publication 103. Ann. ICRP
37 (2-4), 2007.
8. Gutteling J, Hoeben R, Kloeze C en Janssen
M. Disposable strooistralingsbeschermend
afdekmateriaal – Toepassingen en limita-
ties. www.mtintegraal.nl/?p=80&editie=21&
articleId=151
26 OK OPERATIONEEL APRIL 2014
OKO0214.indd 26OKO0214.indd 26 4/26/14 11:49 AM4/26/14 11:49 AM
ERBE Nederland b.v. | Werkendam | Nederland | Telefoon 0183-509755 | www.erbe-nederland.com
Sealen met ERBE
Veilig en betrouwbaar Door minimale laterale schade wordt omringend weefsel gespaard Naar keuze herbruikbare en disposable instrumenten AUTO-STOP meldt: seal is klaar
ERBE VIO® 300 D met BiCision® en BiClamp®
Meer informatie over het hele productassortiment vindt u op onze homepage.
Disposable: ERBE BiCision
met één instrument
Herbruikbaar: ERBE BiClamp
14 instrumenten voor laparoscopische en open chirurgie
SEALING –BIJ ERBE HEB IK ALLE KEUS.
“HET ECONOMISCH ALTERNATIEF“
OKO0214.indd 27OKO0214.indd 27 4/26/14 11:50 AM4/26/14 11:50 AM
28 OK OPERATIONEEL APRIL 2014
Moeten we in onze handen wrijven of niet, na het bekendmaken
van het LVO-NVMBR-standpunt? Dit adviseert operatieassisten-
ten om niet meer op de knop van de beeldversterker te drukken.
Echter, vaatchirurgen, orthopeden en traumatologen hebben stra-
lingsdiploma’s waarmee ze zelfstandig doorlichtingsapparatuur
mogen bedienen, bijvoorbeeld met een voetpedaal. Als ze ons
vragen om op de knop te drukken, is er geen sprake van bediening
door ons, vind ik. Ik noem het de verlengde-groteteenconstructie,
omdat we de functie van de grote teen van de operateur overne-
men. Meer niet. Er zijn genoeg mazen in de wet om de huidige
praktijk gewoon voort te zetten.
Over MBRT’ers niets dan lof overigens, maar ik kan met even groot
gemak een stukje schrijven waarin we steriel staan door MBRT’ers
bij interventies afkeuren. Net zoals zij hun tenen krommen als wij
stralen, krommen wij onze tenen misschien wel eens over de steri-
liteit op de röntgenafdeling.
Beeldvormende technieken zullen een enorme vlucht gaan nemen
op de OK, want na minimaal invasief volgt micro-invasief en ten
slotte non-invasief. Er ligt een flinke uitdaging voor operatieas-
sistenten om bekwaam te worden in het bedienen van beeldvor-
mende apparatuur. Roep dus niet meteen ‘ik ben onbekwaam dus
onbevoegd’ maar ga het ook leren, net zoals de MBRT’ers steriel
staan hebben geleerd! En dan bedoel ik niet een stralingscursusje
van twee dagdeeltjes, maar een erkende cursus met voldoende
diepgang voor verantwoorde bediening van de beeldversterker
op de OK. Laat je inspireren door de anesthesiemedewerkers, die
scholingen volgen tot Sedatie Praktijk Specialist, een verantwoor-
delijke functie met een stevig scholingsprogramma.
Operatieassistenten blijf waakzaam: ons vak is drastisch aan het
veranderen. Er volgen in de komende jaren nog tientallen taken
waarvoor we niet zijn opgeleid en waarin we toch bekwaam moe-
ten worden.
‘We zijn niet bekwaam’ is dus geen excuus. Daarmee laten we
anderen taken voor onze neus wegkapen en kunnen we ons zelfs
uit de markt prijzen. We moeten ons gaan bekwamen om ons te
bekwamen in nieuwe dingen. In de toekomst worden we meer en
meer hybride-operatieassistenten. Dus niet handenwrijvend toe-
kijken, maar handen uit de mouwen.
Paul Meijsen is operatieassistent en docent operatieve
zorg en technieken.
et bekwaam’ s gee excuusgeen excuus
De Nierstichting zet alles op alles om ervoor te zorgen dat nier-patiënten zoals Willem in leven blijven en ook écht kunnen blijven leven. Want dialyseren is geen leven, maar overleven. We doen dan ook alles wat in ons vermogen ligt om het leven van nierpatiënten te verbeteren. Leven gaat voor, in alles wat we doen. www.nierstichting.nl
Levengaat voor.
OKO0214.indd 28OKO0214.indd 28 4/26/14 11:50 AM4/26/14 11:50 AM
OK OPERATIONEEL APRIL 2014 29
KATERN VOOR LEIDINGGEVENDEN VAN OPERATIEAFDELINGEN
Hoe teamresourcemanagement routine werdHoe teamresourcemanagement routine werdVan checklists naar teamperformanceVan checklists naar teamperformance
Corné Blom (hoofd OK op het schip Africa Mercy):Corné Blom (hoofd OK op het schip Africa Mercy):
‘De dankbaarheid van de mensen ‘De dankbaarheid van de mensen houdt ons gemotiveerd.’houdt ons gemotiveerd.’
OKO0214.indd 29OKO0214.indd 29 4/26/14 11:50 AM4/26/14 11:50 AM
30 OK MANAGEMENT APRIL 201430 OK MANAGEMENT APRIL 2014
OKO0214.indd 30OKO0214.indd 30 4/26/14 11:51 AM4/26/14 11:51 AM
OK MANAGEMENT APRIL 2014 31
Het was eind zomer 2013 toen Corné Blom (37) zich in-
scheepte op het grootste particuliere ziekenhuisschip
ter wereld, de Africa Mercy. Niet voor een glanscarriè-
re met bijbehorende salariëring, maar onbezoldigd. Aan boord
van dit schip zetten chirurgen, artsen en verpleegkundigen
zich belangeloos in voor het geven van medische zorg in de
armste ontwikkelingslanden. Als hoofd OK geeft Blom hier
leiding aan het personeel van de operatiekamers, de sterili-
satieafdeling, de verkoeverkamer en de afdeling Medische
Techniek.
Een lang gekoesterde wens die werkelijkheid werd? ‘Van
jongs af aan heb ik al een hang naar werken in het buiten-
land’, vertelt Blom. Maar hoe dat er in de praktijk uit zou
zien bleef lang onduidelijk. Na zijn opleiding tot anesthesie-
verpleegkundige in het Gorinchemse Beatrixziekenhuis
studeerde hij van 2006 tot 2008 aan de Militaire Academie
in Breda. Dit was bedoeld als opstapje tot leidinggeven, wat
hij na zijn afzwaaien meteen in de praktijk kon brengen;
van juli 2008 tot september 2010 was Blom hoofd anesthesie/
recovery in ziekenhuis Bernhoven in Veghel en Oss. Avon-
turenbloed kruipt waar het niet gaan kan; de volgende twee-
enhalf jaar was hij in een veelheid aan ziekenhuizen actief
als interim-manager via HighCare Management (destijds nog
HighCare Interim&Advies).
DE KNOOP DOORHAKKENVan Mercy Ships had Corné Blom nog nooit gehoord. Totdat
een collega hem erover vertelde. Die was zelf actief voor deze
internationale medische hulporganisatie en moedigde Blom
aan in het najaar van 2011 een paar weken mee te draaien op
de Africa Mercy, destijds voor de kust van Sierra Leone.
In die compleet andere wereld gebeurde er iets met Blom. Het
roer ging om. ‘Een ziekenhuisdirecteur die ik daar ontmoette
deed me een aanbod dat ik gevoelsmatig nauwelijks kon
weigeren, namelijk om me twee jaar te verbinden aan Mercy
Ships.’
Blom was ‘razendenthousiast’ toen hij thuiskwam. Zijn
vrouw vond het een beduidend minder goed plan om het
complete gezinsleven te verschepen naar Afrika. ‘Begrijpe-
lijk’, vindt Blom. ‘We hadden twee jonge dochtertjes en ons
derde kind was nog niet eens geboren.’ Toen nummer drie,
een jongetje, ook nog eens zeven weken te vroeg ter wereld
kwam, had het jonge gezin hoofd en handen vol. In 2012
overleed bovendien Bloms vader. De rigoureuze plannen ver-
Is het een vorm van schepen achter je verbranden? Corné Blom keerde zijn luxeleven in Nederland de
rug toe voor een onbezoldigde werktoekomst op ziekenhuisschip Africa Mercy. Hier bivakkeert hoofd OK
en ex-interim-manager Blom nu met zijn gezin in een ruimte die veel weg heeft van een stacaravan.
Tekst: Linda van Pelt | Foto’s uit privécollectie Corné Blom
Corné Blom (hoofd OK op het schip Africa Mercy):
‘ Teambuilding is hier niet nodig’
OKO0214.indd 31OKO0214.indd 31 4/26/14 11:51 AM4/26/14 11:51 AM
32 OK MANAGEMENT APRIL 2014
huisden wat naar de achtergrond, maar verdwijnen? Nee.
Blom zette zijn echtgenote niet onder druk. ‘Je zin doordrij-
ven, dat is niet mijn stijl. Samen hebben we anderhalf jaar
nodig gehad om de knoop door te hakken. In de formule
van Mercy Ships – medische hulp aan de allerarmsten – ge-
loofden we allebei. Zo zijn we er samen naartoe gegroeid.’
SLAPEN IN DE WOONKAMERVóór het vertrek – in juni 2013 – moesten er veel prak-
tische zaken worden geregeld: huis leegmaken, school
Snel op de hoogte metOntwikkelingen in de wereld van de OK volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.OKnieuws.nl:
OKOK nieuws.nlnieuws.nl
OKnieuws.nl, is dé nieuwssite voor de OK: van operatieassistent tot anesthesiemedewerker en van OK-manager tot chirurg.
OK nieuws.nl
• het laatste nieuws• agenda• achtergrondverhalen• fi lmpjes • vacatures• weblog Paul Meijsen• mijn dag
ager tot chirurg.
Meld u aan voor de gratis nieuwsbrief. Dan ontvangt u het laatste OK-nieuws vanzelfin uw mailbox.
OKO0214.indd 38OKO0214.indd 38 4/26/14 11:51 AM4/26/14 11:51 AM
Ranking en toezichtAls manager OK ben je in het begin van het jaar altijd
weer druk met het aanleveren van de prestatie-indi-
catoren. We hadden dit jaar in ieder geval weer een
hele lijst: pijnscores, time-outprocedure, juiste toedie-
ning antibioticaprofylaxe, screening op ondervoeding
enzovoort. Hoe meer afdelingen er onder je verant-
woordelijkheid vallen, hoe meer indicatoren je op
moet hoesten. Het is een hele klus! Prestatie-indicato-
ren zijn meetbare aspecten die de kwaliteit, de veilig-
heid en de doelmatigheid van de zorg inzichtelijk
maken. Prestatie-indicatoren zijn een fenomeen in de
gezondheidszorg en zijn bedoeld om inzicht te geven
in de organisatieresultaten over één kalenderjaar. In toenemende mate wordt zorginstellin-
gen en beroepsbeoefenaren gevraagd informatie over de eigen prestaties aan te leveren aan
bijvoorbeeld verzekeraars, patiënten- en cliëntenorganisaties, beleidsmakers en overheden,
de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en raden van toezicht van zorginstellingen.
Als ziekenhuizen en indirect als operatiecomplex lijken we te zijn overgeleverd aan de ran-
king van de verschillende bekende lijstjes, zoals de AD-top 100 en de Elsevier-lijst. Deze lijs-
ten van best en slechtst functionerende ziekenhuizen dienen als vergelijkingsmateriaal voor
de patiënt en moeten een prikkel opleveren voor de ziekenhuizen en behandelaars.
Maar kloppen deze lijstjes wel? Sta je als ziekenhuis in 2012 op de vijftigste plaats, is het
zomaar mogelijk dat je het volgende jaar veertig plaatsen bent gestegen of gedaald. Ook
lijkt er sprake van tegenstrijdige informatie. Ziekenhuizen kunnen goed scoren op de ene
indicator en slecht op de andere.
Op welke manier kunnen we deze lijstjes daadwerkelijk gebruiken ter verhoging van de
kwaliteit en transparantie van het prestatieniveau? Hoe zien uniforme en integere referentie-
kaders eruit? Kaders die deugen, consistent zijn, onafhankelijk zijn opgesteld en een directe
Trudie Doodeman, bestuurslid
NVLO, redactie OK Management
Jeannette Ronchetti, bestuurslid
NVLO, redactie OK Management
COLOFON
OK Operationeel is hét vakblad voor operatieassistenten, anesthesiemedewerkers en leidinggevenden van operatieafdelingen. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke Vereniging van Operatieassistenten) en de NVLO (Nederlandse Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling. Het blad wordt verspreid onder alle LVO- en NVLO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere klinieken en opleidingscentra.
UitgeverijY-PublicatiesPostbus 102081001 EE AmsterdamTelefoon: 020-520 60 77E-mail: [email protected] ook op onze website www.oknieuws.nl
Uitgever: Ralf BeekveldtHoofdredacteur: Menno Goosen Beeldredactie: Menno GoosenEindredactie: Marloes van HoornTekstcorrectie: Marijn Mostart en Ron BrassingaLay-out: Thomson DigitalOpmaakbegeleiding: Hans Jansens (Impaginator.nl)Druk: BalMedia
AdvertentiesCross Media Nederland BVTelefoon: 010-7421942E-mail: [email protected]: www.crossmedianederland.com
AbonnementenSP AbonneeservicePostbus 1052400 AC Alphen a/d RijnTelefoon: 0172-476085E-mail: [email protected]
Toezending van OK Operationeel is voor LVO- en NVLO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet-leden gelden de volgende abonnementsprijzen:jaarabonnement: € 65,50Losse nummers: € 8,50Abonnementen buiten Nederland: € 82,50Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.Prijswijzigingen voorbehouden.Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijktwee maanden voor afloop van de abonnementsperiode.Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnementautomatisch met een jaar verlengd.