Top Banner
III-3 erfelijkheid bij de mens
37

Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Jul 20, 2015

Download

Education

Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

III-3

erfelijkheid bij de mens

Page 2: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

= genetische code

= deoxyribonucleïnic acid of

desoxyribonucleïnezuur

= in elke celkern aanwezig

Uitzonderingen:

- rode bloedcellen:

geen kern geen DNA

- voortplantingscellen:

slechts de helft

DNA

3.1 Het genotype

Page 3: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.1 Het genotypeGENOOM = volledige DNA uit 1 gewone lichaamscel

= chromatinenetwerk

= (bij de mens) 46 chromosomen,

elk 2 identieke chromatiden

Page 4: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

GENOOM = 97% controlerend, fine-tuning of junk-DNA

+ 3 % genen ( eiwitsynthese eigenschap)

20000 – 250000 GENEN voor 100000’en eiwitten

GEN = EXONS + INTRONS

EXOOM < 1% v/h DNA

3.1 Het genotype

Page 5: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Menselijk DNA = onderling voor 99 % identiek 1 % verschil!

0,85 % binnen éénzelfde populatie

SLECHTS 0,10 % tussen # continenten: rassen

3.1 Het genotype

Page 6: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

46 chromosomen = 23 paar homologe chromosomen

“dezelfde informatie” = dezelfde genen

telkens 1 van elke ouder: mogelijk # allelen

1 gen = 1 eigenschap

= 2 allelen 2 x hetzelfde allel = homozygoot

2 # allelen = heterozygoot

Erfelijkheid = interactie van allelen bepaalt het fenotype

wat tot expressie komt in het lichaam

Vb. een homozygoot bl – bl oogkleur vertoont blauwe ogen,

een homozygoor Br – Br oogkleur vertoont bruine ogen,

wat vertoont een heterozygoot Br – bl oogkleur?

3.1 Het genotype

Page 7: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

= code van 4 letters: A = T; C ≡ G

= codetaal voor 20 α-aminozuren

= codetaal met 3-letterige “woorden”, de codons

DNA

Informatie over de volgorde van de α-aminozuren en dus

de bouw van een eiwit.

Human Genome Project

3.1 Het genotype

Page 8: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.1 Het genotype

Page 9: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

= 2 fasen:

1) TRANSCRIPTIE: DNA overschrijven als RNA

mobiel buiten de kern

de eiwitsynthese

3.1 Het genotype

Page 10: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

= 2 fasen:

2) TRANSLATIE: mRNA lezen en vertalen

ribosomen koppelen tRNA (anticodon) met

mRNA (codon)

3.1 Het genotype

de eiwitsynthese

Page 11: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Page 12: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens
Page 13: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Genmutatie = verandering in de genetische code

3.1.4 Genmutatie

o.i.v. mutagene factoren:

• straling (IR, UV, γ)

• chemische stoffen (medicatie,

alcohol, roken)

• vervuiling

Verandering in de eiwitsynthese:

• vormwijziging

• functiewijziging

• verhoogde of verlaagde productie

4 % geboortes met een erfelijke aandoening

soms hebben genetische aandoeningen ook voordelen…

Page 14: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

sikkelcelziekte

• chromosoom 11

• gen voor hemoglobine

sikkelvormige rode bloedcellen

slechte doorbloeding,

bloedarmoede

MAAR: ongevoelig voor malaria

• 1/60 in Afrikaanse bevolking

• levensverwachting 46 jaar

3.1.5 Enkele ziektebeelden

Page 15: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

mucoviscidose

• chromosoom 7

• defecte ionenpomp

taaier slijm in darmen en longen

MAAR: minder gevoelig voor

cholera

• 1/2500 in Westerse bevolking

• Levensverwachting 30 jaar

3.1.5 Enkele ziektebeelden

Aangezien cholera niet meer voorkomt in deze regio, zal muco in

principe verdwijnen (max. 30 jaar voortplanting in gevaar),

tenzij er medisch wordt ingegrepen.

Page 16: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Huntington

• chromosoom 4

vroegtijdig afsterven van

hersencellen

• 1/20000

• Levensverwachting redelijk,

maar psych. en verstandelijke

regressie…

3.1.5 Enkele ziektebeelden

Page 17: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2 De erfelijkheidsleerGregor Johann Mendel (1822 – 1884)

nauwgezette proeven en observaties

wetmatigheden

Moderne erfelijkheidsleer: interactie van allelen

fenotypische expressie

Page 18: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Dominant vs recessief: slechts 1 allel komt tot expressie.

Voorbeelden bij de mens:

- bruine oogkleur > blauw (+ nog andere genen...)

- tongroller > niet-tongroller

- losse oorlelletjes > vaste oorlelletjes

- mucoviscidose = autosomaal recessieve aandoening

- Huntington = autosomaal dominante aandoening

- albinisme = autosomaal recessieve aandoening

(afwezigheid van melanine, 1/20000)

vooral goed zichtbaar bij monogenetische kenmerken

3.2.2 de moderne erfelijkheidsleer

genotype: homozygoot dominant, GG heterozygoot, Gg homozygoot recessief, gg

fenotype: dominant, G dominant, G

drager

recessief, g

Page 19: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Intermediair of codominant: heterozygoten = tussenvorm.

3.2.2 de moderne erfelijkheidsleer

Voorbeelden bij de mens:

- ABO-bloedgroep: allel voor A en allel voor B bloedgroep AB

genotype: homozygoot dominant, GG heterozygoot, Gg homozygoot dominant, gg

fenotype: fenotype 1, G intermediair, Gg fenotype 2, g

vooral goed zichtbaar bij monogenetische kenmerken

Page 20: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Wetmatigheden onderzoeken via monohybriden.

meestal planten (want veel nakomelingen kansrekenen)

100% heterozygoot

50% heterozygoot25% recessief

3.2.3 hybride kruisingen

Page 21: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2.3 hybride kruisingen

Bij dihybriden: al veel complexer…

1/16 dubbel

recessief

veel variatie = polygenetisch

Page 22: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Elk individu heeft 2 allelen per gen, maar er kunnen meer dan 2

allelen bestaan per gen: multiple allelen.

elk duo allelen : (co-)dominant? dominantierij

Voorbeeld: haarkleur

3.2.4 multiple allelen

Page 23: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2.4 multiple allelen

Page 24: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2.4 multiple allelenVoorbeeld: ABO-bloedgroepsysteem

Antigen = agglutinogeen = glycoproteïne aan celwand;

antilichamen = agglutinine in bloedserum

Page 25: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2.4 multiple allelenVoorbeeld: ABO-bloedgroepsysteem

bloed-

groep

(fenotype)

genotype

anti-

lichamen

(serum)

Reactie tussen bloed van deze types, gemengd

met serum van de bloedgroep links

O A B AB

O iO iO Anti-A

Anti-B

AIAiO

of IAIA

Anti-B

BIBiO

of IBIB

Anti-A

AB IAIB geen

Page 26: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.2.4 multiple allelenVoorbeeld: ABO-bloedgroepsysteem + Rh-factor

Derde antigen dat kan voorkomen op rode bloedcellen: rhesus

Antigen aanwezig = Rh+, antigen afwezig = Rh-

Bij Rh- zijn initieel geen Rh-antilichamen aanwezig – pas

aangemaakt na eerste contact met Rh+bloed.

donorschema:

receptor

donor

Page 27: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Tot nu toe : autosomaal

Geslachtsgebonden = op X of Y

3.2.5 geslachtsgeb. overerving

Page 28: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

De meeste geslachtsgebonden genen

= stuurgenen voor de seksuele differentiatie…

Y-chromosoom = ondermaats – slechts 86 holandrische

genen, waarvan haast geen monogenetische kenmerken bepalen.

Voorbeeld: haargroei op de oorschelp

3.2.5 geslachtsgeb. overerving

Page 29: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

X-chromosoom = normaal – ca 2000 genen

bij vrouwen is het X-chromosoom zoals aan autosomaal,

bij mannen is er slechts 1 X-chromosoom: recessieve

aandoeningen komen frequenter voor (drager = onmogelijk).

Voorbeeld: - hemofilie A en B

(gebrekkige stolling)

3.2.5 geslachtsgeb. overerving

- Daltonisme

(rood-groen-blindheid)- fragile X-syndroom

(verstandelijk achter)

Page 30: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Allelen op eenzelfde chromosoom erven samen over.

Tijdens metafase I (meiose): overkruising (DNA uitwisselen)

toch gescheiden overerving

(hoe verder van elkaar, hoe meer kans)

gebruikt om genen te lokaliseren

3.2.6 Gekoppelde genen

Page 31: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.3 Stambomen

bbblauw

BBbruin

b

b

B

B

100 %

Bbbruin

Page 32: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

bb

bb

bb

Bb

Bb Bb B?

1

3.3 Stambomen

Page 33: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

Daltonisme = X-gebonden recessief, X = gezond, x = kleurenblind.

2

3.3 Stambomen

Page 34: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

XX xY

xY

xx XY

Xx Xx Xx

Bij de jongens is 50% kleurenblind en 50% niet;

Bij de meisjes is 50% kleurenblind en 50% drager.

2

3.3 Stambomen

Page 35: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

IAIA of IAiOA

IAIBAB

IAiO

IAIB

IAIBAB

IAIAA

IAiOA

IBiOB

3

3.3 Stambomen

Page 36: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

xY

xYxY xY

xY

XY

XYXY

XY

xx

xX

xX

xX

xX

xXxX

xX

X?4

3.3 Stambomen

Page 37: Nw iii 3 erfelijkheid bij de mens

3.3 Stambomen

Maak je eigen stamboom.

Deadline: einde semester 1

Evaluatie: 20

(zoals een hoofdstuktest)

Criteria: originaliteit,

volledigheid,

correctheid

Vorm: poster, boek,

digitaal, …

(eigen inzicht)