In dit nummer o.a. Siem Jansen over cijfers en letters 2 • Koolhydraten hebben de toekomst bij CCC 6 • Slimme processen in de Smart Factory 11 • En de pechprijs was voor ...18 2008 in cijfers 23 • Nieuwe activiteit: Lean-netwerken 26 • 35 jaar NOM 29
NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
In d
it n
umm
er o
.a. S
iem
Jans
en o
ver c
ijfer
s en
lett
ers
2 •
Koo
lhyd
rate
n he
bben
de
toek
omst
bij
CCC
6 •
Slim
me
proc
esse
n in
de
Smar
t Fac
tory
11
• E
n de
pec
hprij
s w
as v
oor .
..18
2008
in c
ijfer
s 23
• N
ieuw
e ac
tivite
it: L
ean-
netw
erke
n 26
• 3
5 ja
ar N
OM
29
Cijfersenletters
Cijfers en letters kun je gemakkelijk manipuleren. Meestal is er wel
een aanleiding om dat te doen. Die hebben we bij de NOM niet. Laat
de cijfers ook nu voor zichzelf spreken. Wat bereikten we in 2008?
Wat hebben we in de afgelopen 35 jaar mede tot stand gebracht?
We kunnen er mee voor de dag komen en hoeven ons niet te
schamen. Integendeel! De prestaties die het afgelopen jaar door de
verschillende afdelingen zijn neergezet, zijn goed. Weliswaar konden
we minder nieuwe gerealiseerde arbeidsplaatsen inboeken, maar de
score is nog altijd uitstekend in het licht van de huidige economische
situatie.
Het langjarig gemiddelde blijft nog steeds boven de doelstelling
die overeengekomen is met de subsidiegevers. We realiseerden ver-
nieuwende projecten met een investeringsvolume hoger dan target.
In de participatieportfolio realiseerde Finance een hoge score. Een
goed jaar, met perspectief voor de langere termijn. Want ondanks het
tegenzittend economisch tij is de portefeuille van de NOM op alle ter-
reinen goed gevuld. Drie voorbeelden van langer lopende projecten,
CCC, Lean produceren binnen het ERIP-project en Smart Factory, vindt
u in deze NOMMER.
Natuurlijk zullen de komende maanden moeilijk zijn, maar we
weten dat continuïteit essentieel is voor elke onderneming, en dat
scoren op korte termijn leuk is, maar volhouden meer resultaat geeft.
De projecten die we in deze NOMMER, naast de cijfers, presenteren,
mikken daar op. En dus zijn we hoopvol voor de komende jaren in de
wetenschap dat op enig moment we opnieuw cijfers en letters met
vertrouwen aan u zullen presenteren als uitkomst van verdere econo-
We waren erbij ‘In het Hart van de Ondernemer’ op het Ondernemersplein
in het WTC Expo gebouw in Leeuwarden. Een succesvolle beurs inclusief
high tea en masseuse. Twee keer lekker dus!
Bedrijven Contactdagen Friesland
De rol van de commissarisIn maart organiseerden we samen met PricewaterhouseCoopers een
bijeenkomst voor commissarissen. De verschillende rollen die een
commissaris kan innemen werden belicht; van toezichthouder tot
adviseur. Een inspirerende leerzame bijeenkomst!
Op 27 en 28 mei werd de Energie-
bouwbeurs georganiseerd in de TT Hall
in Assen. We waren aanwezig om de
energiebouw-ontwikkelingen op de voet
te volgen. Ook een goede plek om u weer
eens de hand te schudden!
Energie 2009,in bouw en vastgoed
6
Eisse Luitjens, projectmanager NOM
Belangrijk voor regionale economieVolgens NOM-projectmanager Eisse Luitjens is de komst van
het CCC van groot belang voor de noordelijke economie. ‘Het
CCC richt zich op lonende ketens. De agrobusiness is goed voor
15% van de noordelijke werkgelegenheid en gebruikt bovendien
70 tot 75% van het landelijk gebied. Maar de sector heeft het
de afgelopen jaren zwaar te verduren gehad, onder meer door
de afbouw van subsidies. Een betere winstgevendheid door
een hogere toegevoegde waarde is dan ook essentieel voor het
voortbestaan. Dat vraagt om innovatie. Maar als het economisch
slechter gaat wordt het steeds moeilijker om R&D-activiteiten
overeind te houden. Samen in kennis investeren met andere
bedrijven uit dezelfde bloedgroep is dan de oplossing. Daarom
heeft de NOM in de voorbereidende fase actief de kar getrokken
van het CCC.’
Het CCC stuwt het innovatie vermogen van de Agro-Food
In februari van dit jaar vond de feestelijke start plaats van het Carbohydrate Competence Center (CCC), een uniek noordelijk expertisecentrum op het gebied van koolhydraten.Binnen CCC werkt een consortium van kennisinstellingen en bedrijven nauw samen om door middel van toegepast onderzoek de innovatiekracht van de Agro-Food industrie te vergroten. Een sector die voor Noord-Nederland van levensbelang is.
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
7
Het CCC stuwt het innovatie vermogen van de Agro-Food
Noord-Nederlands initiatief met (inter-)nationale ambitieMede door de inspanningen van de
NOM is het CCC een echt Noord-
Nederlands Competence Center
geworden dat ondersteund wordt
vanuit het Koers Noord programma.
Toch gaan de ambities veel verder
dan Noord-Nederland. ‘Tijdens de
opening is het CCC mooi beschreven:
een noordelijke initiatief met een
nationaal karakter en een internatio-
nale uitstraling’, vertelt Fons Voragen,
directeur van het instituut.
‘Op termijn moet het CCC uitgroeien
tot een nationaal expertisecentrum
dat ook internationaal voorop loopt.
Maar zover zijn we nog niet. We be-
ginnen op bescheiden schaal met 10
á 12 bedrijven en een consortium van
Nederlandse kennisinstellingen, die
samen bereid zijn om te investeren.
Van daaruit werken we aan een gelei-
delijke groei. Bij de opening meldden
zich verschillende bedrijven met be-
langstelling voor deelname. Dat is een
positief gegeven. Maar we willen het
rustig opbouwen. Eerst concrete resul-
taten behalen voor we een belangrijke
status claimen. Over vier jaar willen
we onze waarde bewezen hebben.’
Vraaggestuurd onderzoekConcrete aansluiting bij de praktijk
staat volgens Voragen voorop bij het
CCC: ‘We werken volledig vraag-
gestuurd. Wij spelen direct in op
vragen of problemen die bedrijven in
de praktijk tegenkomen. Bij het CCC
vinden deze bedrijven wetenschap-
pers uit verschillende disciplines,
maar ook andere bedrijven die met
soortgelijke vragen zitten. We zoeken
naar een goede match tussen de vra-
gen van het bedrijfsleven en het aan-
bod van de kennisinstellingen. Van
daaruit wordt een onderzoeksproject
opgestart waarin wetenschappers en
minimaal twee bedrijven heel nauw
samenwerken.’ Volgens Geert Jan
Arends, directielid namens de RuG, is
die vraagsturing ook voor de kennis-
instellingen interessant. ‘Het betekent
dat je als onderzoeker met concrete
zaken bezig bent en vooraf weet
dat er wat met de resultaten wordt
gedaan. Maar het gaat niet alleen om
toegepast onderzoek. Er komt ook
veel onderzoek met een fundamenteel
karakter bij kijken. Als wetenschapper
heb je dus ook voldoende stof voor
publicaties.’ >
8
‘Cosun is met onderdelen als Suiker Unie, Aviko, Nedalco
en Sensus een echt koolhydratenbedrijf. Dat was voor
ons de eerste reden om partner te worden in het CCC.
De tweede reden is dat we voor al onze onderdelen de
ambitie hebben om de beste in onze klasse te zijn. In
deze tijd moet een bedrijf aantoonbaar presteren om in
zaken te blijven. Innovatie, extra toegevoegde waarde
en leiderschap op het gebied van kosten zijn daarbij
belangrijk. Als we kennis en kunde in een toegankelijk
kennisinstituut kunnen ontwikkelen is dat aantrekkelijk,
vooropgesteld natuurlijk dat het geen gevoelige kennis
vanuit competitief oogpunt betreft. Een voorwaarde
voor deelname was wel dat het onderzoek op topniveau
moest zijn. Met het huidige kennisconsortium is daar een
prima aanzet voor gegeven. Ik heb een goed gevoel over
de start. We nemen deel aan verschillende projecten die
voor ons aantoonbare meerwaarde opleveren. We gaan
nu zorgen dat de ‘gereedschapkist’ goed gevuld wordt
en dat de gereedschappen in topconditie in de kist lig-
gen. De gewenste eindsituatie is dat dit de place to be
wordt voor koolhydraten. Op de weg daar naartoe hoop
ik dat ook de overheden zich realiseren dat er veel meer
nodig is. Er is een levendige belangstelling vanuit het
bedrijfsleven, dat is hoopgevend. Het is nog te vroeg om
nu al van een succes te spreken. Eerst moeten we werken
aan meer volume, meer continuïteit.’
‘Wij hebben de ambitie om de bestete zijn in onze klasse’
Ad de Laat, Cosun:Breed onderzoeksterreinHet CCC richt zich puur op koolhydraten. Dat lijkt
misschien een beperkt gebied, maar schijn bedriegt.
Maar liefst 70% van al het droge plantenmateriaal
bestaat uit koolhydraten. Er zijn dan ook ontelbaar
veel soorten met heel specifieke eigenschappen en
verwerkingsmogelijkheden. Behalve in voeding en
gezonde voedingsingrediënten vind je ze bijvoor-
beeld terug in biobrandstoffen, ‘groene’ kunststof-
De industrie staat voor de enorme uitdaging om productiviteit te vergroten en
tegelijkertijd minder energie te gebruiken en minder afval te produceren. Sensor-
technologie kan daarin een belangrijke rol gaan spelen. Vanuit die achtergrond
is zo’n anderhalf jaar geleden de Smart Factory gestart, een in het kader van
Sensor Universe door de NOM geïnitieerd project.
Actief clusterDe Smart Factory dus. Klinkt goed, maar wat behelst het nu precies? ‘De
Smart Factory is een actief cluster van 15 MKB-bedrijven dat de ambitie heeft
om zelflerende besturingstechnologie te ontwikkelen die productieprocessen
slimmer en veel efficiënter maakt’, vertelt Hans Praat, business development
specialist bij de NOM. ‘Technologiebedrijven met elk hun eigen specialisme en
ervaringen. Onder meer op het terrein van sensortechnologie, data-analyse en
meet- en regeltechniek. Een aantal grote
Noord-Nederlandse productiebedrijven
zoals Stork-Fokker, FrieslandCampina,
Aldel en Avebe fungeert als zogeheten
launching customers, waar de groep
kan experimenteren met hun nieuwe
technologieën. Bedrijven met één
prangende vraag: Hoe kunnen we ons
productieproces, of een deel daarvan,
nog beter beheersen?’
Vroegtijdig anticiperenEen voorbeeld. In de agro- en food-
industrie gaat bijna 20% van het
energieverbruik op aan droogprocessen,
bijvoorbeeld het drogen van melk tot
melkpoeder. Zijn er slimme oplossingen
te bedenken om dit aan te pakken?
Zonder twijfel! Met sensoren kan het
productieproces namelijk uiterst nauw-
keurig worden bestuurd. >
‘Ik geloof echt in een doorbraak!’
Noord-Nederland moet zich ontwikkelen tot een ‘centreof excellence’ op het gebied van zelflerende besturings-technologie. Dat is het streven van de Smart Factory.Een verhaal over slimmer produceren, sensoren en eensamenspel van competenties.
Smart
12
Volgens experts kan zelflerende besturingstechnologie
het energieverbruik van dit soort droogprocessen met
wel een kwart terugbrengen. Zelflerend wil overigens
zeggen: vroegtijdig anticiperen op verstoringen in het
productieproces, voorkomen dat er wordt afgeweken
van de gestelde productienorm. Naast een fikse energie-
besparing, zorgt dat natuurlijk ook voor een hogere
productiviteit en minder afval. Er is dus een hoop winst
te behalen!
Nieuwe generatieDe lat ligt hoog. De Smart Factory wil Noord-Nederland
laten uitgroeien tot een ‘Centre of excellence’ op het ge-
bied van geavanceerde zelflerende besturingstechnologie.
Een reële doelstelling, benadrukt Hans Praat. ‘Aan de ene
kant kent het Noorden een groot aantal gerenommeerde
productiebedrijven. Aan de andere kant beschikken we
over een hoogwaardige kennisportefeuille sensortechno-
logie. Al die bedrijven en kennisinstellingen kunnen en
willen wat met elkaar, dat merk je. Er is volop beweging.
Ik geloof echt dat we met de Smart
Factory voor een doorbraak staan. Dat
er in het Noorden een nieuwe genera-
tie bedrijven ontstaat die zelflerende
besturingstechnologie kan leveren
aan alle markten die daarom vragen.’
Hans Praat,Projectmanager NOM
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
13
Draadloze technologie draagt in hoge mate bij aan produc-
tieverbeteringen. Sterker, het is tegenwoordig in de indu-
striële sector zo goed als onmisbaar. Daarom is PTC Remote
Management & Service nauw betrokken bij de Smart Factory.
PTC rm&s maakt embedded draadloze techniek, wereldwijd,
in allerlei toepassingen en applicaties. Embedded betekent
dat de elektronica of de software is verwerkt in een doosje of
Het is inmiddels alweer even geleden maar 14 mei was de bijeenkomst van ‘Sense for Society’, een grote netwerk-
bijeenkomst waar bedrijven en kennisinstellingen met een bovenmatige interesse in sensortechnologie aanwezig waren.
Tijdens deze dag zijn er allerlei projecten en nieuwe ontwikkelingen getoond en is mogelijk de basis gelegd voor allerlei
nieuwe initiatieven. Innovatie en vernieuwing is dan ook de centrale gedachte van deze bijeenkomst.
Een prachtige, motiverende bijeenkomst, maar dan, ‘the day after’ weer terug aan je eigen bureau, inclusief volle mail-
box en rinkelende telefoon. Wat betekent innovatie nu voor de dagelijkse gang van zaken voor noordelijke ondernemers?
Dat begint al met het begrip innovatie, want wat bedoel je met innovatie? Wanneer je de boeken er op na slaat betekent
innovatie niets meer dan iets nieuws of iets vernieuwends. Daarmee is het begrip
innovatie onlosmakelijk verbonden aan het gezichtspunt van een individu, im-
mers wat voor de een iets nieuws betekent, kan voor de ander gesneden koek zijn.
En nu ik deze column zo zit te schrijven dwalen mijn gedachten af naar
mijn eigen stoffige habitat. Sinds april ben ik samen met mijn vriendin de trotse
eigenaar van een prachtige woning, wat met recht onder de definitie ‘project’ valt
te scharen (het ultieme bewijs dat Nommers ook in hun privé-leven de economie
proberen te stimuleren). De huiseigenaren die dit lezen hebben inmiddels wel
door dat het een huis is met, zoals de makelaars het noemen veel potentie, en dus
… veel werk. Als je zo middenin de verbouwing zit, probeer je, ondanks het stof
en de chaos, de blik gericht te houden op het einddoel. Alle vrije uren staan in
dienst van het klussen.
En juist daar schuilt het gevaar, want door aldoor te ploeteren en maar door
te gaan, dreig je soms de focus op het resultaat uit het oog te verliezen. Voor een
verwarming in de badkamer heb je bijvoorbeeld toch zeker een aanvoer en een
retourleiding van de CV nodig. Een klein rampscenario voltrok zich waardoor de
pas gestuukte, hagelwitte plafonds weer opengebroken moesten worden om
alsnog de leidingen aan te leggen. Waar is het fout gegaan? Het einddoel was
wel helder. Juist in de vertaalslag is iets fout gegaan. Dus is de vraag: wat moet
ik vandaag doen om het einddoel van morgen te bereiken?
Ik vind dit dan ook een aardige metafoor voor het dilemma van ondernemers, voor wie het einddoel wel helder is:
een florerend bedrijf nu en in de toekomst. Daarbij is het de kunst om korte en lange termijn belangen te balanceren.
Ontwikkelen betekent investeren en dus een aanslag op de cashflow van vandaag. Toch betekent het stopzetten van
ontwikkelingen vandaag, een vertraging van markintroducties van nieuwe producten en processen in de toekomst.
Hoewel er dagelijks negatieve berichten over de economie worden verspreid, zie ik in de praktijk nog steeds heel
veel ondernemers die marktkansen zien liggen en dan ook bereid zijn om te investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Ik ben van mening dat de tegenstrijdigheid van korte en lange termijn belangen moet worden geabsorbeerd door
inbreng van meerdere belangen. Oftewel door samen te werken met andere organisaties aan ontwikkelingen en inno-
vaties, zodat de risico’s, kosten en opbrengsten kunnen worden gedeeld.
En daarmee komen we terug op ‘the day after’. Op deze bewuste dag nam ik de telefoon op en een ondernemer
liet mij weten dat er positieve resultaten geboekt waren voor een ontwikkelcluster binnen het thema energie. We moeten
op zeer korte termijn even bij elkaar komen met het cluster van bedrijven. Deze ’day after’ was meer dan geslaagd!
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
23
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
2008
in c
ijfer
sOnze doelstellingenWe hebben een vierjarenplan opgesteld voor de
periode 2007 t/m 2010 en we liggen goed op koers.
Tot en met 2010 willen we bij nieuwe en bestaande
bedrijven in Noord-Nederland investeringen uitlok-
ken voor een totaalbedrag van 800 miljoen euro.
Dat bedrag is nu al ruimschoots gehaald. Daarbij
zouden zo’n 3.000 arbeidsplaatsen gecreëerd moe-
ten worden. De teller staat nu op 1.804. De score
ten opzichte van 2007 laat wel een neerwaartse
trend zien. Maar er is alle reden om aan te nemen
dat we die 3.000 arbeidsplaatsen gaan halen.
Daarnaast investeren we in projecten die nog in de
voorfase verkeren en later tot innovaties in het MKB
moeten leiden. Met die projecten, waar bedrijven
zelf zwaar in investeren, wordt gestreefd naar een
impuls van ten minste 50 miljoen euro in vier jaar.
De teller staat nu op bijna 33 miljoen. Ruim over de
helft dus.
Vanuit NOM-Finance willen we ten minste 80
miljoen uitzetten. In 2008 werd, ondanks dat de
investeringsgeneigdheid in het vierde kwartaal
flink terug liep, 22 miljoen uitgezet in levensvatbare
bedrijfsinvesteringen. Daarnaast werd in november
2008 een fonds gestart voor ondernemers in de
pre-startfase. Nog in 2008 werden vier uitzettingen
gedaan voor een totaalbedrag van 350.000 euro.
Alles bij elkaar kunnen we zeggen dat de NOM zijn
taak in 2008 ruimschoots heeft kunnen vervullen.
Financieel gezien gaan de huidige ontwikkelin-
gen ook niet geheel aan de NOM voorbij. Met
een bescheiden financieel resultaat van twee ton
konden we, ondanks dat een aantal noodzakelijke
afwaarderingen plaatsvonden, toch nog zwarte
cijfers schrijven. Daarmee is het ook gelukt om het
vermogen sinds 2000, gecorrigeerd voor inflatie, op
peil te houden.
‘DataCenter Fryslân in Leeuwarden is een onafhankelijke
high power datacenter in Friesland dat in deze behoefte
voorziet, en daar ben ik trots op. Samen met de NOM
hebben we een stabiel en evenwichtig bedrijf kunnen
opbouwen in economische mindere tijden.’
(Else Maria van der Meulen, Directeur)
24
Financiële vaste activaParticipaties Vorderingen op participaties Overige leningen u/gEffecten
Vlottende activaVorderingen en overlopende activa Liquide middelen
Totaal activa
Groepsvermogen
Voorzieningen
Langlopende schuldenStaat der Nederlanden / Samenwerkingsverband Noord-Nederland inzake Innovatiefaciliteit Kredietinstellingen
Kortlopende schulden
Totaal passiva
25.7498.529
13.1262.162
1.74939.124
1.9413.910
2008
49.566
40.873
90.439
79.745
1.761
5.851
3.082
90.439
25.4737.9948.7562.050
1.81444.386
1.8515.001
2007
44.273
46.200
90.473
79.569
1.934
6.852
2.118
90.473
Geconsolideerde balans
per 31 december 2008
(x € 1.000,-)
(voor resultaatbestemming)
Activa
Passiva
2525
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
over 2008 (x € 1.000,-)
Financieringsbedrijf
Ontwikkelingsbedrijf
OpbrengstenRente- en provisiebaten Ontvangen dividenden Opbrengst commissariaten Resultaat verkopen participatiesBijdrage EU Programma Secretariaat Resultaat Stimulerings-kredieten en Innovatie- en Ontwikkelings kredieten Resultaat Pre Seed Capital faciliteit Projectmanagement
KostenPersoneelskosten Overige kosten Saldo van de dotaties aan de voorziening voor financiële vaste activa
Resultaat Financieringsbedrijf
6.737886150
11.043
1.193
-522
-3519
1.6861.359
13.753
19.145
16.798
2008
2.347
6.2243.918
144
1.818
2.324
88
-9
1.5851.070
8.393
14.525
11.048
2007
3.477
Opbrengsten/ vergoedingenMinisterie van Economische Zaken Bijdrage provincies Bijdrage provincies inz. Reg. NetwerkenDiensten aan derden
KostenPersoneelskosten Overige kosten
Resultaat Ontwikkelingsbedrijf
Resultaat voor en na belastingen
2.413524
40610
2.8252.699
3.353
5.524
-2.171
176
2.379513
415137
2.7912.457
3.444
5.248
-1.804
1.673
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
26
Nieuwe Lean-methode geschikt voorelke bedrijfsomvangOptimale productiviteit is altijd al de basis voor een
goede performance. Op dit moment komt daar voor
veel MKB-bedrijven nog een extra dimensie bij: produc-
tiviteitsverbetering is de beste overlevingsstrategie in
moeilijke tijden. Lean Production - of kortweg Lean - is dé
manier om een betere productiviteit te realiseren. Alleen
zijn de meeste Lean-methoden vooral toegespitst op gro-
tere bedrijven. Voor dat probleem komt nu een oplossing.
Want de NOM werkt samen met de RuG en een aantal
buitenlandse partners aan een nieuwe Lean Change
Methodology. Daarmee kunnen zowel grote als kleine
bedrijven zich de Lean-principes eigen maken.
European Regions for InnovativeProductivity (ERIP)De ontwikkeling van deze nieuwe tool vindt plaats in
het kader van het Europese project European Regions for
Innovative Productivity (ERIP). Binnen dit project werken
NOM en RuG samen met partners in Engeland, België,
Duitsland, Noorwegen en Zweden. De Lean Change
Methodology wordt speciaal ontwikkeld om MKB be-
drijven te helpen om Lean te implementeren. Maar ook
voor grote bedrijven is het een zeer bruikbare methode.
In de eerste fase van ERIP wordt de methodologie door
de verschillende kennispartners ontwikkeld. Daarna volgt
een testfase bij minimaal 24 MKB-bedrijven. Op basis van
de uitkomsten wordt de methodologie verder geperfec-
tioneerd en gevalideerd. Daarna kan hij breed worden
toegepast binnen het bedrijfsleven.
De rolverdeling binnen ERIPDe zes regio’s binnen ERIP krijgen elk een eigen ontwik-
kelomgeving, een zogenaamd Innovative Productivity
Center (IPC). In Noord-Nederland bestaat dit IPC uit de
NOM, verantwoordelijk voor de organisatie en algemene
coördinatie, de RuG als kennisleverancier, verschillende
Lean-specialisten die de testfase verzorgen en natuur-
lijk ook bedrijven. In de eerste plaats worden bedrijven
betrokken die al ruime ervaring hebben met Lean. Zij
fungeren als ervaringsbron. Daarnaast zoekt de NOM
NOM brengt Leanbinnen bereik MKB
De kaarten worden opnieuw geschud, de inzetten verdubbeld. Nieuwe spelers (China, India) en nieuwe regels (kredietcrisis) dwingen ondernemers om scherper te zijn dan ooit. Oók in Noord-Nederland? Júist in Noord-Nederland! Het is de hoogste tijd voor een breed productiviteitsoffensief: Lean!
27
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
testbedrijven waar de eerste versie van de Lean Change
Methodology getest kan worden.
De Lean-tools van de NOMIn afwachting van de Lean Change Methodology kunt u
nu al ontdekken wat Lean voor uw bedrijf kan betekenen.
De NOM organiseert verschillende activiteiten om kennis
te maken met de principes van Lean en om uw bedrijf
voor te bereiden op een eigen Lean-traject.
1. Lean-bijeenkomsten
De eerste stap op het Lean-pad is bewustwording: wat is
Lean nu eigenlijk en wat kun je ermee bereiken? Tijdens
bijeenkomsten vertellen ondernemers over hun praktijk-
ervaringen met Lean: wat hebben zij eraan gehad en hoe
heeft het hun bedrijfsprocessen verbeterd. De NOM orga-
niseert zowel bijeenkomsten voor individuele bedrijven
als voor groepen bedrijven.
2. Assessment: hoe Lean is mijn bedrijf?
Samen met de RuG heeft de NOM binnen ERIP een
assessment ontwikkeld dat aantoont hoe belangrijk Lean
gevonden wordt binnen uw bedrijf en hoe goed uw
bedrijf nu scoort op Lean-onderwerpen. Een onderdeel
hiervan is een algemene vergelijking met andere bedrijven
in de regio. Hier hebben tot nu toe zo’n 50 bedrijven aan
meegedaan. Uit de resultaten blijkt dat Lean voor alle be-
drijven een speerpunt is, maar dat de implementatie vaak
achterblijft bij de ambitie.
3. Workshop
‘Horen en vergeten, zien en onthouden, doen en
begrijpen’, dat is het motto van de Engelse Lean-aanpak.
Oftewel: u gaat Lean pas echt omarmen als u het ‘gedaan’
hebt. Met een eendaagse workshop krijgt dit vorm. >
Wat is Lean Production?Bij Lean ligt de nadruk op klantwaarde. Stel vast wat de klant als
waarde ervaart; waar heeft de klant (extra) geld voor over. Verder
worden verspillingen zo veel mogelijk geëlimineerd. Verspillingen
zijn activiteiten die geen waarde (voor de klant!) toevoegen. Tevens
is het belangrijk flow te creëren. Laat materialen/informatie onon-
derbroken, en steeds sneller, stromen.
De basis van Lean Production is ontwikkeld bij Toyota. Bij het
Toyota Production System ligt de nadruk op de volgende punten:
• Focus volledig op de klant: de tevredenheid van de klant
gaat boven alles, daarom is de klantvraag altijd leidend.
De productie verandert daardoor van push (voorraden gereed
product aanleggen) naar pull (alleen produceren waar de klant
om vraagt en wanneer de klant er om vraagt).
• Het minimaliseren van allerlei vormen van verspilling.
28
Investing in the future by working togetherfor a sustainable and competitive region
European Union The European Regional Development Fund
In deze workshop ontdekt u zelf dat Lean dé methode is
voor productiviteitsverbetering.
4. Lean-checks
U wilt aan de slag, maar waar moet u beginnen? De NOM
biedt tegen een gereduceerd tarief verschillende checks aan
om uw bedrijf in korte tijd door te lichten. Daarmee wordt
direct duidelijk waar uw verbeterpunten liggen. De NOM
heeft al ruime ervaring met deze checks. Daarnaast is de
NOM binnen ERIP gestart met het testen van een Engelse
analysetool.
5. Lean-netwerken
Ervaringen delen met anderen die Lean implementeren kan
uw eigen traject nieuwe impulsen geven. Daarom organiseert
de NOM verschillende Lean-netwerken. Via deze weg komt u
in contact met bedrijven die uw problematiek echt snappen.
We want you!Wilt u zich grondig oriënteren op productiviteitsverbetering
via Lean Production? Of wilt u als testbedrijf meedraaien in
het ERIP-project? Dan nodigen we u uit om contact op te
nemen met de NOM. Met onze tools ontdekt u zelf welke
impact Lean heeft op uw organisatie. Als u daarna een stap
verder wilt, helpen wij u om draagvlak binnen uw bedrijf
te creëren en om zelf een Lean-traject op te starten. Zowel
grote als kleine bedrijven zijn welkom, want de tools zijn
geschikt voor elke bedrijfsomvang.
Per 1 juni is Eric Micklinghoff als Projectmanager ERIP het
NOM-team komen versterken. Een aanwinst voor u en
voor ons! Na de zomer starten de verschillende bovenge-
noemde activiteiten. Geef u nu reeds op om de boot straks
Hoe het allemaal begon NOM is de afkorting van Noordelijke
OntwikkelingsMaatschappij, tegen-
woordig voluit Investerings- en Ont-
wikkelingsmaatschappij voor Noord-
Nederland. Toch liggen de wortels
van de NOM in Zuid-Limburg.
Hoe is dat te verklaren?
Heel eenvoudig.
Een kleine veertig jaar geleden sloten
de mijnen in Limburg, met een enorme
werkloosheid onder mijnwerkers als ge-
volg. De overheid vond dat er iets aan
gedaan moest worden, en gaf Bureau
Bloemendaal de opdracht om nieuwe
werkgelegenheid in de regio te creëren.
Bureau Bloemendaal pakte de zaken
voortvarend aan. En met succes: DSM,
ooit de moeder van de mijnen, begon
een nieuw leven als chemieconcern en
bood honderden mensen werk.
Tezelfdertijd stond de economie in
Fryslân, Groningen en Drenthe er niet
al te florissant bij; de mechanisatie in
de landbouw en de crisis in de strokar-
tonindustrie eisten hun tol: honderden
mensen verloren hun baan. >
35 jaar NOMDe NOM viert dit jaar haar 35e verjaardag. Tijd voor een terugblik en een vooruitblik. We praten met twee oudgediendenen twee nieuwkomers bij de NOM:Geert Buiter (Finance),Theun Wijbenga (Infocom),Bart Schanssema (Ontwikkeling & Innovatie) en Joep de Vries (Investeringsbevordering).
35 jaar NOM: onze actieradius ...
30
‘Wat in het zuiden lukt, moet in het noorden ook kun-
nen’, dacht men bij Economische Zaken in Den Haag.
En dus werd de NOM in het leven geroepen.
Ervaren medewerkers uit Limburg kregen de eer om de
noorderlingen op weg te helpen, zodat er de eerste periode
veel zachte ‘g’s te beluisteren vielen op het NOM-kantoor.
De zachte ‘g’ is inmiddels verdwenen bij de NOM. De
meeste medewerkers, anno nu, hebben noordelijke roots.
Wat hetzelfde bleef Maar hoe u de ‘g’ ook wenst uit te spreken, de doelstelling
van de NOM is op hoofdlijnen dezelfde gebleven:
de economie van Noord-Nederland een impuls geven,
in veel gevallen door ondernemers te helpen met goede
raad en geld. Het uiteindelijke doel staat al 35 jaar vast:
werkgelegenheid creëren. Constante factoren zijn: het
stimuleren van de ontwikkeling van bestaande bedrijven
door innovaties te bevorderen, nieuwe bedrijven naar
Noord-Nederland halen en het beschikbaar stellen van
risicodragend kapitaal. Een drie-eenheid die nooit is los
gelaten.
Kan dan iedere ondernemer een beroep op de NOM
doen? Nee, zo eenvoudig is het nu ook weer niet.
Een criterium dat al 35 jaar van kracht is, en dat vermoe-
delijk tot in lengte van dagen blijft, is dat een onderne-
ming ‘een stuwend karakter’ moet hebben. In alledaags
Nederlands: dat zij haar omzet voor meer dan 50% buiten
Noord-Nederland realiseert. Tot het criterium behoren
ook bedrijven die op middellange termijn
stuwend zullen worden, denk aan starters en bedrijven
die stuwers beleveren.
Heeft u zich altijd al afgevraagd waarom de NOM zich
niet bemoeit met de komst van IKEA, en evenmin met
de vestiging van een outlet store, dan weet u nu hoe het
zit: genoemde bedrijven hebben geen ‘stuwend karakter’;
zij bedienen consumenten in de regio.
Wat er veranderde De NOM heeft na 35 jaar nog altijd dezelfde doelstelling
die zij had bij haar oprichting. Maar dat wil niet zeggen
dat er niets veranderd is. Integendeel.
De financiële middelen waren in de eerste jaren ‘breed
inzetbaar’. Zeker in de ISP-periode (ISP is de afkorting
van Integraal StructuurPlan Noorden des Lands) leek het
wel ‘een hoorn des overvloeds’. En hoeveel fietspaden
in Drenthe er in die tijd met ISP-middelen aangelegd
werden. En hoe de wereld werd afgereisd van Japan tot
de VS en van Scandinavië tot Israel.
Tegenwoordig is er meer sprake van concentratie; de
NOM richt haar pijlen sinds enige tijd vooral op de zgn.
‘Pieken in de Delta’, vier regionale sectoren met een we-
reldwijde potentie: water, energie, sensortechnologie en
agri business. Het geld is nu ‘ge-oormerkt’ zoals Theun
Wijbenga het plastisch beschrijft ... ‘De acquisitie is nu
nog steeds op de hele wereld gericht, maar meer dan
ooit laten we zien dat we meer te bieden hebben dan
alleen goedkope vierkante meters.’
Wat er nog meer veranderde De werkgelegenheid in Noord-Nederland -of beter
gezegd: het gebrek daaraan- schreeuwde om drastische
maatregelen. Slagkracht was een voorwaarde voor het
succes van de NOM. Daarom stond de Rijksoverheid
garant voor alle investeringen die de NOM deed.
Ook in dit opzicht laat de situatie anno 2009 zich -met
een eufemisme- kenschetsen als: zakelijker.
Wat is het meest opvallende verschil?
Oplettende lezeres weten allang dat de NOM vandaag
de dag ‘de eigen broek moet ophouden’.
Daarin slaagt zij wonderwel. Sinds jaren werkt de NOM
... is toch wel flink toegenomen.
31
I N V E S T E R E N I N O N T W I K K E L I N G
volgens de methode van het ‘revolving fund’. Een finan-
cieel perpetuum mobile, zo u wilt: maakt de NOM winst
op haar deelname in een onderneming, dan wordt deze
winst opnieuw geïnvesteerd.
Dat verklaart ook meteen waarom de NOM weliswaar
bereid is enig risico te nemen, maar nooit willens en
wetens investeert in ondernemingen die zij (te) weinig
overlevingskansen toedicht: zij zou zodoende op de rem
van haar revolving fund trappen en daarmee nieuwe
veelbelovende bedrijven tekort doen.
Wat de toekomst zou kunnen brengen Het meest interessante debat tussen oudgedienden en
nieuwkomers ontstaat - hoe kan het ook anders - als het
gaat over de toekomst van de NOM.
Bart Schanssema, sinds kort actief bij Ontwikkeling &
Innovatie, heeft een uitgesproken mening: hij vindt dat
de NOM moet inzetten op duurzaamheid. En dat gaat
een stuk verder dan kiezen voor groene stroom: Bart
heeft het over maatschappelijk verantwoord onderne-
men in de gehele bedrijfsvoering.
Geert Buiter, oudgediende, verwacht voorlopig meer
van lean, ofwel: meer aandacht voor productiviteitsver-
betering in bedrijven. Er is volgens hem nog het nodige
te doen op het gebied van procesinnovatie: innovatie-
subsidies worden bijvoorbeeld nauwelijks uitgekeerd in
Noord-Nederland.
Joep de Vries, nieuwkomer-met-ervaring, slaat een brug
tussen beide partijen. ‘Lean is tot op zekere hoogte een
voorwaarde voor duurzaamheid. Door het realiseren van
meer rendement kan geïnvesteerd worden in duurzaam-
heid!’
-50
0
50
100
150
200aantal deelnemingen
2008
2004
2000
1996
1992
1988
ontwikkeling deelnemingenerbijultimoeraf
Missie NOM: al 35 jaar een feitDe NOM wil als onafhankelijke onderneming de werkgele-
gen-heid in Noord-Nederland ontwikkelen door duurzaam
winstgevende activiteiten te stimuleren.Kerncijfers ontwikkeling vier grote ontwikkelprojecten