Najaarscongres NVFG 2010 Het trainen van ouderen met kanker Drs Tinus Jongert, TNO / Haagse Hogeschool, lector innovatieve beweegstimulering & Sport / NPi
Najaarscongres NVFG 2010
Het trainen van ouderen met kanker
Drs Tinus Jongert, TNO / Haagse Hogeschool, lector innovatieve beweegstimulering & Sport / NPi
12 april 2023
Agenda
1. inleiding
2. effecten van bewegen
3. de oudere patiënt met kanker
4. lichamelijke (in)activiteit
5. trainen van de oudere patiënt met kanker testen trainingsdoelen trainingsvariabelen
NB geen aandacht voor Palliatieve behandeling!
12 april 2023
Achtergrond van de aandoening
• Kanker is een verzamelnaam voor ziektes
• Inspanningsrespons en trainbaarheid worden o.a. beïnvloed door:
1. tumoren (primaire tumoren en uitzaaiingen) locatie/omvang
2. bijwerkingen van de behandeling Vermoeidheid is een algemeen voorkomende klacht
12 april 2023
Bijwerkingen (ACSM, 2001)
Behandeling: Acute effecten Chronische effecten
Chirurgie Pijn VermoeidheidBeperking gewr. mobiliteit
PijnZenuw beschadigingenBeperking gewr. mobiliteitOedeemamputaties
Radiotherapie PijnVermoeidheidHuid irritatieontsteking
Beperking gewr. MobiliteitLittekenvorming longen, hartFracturen atrofie
Chemotherapie VermoeidheidMisselijkheidAnaemieSpierpijnzenuwbeschadiging
CardiomyopathieLittekenvorming longenzenuwbeschadigingVermoeidheidbotverlies
immunotherapie Gewichtsverlies of toenameVermoeidheidzenuwbeschadiging
zenuwbeschadigingcardiomyopathie
Positieve effecten van bewegen : tijdens behandeling van kanker
12-04-236
Kankerpatiënten hebben baat bij voldoende lichaamsbeweging (v Leeuwen, 2005)
Gesuperviseerde training is tijdens de behandeling van kanker veel belovend en haalbaar (Velthuis 2010)
Vermoeidheid : (Courneya, 2001, v Leeuwen, 2005, Knols et al 2005, v Weert 2008, Stuiver 2010)
(Velthuis, 2010 specifiek voor borstkanker) den Heijer 2008 inconsistent voor diverse typen kanker
KvL : (Courneya, 2001, Chorus 2007, den Heijer, 2008, Stuiver 2010)
Fysiek functioneren: (Courneya, 2001, Chorus 2007, den Heijer, 2008, Stuiver 2010, de Backer 2007)
Positieve effecten van bewegen : survivors
12-04-238
Vermoeidheid : (v Leeuwen, 2005, den Heijer 2008, Cramp Cochrane 2008, Stuiver 2010)
KvL : (Chorus 2007, den Heijer, 2008, Stuiver 2010) NB effecten verdwijnen bij staken interventie (de Backer 2009, Milne 2008,
Daley 2007, Stuiver 2010)Fysiek functioneren: (Chorus 2007, de Backer 2007, den Heijer 2008,
Stuiver 2010)
Er zijn aanwijzingen dat bewegen bijdraagt aan een geringere kans op terugkeer van de tumor (v Leeuwen 2005)
Mortaliteitsrisico aan borstkanker agv bewegen is lager ≥ 9 MET.uur/weekIdem voor darmkanker ≥ 27 MET.uur/week (Stuiver 2010)
Specifieke aandachtspunten bij oncologie patiënten
• Lymfoedeem• Vermoeidheid (CRF)• Depressie• Lage belastbaarheid • Verandering in lichaamssamenstelling• Afname in fysiek functioneren • Functieverlies bewegingsapparaat (Stuiver 2010)• Misselijkheid • Pijn • Inactiviteit
9
Specifieke aandachtspunten bij de oudere oncologie patiënt
• Relatief vaak co-morbiditeit • Lagere belastbaarheid
• (Aëroob) uhv• Kracht (uhv)• Lenigheid• coördinatie
• Hoger valrisico • Relatief vaker problemen met participatie (ook in adl)
• Fragiliteit (~ voeding, inactiviteit, sarcopenie)
10
De oncologie patiënt is …….relatief vaak oud (70% >60jr) en laag belastbaar
Belastbaarheid ouderen• ↓ VO2max : 1% / jaar (de Morree 2011)
5 MET’s:80-90W 6 MET’s:110W 7 MET’s:140W 8 MET’s:160-170W• Spierkracht, spiermassa, coördinatie
Belastbaarheid oncologie patiënten • ↓ VO2max : 50% (Lucia, 2003)
• Spierkracht, spiermassa (Al-Majid 2001, Tisdale 2001)
11
leeftijd ♀ 160 cm ♀ 170 cm ♂ 170 cm ♂ 180 cm
60 Pmax 103Watt
Pmax 119Watt
Pmax 149Watt
Pmax 169Watt
65 94 110 137 157
70 84 101 126 146
En vaker inactief ………..
Kanker patiënten %
Referentiegroep %
NNGB 49.3 61.7
Fitnorm 13.8 21.8
Combinorm 58.9 69.1
inactief 15.3 3.5
Lichamelijk (in)activiteit oncologie patiënten tov referentiegroep 2006-2009 (Chorus, 2010)
kanker
Pijn, vermoeidheid,functieverlies
Verminderdebelastbaarheid
Te weinig gebruikspieren en botten
Achteruitgang conditie
Achteruitgang functioneren
Inactiviteit
Model Relatie Chronische aandoeningen en inactiviteit
“Rust roest”: tijdens behandeling
• Vroeger werd rust geadviseerd • Door inactiviteit neemt belastbaarheid (verder) af
• Bedrest study: immobillisatie effecten:• 3 weken bedrust : VO2max 27% (3.3 l/min 2.4 l/min)
• 2 weken bedrust : spiermassa 10-12 %• Better in is better out
Topp et al, 2002, Van der Sluis et al, 2007
Critical
zone
cond
ition
time
6 MET’s
Waar uit zich dit in ?
Determinanten van (in)activiteit
• - determinanten (Stuiver 2010)- lichamelijke beperkingen als gevolg van behandeling- angst- co-morbiditeit
• + determinanten (Courneye 2004, Stuiver 2010)- positieve attitude- eigen effectiviteitsbeleving- ervaren succes- plezier in bewegen
29 oktober 17
Methodiek begeleiding
Huidige situatie Gewenste situatie
Doelstellingen
Keuze belastingsvormen
Invullen trainingsvariabelen
Uitvoeren programma
Meten/evalueren
Intake : verwijzing en gesprek
• (Verwijs)gegevens: o.a. diagnose, ernst aandoening, complicaties, co-morbiditeit, therapie, medicatie, risicoprofiel, omgaan met klachten, ergometrie-data (Wmax, Hfmax, VO2peak, RPE, reden van afbreken van de test);
• Anamnese: Par-Q, lichamelijk actieve leefstijl, PSK, MVI, klachten/symptomen, persoonlijke doelen, persoonlijke wensen tav beweegactiviteiten, info-behoefte, bewegingsangst, ervaren barrières, zelfeffectiviteit, stages of change, valhistorie, balans/evenwicht, voeding;
12 april 2023oncologische patienten
Trainingsdoelen oncologie patiënten
• Tijdens behandeling :- verminderen effecten van immobillisatie- optimaliseren kracht, uhv, lenigheid, coördinatie (gericht op in stand houden actieve leefstijl en KvL)- verminderen van symptomen zoals vermoeidheid, angst reductie
• Na behandeling :- (zo veel mogelijk) terugkeren op het oude niveau van functioneren- optimaliseren van participatie oa adl functioneren (hobby, sport)- ontwikkelen actieve leefstijl: ‘overlevers’ hebben verhoogd risico op hart/vaatziekten, dm
NB doelen zijn erg individueel bepaald
Intake: testen
• Uithoudingsvermogen: Steepramptest, 6 minuten wandeltest, 10 m shuttle-walktest
• Kracht: submaximale krachttesten
• Lichaamssamenstelling :
Lengte, gewicht, BMI, percentage lichaamsvet, vet vrije massa, buikomvang
• Testkeuze op basis van testdoelen/-eisen
Wanneer maximaal testen? (doel: diagnostiek, bepalen trainingsintensiteit)
• >1 hoofdtekenen van hart/vaatziekten en comorbiditeit:COPD, DM, coronaire hartziekten
• ♀>55 ♂>45 + 2 risicofactoren hart en vaatziekten + gewenste trainingsintensiteit ≥60%
• buitenproportionele vermoeidheid
• Buitenproportionele zwakte
• Inspanningsangst
• Status na behandeling met cardiotoxische of pulmonotoxische werking (chemotherapie en/of radiotherapie) en verdenking op aan die behandeling gerelateerde bijwerkingen.
6 minuten wandeltest
Protocol:Zo ver mogelijk wandelen in 6 minuten zonder de
gezondheid in gevaar te brengen.Warming up: 6 minuten (oefentest op laag niveau), evt
met oplopende snelheid. NB. Deelnemer kan op elk gewenst moment de test
afbreken. Indien mogelijk test niet abrupt afbreken
Betrouwbaar/valide voor pt. groepen∆> 50m klinisch relevant verschil
Steep ramptest (gemodificeerd) protocol NISB
• Stel de (geijkte elektromagnetische) fietsergometer in op 0 Watt
• Laat de pt plaatsnemen op de fiets• Instrueer: het is de bedoeling dat de pt gaat fietsen met 70-80 rpm • Start met 3 min onbelast fietsen • Verhoog daarna elke 10 sec de belasting met 25 Watt
• Stop als het aantal omwentelingen lager is dan 60 rpm • (TJ: of bij tekenen van cardiale overbelasting/klinische blik)
• Noteer het eindwattage, de volhoudtijd bij de laatste belastingsstap, (TJ) de reden van afbreken van de test
• Doel: Pmax bepalen, VO2max schatten (mn bij perifere beperking)
• NB TJ: meet ook de hartfrequentie voor/tijdens/na inspanning (leerzaam)
Berekening VO2max op basis van Steep ramptest
VO2max (l/min) = 0.0067 * Wmax + 0.358 (de Backer, 2007)
= 0.0067 * 100 + 0.358
= 0.67 + 0.358 = 1,028 l/min= 1028 ml/min
= 1028 / 60 = 17,13 ml/kglich gew/min
17,13 : 3,5 = 4,90 Metspeak
U wilt met Karin K op 50% VO2max gaan trainen (wandelen).
Hoe pakt u dit aan?Wandelen : 2 MET’s:2.5 km/uur 3Met’s:3-4 km/u 4 Met’s:5 km/u 5Met’s:5.5km/u
Trainingsvariabelen
De optimale :• Trainingsfrequentie• Duur• Intensiteitvoor oncologie patiënten zijn niet bekend!
Algemene trainingsregels worden (met succes) toegepast
De belastbaarheid van patiënten is vaak laag!
Trainingsvariabelen bij verschillende trainingsdoelen (mbv Karvonen intensiteit bepalen)
Verminderen vermoeidheid >3x/wk, 30 min, 50-70%VO2max
Afvallen, risicofactoren hart/vaatziekten 5-7x/wk, .30-60 min, 40-55% VO2max
Verhogen VO2max >2-3x/wk, >20-30 min 50-80%VO2max
Oncologie patiënten (doorgaans):50 - 80% VO2max Karvonen(50 – 80% peak Met’s berekend uit Steepramptest)Borgscore 12-15
CAVE : Tekenen (cardiale) overbelasting, Tensie > 250/120 mmHG
NB chronotrope incompetentie en traag herstel hartfrequentie ( < 12 sl/min zijn) tekenen van lage cardiale belastbaarheid
Oncologie patiënten: speciale aandacht voor perifere spierzwakte (de Backer, 2007)
• Trainen lokaal spieruithoudingsvermogen quadriceps: fiets
• Op basis van Steepramptest
• 30 sec arbeid• 60 sec rust• 50 – 60% Wmax steepramptest• 4-8 herhalingen
Belang krachttraining:
• Goede aanvulling op aëroob trainen;• ‘optrainen’ perifere spierzwakte• Belangrijk voor adl, zeker bij verouderen / lage
belastbaarheid;• Specificiteit krachttraining : aansluiten bij PSK !
NB Krachttaining kan veilig uitgevoerd worden bij oncologiepatiënten !
Cave oedeem na lymfklierresecties / botmetastases
Verhoogd risico op lymfoedeem:
• Trainen kracht kan, MITS zorgvuldig opgebouwd • afname van lymfoedeem gerelateerde klachten (Schmitz, 2009)• Afname van frequentie van exacerbaties (Schmitz, 2009)• Opbouw krachttraining bovenste extremiteiten: zeer geleidelijk
Na warming up• Onbelast oefenen• Opbouw minimale progressie, 1 pound/week *• In 5 weken opbouwen tot 3 series van 10 herhalingen • Training staken bij exacerbaties
(Schmitz, 2009, Hayes, 2009, Bicego, 2006, Ahmed 2006)
Trainingsvariabelen: kracht (uhv)
• Hoe trainen oncologie patiënten veelal- Frequentie : 2-3x /wk- Series : 2-3 series- Intensiteit : 50-80% 1 RM- Herstel : vaak niet bewust gekozen afhankelijk van doel, intensiteit
(vrijwel) volledig herstel >2-5 minutentrainen Fmax/hypertrofie/explosiviteit: lang hersteltrainen lokaal uhv: korte pauzes
NB bij lage belastbaarheid vormt lage spierkracht een beperking voor adl-activiteiten
Trainingen om dagelijks functioneren te verbeteren zijn in te delen in (de Vreede, 2002, 2005):
1. Training voor basisfuncties (=motorische grondeigenschappen);
2. Training gericht op het verbeteren van handelingen uit het dagelijks leven, ofwel functionele trainingen;
47
Bedankt