Opdracht Invulbundel Museum Plantin-Moretus - (Inspiratiebundel
– Uitgebreide versie) - Opdrachtenblad voor leerlingen
Inspiratiebundel Museum Plantin-Moretus
Opdrachtenblad voor leerlingen
Naam:
Klas:
Een museum als tijdmachine?!
Een drukkerij van wereldformaat
Wat hier te zien is, is echt bijzonder. Als je in de drukkerij,
en vooral in de werkkamers aan de achterzijde van de binnenplaats
loopt is het net alsof je je in de 16de eeuw bevindt en het
personeel even een middagpauze heeft genomen. Museum
Plantin-Moretus wordt niet alleen drukbezocht door iedereen die een
uitgesproken belangstelling heeft voor de geschiedenis van de
boekdrukkunst. De woning waar de families Plantijn en Moretus
verbleven en werkten, is ook één van de mooiste en best bewaarde
patriciërhuizen van Antwerpen. Het verleden van de drukkerij en
vooral de opmerkelijke staat waarin dat verleden nog steeds bezocht
kan worden, zijn zonder meer uniek.
Een kenniscentrum
De oprichter van de drukkerij ‘De Gulden Passer’ was Christoffel
Plantijn (1555-1589). Hij was van eenvoudige komaf. Hij werd
geboren in Frankrijk, maar in 1549 week hij uit naar Antwerpen waar
hij als boekbinder actief was. Door een spijtig ongeval (Plantijn
werd overvallen op de Meir en zijn schouder met zwaard doorboord…)
was hij genoodzaakt over te schakelen op het drukken.
In werkelijkheid kreeg hij waarschijnlijk geld van het Huys der
Liefde, een geheim genootschap dat verdraagzaamheid en mystieke
godsbeleving predikte. Voor deze ‘sekte’ kwam het goed uit dat ze
een drukker als lid hadden die hun controversiële ideeën kon
verspreiden. Hoe dan ook Plantijn stapte in 1555 over op drukken.
Een goede keuze bleek achteraf.
300 jaar familiebedrijf
Als gewiekste zakenman die kwaliteitsdrukwerk leverde, werd
Plantijn de belangrijkste drukker-uitgever van het Europa van zijn
tijd. In de bloeiperiode had hij niet minder dan zestien
boekdrukpersen in werking. De drukkerij was de modernste en
grootste drukkerij van dat ogenblik maar ook een kenniscentrum dat
instond voor de verspreiding van nieuwe inzichten en ideeën.
Plantijn, die (in het geheim) protestantse sympathieën had moest
zorgen dat hij zich tijdens de Spaans-katholieke overheersing
profileerde als een overtuigd katholiek. Dit deed hij door het
uitgeven van katholieke werken in opdracht van Filips II.
De Officina Plantiniana was in de 16de eeuw de grootste
typografische onderneming van Europa. Plantijn werd opgevolgd door
zijn schoonzoon Jan I Moretus. Vele Moretussen volgen hierna als
zaakvoerders van de drukkerij. Ook in de 17de en 18de eeuw bleef
Plantin-Moretus een naam met faam. Het woonhuis dat verbonden was
aan de drukkerij werd versierd met schilderijen en luxe
kunstvoorwerpen en meubelstukken. In het museum kun je zien hoe
patriciërs in de 16de, 17de en 18de eeuw woonden.
Van drukkerij naar museum
De drukkerij-uitgeverij-boekhandel op de Vrijdagsmarkt bleef
precies drie eeuwen in werking; van 1576 tot 1876. In de 18de eeuw
hield de familie zich steeds minder bezig met de drukkerij. Ze
werden rijk door huwelijken en beleggingen en konden rentenieren.
De drukkerij wordt niet aangepast aan het industriële tijdperk,
waardoor ze geen concurrent is voor andere ondernemingen. In 1866
verschijnt het laatste boek. Het Museum Plantin-Moretus opent in
1877 zijn deuren.
De drukkerij en het woonhuis zijn uniek in de wereld; nergens
vind je nog een drukkerij uit de renaissance die volledig intact
is. Daarom staat Museum Plantin-Moretus ook op de
Unesco-werelderfgoedlijst, naast de piramiden van Gizeh, de
Akropolis in Athene en de Taj Mahal in India. Het is trouwens een
wonder dat dit gebouw nog overeind staat. De huizen aan de
Vrijdagmarkt werden namelijk door een verdwaalde V-Bom in de Tweede
Wereldoorlog voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt. Maar
het museum heeft het overleefd!
Neem zelf maar een kijkje en treed binnen in de 16de eeuw…
Deel A: Voorbereidende opdrachten op school> zie bundel
Deel B: Opdrachten in het museum:
De voorgevel
De drukkerij van de familie Plantin-Moretus aan de Vrijdagsmarkt
kreeg in de 18de eeuw een klassieke Franse voorgevel in
classicistische stijl.
Opdracht 1-De voorgevel
1. Is de algemene vormgeving verticaal of horizontaal?
………………………………………………………………
2. Geef een voorbeeld dat verwijst naar de bouwkunst uit de
Oudheid (voor het middendeel).
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Schild boven de toegangspoort:
A. Schrijf de Latijnse tekst op. Het is Plantijns
bedrijfslogo.
………………………………………………………………………………………………………………………………
B. Wat betekent de Latijnse tekst?
………………………………………………………………………………………………………………………………
C. Teken het symbool van de drukkerij na. Dit was het
drukkersmerk oftewel het logo van de drukkerij. Het werd in de
boeken die hier gedrukt werden afgedrukt om aan te geven wie het
boek gemaakt had.
D. Bedenk een symbool voor jou persoonlijk/voor je familie/voor
een vriendschap die je veel waard is/ voor je hobby.
Zaal 1- Het Kleine salon
Plantijn en zijn zoon Jan I Moretus investeerden al hun kapitaal
in het bedrijf. Pas met Balthasar I Moretus (1574-1641) kwam daar
verandering in. Hij bouwde het bescheiden Plantijnse Huis uit tot
een schitterende patriciërswoning. De architectuur en het rijk
versierde interieur moesten de welstand van de familie uitdrukken.
Balthasar I gaf de opdracht voor het bouwen van drie pronkkamers
die werden gebouwd tussen 1620 en 1622 (zaal 1, 2 en 3). Het kleine
salon is de eerste van drie zogenaamde pronkkamers uit de 17de
eeuw.
Opdracht 2-Wandtapijt
De muren zijn bekleed met zogenaamde Brusselse gobelins uit de
16de eeuw.
A. Wat zijn Brusselse gobelins?
……………………………………………………………………………………………………………Wat wordt er afgebeeld
op het wandtapijt op de rechterwand als je binnenkomt in deze zaal
(met de deur naar de volgende zaal)? Beschrijf wat je ziet.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
B. Zou een afbeelding van een oorlog er nu ook nog zo uitzien?
Wat zijn de verschillen?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Gouden Eeuw van Antwerpen
Al in de 16de eeuw was Antwerpen een stad van Europees formaat.
De havenstad aan de Schelde was rond 1550 het belangrijkste
handelscentrum én de grootste stad ten noorden van de Alpen. Er
leefden ca. 100.000 mensen. Het Antwerpen waar Christoffel Plantijn
kwam wonen was in de eerste helft van de 16de eeuw de draaischijf
van internationale handel; een knooppunt van Engelse, Portugese,
Duitse, Italiaanse en Spaanse handelslijnen. Antwerpen was niet
alleen de grootste warenmarkt van Europa, maar tevens de grootste
geldmarkt. Intellectuelen, handelaars en kunstenaars voelden zich
dan ook aangetrokken tot de bloeiende Scheldestad. Geen wonder dat
Plantijn naar Antwerpen kwam!
Luxe en handel, toen en nu.. Antwerpen en New York
Boven: Links: Huizen op de Grote Markt in
Antwerpen.[endnoteRef:1] Rechts: Frans Francken II (Antwerpen
1581-1642), Het schilderijenkabinet ‘van Sebastiaan Leerse’. [1:
Bron foto:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Gildehuizen_Antwerpen.jpg
Auteur: Manfreed, 14 September 2006. ]
Onder: Links: Uitzicht op New York, Wikipedia Commons, Daniel
Schwen, 6 december 2005.Rechts en onder: Interieurs van een luxe
villa, Wikipedia Commons, Algedra Interior Design, 22 maart
2014.
Opdracht 3-Antwerpse glorie
A. Bekijk de afbeeldingen hierboven. Op welke drie manieren
lieten deze rijke burgers uit de 16e en 17de eeuw hun rijkdom
zien?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
B. Op wat voor manieren laten rijke mensen (zoals
voetbalvedettten en filmsterren) in onze tijd hun rijkdom zien?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 4-Antwerpen nu
A. Is Antwerpen ook nu nog een knooppunt van internationale
handel?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
B.Leg uit wat er op gebied van handel is veranderd als je onze
tijd vergelijkt met de 16de eeuw.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
C.Op welke gebieden is Antwerpen tegenwoordig toonaangevend in
de wereld?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Zaal 2- Het grote salon
Balthasar I begon met het verzamelen van schilderijen. De
beroemde barokschilder Peter Paul Rubens (1577-1640) portretteerde
familieleden en goede vrienden van Balthasar I. De opdrachtgevers
van Rubens waren vorsten, religieuze ordes en rijke burgers.
Tijdens de renaissance werd de portretkunst zeer belangrijk. Voor
het eerst in de geschiedenis konden ook ánderen dan vorsten zich
laten vereeuwigen op het doek. Rijke burgers konden laten zien hoe
belangrijk en succesvol ze waren. Het individu mocht op de
voorgrond treden en dat is ook te zien op de portretten.
Afbeelding: Peter Paul Rubens
Opdracht 5-De portretten
I. Het portret van Christoffel Plantijn door P.P. Rubens,
1612-1616 (zie hiernaast).
Rubens baseerde zich voor dit portret op een 16de-eeuws
schilderij.
A. Hoe is Plantijn gekleed?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
B. Welke voorwerpen heeft hij in zijn handen?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
C. Naar wat verwijst de passer?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
D. Naar wat verwijst het boek?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
II. Het verhaal van Plantijn illustreert mooi de opkomst van het
handelskapitalisme. Leg uit.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
III. De portretten van de familieleden werden bij
erfenisverdelingen vaak achtergelaten aan de bedrijfsleider. Leg
uit dat de collectie vandaag vooral afbeeldingen van de
opeenvolgende bedrijfsleiders en hun gezinsleden bevat.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
IV. De portretten van de vrouw en dochter van Plantijn
A. Zoek onderstaande portretten op in de zaal. Vergelijk de
portretten en beschrijf wat je aan de hand van de schilderijen te
weten komt over hun karakter.
Links zie je de vrouw van Plantijn en rechts zijn dochter.
Links: P.P. Rubens, Portret van Jeanne Rivière, 1630-36.
Rechts: P.P. Rubens, Portret van Martina Plantin, ca. 1633.
Jeanne de Rivière:
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Martina Plantijn:
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B.Lees nu hun beknopte levensgeschiedenis hieronder. Vind je dat
de schilderijen hun karakter of levensverhaal weerspiegelt?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Jeanne Rivière
Portret van Jeanne Rivière
In 1548 of 1549 arriveerde Christoffel Plantin in Antwerpen met
zijn vrouw Jeanne Rivière (1521?-1596) en hun dochtertje Margareta.
Plantijn leerde haar kennen in Caen als de huismeid van zijn
werkgever, de boekbinder en boekenverkoper Robert II Macé. Ze was
ook afkomstig van Normandië. Bij de dood van Plantijn verzaakte ze
aan haar recht op de nalatenschap om de vrede te bewaren tussen
haar twistende kinderen, maar bleef wel in het huis wonen tot haar
dood. Vanaf 1590 zette haar schoonzoon Jan I Moretus de zaak
verder.
Martine Plantijn
Portret van Martine Plantijn
Martina Plantijn (1550-1616) was de tweede dochter van
Christoffel Plantijn; zij trouwde met Jan Moretus (Moerentorf) die
na Plantijns dood de drukkerij verder zette.
Martina leidde een bloeiende kant en linnengoedhandel. Samen met
Pierre Gassen onderhandelde ze met de fabrikanten, zorgde voor de
betalingen en was verantwoordelijk voor het afhalen en verzenden
van de afgewerkte producten. Bij de dood van Jan Moretus, in 1610,
kwam zijn weduwe in naam aan het hoofd van de Officina, het beheer
liet ze over aan haar zonen Balthasar I en Jan II Moretus.
V Kies een portret uit deze zaal uit.
A. Schrijf de titel, de kunstenaar en de datum op.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
B. Neem een foto van het schilderij (zonder flits!)
C. Beschrijf hoe de persoon is afgebeeld.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
D. Beschrijf waarom het portret je zo aanspreekt.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Kunstkabinet
Rechts van de haard in zaal 2 staat een 17de-eeuws kunstkabinet.
Een kunstkabinet (of rariteitenkabinet) is een luxemeubel waarin je
waardepapieren en kleine waardevolle voorwerpen kunt bewaren:
juwelen, munten, textiel, (exotische) schelpen, planten, stenen,
opgezette dieren… Zowel de wonderen van de natuur als kostbare
kunstvoorwerpen die door mensen werden gemaakt werden erin
opgeborgen. Daarom beschikten ze niet zelden over geheime laden en
dubbele bodems. Dit exemplaar van omstreeks 1675 is uitgevoerd met
luxematerialen, zoals ebbenhout, schildpadhoorn, ivoor en verguld
brons. Op de witmarmeren paneeltjes zijn bijbelse taferelen
geschilderd. De opdrachtgever was een Moretus.
Kunstkabinetten waren tot een eind in de 17de eeuw een befaamd
Antwerps product, dat massaal werd geëxporteerd. Zo’n kunstkabinet
vormde eigenlijk een privémuseum van een rijke burger of vorst. Het
doel was het systematiseren van kennis.
Opdracht 6- Het kunstkabinet
A. Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende
stellingen en geef aan waarom.
1. Deze kast komt van de IKEA
2. In deze kast zitten de vier windstreken verstopt
3. Elke Antwerpenaar had zo’n kast in de 17de eeuw
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Hoe laat (het gebruik van) dit meubel zien dat men in die
tijd zeer geïnteresseerd was in exotische landen?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
C. Op welke manier waren kunstkabinetten een manier om kennis te
systematiseren?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 3-Manuscriptenzaal
De eerste boeken werden met de hand geschreven. De beginletter
van een hoofdstuk of alinea werd groter gemaakt en meestal
gekleurd. Later werden deze sierletters echte schilderijtjes. Men
noemt dit fijne schilderwerk miniaturen. Plantijn bezat een hele
verzameling handgeschreven boeken. De verzameling bevat
handschriften van de 9de tot de 18de eeuw. Van de handschriften
konden gedrukte boeken gemaakt worden.
Opdracht 7-Miniatuur
Maak zelf een miniatuur van bv. de beginletter van je naam.
Wenceslasbijbel
Dit tweedelige handschrift werd met de hand gemaakt in een
Praags atelier in 1403. De opdrachtgever was de muntmeester Konrad
von Vechta en het was bestemd voor koning Wenceslas IV van Bohemen,
vandaar ook de naam. Het is versierd met zeer fijne bijbelse
miniaturen in een periode dat de Praagse school van miniaturisten
op haar hoogtepunt stond. Doordat het onvoltooid is komen we meer
te weten over de techniek van de boekverluchters.
Opdracht 8-Een hele oude bijbel
A. Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende
stellingen en geef aan waarom.
1. Dit is een doe-het-zelf-tuinboek
2. Dit is de Ferrari onder de boeken
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Hoe verspreid je tegenwoordig op een snelle manier een
tekst?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
C. Hoe werden in de middeleeuwen voor het ontstaan van de
boekdrukkunst teksten verspreid?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
D. Wat was daarvan het gevolg voor de verspreiding van de
boeken?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
E. Geef aan waarom in kerken afbeeldingen een grote rol speelden
in de middeleeuwen.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Schilderij Labore et Constantia door Erasmus II Quellin
Erasmus II Quellin schilderde het werk Labore et constantia
boven de haard. Het is een allegorie.
Quellin kreeg als opdracht de kwaliteiten van de Gulden Passer
in dit werk uit te beelden. Op het schilderij zit 'Constantia' (de
standvastigheid) in het midden, terwijl ze de punt van de passer
vasthoudt. Naast haar staat de held Herakles (als symbool van de
'Labor', de arbeid) die de passer ronddraait. Achteraan kijken
Hermes (de god van de handel) en Athena (de godin van de wijsheid)
aandachtig toe.
Opdracht 9- Schilderij ‘Labore et Constantia’
A. Welke stelling is juist?
a.In een allegorisch schilderij zijn de geportretteerden
afgebeeld als Griekse goden.
b.In een allegorisch schilderij worden abstracte begrippen
voorgesteld a.d.h.v. figuren.
c.In een allegorisch schilderij spelen heiligen met hun
attributen de hoofdrol.
B. Geef op de afbeelding van het schilderij (zie p. 12) de
compositielijnen aan. Dit wil zeggen: duid aan in welke richting de
onzichtbare lijnen lopen die zorgen dat het schilderij een eenheid
en een harmonie wordt.
Binnenplaats
Even genieten van de stilte in de prachtige binnenplaats in het
drukke Antwerpse stadscentrum. Deze binnenplaats in
renaissancestijl heeft Plantijn in haar huidige toestand niet
gekend. Zij is het werk geweest van zijn kleinzoon Balthasar I
Moretus. Oorspronkelijk stonden aan de noordzijde van de tuin vier
woonhuisjes genaamde de Zilveren, Koperen, IJzeren en Houten
Passer. Om de bescheiden geveltjes te camoufleren, liet Balthasar I
Moretus een gaanderij oprichten.
Opdracht 10-De binnenplaats
A. De gebouwen stralen evenwicht en orde uit. Maak dit duidelijk
aan de hand van twee voorbeelden.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
B. In welke bouwstijl zijn de gevels op de binnenplaats gebouwd?
Leid je antwoord af uit je antwoord bij de vorige vraag.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
C. Waar bevinden zich de medaillons (ingemetselde borstbeelden)
van Plantijn en de humanist Justus Lipsius? Duid ze aan op het
plannetje hieronder.
De negen bustes op de plattegrond zijn van:
1. Balthasar I Moretus (door Artus Quellin, 1642)
2. Christoffel Plantijn (kopie naar het origineel, Hans van
Mildert uit 1632)
3. Jan I Moretus (Hans van Mildert, 1623)
4. Justus Lipsius (Hans van Mildert, 1623)
5. Jan II Moretus (Artus Quellin, 1642)
6. Balthasar IV Moretus (anoniem, 1730)
7. Balthasar II Moretus (Peter Verbruggen, 1683)
8. Joannes Jacobus Moretus (anoniem, 1757)
9. Balthasar III Moretus (Joannes De Cock, 1700)
· Als je tijd hebt kun je de film bekijken in de videozaal
Zaal 4- De oude boekwinkel
Lezen met oogkleppen: De Index
De boekwinkel is er gekomen in de 17de eeuw. De boekwinkel
bevond zich eerst in aan de westvleugel, in wat nu de ‘Kamer van de
proeflezers’ is. Door de verplaatsing van de winkel naar de
straatzijde konden potentiële kopers de privacy van de inmiddels
tot adel benoemde Moretussen niet verstoren.
Niet alle boeken mochten worden verkocht. Aan de muur van de
winkel is een index (een lijst) opgehangen van de boeken die
verboden werden door de katholieke kerk. Plantijn drukte deze lijst
zelf in opdracht van de Spaanse hertog van Alva in 1569. Dit
exemplaar is het enige dat nog in postervorm bekend is. De lijst
bestaat uit drie alfabetisch geordende delen: auteurs van wie alle
werken verboden waren; auteurs van wie bepaalde teksten verboden
waren; verboden boeken door anonieme schrijvers. De laatste Index
werd uitgegeven in 1948!
Opdracht 11-De Index
A. Beschrijf hoe het ontstaan van de Index een direct gevolg was
van de uitvinding van de boekdrukkunst.
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
B. Noem drie redenen waarom de kerk bepaalde boeken verbood.
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
C. Verbind onderstaande namen met de beschrijvingen.
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
D. Welke van onderstaande namen stonden volgens jou op de Index
uit 1569. Geef aan waarom.
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
A. Calvijn
1. Deze Rotterdamse humanist uitte in de Lof der Zotheid kritiek
op geestelijken, pleitte voor tolerantie t.o.v. andere geloven,
maar sloot zich nooit aan bij de protestanten
B. Dante
2. Belangrijke protestantse hervormer tijdens de Reformatie die
zijn stellingen op de deur van een kerk spijkerde
C. Erasmus
3. Florentijns dichter, schrijver en humanist. Schreef de
beroemde Decamerone waarin geestelijken worden opgevoerd die
amoureuze relaties hebben
D. Boccaccio
4. Belangrijke Frans-Zwitserse protestantse hervormer tijdens de
Reformatie
E. Luther
5. Wiskundige en astronoom die stelde dat niet de aarde maar de
zon het middelpunt van ons heelal was
F. Copernicus
6. Italiaans schrijver en dichter, vooral bekend van de Divina
Commedia (‘De goddelijke komedie’)
Kopers betaalden met zilveren en/of gouden munten. Dikwijls was
er een stukje afgesneden en waren ze minder waard. Daarom werden de
munten gecontroleerd door ze op een weegschaaltje te wegen. Er
hoort dus een doosje met gewichtjes bij. Op elk gewichtje zie je de
afbeelding van een munt. De munt moest even zwaar zijn als het
gewichtje. In de boekwinkel werden vooral boeken aan particulieren
verkocht. De meeste boeken werden echter verkocht via een netwerk
van internationale boekhandelaars.
· Neem een kijkje in Zaal 5- De achterwinkel en Zaal 6 – Het
salon van de wandtapijten
· Zaal 7 en 8 slaan we in deze bundel over.
Zaal 9- De kamer van de proeflezers
Opdracht 12-Proeflezen
Op de grote tafel tegen het venster deden de proeflezers hun
werk.
A. Wat is ‘proeflezen’? (Misschien kan het schilderij je
helpen.)
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
B. Waarom staat de grote tafel juist op die plaats?
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
Zaal 10- Het kantoor
In dit privékantoor deden de eerste bedrijfsleiders hun
schrijfwerk (boekhouding en correspondentie) én bewaarden ze hun
liquide geldmiddelen (cash) in metalen koffertjes. De ruimte is
bekleed met Mechels goudleer.
Opdracht 13-Het kantoor
Waarom werden de ramen van deze kamer voorzien van tralies?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 11- De kamer van Justus Lipsius &
Zaal 12- De Humanistenkamer
Volgens de overlevering was dit de kamer waar de grote humanist
en huisvriend Justus Lipsius (1547-1606) proefdrukken van zijn
geschriften controleerde. Niet voor niets prijkt zijn beeld op de
binnenplaats. Het contact met zo’n grote geleerde was natuurlijk
goede reclame voor de drukkerij. Lipsius was een goede vriend van
Plantijn en Jan I Moretus. In de drukkerij werden nagenoeg al zijn
werken gedrukt. Het is één van de weinige kamers in de wereld die
volledig is bekleed met het kostbare 16de-eeuwse Spaanse
goudleer.
De mens staat centraal in het humanisme
In Italië kwam in de 14e eeuw ook het humanisme op, waarbij
schrijvers en geleerden bronnen uit de Oudheid gingen bestuderen.
Het humanisme verving het bovennatuurlijke verklaringsmodel van de
kerk door een concept waarin de mens centraal stond. ‘Humanitas’
betekent dan ook menselijkheid. Volgens de humanisten had de mens
een vrije wil waardoor hij geluk kon nastreven hier en nu, in
plaats van in de hemel na zijn dood. De rede werd belangrijker dan
het geloof. Dit was het begin van het moderne wereldbeeld.
In de middeleeuwen werden antieke teksten gekopieerd en
aangepast in handschriften. Humanisten waren nieuwsgierig naar de
oorspronkelijke teksten. Ze ontdekten kopieerfouten en hadden een
kritische houding ten opzichte van de teksten, maar ook ten
opzichte van hun eigen tijd, waarbij godsdienstvrijheid en
tolerantie opkwam. Het humanisme verspreidde zich over Europa in de
16e eeuw.
Hoewel het humanisme een intellectuele stroming was, hing het
nauw samen met de renaissance. Humanisten en kunstenaars deden in
feite hetzelfde: ze grepen terug naar de Klassieke bronnen, via
teksten en kunstwerken. Veel antieke bronnen waren bewaard gebleven
in het Oost-Romeinse Rijk. Toen Constantinopel in 1453 door de
Turken veroverd werd, vluchtten de Griekse geleerden naar Italië en
brachten het Westen opnieuw in contact met de klassieke
bronnen.
Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen
Justus Lipsius en zijn leerlingen
Boven de haard in de kamer van Justus Lipsius (zaal 11) bevindt
zich dit olieverfschilderij op doek, ook wel ‘De vier filosofen’
genoemd, een oude kopie naar het origineel van Peter Paul
Rubens.
Opdracht 14-Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen
A. Wat is je eerste indruk?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
B. Wat zie je precies?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………
C. Wat betekent het, denk je?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
D. Hoe weet je dat?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
E. Wat vind je er van?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 15-Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen- Who’s
who?
Het originele doek werd omstreeks 1614 door Rubens geschilderd
en wordt bewaard in het Palazzo Pitti te Florence.
Op de achtergrond: de stad Rome en een buste van Seneca met
daarbij vier tulpen in een vaas. Tulpen waren zeer zeldzaam in die
tijd en werden ingevoerd vanuit het Ottomaanse Rijk.
A. Uit welke onderdelen van het schilderij kun je afleiden dat
het hier om geleerde mannen gaat?
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
B. Hoe is de architectuur van het Oude Rome op de achtergrond en
de zuil een verwijzing naar het humanisme?
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
C. Hoe is de portretbuste van de filosoof Seneca een verwijzing
naar humanisme?
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
In zaal 11 hangt een schilderij waarop de filosoof Seneca in
zijn doodstrijd is weergegeven door Rubens (ca. 1615). Seneca werd
in 65 n. Chr. verdacht van een samenzwering en keizer Nero
verplichtte hem tot zelfdoding. Seneca onderging die met grote
waardigheid.
D. Wie geeft er in het schilderij ‘De vier filosofen’ ‘les’?
……………………………………………………………………………………………………
Geleerden werden vaak afgebeeld met een kledingstukken van
bont.
E. Als je nu de afbeelding van Justus Lipsius hiernaast bekijkt
welke van de mannen op het schilderij is dan Lipsius?
………………………………………………………………………
Justus Lipsius (1547-1606) was een Zuid-Nederlandse humanist,
geschiedschrijver, taalkundige en professor. De andere afgebeelde
mannen zijn:
· Jan Woverius (uiterst rechts), raadsheer van de aartshertogen
Albrecht en Isabella, opdrachtgever van het schilderij
· Filips Rubens (tweede van links), raadsheer van de stad
Antwerpen (de broer van de schilder)
· Peter Paul Rubens, de beroemde barokschilder (uiterst
links)
De namen van Justus Lipsius (Joost Lips) en Jan Woverius (Jan
van de Wouwer) zijn naar het Latijn vertaald. Alle afgebeelde
mannen hebben Italië, het land van de Klassieke Oudheid,
bezocht.
Op de voorgrond is Mopsus te zien, de hond van Lipsius. Alles is
doordrongen van wetenschap en humanisme. Zelfs de naam van Justus’
viervoeter verwijst naar een verhaal uit de Griekse mythologie!
F. Wat vind je van de leren muurbekleding?
……………………………………………………………………………………………………
Deze kunst van leerbewerking werd door de Arabieren meegebracht
naar Spanje. Op het leer bracht men o.a. een laagje zilver aan.
Daarna drukte men er figuren in. Vernis gaf aan het zilver een
gouden schijn.
Zaal 13- De Letterkamer
In deze unieke opslagplaats van de drukkerij worden nog
voorraden ongebruikte metalen letters bewaard in letterkasten.
Meer dan tien ton gegoten letters bleven nog bewaard. Zij zijn
in hun oorspronkelijke verpakking in de rekken opgeslagen.
Zaal 14- De drukkerij – Boekdrukkunst- Stilte na de storm
Bloed, zweet en inkt: De ambacht van het maken van een boek
Het is hier nu heel rustig. Maar in de 16de eeuw was hier volop
bedrijvigheid. Het drukken van een tekst op de boekdrukpersen was
zwaar werk. Zetters en drukkers maakten lange uren. In de drukkerij
werd tot in de 18de eeuw dagelijks zowat 14 uur gewerkt, van zes
uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds. De drukkerij werd in 1580
onder leiding van Christoffel Plantijn in gebruik genomen in deze
zuidvleugel.
De uitvinding van de boekdrukkunst
Oorspronkelijk werden alle teksten met de hand geschreven of
gekopieerd. Het verre Oosten ontdekte de drukmethode in de 8ste
eeuw. Rond 1450 drukt de Duitse goudsmid Gutenberg (ca. 1379-1468)
het eerste boek in Europa. In tegenstelling tot de blokdruk maakt
hij gebruik van aparte loden letters. Waarschijnlijk was de
uitvinding niet alleen het werk van Gutenberg, maar van
verschillende vernieuwers die met de techniek bezig waren. In de
19de eeuw ontwikkelde men een boekdrukpers die werd aangedreven
door stoom. Zo werd het drukken een industrieel proces.
Tegenwoordig worden boekdrukpersen aangedreven door elektriciteit.
Er is zelfs een 3D-printer uitgevonden. Daarmee kun je ontwerp dat
je op de computer hebt gemaakt in 3D afdrukken!
Voorbeeld van voorwerpen die zijn gedrukt met een
3D-printer.
Opdracht 16-De oudste drukpersen ter wereld
Vul de woorden in:[endnoteRef:2] [2:
http://en.wikipedia.org/wiki/File:Buchdrucker-1568.png (afbeelding
boekdrukkunst)]
De boekdrukpers werd uitgevonden (jaartal) ………………. door
…………………………………
Het meest vernieuwende was ……………………………………………………
Het gevolg was dat het drukken
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hedendaagse drukpersen zijn gemaakt uit metaal, roestvrij staal,
rubber, plastic, ..
De drukpersen van Plantin zijn gemaakt uit
……………………………………………………………………………………………………………... De drukpersen werden
in de 15de, 16de en 17de eeuw aangedreven met ……………………………
Tegenwoordig worden drukpersen aangedreven met
………………………………………(energiebron).
Drukkers en (letter)zetters maakten lange dagen. De arbeiders
werkten op stukloon. Dat wil zeggen dat ze betaald werden naar wat
ze produceerden. Daarom moesten ze zoveel mogelijk uren
kloppen.
Per werkdag moest een zetter één vorm kunnen klaarmaken. Hoeveel
bladzijden werden er gedrukt op één dag? Op één pers konden in het
geval van een ‘gewoon’ boek per dag 1250 vellen aan weerszijden
worden bedrukt. Daarvoor werkten de ambachtslieden zich wel in het
zweet; de drukker moest dagelijks 2500 drukbewegingen uitvoeren
waarbij hij werd bijgestaan door een helper!
In de 19de eeuw ontwikkelde men een boekdrukpers die werd
aangedreven door stoom. Zo werd het drukken een industrieel
proces.
In onze tijd kunnen we zelfs voorwerpen in 3D afdrukken, met een
3D-printer! Toch was de uitvinding van de boekdrukpers heel
revolutionair voor die tijd.
In de zestiende eeuw wordt de uitvinding van de boekdrukkunst
toegewezen aan twee verschillende personen. Volgens een legende
gaat op een middag in 1423 Laurens Jansz. Coster (1403-1483) met
zijn kleinkinderen in de Haarlemmerhout wandelen. Daar snijdt hij
voor de grap letters uit een stukje beukenbast. Hij laat ze
toevallig in het zand vallen. De afdruk op de grond brengt hem op
het idee van de losse letter, die hem tot de uitvinder van de
boekdrukkunst maakt.
Er bestaat echter veel twijfel of deze Laurens, koster van een
kerk, wel echt heeft bestaan. Zijn knecht Johann Gutenberg
(1398-1468) zou de letters gestolen hebben en daarna naar Mainz
gereisd zijn. Een leuk verhaal dat in Haarlem en heel Nederland nog
lang wordt gekoesterd. Tegenwoordig wordt Gutenberg, van origine
een goudsmid, algemeen aanvaard als uitvinder van de boekdrukkunst.
In tegenstelling tot de blokdruk maakt hij gebruik van aparte loden
letters. Deze belangrijke uitvinding maakt het drukken een
economisch voordelig proces van vermenigvuldiging, waardoor het
gewone volk op goedkopere wijze kan beschikken over boeken.
Geciteerd uit:
http://www.vlaamsekunstcollectie.be/nl/uitvinding_van_de_boekdrukkunst.aspx
Opdracht 17-De oudste drukpersen ter wereld
Verbind onderstaande letters met de juiste cijfers.
Onderdelen van een computer
Onderdelen van een boekdrukpers
a. Beeldscherm
b. Printer
c. Cartridge
d. Spellingcontrole
e. Een afbeelding toevoegen
f. Typen
1. Een gravure
2. Inkt
3. Proeflezer
4. Gedrukte vel papier
5. Pers
6. Letters zetten
DE GEGOTEN LETTER: Belangrijkste schakel in de boekdrukkunst is
de uitvinding van de losse metalen letter. Daar ging een heel
productieproces aan vooraf. De gegoten letters werden in
letterkasten gesorteerd en gebruikt door de letterzetters. Na de
uitvinding van de boekdrukkunst ontstonden al vlug verschillende
soorten lettertypes.
HET PAPIER: Perkament werd al twee eeuwen voor onze tijdrekening
door de Romeinen gebruikt en bleef in de Middeleeuwen de enige
schriftdrager tot het papier in de 12de eeuw zijn intrede deed.
De belangrijke vereiste voor de verspreiding van de typografie
was dat er voldoende papier verkrijgbaar was. Het papier is een
Chinese uitvinding. De fabricage van papier was vanaf de 14de eeuw
in Europa voldoende ingeburgerd. Men kon vanaf dan goedkoper
drukken op papier.
DE INKT: Er werden oorspronkelijk slechts twee kleuren gebruikt:
zwarte en rode inkt. Pas in de 19de eeuw kwamen industrieel
vervaardigde drukinkten op de markt.
Opdracht 18-De werktuigen in de drukkerij
Omcirkel om de afbeelding (kopergravure van T. Galle) welke 3
werktuigen je nu nog ziet in de drukkerij.
Bron: Hoogdrukatelier. Kopergravure van Filips Galle naar een
tekening van Stradanus (Jan van der Straet), c. 1589 - c. 1593.
(maakt deel uit van een reeks gravures met beroemde ontdekkingen
uit die tijd)
Opdracht 19-Zwoegen en zweten
Welke van onderstaande activiteiten zie je op afbeelding
hierboven (kopergravure van T. Galle)? Zet een kruisje in het
schema hieronder. Omcirkel de activiteiten op de afbeelding en zet
het juiste nummer erbij (zie schema).
Nr.
Activiteit
Op afbeelding te zien
1
De lettergieters gieten de letters
x
2
De knechten zetten de letters (de opeenvolgende regels werden
bijeengebracht op een stevig houten bord waardoor er geleidelijk
een kolom of pagina tot stand kwam. Eén zetsel telde een aantal
pagina’s. Letters moesten na gebruik weer gesorteerd worden in de
letterkast)
3
De drukkers drukken als volgt: (proefdruk)
· Het op de pers vastgezette zetsel werd geïnkt met een tampon
(de halfronde bollen die je bij de persen ziet)
4
Het drukken van de tekst met de boekdrukpers door de inkt op het
papier te drukken: het lichtjes bevochtigde papier werd vastgeklemd
tussen het frisket en het timpaan en met een plotselinge beweging
in contact gebracht met het geïnkte zetsel
5
De drukker maakte het bedrukte papier los en hing dit te
drogen
6
Proeflezen (door de proeflezers)
7
Opnieuw drukken na het proeflezen (tweede versie)
x
8
Tweede proeflezing
x
9
Drukken van de definitieve versie
x
10
Drogen van de gedrukte vellen
x
11
Voor de achterkant van het papier (de versozijde) werd dit
proces herhaald (met een ander zetsel).
x
Opdracht 20- Het drukproces
Zet bovenstaande handelingen uit het productieproces van het
drukken van een tekst met een boekdrukpers in de juiste
volgorde.
Het drukproces:
A. Opnieuw drukken na het proeflezen (tweede versie)
B. De knechten zetten de letters
C. Tweede proeflezing
D. Drukken van de definitieve versie
E. Het op de pers vastgezette zetsel werd geïnkt met een tampon
(dat zijn de halfronde bollen die je bij de persen ziet)
F. Voor de achterkant van het papier (de versozijde) werd dit
proces herhaald (met een ander zetsel)
G. De lettergieters gieten de letters
H. Drogen van de gedrukte vellen (definitieve versie)
I. De drukker maakte het bedrukte papier los en hing dit te
drogen
J. Het drukken van de tekst met de boekdrukpers door de inkt op
het papier te drukken: het lichtjes bevochtigde papier werd
vastgeklemd tussen het frisket en het timpaan en met een
plotselinge beweging in contact gebracht met het geïnkte zetsel
K. Proeflezen (door de proeflezers)
Opdracht 21-De boekdrukkunst en het internet
A. Welke gevolgen had de verspreiding van de boekdrukkunst voor
de wetenschap? Leg in je eigen woorden uit en leg uit waarom.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Wat is het verband tussen de uitvinding van de boekdrukkunst
in de 15de eeuw en de ‘uitvinding’ van internet in de 20ste
eeuw?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Via gang en trapzaal ga je naar de bovenverdieping. Bovenaan de
trap ga je links.
1E VERDIEPING
Zaal 14 bis- De Gutenbergzaal
In deze zaal vind je de Gutenbergbijbel. Deze bijbel is het
eerste mechanisch gedrukte boek. Qua vorm lijkt het nog erg op een
handgeschreven manuscript. Deze bijbel werd rond 1461 gedrukt
waarschijnlijk onder leiding van Gutenberg zelf of één van zijn
medewerkers. Het is een bijzonder object, omdat het stamt uit de
begintijd van de uitvinding van de boekdrukpers. De bijbel telt 36
regels per kolom, vandaar de naam '36-regelige Gutenbergbijbel'.
Het is de tweede bijbel die in Europa werd gedrukt. Verder is het
oudste gedrukte werk in een Belgische instelling. Op heel de wereld
bestaan nog maar 14 exemplaren van deze bijbel en in België is het
enige het exemplaar in Museum Plantin-Moretus. Het is dus een
kostbare schat!
Opdracht 22-De Gutenbergbijbel
Bekijk de Gutenbergbijbel. Geef twee overeenkomsten met een
handgeschreven tekst.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 15- De Plantijnse zaal
In deze kamer wordt het leven geschetst van Christoffel Plantijn
aan de hand van drukken en documenten uit het bedrijfsarchief.
Aan de muur hangt een portret van Plantijn naar levend model
door een 16de-eeuwse anonieme meester. In de toonkasten een
overzicht van de carrière van Plantijn met onder andere zijn eerste
druk uit 1555, een werkje van Giovanni Michel Bruto over de
opvoeding van jonge meisjes, La institutione di una fanciulla nata
nobilmente. L'institution d'une fille de noble maison.
In de andere toonkasten zijn enkele wetenschappelijke en
liturgische edities te zien. De handgeschreven catalogus van
Plantijns edities werd in 1580 samengesteld door Jan I Moretus als
nieuwjaarsgeschenk voor zijn schoonvader.
Opdracht 23- De drukkerij: een centrum van kennis
Hieronder zie je een aantal afbeeldingen van boeken die in deze
drukkerij onder Christoffel Plantijn gedrukt werden.[endnoteRef:3]
[3:
http://search.museumplantinmoretus.be/Details/collect/283074http://doc.anet.ua.ac.be/docman/docman.phtml?file=.mpmpreciosa.9659cf.s0005.jpghttp://www.flandrica.be/flandrica-production/shared/archive/files/1118447_w800.jpg]
A. Verbind de cijfers met de letters.
1 2 3
a.Luxe editie van de Latijnse bijbel met vele illustraties
gepubliceerd in 1583
b. Vivae imagines corporis humani van de Spaanse arts Juan
Valverda. Dat werk verscheen voor het eerst in 1566 en is
geïllustreerd met gravures gebaseerd op de houtsneden uit het
anatomisch werk van Andreas Vesalius.
c.Het eerste woordenboek van de Nederlandse taal (1573)
B. Wat voor soort werken werden hier dus gedrukt?
Geneeskundige, letterkundige (woordenboeken) en religieuze.
Onder Plantijn werden verschillende typen publicaties
gedrukt:
· meer dan 33% godsdienstige werken: bijbels, misboeken,
religieuze zangboeken…
· meer dan 35% humanistische werken: klassieke en neo-Latijnse
werken, grammatica’s, woordenboeken, menswetenschappen,
fabelboeken, emblematabundels (met kleine afbeeldingen met daarbij
een korte spreuk van een spreekwoord of gedicht) …
· meer dan 7% wetenschappelijke werken: cartografie,
geneeskunde, astronomie, natuurwetenschappen, plantkunde…
Plantijn was de belangrijkste drukker van het humanisme en de
wetenschappen uit zijn tijd. Hij bereikte met zijn boeken de hele
wereld: geleerden in Europa, de Spaanse koloniën in o.a. in
Zuid-Amerika, Noord-Afrika en het Nabije Oosten..
C. Hieronder zie je een fragment uit de Schat der Neder-duytser
Spraken. Vul aan:
Het ……………………………..woord werd in het ……………………….en
…………………………vertaald.
Fragment uit het woordenboek
Zaal 16 – Neem een kijkje in het 18de-eeuwse leeskabinet
Zaal 17- De kleine bibliotheek
Hier bevindt zich een klein deel van de bibliotheek die in de
loop van vier eeuwen verzamelen werd opgebouwd. Plantijn en zijn
opvolgers, de Moretussen, waren fervente boekenverzamelaars.
Opdracht 24-De Polyglotbijbel
Zoek de Biblia Polyglotta (ook Biblia Regia genoemd) op in de
zaal.
Bekijk de bijbel goed. Hieronder staan stellingen over deze
bijbel. Wat vind jij?
1.Vier monniken werkten tien jaar aan dit boek
2.Dit is een boek uit The Lord of the Rings
3.Op deze twee bladzijden staat 6 keer hetzelfde verhaal
4.Dit boek werd gedrukt op het vel van 8000 dode dieren.
5.Dit boek was een verboden boek
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Plantijn heeft alle moeite gedaan om de opdracht voor de
Polyglotbijbel te krijgen. Ten eerste wenste hij als drukker iets
groots te realiseren en ten tweede wilde hij met deze publicatie
zijn genegenheid voor de katholieke kerk en voor Filips II
benadrukken. Dat laatste was zeker nodig: drie van zijn vennoten
(aandeelhouders) hadden zich bij de Beeldenstorm in 1566
gemanifesteerd als calvinisten en hadden begin 1567 de wijk genomen
naar het Duitse Rijk. Daarbij kwam nog dat Plantijn onder druk van
zijn calvinistische partners eind 1566 te Vianen (Utrecht) een
anti-Spaanse drukkerij had helpen opzetten, een daad van
hoogverraad. Dit terwijl Filips II in 1567 de hertog van Alva naar
de Nederlanden had gestuurd om de rebellie te bedwingen.
Opdracht 25-Plantijn verdacht van ketterij
A. Noem twee redenen waarom Plantijn veel moeite deed om deze
opdracht te krijgen?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Waarom was het vanuit religieus standpunt belangrijk dat
Plantijn dit werk uitgaf? Leg uit. Noem drie redenen.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 18-De Moretuszaal
In deze zaal zie je een overzicht van meer dan twee eeuwen
drukken en uitgeven door de Moretussen. Jan I Moretus verlegde het
accent steeds meer naar de vormgeving en illustraties van de boeken
die men drukte. Aan de muur hangen portretten van een aantal leden
van de familie.
Na 1585 (Val van Antwerpen) was Antwerpen in handen van de
katholiekgezinde Spaanse heersers. Vanaf het einde van 16de eeuw
worden er steeds meer religieuze werken gedrukt. Jan I Moretus
wordt dé drukker van de jezuïeten, de orde bij uitstek van de
Contrareformatie.
Zaal 19-De Rubenszaal
Deze zaal is gewijd aan de grootmeester van de Zuid-Nederlandse
barok, Peter Paul Rubens (1577-1640). Hij was een boezemvriend van
Balthasar I Moretus.
In de toonkasten voorbeelden van Rubens’ activiteit als
boekillustrator. Vooral voor het titelblad ontwierp hij een nieuwe
stijl naar de richtlijnen van Balthasar I Moretus. Samen zijn zij
de vormbepalers geworden van het Antwerpse barokboek.
In de 16de eeuw waren de titelbladen van de boeken hoofdzakelijk
decoratief en nauwelijks gerelateerd aan de tekst. Rubens en
Balthasar I Moretus hebben hier verandering in gebracht: in de
titelpagina werden voortaan vormgeving en inhoud van het boek op
elkaar afgestemd, dikwijls door het gebruik van allegorische
voorstellingen. Een allegorie is een voorstelling waarbij abstracte
begrippen, zoals welvaart, rechtvaardigheid, moed enz., voorgesteld
a.d.h.v. figuren, vaak uit de Grieks-Romeinse mythologie.
Door de Val van Antwerpen in 1585, waarbij Antwerpen door de
Spanjaarden werd heroverd op de opstandelingen uit de Noordelijke
Nederlanden, was Antwerpen niet langer het wereldcentrum van de
boekdrukkunst. Toch zette de bloei van de drukkerij van de
Moretussen nog even voort doordat zij religieuze werken uitgaven
voor de Contrareformatie. In de Contrareformatie zette de
katholieke kerk zich weer op de kaart na de Reformatie waarbij o.a.
Luther de katholieke kerk wilde hervormen. Vormgeving werd
belangrijker en dat is te zien aan het barokboek dat Balthasar I
Moretus samen met Rubens ontwierp.
Opdracht 26- Van idee tot gravure
Bekijk in de vitrinekasten de ontwerptekening van de titelpagina
door Rubens. Zie hoe een geschreven ontwerp (met pen) een gedrukt
en geïllustreerd titelblad wordt.
Opdracht 27-Het ontwerp van een barokboek
Bekijk de ontwerptekening voor de titelpagina voor het boek dat
geschreven werd door Justus Lipsius met als titel ‘Opera Omnia’
(Alle werken of Verzamelde Werken) dat werd uitgegeven door
Balthasar I Moretus in Antwerpen in 1637.
A. Welke zaal in het museum verwijst naar de auteur van het boek
dat hier tentoongesteld is?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Wat zegt de titelpagina over de inhoud van het boek?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
C. Wat vind je ervan dat Rubens en geleerden als Justus Lipsius
‘kind aan huis’ waren bij de Moretussen (de eigenaren van de
drukkerij en de bewoners van dit pand)?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
D. Zoek in deze zaal de ontwerptekeningen en de uiteindelijke
versie van het Breviarum Romanum (1614) op. Beschrijf hoe het
ontwerpen van een titelpagina verliep. Welke stadia waren er?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 28-Ontwerp zelf je eigen titelpagina!
Ontwerp zelf een titelpagina voor jouw eigen
lievelingsboek/film/videospel. Je kunt in het museum een schets
maken en het ontwerp verder uitwerken op school. Je kunt het met de
hand uitwerken of met de computer.
Zaal 20- De zaal van de Antwerpse drukkers
In 1481 werd het eerste Antwerpse boek gedrukt. De 16de eeuw was
de gouden eeuw voor de typografie in Antwerpen. Tijdens de 17de
eeuw bleven de Antwerpse drukkers hun wereldfaam handhaven. De 18de
eeuw was een periode van middelmatigheid en verval. In deze zaal
zie je werken van Antwerpse drukkers.
Gazet de Nieuwe Tijdinghe
Een van die drukkers was Abraham Verhoeven (1575-1652). Deze
Antwerpenaar bracht vanaf 1605 zijn Nieuwe Tijdinghe in omloop. Hij
kreeg van de aartshertogen Albrecht en Isabella het privilege om
verslag te mogen uitbrengen over de oorlog tegen de Verenigde
Provinciën (de Noordelijke Nederlanden). Aanvankelijk verscheen
zijn blad onregelmatig, maar na 1620 groeide het uit tot het eerste
periodieke nieuwsblad in de Zuidelijke Nederlanden. Het was ook één
van de eerste nieuwsbladen in Europa. Verhoeven was de eerste die
illustraties gebruikte in kranten.
Opdracht 29-Een krant uit de 17de eeuw
A. Op welke twee punten was de Nieuwe Tijdinghe vernieuwend?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Vergelijk onderstaand krantenartikel (p. 37) afkomstig van
www.deredactie.be met de Nieuwe Tijdinghe.[endnoteRef:4] Beschrijf
de verschillen en overeenkomsten? [4:
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Storyline-CAR-centraalafrikaanserepubliek]
De Nieuwe Tijdinghe uitgegeven door Abraham Verhoeven in de 17de
eeuw
Krantenknipsel van www.deredactie.be ‘Zeker acht burgers gedood
bij aanval in CAR’ (Centraal Afrikaanse Republiek)
Verschillen
Overeenkomsten
Onder:
Krantenartikel van de website
www.deredactie.be
Links: Titelblad van het nummer van de Nieuwe Tijdinghen van
Abr. Verhoeven, waarin het verslag voorkomt over Oldenbarnevelt's
halsrechting.
Opdracht 30-Een krant uit de 17de eeuw
A. Bedenk drie titels van krantenartikelen die in de 17de eeuw
in Antwerpen in deze krant stonden.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Bedenk drie titels die in onze tijd in de Gazet van Antwerpen
kunnen staan.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 31-Maak zelf een krant!
Maak zelf een (voorblad van een) krant waarin je de
gebeurtenissen in de 16de eeuw in Antwerpen OF de gebeurtenissen
van nu in jouw school/buurt/straat/familie/vriendengroep
beschrijft. Je kunt werken met het volgende programma:
http://www.zelfkrantmaken.be/
Zaal 21- Het 17de-18de-eeuwse salon
In dit salon, oorspronkelijk ingericht als bibliotheek, kunnen
we de luxueuze en adellijke levensstijl van de Moretussen in de
late 17de een 18de eeuw goed zien.
Opdracht 32- Een luxe stadswoning
Noem vijf dingen die je in deze kamer ziet waaraan je nu nog
kunt merken dat de Moretussen luxueus leefden.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 33- Schrijf je eigen verhaal!
Schrijf een gedicht of kort verhaal over de luxueuze levensstijl
van de Moretussen (dat zich afspeelt in deze kamer).
Opdracht 34-Het dubbelinstrument
A. Bekijk het muziekinstrument in deze zaal goed. Wat zie
je?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Waarom is het bijzonder?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 22-De archiefkamer
158 meter: dat is de omvang van het Plantijn-Moretusarchief, het
enige in de wereld dat de boekdrukkunst documenteert sinds de tijd
van Gutenberg.
Het archief van Plantijn en Moretussen werd op 4 september 2001
door de Unesco opgenomen in het ‘Memory of the World’-register. Het
bevat namelijk waardevolle informatie uit de eeuwen tussen ca. 1563
tot 1865.
Opdracht 35- Een papieren goudmijn
In het archief zijn de boekhoudkundige de volgende documenten te
vinden:
· Boekhoudkundige journalen
· Kasboeken
· Catalogi
· Rekeningen
· Inventarissen
· Brieven
· Huwelijkscontracten
· Testamenten
· Meer persoonlijke documenten
van familiaal-huishoudelijke aard
A. Bekijk de informatie in bovenstaande kolommen. Welke twee
soorten informatie kun je dus in het Plantijn-Moretusarchief
vinden?
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
In de toonkasten vind je een selectie uit het unieke archief van
Plantijn en de Moretussen, de belangrijkste bron voor de
boekgeschiedenis van de vroegmoderne tijd en voor de geschiedenis
van het Plantijnse Huis. Het is eveneens een belangrijke bron voor
het sociaal-economische en culturele leven in de Zuidelijke
Nederlanden vanaf het midden van de 16de eeuw.
B. Bekijk de documenten in de toonkasten in de archiefkamer.
Beschrijf van twee documenten wie ze geschreven heeft, waarover ze
gaan en wanneer ze opgesteld zijn.
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………
Zaal 23- De aardrijkskundezaal
In deze zaal zijn werken te zien van de internationaal
belangrijkste cartografen uit de 16de eeuw zoals Gerard Mercator en
Abraham Ortelius met onder meer de eerste atlas uit de
geschiedenis.
Ontdekkingsreizen en geleerden
De wereld werd ook groter, dankzij de ontdekkingsreizen. In 1492
zette Columbus koers naar Amerika. Het middeleeuws denkpatroon werd
doorbroken en geleerden als Erasmus, Thomas More, Justus Lipsius,
Copernicus, Galiliei e.a. legden de basis voor het hedendaagse
denken de moderne wetenschap. De geest van vernieuwing en kritisch
denken beroerde ook het godsdienstig leven van die tijd en mondde
uit in de Reformatie en Contrareformatie.
Opdracht 36-De wereld in kaart
Vergelijk de (eerste) kaart van Vlaanderen door Mercator
(Leuven, 1540) met onderstaande kaarten van Vlaanderen. Noem ten
minste vijf verschillen.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Kaart van het Graafschap Vlaanderen in de tweede helft van de
14de eeuw
Opdracht 37-De wereld in kaart
A. Globe
Op het eerste zicht staat er rechts in deze kamer een wereldbol.
Maar kijk eens goed. Wat wordt er in werkelijkheid op
afgebeeld?
…………………………………………………………………………………………………………………
De globes zijn zeer zeldzaam en zijn van rond 1650. Ze komen uit
het atelier van de Van Langrens, die toen de beste cartografen
voorbracht.
B. Ortelius: de maker van de eerste atlas
Aan de hand van de beste zee- en landkaarten uit die tijd
creëerde de Antwerpenaar Abraham Ortelius (1527 -1598) de
allereerste atlas uit de geschiedenis. De titel is
…………………………………………………………………………… (= Het schouwtoneel van de wereld).
De eerste uitgave verscheen in 1570. Deze uitgave verscheen in
1587.
De teksten van de eerste uitgaven van de atlas werden gedrukt
door Gillis I Coppens van Diest. Plantijn drukte de atlas vanaf
1579, maar steeds met Ortelius als uitgever.
Deze atlas was samengesteld uit een verzameling van kaarten van
verschillende cartografen, die een verschillende schaal hanteerden.
Ortelius kwam op het idee om die zee- en landkaarten te laten
graveren op gelijk formaat om ze zo in één band samen te brengen.
De atlas werd een wereldprimeur en kende een groot succes: 42
uitgaven tussen 1570 en 1612. Vanaf 1577 verscheen de pocketversie
van deze atlas: de eerste moderne zakatlas uit de geschiedenis.
Bekijk de atlas van Ortelius goed. Welk gebied is er
afgebeeld?
…………………………………………………………………………………………………………………
C. Mercator: de wereld in (zak)formaat
Een oudere tijdgenoot van Ortelius was Gerard De Cremer
(1512-1594) die zijn familienaam verlatijnste tot Mercator
(handelaar of ‘kramer’).
Van Mercator zien we hier de eerste kaart van het graafschap
Vlaanderen (Leuven 1540). Mercator was een zeer belangrijke
cartograaf.
Verder zien we in deze zaal het wereldbefaamde hoofdwerk van
Mercator: zijn Atlas sive Cosmographicae Meditationes de Fabrica
Mundi (Atlas of kosmografische beschouwingen over de wereld). In
tegenstelling tot Ortelius ontwierp Mercator zélf de kaarten voor
zijn Atlas. Mercator was de bedenker van de term ‘atlas’: een
verzameling kaarten van eenzelfde formaat en samengebracht in één
band. De term is afkomstig uit de Grieks-Romeinse mythologie.
Welke gebieden zijn afgebeeld op de bladzijden die openliggen
van de Atlas van Mercator?
Zie museum.
Opdracht 38-De wereld van Plantijn
A.Wat was in de tijd waarin Plantijn, Mercator en Rubens leefden
de taal voor het onderwijs, de wetenschap en de kerk?
…………………………………………………………………………………………………………………
B.Zoek op wie Atlas was in de Grieks-Romeinse mythologie.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 39–De kaart van Antwerpen door Boloniensis
Bekijk de plattegrond van Antwerpen op de volgende
bladzijde.[endnoteRef:5] Dit stadsplan werd gemaakt door Virgilius
Boloniensis in 1565. Dit stadsplan van Antwerpen in vogelvlucht is
één van de topstukken van het museum. De waterputten zijn met blauw
aangeduid. [5: Bron:
http://users.telenet.be/historysite/images/1565_bonon_put-beeld_small.jpg]
A. Duid aan waar de drukkerij van Plantin (het huidige museum)
zich bevindt op de kaart.
B. Duid ook de kathedraal aan.
C. Wat zijn de driehoekige vormen aan de buitenkant van de
stadspoort? Waarvoor dienden deze?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 40- Land in zicht!
Hoe laten de kaarten in de Aardrijkskundezaal de ontwikkelingen
in het humanisme en de ontdekkingsreizen zien?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Bron 1: Gps-systeem in een auto.[endnoteRef:6] [6: Bron:
Wikipedia Commons, auteur: Paul Vlaar, 16 juli 2004,
http://www.neep.net/photo/japan/show.php?8266]
Bron 2: Hemelglobe, Arnoldus Florentius a Langren, (Van
Langren-dynastie), uitgevoerd tussen 1644 en 1675.
Bron 3: Gps-satelliet[endnoteRef:7] [7: Bron: Wikipedia Commons.
]
Bron 4: Logo van Google Maps
Bron 5: Abraham Ortelius, Theatrum orbis terrarum, 1587
Opdracht 41- Van Mercator tot Google Maps
Bekijk bovenstaande bronnen 1 tot 5. Beschrijf welke
veranderingen zich hebben voorgedaan in de cartografie tussen de
16de eeuw en onze tijd. Gebruik de (beschrijving van de) bronnen in
je antwoord.
Gebruik ook de woorden
kaarten-globes-ontdekkingsreizen-humanisme- uitvinding
boekdrukpers–drukken werd in de 19de eeuw een industrieel proces-
beschikbaarheid van de kaarten en globes voor een groter publiek-
technologische uitvindingen-navigatie.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 24- De zaal van de Europese drukken
In deze zaal zie je de werken van de belangrijkste
drukkersfamilies uit Europa (15de-18de eeuw).
Zaal 25 & 26- Het kleine salon en de slaapkamer
In het kleine salon hangt het portret van Edward Moretus de
laatste eigenaar van het Plantijnse huis. In de slaapkamer van
Balthasar I Moretus staat een hemelbed gesneden uit eikenhout. Dit
monumentaal eiken hemelbed in 17de-eeuwse barokstijl is
rijkversierd met snijwerk. Het bedlinnen ziet eruit zoals het er
vroeger uitzag.
Opdracht 42- Een nogal vreemd bed
Wat valt je op aan het hemelbed in de slaapkamer (zaal 26)?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 43 - Wat zou jij dromen als je in dit bed zou
slapen?
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 27- De zaal van de boekillustratie
De boeken die hier in de drukkerij werden uitgegeven werden
voorzien van illustraties. Voor het illustreren van boeken werden
in de opeenvolgende eeuwen verschillende technieken ontwikkeld.
Vanaf de 14de eeuw gebruikte men de houtsnede en de hoogdruk,
vervolgens de kopergravure en diepdruk (15de eeuw); en de
lithografie (eind 18de eeuw). Vanaf het einde van de 19de eeuw
worden boeken geïllustreerd met foto’s.
Opdracht 44- Hoogdruk en diepdruk
A. Leg met je eigen woorden uit wat hoogdruk is.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
B. Leg met je eigen woorden uit wat diepdruk is.
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………
· Zaal 28- slaan we over
Zaal 29 & 30- De werkplaats van de gieterij en de
lettergieterij
Stempelen, slaan en gieten. Of hoe een letter tot stand komt
Lettergieten begint met het maken van een stalen stempel. De
ontwerper-graveur snijdt bovenaan op een staafje in reliëf een
letter, cijfer, deelteken, muzieknoot enz. Vervolgens wordt de
stempel in een blokje zacht koper geslagen, waardoor er een indruk
van het stempelbeeld tot stand komt; de matrijs. De matrijs wordt
in een gietvorm geklemd en in de opening daarvan wordt met een
gietlepel een metaalmengsel gegoten dat uit lood bestaat en in een
oven wordt gesmolten. Het resultaat: een loden blokje met aan één
zijde het (letter)teken in spiegelschrift. Met één matrijs kan je
tienduizenden letters gieten.
Zaal 31 & 32- De grote en de kleine bibliotheek
De bibliotheek bestaat uit de grote en de kleine bibliotheek.
Deze bibliotheek werd in 1640 door Balthasar I Moretus ingericht
voor zijn privé collectie. De bibliotheek is vandaag nog altijd zo
ingericht zoals een rijke, humanistische, 17de-eeuwse
privébibliotheek. Daarnaast was er ook nog een uitgebreide
bibliotheek van de proeflezers. Deze grote bibliotheek deed ook een
tijd dienst als huiskapel. De bibliotheek wordt nog altijd
uitgebreid doordat het museum handschriften en oude gedrukte werken
aankoopt. De bustes in de grote bibliotheek laten beroemde personen
zien zodat men tijdens het lezen de auteurs van de boeken voor zich
kon zien. De houten bustes op de lezenaars stellen heiligen en
pausen voor. De witte plaasteren bustes op de boekenrekken tonen de
hoofden van Griekse en Romeinse geleerden en keizers.
Opdracht 45-Een verzamelplaats voor knappe koppen
A. Waaraan kan je zien dat de ‘grote’ bibliotheek dienst deed
als huiskapel?
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
B. Waaraan kun je zien dat de Moretussen een open blik op de
wereld hadden?
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
C. Plantijn kocht veel handschriften en gedrukte boeken van
concurrenten en vrienden (bv. handschriften, bijbeledities, boeken
van Griekse en Romeinse auteurs en woordenboeken). Op welke manier
kon Plantijn deze gebruiken voor zijn uitgeverij?
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
D. Waarom waren de boeken die Plantijn aankocht voor zijn
‘werkbibliotheek’ handig voor proeflezers en geleerden?
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………Welke boeken zullen er
volgens jou vooral in de bibliotheek zijn als je let op de
oorspronkelijke functie van dit gebouw?
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
E. Als je kijkt naar wat we gezien he