Invulbundel Quick Tour (voorbeeldtour voor 4 aso)
Museum Plantin-Moretus – Opdrachtenblad voor leerlingen
Invulbundel Museum Plantin-Moretus
Naam:
Klas:
Een museum als tijdmachine?!
Een drukkerij van wereldformaat
Wat hier te zien is, is echt bijzonder. Als je in de drukkerij,
en vooral in de werkkamers aan de achterzijde van de binnenplaats
loopt is het net alsof je je in de 16de eeuw bevindt en het
personeel even een middagpauze heeft genomen. Museum
Plantin-Moretus wordt niet alleen drukbezocht door iedereen die een
uitgesproken belangstelling heeft voor de geschiedenis van de
boekdrukkunst. De woning waar de families Plantijn en Moretus
verbleven en werkten, is ook één van de mooiste en best bewaarde
patriciërhuizen van Antwerpen. Het verleden van de drukkerij en
vooral de opmerkelijke staat waarin dat verleden nog steeds bezocht
kan worden, zijn zonder meer uniek.
Een kenniscentrum
De oprichter van de drukkerij ‘De Gulden Passer’ was Christoffel
Plantijn (1555-1589). Hij was van eenvoudige komaf. Hij werd
geboren in Frankrijk, maar in 1549 week hij uit naar Antwerpen waar
hij als boekbinder actief was. Door een spijtig ongeval (Plantijn
werd overvallen op de Meir en zijn schouder met zwaard doorboord…)
was hij genoodzaakt over te schakelen op het drukken.
300 jaar familiebedrijf
Als gewiekste zakenman die kwaliteitsdrukwerk leverde, werd
Plantijn de belangrijkste drukker-uitgever van het Europa van zijn
tijd. In de bloeiperiode had hij niet minder dan zestien
boekdrukpersen in werking. De drukkerij was de modernste en
grootste drukkerij van dat ogenblik maar ook een kenniscentrum dat
instond voor de verspreiding van nieuwe inzichten en ideeën.
Plantijn, die (in het geheim) protestantse sympathieën had moest
zorgen dat hij zich tijdens de Spaans-katholieke overheersing
profileerde als overtuigd katholiek. Dit deed hij door het uitgeven
van katholieke werken in opdracht van Filips II.
De Officina Plantiniana was in de 16de eeuw de grootste
typografische onderneming van Europa. Plantijn werd opgevolgd door
zijn schoonzoon Jan I Moretus. Vele Moretussen volgen hierna als
zaakvoerders van de drukkerij. Ook in de 17de en 18de eeuw bleef
Plantin-Moretus een naam met faam. Het woonhuis dat verbonden was
aan de drukkerij werd versierd met schilderijen en luxe
kunstvoorwerpen en meubelstukken. In het museum kun je zien hoe
patriciërs in de 16de, 17de en 18de eeuw woonden.
Van drukkerij naar museum
De drukkerij-uitgeverij-boekhandel op de Vrijdagsmarkt bleef
precies drie eeuwen in werking; van 1576 tot 1876. In de 18de eeuw
hield de familie zich steeds minder bezig met de drukkerij. Ze
werden rijk door huwelijken en beleggingen en konden rentenieren.
De drukkerij werd niet aangepast aan het industriële tijdperk,
waardoor ze geen concurrent was voor andere ondernemingen. In 1866
verschijnt het laatste boek. Het Museum Plantin-Moretus opent in
1877 zijn deuren.
De drukkerij en het woonhuis zijn uniek in de wereld; nergens
vind je nog een drukkerij uit de renaissance die volledig intact
is. Daarom staat Museum Plantin-Moretus ook op de
Unesco-werelderfgoedlijst, naast de piramiden van Gizeh, de
Akropolis in Athene en de Taj Mahal in India. Het is trouwens een
wonder dat dit gebouw nog overeind staat. De huizen aan de
Vrijdagmarkt werden namelijk door een verdwaalde V-Bom in de Tweede
Wereldoorlog voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt. Maar
het museum heeft het overleefd!
Neem zelf maar een kijkje en treed binnen in de 16de eeuw…
DEEL A: Voorbereidende opdrachten op school> zie bundel
DEEL B: Opdrachten in het museum
De voorgevel
De drukkerij van de familie Plantin-Moretus aan de Vrijdagsmarkt
kreeg in de 18de eeuw een klassieke Franse voorgevel in
classicistische stijl.
Opdracht 1-De voorgevel
Schild boven de toegangspoort:
a. Schrijf de Latijnse tekst op. Het is Plantijns
bedrijfslogo.
……………………………………………………………………………………………………………..
b. Wat betekent de Latijnse tekst?
……………………………………………………………………………………………………………..
· Zaal 1- Het Kleine salon
Plantijn en zijn zoon Jan I Moretus investeerden al hun kapitaal
in het bedrijf. Pas met Balthasar I Moretus (1574-1641) kwam daar
verandering in. Hij bouwde het bescheiden Plantijnse Huis uit tot
een schitterende patriciërswoning. De architectuur en het rijk
versierde interieur moesten de welstand van de familie uitdrukken.
Balthasar I gaf de opdracht voor het bouwen van drie pronkkamers
die werden gebouwd tussen 1620 en 1622 (zaal 1, 2 en 3). Het kleine
salon is de eerste van drie zogenaamde pronkkamers uit de 17de
eeuw.
(Gouden Eeuw van AntwerpenAl in de 16de eeuw was Antwerpen een
stad van Europees formaat. De havenstad aan de Schelde was rond
1550 het belangrijkste handelscentrum én de grootste stad ten
noorden van de Alpen. Er leefden ca. 100.000 mensen. Het Antwerpen
waar Christoffel Plantijn kwam wonen was in de eerste helft van de
16de eeuw de draaischijf van internationale handel; een knooppunt
van Engelse, Portugese, Duitse, Italiaanse en Spaanse
handelslijnen. Antwerpen was niet alleen de grootste warenmarkt van
Europa, maar tevens de grootste geldmarkt. Intellectuelen,
handelaars en kunstenaars voelden zich dan ook aangetrokken tot de
bloeiende Scheldestad. Geen wonder dat Plantijn naar Antwerpen
kwam!)
Links: Huizen op de Grote Markt in Antwerpen.[endnoteRef:1] [1:
]
Rechts: Frans Francken II (Antwerpen 1581-1642), Het
schilderijenkabinet ‘van Sebastiaan Leerse’.
Zaal 2- Het grote salon
Balthasar I begon met het verzamelen van schilderijen. De
beroemde barokschilder Peter Paul Rubens (1577-1640) portretteerde
familieleden en goede vrienden van Balthasar I. De opdrachtgevers
van Rubens waren vorsten, religieuze ordes en rijke burgers.
Tijdens de renaissance werd de portretkunst zeer belangrijk. Voor
het eerst in de geschiedenis konden ook ánderen dan vorsten zich
laten vereeuwigen op het doek. Rijke burgers konden laten zien hoe
belangrijk en succesvol ze waren. Het individu mocht op de
voorgrond treden en dat is ook te zien op de portretten.
(Peter Paul Rubens)
Opdracht 2-Het portret van Plantijn
Het portret van Christoffel Plantijn door P.P. Rubens, 1612-1616
(zie hiernaast).
Rubens baseerde zich voor dit portret op een 16de-eeuws
schilderij.
Hoe is Plantijn gekleed?
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………
Kunstkabinet:
Rechts van de haard in zaal 2 staat een 17de-eeuws kunstkabinet.
Een kunstkabinet (of rariteitenkabinet) is een luxemeubel waarin je
waardepapieren en kleine waardevolle voorwerpen kunt bewaren:
juwelen, munten, textiel, (exotische) schelpen, planten, stenen,
opgezette dieren… Zowel de wonderen van de natuur als kostbare
kunstvoorwerpen die door mensen werden gemaakt werden erin
opgeborgen. Daarom beschikten ze niet zelden over geheime laden en
dubbele bodems. Kunstkabinetten waren tot een eind in de 17de eeuw
een befaamd Antwerps product, dat massaal werd geëxporteerd.
Opdracht 3- Het kunstkabinet
Bespreek of je het eens of oneens bent met de volgende stelling
en geef aan waarom.
Deze komt van de IKEA.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 3-Manuscriptenzaal
De eerste boeken werden met de hand geschreven. De beginletter
van een hoofdstuk of alinea werd groter gemaakt en meestal
gekleurd. Later werden deze sierletters echte schilderijtjes. Men
noemt dit fijne schilderwerk miniaturen. Plantijn bezat een hele
verzameling handgeschreven boeken. De verzameling bevat
handschriften van de 9de tot de 18de eeuw. Van de handschriften
konden gedrukte boeken gemaakt worden.
Opdracht 4-Miniatuur
Maak zelf een miniatuur van bv. de beginletter van je naam.
Wenceslasbijbel:
Dit tweedelige handschrift werd met de hand gemaakt in een
Praags atelier in 1403. De opdrachtgever was de muntmeester Konrad
von Vechta en het was bestemd voor koning Wenceslas IV van Bohemen,
vandaar ook de naam. Het is versierd met zeer fijne bijbelse
miniaturen in een periode dat de Praagse school van miniaturisten
op haar hoogtepunt stond. Doordat het onvoltooid is komen we meer
te weten over de techniek van de boekverluchters.
Opdracht 5-Een hele oude bijbel
A. Hoe verspreid je tegenwoordig op een snelle manier een
tekst?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
B. Hoe werden in de middeleeuwen vóór het ontstaan van de
boekdrukkunst teksten verspreid?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
C. Wat was daarvan het gevolg?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
· Binnenplaats
Even genieten van de stilte in de prachtige binnenplaats in het
drukke Antwerpse stadscentrum. Deze binnenplaats in
renaissancestijl heeft Plantijn in haar huidige toestand niet
gekend. Zij is het werk geweest van zijn kleinzoon Balthasar I
Moretus. Oorspronkelijk stonden aan de noordzijde van de tuin vier
woonhuisjes genaamde de Zilveren, Koperen, IJzeren en Houten
Passer. Om de bescheiden geveltjes te camoufleren, liet Balthasar I
Moretus een gaanderij oprichten.
· Zaal 4- De oude boekwinkel
Lezen met oogkleppen: De Index
De boekwinkel is er gekomen in de 17de eeuw. De boekwinkel
bevond zich eerst aan de westvleugel, in wat nu de ‘Kamer van de
proeflezers’ is. Door de verplaatsing van de winkel naar de
straatzijde konden potentiële kopers de privacy van de inmiddels
tot adel benoemde Moretussen niet verstoren.
Niet alle boeken mochten worden verkocht. Aan de muur van de
winkel is een index (een lijst) opgehangen van de boeken die
verboden werden door de katholieke kerk. Plantijn drukte deze lijst
zelf in opdracht van de Spaanse hertog van Alva in 1569. Dit
exemplaar is het enige dat nog in postervorm bekend is. De laatste
Index werd uitgegeven in 1948!
Opdracht 6-De Index
Noem drie redenen waarom de kerk bepaalde boeken verbood.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kopers betaalden met zilveren en/of gouden munten. Dikwijls was
er een stukje afgesneden en waren ze minder waard. Daarom werden de
munten gecontroleerd door ze op een weegschaaltje te wegen. In de
boekwinkel werden vooral boeken aan particulieren verkocht. De
meeste boeken werden echter verkocht via een netwerk van
internationale boekhandelaars.
· Neem een kijkje in Zaal 5- De achterwinkel en Zaal 6 – Het
salon van de wandtapijten
· Zaal 7 en 8 slaan we in deze bundel over.
Zaal 9- De kamer van de proeflezers
Opdracht 7-Proeflezen
a. Op de grote tafel tegen het venster deden de proeflezers hun
werk. Wat is ‘proeflezen’? (Misschien kan het schilderij je
helpen.)
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
b. Waarom staat de grote tafel juist op die plaats?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 10- Het kantoor
In dit privékantoor deden de eerste bedrijfsleiders hun
schrijfwerk (boekhouding en correspondentie) én bewaarden ze hun
liquide geldmiddelen (cash) in metalen koffertjes. De ruimte is
bekleed met Mechels goudleer.
Opdracht 8-Het kantoor
Waarom werden de ramen van deze kamer voorzien van tralies?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 11- De kamer van Justus Lipsius & Zaal 12- De
Humanistenkamer
Volgens de overlevering was dit de kamer waar de grote humanist
en huisvriend Justus Lipsius (1547-1606) proefdrukken van zijn
geschriften controleerde. Niet voor niets prijkt zijn beeld op de
binnenplaats. Het contact met zo’n grote geleerde was natuurlijk
goede reclame voor de drukkerij. Lipsius was een goede vriend van
Plantijn en Jan I Moretus. In de drukkerij werden nagenoeg al zijn
werken gedrukt. Het is één van de weinige kamers in de wereld die
volledig is bekleed met het kostbare 16de-eeuwse Spaanse
goudleer.
(De mens staat centraal in het humanismeIn Italië kwam in de 14e
eeuw het humanisme op, waarbij schrijvers en geleerden bronnen uit
de Oudheid gingen bestuderen. Het humanisme verving het
bovennatuurlijke verklaringsmodel van de kerk door een concept
waarin de mens centraal stond. ‘Humanitas’ betekent dan ook
menselijkheid. Volgens de humanisten had de mens een vrije wil
waardoor hij geluk kon nastreven hier en nu, in plaats van in de
hemel na zijn dood. De rede werd belangrijker dan het geloof. Dit
was het begin van het moderne wereldbeeld.In de middeleeuwen werden
antieke teksten gekopieerd en aangepast in handschriften.
Humanisten waren nieuwsgierig naar de oorspronkelijke teksten. Ze
ontdekten kopieerfouten en hadden een kritische houding ten
opzichte van de teksten, maar ook ten opzichte van hun eigen tijd,
waarbij godsdienstvrijheid en tolerantie opkwam. Het humanisme
verspreidde zich over Europa in de 16e eeuw. Hoewel het humanisme
een intellectuele stroming was, hing het nauw samen met de
renaissance. Humanisten en kunstenaars deden in feite hetzelfde: ze
grepen terug naar de Klassieke bronnen, via teksten en kunstwerken.
Veel antieke bronnen waren bewaard gebleven in het Oost-Romeinse
Rijk. Toen Constantinopel in 1453 door de Turken veroverd werd,
vluchtten de Griekse geleerden naar Italië en brachten het Westen
opnieuw in contact met de klassieke bronnen.)
Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen
Justus Lipsius en zijn leerlingen
Boven de haard in de kamer van Justus Lipsius (zaal 11) bevindt
zich dit olieverfschilderij op doek, ook wel ‘De vier filosofen’
genoemd, een oude kopie naar het origineel van Peter Paul
Rubens.
Opdracht 9-Schilderij Justus Lipsius en zijn leerlingen- Who’s
who?
Het originele doek werd omstreeks 1614 door Rubens geschilderd
en wordt bewaard in het Palazzo Pitti te Florence.
Op de achtergrond: de stad Rome en een buste van Seneca met
daarbij vier tulpen in een vaas. Tulpen waren zeer zeldzaam in die
tijd en werden ingevoerd vanuit het Ottomaanse Rijk.
A. Uit welke onderdelen van het schilderij kun je afleiden dat
het hier om geleerde mannen gaat? (Noem twee elementen)
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
De afgebeelde mannen zijn:
· Justus Lipsius (1547-1606), de tweede man van rechts op het
schilderij, was een Zuid-Nederlandse humanist, geschiedschrijver,
taalkundige en professor.
· Jan Woverius (uiterst rechts), raadsheer van de aartshertogen
Albrecht en Isabella, opdrachtgever van het schilderij
· Filips Rubens (tweede van links), raadsheer van de stad
Antwerpen (de broer van de schilder)
· Peter Paul Rubens (uiterst links), de beroemde
barokschilder
B. Hoe is de architectuur van het Oude Rome op de achtergrond en
de zuil een verwijzing naar het humanisme?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 13- De Letterkamer
In deze unieke opslagplaats van de drukkerij worden nog
voorraden ongebruikte metalen letters bewaard in letterkasten.
Meer dan tien ton gegoten letters bleven nog bewaard. Zij zijn
in hun oorspronkelijke verpakking in de rekken opgeslagen.
Zaal 14- De drukkerij
Bloed, zweet en inkt: De ambacht van het maken van een boek
Het is hier nu heel rustig. Maar in de 16de eeuw was hier volop
bedrijvigheid. Het drukken van een tekst op de boekdrukpersen was
zwaar werk. Zetters en drukkers maakten lange uren. De drukkerij
werd in 1580 onder leiding van Christoffel Plantijn in gebruik
genomen in deze zuidvleugel. In de drukkerij werd tot in de 18de
eeuw dagelijks zowat 14 uur gewerkt, van zes uur ’s ochtends tot
acht uur ’s avonds.
(De uitvinding van de boekdrukkunstOorspronkelijk werden alle
teksten met de hand geschreven of gekopieerd. Het verre Oosten
ontdekte de drukmethode in de 8ste eeuw. Rond 1450 drukt de Duitse
goudsmid Gutenberg (ca. 1379-1468) het eerste boek in Europa. In
tegenstelling tot de blokdruk maakt hij gebruik van aparte loden
letters. Waarschijnlijk was de uitvinding niet alleen het werk van
Gutenberg, maar van verschillende vernieuwers die met de techniek
bezig waren. In de 19de eeuw ontwikkelde men een boekdrukpers die
werd aangedreven door stoom. Zo werd het drukken een industrieel
proces. Tegenwoordig worden boekdrukpersen aangedreven door
elektriciteit. Er is zelfs een 3D-printer uitgevonden. Daarmee kun
je ontwerp dat je op de computer hebt gemaakt in 3D afdrukken!)
(Voorbeeld van voorwerpen die zijn gedrukt met een
3D-printer.)
Opdracht 10-De oudste drukpersen ter wereld
Verbind onderstaande letters met de juiste cijfers.
Onderdelen van een computer
Onderdelen van een boekdrukpers
a. Beeldscherm
b. Printer
c. Cartridge
d. Spellingcontrole
e. Een afbeelding toevoegen
f. Typen
1. Een gravure
2. Inkt
3. Proeflezer
4. Gedrukte vel papier
5. Pers
6. Letters zetten
Bron: Hoogdrukatelier. Kopergravure van Filips Galle naar een
tekening van Stradanus (Jan van der Straet), c. 1589 - c. 1593.
(deel van een reeks gravures met beroemde ontdekkingen uit die
tijd)
Opdracht 11-Zwoegen en zweten
Welke van onderstaande activiteiten zie je op afbeelding
hierboven (kopergravure van T. Galle)? Zet een kruisje in het
schema hieronder. Omcirkel de activiteiten op de afbeelding en zet
het juiste nummer erbij (zie schema).
Nr.
Activiteit
Op afbeelding te zien
1
De lettergieters gieten de letters
x
2
De knechten zetten de letters (de opeenvolgende regels werden
bijeengebracht op een stevig houten bord waardoor er geleidelijk
een kolom of pagina tot stand kwam. Eén zetsel telde een aantal
pagina’s. Letters moesten na gebruik weer gesorteerd worden in de
letterkast)
3
De drukkers drukken als volgt: (proefdruk)
· Het op de pers vastgezette zetsel werd geïnkt met een tampon
(de halfronde bollen die je bij de persen ziet)
4
Het drukken van de tekst met de boekdrukpers door de inkt op het
papier te drukken: het lichtjes bevochtigde papier werd vastgeklemd
tussen het frisket en het timpaan en met een plotselinge beweging
in contact gebracht met het geïnkte zetsel
5
De drukker maakte het bedrukte papier los en hing dit te
drogen
6
Proeflezen (door de proeflezers)
7
Opnieuw drukken na het proeflezen (tweede versie)
x
8
Tweede proeflezing
x
9
Drukken van de definitieve versie
x
10
Drogen van de gedrukte vellen
x
11
Voor de achterkant van het papier (de versozijde) werd dit
proces herhaald (met een ander zetsel).
x
Via gang en trapzaal ga je naar de bovenverdieping. Bovenaan de
trap ga je links.
1E VERDIEPING
Zaal 14 bis- De Gutenbergzaal
In deze zaal vind je de Gutenbergbijbel. Deze bijbel is het
eerste mechanisch gedrukte boek. Qua vorm lijkt het nog erg op een
handgeschreven manuscript. Deze bijbel werd rond 1461 gedrukt
waarschijnlijk onder leiding van Gutenberg zelf of één van zijn
medewerkers. Het is een bijzonder object, omdat het stamt uit de
begintijd van de uitvinding van de boekdrukpers. De bijbel telt 36
regels per kolom, vandaar de naam '36-regelige Gutenbergbijbel'.
Het is de tweede bijbel die in Europa werd gedrukt. Verder is het
oudste gedrukte werk in een Belgische instelling. Wereldwijd
bestaan nog maar 14 exemplaren van deze bijbel en in België is het
enige het exemplaar in Museum Plantin-Moretus. Het is dus een
kostbare schat!
Opdracht 12-De Gutenbergbijbel
Bekijk de Gutenbergbijbel. Geef twee overeenkomsten met een
handgeschreven tekst.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 15- De Plantijnse zaal
In deze kamer wordt het leven geschetst van Christoffel Plantin
aan de hand van drukken en documenten uit het bedrijfsarchief.
Onder Plantijn werden verschillende typen publicaties
gedrukt:
· meer dan 33% godsdienstige werken: bijbels, misboeken,
religieuze zangboeken…
· meer dan 35% humanistische werken: klassieke en neo-Latijnse
werken, grammatica’s, woordenboeken, menswetenschappen,
fabelboeken, emblematabundels (met kleine afbeeldingen met daarbij
een korte spreuk van een spreekwoord of gedicht) …
· meer dan 7% wetenschappelijke werken: cartografie,
geneeskunde, astronomie, natuurwetenschappen, plantkunde…
Plantijn was de belangrijkste drukker van het humanisme en de
wetenschappen uit zijn tijd. Hij bereikte met zijn boeken de hele
wereld: geleerden in Europa, de Spaanse koloniën in o.a. in
Zuid-Amerika, Noord-Afrika en het Nabije Oosten..
Zaal 17- De kleine bibliotheek
Hier bevindt zich een klein deel van de bibliotheek die in de
loop van vier eeuwen verzamelen werd opgebouwd. Plantijn en zijn
opvolgers, de Moretussen, waren fervente boekenverzamelaars.
Opdracht 13-De Polyglotbijbel
Zoek de Biblia Polyglotta (ook Biblia Regia genoemd) op in de
zaal.
Bekijk de bijbel goed. Hieronder staat een stelling over deze
bijbel. Wat vind jij?
Op deze twee bladzijden staat 6 keer hetzelfde verhaal.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 19-De Rubenszaal
Deze zaal is gewijd aan de grootmeester van de Zuid-Nederlandse
barok, Peter Paul Rubens (1577-1640). Hij was een boezemvriend van
Balthasar I Moretus.
In de toonkasten voorbeelden van Rubens’ activiteit als
boekillustrator. Vooral voor het titelblad ontwierp hij een nieuwe
stijl naar de richtlijnen van Balthasar I Moretus. Samen zijn zij
de vormbepalers geworden van het Antwerpse barokboek. Voortaan
werden in de titelpagina vormgeving en inhoud van het boek op
elkaar afgestemd.
Bekijk de ontwerptekening voor de titelpagina voor het boek dat
geschreven werd door Justus Lipsius en dat werd uitgegeven door
Balthasar I Moretus in Antwerpen in 1637.
Opdracht 14- Van idee tot gravure
Bekijk in de vitrinekasten de ontwerptekening van de titelpagina
door Rubens. Zie hoe een geschreven ontwerp (met pen) een gedrukt
en geïllustreerd titelblad wordt.
Zaal 20- De zaal van de Antwerpse drukkers
In 1481 werd het eerste Antwerpse boek gedrukt. De 16de eeuw was
de gouden eeuw voor de typografie in Antwerpen. Tijdens de 17de
eeuw bleven de Antwerpse drukkers hun wereldfaam handhaven. De 18de
eeuw was een periode van middelmatigheid en verval. In deze zaal
zie je werken van Antwerpse drukkers.
Gazet de Nieuwe Tijdinghe
Eén van die drukkers was Abraham Verhoeven (1575-1652). Deze
Antwerpenaar bracht vanaf 1605 zijn Nieuwe Tijdinghe in omloop. Hij
kreeg van de aartshertogen Albrecht en Isabella het privilege om
verslag te mogen uitbrengen over de oorlog tegen de Verenigde
Provinciën (de Noordelijke Nederlanden). Aanvankelijk verscheen
zijn blad onregelmatig, maar na 1620 groeide het uit tot het eerste
periodieke nieuwsblad in de Zuidelijke Nederlanden. Het was ook één
van de eerste nieuwsbladen in Europa. Verhoeven was de eerste die
illustraties gebruikte in kranten.
Opdracht 15- Een krant uit de 17de eeuw
A. Bedenk drie titels van krantenartikelen die in de 17de eeuw
in Antwerpen in deze krant stonden.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
B. Bedenk drie titels die in onze tijd in de Gazet van Antwerpen
kunnen staan.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 21- Het 17de-18de-eeuwse salon
In dit salon, oorspronkelijk ingericht als bibliotheek, kunnen
we de luxueuze en adellijke levensstijl van de Moretussen in de
late 17de een 18de eeuw goed zien.
Opdracht 16- Een luxe stadswoning
Noem vijf dingen die je in deze kamer ziet waaraan je nu nog
kunt merken dat de Moretussen luxueus leefden.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 22-De archiefkamer
158 meter: dat is de omvang van het Plantijn-Moretusarchief, het
enige in de wereld dat de boekdrukkunst documenteert sinds de tijd
van Gutenberg.
Het archief van Plantijn en Moretussen werd op 4 september 2001
door de Unesco opgenomen in het ‘Memory of the World’-register. In
de toonkasten vind je een selectie uit het unieke archief van
Plantijn en de Moretussen, de belangrijkste bron voor de
boekgeschiedenis van de vroegmoderne tijd en voor de geschiedenis
van het Plantijnse Huis. Het is eveneens een belangrijke bron voor
het sociaal-economische en culturele leven in de Zuidelijke
Nederlanden vanaf het midden van de 16de eeuw.
Opdracht 17- Een papieren goudmijn
Bekijk de documenten in de toonkasten in de archiefkamer.
Beschrijf van één document wie het geschreven heeft, waarover het
gaat en wanneer het opgesteld is.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 23- De aardrijkskundezaal
In deze zaal zijn werken te zien van de internationaal
belangrijkste cartografen uit de 16de eeuw zoals Gerard Mercator en
Abraham Ortelius met onder meer de eerste atlas uit de
geschiedenis.
(Ontdekkingsreizen en geleerdenDe wereld werd ook groter,
dankzij de ontdekkingsreizen. In 1492 zette Columbus koers naar
Amerika. Het middeleeuws denkpatroon werd doorbroken.Geleerden als
Erasmus, Thomas More, Justus Lipsius, Copernicus, Galiliei legden
de basis voor het hedendaagse denken de moderne wetenschap. )
Opdracht 18-De wereld in kaart
Vergelijk de (eerste) kaart van Vlaanderen door Mercator
(Leuven, 1540) met onderstaande kaarten van Vlaanderen. Noem ten
minste vijf verschillen.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 24- De zaal van de Europese drukken
In deze zaal zie je de werken van de belangrijkste
drukkersfamilies uit Europa (15de-18de eeuw).
Zaal 25&26- Het kleine salon en de slaapkamer
In het kleine salon hangt het portret van Edward Moretus de
laatste eigenaar van het Plantijnse huis. In de slaapkamer van
Balthasar I Moretus staat een hemelbed gesneden uit eikenhout. Dit
monumentaal eiken hemelbed in 17de-eeuwse barokstijl is
rijkversierd met snijwerk. Het bedlinnen ziet eruit zoals het er
vroeger uitzag.
Opdracht 19 - Wat zou jij dromen als je in dit bed zou
slapen?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Zaal 27- De zaal van de boekillustratie
De boeken die hier in de drukkerij werden uitgegeven werden
voorzien van illustraties. Voor het illustreren van boeken werden
in de opeenvolgende eeuwen verschillende technieken ontwikkeld.
Vanaf de 14de eeuw gebruikte men de houtsnede en de hoogdruk,
vervolgens de kopergravure en diepdruk (15de eeuw); en de
lithografie (eind 18de eeuw). Vanaf het einde van de 19de eeuw
werden boeken geïllustreerd door foto’s.
· Zaal 31&32- De grote en de kleine bibliotheek
De bibliotheek bestaat uit de grote en de kleine bibliotheek.
Deze bibliotheek werd in 1640 door Balthasar I Moretus ingericht
voor zijn privé collectie. De bibliotheek is vandaag nog altijd zo
ingericht zoals een rijke, humanistische, 17de-eeuwse
privébibliotheek. Daarnaast was er ook nog een uitgebreide
bibliotheek van de proeflezers. Deze grote bibliotheek deed ook een
tijd dienst als huiskapel. De bibliotheek wordt nog altijd
uitgebreid doordat het museum handschriften en oude gedrukte werken
aankoopt. De bustes in de grote bibliotheek laten beroemde personen
zien zodat men tijdens het lezen de auteurs van de boeken voor zich
kon zien. De houten bustes op de lezenaars stellen heiligen en
pausen voor. De witte plaasteren bustes op de boekenrekken tonen de
hoofden van Griekse en Romeinse geleerden en keizers.
Opdracht 20-Een verzamelplaats voor knappe koppen
A. Waaraan kan je zien dat de ‘grote’ bibliotheek dienst deed
als huiskapel?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Welk boek of welke boeken vind jij dat er aanwezig moeten zijn
in iedere bibliotheek? Waarom vind je dat?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
· Zaal 33- (Max Horn)
Deze zaal is vernoemd naar Max Horn die een belangrijke
schenking van boeken heeft gedaan aan het museum. In deze zaal is
de ‘Intrede van Karel V in Bologna’ te zien.
Deel C: Afronding
Opdracht 21- Afronding
A. Wat vind jij een echt topstuk in het museum? Leg uit
waarom.
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
B. Welk museumobject zou je mee naar huis willen nemen?
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
We onthouden:
1. Dat Christoffel Plantijn (1555-1589), afkomstig uit
Frankrijk, Antwerpen rond 1548 als verblijfplaats heeft gekozen en
dat hij er zich heeft kunnen opwerken tot de belangrijkste
uitgever-drukker van zijn tijd. Hij werd opgevolgd door zijn
schoonzoon Moretus. De drukkerij bleef tot in de 19de eeuw in
handen van de Moretussen. Het werd een museum in 1876.
2. Dat de boekdrukkunst van cruciaal belang was voor de
verspreiding van kennis. De uitvinding van de boekdrukkunst was een
revolutie; het arbeidsintensieve, dure en langzame proces van het
maken van handschriften was verleden tijd.
3. De drukkerij ‘De Gulden Passer’ speelde in dit verhaal een
belangrijke rol. Ze groeide uit tot de grootste drukkerij van de
16de eeuw in Europa.
4. De drukkerij en het woonhuis zijn uniek in de wereld; nergens
vind je nog een drukkerij uit de renaissance die volledig intact
is. Daarom staat Museum Plantin-Moretus ook op de
Unesco-werelderfgoedlijst, naast de piramiden van Gizeh, de
Akropolis in Athene en de Taj Mahal in India.
5. Dat Christoffel Plantijn leefde in een wereld van vernieuwing
en expansie.
6. Dat renaissance en humanisme een vernieuwing van het Westers
denkpatroon hebben bewerkt. De drukkerij speelde ook hierin een
grote rol; ze bracht wetenschappelijke (de eerste atlas, het eerste
Nederlandse woordenboek, anatomische werken enz.) en religieuze
werken op de markt. De drukkerij ‘Officina Plantiniana’ was een
echt kenniscentrum waar geleerden (humanisten) kind aan huis
waren.
7. Dat de Scheldestad in de 16de eeuw een wereldcentrum was op
economisch en cultureel vlak.
8. Dat het woonhuis van de Moretussen versierd is met bijzondere
portretten van familieleden geschilderd door huisvriend Peter Paul
Rubens; chique meubelstukken (zoals kunstkabinetten); Spaans
goudleer en tapijtkunst.
Deel D: Naverwerking
6