Top Banner
Moederschapsbescherming Eindwerk aangeboden tot het verkrijgen van het Getuigschrift ‘Preventieadviseur arbeidsveiligheid Niveau II’ Voorjaar 2014 Door: Geert Appeltans – Materialise NV. Promotor: An Devriendt – IDEWE Preventieadviseur Arbeidsveiligheid Niv I
60

Moederschapsbescherming

Apr 15, 2017

Download

Health & Medicine

Geert Appeltans
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Moederschapsbescherming

Moederschapsbescherming

Eindwerk aangeboden tot het verkrijgen

van het Getuigschrift

‘Preventieadviseur arbeidsveiligheid Niveau II’

Voorjaar 2014

Door: Geert Appeltans – Materialise NV.

Promotor: An Devriendt – IDEWE Preventieadviseur Arbeidsveiligheid Niv I

Page 2: Moederschapsbescherming

2

Page 3: Moederschapsbescherming

3

Woord vooraf

Allereerst had ik graag een dankwoord gericht aan; docenten, begeleiders en specialisten die zich de

voorbije maanden hebben ingezet om mij de nodige kennis over te dragen m.b.t. de

welzijnswetgeving. Het is mede door hun steun en het brengen van verheldering dat dit eindwerk tot

stand gekomen is.

Heel wat werkgevers investeren in een goed welzijnsbeleid en zien de noodzaak om hiervoor goed

opgeleide mensen in dienst te hebben om hen hierin te ondersteunen. Zonder de werkgevers

bereidwilligheid en visie, hoewel het ook een wettelijke verplichting is, was ik hier niet aanwezig

geweest om me de kennis op het gebied van de welzijnswet eigen te maken en me te verrijken in de

voorbereiding tot preventieadviseur in de opleiding ‘preventieadviseur arbeidsveiligheid niveau II’.

Materialise heeft me de kans geboden om deel te nemen aan deze opleiding en mijn kennis te

verbreden, waarvoor dank. Idem aan de vele collega’s die me hebben aangemoedigd, die informatie

hebben gedeeld en die hebben bijgedragen tot het uitwerken van mijn afstudeerwerk.

Tijdens deze opdracht, heb ik een aantal specifieke aspecten behandeld uit de welzijnwetgeving.

Tevens heb ik bijkomende kennis opgedaan door samen te werken met alle medewerkers van

Materialise NV alsook met de externe dienst preventie en bescherming op het werk. Bovendien heb

ik mijn weg leren vinden in de welzijnswetgeving, het oplossen van vragen gesteld door de

werknemers en door de werkgever, de juiste interpretatie van de wetgeving geven en zoveel meer.

Hiervoor dank ik mijn promotor Mevr. An Devriendt om me met raad en daad bij te staan, me de

juiste bijsturing te geven en bijkomend kritisch te kijken naar de inhoud van dit eindwerk.

Nu blijft er de taak om de werkgever verder bij te staan met de opgedane kennis als

preventieadviseur arbeidsveiligheid en ook mijn rol te vervullen op alle andere welzijndomeinen. Het

spreekt voor zich dat dit eindwerk een moment opname is en een manier van werken aangeeft die

verder kan en zal toegepast worden in de dagdagelijkse taken als preventieadviseur arbeidsveiligheid

niveau II.

Page 4: Moederschapsbescherming

4

Page 5: Moederschapsbescherming

5

Inhoudstabel:

Inleiding __________________________________________________________________ 7

1. Bedrijfsvoorstelling ________________________________________________________ 9

1.1 Algemeen __________________________________________________________________ 9

1.2 Beschrijving ‘core’ activiteit - 3D print proces _____________________________________ 10

1.3 Missie ____________________________________________________________________ 11

1.4 ‘Value statement’ ___________________________________________________________ 12

1.5 Preventie en bescherming op het werk __________________________________________ 14

1.5.1 Actuele situatie ___________________________________________________________________ 14

1.5.2 Interne dienst preventie en bescherming op het werk ____________________________________ 14

1.5.3 Beleidsverklaring preventie en bescherming op het werk __________________________________ 16

1.6 Milieu ____________________________________________________________________ 16

2. Probleemstelling _________________________________________________________ 17

2.1 Probleemschets ____________________________________________________________ 17

2.2 Wettelijk kader _____________________________________________________________ 20

2.2.1 Algemeen ________________________________________________________________________ 20

2.2.2 Moederschapsbescherming _________________________________________________________ 21

2.3 Besluit probleemstelling ______________________________________________________ 21

3. Risicoanalyse ____________________________________________________________ 22

3.1 SARIER® risicoanalyse ________________________________________________________ 22

3.1.1 Risicovelden ______________________________________________________________________ 24

3.1.2 Identificatie en categorieën schadedragers _____________________________________________ 25

3.1.3 MUOPO analyse ___________________________________________________________________ 27

3.2 Te analyseren risico’s moederschapsbescherming _________________________________ 28

3.3 Identificatie schadedragers volgens risicoprofiel __________________________________ 29

4. Risicobeheersing _________________________________________________________ 30

4.1 Definiëren van acties _____________________________________________________ 30

4.1.1 Aanpassing risicoanalyse per functie __________________________________________________ 31

4.1.2 Werkwijze - Stappenplan ___________________________________________________________ 31

4.1.3 Procedure moederschapsbescherming ________________________________________________ 33

4.1.4 Communicatie en praktische implementatie ____________________________________________ 33

4.2 Overzicht maatregelen ____________________________________________________ 37

5. Toepassing van de maatregelen ____________________________________________ 38

Besluit ___________________________________________________________________ 38

Gebruikte afkortingen ______________________________________________________ 40

Page 6: Moederschapsbescherming

6

Geraadpleegde bronnen _____________________________________________________ 41

Bijlagen __________________________________________________________________ 43

Bijlage 1: Risicoanalyse per gevarengroep Risicoveld 1.19 Ontwikkeling medische hulpmiddelen

_____________________________________________________________________________ 43

Bijlage 2: MUOPO analyse Risicoveld 1.19 Ontwikkeling medische hulpmiddelen ___________ 47

Bijlage 3: SARIER-o-graaf ________________________________________________________ 50

Bijlage 4: Procedure C.08.01. Moederschapsbescherming ______________________________ 51

Bijlage 5: Lijst van labo’s met screening van de kadavers _______________________________ 59

Page 7: Moederschapsbescherming

7

Inleiding

Het is bij wet vastgelegd dat elke onderneming, gevestigd in België, een welzijnbeleid dient te voeren

en elke werkgever dient de wetgeving toe te passen volgens Europese verordeningen, Federale KB1’s

en MB2’s en Vlaamse decreten (milieu). De Belgische welzijnswetgeving wordt via een

uitvoeringbesluit geactiveerd en opgenomen in de CODEX. Tevens zijn er nog een aantal ARAB

artikelen van kracht waar rekening mee gehouden dient te worden. Gestoeld op deze regelgeving

voert Materialise NV een preventiebeleid rekening houdende met alle domeinen van welzijn

teneinde de werknemers op een veilige en gezonde manier te laten werken. Om dit op een

gestructureerde manier te laten verlopen wordt er een Dynamisch Risico BeheersingSysteem

gehanteerd.

Eén onderdeel in de wetgeving handelt over ‘Moederschapsbescherming’. Vrouwen zijn de voorbije

decennia meer en meer actief betrokken in alle functies van een onderneming en door emancipatie

meer actief in de zogenaamde ‘mannen’ beroepen. Ook bij Materialise NV zijn er steeds meer

vrouwen tewerkgesteld bijvoorbeeld voor het onderhoud van machines, het werken in het magazijn,

het testen van nieuwe medische hulpmiddelen op kadavers, enz.. Uiteraard dient er in deze

omstandigheden rekening gehouden te worden met specifieke werkomstandigheden en dienen deze

opgenomen te worden in de risicoanalyse. De werkgever ziet ook hier de noodzaak om binnen de

organisatie vrouwen te beschermen tijdens en na de zwangerschap. Vandaar dat de keuze van het

onderwerp ‘Moederschapsbescherming’ zeer toepasselijk is op Materialise NV. De gemiddelde

leeftijd van de werknemers is redelijk laag, we zijn dus een ‘jong’ bedrijf en het feit dat de instroom

van pas afgestuurde ‘young potentials’ het innovatieve karakter van onze organisatie ondersteunt, is

preventie voor deze groep van vrouwen een belangrijk topic. Uit de cijfers in de bedrijfsvoorstelling

zal dit duidelijk blijken.

Allereerst zal Materialise NV, Technologielaan 15 te 3001 Leuven worden voorgesteld met inbegrip

van de personeelsbezetting en dit geïllustreerd met statistieken. Vervolgens worden de missie en

visie alsook de situering en de werking van de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk

(IDPBW) besproken. Daarna volgt de beschrijving van de probleemstelling en het wettelijk kader

daaromtrent. Op basis van de risicoanalyse opgesteld volgens de SARIER methode, wordt er een

Plan-Do-Check-Act stappenplan samengesteld en doorlopen om te komen tot een verbetering van de

huidige situatie. Tot slot komen we tot een algemeen besluit waar we de bereikte resultaten

beschrijven maar ook enkele bemerkingen formuleren.

1 KB= Koninklijk besluit

2 MB= Ministrieel besluit

Page 8: Moederschapsbescherming

8

Page 9: Moederschapsbescherming

9

1. Bedrijfsvoorstelling

1.1 Algemeen

Materialise NV is opgericht in 1990 en gevestigd op het industrieterrein van Haasrode in de

Technologielaan 15 te 3001 Leuven. Materialise NV is gestart als spin-off bedrijf van de Katholieke

Universiteit Leuven (KUL) met het maken van 3D print modellen die gebruikt worden als prototypes

in verschillende industrietakken. De voorbije jaren heeft de organisatie een gestage groei

doorgemaakt en is ze uitgegroeid tot wereldspeler of gebied van 3D printing en gebruik makende van

verschillende technologiën. Vandaag tellen we meer dan 1000 medewerkers, waarvan er ongeveer

372 werknemers in ons hoofdkwartier van Leuven (Haasrode) werken.

Grafiek aantal medewerkers tot eind 2012:

In het voorbije decennia zijn er meerdere ‘business units’ (BU) opgestart, waaronder oa. een aantal

medische zoals; Ortho, CMF, BME3 maar ook Mobelife NV4 en RapidFit NV5. Zij vormen een

technische bedrijfseenheden (TBE) binnen de Materialise groep. De initiële ‘Prototyping’ activiteiten

van de Centrale Productie (CP) samen met de Additive Manufacturing Solutions (AMS) BU zijn

uitgebreid met ‘Manufacturing’ activiteiten om repetitieve kwalitatieve serie producten te leveren

aan de industrie. Om de cirkel rond te maken zijn er nog 2 BU die zich richten tot de consumenten

markt, zijnde .MGX (design objecten) en I.Materialise (3D printen van eigen ontwerpen)

3 Ortho, CMF en BME zijn 3 aparte BU, waarvan Ortho orthopedische hulpmiddelen maakt, CMF staat voor

Cranio maxillofacial en BME staat voor Biomedical Engineering (Software ontwikkeling) 4 Mobelife NV is reeds een aantal jaren actief maar is officeel opgestart begin 2013 als aparte NV en is

gespecialiseerd in ontwikkeling en productie van complexe implantaten voor botten en fracturen 5 RapidFit NV is reeds een aantal jaren actief maar is officeel opgestart begin 2013 als aparte NV en is

gespecialiseerd in het maken van op maat gemaakte controle mallen en kwaliteitscontrole oplossingen voor de industrie

Page 10: Moederschapsbescherming

10

Opdeling BU Materialise NV:

Om al deze activiteiten te ondersteunen en 3D printen mogelijk te maken zijn er een aantal groepen

software ontwikkelaars actief in de organisatie. Enerzijds om de interne activiteiten mogelijk te

maken en efficient te laten verlopen tussen ontwikkeling van een product en het productie proces,

anderzijds wordt er software ontwikkeld voor de klant. Onze medische software bijvoorbeeld

ondersteunt chirurgen bij het stellen van een diagnose van hun patiënt. Het nemen van beslissingen,

gebaseert op CT of MRI scans, gebeurt aan de hand van software die later wordt omgezet naar 3D

modellen die gebruikt worden als hulpmiddelen tijdens operaties.

1.2 Beschrijving ‘core’ activiteit - 3D print proces

Het principe is eenvoudig, je tekent een 3D object in een CAD software pakket en wij als Materialise

zetten dit om in een ‘.stl file’. In deze ‘file’ is het 3D object omgezet in een laag per laag opgebouwd

object met een laagdikte van ongeveer 0.15 mm. Afhankelijk van de gebruikte technologie wordt al

of niet een ondersteunende structuur aan toegevoegd om het object te ondersteunen tijdens de

opbouw. Deze file kan ingeladen worden in de machine om vervolgens het object 3D te printen in

een polymeer. De gebruikte software is ontwikkeld door Materialise. We maken hoofdzakelijk

gebruik van 4 technologiën;

1. Stereolithografie (met vloeistof als basis grondstof)

2. Laser sinteren (met poeder als basis grondstof)

3. Fused Deposition Modelling – FDM (3D printen met een polymeer draad als grondstof)

Page 11: Moederschapsbescherming

11

4. Polyjet (met synthetisch rubber als grondstof in verschillende kleuren en shore6 waarde)

Elke gebruikte grondstof heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen en elke technologie heeft zijn

eigen machinepark en de gebruikte technologieën verschillen sterk van elkaar en om tot een goed

eindresultaat te komen zijn er nog nabewerkingen noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld het verwijderen

van de support, het opschuren van een stuk, eventueel het lakken, enz..

Uiteraard speelt de eis van de klant een grote rol, het kan gaan over een cosmetisch prototype waar

het visuele een belangrijke rol speelt of over een serieproduct, waarbij de functie en het

operationeel zijn van het object van doorslaggevend belang zijn. Het gebruikte proces blijft gelijk,

maar de kwaliteitscontrole en de kritische eisen kunnen verschillen afhankelijk van de vraag van de

klant.

De doorlooptijd van het proces is eveneens technologie afhankelijk en dit kan variëren van een paar

uur tot zelfs een aantal dagen voor grotere stukken of grotere hoeveelheden. De toegevoegde

waarde op het gebied van kennis in de organisatie is hoog, vandaar dat ons ‘human capital’ belangrijk

is. Dit neemt niet weg dat alle, noem het maar standaard activiteiten van een productie proces quasi

dezelfde zijn. Ook wij doen onderhoud aan machines, reinigen machines, komen in aanraking met

chemische, biologische en fysische agentia, enz..

De voordelen van deze technologieën is de relatief korte doorlooptijd, de vormvrijheid en de

kostprijs voor kleine series. Het wegvallen van het gebruik van een dure matrijs met bijvoorbeeld de

spuitgiet techniek is aanzienlijk, waardoor de investering kleiner is voor de klant. De technologie is

reeds zo ver ontwikkeld dat in een aantal gevallen assemblage niet meer nodig is, het samengestelde

onderdeel kan in één ‘build’ gebouwd worden met de juiste functionaliteit, een voorbeeld is het

printen van een scharnier tussen bewegende delen in één geheel.

1.3 Missie

Onze missie is duidelijk:

We willen als organisatie bijdragen op een innovatieve manier aan een betere en veiligere wereld.

We hebben de kennis en ‘tools’ voorhanden om dit te realiseren, zowel in de gezondheidszorg als in

de industrie. We hebben de voorbije jaren 3D printen heel toegankelijk gemaakt voor het grote

publiek door een platform te creëren waar iedereen die een CAD ontwerp maakt dit kan laten

printen via ‘Onsite’. Ondanks het feit dat er in de laatste periode negatieve berichten zijn verschenen

in de media dat 3D printen ook kan gebruikt worden om oa. wapens mee te printen, distantieert

6 Shore is de meeteenheid van hardheid voor rubber, een lage waarde van bijvb 35 is zeer zacht, waar een hoge

waarde van bijvb 90 hard is.

Page 12: Moederschapsbescherming

12

Materialise zich van deze toepassingen. De positieve berichtgeving is zeker meer aanwezig in de pers,

met o.a. het printen van schoenen en kleding (cfr. Iris van Herpen) en het printen van medische

hulpmiddelen. Cfr. Volgend artikel:

Bron: Hln 23 mei 2013

1.4 ‘Value statement’

De toegevoegde waarde van Materialise komt tot uiting in de ‘oneliner’ vervat in het logo:

‘Innovators you can count on’

Page 13: Moederschapsbescherming

13

Het is geen toeval dat Materialise één van de marktleiders is op het gebied van 3D printen, met

behulp van al onze medewerkers die expertise en kennis hebben opgebouwd elk in hun vakgebied,

gaande van software ontwikkeling tot het afleveren van een kwalitatief goed product.

‘Our value statement indicates ‘how’ we are going to make our mission a reality.

Materialise strives to add most value for its customers, till they are fans, with a team of specialists in an open environment that favors personal growth on a healthy financial basis.’

Materialise NV geeft zijn werknemers de mogelijkheid zich te ontplooien en het beste uit zich zelf te halen in een innovatieve omgeving. Daarom is er instroom van een aantal hoogopgeleide werknemers die mede bijdragen tot het innovatieve succes van onze organisatie.

Informatie 2013: Certificates of Materialise HQ employees

Page 14: Moederschapsbescherming

14

1.5 Preventie en bescherming op het werk

1.5.1 Actuele situatie

Sinds januari 2013 heb ik de taken van de interne dienst overgenomen nadat de vorige

preventieadviseur een ander uitdaging had gevonden. Ik ben de voorbije jaren actief geweest als

preventieadviseur met basiskennis in een logistiek magazijn. In het voorjaar 2013 heb ik met succes

de ‘Multidisciplinaire basisvorming’ afgerond om vanaf september 2013 de opleiding

‘Preventieadviseur arbeidsveiligheid niveau II’ te volgen.

Materialise NV7 heeft geen ondernemingsraad maar wel een CPBW met vertegenwoordigers van

werkgevers en van werknemerszijde. Sinds begin 2013 werden er een aantal activiteiten terug

opgepikt met een positief gevolg en resultaat in de organisatie. De risico’s in de organisatie zijn

beperkt en de meeste werknemers hebben een risico profiel als beeldschermwerker. Neemt niet weg

dat er, voor een kleinere groep van werknemers, heel wat meer potentiele risico’s zijn. De voorbije

periode zijn er geen zware arbeidsongevallen gebeurd en de statistieken bevestigen dit8. De meeste

ongevallen (60%) zijn woon-werk verkeer-ongevallen. Andere voorkomende oorzaken van ongevallen

zijn: stoten tegen, struikelen over en snijden aan (scalpel).

De preventiecultuur binnen de organisatie is stelselmatig aan het verbeteren, maar is nog te

vrijblijvend, reactief en gebaseerd op schade beperken, eerder dan op risico’s en schade voorkomen.

Zo is er geen veiligheids- en preventiebeleid m.b.t. zwangere werknemers, er is dus geen procedure

moederschapsbescherming, de gevaren voor de moeders in spe zijn niet geëvalueerd. Er is

bezorgdheid bij een aantal zwangeren en zeker aan het begin van de zwangerschap (vertrouwelijke

vragen aan de interne dienst of aan de vertrouwenspersoon). Er is geen informatie beschikbaar over

wat wel en niet kan of mag, er zijn veel vragen m.b.t. de lactatie periode, enz. In hoofdstuk 2 gaan we

hier uitgebreid op in.

1.5.2 Interne dienst preventie en bescherming op het werk

In de welzijnwet van ‘4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemer bij de uitvoering

van hun werk’ staat vermeld onder artikel 33 dat elke onderneming in België een preventieadviseu in

dienst moet hebben (Afhankelijk van de grootte van de onderneming kan dit zelf de

eigenaar/bedrijfsleider zijn) en in artikel 38 staat beschreven dat een groep van werkgevers één

interne dienst kan oprichten als ze samen één technische bedrijfseenheid (TBE) vormen.

7 Materialise NV is niet OHSAS18001 gecertificeerd

8 Informatie uit het jaarverslag 2012: Ernstgraad: 0.127 en Frequentiegraad: 12.7 - NACE-BEL code

hoofdbedrijvigheid 22290: Vervaardigen van andere kunstof producten - Informatie: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/gegevensinzameling/nomenclaturen/nacebel/

Page 15: Moederschapsbescherming

15

Bron: http://www.p-i.be/nl/wetgeving/welzijn-op-het-werk/gemeenschappelijke-dienst-pbw/

In het ‘KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst preventie en bescherming op het werk’

staat meer specifieke informatie als toelichting op artikel 2 van de welzijnswet van 4 augustus 1996.

De interne dienst bestaat uit één preventieadviseur arbeidsveiligheid (IPA), nl. mezelf als

preventieadviseur basisvorming en in opleiding voor preventieadviseur arbeidsveiligheid niveau II en

wordt ondersteund door An Devriendt als preventieadviseur arbeidsveiligheid niveau I bij IDEWE. De

tijdsbesteding van de IPA is 20% van een FTE – Voltijdse betrekking met een tijdelijke uitbreiding tot

50% inclusief de dag opleiding tot preventieadviseur om dringende open punten uit het JAP9 en het

GPP10 alsook de acties uit de rapporten van Toezicht Welzijn op het Werk weg te werken. De

ondersteuning extern omvat 12 halve dagen per jaar m.b.t. de risico beheersing, exclusief afspraken

gemaakt en vastgelegd voor arbeidsongevallen analyse, metingen, opleidingen (opleiding

hiërarchische lijn is inclusief in de afgesproken tijdsbesteding), enz. Verder is er ondersteuning van

een extern keuringsorganisme en andere adviseurs zoals oa. de preventieadviseur-

arbeidsgeneesheer Dr. Hilde De Raeve - IDEWE.

De andere 50% van mijn tijd ben ik kwaliteitsmanager voor ‘Manufacturing’ projecten en ondersteun

ik de centrale productie, de BU AMS en BU RapidFit op het gebied van kwaliteit en continue

verbetering.

Het gezondheidstoezicht en het toekennen van de risico profielen van de werknemers gebeurt

onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de externe dienst

preventie en bescherming op het werk IDEWE. Alle rol profielen van de medewerkers zijn ingedeeld

in een 10-tal risicoprofielen met bijbehorende risico codes. Maandelijks worden deze lijsten

nagekeken en up-to-date gemaakt op basis van de gegevens van de kruispuntenbank van Materialise.

Verder is er ondersteuning van 2 vertrouwenspersonen en een aantal mensen uit de HR afdeling, die

o.a. de arbeidsongevallen aangifte doen bij AG insurance, de arbeidsongevallen verzekeraar.

9 JAP= Jaaractieplan

10 GPP= Globaal preventieplan

Page 16: Moederschapsbescherming

16

1.5.3 Beleidsverklaring preventie en bescherming op het werk

‘We stellen veiligheid en gezondheid prioritair in ons welzijnsbeleid. We verbinden ons ertoe om te streven naar de ondernemingsdoelstellingen en steeds de welzijnsaspecten van de werknemers en andere betrokkenen te waarborgen. We werken als onderneming preventief om onze werknemers en andere betrokkenen optimaal te beschermen tegen mogelijke gezondheidsrisico’s op korte of lange termijn. De gezondheid, de veiligheid en het algemeen sociaal en psychologisch welbevinden zijn immers van onschatbaar belang voor onze werknemers, hun familie en sociale omgeving. Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk worden als onaanvaardbaar beschouwd en worden aangepakt. We streven als onderneming naar conformiteit met de reglementeringen m.b.t. welzijn op het werk en zullen ons inspannen om de normen en het goed ondernemersschap toe te passen. In navolging van de welzijnsreglementering wenst de onderneming alle risico’s te identificeren en tot een voor alle partijen aanvaardbaar minimum te beheersen. Hiertoe betrekken we naast de preventiedienst ook de hiërarchische lijn en de werknemers bij het beleid: Het meewerken aan de risico-evaluatie van de organisatie en de werkposten; Het melden van risicosituaties en het voorkomen van ongevallen; Naleven van de veiligheidsregels en instructies en zodoende zorg dragen voor geïnformeerd en

vakbekwaam personeel; Gebruik en onderhoud van veilig en goedgekeurd gereedschap teneinde veilige

arbeidsomstandigheden te garanderen; Jaarlijks worden in overleg concrete doelstellingen vastgelegd om de veiligheid en gezondheid binnen de onderneming te verhogen. Door middel van periodieke rondgangen en het opvolgen van de indicatoren van het welzijn op het werk wordt het beleid continu geëvalueerd, bijgestuurd en geoptimaliseerd. Het engagement op het vlak van welzijn en de directe betrokkenheid van de directie en werknemers leiden tot een geïntegreerde en dynamische aanpak om de werkplek veilig en gezond te houden.’

1.6 Milieu

Op dit ogenblik zijn we in voorbereiding om in 2014 het ISO1400111 certificaat te bekomen. Milieu

risicoanalyses worden samen met onze milieucoördinator uitgewerkt. Enerzijds zijn er de wettelijke

verplichtingen als bedrijf om te voldoen aan de Vlaamse milieudecreten en richtlijnen, maar

anderzijds leggen we als bedrijf de focus op het verminderen van gebruikte grondstoffen en het

reduceren van afval. Bij conventionele technieken, zoals frezen wordt er uit een groot blok materiaal

een vorm of object gefreesd, met veel restmaterialen of grondstoffen die als afval moeten worden

verwerkt en/of gerecycleerd.

De preventiehiërarchie wordt toegepast: risico’s voorkomen, schade voorkomen en schade

beperken. Als er nieuwe machines of chemische agentia worden aangekocht, bestaan er de nodige

11

ISO14001 Milieu certificaat, Materialise NV heeft ISO9001:2008 en ISO13485:2003 als kwaliteitscertificaten voor de industriële en medische activiteiten

Page 17: Moederschapsbescherming

17

procedures (inclusief het viseren van de bestelbon) alsook de nodige communicatie kanalen mbt

advies aan de preventieadviseur en de milieucoördinator. Bij Materialise wordt een 6S orde en

netheidsbeleid gevoerd om niet alleen efficiënt te werken, maar ook om ervoor te zorgen dat afval

verwerking en sortering correct verloopt.

Rond al deze activiteiten worden de nodige opleidingen georganiseerd voor alle werknemers zoals,

oa. over milieuaspecten (op welke manier afval verminderen, verwijderen, scheiden,..), 6S trainingen

(Orde en netheid inclusief veiligheid), ‘Environmental’ en ‘Safety’ Interludium tijdens de

middagpauzes. Er wordt bijkomend via pictogrammen en mailings informatie gedeeld over deze

topics in de organisatie. Op geregelde tijdstippen voert men interne audits uit om de situatie te

evalueren en bij te sturen waar nodig.

Het milieubeleid en het milieujaarplan worden jaarlijks toegelicht tijdens het Comité preventie en

bescherming op het werk.

Producten die schadelijk zijn voor het milieu worden zoveel als mogelijk gebannen en er wordt

maximaal rekening gehouden met de milieueffecten/ MSDS informatie die beschikbaar zijn bij de

milieucoördinator.

Een lijst met acties ter voorkoming en ter ondersteuning van ons milieubeleid kan best verduidelijkt

worden met een aantal voorbeelden: een aparte chemische opslagruimte met voldoende lek

opvangcapaciteit, het scheiden van afval en een aparte ophaling en verwerking ervan, gebruik van

automatisch dovende lichten indien geen activiteit, het hergebruik van grondstoffen (recup tot 50%)

in ons productieproces, een centraal stofzuigersysteem, enz..

2. Probleemstelling

2.1 Probleemschets

Ons personeelsbestand bestaat vooral uit jonge mensen die na hun studie instromen bij Materialise

NV, wat maakt dat we qua leeftijdsgemiddelde een ‘jong’ bedrijf zijn. Er zijn op dit ogenblik 107

vrouwen actief binnen Materialise met een gemiddelde leeftijd van 33 jaar. Dit is meestal de leeftijd

waarop jonge gezinnen beslissen om aan gezinsuitbreiding te doen (landelijk gemiddelde leeftijd

bevalling 1ste kind is in Vlaanderen in 2012: 28.3 jaar12 en de trend is stijgende t.o.v. vb 26.7 jaar in

2001. Voor alle geboorten ligt de gemiddelde leeftijd van de moeder op 30 jaar met ook een

stijgende trend over het laatste decennia). Wat betreft de statistieken voor Materialise NV:

tabel 1: Verhouding mannen/ vrouwen,

tabel 2: De leeftijdscategorie vrouwen,

tabel 3: De trend over de laatste 4 jaar.

12

Informatie uit Kind en Gezin ‘Het kind in Vlaanderen 2012’ blz. 35 http://www.kindengezin.be/img/Kind_in_Vlaanderen_2012.pdf

Page 18: Moederschapsbescherming

18

Tabel 1: Verhouding mannen/ vrouwen

Tabel 2: De leeftijdscategorie vrouwen

220

107

Populatie geslacht (#)

Man

Vrouw

14%

27%

31%

7%

10%

11%

Vrouwelijke werknemers per leeftijdscategorie (op totaal van 107 vrouwelijke werknemers)

Tussen 0 en 25 jaar

Tussen 26 en 30 jaar

Tussen 31 en 35 jaar

Tussen 36 en 40 jaar

Tussen 41 en 45 jaar

Tussen 46 en 65 jaar

Page 19: Moederschapsbescherming

19

Tabel 3: De trend over de laatste 4 jaar met in 2013 13.9% zwagere vrouwen of 13 werknemers op

een populatie van 107.

Bij een aantal activiteiten komen werknemers in aanraking met gevaarlijke stoffen of worden ze

blootgesteld aan lawaai of komen ze in contact met kadavers tijdens analyses en testen van

medische hulpmiddelen. Het betreft zowel werknemers die zwanger zijn of in de lactatie periode zijn.

Er is laatst nog de vraag gekomen of er een apart lokaal kan ter beschikking gesteld worden, wat de

interne afspraken zijn tijdens de lactatie periode (beschikbare tijd), of job aanpassing mogelijk is,

enz.. Uit een bevraging die ‘de Bakermat’ (expertisecentrum voor kraamzorg in Leuven) heeft gedaan

bij 1800 moeders in 2006, bleek dat 64% van de moeders borstvoeding geeft vanaf de geboorte,

maar dat na een periode van 3 maanden, op het moment van de werkhervatting , het aantal daalt

naar 39%. Na 6 maanden bleek dit nog 15% te zijn en na 1 jaar nog slechts 4%. Met deze cijfers

scoren we ruim onder het Europese gemiddelde. De helft van de moeders die nog borstvoeding

geven na de werkhervatting ervaart belemmering in de organisatie. We zouden er als onderneming

naar kunnen streven om het ‘7 punten plan’ dat De Bakermat voorstelt om te komen tot een

‘borstvoedingsvriendelijk’ bedrijf, uit te voeren.

Concreet hebben we vrouwelijke werknemers in de volgende functies/ risicoprofielen:

Jaar 2010 Jaar 2011 Jaar 2012 Jaar 2013

# zwangere voor/ tijdens of nade VBD

3 8 7 13

Procentueel tov de vrouwelijkepopulatie

2,4% 7,2% 6,9% 13,9%

0,0%

5,0%

10,0%

15,0%

20,0%

25,0%

30,0%

0

2

4

6

8

10

12

14

# zw

ange

re v

oo

r, t

ijde

ns

of

na

de

VB

D Zwangere vrouwen Materialise NV - trend

Page 20: Moederschapsbescherming

20

De grootste groep van werknemers zijn uiteraard de beeldschermwerkers die op de totaal aantal

werknemers 75% uitmaken (oftewel 246 op een totaal aantal werknemers van 327). De statistiek

voor de vrouwelijke beeldschermwerkers in de organisatie is 83% met als uitsluitend

beeldschermwerk als risicoprofiel. In totaal zijn er 18 vrouwelijke werknemers met een ander of

additioneel risicoprofiel; oftewel 9 als opvolging kadaver testen/ analyses, 3 als poetshulp, 3 als

afwerker, 2 als beeldschermwerker productie en 1 in de medische productie.

Het mag wel duidelijk zijn dat we als bedrijf baat hebben bij een duidelijk beleid inake

moederschapsbescherming. Dit komt hierna verder aanbod in de schets van het wettelijk kader.

2.2 Wettelijk kader

2.2.1 Algemeen

De werkgever is wettelijk verplicht om een risicoanalyse uit te voeren die betrekking heeft op

zwangere werknemers en werknemers die borstvoeding geven (ref. KB 2 mei 1995

moederschapbescherming artikel 4). Indien uit de risicoanalyse blijkt dat zij haar activiteiten in de job

niet kan verder zetten omwille van de risico’s, kan er een andere activiteit voorgesteld worden (als

een aanpassing van de job niet mogelijk is, kan zij verwijderd worden). Tijdens het uitvoeren van de

risicoanalyse moet oa. rekening gehouden worden met biologische agentia, chemische agentia en

fysische agentia zoals trillingen, het tillen van lasten, lawaai, straling, extreme temperaturen,

bewegingen, houding, gevaar voor agressie,.. Er dient ook rekening gehouden te worden met de

aard, de mate waarin en de duur van de blootstelling aan het risico. De verboden agentia zijn

opgelijst in bijlagen van het bovenvernoemd KB. Het spreekt voor zich dat na het melden van de

zwangerschap er onmiddellijk al of niet maatregelen dienen getroffen te worden. Zie ‘gedefinieerde

acties’ stappenplan onder 4.1.

Materialise NV weerhoudt zich van elke vorm van discriminatie op grond van geslacht of

zwangerschap en behandelt mannen en vrouwen als gelijke. Dit geldt voor zowel tijdens de

arbeidsoveréénkomst als tijdens aanwerving. (inclusief adoptie)

Aantal vrouwelijke werknemers en hun risicoprofiel

1,1 werknemer medische productie

1,2 afwerker

1,6 poetshulp

1,13 beeldschermwerker algemeen

1,14 beeldschermwerker productie

1,19 kadaver testen/ analyses

Page 21: Moederschapsbescherming

21

2.2.2 Moederschapsbescherming

Het KB van 2 mei 1995 inzake moederschapbescherming is zeer duidelijk over de te evalueren risico’s

en geeft zelfs een lijst mee en is niet limitatief. Deze risico’s worden verder besproken hoofdstuk 3.2.

In dit KB zijn 2 bijlagen opgenomen:

-Bijlage 1: Een niet limitatieve lijst van agentia, procedés en arbeidsomstandigheden bedoeld in

artikel 4

-Bijlage 2: Lijst van de verboden agentia en arbeidsomstandighedenbedoeld in artikel 7 tweede lid

In bijlage 1 van het KB zijn de te evalueren risico’s opgenomen; agentia, procedés en

arbeidsomstandigheden.

In bijlage 2 van het KB wordt er een lijst van agentia aangegeven voor zowel de

zwangerschapsperiode als de lactatie inclusief de arbeidsomstandigheden.

2.3 Besluit probleemstelling

Als besluit mag het duidelijk zijn dat we procentueel een grotere populatie aan zwangere vrouwen

hebben in onze organisatie dan de gemiddelde Belgische onderneming met eenzelfde ratio vrouwen/

mannen. Bij de start van dit eindwerk was er geen enkele risicoanalyse die de risico’s voor zwangere

vrouwen; voor, tijdens of na de zwangerschap in onze organisatie evalueerde, noch is er een beleid

hoe hier mee om te gaan zoals bijvoorbeeld na verwijdering ‘on the job’ bij hoog risico activiteiten.

Alle jobs staan open voor beide geslachten (wat zeer positief is in termen van emancipatie en

gelijkheid13), dus ook de activiteiten met potentiële hoge risico’s in termen van

moederschapbescherming; bijvb werken met chemische agentia (gevaarlijke stoffen), belasting

fysische agentia (lawaai, ioniserende straling), risico’s ten aanzien van biologische agentia (bijwonen

van kadaver testen en analyses).. Hoe omgaan met de werknemers tijdens de lactatie periode en

praktische voorzieningen hiervoor treffen is tot vandaag nog niet op een gestructureerde manier

georganiseerd. Als conclusie kunnen we stellen dat er in de organisatie verbeteringen mogelijk zijn

(lees: nodig zijn) om te voldoen aan het wettelijke kader. Concrete acties worden verder besproken

in hoofdstuk 4.

13

Zie economische herstelwet 27 maart 2009 die een einde maakt aan de economische ongelijkheid voor zwangere vrouwen en jonge moeders Wet van 10 mei 2007 bestrijding discriminatie tussen vrouwen en mannen

Page 22: Moederschapsbescherming

22

3. Risicoanalyse

3.1 SARIER® risicoanalyse

Dit hoofdstuk licht de SARIER14 methode toe. Dit is de risicoanalyse methode die bij Materialise

wordt toegepast. We hebben tijdens de opleiding gewerkt met het Kinney model om risico’s te

scoren op het gebied van blootstelling, waarschijnlijkheid en ernst, al deze waarden vermenigvuldigd

geeft de risicograad. De nadelen of gebreken15 van het toepassen van Kinney is dat er geen rekening

gehouden wordt met de omstandigheden en de blootstelingsduur, de invulling is subjectief en

intuïtief bepaald en het aantal blootgestelden wordt niet in rekening gebracht. Door de

vermedigvuldiging van de scores bij Kinney krijg je een lineaire reductie van maatregelen, waar niet

noodzakelijkerwijs de grootste score prioritair dient aangepakt te worden en klassiek is; dat elke

maatregel het risico vermindert met 50%.

De SARIER methode heeft als voordeel dat:

het rekening houdt met het aantal blootgestelden

het rekening houdt met de omstandigheden

de score zich beperkt tot 5 gradaties

het de gebruikte waarden beter definieert

het werkt met de risicograaf

maatregelen worden uitgesplitst, afhankelijk van hun risico beperkende invloed

Er bestaan heel wat geschikte methodes voor het opmaken van een risicoanalyse. Elke methode of

het nu gaat over boomstructuren, proces- of participatieve analyses of tal van anderen, heeft zijn

voordelen en tekortkomingen. Het gebruik van de SARIER-o-graaf zal bijvoorbeeld minder geschikt

zijn voor het analyseren van chemische risico’s in een onderneming.

Zie overzicht SARIER-o-graaf in bijlage 3.

Zo geeft de waarde van de blootstelling het aantal blootgestelden X de blootstellingsduur aan.

De waarschijnlijkheid is de blootstelling X de omstandigheid, het risico niveau is de ernst X de

waarschijnlijkheid en het actieniveau is het risiconiveau X de aanvaarding

14

De SARIER methode is oorspronkelijk ontwikkeld door Eric Van de Plas van IDEWE 15

Presentatie van Eddy Van Eenoo – Practische invulling van de SARIER methode 05-06-2012

Page 23: Moederschapsbescherming

23

Blootstelling = Aantal blootgestelden x de blootstellingsduur:

Waarschijnlijkheid = Blootstelling x de omstandigheden:

Omstandigheden

Page 24: Moederschapsbescherming

24

Risico niveau = Ernst x waarschijnlijkheid:

Actieniveau = Risiconiveau x Aanvaarding (aangegeven als RB):

De SARIER methode gaat nog een stap verder dan enkel het risiconiveau aan te geven, maar stelt het

ook in vraag en geeft ook een subjectieve score aan hoe aanvaardbaar een risico is voor een

onderneming. Het aanvaardigsniveau dat ook uit 5 gradaties bestaat (gradaties zijn aangegeven in de

bovenstaande tabel), is afhankelijk van:

de belangrijkheid van het voordeel van het risico

de betrokkenheid bij de schadedrager

de kostenfactor voor verdere risicobeperking

de vanzelfsprekendheid, complexiteit en effectiviteit van maatregelen

enz.

3.1.1 Risicovelden

De risicoanalyse wordt uitgevoerd op het niveau van ‘risicovelden’, dit zijn geïdentificeerde

‘bedrijfsgedeelten’ die benoemd worden als functie, locatie of als specifieke activiteit. Bij Materialise

zijn 19 risicovelden gedefinieerd meestal op basis van een functie16.

Voorbeelden zijn:

1) Op basis van een functie: lakker, afwerker, beeldschermwerker,..

2) Op basis van een lokatie: labo,hoogspanningscabine,..

3) Op basis van een specifieke activiteit: werken op hoogte, werken in een explosieve

atmosfeer,..

16

Input rapport risicoanalyse Ibeve dd. 13-05-2011

Page 25: Moederschapsbescherming

25

Na de analyse van de risicovelden wordt er een globalisatie gemaakt van de risico’s op

organisatorisch niveau volgens 8 gevarengroepen die aangeduid worden met een letter.

A: Zwaartekracht: Vallen, vallende voorwerpen..

B: Menselijke kracht: Fysieke inspanningen, manueel hanteren..

C: Mechanische energie: Contact met bewegende delen, lawaai, trillingen..

D: Thermische energie: Verbranding aan hete voorwerpen..

E: Elektriciteit: Elektrocutie..

F: Elektromagnetische stralingen: UV, laser..

G: Chemische agentia: Contact met gevaarlijke stoffen..

H: Biologische agentia: Besmetting door micro-organismen..

In een volgende fase wordt er een verwijzing gemaakt naar het individu. Op individueel niveau wordt

uiteindelijk afgeleid wie welke risico’s loopt en voor wie welke maatregelen noodzakelijk zijn. Dit

komt tot uiting in het gezondheidstoezicht van elk individu a.d.v. een specifieke code. Bij de

uitwerking wordt er gesteefd naar een multidisciplinaire benadering.

De grootste risico’s zitten in de volgende risicovelden:

Lakker

Arbeider verzending

Magazijnier

Labo (Technisch laborant)

Afwerker

Arbeider LS productie

Al deze risicovelden kunnen sterk verschillende risico’s hebben, om er enkele te noemen; te grote

fysieke belasting, teveel lawaai, blootstelling aan gevaarlijke producten, blootstelling aan

laserstralen, contact met kokend water, enz.. Het overgrote deel van de risico’s zijn voldoende

beheerst (90%) en situeren zich op het niveau van kleine en matige risico’s.

De overige risico’s (10%) zijn deze die kunnen leiden tot arbeidsongevallen en zijn zeer verscheiden

van aard. Het risicoveld met de laagste risico’s is dat van beeldschermwerker.

Tot nu toe was er in de risicoanalyse geen rekening gehouden met zwangere vrouwen of vrouwen

die borstvoeding geven als blootgestelde groep (schadedragers). Aangezien

moederschapsbescherming voor onze onderneming een belangrijk thema is, is het belangrijk om de

risicoanalyse in dit kader aan te passen.

3.1.2 Identificatie en categorieën schadedragers

Eénmaal de risicovelden zijn vastgelegd, worden de schadedragers geïdentificeerd volgens

onderstaand schema. Dit laat toe om de risico’s toe te wijzen aan individuen:

Page 26: Moederschapsbescherming

26

Voorbeeld identificatie schadedragers:

Aa= eigen vakbekwame medewerker

Aa4= eigen medewerker; pas in dienst of in opleiding

Bc3= zwangere poetsvrouw van een externe firma

E5= mindervalide bezoeker

Met code 3 wordt aangegeven dat de schadedrager het kenmerk ‘Zwangerschap of moederschap

(lactatie periode)’ kan hebben.

Voorbeeld risicoanalyse per gevarengroep Risicoveld 1.1 Arbeider medische productie:

Page 27: Moederschapsbescherming

27

Schadedragers per Cat. (Categorie) indeling

B= Blootstelling volgens schadedrager

O= Omstandigheden (volgens MUOPO)

W= Waarschijnlijkheid

E= Ernst

R= Risiconiveau

RB= Actieniveau

R nr.= Gevarengroep en volgnr (A staat voor Zwaartekracht: Vallen, vallende voorwerpen..)

3.1.3 MUOPO analyse

Ook wordt er op organisatorisch niveau en per risicoveld een MUOPO analyse gemaakt die aangeeft

welke omstandigheden een risicoverhogende (+) of risicoverlagende (-) invloed hebben.

Voorbeeld MUOPO analyse Risicoveld 1.1 Arbeider medische productie:

R nr.= Gevarengroep en volgnummer

De risicofactoren worden naarmate ze een risicoverhogende of verlagende invloed hebben als volgt

gekwantificeerd:

Zoals reeds aangehaald zijn er 19 risicovelden gedefinieerd, die in de risicoanalyse per gevarengroep

zeer gedetailleerd worden uitgewerkt. Er wordt ook een indeling gemaakt in functie van het type

gezondheidsschade: letsels, (beroeps)ziekten, lichamelijke hinder. De risico’s voor psychosociale

aspecten werden nog niet geëvalueerd, maar dit werd opgenomen in het JAP en zal gedeeltelijk

Page 28: Moederschapsbescherming

28

overgedragen worden naar 2014 m.b.t. participatieve raadpleging (planning werkgroepen 11 en 18

juni 2014).

3.2 Te analyseren risico’s moederschapsbescherming

Afhankelijk van het risicoveld zijn onderstaande risico’s al of niet van toepassing op een individu in

onze organisatie. De onderstaande lijst is een opsomming van de risico’s tijdens zwanger- of

moederschap. Specifiek zal in hoofdstuk worden ingegaan op het voorbeeld van risicoveld ‘Arbeider

medische productie’.

Fysische agentia, waarvan is bewezen en wordt aangenomen dat het de zwangerschap kan

beïnvloeden (is niet van toepassing voor Materialise NV tijdens de lactatie):

Schokken en trillingen

Het tillen van zware lasten (manueel hanteren van lasten >10kg tijdens de laatste trimester

van de zwangerschap)

Lawaai (>80dBA)

Ioniserende straling (Uit de risico identificatie is gebleken dat medewerkers die actief zijn op

grondgebied van Materialise NV geen blootstelling hebben en dus geen dosis overschreiding

hebben. Wel kan er blootstelling plaatsvinden tijdens de activiteiten buiten Materialise NV,

tijdens kadaver studies en labtesten. Voor het risicoveld 1.19 ‘Medical device development’

wordt deze schadedrager mee opgenomen in de risicoanalyse)

Extreme koude of hitte (Enkel >30°C van toepassing bij Materialsie NV)

Bewegingen, houdingen en verplaatsingen, geestelijke en lichamelijke vermoeidheid, andere

lichamelijke belastingen in verband met de werkzaamheden met gevaar voor agressie voor

de werkneemster.

Biologische agentia, waarvan is aangetoond of wordt aangenomen dat ze de gezondheid van

zwangere vrouwen en ongeboren kinderen in gevaar kunnen brengen en idem tijdens de lactatie

periode, zoals vb. Virussen; hepatitis, HIV.., bacteriën; tuberculose en Parasieten (Uit de risico

identificatie is gebleken dat medewerkers die actief zijn op grondgebied van Materialise NV geen

blootstelling hebben die kunnen gevolgen hebben voor de zwanger- of moederschap. Wel kan er

blootstelling plaatsvinden tijdens de activiteiten buiten Materialise NV (bij derden), tijdens het

uitvoeren van kadaver studies en labtesten. Voor het risicoveld 1.19 ‘Medical device development’

wordt blootstelling aan biologische agentia opgenomen in de risicoanalyse.

Chemische agentia:

Gevaarlijke stoffen voor mens en leefmilieu met de volgende R-zinnen (gevaren of

waarschuwingszinnen); R40,R45,R46,R47,R49, R60-R64

o R 40: Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. o R 45: Kan kanker veroorzaken. o R 46: Kan erfelijke genetische schade veroorzaken. o R 47: Kan geboorteafwijkingen veroorzaken (R-zin werd geschrapt 6 augustus 2001) o R 49: Kan kanker veroorzaken bij inademing. o R 60: Kan de vruchtbaarheid schaden.

Page 29: Moederschapsbescherming

29

o R 61: Kan het ongeboren kind schaden. o R 62: Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid. o R 63: Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind. o R 64: Kan schadelijk zijn via borstvoeding.

Kankerverwekkende agentia

Gevaarlijke chemische agentia die via de huid worden opgenomen, een vb. bij Materialsie NV

is opname van tolueen via de huid bij gebruik van lak spuitbussen (tolueen behoord tot de

chjemische klasse van aromatische verbindingen)

Activiteiten of processen waar chemische reacties plaatsvinden of waar chemische stoffen

vrijkomen, bijvb in de lakcabine waar met solvent lakken wordt gewerkt

Arbeidsomstandigheden:

Psychologische belasting veroorzaakt door de werkomstandigheden en activiteiten die

risico’s van agressie en geweld inhouden

Bewegingen en houdingen die vermoeidheid en fysieke belasting teweegbrengen

Verbod op overwerk (er zijn uitzonderingen, bijvb. Leidinggevende en vertrouwensfuncties)

en nachtwerk (van 20h tot 8h en niet later dan 8 weken voor de VBD). Zie ook CAO nr. 46

3.3 Identificatie schadedragers volgens risicoprofiel

In de Sarier risicoanalyse worden de schadedragers gedefinieerd inclusief de vorm en duur van

blootstelling. Alle aangegeven schadedragers in de risico analyse hebben een cijfer code 3, hetzij

zwanger- of moederschap (lactatie).

In de aangegeven risicoanalyse 1.19 van de ‘Ontwikkeling medische hulpmiddelen’ (zie bijlage 1) zijn

dit mogelijke schadelijke effecten tijdens de zwangerschap:

Gevaren Schade

Gevarengroep Agentia Uitingsvorm Letsel

Menselijke kracht Bijwonen kadavertesten, operaties,..

Landurig rechtstaan, statische belasting onderste ledematen

Rugklachten, spataderen

Chemische agentia Producten Blootstelling aan producten

Ongekende effecten

Biologische agentia Kadavers Blootstelling aan kadavers

Schade aan het ongeboren kind

Tijdens de lactatie is de blootstelling aan chemische en biologische agentia ook een gevaar en schade

kan optreden via vb. moedermelk aan de baby.

De agentia die schade kunnen aanrichten worden aangegeven in de kwartaallijst van het

gezondheidstoezicht (IDEWE) en zijn volgende codes:

3110: Biologische agentia (niet welbewuste activiteit)

Page 30: Moederschapsbescherming

30

3643: Mycobacterium Tuberculosis

3832: Virus Hep A

3843: Virus Hep B,C,D,..

Alle medewerkers met bovenstaande risico’s worden jaarlijks opgeroepen in het kader van het

gezondheidstoezicht. De resultaten van de risicoanalyse wordt kenbaar gemaakt en staat ter

beschikking van de hiërarchische lijn en van alle betrokken werknemers. Idem voor de procedure

moederschapsbescherming.

Ook is er voor het risicoveld 1.19 ‘Ontwikkeling medische hulpmiddelen’ een MUOPO analyse

gemaakt en bijgevoegd in bijlage 2.

4. Risicobeheersing

4.1 Definiëren van acties

Na het uitvoeren van de risicoanalyse is het belangrijk om acties te definiëren en maatregelen te

treffen om de risico’s aan te pakken volgens de preventie hiërarchie. In dit hoofdstuk worden de

acties en maatregelen besproken zoals aangegeven in het risicoveld 1.19 ‘Ontwikkeling medische

hulpmiddelen’. Het principe van PDCA (Plan-Do-Check-Act) werd toegepast voor volgende 9 acties/

maatregelen:

1. Aanpassen risicoanalyse per functieprofiel

2. Toekennen van de gezondheidscodes voor betrokken werknemers en het organiseren van de

nodige vaccinaties

3. Communicatie en informatie aan alle betrokken werknemers

4. Het nemen van collectieve en persoonlijke beschermingsmaatregelen tijdens kadaverstudies

(extern)

5. Het voorzien van een ‘lactatieruimte’ op het terrein van Materialise NV

6. Het aanpassen van de arbeidsomstandigheden indien dit vereist is (fysische, biologische en

chemische agentia en arbeidsomstandigheden)

7. Werkhervatting (medisch onderzoek)

8. Borstvoedingspauzes (Informatief en ruimte voorzien)

9. Informatiebrochure voorzien

Deze gedefinieerde acties komen in detail aanbod in 4.1.2 Werkwijze – Stappenplan en in 4.1.4

Communicatie en praktische implementatie. Tijdens de bespreking wordt aangegeven in welke

periode van de zwangerschap er acties of maatregelen vereist zijn, zoials aangegevne in het schema

in hoofstuk 4.1.2.

Alle bovenstaande punten zijn besproken met afdeling Human Resources (HR) en zijn aanbod

gekomen in één of meerdere CPBW’s.

Page 31: Moederschapsbescherming

31

4.1.1 Aanpassing risicoanalyse per functie

Alle rolprofielen zijn gekoppeld aan risicovelden, zoals aangegeven in 3.1.1 (lijst van risicovelden

waar vrouwen actief zijn) en zijn gedocumenteerd in de kwartaal-namenlijst van het

gezondheidstoezicht. Elke functie en dus ook elke medewerker heeft één of meerdere risicocodes.

Overzicht van de risicovelden:

Nr. Risicoveld Vrouwelijke werknemers

1.1 Arbeider medische productie x

1.2 Afwerker x

1.3 Arbeider SLS productie

1.4 Arbeider .MGX

1.5 Lakker

1.6 Poetshulp x

1.7 Opkuis B

1.8 Onderhoudsarbeider

1.9 Arbeider verzending

1.10 Magazijnier

1.11 Onderhoudstechnicus Mammout

1.12 Onderhoudstechnieker SLS

1.13 Beeldschermwerker algemeen x

1.14 Beeldschermwerker productie x

1.15 Beeldschermwerker reiziger

1.16 Technisch laborant

1.17 Klusjeswerker

1.18 Facilities manager

1.19 Medical device development x

1.20 Werknemer 3D printing metaal (New – tbd april 2014)

De medewerkers met een risicoprofiel dat niet gekoppeld is aan één van de codes die vallen onder

een verhoogd risico, kunnen hun activiteiten tijdens de zwangerschap en lactatie gewoon verder

zetten. Van de 19 risicovelden zijn er zes waar vrouwelijke werknemers vandaag actief zijn. Het

administratief personeel dat niet in contakt komt met één van de aangegeven schadedragers, o.a.

beeldschermwerker (code 8120) kunnen hun normale activiteiten verder zetten. Dit is schematisch

voorgesteld in het volgende hoofdstuk 4.1.2 Werkwijze-Stappenplan.

4.1.2 Werkwijze - Stappenplan

De werkwijze is overzichtelijk weergegeven in een stappenplan en omvat alle informatie van melding

aan de werkgever, afspraak met de arbeidsgeneesheer-preventieadviseur, informatie verstrekking en

eventueel overleg met de werkgever, wetgevende verplichtingen en restricties tot

werkpostaanpassing, mutatie of zelfs verwijdering via FBZ (RIZIV).

Page 32: Moederschapsbescherming

32

Stappenplan:

Vanaf het allereerste ogenblik dat de werkneemster de melding van zwangerschap aangeeft aan de

hiërarchische lijn of het attest zwangerschap bezorgt aan de personeelsadministratie van de

werkgever start het stappenplan. De verwittiging van de werkgever kan op om het even welke

manier (via briefwisseling, via E-mail of zelfs mondeling) gebeuren. De werkneemster heeft er alle

belang bij om de werkgever zo snel als mogelijk op de hoogte stellen, omwille van o.a. wettelijke

beschermingsmaatregelen, ontslagbescherming en het recht op afwezigheid voor o.a. consultaties

tijdens de werktijd. De werkgever kan zwangerschap niet inroepen als ontslagreden en wettelijk is de

zwangere beschermt tegen ontslag vanaf melding tot een maand na het bevallingsverlof. Deze

periode kan verlengt worden omwille van postnatale rust.

Zodra de zwangerschap is aangemeld bij de werkgever wordt er een afspraak vastgelegd bij de

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.

De zwangere werkneemster zal afhankelijk van het risicoveld en het functieprofiel al dan niet een

werkaanpassing of toekenning van een andere taak krijgen. Indien hier geen mogelijkheden zijn en

stopzetting van de arbeid noodzakelijk is, zal de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een aanvraag

indienen bij het Fonds voor beroepsziekten. Zie punt 5.6 en 5.7 van de procedure C.08.01

Moederschapsvbescherming in bijlage 4.

Indien de zwangere werkneemster blijft werken al dan niet met werkaanpassing, zal er tijdens de

laatste 3 maanden voor de vermoedelijk bevallingsdatum gekeken worden of er restricties zijn naar

het heffen en tillen van lasten en dit tot aan de verplichte moederschapsrust die normaal ten

Page 33: Moederschapsbescherming

33

vroegste ingaat op zes weken tot de vermoedelijke bevallingsdatum (VBD) en kan lopen tot één week

(minimale tijd) tot aan de VBD. Als blijkt dat er een restrictie is, dan is het toekennen van een andere

taak een optie. Indien dit niet kan, zal er een stopzetting zijn van de activiteit.

Bij stopzetting is er een loon compensatie voorzien, zoals beschreven in de wetgeving en in de

procedure C.08.01 Moederschapsbescherming in bijlage 4.

De verplichte post-natale moederschapsrust is 9 weken, te rekenen vanaf de bevallingsdatum en 15

weken (betaald lactatieverlof). Bij tweelingen of meerlingen kan deze periode verlengt zijn met 2-4

weken.

Het is ook bij wet verplicht om een risicoanalyse uit te voeren die betrekking heeft op de

werkneemster die borstvoeding geeft . Tijdens deze lactatie periode wordt opnieuw afhankelijk van

her risicoveld en het functieprofiel gekeken of werkaanpassing of het toekennen van een andere taak

noodzakelijk is. Indien niet, kan tijdens de lactatie periode de stopzetting van de activiteiten

noodzakelijk zijn tot 7 maand na de bevalling met uitbreiding tot 9 maand. Ook hier gelden de zelfde

voorwaarden m.b.t. loon compensatie en de aanvraag aan het FBZ via de preventieadviseur-

arbeidsgeneesheer.

De specifieke adaptie procedure is hier niet besproken (vaderschaps- of moederschapsverlof van 2

maand).

4.1.3 Procedure moederschapsbescherming

Zie bijlage 4 als ref. C.08.01 Moederschapsbescherming

4.1.4 Communicatie en praktische implementatie

Gezien de noodzaak om zwangere werknemers te beschermen tijdens hun activiteiten voor

Materialise NV, zijn de acties die gedefinieerd zijn in 4.1 hier verder besproken

Praktische implementatie:

1. Aanpassen risicioanalyses per functieprofiel

Alle risicoanalyses met functieprofiel waar vrouwen actief zijn, krijgen prioriteit naar analyse en

aanpassing. Het beschreven risicoveld 1.19 Ontwikkeling medische hulpmiddelen is als voorbeeld

aangegeven in dit eindwerk. De aanpassen van de andere risicovelden is opgenomen in het JAP 2014.

Alle nieuwe opgezette risicovelden, zoals 1.20 Arbeider 3D printing metaal, worden onmiddellijk

aangepast met zwanger- of moederschapsbeschermingsrisico’s.

2. Toekennen van de gezondheidscodes voor betrokken werknemers en het organiseren van de

nodige vaccinaties

Page 34: Moederschapsbescherming

34

Als resultaat van de implementatie van de risico-codes volgens de risicoanalyse 1.19 Ontwikkeling

medische hulpmiddelen, zijn er 13 personen waarvan 4 vrouwen die 4 additionele codes toegekend

krijgen in het overzicht van het gezondheidstoezicht en jaarlijks zullen worden gescreend. Er is een

immuniteitsonderzoek en een vaccinatie programma gestart voor elke van deze 13 werknemers.

3. Communicatie en informatie aan alle betrokken werknemers

Tijdens de aanwerving worden volgende documenten besproken met de betrokkenen:

1. Materialise NV Paspoort (Manifesto over onze missie-visie en waarden)

2. Arbeidsreglement

3. Onthaalbrochure

4. Risicoanalyse

5. Informatiebrochure (zie punt 9)

De risicoanalyse zit in ons intern ‘Learning & Development’ systeem. Wijzigingen aan de risicoanalyse

wordt aan de betrokkene medegedeeld via deze L&D database a.d.h.v. een persoonlijke e-mail.

We hebben in het JAP van 2013 en 2014 als actie opgenomen om de opleiding ‘hiërarchische lijn’

voor alle leidinggevende regelmatig te organiseren. In 2013 zijn er reeds 3 sessies georganiseerd en

voor Q2-2014 staat er ook een opleiding ‘hiërarchische lijn’ op het programma (is een 3 uur durende

sessie die gegeven wordt door onze externe dienst IDEWE). Via deze weg willen we de gemaakte

afspraken uitdragen en de opvolging bestendigen en toezien op de toepassing ervan.

4. Het nemen van collectieve en persoonlijke beschermingsmaatregelen tijdens kadaverstudies

(extern)

Bij de risicoanalyse is gebleken dat de omstandigheden bij externe kadaverstudies niet altijd volgens

de juiste wetgevende en afgesproken uitvoering volgens de preventieprincipes gebeurt. Het is ook

gebleken dat praktisch de labo’s waar er wordt gewerkt geen preventiemaatregelen nemen tov

externe, idem voor de buitenlandse labo’s.

Daarom werden er volgende maatregelen genomen:

Aanschaf en verplicht gebruik van PBM’s; hetzij veiligheidsbril (wondvocht),

veiligheidsschoenen (vallende zware voorwerpen of werktuigen), veiligheidshandschoenen

(gebruik van scalpels) en beschermkledij (wegwerp-overal).

Opvraag van attesten waarop de labo’s de kadavers screenen of testen. Zie voorbeeld bijlage

5 Labo’s die hier niet voldoen aan de minimale veiligheids- en preventievoorschriften zullen

aangezocht worden om zich in lijn te stellen en indien dit niet kan volgens de afspraken,

zullen er in de toekomst geen onderzoeken meer plaatsvinden.

Aankoop en in gebruik name van een autoclaaf om gebruikte ‘mogelijks’ gecontamineerde

gereedschappen in te steriliseren (20 minuten op 121°C) nadat ze eerst ter plaatse (locatie

labo) in een detergent worden ondergedompeld voor 15 minuten alvorens te transporteren

en te steriliseren.

Page 35: Moederschapsbescherming

35

Toestel: Tuttnauer

Zie onder punt 2 het voeren van een immuniteitsonderzoek en het introduceren van een

vaccinatie programma voor de betrokken werknemers

5. Het voorzien van een ‘lactatieruimte’ op het terrein van Materialise NV

Zie verder punt 8 borstvoedingspauzes

6. Het aanpassen van de arbeidsomstandigheden indien dit vereist is (fysische, biologische en

chemische agentia en arbeidsomstandigheden)

Van zodra de melding van zwangerschap wordt doorgegeven aan de werkgever, wordt het

stappenplan doorlopen zoals beschreven onder 4.1.2. Zie procedure C.08.01

Moederschapsbescherming onder punt 5. Een inventaris van gebruikte chemische agentia op welke

specifieke afdelingen enof deze al dan niet voorkomen in de R-zinnen risicolijst (zie hoofdstuk 3.2)

dient nog opgesteld te worden. De fysische agentia zijn wel in kaart gebracht d.m.v. o.a.

geluidsmetingen. Zo zijn er o.a. 32 werknemers die gebruik maken van op maat gemaakte

gehoorbescherming tijdens het werken met perslucht. Met betrekking tot de biologische agentia, is

dit enkel van toepassing voor het risicoveld 1.19 en dit werd reeds uitvoerig besproken. Toch zal met

elke zwangere werknemer apart gecommuniceerd worden over de te nemen maatregelen en de

omstandigheden van de activiteiten uit te voeren tijdens of na de zwangerschap.

7. Werkhervatting (medisch onderzoek)

Elke zwangere werkneemster die na de bevallingsrust haar activiteiten terug wil opnemen in de

organisatie wordt eerst gezien door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Een consultatie wordt

door Materialise NV ingepland in samenspraak met alle partijen. Zie procedure C.08.01

Moederschapsbescherming onder punt 5.11.

8. Borstvoedingspauzes (Informatie verstrekken en een ruimte voorzien)

Tijdens de lactatie wordt er tijd (max 2x een half uur voor- en namiddag) en een ruimte voorzien om

te kunnen afkolven. Er is tevens een koeleenhied voorzien om de moedermelk koel te bewaren. (zie

hierna foto’s van de inrichting) Deze ruimte is ook ingericht als EHBO lokaal en ook wordt gebruikt als

dokterskabinet door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer tijdens het gezondheidstoezicht. Er is

een in hoogte verstelbare ligtafel voorzien die kan gebruikt worden voor zowel het

Page 36: Moederschapsbescherming

36

gezondheidstoezicht of als ‘lactatie-tafel’ om een meer ergonomische houding aan te nemen tijdens

de borstvoedingspauze.

Ruimte lactatie voor de inrichting:

Ruimte EHBO/ lactatie/ onderzoeksruimte voor de arbeidsgeneesheer-preventieadviseur tijdens het

gezondheidstoezicht na de inrichting ervan:

Page 37: Moederschapsbescherming

37

9. Informatiebrochure voorzien

Er zal door HR een moederschaps-informatiebrochure worden gemaakt in samenspraak met de

externe dienst IDEWE en de interne preventieadviseur. Deze brochure zal aan alle nieuwe

vrouwelijke werknemers worden meegegeven en ook wanneer iemand zich meldt als zijnde zwanger.

Deze brochure dient samen met de procedure C.08.01 informatie te verschaffen die belangrijk is voor

de komende periode van zwanger- en moederschap.

Rol van het CPBW en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in de communicatie en de praktische

implementatie:

Het is de rol van het CPBW om de voorgestelde adviezen ten gronde te evalueren om deze

risicogroep te beschermen binnen de organisatie. Ze dienen mee te werken aan het borgen van de

gemaakte afspraken, al of niet via het arbeidsreglement of via andere communicatie kanalen. Het

Comité ziet erop toe dat de genomen beslissingen worden doorgevoerd. Bij Materialise NV gebeurt

dat via het PDCA principe en besproken punten worden gedocumenteerd in het maandelijks CPBW

verslag indien de voortgang werd besproken uiteraard.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer houdt toezicht op de introductie van nieuwe risico’s door

advies te geven over nieuwe chemische of biologische agentia, via het gezondheidstoezicht (vb.

fysische agentia), via consultaties van de betrokken risicogroep, via regelmatige deelname aan het

CPBW en via de jaarlijkse bedrijfsrondgang. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer geeft advies

over de verhoogde risico’s en past het stappenplan toe(zie 4.1.2).

4.2 Overzicht maatregelen

Het overzicht van de maatregelen heeft als doel de Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober

1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de

veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de

bevalling en tijdens de lactatie, op te volgen.

Page 38: Moederschapsbescherming

38

Alle van toepassing zijnde overwegingen en richtlijnen zijn besproken en zijn aanbod gekomen onder

hoofdstuk 4.

5. Toepassing van de maatregelen

Door dit thema aan te pakken in onze organisatie en stelselmatig acties af te tikken hebben we

verbetering kunnen realiseren. Het is nu aan de betrokkenen om de toepassing van de maatregelen

te bestendigen en op te volgen. Enerzijds zijn het de leidinggevenden in onze organisatie die hierop

toezien (zie gemaakte afspraken onder 4.1.4 punt 3) en anderzijds is er de rol van het CPBW en de

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.

Alle informatie die ter beschikking is, kan geraadpleegd worden via ons online intranet platform

‘SharePoint’ en/of via de Learning & development database.

Indien er tijdens deze ‘check’ en ‘act’ fase van de PDCA vaststellingen worden gedaan die niet in lijn

zijn met de gemaakte afspraken of indien er verdere informatie en communicatie nodig blijkt, kan

hier op geageerd worden en kan dit besproken worden met de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

of kan dit besproken worden in het CPBW.

De reacties uit de organisatie, zowel van de betrokkenen als van de hiërarchische lijn over de

getroffen maatregelen en de toepassing ervan, zijn alleszins zeer positief.

Besluit

Toegegeven, de voorbije 10 maanden zijn hectische maanden geweest sinds de start van het project

rond moederschapsbescherming. Maar we kunnen met recht en rede trots zijn op wat we

verwezenlijkt hebben tijdens deze periode. Het toepassen van de PDCA aanpak is meer dan een

surplus om op een structurele manier te komen tot verbetering. Het hebben van een kader en een

overlegorgaan om dit te realiseren, zijn voorwaarden om te komen tot continue verbetering. Samen

met wat goede wil, doorzettingsvermogen en overtuigingskracht zijn dit voorwaarden om te slagen.

Ik zou in dit eindwerk nog een aantal getuigen verklaringen kunnen opnemen, maar heb bewust

gekozen om dit niet te doen. Het gaat tenslotte om structurele verbeteringen door te voeren in onze

organisatie en dan doen de uitspraken van 10 maanden gelegen vandaag niet meer ter zaken. We

zijn over deze periode van niets (m.b.t. moederschapsbescherming) naar een gestructureerd geheel

gegaan en hebben dit geborgd in de organisatie. Het is verder aan ons om ook de laatste lopende

acties verder te implementeren en de gemaakte afspraken te laten bestendigen en verder op te

volgen.

Het bewijst nogmaals dat met verenigde krachten en duidelijkheid met betrekking tot

verantwoordelijkheden en door de proces eigenaar (lees: preventieadviseur) een mandaat te geven,

we tot heel veel in staat zijn. We hebben trouwens een pluim gekregen van het FOD WASO tijdens

Page 39: Moederschapsbescherming

39

een onaangekondigd bezoek (29 april laatstleden) over onze aanpak rond dit thema (brief dd. 09 mei

2014).

Page 40: Moederschapsbescherming

40

Gebruikte afkortingen

KB: Koninklijk Besluit

MB: Ministrieel besluit

CODEX: Reglementering welzijn op het werk

ARAB: Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming

IDPBW: Interne dienst preventie en bescherming op het werk

FOD WASO: Federale overheidsdienst, werk, arbeid en sociaal overleg

SARIER: Systematische Analytische Risico Inventarisatie, Evaluatie en Registratie van arbeidsrisico’s

BU: Business Units

TBE: Technische bedrijfseenheid

Ortho: Orthopedische medische hulpmiddelen

CMF: Cranio Maxillofacial

BME: Biomedical Engineering

CP: Centrale Productie

AMS: Additive Manufacturing Solutions

FDM: Fused deposition modeling

CPBW: Comité preventive en bescherming op het werk

MSDS: Master safety data sheet

Onsite: Is een internet based software platform om 3D CAD ontwerpen te laten 3D printen.

HQ: Hoofdbureau in Leuven

BeSWIC: Belgian Safe Work Information Centre

FTE: Full time equivalent – Voltijdse betrekking (40h/ week)

Mbt: Met betrekking tot

HR: Human Resources – Personeelszaken

Adv: aan de hand van

LS: Laser sintering

MUOPO: Mens, Uitrusting, Omgeving, Product (Materiaal) en Organisatie

VBD: Verwachte bevallingsdatum

PDCA: Plan-Do-Check-Act

L&D: Learning & Development

Page 41: Moederschapsbescherming

41

Geraadpleegde bronnen

-Cursus teksten Prevent Academy; ‘opleiding basisvorming multidisciplinaire’ (voorjaar 2013) en

‘opleiding preventieadviseur arbeidsveilighied niveau II (najaar 2013)

-CODEX welzijn op het werk via de website van de federale overhiedsdienst, werk, arbeid en sociaal

overleg. www.werk.belgie.be

-Prebes information via wikiprebia. www.prebes.be

-Prebes publicaties:

-NACE-BEL code: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/gegevensinzameling/nomenclaturen/nacebel/

-Welzijnswet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun

werk

-KB 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op hun werk

-KB 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités preventie en bescherming

op het werk

-BeSWIC

http://www.beswic.be/nl/news_board/international_protection/?searchterm=moederschapsbesche

rming

-Preventmail nr. 204 - 5 December 2012

-TBE http://www.p-i.be/nl/wetgeving/welzijn-op-het-werk/gemeenschappelijke-dienst-pbw/

-Presentatie van Eddy Van Eenoo over de practische invulling van de SARIER methode dd. 05-06-2012

-De SARIER methode van Eric Van de Plas _ Kluwer Nr. 138 dd. Augustus 2007 www.kluwer.be

ref.:BP/HVAZ-SD7138

-KB 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming inclusief bijlage 1: te evalueren risico’s en bijlage

2: de verboden agentia

-Richtlijn Europese commissie 92/85/EEG Richtlijnen voor de evaluatie van chemische, fysische en

biologische agentia alsmede de industriële procédés welke een potentieel risico vormen voor de

veiligheid of gezondheid op het werk van werknemers tijdens de zwangerschap, na de bevalling of

tijdens de lactatie http://eur-lex.europa.eu

-Werk en ouderschap - Oktober 2012 van de Algemene directie Individuele Arbeidsbetrekkingen en

Humanisering van de Arbied

-Biologische agentia en gezondheid op het werk – Juridische toelichting van de Algemene directie

Humanisering van de Arbeid – Januari 2007

-Arbeidswet 16 maart 1971 en gewijzigde wet van 3 april 1995 Art. 39 tot 44

Page 42: Moederschapsbescherming

42

-KB 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht van de werknemers

-Informatie van ‘De Bakermat’ een expertisecentrum voor kraamzorg

http://www.wegwijsborstvoeding.be/popup/nov06.html

-CAO nr 80 2002 Wetgeving rond borstvoedingspauzes aanpassing CAO 80 bis 13 oktober 2010

(verlenging recht op borstvoedingspauzes van 7 naar 9 maanden)

-CAO nr 46 1990 betreffende nachtarbeid

-‘Paper’ Zwangerschap en ervaringen van de werknemers (2010) – Instituut voor gelijkheid van

vrouwen en mannen – Studie door de Universiteit Hasselt www.ivgm.belgium.be Ref.

D/2010/10.043/12 inclusief de wet van 10 mei 2007 bestrijding discriminatie vrouwen en mannen

-Statistische gegevens ‘Kind in Vlaanderen 2012 van kind en gezin

http://www.kindengezin.be/brochures-en-rapporten/rapporten/over-kind-en-gezin/

Page 43: Moederschapsbescherming

43

Bijlagen

Bijlage 1: Risicoanalyse per gevarengroep Risicoveld 1.19

Ontwikkeling medische hulpmiddelen

Page 44: Moederschapsbescherming

44

Page 45: Moederschapsbescherming

45

Page 46: Moederschapsbescherming

46

Page 47: Moederschapsbescherming

47

Bijlage 2: MUOPO analyse Risicoveld 1.19 Ontwikkeling medische

hulpmiddelen

Page 48: Moederschapsbescherming

48

Page 49: Moederschapsbescherming

49

Page 50: Moederschapsbescherming

50

Bijlage 3: SARIER-o-graaf

Page 51: Moederschapsbescherming

51

Bijlage 4: Procedure C.08.01. Moederschapsbescherming

Procedure Moederschapsbescherming

1.Doel

Deze procedure heeft als doel de zwangere werkneemsters van Materialise NV in te lichten

over de mogelijke gevaren voor zwangere en lakterende werkneemster en maatregelen vast

te leggen om deze risico’s te beperken.

2.Toepassingsgebied

Alle vrouwelijke werknemers van Materialise NV.

3.Verantwoordelijkheden

De zwangere werkneemster is verantwoordelijk om zo snel mogelijk haar directe chef

(hiërarchische lijn) op de hoogte te brengen van de zwangerschap.

De directe chef is verantwoordelijk om de zwangere werkneemster en overloopt de risico’s

en maakt conforme afspraken en kan, indien nodig de werkneemster doorsturen naar de

arbeidsgeneesheer. De arbeidsgeneesheer geeft op zijn/haar beurt de gepaste maatregelen

door aan de directe chef. In geval van trijfel of onduidelijkheid altijd de arbeidsgeneesheer

contacteren.

4.Definities

Risico-evaluatie definitie:

De stoffen, procédés of arbeidsomstandigheden met mogelijke schadelijke terugslag op

zwangerschap of borstvoeding (lactatie periode) zijn:

4.1. Fysische agentia:

Page 52: Moederschapsbescherming

52

a) manueel hanteren van lasten gedurende de laatste 3 maanden van de zwangerschap Bewegingen, houdingen en verplaatsingen : Het herhaaldelijk en gedurende lange tijd hanteren van lasten van meer dan 10 kg kan

een mogelijke schadelijke terugslag hebben op zwangerschap.

Als maatregel kan hier voorzien worden dat de zwangere werkneemsters geen

bestellingen meer moeten prepareren met een hefgewicht van meer dan 10 kg.

b) Schokken , trillingen bij heftruck- en reachtruckbestuurders : Op vraag van een zwangere werkneemster voorziet de werkgever een aangepast werk

c) Lawaai : Zwangere personen die tewerkgesteld worden in een productieomgeving met een

continu geluidsniveau van meer dan 80 dB(A) kunnen verwijderd worden van de

werkplaats en een beroep doen op het fonds van beroepsziekte.

d) Extreme koude of hitte. e) Ioniserende stralingen.

4.2. Biologische agentia

Dit is van toepassing op personen die tewerkgesteld worden bij cadaver studies in een labo

of sterilisatie van gebruikte producten of toestellen die mogelijks besmet zijn.

4.3. Chemische agentia

Zwangere vrouwen mogen niet in aanraking komen met produkten met R40, R45, R46, R47,

R49 en R60-R64

In ons bedrijf gaat het over volgende produkten:

tbd Verder bestaat er risico indien men in contact komt met:

tbd Het contact met de huid moet vermeden worden bij onderstaande produkten:

tbd

4.4. Nachtwerk

Zwangere werkneemsters die nachtwerk uitvoeren kunnen er voor kiezen om de laatste 8

weken van de zwangerschap geen nachtwerk meer uit te voeren. Dit dienen ze dan echter

wel schriftelijke te melden aan de personeelsdienst en hun directe chef.

Page 53: Moederschapsbescherming

53

5.Werkwijze

De werkgever moet een risico-evaluatie uitvoeren van alle werkposten in zijn bedrijf om de

mogelijke gevaren voor zwangere en lakterende werkneemsters op te sporen (zie definitie

onder hoofdstuk 4), dit in samenwerking met de arbeidsgeneesheer en de interne

preventieadviseur.

Risico evaluatie bij risicoprofielen:

Hij legt eveneens de maatregelen vast voor elke werkpost waarvan blijkt dat deze risico’s

inhoudt voor zwangere werkneemsters. De maatregelen moeten aangepast zijn aan het

geval van de betrokken werkneemster, er is tevens een bepaalde gradatie in de wetgeving

voorzien in het nemen van maatregelen :

1. Tijdelijke aanpassing van de werkomstandigheden of van de werktijden

2. Ander passend werk

3. Stopzetten van het werk (vergoeding via de mutualiteit en eventueel het FBZ)

Naast de risico-evaluatie en de eruit voortvloeiende maatregelen, is wettelijk voorzien dat

elke zwangere werkneemster de arbeidsgeneesheer steeds kan raadplegen op basis van

individuele problemen die met haar zwangerschap en haar werksituatie verband houden in

samenspraak met de gynaecoloog.

Page 54: Moederschapsbescherming

54

5.1. Zwangerschapsverlof

Indien de werkneemster niet reeds uit het werk verwijderd was, moet de werkgever haar op

haar vraag verlof geven ten vroegste vanaf de zesde week voor de vermoedelijke

bevallingsdatum. De werkneemster mag geen arbeid verrichten vanaf de zevende dag die

de vermoedelijke bevallingdatum voorafgaat tot minstens 9 weken vanaf de dag van de

bevalling. Op haar verzoek wordt de arbeidsonderbreking na de bevalling verlengd met een

periode waarvan de duur gelijk is aan de periode waarin zij verder heeft gewerkt vanaf de

zesde week voor de werkelijke bevallingdatum. Of vanaf acht weken voor de vermoedelijke

bevallingsdatum in geval van meerlingzwangerschap.

5.2. Zwangerschapsonderzoek

De zwangere werkneemster, die de werkgever op de hoogte gebracht heeft van haar

zwangerschap, heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, met behoud van haar

normaal loon, gedurende de tijd die nodig is voor de zwangerschapsonderzoeken, wanneer

deze niet kunnen plaatsvinden buiten de arbeidsuren. De werkneemster moet de werkgever

vooraf op de hoogte stellen van haar afwezigheid.

Page 55: Moederschapsbescherming

55

Praktijk:

De zwangere werkneemster zal in de mate van het mogelijke , de

zwangerschapsonderzoeken laten plaatsvinden buiten de normale werkuren. Indien dit niet

mogelijk is, brengt de zwangere werkneemster de werkgever minimum 48 uur op voorhand

op de hoogte. Bovendien levert zij nadien het bewijs dat zij op consultatie is geweest.

5.3. Bescherming tegen ontslag

De werkgever kan een zwangere werkneemster niet ontslaan omwille van haar

zwangerschap, vanaf het ogenblik dat hij werd ingelicht omtrent de zwangerschap tot een

maand na het einde van de postnatale rustperiode. Ontslag om reden vreemd aan de

zwangerschap kan wel, doch de werkgever moet hiervan het bewijs leveren.

Praktijk:

Van zodra de zwangere werkneemster haar medisch attest heeft binnengebracht op de

personeeldsdienst, is zij beschermd.

5.4. Maatregelen bij gevaarlijke arbeid.

Voor alle werkzaamheden die de betrokken werkneemster aan een gevaar kunnen

blootstellen, evalueert de werkgever de aard, de mate en de duur van deze blootstelling

teneinde de maatregelen vast te stellen die hij moet treffen. De werkgever moet onmiddellijk

een maatregel toepassen voor risico’s waaraan elke blootstelling moet worden verboden en

waarvan de lijst bij KB is vastgesteld.

5.5. Medisch onderzoek

De werkneemster op wie een maatregel van moederschapbescherming wordt toegepast

(aanpassing van werk of geen nachtarbeid) wordt gezien door de arbeidsgeneesheer die zijn

beslissing neerschrijft op het formulier van de gezondheidsbeoordeling. Indien geen

passend werk kan worden geboden, wordt de arbeidsovereenkomst van de betrokken

werkneemster geschorst. Binnen de acht dagen na de werkhervatting is voor de betrokken

werkneemster eveneens een medisch onderzoek voorzien.

Praktijk:

Van zodra de personeelsdienst van Materialise NV op de hoogte is gesteld via een medisch

attest van de zwangerschap , zal de personeelsdienst een afspraak vastleggen met de

arbeidsgeneesheer.

Page 56: Moederschapsbescherming

56

5.6. Fonds voor beroepsziekten

Bij verwijdering van zwangere werkneemster uit specifieke risico’s op het werk

(postenmutatie of werkonderbreking) , kan ook het fonds voor beroepsziekten tussenkomen:

de eerste maand 80 % en nadien 90% van het basisloon. Vanaf de zesde week voor de

bevalling geldt de gewone vergoeding door de ziekteverzekering. (art. 37 – 3juni 1970-

gecoördineerde wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten)

Het FBZ komt nooit tussen in de verwijdering na de bevalling tijdens de periode van de

borstvoeding.

Praktijk:

Personen die tewerkgesteld worden in zones waar het geluidsniveau hoger is dan 80 dB(A) ,

kunnen via de arbeidsgeneesheer een aanvraag indienen om een beroep te kunnen doen op

het fonds van beroepsziekte.

Bij Materialise gaat het over de zones:

Medische productie

Lokalen waar perslucht gebruikt wordt zoals, de opkuis of afwerking van stukken.

5.7. Uitkeringen bij gedeeltelijk arbeidsverbod wegens moederschapbescherming (KB 17/10/94)

De werkgever moet, indien mogelijk, aangepast werk geven aan een zwangere

werkneemster, in toepassing van de wet op de moederschapbescherming door:

behoud van het werk met uitsluiting van bepaalde activiteiten of beperking van de mate of duur van blootstelling aan een risico

ander passend werk Hij is dan niet verplicht dezelfde arbeidsvoorwaarden aan te bieden (door verkorting totale

arbeidsduur…) De ziekteverzekering neemt dan 60% van het gederfde loon ten laste

Vergoedingen bij volledige arbeidsonderbreking wegens moederschapbescherming

Het gewaarborgd (maand)loon wordt niet betaald door de werkgever bij arbeidsonderbreking

in het kader van moederschapbescherming

De betrokkene valt onmiddellijk terug op 60% van het begrensd brutoloon, uitbetaald door de

ziekteverzekering.

Bij tijdelijke werkstop omwille van ziekte, betaalt de werkgever wel een gewaarborgd

maandloon.

Tijdens het gewone zwangerschapsverlof (zes weken voor de bevalling en acht weken voor

de bevalling in geval van meerling tot negen weken erna) gelden hogere uitkeringen : 30

dagen aan 82% van het onbegrensd brutoloon, daarna 75% van het begrensd brutoloon.

Page 57: Moederschapsbescherming

57

5.8. Geen overwerk en geen verplichting tot nachtwerk

Zwangere werkneemsters mogen geen overwerk (in de zin van art. 29$2) verrichten.

Bovendien kunnen zwangere werkneemsters niet verplicht worden om nachtwerk uit te

voeren gedurende een periode van 8 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum.

Eventueel ook de eerste 7 maanden van de zwangerschap mits voorlegging geneeskundig

getuigeschrift.

Praktijk:

Bij aanvraag van overwerk dient hiermee rekening gehouden te worden door de directe chef.

Indien een zwangere werkneemster de vraag stelt om geen nachtwerk meer uit te voeren,

moet deze persoon tewerkgesteld worden in de vroege of late ploeg.

5.9. Extreme koud of hitte

Het is verboden zwangere werkneemster tewerk te stellen in een omgevingswarmte boven

30°C (zie bijlage II bij KB van 02 mei 1995 inzake moederschapbescherming ) Het gaat hier

om de WBGT of de effectieve temperatuur.

Praktijk:

Bij Materialise NV komen deze temperaturen enkel voor in de warmste periodes van het jaar,

in combinatie met werkomstandigheden waar ook machines warmte genereren. In volgende

risicoprofielen worden vrouwelijke werkneemsters tewerkgesteld:

1.2 afwerker

1.6 poetshulp

5.10. Biologische agentia

Risico-evaluatie bij Materialise NV

A. Blootstelling aan volgende biologische agentia is verboden voor lakterende werkneemsters.

a. TBC b. Hepatitis A,B,C c. Hiv

Praktijk:

Page 58: Moederschapsbescherming

58

A. Zwangere werkneemsters die cadaver studies mee volgen of uitvoeren krijgen aangepast werk. Zij moeten geen cadaver studies meer uitvoeren en mogen niet meer in contact komen met cadavers of eventueel besmette ptoducten of toestellen.

B. Van toepassing voor alle personen met een risico code 3110, 3643, 3832 of 3843

5.11 Werkhervatting

Voor de werkhervatting na de bevallingsrust wordt er een consultatie ingepland bij de

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer door de werkgever.

6.Referenties

Arbeidswet van 16/3/1971 gewijzigd bij wet van 13/2/1998(BS19/02/1998) en KB van

2/5/1995(BS18/5/1995)

Zie wettelijk register in de bijlage van het eindwerk.

7.Bijlagen

Eindwerk Geert Appeltans_ Opleiding preventieadviseur Niv II najaar 2013.

Informatiebrochure (Actie afspraak Nico Foque – in meeting 03022014)

Page 59: Moederschapsbescherming

59

Bijlage 5: Lijst van labo’s met screening van de kadavers

Zimmer Institute

Adress:

345 E Main Street

Warsaw IN 46580

Serology

done by Science Care

Tests on:

HBsAg = Hepatitis B surface Antigen = antigen dat voorkomt bij het hepatitis B-virus en

gevonden bij mensen die lijden aan Hepatitis B of drager zijn van het hepatitis B-virus

nota: genezen HB of gevaccineerde HB wordt dus niet gedetecteerd.

Anti-HCV = antibodies Hepatitis C Virus = antilichamen die het lichaam aanmaakt tegen het

Hepatitis C-virus en gevonden bij mensen die Hepatitis C gehad hebben.

Anti-HIV-1/HIV-2 = antibodies Humaan Immunodeficientievirus variant 1 en variant 2 =

antilichamen die het lichaam aanmaakt tegen het HIV en gevonden bij mensen die met HIV

besmet zijn.

Report:

Medical Social Summary (including information on bone, cancer, medications, organs,

surgeries, allergies, …)

Causes of Death (primary and secondary causes)

Page 60: Moederschapsbescherming

60

Centre Hospitalier Regional et Universitaire de Lille

Adress:

Centre de Biologie – Pathologie

Lille

Serology

Done by Laboratoire de Virologie

Tests on:

Hepatitis B

o AC Anti HBc

o Anti HBs

o AC Anti HBs

= verschillende serologische merkers die naast het al dan niet geinfecteerd zijn met het

Hepatitis B virus, ook het stadium van de ziekte kunnen aantonen (incubatie, actue HB,

drager, genezen HB, gevaccineerd).

Hepatitis C

o AC Anti HCV = antibodies Hepatitis C Virus = antilichamen die het lichaam aanmaakt

tegen het Hepatitis C-virus en gevonden bij mensen die Hepatitis C gehad hebben.

Immunodeficience humaine

o AC Anti VIH = antibodies Humaan Immunodeficientievirus = antilichamen die het

lichaam aanmaakt tegen het HIV en gevonden bij mensen die met HIV besmet zijn.

Syphilis

o TPHA = Treponema Pallidum Hemaglutination Assay

o VDRL = Venereal Disease Research Laboratory test

= testen op aanwezighied van antilichamen tegen de bacterie die syphilis veroorzaakt

Report: no extra information