MIDDEN-OOSTEN Islam Arabisch socialisme Fundamentalisme TOETS 1136 BRON Twee uitspraken van Mohammed. "Gebeden leiden halverwege naar de hemel, vasten leidt naar de hemelpoort, maar aalmoezen openen de poort." "Moet ik sneuvelen, dan sneuvel ik. Het heeft dus geen enkel nut om voorzichtig te zijn. En val ik, dan wachten mij de eeuwige vreugden van het paradijs." 1 Leg uit welke plaats de uitspraken van Mohammed in het islamitisch geloof innemen. Maak daarbij duidelijk dat soennieten en sjiieten niet dezelfde waarde aan deze uitspraken hechten. 2 Maak duidelijk dat de eerste uitspraak van Mohammed (bron) door radicale Arabische leiders zo geïnterpreteerd kan worden dat ze dient als basis voor het Arabisch socialisme. 3 Waarom mag je het Arabisch socialisme niet marxistisch noemen? 4 Hoe zullen fundamentalistische moslims de tweede uitspraak van Mohammed (bron) interpreteren als het gaat om hun houding tegenover Israël? Leg je antwoord uit.
34
Embed
MIDDEN-OOSTEN TOETS Islam Fundamentalisme 1136histoforum.net/toetsmateriaaltijdvakken/Midden-Oosten.pdf · strijd om zijn geboorteland te bevrijden." BRON III Cartoon uit Israël.
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
MIDDEN-OOSTEN Islam
Arabisch socialisme
Fundamentalisme
TOETS
1136
BRON
Twee uitspraken van Mohammed.
"Gebeden leiden halverwege naar de hemel, vasten leidt naar de hemelpoort, maar aalmoezen openen de poort."
"Moet ik sneuvelen, dan sneuvel ik. Het heeft dus geen enkel nut om voorzichtig te zijn. En val ik, dan wachten
mij de eeuwige vreugden van het paradijs."
1 Leg uit welke plaats de uitspraken van Mohammed in het islamitisch geloof innemen. Maak daarbij
duidelijk dat soennieten en sjiieten niet dezelfde waarde aan deze uitspraken hechten.
2 Maak duidelijk dat de eerste uitspraak van Mohammed (bron) door radicale Arabische leiders zo
geïnterpreteerd kan worden dat ze dient als basis voor het Arabisch socialisme.
3 Waarom mag je het Arabisch socialisme niet marxistisch noemen?
4 Hoe zullen fundamentalistische moslims de tweede uitspraak van Mohammed (bron) interpreteren als het
gaat om hun houding tegenover Israël? Leg je antwoord uit.
MIDDEN-OOSTEN Palestijnse kwestie
Zionisme
Oprichting staat Israël
Suez-crisis
TOETS
1141
BRON I
Doelstellingen van het zionisme, zoals geformuleerd in
het 'Bazeler Program' (1897).
"Het doel van het zionisme is het creëren voor het
joodse volk van een publiekrechtelijk gewaarborgde
woonplaats in Palestina.
Om dit doel te bereiken aanvaardt het congres de
volgende middelen:
De systematische verbreiding van nederzettingen in
Palestina van joodse landbouwers, handwerkslieden
en arbeiders.
De organisatie en federatie van het gehele
jodendom door middel van lokale en algemene
instellingen in overeenstemming met de geldende
wetten.
Het versterken van het joodse sentiment en het
joodse nationale bewustzijn.
Voorbereidende stappen voor het verkrijgen van
zulke regeringstoestemmingen als noodzakelijk zijn
voor het bereiken van het doel van het zionisme."
BRON II
Artikel 22 uit het PLO-Handvest.
"Zionisme is een politieke beweging, organisch
verbonden met wereldimperialisme en vijandig aan alle
bevrijdingsbewegingen en vooruitgang in de wereld.
Het is een racistische en fanatieke beweging in zijn
opbouw; agressief, expansionistisch en kolonialistisch
in zijn doelstellingen; en fascistisch en nazistisch in zijn
methoden. Israël is het gereedschap van de zionistische
beweging en een menselijke en geografische basis voor
wereldimperialisme. Het is een concentratie van en een
startpunt voor imperialisme in het hart van het
Arabische geboorteland, om de hoop van de Arabische
natie op bevrijding, eenheid en vooruitgang, een slag toe
te brengen. Israël is een voortdurende bedreiging voor
de vrede in het Midden-Oosten en de gehele wereld.
Aangezien de bevrijding van Palestina de zionistische
en imperialistische aanwezigheid zal liquideren en de
stabilisatie van de vrede in het Midden-Oosten tot stand
zal brengen, ziet het Palestijnse volk uit naar de steun
van alle vrijzinnige mensen in de wereld en alle
machten van het goede, de vooruitgang en vrede; en
smeekt hen allen, ongeacht hun verschillende neigingen
en oriënteringen, om het Palestijnse volk alle hulp en
steun aan te bieden bij deze rechtvaardige en wettige
strijd om zijn geboorteland te bevrijden."
BRON III
Cartoon uit Israël. Het onderschrift luidt:
'Vredesbesprekingen onder druk van de SU'.
1 De Midden-Oosten-problematiek wordt sterk
bepaald door de Palestijnse kwestie. Leg aan de
hand van bron II uit hoe de Palestijnen zelf de
situatie, waarin zij verkeren, verklaren.
2 Beoordeel of de Palestijnse visie (II) een kritische
toetsing aan de doelstellingen van het zionisme
(I) en aan de omstandigheden waaronder de staat
Israël is gesticht, kan doorstaan. Twee antwoor-
den dus, steeds met een uitleg.
3 Van de cartoon (III kun je stellen dat deze een
ander licht op de Midden-Oosten-problematiek
werpt dan het PLO-Handvest (II) doet. In welk
opzicht heeft de tekenaar van cartoon III een
andere visie op de crisissituatie in het Midden-
Oosten dan het PLO-Handvest? Laat daarbij in je
antwoord duidelijk uitkomen naar aanleiding van
welke conflictsituatie deze tekening gemaakt is.
MIDDEN-OOSTEN Zionisme
Antisemitisme
Immigratie in Palestina
TOETS
1523
BRON
Naar aanleiding van het Vijfde Zionistische Congres in Basel in 1901 verscheen dit affiche. Het onderschrift
luidt: 'Mogen onze ogen uw terugkeer naar Zion met vreugde aanschouwen.'
1 Geef met twee elementen uit de bron aan waardoor op het eind van de negentiende eeuw de Zionistische
beweging ontstaan was.
2 Noem twee omstandigheden waardoor al voor de Eerste Wereldoorlog de immigratie van joden in
Palestina op gang kwam.
3 Beredeneer of je uit het affiche kunt afleiden dat de Zionistische beweging geïnspireerd was door het
joodse geloof.
MIDDEN-OOSTEN Arabisch nationalisme
Positie Groot-Brittannië
Balfour-Declaration
TOETS
1137
BRON
Telegram van de Britse minister Lord Kitchener aan sharif Abdoellah, 1914.
"Groeten aan sharif Abdoellah. Duitsland heeft nu de Turkse regering met goud omgekocht, ondanks het feit dat
Engeland, Frankrijk en Rusland integriteit van het Turkse rijk garandeerden indien Turkije neutraal zou blijven.
Turkse regering heeft tegen de wil van sultan daden van agressie begaan door de grenzen van Egypte te overschrijden
met groepen Turkse soldaten. Indien Arabische natie Engeland bijstaat in deze oorlog, zal Engeland garanderen dat er
in Arabië niet wordt geïntervenieerd en zal het Arabieren elke steun geven tegen externe buitenlandse agressie."
1 Leg uit dat het telegram van Kitchener een beroep deed op de nationalistische gevoelens van de
Arabische leiders. Neem een passende zinsnede uit het telegram in je antwoord op.
2 Noem twee Brits belangen in het Midden-Oosten die Kitchener met dit telegram probeerde te
beschermen.
3 In 1917 kwam de Britse regering met de zogenaamde 'Balfour-declaration'. Wat hield die 'Balfour-
declaration' in?
4 Beoordeel of de 'Balfour-declaration' in overeenstemming of in strijd was met het bovenstaande
telegram van Kitchener. Leg je antwoord uit.
MIDDEN-OOSTEN Balfour-Declaration
White Paper 1922
Britse Midden-Oosten-politiek
TOETS
1139
BRON
Fragment uit de 'Churchill White Paper', bedoeld om de politiek van de Britse regering met betrekking tot haar
mandaat in Palestina toe te lichten, 1922.
"Dit nu is de interpretatie die Zijner Majesteits Regering geeft aan de declaratie van 1917 en de Minister van
Buitenlandse Zaken is van mening, dit zo zijnde, dat deze verklaring niets bevat of impliceert dat ofwel een reden
tot alarm kan zijn voor het Arabische volksdeel van Palestina ofwel een reden tot teleurstelling voor de Joden.
Voor de praktische doorvoering van deze politiek is het noodzakelijk dat de Joodse gemeenschap in Palestina door
immigratie in aantal kan toenemen.
Deze immigratie kan echter niet zo omvangrijk zijn dat zij, op welk moment dan ook maar, de economische
capaciteiten van het land om nieuwkomers op te nemen overtreft. Het is essentieel te benadrukken dat de
immigranten geen belasting mogen vormen voor het volk van Palestina in zijn geheel en dat zij geen enkel segment
van de huidige bevolking mogen beroven van haar werkgelegenheid."
1 Churchill (de toenmalige Britse minister van koloniën) besteedde in het 'White Paper' veel aandacht aan
een in 1917 door de Britse regering afgegeven declaratie. Welke declaratie wordt hier bedoeld? Geef in
het kort ook de inhoud weer.
2 Geef met behulp van bovenstaande bron aan waarom zowel van Joodse als van Arabische kant deze
declaratie gemakkelijk tot een onjuiste interpretatie kon leiden.
3 In het 'White Paper' zette Churchill uiteen welke politiek de Britse regering met betrekking tot haar
Palestijnse mandaatgebied wilde gaan voeren. Noem nu voor de periode 1922-1947 twee ontwikkelingen die
de verwezenlijking van deze politiek steeds moeilijker maakten.
MIDDEN-OOSTEN Balfour-Declaration
Positie Groot-Brittannië
TOETS
1138
BRON I
Brief van de Britse minister Balfour aan Lord Rothschild, 2 november 1917.
"Waarde Lord Rothschild,
Ik heb het genoegen U hierbij namens Zijner Majesteits Regering de volgende sympathieverklaring met het joods
zionistische streven te doen toekomen, welke aan het kabinet is voorgelegd en door dit kabinet is goedgekeurd.
'Zijner Majesteits regering beschouwt met welwillendheid de stichting van een nationaal tehuis voor het joodse
volk in Palestina en zal er naar haar beste vermogen naar streven het bereiken van dit doel te vergemakkelijken,
waarbij duidelijk dient te worden verstaan dat er niets mag worden gedaan dat afbreuk zou kunnen doen aan de
burgerlijke en godsdienstige rechten der bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina of aan de rechten en
de politieke status van de joden in elk ander land.'
Aangenaam zou het mij zijn, wanneer U deze verklaring ter kennis van de Zionistische Federatie zoudt willen
brengen.
Uw
Arthur James Balfour."
BRON II
Uit een Brits-Franse verklaring, 7 november 1918.
"Het door Frankrijk en Groot-Brittannië nagestreefde doel bij het voeren in het Midden-Oosten van de door de
Duitse eerzucht ontketende oorlog bestaat uit de volledige en definitieve emancipatie van de zo lang door de
Turken onderdrukte volkeren en de vestiging van nationale regeringen en bestuursapparaten die hun gezag
ontlenen aan het initiatief en de vrije keuze van de inheemse bevolkingen.
Teneinde deze doeleinden tot uitvoering te brengen zijn Frankrijk en Groot-Brittannië het erover eens dat de
vestiging van inheemse regeringen en bestuursapparaten in het thans door de Geallieerden bevrijde Syrië en
Mesopotamië moet worden aangemoedigd en gesteund, evenals in de landen die nog bevrijd moeten worden,
terwijl deze regeringen, zodra zij feitelijk gevormd zijn, dienen te worden erkend."
1 Waarom kan van de brief van Balfour (I) gesteld worden dat deze in belangrijke mate heeft bijgedragen
tot de crisissituatie in het Midden-Oosten?
2 De Britse regering beschouwde de brief van Balfour (I) niet als een juridisch (dus bindend), maar als een
politiek document jegens de Zionistische Federatie. Leg aan de hand van de tekst van de brief uit wat hier
bedoeld wordt.
3 In beide verklaringen (I, II) doet de Britse regering beloftes. Eén van de Britse regering daarbij was de
Britse belangen te verdedigen, toen het er 1917-1918 naar uitzag dat er in het Midden-Oosten een
machtsvacuüm zou ontstaan. Geef hierop een toelichting door
a eerst uiteen te zetten welke belangen Groot-Brittannië in het Midden-Oosten had,;
b vervolgens uit te leggen waarom er in 1918 een machtsvacuüm in het Midden-Oosten zou
ontstaan;
c tenslotte uit te leggen hoe de Britten dachten hun positie te beschermen door aan Arabieren en
Zionisten beloftes te doen..
4 Maak duidelijk waarom enerzijds de Arabieren beide verklaringen wel met elkaar in strijd achtten,
anderzijds de Britse regering niet. Toon je antwoord vanuit de teksten (I, II) aan.
MIDDEN-OOSTEN Joodse immigratie
Kibboetzim-beweging
TOETS
1531
BRON
Onderstaande bouwplaat van een kibboets verscheen in 1930.
1 Al voor de Eerste Wereldoorlog stichtten joodse immigranten in Palestina de eerste kibboetzim. Leg uit dat
deze nederzettingen
a pasten in de toenmalige omstandigheden in Palestina en
b een uitdrukking vormden van de toekomstvisie van veel joodse immigranten.
2 Maak duidelijk op welk aspect van een kibboets de bouwplaat veel nadruk legt en vervolgens welk aspect
duidelijk onderbelicht blijft.
3 Op de bouwplaat staat: "PRINTED IN ISRAEL". Waarom is dat in zekere zin een merkwaardige
mededeling?
MIDDEN-OOSTEN Joods immigratie
Jodenvervolging in Europa
Houding Groot-Brittannië
TOETS
1529
BRON
In 1938 verscheen in het Palestijnse mandaatgebied deze poster. De tekst luidt: 'Zion – wilt u vragen
naar het welzijn van uw immigranten?'
1 Maak met behulp van zowel de tekst als het beeld van de poster duidelijk in welke historische context deze
geplaatst moet worden.
2 Maak duidelijk dat de Britse autoriteiten in Palestina waarschijnlijk met gemengde gevoelens op deze poster
gereageerd zullen hebben.
MIDDEN-OOSTEN Burgeroorlog Joden-Palestijnen
Rol Groot-Brittannië
Balfour-Declaration
Kibboetzim-beweging
TOETS
1530
BRON
In 1947 werd in de kampen voor ontheemde personen in
Europa (waar veel joden zaten die de vernietigingskampen
overleefd hadden) deze poster ter gelegenheid van 1 mei (de
socialistische Dag van de Arbeid) verspreid met de oproep om
zich te melden voor de 'Haganah', een joodse paramilitaire
organisatie in Palestina, toen een Brits mandaatgebied. Op de
onderste helft staat onder meer: 'Tegen antisemitisme en
fascisme! Tegen het bondgenootschap van het Engelse
imperialisme en de Arabische reactie! Voor een Joodse
socialistische staat!'
1 In welke historische context in
Palestina moet je deze oproep van de
Haganah zien?
2 Op de poster wordt Groot-Brittannië
van imperialisme beschuldigd.
Beredeneer dat deze beschuldiging zou
kunnen voortkomen uit de Britse
politiek met betrekking tot de Balfour-
Declaration.
3 Een paar weken na het verschijnen van
deze poster veranderde de politieke
situatie met betrekking tot Palestina
ingrijpend. Leg dat uit.
4 De poster roept op tot een
socialistische joodse staat. Leg uit dat
de kibboetzim-beweging een
belangrijk onderdeel van het
Israëlische socialisme was.
MIDDEN-OOSTEN Israëlisch-Palestijnse conflict
Verdelingsplan 1947/48
Eisenhower-doctrine
Koude Oorlog
Olie
TOETS
598
BRON I
Fragmenten uit een boodschap van president Eisenhower aan het Amerikaanse Congres, 5 januari 1957, bekend
geworden als de 'Eisenhower-doctrine':
"Het Midden-Oosten heeft plotseling een nieuwe en kritieke stap in zijn langdurige en belangwekkende
ontwikkeling bereikt. In vroeger eeuwen hadden veel van de landen in dat gebied geen volledig zelfbestuur.
Andere volkeren oefenden aanzienlijk gezag in het gebied uit en de veiligheid van de regio was hoofdzakelijk op
hun macht gebouwd. Maar sinds de Eerste Wereldoorlog is er een gestage ontwikkeling naar zelfbestuur en
onafhankelijkheid geweest. De Verenigde Staten heeft deze ontwikkeling verwelkomd en aangemoedigd. Ons land
ondersteunt zonder voorbehoud de volledige soevereiniteit en onafhankelijkheid van elk volk in het Midden-
Oosten.
Deze ontwikkeling naar onafhankelijkheid is over het algemeen een vreedzaam proces geweest. Maar het gebied is
vaak onrustig geweest. Hardnekkige tegenkrachten van wantrouwen en angst met grensschendingen over en weer
hebben een hoge mate van instabiliteit in een groot deel van het Midden-Oosten teweeg gebracht. Nog maar kort
geleden zijn er vijandelijkheden geweest waarbij West-Europese landen betrokken waren die ooit veel invloed in
het gebied uitoefenden. Ook heeft de betrekkelijk grote aanval door Israël in oktober de fundamentele
tegenstellingen tussen dat land en zijn Arabische buren versterkt. Al deze instabiliteit is door het Internationale
Communisme versterkt en, in bepaalde gevallen, gestuurd (…)
De politiek die ik voorstel heeft de volgende onderdelen.
Zij zou, op de allereerste plaats, de Verenigde Staten machtigen om samen te werken met en hulp te verlenen aan
elk volk of groep van volkeren in heel het gebied van het Midden-Oosten met het oog op een krachtige
economische ontwikkeling gericht op de handhaving van nationale onafhankelijkheid.
Zij zou, in de tweede plaats, de regering machtigen in dezelfde regio programma’s van militaire bijstand en
samenwerking op te zetten met elk volk of groep van volkeren die dergelijke hulp wenst.
Zij zou, in de derde plaats, toestaan dat dergelijke bijstand en samenwerking de inzet omvat van de strijdkrachten
van de Verenigde Staten ten einde de territoriale onschendbaarheid en politieke onafhankelijkheid van zulke
volkeren, die dergelijke hulp vragen, veilig te stellen en te beschermen tegen openlijke gewapende agressie van
ieder land dat door het Internationale Communisme wordt gecontroleerd."
BRON II
Uit de officiële verklaring van de regering van de Sovjetunie over de Eisenhower-doctrine, verspreid via het
persbureau TASS, 14 januari 1957:
"In hun poging de grove inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van de staten van het Midden-Oosten en
hun agressieve politiek met betrekking tot deze landen toe te dekken nemen de heersende kringen in de Verenigde
Staten hun toevlucht tot verzinsels over een dreiging jegens de Arabische landen die van de Sovjetunie afkomstig
zou zijn. Deze lasterlijke beweringen zullen niemand op een dwaalspoor brengen. De volkeren van het Midden-
Oosten zijn niet vergeten dat de Sovjetunie altijd de zelfbeschikking der volkeren, de verwerving en consolidatie
van hun nationale onafhankelijkheid heeft verdedigd. Zij hebben uit ervaring geleerd dat de Sovjetunie in zijn
betrekkingen met alle landen standvastig de politiek van gelijkheid en geen inmenging in binnenlandse
aangelegenheden nastreeft. Zij weten ook heel goed dat de Sovjetunie daadwerkelijk het recht van ieder volk
ondersteunt om over zijn natuurlijke rijkdommen te beschikken en deze naar eigen keuze te benutten."
BRON III
Cartoon van Ed Valtman in 'The Hartford Times'.
Links op de prent staan Eisenhower en zijn minister
van Buitenlandse Zaken, Foster Dulles.
1 Eisenhower suggereerde in zijn boodschap
(I) dat vanaf de Eerste Wereldoorlog de
ontwikkeling naar onafhankelijkheid in het
Midden-Oosten zonder al te veel
problemen is verlopen. Maak duidelijk dat
gebeurtenissen/ontwikkelingen in de
periode 1915-1925 kunnen verklaren
waarom die bewering voor het toenmalige
Palestina bepaald niet opging.
2 Volgens Eisenhower (I) was de
ontwikkeling naar onafhankelijkheid in de
meeste gevallen een vreedzaam proces
geweest. In hoeverre voldeden de
ontwikkelingen met betrekking tot
Palestina tussen 1945 en 1948 wel aan deze
stelling en in hoeverre niet? Leg je
antwoord uit.
3 Ontleen aan bron I welke concrete
gebeurtenis de aanleiding vormde voor de
Eisenhower-doctrine. Leg je antwoord uit.
4 De boodschap van Eisenhower (I) en de
TASS-verklaring (II) verwoordden de
Amerikaanse respectievelijk Russische
visie op deze gebeurtenis. Maak duidelijk
dat hieruit blijkt dat het conflict in het
Midden-Oosten onderdeel van de Koude
Oorlog was geworden.
5 Vat in je eigen woorden doel en middelen
van de Eisenhower-doctrine (I) samen.
6 Beoordeel aan de hand van bron III hoe de
Eisenhower-doctrine in de Verenigde
Staten zelf ontvangen werd. Leg je
antwoord uit door de prent te beschrijven.
7 Eisenhower (I) beloofde militaire bijstand
aan alle landen in het Midden-Oosten. Leg
uit dat je zou kunnen stellen dat de
Verenigde Staten door die belofte enigszins
klem kwamen te zitten tussen de Koude
Oorlog en Israël.
8 In bron II noemt de regering van de
Sovjetunie een motief voor de
Amerikaanse belangstelling voor het
Midden-Oosten, dat in de boodschap van
Eisenhower (I) ontbreekt. Geef zo concreet
mogelijk aan welk motief dat was. Leg
daarbij ook uit waarom Eisenhower
hierover niet sprak.
MIDDEN-OOSTEN Zionisme
Verdelingsplan VN
Koude Oorlog
TOETS
1140
BRON III
Tekening van Opland, 22 februari 1947. Het onderschrift
luidt: 'De vondelingetjes'.
BRON I
Fragmenten uit een resolutie van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties, 29
november 1947.
"- Het mandaat over Palestina zal zo snel
mogelijk worden beëindigd, doch in geen geval
later dan 1 augustus 1948.
- De strijdkrachten van de mandataris zullen in
toenemende mate uit Palestina worden
teruggetrokken; de terugtocht zal zo spoedig
mogelijk worden voltooid, doch in geen geval
later dan 1 augustus 1948 (...)
- Twee maanden nadat de terugtrekking van de
strijdkrachten van de mandataris zal zijn
voltooid, doch in geen geval later dan 1 oktober
1948, zullen de onafhankelijke Arabische en
Joodse Staten en het Bijzondere Internationale
Bestuur voor de Stad Jeruzalem in het leven
worden geroepen."
BRON II
Gedeelte uit de proclamatie, waarmee David
Ben Goerion de onafhankelijke staat Israël
uitriep, 14 mei 1948.
"Uit het land Israël verstoten, is het Joodse volk
in alle landen der verstrooiing nochtans het land
Israël trouw gebleven. Nooit hield het op voor
zijn terugkeer en voor het herstel der nationale
vrijheid te bidden en daarop te hopen.
Gedragen door het besef van die historische
band, trachtten de Joden van elke nieuwe
generatie in het oude land opnieuw wortel te
schieten; voor wat de laatste generaties betreft
zijn zij massaal naar hun land weergekeerd.
Pioniers, vluchtelingen en verdedigers deden de
wildernis bloeien, brachten de Hebreeuwse taal
opnieuw tot leven en bouwden steden en
dorpen. Zij stichtten een groeiende
gemeenschap, economisch en cultureel hun
eigen meesters, vredelievend doch tot
verdediging bereid, en alle bewoners van het
land schonken zij de zegen van de vooruitgang.
Vrij en onafhankelijk te zijn, daartoe waren zij
besloten."
1 Maak duidelijk dat uit de woorden van Ben Goerion (II)
een zionistische overtuiging blijkt. Leg daarbij ook uit of
deze overtuiging op Joods-religieuze dan wel op
algemeen-westerse culturele waarden gebaseerd is.
Verwijs in je antwoorden steeds naar de tekst van bron
II.
2 Beoordeel of het door Ben Goerion (II) verwoorde
Joodse ideaal door de uitvoering van de resolutie van de
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (I)
inderdaad gerealiseerd zou worden. Leg je antwoord uit.
3 Maak met behulp van de bronnen III (waarop de Britse
minister van buitenlandse zaken Bevin te zien is) en I
duidelijk dat in de jaren 1947-48 in de Midden-Oosten-
problematiek de Koude Oorlog-tegenstelling nog geen
rol speelde, maar de kiem voor een ontwikkeling in die
richting al wel gelegd werd. Twee antwoorden dus.
MIDDEN-OOSTEN Stichting Israël
Zionisme
Palestijnse probleem
TOETS
225
BRON I
Op 13 mei 1948 schreef Chaim Weizmann onderstaande (voor het grootste deel vertaalde) brief aan de
Amerikaanse president Truman. Op 16 mei 1948 werd Weizmann gekozen tot eerste president van Israël.
De ongelukkige gebeurtenissen van de laatste paar maanden
zullen, naar ik hoop, niet de zeer grote bijdragen verdoezelen, die U,
meneer de President, geleverd heeft aan een definitieve en
rechtvaardige regeling van de langdurige en lastige Palestijnse
kwestie. Het leiderschap dat de Amerikaanse regering onder uw
inspiratie op zich nam maakte de vestiging van een Joodse staat
mogelijk, die naar mijn overtuiging duidelijk zal bijdragen aan de
oplossing van de Joodse problemen in deze wereld en die, eveneens naar
mijn overtuiging, een noodzakelijke voorwaarde is naar de ontwikkeling
van een duurzame vrede tussen de volkeren van het Nabije Oosten.
Voor zover de praktische omstandigheden in Palestina het
toelaten, zijn de Joden daar te werk gegaan volgens de beleidslijnen
die zijn neergelegd in de Resolutie van de Verenigde Naties van 29
november 1947. Morgen om middernacht, 15 mei, zal het Britse Mandaat
beëindigd worden, en zal de Voorlopige Regering van de Joodse Staat,
die de beste inspanningen van het Joodse volk belichaamt en voortkomt
uit de Resolutie van de Verenigde Naties, de volle
verantwoordelijkheid op zich nemen voor de handhaving van de wet en de
openbare orde binnen de grenzen van de Joodse staat; voor de
verdediging van dat gebied tegen agressie van buitenaf; en voor de
vervulling van de verplichtingen van de Joodse Staat tegenover de
andere landen van de wereld in overeenstemming met het internationale
recht.
Alle moeilijkheden in overweging nemend, zijn de kansen voor
een rechtvaardige regeling van de Arabische en Joodse verhouding niet
ongunstig. Wat nu vereist is, is dat er een einde komt aan het zoeken
naar nieuwe oplossingen die steevast een uiteindelijke regeling meer
hebben tegengehouden dan aangemoedigd.
Om deze redenen hoop ik intens dat de Verenigde Staten, die
onder Uw leiding zoveel gedaan heeft om een rechtvaardige oplossing te
vinden, onverwijld de Voorlopige Regering van de nieuwe Joodse Staat
zal erkennen. De wereld zal, denk ik, als bijzonder gepast beschouwen
dat de grootste levende democratie de eerste zal zijn om de nieuwste
te verwelkomen in de familie der volkeren.
BRON II
In 2004 verscheen op de website van de in Qatar gevestigde Arabische nieuwszender AlJazeera onderstaande
spotprent, met als titel 'Illegale Israëlische kolonisten en het Palestijnse volk'.
1 Weizmann maakt in zijn brief (I) duidelijk dat de stichting van de staat Israël gebaseerd is op een resolutie van
de Verenigde Naties. Leg uit
- wat deze resolutie precies bepaalde en
- waardoor juist de Verenigde Naties zich met dit probleem bezighielden.
2 Weizmann is zeer actief geweest in de zionistische beweging. Waarom zal deze achtergrond ook geleid hebben
tot zijn vreugde over de oprichting van Israël? Neem daarbij een citaat over uit bron I waaruit die zionistische
achtergrond blijkt.
3 Maak duidelijk dat de tekenaar van de spotprent (II) zich voor zijn visie op de Israëlisch-Palestijnse kwestie zou
kunnen beroepen op de resolutie van de Verenigde Naties, waar ook Weizmann (I) naar verwijst. Zorg er voor
dat je in je antwoord een (Palestijnse) interpretatie van de prent verwerkt.
4 Leg uit dat vanuit Israëlisch standpunt én met de resolutie van de Verenigde Naties van november 1947 als
uitgangspunt de spotprent (II) eenzijdig genoemd kan worden.
MIDDEN-OOSTEN Stichting Israël
Reactie Arabische staten
TOETS
1528
BRON
Ter gelegenheid van de eerste viering van het uitroepen van
de staat Israël verscheen in 1949 deze poster. De vertaling
luidt: 'Onafhankelijkheidsdag 1949. "Dit recht is het
natuurlijke recht van het Joodse volk om meesters van hun
eigen lot te zijn, net als alle andere volkeren, in hun
soeverene Staat." Verklaring van de vestiging van de staat
Israël, 14 mei 1948. '
1 In de poster wordt de stichting van
de staat Israël gebaseerd op
volkenrechtelijke, niet op religieuze
gronden. Leg dat uit.
2 De poster citeert een zin uit de
onafhankelijkheidsverklaring van
Israël. Leg uit dat je uit die zin ook
een historische grond voor de
stichting van de staat Israël kunt
ontlenen.
3 Beredeneer met twee argumenten
dat de op de poster gebruikte
beelden het citaat uit de Israëlische
onafhankelijkheidsverklaring
ondersteunen.
4 Met welk argument verwierpen de
Arabische landen de volken-
rechtelijke grond, waarop de staat
Israël gevestigd was?
MIDDEN-OOSTEN Stichting staat Israël
Politiek Sovjetunie
Koude Oorlog
Suez-crisis
TOETS
1143
BRON I
De Russische diplomaat Gromyko tot
de Verenigde Naties, 1947.
"Inderdaad, gedurende de laatste
wereldoorlog heeft het Joodse volk
beproevingen en lijden te doorstaan
gehad, zoals nooit eerder in de
wereldgeschiedenis. Een groot
gedeelte van het geredde Joodse volk
heeft noch land, noch tehuis, noch
enig middel van bestaan.
Honderdduizenden Joden zwerven in
Europa van het ene naar het andere
land, op zoek naar een eigen huis.
Een groot gedeelte van hen leeft in
vluchtelingenkampen.
Het uur is gekomen deze mensen te
hulp te komen, niet door woorden,
maar door daden. Het feit, dat geen
enkele westerse mogendheid
blijkbaar bij machte is geweest om de
elementaire rechten van het Joodse
volk te vrijwaren en het aan de fascis-
tische beulen van het naziregime te
onttrekken, verklaart ons de wil van
het Joodse volk om zich binnen de
grenzen van een eigen staat te
vestigen. Weigeren met dit verlangen
rekening te houden en ontkennen dat
het Joodse volk hiertoe het recht zou
hebben, ware onrechtvaardig."
BRON II
Cartoon uit de Sovjetunie naar aanleiding van het Israëlische ingrijpen
in de Libanese burgeroorlog. Op de helm staat: 'Israël', midden onder:
'Beiroet'.
1 Leg uit waarom de stichting van een Joodse staat in Palestina in de Verenigde Naties besproken moest
worden, zoals blijkt uit bron I.
2 Waarom was de houding van de Sovjetunie (I) bij de besluitvorming over de stichting van een Joodse staat
in Palestina van zo'n groot belang?
3 De Midden-Oosten-problematiek werd al snel een facet van de Koude Oorlog-tegenstelling. Maak duidelijk
dat zowel in de rede van Gromyko (I) als in de Russische cartoon (II) deze Koude Oorlogssfeer duidelijk aan
te wijzen valt.
4 Leg uit waarom het vooral de Suez-crisis is geweest die het Midden-Oosten tot een van de brandhaarden van
de Koude Oorlog heeft gemaakt.
MIDDEN-OOSTEN Stichting Israël
Palestijnse kwestie
Koude Oorlog
TOETS
1149
BRON I
Fragmenten uit een toespraak
van de Egyptische president
Nasser tot Egyptische
parlementsleden, 29 mei 1967.
"De omstandigheden waar we
nu doorheen moeten zijn in
feite moeilijke, omdat we niet
alleen tegenover Israël staan,
maar ook tegenover hen die
Israël stichtten en die achter
Israël staan. We staan
tegenover zowel Israël als het
Westen - het Westen, dat Israël
schiep en dat ons Arabieren
verachtte en dat ons voor en na
1948 miskende. Zij hadden
geen enkel ontzag voor onze
gevoelens, onze
levensverwachtingen of onze
rechten. Het Westen miskende
ons volledig en de Arabische
natie was niet in staat een halt
toe te roepen aan de koers van
het Westen (...)
De nu spelende kwestie betreft
niet de Golf van Akaba (...) of
de terugtrekking van de VN-
troepenmacht, maar de rechten
van het Palestijnse volk. Zij
betreft de agressie die in 1948
plaatsvond in Palestina in
samenwerking met Brittannië
en de Verenigde Staten. Zij
betreft de verdrijving van de
Arabieren uit Palestina, de
onwettige intrekking van hun
rechten en de roof van hun
bezit. Zij betreft de loochening
van alle VN-resoluties ten
gunste van het Palestijnse
volk."
BRON II
Cartoon, verschenen in een Amerikaanse krant, jaartal onbekend.
1 Nasser hield zijn toespraak (I) aan de vooravond van de Zesdaagse
Oorlog met Israël. Leg nu uit dat uit Nassers weergave van de
stichting van Israël in 1948 blijkt dat de Midden Oosten-problema-
tiek onderdeel van de Koude Oorlog was geworden. Begin je
antwoord dus met een kritische beschouwing van de visie van
Nasser op de gebeurtenissen van 1948.
2 In de Midden-Oosten-problematiek vormt de Palestijnse kwestie
een centraal thema. Leg uit waardoor in 1948 de Palestijnse
kwestie ontstond.
3 De houding van de Arabische leiders ten opzichte van de Palestij-
nen (en de PLO) is steeds dubbelzinnig geweest. Leg uit dat deze
dubbelzinnigheid door de beide bronnen (I, II) geïllustreerd wordt.
Geef daarbij ook een uitleg van deze dubbelzinnigheid.
MIDDEN-OOSTEN Stichting staat Israël
Zesdaagse Oorlog
Positie Israël na 1967
TOETS
1146
BRON III
Cartoon van Fritz Behrendt, 1969, naar aanleiding van de
reacties van de Veiligheidsraad op een Israëlische
vergeldingsaanval op het vliegveld van Beiroet. Het
onderschrift luidt: 'Diep geschokt door Israëls agressieve
houding'. Op de witte 'buttons' staat van links naar rechts