E l1 thema RGANISMEN KRIJ EN INFO MAT E M E OGEN FO OGRA EE E D OMGEVING Kennis en i zicht verwerven Hoe gaan we te werk? 1 We onderzoeken de uitwendige en de inwendige bouw van een oog door waarnemingen bij de dissectie van een oog van een paard, een varken of een schaap en door waarnemingen op figuren. 2 We onderzoeken met proeven welk beeld er van een voorwerp op het netvlies geprojecteerd wordt. 3 We onderzoeken met een proef hoe het beeld scherp kan blijven, als de voorwerpsafstand verandert. We bestuderen hoe dat in het oog gebeurt We bepalen het nabijheidspunt. 4 We bestuderen hoe bijziendheid en verziendheid kunnen worden verholpen Hierbij steunen we op een figuur 5 We bestuderen de bouw van facetogen door waarnemingen op insecten en met behulp van een micropreparaat en figuren We vergelijken diverse oogtypen naar hun mogelijkheden, door te steunen op figuren(U) 1.1 Uitwendig onderzoek Bekijk een oog van een medeleerling en zoek de delen die op de schets aangeduid en benoemd zijn De iris zie je achter het hoornvlies Noteer een kenmerk van die delen deel kenmerk harde oogvlies (1) ..... ....................... ... hoornvlies (2) ... .- ..... . ... ..... ...,.... iris (3) pupil (4) Welke functie heeft de iris? Werk met twee. Leg om de beurt gedurende 30 seconden je handen op je ogen. l\Jeem dan je handen weg en laat je medeleerling de diameter van je pupillen observeren. waarneming De diameter van de pupillen verkleint als . THEMA 1: Ma Dt OGEN fOTOGRAfE1R J( DE OMGEVING 9
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
E l1 thema RGANISMEN KRIJ EN INFO MAT E
M EOGEN FO OGRA EE E D OMGEVING
Kennis en i zicht verwerven
Hoe gaan we te werk?
1 We onderzoeken de uitwendige en de inwendige bouw van een oog door waarnemingen bij de
dissectie van een oog van een paard, een varken of een schaap en door waarnemingen op figuren.
2 We onderzoeken met proeven welk beeld er van een voorwerp op het netvlies geprojecteerd wordt.
3 We onderzoeken met een proef hoe het beeld scherp kan blijven, als de voorwerpsafstand verandert.
We bestuderen hoe dat in het oog gebeurt We bepalen het nabijheidspunt.
4 We bestuderen hoe bijziendheid en verziendheid kunnen worden verholpen Hierbij steunen we op
een figuur
5 We bestuderen de bouw van facetogen door waarnemingen op insecten en met behulp van een
micropreparaat en figuren We vergelijken diverse oogtypen naar hun mogelijkheden, door te steunen
op figuren(U)
1.1 Uitwendig onderzoek
Bekijk een oog van een medeleerling en zoek de delen die op de schets aangeduid en benoemd zijn De
- Maak met een scalpel of met een schaar een ringvormige snede
in de oogbol, zodat de voor- en de achterkant van elkaar
gescheiden worden (zie de figuur)
~ snijd langs deze lijn
- Vang de geleiachtige inhoud, het glasachtig lichaam, op in een petrischaaL
Hoe verandert de stevigheid van de oogbol nadat het glasachtig lichaam eruit verwijderd is?
Leid uit die vaststelling een functie van het glasachtig lichaam af.
- Bekijk de achterste ooghelft langs de binnenzijde.
le kijkt op het netvlies. Welke kleur heeft het?
Het netvlies is dikwijls grotendeels los gekomen Waaraan zit het nog vast?
In welk vlies liggen blijkbaar de lichtreceptoren ?
bIJ Zoek in je leerboek (blz.8) de functie op van de pigmentlaag van het netvlies.
THEMA 2: filET OE OGEN fOTOGRAFUR JE Dl OMGEVING 10
Eigenaar
Tekstvak
de hoeveelheid invallend licht
Eigenaar
Tekstvak
hoeveel licht er in het oog naar binnen komt
Eigenaar
Tekstvak
De diameter van de pupillen wordt geregeld door spiertjes in de iris (die ringvormig en straalvormig verlopen).
Eigenaar
Tekstvak
de oogzenuw zit iets onder het midden en iets naar de kant van de neus gekeerd
Eigenaar
Tekstvak
voor koe, paard: 4 spieren/ mens, varken: 6
Eigenaar
Tekstvak
Met dit stel spieren kan het dier zijn oog richten. Hoe meer spieren, hoe beweeglijker het oog. (6 spieren laat toe het oog te "rollen". Wij hoeven niet altijd ons hoofd te draaien als we naar iets anders willen kijken).
Eigenaar
Tekstvak
wordt helemaal slap
Eigenaar
Tekstvak
houdt het oog mooi bolvormig en stevig
Eigenaar
Tekstvak
weinig kleur, geelachtig (snot)
Eigenaar
Tekstvak
zit nog vast aan de oogzenuw (blinde vlek in het netvlies)
Eigenaar
Tekstvak
in het netvlies
Eigenaar
Tekstvak
het pigment (bruin) verhindert de terugkaatsing van het licht.
- Bekijk nu de voorste ooghelft langs de binnenzijde.
Je kunt zien hoe de lens met fijne draden (ophangbandjes) verbonden is met het straallichaam.
Meestal is de lens losgekomen Je kunt dan wel de ophangbandjes aan het straalJichaam zien.
Duid op de figuur (hieronder) de ophangbandjes aan.
- Verwijder de lens. Ga na of de lens vervormbaar en lof elastisch is.
Leg de lens tussen 2 draagglaasjes boven een stukje tekst.
Hoe zie je de tekst door de lens?
Hoe verandert dat als je de lens platter drukt?
- m Bekijk opnieuw de doorsnede van een oog (leerboek blz.9). Op de figuur komt een vlies voor dat
we tijdens de dissectie niet zien. Welk?
Waar ligt dat vlies?
Verklaar de naam van dat vlies (leerboek blz.8):
Macroscopische bouw van een oog
de delen eigenschappen:
Benoem de op deze figuur aangeduide delen - het hoornvlies
~-';'2~'\Welk~'beeld van een voorwerp wordt er op het netvlies ~ .. g'éproiecteerd?r-
proef I
Werk met twee en bij voorkeur in een half duistere ruimte
De ene leerling gaat voor een raam staan met de rechterhand aan het hoofd
De andere leerling vangt met een bolle lens een scherp beeld van die persoon op een wit blad op
Vergelijk de eigenschappen van het gevormde beeld en van het voorwerp
proef 2
De brandpuntsafstand van ons oog bii het bekijken van een voorwerp dat zich dichtbij bevindt, is
14 mmo De beeldafstand (van het midden van de lens tot het netvlies) is 17 mmo
De verhouding beeldafstand/brandpuntsafstand = 17/14 = 1.2 Zet een bolle lens met brandpuntsafstand 200 mm (5 dioptrieën) op 240 mm afstand van een scherm.
Zo is er een overeenkomst met het oog (240/200 = 1,2).
Zet nu een brandende kaars voor de lens. Kies de afstand zo, dat er op het scherm een scherp beeld
van de kaars ontstaat.
( 'î
'~-~
Op welke afstand is dat? ..
De kaars is het voorwerp en de afstand tussen kaars en lens is de voorwerpsafstand.
Vergelijk de eigenschappen van het gevormde beeld en van het voorwerp
bij Lees de tekst in je leerboek op blz, 10
Formuleer nu welk beeld er van een voorwerp op het netvlies geprojecteerd wordt.
THEMA 2: IAET I)( OGfN FOTOGRAfEER JE OE OMGEVING 12
Eigenaar
Tekstvak
meer hierover in de fysicales later!!
Eigenaar
Tekstvak
Op het netvlies wordt een kleiner en omgekeerd beeld van een voorwerp geprojecteerd.
3 Hoe wordt het oog aangepast als de voorwerpsafstand verandert?
- Zet een brandende kaars, een bolle lens met brandpuntsafstand 300 mm (3,3 dioptrieën) en een
scherm op een rechte lijn achter elkaar.
Bij welke beeldafstand is het beeld scherp als de kaars op 680 mm van de lens staat?
Zet de kaars nu op 320 mm van de lens. De beeldafstand blijft ongewijzigd
Beoordeel de scherpte van het beeld.
Vervang de lens door een bollere lens, nl. een lens met brandpuntsafstand 200 mm (5 dioptries)
Beoordeel de scherpte van het beeld opnieuw.
Hoe bekom je telkens een scherp beeld?
- Hoe wordt scherp gesteld met een fototoestel?
- W Lees de tekst op blz. 1I in je leerboek
In het oog van zoogdieren, vogels en reptielen wordt scherp gesteld door de lens te vervormen (= een
andere lens in onze opstelling). Bij vissen en amfibieën wordt scherp gesteld door de lens te verplaatsen.
- m Lees de tekst op blz. 12 in je leerboek.
Bepaal nu je eigen nabijheidspunt.
Werk als volgt:
[(ijk naar een tekst in je leerboek. Breng het boek dichter en dichter bij je ogen tot je de letters niet
meer scherp ziet.
Laat door een medeleerling de afstand tussen je ogen en het boek meten.
Noteer het resultaat en ook dat van enkele leerlingen.
Nabijheidspunt van leerlingen
2 .
3
5
gemiddelde·
Noteer de leeftijd van die leerlingen ....
W Confronteer de resultaten met de gegevens in je leerboek op blz. 12.
Beantwoord nu de vraag 'Hoe wordt het oog aangepast als de voorwerpsafstand verandert?'
TIlEMA 2: MIT OE OGEN fOTOGRAfEEll Jt DE Ofl\GEVlllG 13
Eigenaar
Tekstvak
Bij het oog is de beeldafstand ongewijzigd. Je bekomt een scherp beeld door de vorm van de lens aan te passen
Eigenaar
Tekstvak
Bij een fototoestel (niet-vervormbare lens!) kan worden scherp gesteld door de beeldafstand te veranderen (lens verschuiven)
Eigenaar
Tekstvak
zie p 12 leerboek: tabel
Eigenaar
Tekstvak
Door te accomoderen: Hierbij wordt de kromming van de lens veranderd. (Daardoor verandert de brandpuntsafstand van de lens) en valt het beeld precies op het netvlies.
4 Hoe kunnen biiziendheid en verziendheid verholpen worden?
Lees in de onderstaande tabel wat bijziendheid of verziendheid is.
Bestudeer de tekeningen en noteer dan in de tabel de oorzaken van die oogafwijkingen en hoe ze
gecorrigeerd kunnen worden.
W Spoor in je leerboek op blz. 13 een tweede oorzaak van bijziendheid en verziendheid op en noteer
Deze krantenfoto van 1989 bestaat uit stippen (zoals je met een vergrootglas kan zien). De kwaliteit van drukwerk is er intussen sterk op vooruit gegaan.