7/28/2019 MECA Elektriciteit
1/68
Fd vr Vklidi i d Buwijvrid
ToegepasTe Techneen
ELEKTRICITEIT
BopaaTsachnsTen
7/28/2019 MECA Elektriciteit
2/68
2
7/28/2019 MECA Elektriciteit
3/68
Situering
Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is de
vraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot.
Het Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten werd geschreven in opdracht van fvb-c Constructiv (Fonds
voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde het
redactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt.
Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur eninhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld.
In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het
leermateriaal meer visueel aangeboden.
Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren is een praktijkgerichte beschrijving
het uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen.
Opleidingsonahankelijk
Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is.
We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als een
werkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken.
Een gentegreerde aanpak
Veiligheid, gezondheid en milieu zijn themas die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is voor
een bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de
toepasbaarheid te optimaliseren werden deze themas zoveel mogelijk gentegreerd in het handboek.
Robert Vertenueil
Voorzitter vb-fc Constructiv
VOORWOORD
3
OEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
4/68
4
vbfc Constructiv, Brussel, 2012
Alle rechten van reproductie, vertaling
en aanpassing onder eender welke vorm,
voorbehouden voor alle landen.
033BM - versie augustus 2012.
D/2011/1698/29
Contact
Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:
vbfc Constructiv
oningsstraat 132/5
1000 Brussel
el.: +32 2 210 03 33
Fax: +32 2 210 03 99
website : fvb.constructiv.be
7/28/2019 MECA Elektriciteit
5/68
IHOD
5
OEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
1. BassBegppen ......................................................71.1. Wat is elektriciteit?..........................................................7
1.2. oorten elektriciteit .......................................................8
1.3. panning..............................................................................9
1.3.1. Wat is het I-stelsel? ...............................................9
1.4. Gelijkspanning...............................................................12
1.5. Wisselspanning .............................................................13
1.6. Elektrische spanning opwekken ........................14
1.6.1. cheikundige werking .......................................141.6.2. Elektromagnetisme.............................................14
1.6.3. Mechanische kracht ...........................................15
1.6.4. Zonnecellen ...........................................................15
1.7. Meten van spanning..................................................16
1.8. Weerstand ........................................................................17
1.9. Opbouw van een stof...............................................19
1.10. troomsterkte..............................................................20
1.11. olariteit..........................................................................21
1.12. Wet van Ohm...............................................................22
1.12.1. Enkele toepassingen........................................231.12.2. ymbolen en formules....................................24
1.13. Laagspanning en hoogspanning...................25
1.13.1. Hoogspanning ...................................................25
1.13.2. Laagspanning .....................................................26
2. TeTe................................................................272.1. Meten van spanning..................................................29
2.2. Meten van de stroomsterkte................................29
2.3. Meten van de weerstand........................................30
3. acc.......................................................................................313.1. Opbouw van een loodaccu ..................................32
3.2. Meest voorkomende oorzaken van
accuproblemen............................................................33
3.3. Loodaccus........................................................................34
3.3.1. amenstelling........................................................34
3.3.2. Voordelen ................................................................34
3.3.3. adelen....................................................................34
3.3.4. oorten loodaccus..............................................35
3.4. Gelaccus............................................................................37
3.4.1. Voordelen ................................................................373.4.2. adelen....................................................................37
3.5. piraalaccus ....................................................................38
3.5.1. Voordelen ................................................................38
3.5.2. adelen....................................................................38
3.6. Visuele en elektrische controle van de accu .39
3.6.1. Visuele controle ....................................................39
3.6.2. Elektrische controle ............................................40
3.7. Gebruik van een acculader....................................41
3.7.1. Aansluiten ...............................................................41
3.7.2. Loskoppelen ..........................................................413.7.3. Laden van de accu ..............................................42
3.8. Controle van de laadtoestand van de accu...43
3.8.1. Gebruik van een zuurweger en
beoordeling van de laadtoestand ................43
3.9. Onderhoud van de accu .........................................44
3.10. Gebruik van startkabels.........................................46
3.11. erie- en parallelschakeling................................48
3.11.1. erieschakeling ..................................................48
3.11.2. arallelschakeling ..............................................48
4. Zeengen ................................................................494.1. Doel......................................................................................49
4.2. Zekeringen nakijken en vervangen .................50
4.2.1. Genummerde zekeringen................................50
4.2.2. iet-genummerde zekeringen ......................50
4.2.3. Werkwijze ................................................................50
4.2.4. Waar bevindt de zekeringkast zich?.............50
4.2.5. Zekeringen controleren ....................................50
4.3. oorten zekeringen....................................................51
4.4. Oorzaken van defecte zekeringen....................53
4.4.1. Oplossing ................................................................534.5. Waarde van de zekeringen ....................................54
4.6. oorten lijnzekeringen.............................................55
4.6.1. Bajonetaansluiting...............................................56
4.6.2. hermostatische onderbrekers ......................56
4.6.3. oodzekering........................................................57
4.6.4. Gereedschap om zekeringen
te vervangen..........................................................57
5. VechTngsnsTaaTe....................595.1. Wettelijke verplichte verlichting.........................59
6. Veghes- en
easpecTen ..................................................61
7/28/2019 MECA Elektriciteit
6/68
6
7/28/2019 MECA Elektriciteit
7/68
7
1.1. Wat is elektriciteit?
De term elektriciteit is genoemd naar het Griekse woord voor
barnsteen, elektron. Je kan namelijk statische elektriciteit
opwekken door met een stuk barnsteen over een wollen lap
te wrijven.
In strikte zin is elektriciteit energie die opgewekt wordt door:
wrijving
warmte
scheikundige o magnetische inductie
1. BassBegppen
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
8/68
8
1.2. oorten elektriciteit
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Werking van een elektriciteitscentrale:
De meest gebruikte krachtbron in
elektriciteitscentrales is stoom. Door
bijvoorbeeld aardolie te verbranden wordt het
water verwarmd en omgezet in stoom. Deze
stoom wordt onder hoge druk door een turbine
geperst. Daardoor gaat de turbine draaien en
wordt een dynamo op gang gebracht, die dan
elektriciteit produceert.
Info
Om een elektrische stroom te creren is spanning nodig. Een
gelijkspanningsbron levert altijd gelijkstroom: het is een accu.
troom die voortdurend heen en weer stroomt en dus
voortdurend wisselt van polariteit, is wisselstroom. De
stroom die elektriciteitsleveranciers aan huis leveren, is
wisselstroom. Deze stroom kan opgewekt worden in een
elektriciteitscentrale of met behulp van windmolens.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
9/68
9
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
De grootheid elektrische spanning wordt in het I-
eenheidsstelsel gemeten in volt. Deze eenheid is genoemd
naar Alessandro Volta. En volt is n joule per coulomb.
1.3.1. Wat is het I-stelsel?
Het I-stelsel is een internationaal systeem van eenheden dat
ingevoerd werd in 1960. Het dient om gegevens gemakkelijk
internationaal te kunnen uitwisselen. Iedereen kent welenkele I-eenheden:
meter de eenheid voor lengte
seconde de eenheid voor tijd
kilogram de eenheid voor massa
Het I-eenhedenstelsel steunt op zeven onderling
onafhankelijke basisgrootheden met hun grondeenheden.
Alle andere grootheden hebben een eenheid die afgeleid is
van n of meer grondeenheden. De grondeenheden zijn
dezelfde over de hele wereld. Ze worden niet benvloed doortijd, temperatuur of druk.
1.3. panning
7/28/2019 MECA Elektriciteit
10/68
10
1.3.1.1. Basisgrootheden
De namen van grootheden en eenheden worden altijd
met een kleine letter geschreven, ook als ze afgeleid zijn
van eigennamen (bv.: newton, pascal).
Uitzonderingen: na de woorden graadofgraden worden de eenheden
Celsius, Fahrenheit en elvin met een hoofdletter
geschreven.
De symbolen van eenheden worden met een kleine
letter geschreven, behalve de symbolen van eenheden
die afgeleid zijn van eigennamen.
N= wt
Pa = l
ommige symbolen van grootheden worden met eenkleine letter geschreven, andere met een hoofdletter.
t= tijd
T= tmrtuur
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
GROOTHEID SI-EENHEID
Basisgrootheid ymbool I-grondeenheid ymbool
lengte l meter m
tijd t seconde s
massa m kilogram kg
stroomsterkte I ampre temperatuur T kelvin K
lichtsterkte I candela cd
hoeveelheid stof n, v mol mol
7/28/2019 MECA Elektriciteit
11/68
11
1.3.1.2. panningsbereiken
Onder andere voor de eenheid van spanning, volt, zijn
decimale toevoegsels nodig, omdat de grootte van
elektrische spanningen erg grote verschillen kan vertonen.
De kracht van een waterstroom is onder meer afhankelijk van
het hoogteverschil, dat verval wordt genoemd. Hoe groter
het verschil, hoe groter de waterdruk.
Ook elektrische spanning heeft een verval, waardoor een
elektrische druk of spanning ontstaat. Deze spanning wordt
gemeten in volt (V ). Om stroom te doen vloeien in een
elektrische kring is een spanningsverschil nodig.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
ymbool Voluit Decimaal Voorbeeld
nV nanovolt 0,000000001 V Zenuwen
V microvolt 0,000001 VRadio- en tv-signalen
mV millivolt 0,001 V Audio- en videosignalen
V volt 1 V Graafmachines
KV kilovolt 1.000 V Verdeling van elektriciteit,treinen, trams
MV megavolt 1.000.000 V Hoogspanningslijnen, bliksem
7/28/2019 MECA Elektriciteit
12/68
12
1.4. Gelijkspanning
Gelijkspanning wordt veel gebruikt in toepassingen waar
een relatief lage stroom voldoende energie levert. Deze
spanning kan geleverd worden via een accu. De afkorting
voor gelijkspanning is DC (direct current).
Bij een graafmachine wordt enkel gelijkspanning gebruikt
om de verschillende componenten te sturen. Het
instrumentenpaneel, de verlichting en de motorsturing
werken op gelijkspanning.
De alternator die op de motor gemonteerd is, levert de
nodige spanning. De verschillende componenten worden via
de accu bediend.
De dieselmotor kan je starten met de startmotor.
chematische voorstelling van een startmotor:
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
13/68
13
1.5. Wisselspanning
Het grote voordeel van wisselspanning is dat de
transformator de spanning naar een hogere of lagere
spanning kan omzetten zonder grote energieverliezen.
Wisselspanning is geschikter dan gelijkspanning om
elektrische energie over een lange afstand te transporteren.
De afkorting voor wisselspanning is AC (alternating current).
Meestal verandert de wisselstroom in 2/100 van een seconde
van richting. In n seconde verandert de stroom in dat geval
dus 50 keer van richting. Het aantal keer dat de wisselstroomper seconde van richting verandert, is de frequentie. In
Europa bedraagt de netfrequentie 50 Hz.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
14/68
14
1.6. Elektrische spanning opwekken
Elektrische spanning wordt opgewekt:
door scheikundige werking
door elektromagnetisme
door mechanische kracht
door zonnecellen
1.6.1. cheikundige werking
Als je een koperen en een zinken plaat in een elektrolyt
(meestal een zuur) onderdompelt, ontstaat er spanning aan
de platen. Alle accus werken volgens dit principe.
1.6.2. Elektromagnetisme
Als je een geleider (een koperdraad) beweegt in een
magnetisch veld, wordt er een elektrische stroom opgewekt
in de geleider.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
15/68
15
1.6.3. Mechanische kracht
Mechanische kracht wordt opgewekt door het pizo-
elektrische eect. Dat is een verschijnsel waarbij kristallen van
bepaalde materialen een elektrische spanning produceren
onder invloed van druk (bv. buiging) en omgekeerd ook
vervormen wanneer er een elektrische spanning op
wordt aangelegd. Het wordt o.a. toegepast bij elektrische
gasaanstekers, verouderde pick-upelementen, druktoetsen
in elektronische apparatuur en om inkt in een inkjetprinter tespuiten.
1.6.4. Zonnecellen
Zonnecellen zetten licht rechtstreeks om in elektriciteit. Ze
worden aan elkaar geschakeld tot modules, die op hun beurt
stroom leveren aan batterijen of via omvormers aan het net.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
16/68
16
1.7. Meten van spanning
Het is vrij eenvoudig om de spanning over een verbruiker te
meten: je moet gewoon de spanning meten tussen de twee
draden die aankomen bij de verbruiker. Daarvoor moet je de
meter dus in parallel schakelen.
ymbolen:
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Aandachtspunten :
Controleer of de meter op de juiste grootheidingesteld is.
tel de meter in op wisselspanning (V~) of
gelijkspanning (V=).
Begin altijd met het grootste meetbereik en daal daarna
tot je een maximale aezing krijgt, d.w.z. tot je de
waarde zo precies mogelijk kan aezen. Zo krijg je een
kleinere meetfout.
Zorg ervoor dat je altijd over een goed beveiligd
meettoestel beschikt.
Opgelet
rootheid ymbool Eenheid ymbool
spanning U volt V
7/28/2019 MECA Elektriciteit
17/68
17
1.8. Weerstand
Weerstand is de eigenschap van materialen om de
doorgang van elektrische stroom te bemoeilijken en te
verstoren. Als er een elektrische stroom door een materiaal
vloeit, is daar energie voor nodig: de stroom ondervindt
een zekere weerstand. Weerstand is het omgekeerde van
geleidingsvermogen. Als de geleiding in een materiaal
slecht is, spreken we over een weerstand. Ook het menselijke
lichaam en de lucht hebben een bepaalde weerstand.
et als water ondervindt ook elektrische stroom eenweerstand bij stroming. Deze elektrische weerstand hangt
niet alleen af van de dikte van de draad, maar ook van het
soort materiaal waarvan hij gemaakt is. Zo is koper een erg
goede geleider, terwijl rubber zo veel weerstand biedt dat de
elektrische stroom er niet doorheen raakt.
De eenheid van weerstand is Ohm (symbool: ). De
weerstandswaarde van een verbruiker hangt van veel zaken
af. Hoe meer stroom er door een verbruiker loopt, hoe kleiner
de weerstand uiteraard zal zijn: weerstand is omgekeerd
evenredig met stroom.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
18/68
18
Weerstandsvariaties
De weerstand van bepaalde materialen kan veranderen
onder invloed van omgevingsfactoren. Het gaat meer
bepaald om deze factoren:
temperatuur
druk en rek
luchtvochtigheid
licht
spanning
De waarde van de weerstand kan stijgen of dalen onder
invloed van de temperatuur. Dit is afhankelijk van het
gebruikte materiaal. Zo is een C-weerstand een weerstand
met een ositieve emperatuur Cocint, waarbij de
weerstandswaarde dus stijgt wanneer de temperatuur stijgt.Een C-weerstand daarentegen is een weerstand met een
egatieve emperatuur Cocint: de weerstandswaarde
daalt wanneer de temperatuur stijgt. oolstof heeft
bijvoorbeeld een C-weerstand.
Een weerstand is een elektrische component die ervoor zorgt
dat een elektrische stroom minder vloeit. Weerstand is ook
de naam van de elektrische eigenschap om een elektrische
stroom tegen te werken.
De waarde van de weerstand is de weerstandswaarde: deverhouding van de spanning tot de stroom. Deze waarde
wordt uitgedrukt in de afgeleide I-eenheid Ohm. Een
component heeft een weerstand van 1 Ohm als een voltage
van 1 volt over de component leidt tot een stroom van 1
ampre.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
rootheid ymbool Eenheid ymbool
weerstand R Ohm
7/28/2019 MECA Elektriciteit
19/68
19
1.9. Opbouw van een stof
Elke stof is opgebouwd uit molecules. Een molecule is het
kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van
die stof bezit en dat op zichzelf kan bestaan. Zo bevat n
kubieke millimeter water ongeveer 15.000.000.000.000.000
watermoleculen.
Molecules zijn op hun beurt onderverdeeld in atomen.
En watermolecule bevat twee waterstofatomen en n
zuurstofatoom (H2O).
Atomen zijn opgebouwd uit een kern en elektronen die rond
deze kern cirkelen. De kern zelf is opgebouwd uit een aantal
protonen en neutronen. Een proton is positief geladen,
een neutron is niet geladen, het is neutraal. Een elektron isnegatief geladen.
Atomen zijn meestal in evenwicht: ze bevatten meestal
evenveel elektronen als protonen. Als dit evenwicht
verstoord wordt, spreken we van een ion.
Een positief ion heeft meer protonen dan elektronen.
Een negatief ion heeft meer elektronen dan protonen.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
20/68
20
1.10. troomsterkte
De elektrische stroomsterkte is de hoeveelheid elektriciteit
die door een elektrische leiding vloeit gedurende een
bepaalde tijdseenheid. Hoe meer elektronen per seconde
worden verplaatst, hoe meer elektriciteit per seconde door
de leiding stroomt en hoe sterker de elektrische stroom is.
De eenheid van elektrische stroom is ampre, ook wel
amperage genoemd.
Het symbool I is afgeleid van het Franse woord intensit. De
eenheid ampre is genoemd naar de Franse natuurkundige
Andre-Marie Ampre.
Een stroom heeft een sterkte van 1 A als er in 1 seconde 6,3
triljoen elektronen verplaatst worden.
troomsterkte meet je met behulp van een ampremeter die
je in de stroomkring plaatst, zodat de stroom die je wil meten
er doorheen vloeit.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
rootheid ymbool Eenheid ymbool
stroomsterkte I ampre
Verbruiker Ogenomen stroom
dimlichten 9 A
achterlichten 1 A
remlichten 3,5 A
knipperlichten 3,5 A
achterruitontdooiing 9 A
sigarenaansteker 8 A
radio 1,2 A
7/28/2019 MECA Elektriciteit
21/68
21
1.11. olariteit
Tekens:
Bij een positieve klem: + (plusteken)
Bij een negatieve klem: - (minteken)
Kleuren:
Rood voor een positieve klem
Zwart ofblauw voor een negatieve klem
rootte:
De positieve accuklem is altijd de grootste klem. De negatieve accuklem is altijd de kleinste klem.
Cel:
De negatieve klem heeft een zinken omhulsel.
De positieve klem heeft een uitstekend messing dopje.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
22/68
22
1.12. Wet van Ohm
De wet van Ohm is genoemd naar de Duitse natuurkundige
Georg imon Ohm, die een relatie legt tussen spanning,
weerstand en stroomsterkte.
De hoofdletter R is de eerste letter van het Engelse resistance
of van het Franse rsister.
Het symbool voor de eenheid ohm is de Griekse hoofdletter
(omega). Weerstanden meet je met een ohmmeter.
Om de rekenregel gemakkelijk te onthouden, is de driehoek
hiernaast het beste middel.
Als je met je vinger de grootheid bedekt waarvan je de
waarde wil weten, verschijnt de juiste formule. Als je
bijvoorbeeld de weerstand wilt bepalen, leg je je vinger op
de R en wordt / I zichtbaar. Op dezelfde manier kan je ook
de spanning of de stroom berekenen.
Bij een spanning van 6 V en een weerstand van 2 Ohm,
bedraagt de stroomsterkte 3 A.
Als de weerstand 4 Ohm is en de stroomsterkte 5 A, bedraagt
de spanning 20 V.
Als je niet met de driehoek werkt, kan je de onderstaande
formules gebruiken:
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
De wet van Ohm kan op drie manieren worden
geschreven:
R = U / I Weerstand = sanning / stroomsterkte
U = R x I anning = weerstand x stroomsterkte
I = U / R troomsterkte = sanning / weerstand
U = I x R R = U / I I = U / R
7/28/2019 MECA Elektriciteit
23/68
23
1.12.1. Enkele toepassingen
1. Berekenen van de weerstand
Op een lampje staat de vermelding 2,2 V 0,3 A.
Bereken de weerstand van dit lampje.
Gegeven: = 2,2 V
I = 0,3 A
Gevraagd: de wrtd
Berekening:
R = / I = 2,2 V / 0,3 A =
2. Berekenen van de stroomsterkte
Op een weerstand met waarde 3 wordt een spanning
aangesloten van 24 V.
Bereken de stroomsterkte.
Gegeven: R = 3
= 24 V
Gevraagd: de trmtrkt
Berekening:
I = /R = 24 V / 3 =
3. Berekenen van de sanning
Je wilt een stroom van 2,5 A door een weerstand van 88
sturen.
Bereken de spanning.
Gegeven: R = 88
I = 2,5 A
Gevraagd : de i
Berekening:
U = R x I = 88 x 2,5 A = V
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
24/68
24
1.12.2. ymbolen en formules
Voor elektronicatoepassingen zijn formules heel
belangrijk om uit te rekenen wat een schakeling doet.
In elektronicaformules worden de volgende afkortingen
gebruikt:
Ook worden vaak voorvoegsels gebruikt om de grootte van
een getal aan te geven:
De afkorting mV betekent dus millivolt, een duizendste van
een volt, en MV betekent megavolt, een miljoen volt. Behalve
bijvoorbeeld 2,2 MOhm wordt soms ook deze notatie
gebruikt: 2M2.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
ymbool rootheid ymbool Eenheid
U spanning V volt
I stroom ampere
R weerstand ohm
Z impedantie
C capaciteit F farad
L inductie H henry
p vermogen W watt
t tijd s seconde
frequentie Hz hertz
Q lading C coulomb
korting Voorvoegsel Vermenigvuldigingsactor
M mega x 1.000.000
k kilo x 1.000
m milli x 0,001 (/ 1.000) micro x 0,000.001 (/ 1.000.000)
n nano x 0,000.000.001 (/ 1.000.000.000)
pico x 0,000.000.000.001 (/ 1.000.000.000.000)
7/28/2019 MECA Elektriciteit
25/68
25
1.13. Laagspanning en hoogspanning
1.13.1. Hoogspanning
Met hoogspanning wordt een elektrische spanning van meer
dan 1000 volt wisselspanning bedoeld. Hoogspanning wordt
vooral gebruikt om grote hoeveelheden elektrische energie
te transporteren. Dit gebeurt over een hoogspanningsnet,
zowel via bovengrondse als ondergrondse
hoogspanningskabels.
Je kan stroom vergelijken met water: als je een emmer waterin een minuut wil vullen, maakt het een verschil of je dit doet
met een tuinslang of een brandweerslang. In een tuinslang
moet het water heel snel stromen om de emmer in een
minuut vol te krijgen. In een brandweerslang moet het water
niet zo snel stromen, want de slang is veel dikker.
Dit kan men vergelijken met stroom. In onze huizen hebben
we laagspanning, nl 230 volt. tel dat de draden van de
elektriciteitscentrale naar een stad ook een spanning van
230 volt zouden hebben, dan zou de stroom wel heel hard
moeten stromen om genoeg stroom te kunnen leveren vooralle huizen. Bovendien zou dat veel energie kosten. Daarom
werken energietransporteurs met hoogspanning.
Op hoogspanningskabels staat 220.000 of 380.000 volt.
Hiervoor worden kale draden gebruikt zonder isolatie, dus
draden waar geen plastic omheen zit.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Mag je een hoogsanningskabel aanraken als je niet
in contact staat met de grond?
een, stroom op hoogspanningsdraden is wisselstroom.
De stroom wisselt voortdurend, je lichaam wordt dan ook
elke keer snel opgeladen en ontladen.
Dat overlee je niet!
7/28/2019 MECA Elektriciteit
26/68
26
1.13.2. Laagspanning
Met laagspanning worden wisselspanningen tot 1.000 volt
en gelijkspanningen tot 1.500 volt bedoeld.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
ongevaarlijke laagsanning:
maximale waarde van 24 volt
gevaarlijke laagsanning:
waardes tussen 110 volt en 500 volt
Ook de standaardnetspanning van 230/400 volt die
gebruikt wordt in huishoudelijke en industrile installaties, is
laagspanning.
1. BIBERIppEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
27/68
27
2. TeTe
Om storingen in elektrische systemen te kunnen oplossen
heb je een goede multimeter nodig. Een multimeter is een
combinatie van verschillende meetinstrumenten:
voltmeter
stroommeter
weerstandsmeter
In functie van de uitvoering wordt een onderscheid gemaakt
tussen:
analoge meettoestellen: de naalduitslag is een maat voor
de gemeten waarde
digitale meettoestellen: de cijferuitlezing is de gemeten
waarde
Wanneer je spanning en stroom meet, staan de installatie,
de meetsnoeren en het meettoestel onder spanning
elektrocutiegevaar!
Bij een multimeter moet je eerst instellen wat je wilt meten.
Hiervoor gebruik je de grote draaiknop of de drukknop op de
meter.
2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
28/68
28
De verschillende grootheden (spanning, weerstand of
stroom) hebben elk hun eigen aansluitingen voor de
meetdraden. Controleer de aansluitingen dus altijd goed
voor je een meting uitvoert. Op sommige toestellen staat
een verbindingstester die met een geluidssignaal aangeeft
wanneer er een rechtstreekse verbinding is.
Bij sommige multimeters moet het bereik ingesteld worden.Zo wordt dus bepaald welke waarde maximaal gemeten kan
worden. Voor een accuspanning van 12 V kies je een bereik
tot 30 V. Als je niet weet hoe hoog de spanning of stroom is,
begin dan bij het grootste bereik en pas het daarna aan naar
beneden.
Er bestaan ook multimeters die het bereik zelf kiezen:
multimeters met auto-range (automatisch bereik).
2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Te meten grootheid tand van de draaikno
Gelijkspanning V= of VDCWisselspanning V~ of VAC
Gelijkstroom
Wisselstroom
Weerstand
A= of ADC
A ~ of AAC
, k of M
Diodetest
Aandachtspunten :
Zorg dat je steeds over een goed beveiligd meettoestel
beschikt.
Bij een digitaal meettoestel kan je gemakkelijker
waarden aezen dan bij een analoog toestel.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
29/68
29
2.1. Meten van spanning
2.2. Meten van de stroomsterkte
panning wordt gemeten over de verbruiker schakel de
voltmeter in parallel.
Zet de multimeter in de stand voltmeter. Controleer of het
om gelijkspanning of wisselspanning gaat!
luit het rode snoer aan op de overeenkomstige
aansluiting van de multimeter en het zwarte snoer op de
COM-aansluiting.
laats de rode meetpen van de multimeter op de positieve
aansluiting en de zwarte op de negatieve aansluiting.
troom meet je door de verbruiker schakel de
amperemeter in serie.
Zet de multimeter in de stand ampremeter.
Onderbreek de stroom in het circuit.
luit het rode snoer aan op de beschermde aansluiting
met 10 A en het zwarte snoer op de COM-aansluiting.
Breng de multimeter in serie in het circuit in.
Herstel de stroom in het circuit.
2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Met een multimeter kan je een stroom met een lage
stroomsterkte meten: de maximale stroomsterkte mag niet
meer dan 10 A bedragen. Een stroomsterkte van meer dan
10 A meet je met een ampretang, die je rond de kabel
waarop je wil meten, aanbrengt.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
30/68
30
2.3. Meten van de weerstand
Weerstand meet je altijd spanningsloos schakel de
ohmmeter in parallel.
Een ohmmeter bevat binnenin een kleine batterij, die een
kleine stroom door de kring stuurt waarvan je de weerstand
wil meten.
Zet de multimeter in de stand ohmmeter.
Onderbreek de stroom in het circuit.
Verwijder of isoleer de component van het circuit. luit het rode snoer aan op de overeenkomstige
aansluiting van de multimeter en het zwarte snoer op de
COM-aansluiting.
laats de meetpennen op de aansluitingen van de
component.
2. MULTIMETEROEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
weerstand
Aandachtspunten :
Controleer de volgende unten voor je een meting
uitvoert:
taat de meter in de juiste stand? Anders kan de meter
beschadigd raken.
Is het juiste meetbereik ingesteld op de meter?
taat de meter in de juiste positie? Een verkeerde stand
kan zware afwijkingen veroorzaken. Er zijn meters die
alleen liggend of staand gebruikt mogen worden. Letop de symbolen op de meters.
tel de meter in op de juiste spanning (wissel- of
gelijkspanning).
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
31/68
31
3. acc
Een accu is een elektrochemisch apparaat dat elektriciteit
omzet in chemische energie en opnieuw afgeeft als
elektrische energie wanneer het met een circuit wordt
verbonden.
Vroeger hoefde een accu alleen maar de nodige kracht te
leveren om:
de motor rond te laten draaien tijdens het starten;
de ontsteking van stroom te voorzien; de lampen, ruitenwissers, richtingaanwijzers en claxon te
doen werken.
egenwoordig worden er echter veel hogere eisen gesteld
aan een accu.
Machines hebben een hogere compressieverhouding en
dus een groter startkoppel dan vroeger.
Ruitenwissers hebben nu verschillende versnellingen.
Autos hebben ruitverwarming, een aansteker, een radio,
ingewikkelde verwarmingssystemen, elektronische
componenten voor de besturing ...
Daarom is de behoefte aan accus van goede kwaliteit
tegenwoordig groter dan ooit.
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
32/68
32
3.1. Opbouw van een loodaccu
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Een accu bestaat uit afzonderlijke cellen die in serie met
elkaar verbonden zijn.
voor een accu van 12 V: 6 cellen
voor een accu van 6 V: 3 cellen
Elke cel bestaat uit een opeenvolging van positieve en
negatieve platen.
De negatieve platen bevatten poreus lood (b).
De positieve platen bevatten loodperoxide (bO2).
Een positieve plaat ligt altijd tussen twee negatieve platen,
want anders kan ze kromtrekken.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
33/68
33
Om te verhinderen dat een positieve en negatieve plaat
elkaar kunnen raken en zo kortsluiting veroorzaken, zijn ze
gescheiden door separatoren.
Alle gelijksoortige platen zijn verbonden met een
brugstuk met daarop de pool. Onderaan in de bak is er
een bezinkselruimte: na verloop van tijd gaan de platen
afbrokkelen en bezinken de afgebrokkelde stukjes in deze
ruimte. Aangezien de platen zelf niet tot in deze ruimte
komen, kan deze sliblaag geen kortsluiting veroorzaken.
Op iedere cel zit een bijvuldop met een ventilatiegaatje,
waarlangs het water door verdamping ontsnapt.
Water verdampt vooral:
bij warm weer
wanneer de accu geladen wordt
versnelde veroudering door extremetemperaturen: startproblemen
korte ritten
energieverlies door (te) lange opslag
startproblemen bij koud weer
3.2. Meest voorkomende oorzaken van accuproblemen
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
34/68
34
3.3. Loodaccus
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Loodaccus zijn de oudste accutypes. Ze zijn nog altijd de
meest gebruikte oplaadbare accu en worden gebruikt voor
de aandrijving van graafmachines en vorkheftrucks, waarbij
ze als tegengewicht dienen doordat ze zo zwaar zijn.
3.3.1. amenstelling
Een loodaccu bestaat uit:
positieve platen uit loodoxide
negatieve platen uit een sponsachtig lood
een elektrolyt uit verdund zwavelzuur
3.3.2. Voordelen
elektrochemisch systeem met alleen water, zwavelzuur en
lood
hoog vermogen
levering van hoge elektrische stroom mogelijk goedkoop
eenvoudige recuperatie
3.3.3. adelen
lage energie per massa-eenheid
7/28/2019 MECA Elektriciteit
35/68
35
3.3.4. oorten loodaccus
StartaccuEen startaccu kan snel veel stroom leveren. Het is aan te
raden deze accu niet verder dan 20% te ontladen. Om een
graafmachine te starten is veel stroom nodig, maar de accu
wordt onmiddellijk terug opgeladen.
Het vermogen van deze accu vermindert sterk door hem
te fel te ontladen en terug op te laden: hierdoor ontstaatsulfatering.
Stationaire accuDeze accu levert minder stroom dan een startaccu, maar kan
dieper ontladen worden (tot 50%). Hij is beter bestand tegen
sulfatering.
Tractie-accuEen tractie-accu heeft een langere levensduur dan de vorige
accus en kan tot 80% ontladen worden. Hij is wel duurder.
Onderhoudsvrije accuEen onderhoudsvrije accu werkt op dezelfde manier als een
klassieke accu.
Werking en verschillen:
Ook bij een onderhoudsvrije accu komen waterstof en
zuurstof vrij, maar de platen bestaan niet volledig uit lood;
er is calcium aan toegevoegd. Onderhoudsvrije accus
zijn hermetisch afgesloten, zodat het niet nodig is om het
elektrolyt te controleren en op peil te houden.
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
ulatering
Een verschijnsel waarbij een harde onoplosbare laag op de
elektroden gevormd wordt die niet elektrisch geleidend is.
Info
7/28/2019 MECA Elektriciteit
36/68
36
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Bij het overladen van de accu zullen de positieve platen
zuurstof vormen en de negatieve platen niet volledig in lood
omgezet worden. Er komt geen waterstofgas vrij.
De zuurstof die door de positieve plaat wordt opgewekt,
reageert met het actieve materiaal op de negatieve plaat
(lood) en produceert water. Bij onderhoudsvrije accus moet
geen water toegevoegd worden.
Bij een overmatige hoeveelheid gas wordenveiligheidsventielen geopend. De ventielen sluiten
weer zodra de druk binnenin normaal is. Over de
veiligheidsventielen is een keramische lter aangebracht om
interne ontsteking van de opgewekte gassen te voorkomen.
De roosterplaten zijn erg goed bestand tegen corrosie. Ze
hebben een korrelstructuur, die zorgt voor:
een betere stroomdichtheid
een relatief groot plaatoppervlak
Het grote plaatoppervlak vergemakkelijkt de koude start.
De lood- en kaliumplaten zijn bijzonder sterk en dus goed
bestand tegen sterk laden en ontladen.
De platen zijn onderling verbonden door aaneengegoten
roosterbeugels, wat zorgt voor een stevige constructie.
De opvangruimte is tweemaal zo stevig als bij een
vergelijkbare accu van hard rubber. Daarom is een
bezinkselruimte onderaan in de bak niet nodig.
Het deksel bevat een testindicator:
groen: accu meer dan 65% geladen
donkere kleur: minder dan 65% resterende capaciteit
heldere of lichtgele kleur: de accu moet vervangen
worden
7/28/2019 MECA Elektriciteit
37/68
37
Deze accus werken ongeveer op dezelfde manier als
loodaccus. Bij een gelaccu zit er echter geen water tussen de
platen, maar een geleiachtige substantie.
De accu is afgesloten en kan niet bijgevuld worden. Hij is
voorzien van een veiligheidsventiel, zodat gassen kunnen
ontsnappen bij het overladen. Hij mag enkel rechtop
gemonteerd worden.
3.4.1. Voordelen
weinig zelfontlading
grotere ontlading mogelijk
meer oplaadbeurten mogelijk
onderhoudsvrij
langere levensduur
3.4.2. adelen
speciale lader nodig
beschadiging mogelijk bij het transport
duurder in aankoop
3.4. Gelaccus
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
38/68
38
3.5. piraalaccus
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Bij deze accu wordt de stroomvoorraad niet opgenomen in
zuur of gel, maar geabsorbeerd in een dunne glasvezelmat.
3.5.1. Voordelen
diepere ontlading
kortere oplaadtijd
grotere stroomafname mogelijk
schuine montage eventueel mogelijk geen onderhoud nodig
3.5.2. adelen
kostprijs
7/28/2019 MECA Elektriciteit
39/68
39
Aangezien de accu een erg belangrijk onderdeel is in de
elektrische installatie, moet hij regelmatig gecontroleerd
worden op de volgende zaken:
de stevige bevestiging van de accu
de goede en stevige bevestiging van de aansluitingen
oxidevorming
het elektrolytniveau
3.6.1. Visuele controle
1. Controleer regelmatig het elektrolytniveau.
Het juiste elektrolytniveau ligt altijd boven de platen.
Meestal is het tot aan de onderzijde van de vuldoppen.
Een te laag niveau brengt capaciteitsverlies met zich mee.
Als de platen niet volledig ondergedompeld zijn, worden
ze chemisch non-actief. Als het niveau te hoog is, gaat het
elektrolyt uit de cellen lopen en corrosie veroorzaken op
de polen.
De accu kan bijgevuld worden met gedistilleerd water of
regenwater. Als er regelmatig water toegevoegd moet
worden, is de laadstroom waarschijnlijk te hoog, waardoor
de plaatroosters gaan corroderen. Controleer in dat
geval het laadcircuit: een accu die niet voldoende wordt
bijgeladen, gaat sulfateren.
In koude periodes werkt de accu niet goed, omdat hij niet
meer voldoende reserve heeft. Controleer ook hier of het
laadcircuit voldoende laadt.
2. Vul de cellen bij met gedistilleerd water (o
regenwater).
Vul de cellen niet te veel bij. Anders kan de accu overlopen
en is er kans op kortsluiting.
3. an de accubak niet te hard aan.
4. Meet de toestand van de accu met een zuurweger.
5. Voeg nooit zuur toe, tenzij je zeker weet dat er zuur
verloren is gegaan
3.6. Visuele en elektrische controle van de accu
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
40/68
40
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
3.6.2. Elektrische controle
Door een foutieve afstelling van de spanningsregelaar kan
de accu overladen worden. Dit gaat gepaard met warmte-
ontwikkeling, waardoor de platen gaan zwellen. Met een
accutester en een voltmeter kan je testen of een accu
overladen is.
Tyenummers
Tyenummer 54411 VRT 12 V 44 H 210
544
bij een accu van 12 V.
De nominale capaciteit is 500, waardoor 44
AH wordt aangeduid met 544.
11 code van constructie en uitvoering
VRT merk
12 V nominale spanning
44 H nominale capaciteit
210 koudstartstroom
7/28/2019 MECA Elektriciteit
41/68
41
3.7.1. Aansluiten
Verwijder de stoppen.
Controleer het vloeistofpeil en vul eventueel bij.
Verbind de lader: de pluspool van de lader aan de pluspool
van de accu, de minpool van de lader aan de minpool van
de accu.
tel de spanning van de lader in volgens de accuspanning.
Bepaal de laadstroom: 1/10 van de capaciteit.
luit de lader aan op de netspanning. tel de laadstroom in.
3.7.2. Loskoppelen
chakel de netspanning uit.
Verwijder de aansluitdraden.
Monteer de stoppen.
Wanneer je een lood/zwavelzuuraccu oplaadt, zal water door
elektrolyse worden gesplitst in waterstof- en zuurstofgas.Daarom moet je de vuldoppen verwijderen tijdens het
opladen.
De accu is voorzien van een ontluchtingskanaal voor de
afvoer van gassen die vrijkomen tijdens normaal gebruik.
3.7. Gebruik van een acculader
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Aandachtspunt :
Als je de aansluitklemmen verwijdert zonder de
netspanning uit te schakelen, kan de accu ontploen.
Het rondspattende zuur kan in de ogen terechtkomen en
blindheid veroorzaken.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
42/68
42
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
3.7.3. Laden van de accu
Bij normaal laden moet de stroomsterkte ongeveer 10% van
de accucapaciteit bedragen. Bij een accu van 36 AH is dit
bijvoorbeeld 3,6 A.
Bij snelladen mag de laadstroom hoogstens 90% van de
accucapaciteit bedragen: bij een accu van 45 AH is dit
bijvoorbeeld 40 A.
ijdens het laden stijgt de accuspanning langzaam en zonder
gasbelvorming tot 2,3 - 2,4 V per cel en daarna sneller tot 2,6
- 2,7 V per cel (waarbij de cellen sterkere gassen vormen).
7/28/2019 MECA Elektriciteit
43/68
43
De laadtoestand bepaal je met een zuurweger. adat er
gedistilleerd water toegevoegd is, moet je minstens twee uur
wachten voor je een meting uitvoert.
NORMAAL GELADENEen accu is normaal geladen als de zuurweger voor alle
cellen minstens geladen aanduidt.
ONDERLADEN:Een accu is onderladen als de zuurweger minder dan
geladen aanduidt.
Dit kan het gevolg zijn van:
een slecht werkende alternator
een te losse riemspanning van de alternator
een slechte verbinding tussen de alternator en de accu een verbruikersstroom die groter is dan de laadstroom
(doordat de regulator slecht werkt)
OVERLADENEen accu is overladen als je wekelijks grote hoeveelheden
gedistilleerd water aan de accu moet toevoegen. Bij
een overladen accu wordt het water van het elektrolyt
gescheiden onder de vorm van waterstof (H2) en zuurstof (O).
Ook een overladen accu kan het gevolg zijn van een slecht
werkende regulator.
3.8. Controle van de laadtoestand van de accu
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
44/68
44
3.9. Onderhoud van de accu
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
1. Bevestiging
Controleer of de accu goed vaststaat in het voertuig.
rillingen doen de platen afbrokkelen. Behandel de accu niet
ruw.
2. polen en klemmen
De polen en klemmen moeten proper zijn. Vuile klemmenveroorzaken immers spanningsverlies.
Elke accu heeft een pluspool en een minpool, die boven het
deksel uitsteken.
De pluspool is dikker dan de minpool. Zo kan je de polen niet
verkeerd aansluiten. Meestal zijn de polen ook met een kleur
gemerkt.
3. Vloeistoeil
De platen moeten ongeveer 1 cm onder het vloeistofpeil
zitten. Anders kunnen ze sulfateren, waardoor hun capaciteit
vermindert.
plusoolrood o +
Minool zwart o -
7/28/2019 MECA Elektriciteit
45/68
45
4. Laadsanning
Controleer regelmatig de laadspanning. Een te hoge
spanning is slecht voor de accu (slechte alternator).
5. Oervlak
Het oppervlak moet zuiver en droog zijn.
6. ccu
De accu mag niet bevriezen. Een ontladen accu kan bij - 8C
bevriezen. Een goed geladen accu bevriest pas bij - 68.
7. Vermijden van vuur
Bij een accu komt knalgas vrij. Dit zorgt voor
ontplongsgevaar.
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
46/68
46
3.10. Gebruik van startkabels
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
tartkabels worden meestal gebruikt om een andere
machine te helpen bij het starten. Om ontplongen te
vermijden moeten ze in een bepaalde volgorde aangebracht
worden.
Werkwijze:
De eerste klem wordt aangebracht op de pluspool van de
ontladen accu.
De tweede klem wordt aangebracht op de pluspool van
de geladen accu.
De derde klem wordt aangebracht op de minpool van de
geladen accu.
De vierde klem wordt aangebracht op het motorblok van
de defecte machine.
Ontkoppelen gebeurt in de omgekeerde volgorde.
Aandachtspunten :
oppel de accu alleen af wanneer het sleutelcontact
afstaat.
Voer defecte accus altijd af met respect voor het milieu.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
47/68
47
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Aandachtspunten :
Door startkabels te gebruiken bij graafmachines met
een motormanagementsysteem, kan je de machine
beschadigen.
oppel de hulpaccu aan. tart de motor.
Laat de motor 10 minuten draaien.
Leg de motor stil.
Ontkoppel de hulpaccu.
Laat de motor op eigen accu starten.
Als dit lukt, is alles in orde.
Als dit niet lukt, moet je alles herhalen of een nieuwe
accu monteren.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
48/68
48
3.11. erie- en parallelschakeling
3. CCUOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
3.11.1. erieschakeling
luit de minpool van de eerste accu aan op de pluspool van de tweede accu. De spanning tussen de pluspool
van de eerste accu en de minpool van de tweede accu bedraagt 24 V.
3.11.2. arallelschakeling
De pluspool van de eerste accu wordt op de pluspool van de tweede accu aangesloten en de minpool van de
eerste accu op de minpool van de tweede accu. De positieve en negatieve polen hebben een spanning van 12 V.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
49/68
49
4. Zeengen
Zekeringen vormen zwakke schakels in de stroomkringen die
een bouwmachine van elektrische energie voorzien.
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Zekeringen dienen om de elektrische onderdelen ende bijbehorende kabels te beschermen tegen te grote
stroomsterktes.
Als er iets mis is met de elektrische installatie, moeten
eerst de zekeringen nagekeken worden. Meestal zijn ze
gegroepeerd in een kastje met een deksel.
4.1. Doel
7/28/2019 MECA Elektriciteit
50/68
50
4.2. Zekeringen nakijken en vervangen
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
4.2.1. Genummerde zekeringen
De afzonderlijke zekeringen in de kast zijn meestal
genummerd. De nummers komen overeen met de
stroomkringen die ze beschermen. Vaak staan de nummers
in het instructieboekje van de machine.
4.2.2. iet-genummerde zekeringen
Wanneer de zekeringen niet genummerd zijn, zit er niets
anders op dan ze n voor n los te maken en zo te
controleren bij welke stroomkring ze horen.
4.2.3. Werkwijze
Zet eerst het contact aan. Ga vervolgens na welk onderdeel
niet meer werkt wanneer je een bepaalde zekering losmaakt.chrijf op een zelfklevend etiket welke zekeringen bij welke
stroomkring horen en bevestig deze lijst op het deksel van
de zekeringkast.
4.2.4. Waar bevindt de zekeringkast zich?
Het is handig als de zekeringkast zich op een gemakkelijk
toegankelijke plaats bevindt, zoals in de cabine. Bij sommige
machines is de kast verborgen onder de bestuurderszetel ofaan de zijkant van de voetenruimte.
De plaats is aangegeven in het instructieboekje.
4.2.5. Zekeringen controleren
Als je een zekering tegen het licht houdt, kan je meestal
zien of ze is doorgeslagen: bij een doorgeslagen zekering
vertoont de draad of strip een breuk. Een andere aanwijzing
is dat het glas of het isolatiemateriaal zwart wordt.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
51/68
51
1. Glaszekering
Dit is een verouderde soort zekering. Bij overbelasting breekt
de draad in het glazen buisje.
2. Stripzekering
Bij deze zekering bevindt zich binnen in de zekering, tegen
het isolatiemateriaal, aan n kant een metalen strip, die
smelt bij overbelasting.
3. Rechthoekige zekering
Deze zekering heeft twee inschuifbare aansluitingen,
die verbonden zijn door middel van een zichtbare
zekeringsdraad.
4.3. oorten zekeringen
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
52/68
52
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
De meeste machines hebben verschillende zekeringen.
tel dat n enkele zekering, die een aantal stroomkringen
beschermt, doorslaat:
Dan moet elke stroomkring afzonderlijk gecontroleerdworden om de fout te ontdekken.
Alle betreende onderdelen worden uitgeschakeld.
Er wordt een nieuwe zekering geplaatst.
Vervolgens worden de stroomkringen n voor n
ingeschakeld.
Als de defecte kring wordt ingeschakeld, slaat de zekering
door.
Aandachtspunten :
Vervang een zekering altijd door een zekering met
dezelfde stroomcapaciteit. Als je een zekering van 10 A
vervangt door een zekering van 30 A, kan het elektrische
onderdeel of de bedrading ernstig beschadigd raken.
Een zekering van 10 A beschermt een stroomkring die
normaal 7 A voert. Een zekering van 30 A laat een veel
grotere stroom door.
Als een zekering doorslaat, moet de stroomkring op fouten
gecontroleerd worden. Een defect elektrisch onderdeel
of een beschadigde kabelisolatie kan kortsluiting
veroorzaken: als er plots een zeer grote hoeveelheid
stroom zou vloeien, zou de kabel zo heet worden dat er
brand kan ontstaan. De zekering moet dat voorkomen: dedunne zekeringsdraad smelt en verbreekt de stroomkring
lang voor de kabel verbrandt.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
53/68
53
Voor een doorgeslagen zekering bestaan drie oorzaken:
De zekering is zo oud dat ze de normale hoeveelheid
stroom niet meer kan voeren.
Er is een zeer korte, maar sterke stroomstoot geweest.
Er is een storing in de stroomkring van de elektrische
zekeringen.
4.4.1. Oplossing
In de eerste twee gevallen kan het probleem opgelost
worden door een nieuwe zekering te plaatsen. Als ook de
nieuwe zekering doorslaat, is er een fout in de stroomkring.
4.4. Oorzaken van defecte zekeringen
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
ebruik nooit een zekering voor een grotere
stroomsterkte dan de oorsronkelijke.
Opgelet
7/28/2019 MECA Elektriciteit
54/68
5454
4.5. Waarde van de zekeringen
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
De waarde kan volgens twee systemen worden aangegeven:
In het ene geval wordt vermeld hoeveel continue stroom
gevoerd kan worden en wat de bestendigheid tegen
korte stroomstoten is. Men spreekt dan van de CR-waarde
(constant resistance - constante weerstand).
Bv.: Een zekering van 10 A van dit type kan continu een
stroom van 10 A voeren, maar kan ook korte stroomstoten
tot 20 A opnemen zonder door te slaan.
Vroeger werd alleen de maximale stroom vermeld die een
zekering kan voeren zonder door te slaan. lechts de helft
van de waarde kan continu gevoerd worden.
Bv.: Een zekering van 10 A met een aanduiding van dit
type kan continu met 5 A belast worden en slechts korte
stoten van 10 A opnemen.
ommige fabrikanten hebben de zekeringen op de beidemanieren gemerkt: 20 A (10 A CR).
De waarde van een zekering wordt meestal aangegeven op
de huls of de aansluiting.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
55/68
5555
oms moet een gedeelte van de stroomkring beschermd
worden met behulp van een lijnzekering (zwevende
zekering) in de voedingskabel.
Bij sommige machines beschermen lijnzekeringen:
de stroomkringen voor de verlichting
het alarmlicht
de radio
de motor van de ruitenwisser
De zekering bevindt zich dan in de voedingskabel, dicht
bij het apparaat in kwestie. Ze is ondergebracht in een
plastic houder met aan de beide uiteinden een aansluitklem
waaraan de voedingskabel verbonden is. Rond de houder
bevinden zich twee licht verende aansluitingen, zodat een
permanent contact wordt verkregen.
De houder bestaat uit twee helften, die voorzien zijn van een
bajonet- of een schroefsluiting. De waarde van de zekeringdie een onderdeel moet beschermen, wordt voorgeschreven
door de fabrikant van het apparaat.
4.6. oorten lijnzekeringen
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
56/68
5656
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
4.6.1. Bajonetaansluiting
Deze lijnzekeringen hebben een houder die over de gehele
lengte kan scharnieren. De twee helften sluiten klemmend
tegen elkaar aan.
4.6.2. hermostatische onderbrekers
Een thermostatische onderbreker dient om te voorkomen
dat een essentieel onderdeel uitvalt. Als een zekering
doorgeslagen is, laat de onderbreker toch stroom in de kringvloeien, maar wel een kleine hoeveelheid.
De hoofdcomponenten van een graafmachine die door een
gewone zekering worden beschermd, werken niet meer
als de zekering is doorgeslagen. Omdat dit tot gevaarlijke
situaties kan leiden, wordt voor hoofdcomponenten een
thermostatische onderbreker toegepast in plaats van een
zekering. Deze onderbreker is geen zekering, maar heeft wel
dezelfde werking.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
57/68
5757
4.6.3. oodzekering
ommige graafmachines zijn uitgerust met een speciaal
type zekering met een hoge weerstand. Deze noodzekering
bevindt zich in de kabel die van de accu naar de
ontstekingsschakelaar (het contact) loopt. Ze beschermt alle
stroomkringen in de machine, behalve die van de startmotor,
want de startmotor neemt een enorme hoeveelheid stroom
op.
De meeste fabrikanten voeren de noodzekering als een
insteekverbinding uit. Als deze noodzekering doorbrandt,
moet er een nieuwe insteekverbinding gemonteerd worden.
4.6.4. Gereedschap om zekeringen te vervangen
Fijne bektang
ieuwe zekeringen
chroevendraaier
4. ZEKERIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Aandachtspunt :
Gebruik nooit een doorverbinding met een gewone kabel
als noodzekering.
Opgelet
noodzekeringhoofdleiding naar
startrelais
door overbelasting
gesmolten noodzekering
nieuwe noodzekering
met insteekverbinding
7/28/2019 MECA Elektriciteit
58/68
5858
7/28/2019 MECA Elektriciteit
59/68
5959
5. VechTngsnsTaaTe
Het verlichtingssysteem zorgt voor een goed zicht, zodat je in het donker kan rijden en manoeuvres uitvoeren
en zodat ook de machine in het donker beter zichtbaar is.
5. VERLICHTIITLLTIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
KoplampenDeze lampen moeten gedimd en ongedimd grootlicht
kunnen uitstralen. Het licht moet n kleur hebben, namelijk
wit of geel.
Stadslichten en parkeerlichtenVooraan aan de machine bevinden zich twee witte of gele
stadslichten met een vermogen van maximaal 5 watt. Zemoeten zichtbaar zijn tot op 200 meter afstand. tadslichten
kunnen ook dienen als parkeerlicht.
De parkeerlichten achteraan zijn rood.
AchterlichtenDe machine moet twee rode achterlichten hebben die
zichtbaar zijn van op een afstand van 300 meter.
KentekenverlichtingDe kentekenverlichting moet zichtbaar zijn van op een
afstand van 20 meter.
5.1. Wettelijke verplichte verlichting
7/28/2019 MECA Elektriciteit
60/68
6060
5. VERLICHTIITLLTIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
RemlichtenMachines moeten uitgerust zijn met twee remlichten.
Deze lichten moeten rood zijn en opvallen wanneer de
achterlichten branden. Ze moeten ook overdag zichtbaar zijn.
MistachterlichtenDeze lichten mogen alleen branden bij dichte mist ofsneeuwval, als het zicht minder dan 50 meter bedraagt. Er
moet een controlelampje aanwezig zijn.
RichtingaanwijzersDe richtingaanwijzers moeten wit of oranje zijn. Voor
achteropkomend verkeer moeten ze duidelijk
zichtbaar en rood zijn. Ze zijn bedoeld voor de andere
weggebruikers.
ReectorenDe reectoren aan de achterkant van de machine moeten
rood zijn. De zijreectoren daarentegen moeten oranje zijn
en mogen geen driehoekige vorm hebben.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
61/68
6161
6. Veghes- en easpecTen
6. VEILIHEID E MILIEUpECTEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
Alle machines zijn voorzien van veiligheidsplaatjes. Controleer regelmatig of deze goed leesbaar zijn.
Wanneer er een veiligheidsplaatje ontbreekt, moet het vervangen worden.
Bevestig altijd een waarschuwingslabel niet gebruiken aan het contactslot voor je onderhoudswerken of
reparaties uitvoert.
Draag altijd een helm, een veiligheidsbril en andere veiligheidsuitrusting, zoals vereist.
Draag geen loshangende kleding of sieraden die vast kunnen raken tussen delen van de machine.
tartkabels verkeerd aansluiten kan ontplongen veroorzaken, met lichamelijke letsels tot gevolg.
De accus kunnen zich in aparte ruimtes bevinden. Als er startkabels gebruikt worden, moeten die altijd op
de juiste manier aangesloten worden.
De pluskabel (+) moet altijd aangesloten worden op de pluspool (+) van de accu die met het
startmotorrelais verbonden is. De minkabel (-) moet aangesloten worden tussen de startbron en de
minpool (-) van de startmotor. Wanneer de machine geen startmotorminpool heeft, wordt de aansluiting
op het motorblok gemaakt.
tart de machine nooit via de startmotorrelaisklemmen. Dit kan onverwachte bewegingen van de machine
veroorzaken.
robeer nooit herstellingen uit te voeren terwijl de machine rijdt of draait.
Accus bevatten een elektrolyt. Dat is een zuur. Zorg ervoor dat het elektrolyt niet in aanraking komt met
de huid of de ogen. Draag altijd een veiligheidsbril terwijl je onderhoudswerken uitvoert aan de accu. Was
altijd je handen nadat je een accu hebt aangeraakt. Draag liefst ook handschoenen.
Specieke veiligheid- en milieuaspecten kwamen al eerder aan bod in de verschillende hoodstukken van deze
cursus.
7/28/2019 MECA Elektriciteit
62/68
6262
OIIE
OTITIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
63/68
6363
OIIE
OTITIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
64/68
64
OIIE
OTITIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
65/68
65
OIIE
OTITIEOEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
7/28/2019 MECA Elektriciteit
66/68
OEGEAE ECHIEE
ELEKTRICITEIT
66
OIIE
OTITIE
7/28/2019 MECA Elektriciteit
67/68
67
fvb ctrutiv
oningsstraat 132/5, 1000 Brussel
t +32 2 210 03 33 f +32 2 210 03 99
fvb.constructiv.be [email protected]
fvbc Constructiv, Brussel, 2012.
Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen
7/28/2019 MECA Elektriciteit
68/68
hydruli pumti elktriitit
tik adrijvi
Fd vr Vklidii dBuwijvrid
ToegepasTe Techneen
hydraulIca
BopaaTsmachnsTen
Fd vr Vklidii dBuwijvrid
ToegepasTe Techneen
Lastechnieken
BopaaTsmachnsTen
Fd vr Vklidii dBuwijvrid
toegepaste techneen
ElEktricitEit
Bopaatsmachnsten
Fd vr Vklidii d Buwijvrid
toegepaste techneen
PNEUMATIcA
Bopaatsmachnsten
Fd vr Vklidii d Buwijvrid
ToegepasTe Techneen
AAndrijvingen
BopaaTsmachnsTen
Modulaire handboeken
bouwplaatsMachinisten
adr bkdl:
Bouwlaatsmachines - raktijk
Bouwlaatsmachines
Bouwtechnologie
Motorenleer
Toegeaste technieken