Materiaal OCMW Herentals Draaiboek Leren Budgetteren in modules v 20130325 Info Katrien Feyaerts en Lieze Valenberghs, 014 24 66 95 OCMW Herentals, Nederrij 133a, 2200 Herentals
Materiaal OCMW Herentals
Draaiboek Leren Budgetteren in modules v 20130325
Info
Katrien Feyaerts en Lieze Valenberghs, 014 24 66 95
OCMW Herentals, Nederrij 133a, 2200 Herentals
1
Draaiboek
“Leren Budgetteren”
in modules
OCMW Herentals
2
Algemene doelstellingen “Leren Budgetteren” in modules
Het Vormingstraject “Leren budgetteren” dat in modules wordt georganiseerd, wil
volgende doelstellingen bereiken:
� De deelnemers hebben de basisvaardigheden geleerd die iemand nodig heeft om
zelf zijn/haar budget te beheren.
� De deelnemers weten zich gesterkt in hun beslissingskeuzen.
� De deelnemers hebben hun sociaal netwerk uitgebreid en hebben (andere)
relaties ontwikkeld.
� Door het contact met anderen en het leren van vaardigheden hebben de cliënten
(meer) zelfvertrouwen opgebouwd.
� De deelnemers hebben het gevoel dat ze opnieuw greep hebben op hun eigen
budget.
� Het kritisch bewustzijn en de weerbaarheid van de cliënt is verhoogd.
� Door de participatie en het beslissingsvermogen dat cliënten krijgen, vergroot
hun zelfvertrouwen en zelfbewustzijn.
� De vormingswerker pikt zaken op door het werken met de groep over de werking
van het OCMW. Hij/zij kan deze informatie gebruiken om de werking van het
OCMW te evalueren en hij/zij zorgt er voor dat deze informatie wordt
aangewend om in te spelen op de noden van de cliënten.
3
Werkwijze “Leren Budgetteren” in modules
De vormingswerker biedt verschillende kortdurende modules aan rond een bepaald
thema. Het gaat om de thema’s: “Leefgeld”, “Paperassen”, “Uitgaven plannen”, “Energie”
en “Leningen en kredieten”.
Deze modules of themabijeenkomsten volgen elkaar op. Mensen kunnen zich inschrijven
voor alle modules of deze modules eruit pikken die voor hen interessant zijn. Op deze
manier kunnen mensen ook nóg sneller inschakelen in het vormingstraject. Ze hoeven
niet te beginnen bij de eerste module. Ze kunnen deze aanvatten wanneer deze module
opnieuw start.
De vormingswerker spreekt met iedere cliënt in het begin af om de sterkte-zwakte-analyse samen te doen (eventueel samen met maatschappelijk werker). Op deze manier wordt er duidelijk wat de werkpunten zijn en kan er beter ingeschat worden welke modules interessant zijn voor de mensen. Het feit dat de vormingswerker de cliënt voor de cursus ook éérst ziet, samen met de maatschappelijk werker, bevorderd het contact tussen cliënt en vormingswerker én tussen het vormingswerk én de maatschappelijk werker.
� Is tot op heden nog niet zo gebeurd… � Eventuele tussenstap: niet voor alle cliënten, maar voor enkelen waarbij bv. het
niveau en de leerpunten nog niet duidelijk zijn.
De groepen die het vormingstraject volgen zijn zeer heterogeen. Er nemen mensen deel
met verschillende achtergronden en niveaus. Het is belangrijk dat de vormingswerker
steeds rekening houdt met de traagsten. Vandaar dat er per thema een map voorhanden
is met extra oefeningen, extra prikkels, dingen die mensen kunnen inkijken, lezen,
doen, …
Omdat voor iedere module weer nieuwe mensen kunnen inschrijven, kunnen de groepen
steeds verschillend zijn. Iedere 1ste bijeenkomst van een nieuwe module start dan best
met een kennismaking.
Kennismakingsmethodieken kan je terug vinden in de map “Kennismaking en veiligheid in groep”. Het is zeer belangrijk dat er steeds afspraken worden gemaakt aan het begin van een
module. De vormingswerker overloopt de afspraken en laat de deelnemers de
afsprakenposter ondertekenen. Deze afsprakenposter komt omhoog te hangen in het
opleidingslokaal (zie afsprakennota in kast opleidingslokaal).
4
Modules/themabijeenkomsten “Leren Budgetteren”
Het vormingstraject “Leren Budgetteren” bestaat uit 5 opeenvolgende
themabijeenkomsten:
� “Leefgeld”: 3 bijeenkomsten van 3 uur
� “Paperassen”: 2 bijeenkomsten van 3 uur
� “Uitgaven plannen”: 4 bijeenkomsten van 3 uur
� “Energie”: 1 bijeenkomst van 3 uur
� “Leningen en kredieten”: 1 bijeenkomst van 3 uur
Hieronder een overzicht van de doelstellingen en inhoud van iedere module.
Module/thema 1
Leefgeld
Doelstellingen
� De deelnemer ervaart dat hij/zij niet alleen staat met zijn moeilijke financiële
situatie.
� De deelnemer kan zijn/haar frustraties en moeilijkheden, maar ook
succesverhalen, vertellen met betrekking tot zijn/haar financiële situatie.
� De deelnemer verzamelt “tips and trics” vanuit de groep over hoe om te gaan met
een beperkt budget.
� De deelnemers staan stil bij de manier waarop zij trachten om te gaan met een
beperkt leefgeld.
� De deelnemers delen hun succesvolle besparingstips.
� De deelnemers hebben een overzicht van besparingstips die ze zelf kunnen
toepassen.
� De deelnemers zijn zich bewust van hun uitgavenpatroon van hun leefgeld of
huishoudbudget.
� De deelnemers bekijken het uitgavenpatroon van hun leefgeld kritisch.
� De deelnemers weten hoe ze hun leefgelduitgaven kunnen plannen.
� De deelnemers delen hun “zuinig winkelen”-ervaringen.
� De deelnemers zijn zich bewust van de prijsverschillen tussen witte producten en
merkproducten.
� De deelnemers zijn zich bewust van de prijsverschillen in de verschillende
supermarkten.
� De deelnemers zijn zich bewust van de gevolgen van reclame en de beoogde
doelen van marketing.
� De deelnemers weten hoe ze zich kunnen weren tegen ongewenste
reclameboodschappen.
� De deelnemers leren dat ze goedkoop en gezond kunnen koken aan de hand van
een kooksessie tijdens de laatste bijeenkomst.
5
Inhoud Bijeenkomst 1
� Start met kennismaking
Zie map “Kennismaking en veiligheid in groep”
� Groepsgesprek (zie vragenkaartjes):
De vragenkaartjes worden op de tafel gelegd en de deelnemers nemen en beantwoorden
één voor één een vraag. De anderen uit de groep mogen en/of worden gevraagd om te
reageren.
Voorbeelden van de vraagjes zijn:
o Met hoeveel moet je toekomen?
o Hoe voelt dat? Hoe lukt dat?
o Waaraan moet je je leefgeld/huishoudbudget allemaal uitgeven?
o Kom je soms ook niet toe? Hoe los je dat dan op?
o Vraag je soms extra leefgeld? Hoe voelt dat? Wordt dat op voorhand
besproken? Is dat ingepland? Is er een bepaald budget aan extra
voorzien?
o …
� Besparingstips
Doorheen het groepsgesprek en daarna noteren we de besparingstips die de mensen
opnoemen op gouden sterretjes. Deze kunnen doorheen de module nog verder aangevuld
worden en we kunnen hier ook steeds naar teruggrijpen.
De gouden sterretjes hangen we aan het prikbord in het opleidingslokaal.
Tot slot kiest iedere deelnemer aan welke besparingstips hij/zij de komende tijd willen
werken, wat hij/zij anders wil doen, waar hij/zij op wil letten, … Ze schrijven dit op een
sterretje. Deze sterretjes worden tegen de volgende bijeenkomst geplastificeerd en er
wordt een magnetisch klevertje op gekleefd. Ze kunnen deze sterretjes op hun koelkast
hangen zodat ze er steeds aan worden herinnerd.
� Uitgaven leefgeld/huishoudbudget
Iedere deelnemer maakt een schatting van zijn/haar uitgaven. Ze vullen de eerste
bladzijde in van het blaadje “Hoe besteed ik mijn Leefgeld”.
De volgende bijeenkomst gaan we hier mee verder.
De deelnemers krijgen als opdracht hun kasticketjes te bewaren gedurende een week en
andere uitgaven te noteren. Ze krijgen elk een envelopje mee waarin ze deze kunnen
stoppen en een blaadje waarop ze de uitgaven kunnen noteren. Dit brengen ze dan
volgende bijeenkomst mee.
� Winkels vergelijken
We starten hier met een proeftest. De deelnemers krijgen elk twee proevertjes: een
wit product en een merkproduct. Ze proeven, ruiken, kijken, voelen eventueel of ze een
verschil merken en proberen te raden welk het witte product is en welk het
6
merkproduct (In de winkelmandjes zitten nog volle bussen chocopoeder. Deze kunnen hier voor gebruikt worden.).
Vervolgens bekijken we de winkelmandjes. Er is een winkelmandje met allemaal witte
producten. Daarnaast staat een winkelmandje met dezelfde of vergelijkbare producten,
maar dan met een bekende merknaam.
De deelnemers mogen de prijzen van de verschillende mandjes raden. De prijs wordt besproken.
Hierna doen we een groepsgesprek waarin volgende zaken aan bod komen:
o Koop jij witte producten of merkproducten?
o Denk jij dat witte producten slechter zijn van kwaliteit dan
merkproducten?
o Waar ga jij winkelen?
o Wat is volgens jou de goedkoopste winkel?
o Welke producten koop je in de winkel?
o …
� Gezonde en budgetvriendelijke voeding
Dit thema bespreken we a.d.h.v. de voedingsdriehoek. De vormingswerker tekent een
lege voedingsdriehoek op het bord en vraagt de groep deze in te vullen. Dit kan ook
gedaan worden in kleine groepjes.
Wanneer de voedingsdriehoek is ingevuld worden de verschillende groepen overlopen.
Hoe zou je op een budgetvriendelijke manier, toch kunnen zorgen dat iedere trap van de
piramide in je dagelijkse voedingspatroon zit? De deelnemers geven zelf tips, de
vormingswerker vult aan.
Zie hiervoor: power point presentatie diëtiste in map.
� Workshops gezonde voeding
Als deze er zijn of op komst zijn, kan de vormingswerker reclame maken voor de
workshops gezonde voeding. De deelnemers kunnen zich inschrijven.
� Bevraging kookdag derde samenkomst
Tijdens de derde bijeenkomst gaan de deelnemers samen met de vormingswerker koken.
De vormingswerker legt uit wat de bedoeling hiervan is en welke regels hier aan vast
hangen. De cliënten mogen het geld alleen gebruiken om eten te kopen voor de derde
bijeenkomst, ze moeten hier een kasticket van kunnen voorleggen, als ze die dag niet
aanwezig zijn, wordt het geld teruggegeven. Hiervoor krijgen zij 5 € mee tijdens de
tweede bijeenkomst (dit wordt afgehouden van de vergoeding die ze krijgen voor de
cursus te volgen). Tijdens de eerste bijeenkomst wordt er bekeken welk gerecht de
deelnemers willen maken. Ze krijgen het kookboek “Lekker en Gezond, meer smaak met
minder centen” en het papier: “Kookmoment bijeenkomst 3: het gerecht”. Ze bekijken
welke gerechten een optie zijn en welke zij graag willen maken. Dit kruisen ze aan op het
papier en geven ze door aan de vormingswerker. Deze beslist welk gerecht het
uiteindelijk wordt.
7
Inhoud Bijeenkomst 2: Reclame en beïnvloeding
� Uitgaven leefgeld/huishoudbudget
We bekijken onze schatting van vorige samenkomst. Iedere deelnemer neemt zijn/haar
kasticketjes en lijstje er bij en we bekijken hoeveel we nu aan wat hebben uitgegeven.
De mensen vullen het schema “Hoe besteed ik mijn leefgeld?” in en maken de totalen.
We bespreken de resultaten in groep. De vormingswerker bevraagt volgende zaken:
o Kwamen de eigenlijke uitgaven overeen met de schatting?
o Is er iemand geschrokken van bepaalde uitgaven?
o Aan wat heb je het meeste uitgegeven en aan wat het minste?
o Denk je dat dit schema een juiste en systematische weergave is van je
uitgavenpatroon?
o Zijn er dingen waarop je zou willen of kunnen besparen en hoe zou je dit
dan willen aanpakken.
De vormingswerker bevraagd vervolgens bij de mensen of ze hier nog dieper op in willen
gaan.
o Willen zij voorgedrukte boodschappenlijstjes?
o Willen zij samen een huishoudboekje maken?
o Hoe ga je te werk bij het plannen van je huishoudbudget?
o …
� Inleiding
We bekijken verschillende reclameboodschappen op papier, op internet, …
Vrije associatie: De vormingswerker noteert in grote letters het woord “reclame” op het
bord. De deelnemers mogen hierrond noteren wat dit woord bij hen oproept, waar ze aan
denken, waar ze reclame zien of tegen komen, of ze er positieve en negatieve dingen
kunnen over zeggen, …
� De invloed van reclame: zie nota’s reclame
De vormingswerker bekijkt samen met de groep waar en wanneer reclame overal
opduikt.
Hoe ervaren de deelnemers dat reclame overal is?
De vormingswerker bevraagt door wie of wat de deelnemers worden beïnvloed wanneer
ze dingen kopen.
� Reclame en idealen: zie nota’s reclame
De vormingswerker laat een aantal reclameboodschappen zien (op internet of op papier)
en vraagt de deelnemers welke idealen ze kunnen herkennen. De deelnemers kunnen
eventueel ook in kleine groepjes op zoek gaan naar de idealen.
� Het doel van reclame en de drie principes: zie nota’s reclame
De vormingswerker overloopt het doel en de drie principes.
8
De vormingswerker bevraagt welke dingen je best eerst bij jezelf bevraagt alvorens een
belangrijke aankoop te doen of wanneer je een moeilijk keuze moet maken in de winkel.
� De technieken van reclame: zie nota’s reclame
De vormingswerker toont verschillende reclameboodschappen en vraagt de deelnemers
of ze de trucjes van de reclamemakers er uit kunnen halen. (eventueel door
boodschappen aan het bord te hangen, nadien onder de boodschappen de truc noteren).
Nadien overloopt de vormingswerker deze.
� Je weren tegen reclame: zie nota’s reclame
De vormingswerker overloopt de verschillende manieren dat reclame ons kan bereiken en
de bijhorende manier dat je je hiertegen kan weren (stickers op brievenbus, Robinson-
lijst).
De vormingswerker reikt de nodige informatie en materialen aan.
Hierbij heeft de vormingsweker het ook over huis-aan-huis verkoop en de 7 werkdagen
bedenktijd (zie nota’s Huis-aan-huisverkoop).
De vormingswerker heeft het met de mensen tot slot over “neen” zeggen en
assertiviteit.
De vormingswerker overloopt een aantal stellingen rond assertiviteit. Nadien wordt er
een klein rollenspel gedaan.
De vormingswerker speelt een hardnekkige verkoper en iemand van de deelnemers
tracht zich hier tegen te weren. De groep geeft nadien opmerkingen en tips.
Na deze bespreking worden mensen warm gemaakt voor een cursus assertiviteit en
kunnen ze zich inschrijven.
(De vormingswerker geeft elke deelnemer 5 euro voor de volgende bijeenkomst te
kunnen koken. Ze legt duidelijk uit dat ze hiermee hun eten moeten komen in een winkel
naar keuze en dat ze het kasticketje moeten meebrengen. De vormingswerker herinnert
iedereen er aan dat dit doorgaat op de sociale economie campus).
Wedstrijdje: de deelnemers krijgen elk een bepaald bedrag mee en moeten bepaalde producten kopen en meebrengen naar de volgende les. Ze brengen het kasticketje ook mee. We bekijken wie, waar het goedkoopst heeft gekocht.
9
Inhoud Bijeenkomst 3: Koken
We spreken af met de deelnemers aan de ingang van de Sociale Campus. In de leskeuken
krijgt elke deelnemer (of per twee) een kookboek waarin het recept staat uitgelegd. De
taken worden verdeeld en we bereiden samen de maaltijd voor.
Tijdens de maaltijd bespreken we hoe het voor hen gegaan is.
- Vonden ze het moeilijk om deze ingrediënten te vinden?
- Kwamen ze toe met hun beperkt budget?
- Waar zijn ze gaan winkelen?
- Hebben ze prijzen vergeleken?
- …
Achteraf geeft elke deelnemer het kasticket af en mogen ze de overschot mee naar
huis nemen.
Eventueel: Tot slot bekijken we eventueel de resultaten van de wedstrijd: Wie heeft de producten het goedkoopst gekocht en waar was dat? (= eventuele opdracht eind vorige les).
10
Module/thema 2
Paperassen
Doelstellingen
� De deelnemers kunnen een nationaal rekeningnummer herkennen.
� De deelnemers kunnen een Europees rekeningnummer herkennen.
� De deelnemers weten wat een mededeling is en kennen het verschil tussen een
gestructureerde en een vrije mededeling.
� De deelnemers weten wanneer ze een gestructureerde mededeling moeten
gebruiken en wanneer ze een vrije mededeling moeten gebruiken.
� De deelnemers weten wat ze in een vrije mededeling kunnen zetten.
� De deelnemers maken opnieuw of beter kennis met hun eigen rekeningen en
facturen.
� De deelnemers weten de belangrijkste gegevens op hun eigen facturen terug te
vinden.
� De deelnemers weten wat (welke gegevens en waar) er op een nationale en een
Europese overschrijving staat.
� De deelnemers maken kennis met de “nieuwe” Europese
overschrijvingsformulieren en weten wat deze zijn en waarom deze er zijn.
� De deelnemers weten wat IBAN nummers en BIC nummers zijn en waar ze deze
kunnen terugvinden.
� De deelnemers weten wat de verschillen zijn tussen de nationale overschrijvingen
en de Europese overschrijvingen.
� De deelnemers weten wat de verschillende manieren zijn om betalingen te doen.
� De deelnemers weten wat domiciliëringen en doorlopende opdrachten zijn.
� De deelnemers weten wat de voor- en nadelen zijn van domiciliëringen en
doorlopende opdrachten.
� De deelnemers leren over internetbankieren.
� De deelnemers zijn warm gemaakt om zelf ook internetbankieren aan te vragen
en zien hier de voordelen van.
� De deelnemers hebben leren werken met internetbankieren en kunnen hun
verrichtingen en saldo’s raadplegen.
� De deelnemers kunnen een Europese overschrijving op papier invullen. De
deelnemers voelen zich hierdoor gesterkt om een betaling te doen aan de
automaat in de bank.
� De deelnemers hebben zelf een rekening betaald via internetbankieren.
� De deelnemers weten wat er allemaal op een bankuittreksel staat en kunnen er
belangrijke gegevens op terugvinden.
� De deelnemers hebben tips gekregen over hoe een goed klasseersysteem in
elkaar zit.
� De deelnemers worden geprikkeld om hun eigen klasseersysteem te verbeteren.
� De deelnemers weten hoe lang ze wat moeten bewaren en waarom en hebben hier
een handige handleiding voor.
11
� De deelnemers zien de voordelen van met een agenda te werken en krijgen
informatie over hoe ze dit best aanpakken.
Opdracht vooraf
Op voorhand worden de cliënten gevraagd een 10-tal rekeningen (of kopies van hun
rekeningen) mee te brengen. Deze brengen ze mee van bij hen thuis, of vragen ze op bij
hun maatschappelijk werker.
Als het niet gelukt is om dit op voorhand te vragen, kunnen de oefeningen m.b.t. hun
eigen rekeningen naar de tweede bijeenkomst worden verschoven.
Inhoud Bijeenkomst 1: (Bank)rekeningen
� Starten met kennismaking indien nodig.
Zie map “Kennismaking en veiligheid in groep”.
� Rekeningnummers en mededelingen herkennen
De vormingswerker geeft info over hoe rekeningnummers en mededelingen er uit zien
(door de vorm ervan op het bord te schrijven). Zie ook uitdeelblaadjes map.
De deelnemers maken de oefeningen “Rekeningen en facturen ontcijferen” a.d.h.v.
(kopies van) hun eigen rekeningen. Ze vullen voor een 10-tal rekeningen de invulblaadjes
in.
De vormingswerker voorziet een aantal kopies van rekeningen voor de deelnemers die
hun eigen facturen niet meebrachten.
De vormingswerker vermeldt dat mensen op volgende manieren kunnen erkennen tegen
wanneer ze een rekening moeten betalen:
- “te betalen voor xx/xx/xxxx”,
- te betalen binnen 7 of 14 dagen,
- vervaldag en
- uiterste betaaldatum.
� Belgische overschrijvingen en de begrippen (zie ook A3 geplastificeerde
overschrijving in kast opleidingslokaal)
De vormingswerker deelt het blaadje “Overschrijvingen” uit en overloopt deze met de
deelnemers. De deelnemers krijgen een kopietje van een overschrijving en noteren
hierop de nummers van de bijhorende begrippen op de juiste plaats.
� Europese overschrijvingen en begrippen (zie ook A3 overschrijving)
Vervolgens worden de nieuwe Europese overschrijvingen aangehaald. Eerst kadert de
vormingswerker : “wat”, “waarom” en “wat is nieuw”.
12
De vormingswerker overloopt ook weer de verschillende zaken die verplicht zijn in te
vullen en laat de deelnemers deze ook weer noteren op een kopie van een Europese
overschrijving.
De vormingswerker toont aan waar je die nieuwe gegevens kan terugvinden (zoals IBAN
en BIC).
Nadien overloopt de vormingswerker de verschillen tussen de nieuwe en de Europese
overschrijvingen. De vormingswerker legt beide overschrijvingen naast elkaar en vraagt
de deelnemers de verschillen te benoemen.
� Betalingen doen
De vormingswerker overloopt de verschillende manieren dat betalingen kunnen gebeuren
(zie “Betalingen doen…”). Met bijzondere aandacht voor internetbankieren. De
vormingswerker bevraagt of iedereen internetbankieren kent en vraagt of mensen
interesse hebben om dat te leren.
Hiervoor kan bij Dexia bank Herentals worden afgesproken om dit te laten uitleggen. De
vormingswerker kan ook de opdracht geven aan diegenen die willen om internetbankieren
tegen de volgende les aan te vragen bij Dexia. Volgende les kan de vormingswerker dan
aan de mensen uitleggen hoe dit werkt met hun persoonlijke kaartjes en kastjes.
De vormingswerker kan aan de mensen ook vragen om een rekening bij hun m.a. te vragen
die ze zelf mogen betalen. Het geld hiervoor wordt dan op hun afnamerekening gezet en
de deelnemers kunnen zelf een overschrijving dopen tijdens de volgende bijeenkomst.
Tot slot oefenen de deelnemers het invullen van een Europese overschrijving. Dit op
twee manieren: kopies van rekeningen en de oefening “Kan ik je overhalen deze rekening
te betalen?”. Ze vullen de betalingen in op kopies van Europese overschrijvingen.
� Opdrachten volgende les
o Langsgaan bij Dexia om internetbankieren aan te vragen
o Langsgaan bij m.w. (of op een andere manier contact opnemen) voor een te
betalen rekening + geld hiervoor laten storten op afnamerekening
o Meebrengen: kastje internetbankieren, bankkaart en te betalen rekening
o Meebrengen: stapeltje, pakketje, … bankuittreksels
Inhoud Bijeenkomst 2: Bankuittreksels en andere papieren
� Betalingen doen
De deelnemers betalen zelf een rekening via internetbankieren, onder begeleiding van
de vormingswerker.
Vervolgens toont de vormingswerker ook hoe je de verrichtingen van je bankrekening en
de saldo’s kan raadplegen via internetbankieren.
13
� Bankuittreksels
Daaropvolgend leggen we de link naar papieren bankuittreksels. We starten met de
oefening “Ik zie, ik zie… Wat staat er allemaal op een bankuittreksel”. De
vormingswerker maakt gebruik van het A3 bankuittreksels (zie kast opleidingslokaal) en
laat de deelnemers opnoemen wat ze allemaal zien. Ze schrijven deze dingen op het
invulbladje en noteren de nummers op een kopie van een bankuittreksel. De
vormingswerker noteert mee op het bord.
Vervolgens vraagt de vormingswerker a.d.h.v. de geplastificeerde bankuittreksels aan
een deelnemer om deze te sorteren/klasseren. De vormingswerker legt uit hoe dit moet
en laat de groep zijn eigen bankuittreksels sorteren indien nog nodig.
Tot slot maken de deelnemers een oefening op het terugvinden van gegevens op een
bankuittreksel: oefening “Wie zoekt… Die vindt… ALLES op een bankuittreksel.
� Huishoudadministratie
We starten dit thema met te overlopen hoe iedereen zijn papieren thuis bewaart en
klasseert. De vormingswerker stelt o.a. volgende vragen:
o Heb jij een klasseersysteem? Leg eens uit hoe jij je papieren bewaart.
o Ben je tevreden van dit systeem?
o Wat is er goed aan je klasseersysteem en wat loopt er minder goed?
o Zou je het graag anders willen? Zo ja, hoe dan en wat zou je willen
veranderen?
o Vind je gemakkelijk terug wat je nodig hebt?
o Raak je vaak dingen kwijt?
o …
Vervolgens toont de vormingswerker aan wat een goed voorbeeld is van een klassement.
Dit kan bijvoorbeeld door het persoonlijke klassement mee te brengen, of door een
dossiermap van SD te tonen.
Daarna geeft de vormingswerker de deelnemers het document, door de juristen
nagekeken “Seg, hoe lang moet je dat bijhouden” en overlopen ze dit samen.
Vervolgens bevraagt de vormingswerker of het de deelnemers lukt om afspraken na te
komen en een planning te maken. Werken de deelnemers met een agenda?
o Wie werkt met agenda?
o Wat is hier een voordeel aan?
o Zijn er nadelen?
o Is dat gemakkelijk?
o Hoe doe je dat eigenlijk?
o …
14
Module/thema 3
Uitgaven plannen
Doelstellingen
� De deelnemers hebben een idee van alle inkomsten en uitgaven die er zijn.
� De deelnemers kennen het verschil tussen vaste kosten, onregelmatige kosten,
vaste inkomsten, onregelmatige inkomsten, maandelijkse en jaarlijkse kosten en
inkomsten.
� De deelnemers denken na over hun eigen financiële situatie.
� De deelnemers staan dichter bij hun eigen financiële situatie.
� De deelnemers zien de voordelen in van het werken met een jaarplanning.
� De deelnemers zijn gemotiveerd om zelf met een jaarplanning te werken.
� Ede deelnemers maken kennis met de jaarplanning op een manier die voor hen
veilig aanvoelt.
� De deelnemers maken zelf een jaarplanning voor hun eigen financiële situatie, op
hun eigen tempo, via een stappenplan.
� De deelnemers kunnen de gegevens op hun jaarplanning raadplegen en begrijpen.
� De deelnemers kunnen hun jaarplanning analyseren en een betekenis geven.
� De deelnemers weten hoe gezond hun financiële situatie is.
� De deelnemers weten wat je best kan doen als je een rekening niet kan betalen.
� De deelnemers weten ook wat je best niet kan doen als je een rekening niet kan
betalen.
� De deelnemers weten hoe de inning van schulden gebeurd en wat de gevolgen hier
van zijn.
� De deelnemers weten wat een gerechtsdeurwaarder is en wat deze kan en mag.
Opdracht vooraf
Op voorhand vraagt de vormingswerker aan de deelnemers om volgende zaken mee te
brengen:
- Voor de mensen in budgetbeheer: vragen bij hun maatschappelijk werker kopies
van de groene budgetteringsfiches van het laatste jaar (dus de recentste voor
een heel jaar)
- Voor mensen niet in budgetbeheer: hun bankuittreksels van het voorbije jaar.
- Eventueel kunnen beiden ook hun betaalde rekeningen meebrengen van het
voorbije jaar.
15
Inhoud Bijeenkomst 1: Een zicht krijgen op de financiële situatie
� Starten met kennismaking indien nodig.
Zie map “Kennismaking en veiligheid in groep”.
� Inleiding
o Algemeen overzicht
We starten dit thema met een algemeen overzicht van alle te betalen rekeningen en de
mogelijke inkomsten.
Het is de bedoeling dat het blaadje “Wat komt er binnen? Wat gaat er buiten?” ingevuld
wordt.
De vormingswerker vraagt de deelnemer eerst in te vullen wat ze weten. Dit voor hun
eigen situatie. Vervolgens wordt de rest met de gehele groep verder aangevuld. De
vormingswerker overloopt de mogelijke inkomsten en kosten en noteert mee op het
bord. De deelnemers vullen aan wat voor hun situatie van toepassing is.
Ze mogen, indien mogelijk, de bedragen er ook bij zetten.
De vormingswerker vermeldt het verschil tussen vaste kosten, onregelmatige kosten,
vaste inkomsten, onregelmatige inkomsten, maandelijkse en jaarlijkse kosten en
inkomsten.
o Wat is een jaarplanning?
De vormingswerker bekijkt met de deelnemers de jaarplanning op papier en toont ze op
de computer (Excel bestandje). Hij/zij legt uit dat iedere deelnemer er één gaat maken
voor zijn/haar eigen financiële situatie. De vormingswerker legt uit hoe er te werk zal
worden gegaan:
- A.d.h.v. de kopies van de groene fiches wordt er eerst in het schema gezet wat
er de voorbije jaren is betaald en binnengekomen.
- Wanneer dit is gebeurd wordt er een planning gemaakt a.d.h.v. dit overzicht.
- De reeds betaalde zaken worden in zwarte letters gezet. De planning en dus de
te betalen of binnen te komen gelden worden in het rood gezet.
- Het is de bedoeling dat de jaarschema’s iedere maand worden aangepast en de
rode cijfers in het zwart komen te staan. De zaken die verwacht waren, maar
niet zijn binnengekomen of niet zijn betaald, worden weggedaan (of eventueel
naar een volgende maand verplaatst).
o Waarom een jaarplanning?
De vormingswerker bevraagt bij de deelnemers waarom het voordelig zou zijn om een
jaarplanning op te maken en te gebruiken. De vormingswerker vult zelf verder aan: zie
nota map.
De vormingswerker vermeldt dat een jaarplanning kan helpen om een rekening op tijd te
betalen.
Vervolgens bekijkt de vormingswerker met de groep wat er gebeurd als een rekening
niet op tijd of niet betaald wordt. Dit aan de hand van een A3 poster (zie
geplastificeerde poster kast opleidingslokaal) waarop de weg staat beschreven die een
16
rekening volgt wanneer ze niet betaald wordt (visueel: een factuur die op reis gaat: het
valiesje van het factuur wordt steeds groter en groter, want de schuld wordt duurder
en duurder).
� Oefening test jaarplanning
Om een beetje gewoon te geraken aan het idee om een jaarplanning op te stellen,
oefenen de deelnemers eerst op het opmaken van een jaarplanning op papier van een
andere (dan hun eigen) financiële situatie.
Zie map voor de oefening (situatie Carlo en Els).
Ze beantwoorden ook de vraagjes. Wanneer iedereen klaar is, overloopt de
vormingswerker de antwoorden in groep.
Inhoud Bijeenkomst 2 en 3: de jaarplanning maken
� Jaarplanning
Er worden 2 bijeenkomsten gespendeerd aan het opstellen van de jaarplanning (zie
stappenplan hierboven beschreven).
Deze jaarplanningen worden opgeslagen op een USB-stickje (te bestellen bij Diane
Gepts). Deze stick mogen ze ook zelf bijhouden achteraf.
De mensen mogen er thuis aan verder werken als dit kan.
Het is de bedoeling dat iedereen de planning af heeft tegen de laatste bijeenkomst.
Eventueel kunnen ze een extra moment komen als dit niet lukt.
Mensen die al eerder klaar zijn, kunnen wat extra info bekijken in de extra mappen van
de andere thema’s.
De jaarplanningen worden ook afgedrukt om te kunnen gebruiken tijdens de laatste
bijeenkomst en omdat niet iedereen een computer ter beschikking heeft.
Inhoud Bijeenkomst 4: De jaarplanning gebruiken
� Interpreteren van jaarplanning
Iedere deelnemer neemt zijn/haar jaarplanning even onder de loep en beantwoord de
vraagjes “Je jaarplanning af? Denk eventjes na over volgende zaken…”.
De mensen vullen dit eerst zelf in en dan overloopt de vormingswerker dit in groep.
� Budgetplanner
A.d.h.v. de jaarplanning vullen we in groep de budgetplanners in (zie kast
opleidingslokaal). Dit is een andere manier om het budget te bekijken en geeft een goed
overzicht van hoe gezond je budget gemiddeld is.
� Wat als je een rekening niet kan betalen?
Zie “Oei oei!!! Je kan een rekening niet (op tijd) betalen! Wat nu gedaan?”.
17
De vormingswerker bevraagt eerst bij de mensen wat zij zouden doen én niet zouden
doen, wat ze al gedaan hebben, of ze er al ervaring mee hebben, …
De vormingswerker overloopt het infoblaadje. Vervolgens vraagt hij/zij een deelnemer
die een telefoongesprek wil oefenen. De situatie: de vormingswerker is de schuldeiser
en de deelnemer heeft een rekening die hij/zij niet kan betalen en waarvoor hij/zij een
regeling wil treffen.
De vormingswerker toont een voorbeeld van een brief die je kan opstellen om een
afbetaalplan aan te vragen.
Vervolgens bekijkt de vormingswerker wat er gebeurd als je de huur niet betaald en wat
er gebeurd als je de elektriciteit niet betaald.
Heeft iemand uit de groep dit al meegemaakt?
� Wat gebeurd er als je een rekening niet betaalt?
De vormingswerker vraagt de deelnemers wat zij hebben onthouden van het verloop van
de inning van schulden.
Hij/zij herhaalt dit kort en geeft dan info over de deurwaarders (zie nota “Een
gerechtsdeurwaarder aan de deur?”).
De deelnemers bereiden de oefening “Wat KAN en MAG een gerechtsdeurwaarder?”.
Dit wordt in groep besproken.
18
Module/thema 4
Energie
Doelstellingen
� De deelnemers staan stil bij hun manier van omgaan met energie.
� De deelnemers hebben een idee van hoe energiezuinig ze reeds zijn.
� De deelnemers krijgen tips over hoe ze energiezuiniger kunnen zijn.
� De deelnemers denken na over het belang van zuinig omspringen met energie.
� De deelnemers weten welke weg elektriciteit aflegt, alvorens het uit het
stopcontact komt.
� De deelnemers weten welke spelers er zijn op de energiemarkt en wat hun rollen
zijn.
� De deelnemers hebben een idee bij welke speler op de energiemarkt ze met
welke vraag of in welke situatie terecht kunnen.
� De deelnemers maken kennis met de site van VREG waar ze energieleveranciers
kunnen vergelijken.
� De deelnemers maken een vergelijking tussen energieleveranciers en weten welke
leverancier, in hun situatie, de goedkoopste is.
� De deelnemers hebben geleerd weke stappen ze moeten/kunnen zetten wanneer
ze willen veranderen van leverancier.
� De deelnemers wisselen ervaringen uit van hun “in aanraking komen met”
energieleveranciers e.d.
� De deelnemers hebben een idee van wat er gebeurd als ze hun energiefacturen
niet betalen.
� De deelnemers kennen hun rechten als energieconsument en hebben weetvan de
sociale maatregelen die er zijn.
� De deelnemers hebben een idee van hoe een energiebudget er uit ziet en waar de
grootste kost naar toe gaat.
� De deelnemers denken na over energiebesparingstips.
� De deelnemers hebben de intentie om een aantal besparingstips zelf te gaan
toepassen.
� Deelnemers zijn geïnformeerd over mogelijke andere vormingen en/of projecten
van de vormingsdienst of het Armoedeoverleg en deelnemers hebben de kans om
zich hier voor in te schrijven.
Opdracht vooraf
De vormingswerker vraagt de deelnemers hun laatste afrekeningen van gas en
elektriciteit mee te brengen.
19
Inhoud Bijeenkomst
� Starten met kennismaking indien nodig.
Zie map “Kennismaking en veiligheid in groep”.
� Inleiding
De vormingswerker start het thema “energie” met de “doe-het-zelf- energietest”. De
deelnemers vullen deze afzonderlijk in, de resultaten worden bekeken en de vragen
worden in groep besproken, alsook de bijhorende tips op de achterkant.
Vervolgens bevraagt de vormingswerker waarom we zuinig zouden moeten zijn met het
gebruik van energie… De groep haalt zelf redenen aan die zij belangrijk vinden.
� Van elektriciteitscentrale tot stopcontact
Voordat elektriciteit bij ons uit het stopcontact komt, heeft het een hele weg afgelegd.
Dit verklaart ook mede de kostprijs van onze elektriciteit. Waar komt het vandaan en
welke weg legt het af?
Dit ontdekken de deelnemers a.d.h.v. de kaartjes “Van elektriciteitscentrale tot
stopcontact”. De vormingswerker legt de prentjes en de naamkaartjes willekeurig op de
tafel en de groep probeert samen de weg van de elektriciteit samen te stellen. De
vormingswerker verklaart en legt uit.
� De spelers op de energiemarkt
Doorgaans hebben we als consumenten van elektriciteit en aardgas enkel te maken met
onze leverancier. Maar we moeten soms onze meterstanden aan een andere instantie
doorgeven, we moeten bij gasgeur contact opnemen met nog een andere instantie… Wie
zijn al deze organisaties en welke rol spelen ze?
De vormingswerker bekijkt met de deelnemers de verschillende spelers op de
energiemarkt en hun verschillende rollen en verantwoordelijkheden.
Dit staat helemaal uitgeschreven; “De spelers op de energiemarkt. Het
energielandschap”. Er zijn ook bijhorende prentjes.
De vormingswerker verteld het verhaal a.d.h.v. een bordschema waarop de prentjes
komen te hangen. De deelnemers krijgen achteraf het overzocht mee in kopietjes.
� Wie is de beste en de goedkoopste leverancier? (zie “Veel voorkomende vragen
i.v.m. de energiemarkt”)
De vormingswerker vraagt aan de deelnemers wie volgens hen de beste leverancier is.
Vervolgens vergelijkt iedere deelnemer de leveranciers op www.vreg.be en onderzoekt
welke voor hem/haar de goedkoopste is.
� Van leverancier veranderen (zie “Veel voorkomende vragen i.v.m. de
energiemarkt”)
De vormingswerker bekijkt vervolgens met de deelnemers het volgende: “Wanneer je
merkt dat een andere leverancier, dan die je nu hebt, goedkoper is voor jouw situatie,
20
zou je er voor kunnen kiezen om te veranderen. Hoe doe je dit? Waar moet je op letten?
Hoe pak je dat aan? Zijn er risico’s aan verbonden? …”.
De vormingswerker bevraagt dit eerst bij de deelnemers en overloopt dan de gang van
zaken.
� Wat als je je energiefacturen niet betaald? (zie “Veel voorkomende vragen i.v.m.
de energiemarkt”)
De vormingswerker bevraagt bij de deelnemers of ze reeds ervaring hebben met het
niet betalen/niet betaald hebben/niet kunnen betalen van hun energiefacturen. Kunnen
ze vertellen wat er dan gebeurd?
Kunnen ze mensen zo maar afsluiten van gas en elektriciteit?
De vormingswerker toont, a.d.h.v. een bordschema, aan wat er gebeurd als iemand zijn
energiefactuur niet betaalt.
� Sociale maatregelingen (zie “Veel voorkomende vragen i.v.m. de energiemarkt”)
De vormingswerker vraagt of iemand van de deelnemers weet of ze recht hebben op
sociale maatregelen en wat dat deze dan inhouden.
De vormingswerker overloopt de info.
� Je energiebudget en zuinig verbruik
De vormingswerker vraagt de mensen vervolgens wat zij denken dat onze grootste
energiekost is. De vormingswerker toont dit ten slotte aan a.d.h.v. grafiekje (zie map).
Vervolgens wordt er in groep besproken hoe je kan besparen op je verbruik.
Op wat kan je besparen zonder grote investeringen te doen? Vele kleintjes, maken één
groot. Hoe gaan jullie zelf met energie en water om? Besparen jullie zelf al door
bepaalde dingen te doen?
Tijdens dit groepsgesprek noteren de mensen zelf tips op kaartjes. Deze kaartjes
worden in het opleidingslokaal opgehangen.
Op het einde kiest ieder er een 3-tal tips uit die ze nog niet toepassen en willen gaan
toepassen. Deze noteren ze op aparte kaartjes. De vormingswerker maakt er
magneetjes van en deze kunnen ze dan thuis op een zichtbare plaats hangen (bv. op hun
verwarming).
Als er nog tijd over is kan het “Energiebespaarkwartet” van Klimaatwijken (zie map Info
Energie) gespeeld worden.
� Info andere vormingen/projecten:
Indien er andere projecten of vormingsmomenten i.v.m. energie op het programma staan
(via de vormingsdienst, groepswerkers en/of het Armoedeoverleg –of andere) kan de
vormingswerker de mensen hierover informeren en ervoor warm maken. De mensen
kunnen dan eventueel inschrijven.
21
Module/thema 5
Leningen en kredieten
Doelstellingen
� De deelnemers hebben nagedacht over het aangaan van een krediet en hebben de
mening van andere hierover gehoord.
� De deelnemers hebben weet van de verschillende soorten kredieten en hun
kenmerken.
� De deelnemers hebben geoefend op het herkennen van een krediet.
� De deelnemers weten dat een krediet steeds geld kost.
� De deelnemers weten wat de gevolgen kunnen zijn bij het niet volgen van de
afbetalingen van een krediet.
� De deelnemers zijn zich er van bewust dat er regelgeving is rond het afsluiten
van kredieten en dat contracten wettelijk in orde moeten zijn.
� De deelnemers zijn zich bewust van het belang van “de kleine lettertjes”.
� De deelnemers hebben mee nagedacht over het gevaar dat kredieten met zich
meebrengen.
� De deelnemers hebben handige tips meegekregen bij het overwegen van het al
dan niet aangaan van een lening.
Inhoud Bijeenkomst
� Starten met kennismaking indien nodig.
Zie map “Kennismaking en veiligheid in groep”.
� Inleiding
Zie tekstje map.
De deelnemers vullen individueel de oefening “Waarvoor zou jij een krediet aangaan?” in.
Daarna bespreekt de vormingswerker dit met de groep en geeft iedereen zijn/haar
mening.
� Verschillende soorten kredieten
Zie tekst map.
De vormingswerker overloopt de verschillende soorten kredieten en de kenmerken van
de kredieten. De vormingswerker doet dit aan de hand van een schema op het bord.
Na de theoretische uitleg, krijgt iedere deelnemer een kopietje van 5 voorbeelden van
kredieten. Ze maken de opdracht “soorten kredieten herkennen”. Ze doen dit individueel
of in groepjes van twee. Nadien overloopt de groep de oefening en geven ze aan waaraan
ze een bepaald krediet erkennen. Tijdens de oefening kunnen ze gebruik maken van het
schema op het bord.
22
� De kostprijs en de Zwarte lijst
Zie tekst map.
De vormingswerker stelt o.a. volgende vragen:
o Is er zoiets als een gratis lening?
o Wat kost zo’n lening?
o Heeft er al iemand gehoord van deze “Zwarte lijst”?
o Heeft iemand er al opgestaan of staat er nog op?
o Wat wil dit zeggen?
o Wat zijn de gevolgen hier van?
De vormingswerker overloopt het begrip “jaarlijks kostenpercentage” en de “Lijst voor
kredieten aan particulieren”.
� Addertjes onder het gras
Zie tekst map.
Vervolgens bekijkt de vormingswerker met de mensen hoe een contract er moet uit zien
en welke gegevens dit moet bevatten. De vormingswerker heeft het over “de kleine
lettertjes” en het belang hiervan.
� Kopen op krediet, gebruik je verstand of doe het niet!
Zie tekst map.
De vormingswerker bevraagt bij de mensen waarvoor ze moeten opletten of waar ze
moeten over nadenken alvorens een lening aan te gaan.
Hij/zij overloopt de verschillende aandachtspuntjes.
� Het verhaal van Hans en Sofie
Zie map.
Als praktijkvoorbeeld gebruikt de vormingswerker het verhaal van hans en Sofie. Na
het vertellen of voorlezen van het verhaal stelt de vormingswerker de bijhorende
vraagjes aan de groep (zie ook weer map).
� Afsluiting
Ter afsluiting van het thema maken de deelnemers de oefening “Maak volgende zinnen
af”.
De vormingswerker geeft de mensen individueel wat tijd, laat hen eventueel in groepjes
van twee werken of vergelijken. Tot slot worden de vraagjes met de hele groep
overlopen en worden de meningen vergeleken.
� Extra oefening/spel/...
Wanneer er nog tijd over is, kan de vormingswerker een spel spelen uit “Gemakkelijk
krediet, verslik je niet, 9 spelvormen rond het thema krediet”.
Zie extra map, extra materiaal.
Achteraan de map Module Leningen en kredieten bevindt zich ook de handleiding bij het bordspel dat op het eind van de cursus kan worden gespeeld. Het materiaal (bordspel en speelkaartjes) zitten in de kast in het opleidingslokaal.
23
Na afronding van de laatste module, kan, indien er nog tijd over is, het spel worden gespeeld.