Leven onder een steen? Laatst hoorde ik een mooie katholieke uitdrukking: Ônger welke sjtein höb’ste gelaef? Hoe is het mogelijk dat je daarvan niet op de hoogte bent! Dat weet toch iedereen! In Lc. 24 vragen de teleurgestelde Emmaüsgangers aan de man die met hen meeloopt: “Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat u niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is”? Hebt u dan onder een steen geleefd? Achteraf lijkt juist Hij de Enige te zijn die wel wist wat daar gebeurd was. Hij was er Zelf bij. De leerlingen van Jezus hadden enige tijd nodig om te begrijpen en te beseffen dat Hij die onder de steen lag, leefde. In een oude paashymne staat: Die lag besloten met een steen, een wacht soldaten er om heen, stijgt uit het graf en triomfeert in al Zijn pracht. De Heer regeert. Het hart van de Emmaüsgangers brandde onderweg toen Hij hun de Schriften uitlegde en ze herkenden Hem aan het breken van het brood. Dat is wat de H. Mis is. Ze wil ons hart laten branden door de Schriften te ontsluiten en zo onze ogen te openen voor Hem die bij ons blijft in dit Sacrament. In de harten van de communiekinderen brandde dit vuur al. We hopen dat de “afstand” naar de Communie vlug overbrugd kan worden. Meimaand - Mariamaand Onze paus roept ons op om in deze maand de rozenkrans te bidden en op Maria’s voorspraak te vragen om spoedig en goed uit de beproeving van deze tijd te komen. In mei drukken gelovigen graag hun liefde en verering voor de Maagd Maria uit. Het is een lofwaardige gewoonte om thuis met de familie de rozenkrans te bidden. De beperkingen van de pandemie dagen ons uit om thuis “huiskerk” te zijn. “Ontdek opnieuw hoe geweldig het is om thuis de rozenkrans te bidden. Je kunt dit samen of voor jezelf doen; houdt rekening met beide opties en beslis wat beter is in jouw omgeving. Er is in ieder geval een geheim hoe het moet: in eenvoud”. Blijheid om bevrijding In de Paasnacht, waarin we vieren dat Jezus door de dood naar het leven overging, wordt ieder jaar ook het verhaal van de doortocht door de Rode Zee gelezen: God bevrijdt zijn volk uit de hand van het onderdrukkend Egyptische regime. Het Joodse volk krijgt de vrijheid, zoals ook wij 75 jaar geleden de vrijheid kregen. Juist deze dagen zouden we dat stemmig herdenken en groots vieren. … Maar de tijd na de bevrijding liep anders dan verwacht. Er was geen sprake van stante pede binnengaan in het aards paradijs. De herwonnen vrijheid was geen binnengaan in luilekkerland: er volgde een tocht van veertig jaar door de woestijn. En de overwinningsroes van het joodse volk bleef dan ook niet. Het was ons plan om driekwart eeuw vrijheid uitbundig te gaan vieren. Zeker hier in het zuiden is dat afgelopen maanden van plaats tot plaats, van Mesch tot Mook, al passend herdacht en gevierd, maar de viering van het nationale moment van bevrijding, op 4 en 5 mei, die groots gepland was, werd heel sober. Anders dan we verwachtten. In het jaar waarin we vieren dat we 75 jaar leven in vrijheid, merkten we ineens dat die vrijheid opnieuw onder druk komt te staan. Deze keer is het geen legermacht van buitenaf die onze vrijheid beperkt, maar een besmettelijk virus dat op bedreigende wijze in ons innerlijk huishoudt. Wij hebben de veertigdagentijd, de woestijntijd die ook Jezus beleefde, achter ons en hebben moeten merken dat – totaal onverwacht – ook wij in een wereld terecht zijn gekomen die trekken vertoont van de woestijn. Joden worden op hun tocht bedreigd door honger en dorst; in hun eerste levensbehoeften. Wij worden bedreigd in onze lichamelijke gezondheid. Zeker voor mensen die alleen thuis zitten, zijn de lege woestijndagen tastbaar. Zoals het Joodse volk geen idee had hoelang hun tocht nog zou duren, weten ook wij niet hoelang de tijd nog duurt voor we elkaar weer op een normale manier kunnen ontmoeten. Uiteraard is te hopen dat deze situatie gauw voorbijgaat, maar als het maar lang genoeg duurt, zullen alle zwakheden van het joodse volk die bij hun tocht door de woestijn naar boven kwamen, ook in onze wereld te zien zijn. Allerlei menselijke karaktertrekken blijven in alle tijden hetzelfde. Een voorbeeld van wat we al zagen: op enig moment is het joodse volk bang niet genoeg te hebben en gaat het manna hamsteren. Ook wij waren bang niet genoeg voor onszelf te hebben en gingen hamsteren. We zijn zoals het joodse volk onderweg, zonder exact te weten wat de toekomst brengt voor ieder van ons afzonderlijk en ook weten we niet wat de maatregelen voor ons gezamenlijk welzijn nog zullen gaan betekenen. Het volk dat uit Egypte wordt bevrijd, heeft nog een lange tocht voor de boeg en ook wij zijn er nog niet. We leven in woestijndagen, maar houden het beloofde land voor ogen. De Goede Week was de lijdensweek, de week die naar de dood voerde. De dood, waar we doorheen gaan. En we staken een palmtak achter het kruis: teken dat ook wij – net als Jezus – door verdriet en ontbering heen en uiteindelijk door de dood heen, het eeuwig leven tegemoet gaan. Pasen laat ons ook zien hoe door de dood heen God ons nabij blijft. Hij komt zijn woord na. De woestijn is niet het laatste, maar uiteindelijk is er het beloofde land. Het graf van Christus is niet het laatste, want dat is uiteindelijk leeg. Het laatste is de Verrijzenis, is eeuwig leven. We leven nu al in zijn vrijheid en zijn op weg naar de bevrijding die eeuwig duurt. Als christenen mogen we bovenal blijdschap putten uit het geloof in die bevrijding. + Harrie Smeets, Bisschop van Roermond Digitale Missen Ieder die digitaal de H. Mis volgt, al komt die van de paus in Rome, ervaart dat dit niet hetzelfde is als een live-viering. Live-streaming en video-calls blijven een kwalitatief verminderde menselijke communicatie. Deze tijd leert ons beseffen hoe mooi en warm de gewone menselijke ontmoetingen kunnen zijn. “Incarnatie” O.L.Heer is mens geworden. De Bijbel drukt dat uit als: “Het Woord is vlees geworden”. En het afdalen en doordringen van God in ons bestaan, betekent ook dat Jezus onze taal spreekt vanuit een menselijk lichaam. Hij gaf Zich als Voedsel en Drank. Lichamelijk kon Hij niet dichter bij ons zijn: De Communie is een lichamelijke én geestelijke vereniging met God en met elkaar, die vreugde en vrede brengt. Ons geloof is een incarnatiegeloof. We zijn geen engelen of puur spirituele geesten. We zijn kinderen van God! Blijde Boodschap! Blijde christenen? Nietzsche zei ooit over christenen dat ze er vaak “onverlost” uitzien en dat de kinderen van de Verrijzenis rondlopen met gezichten als ”grafzerken”. Een zekere Kolakowski antwoordde daarop gevat dat, sinds Nietzsche de dood van God verkondigde, er ook geen opgewekte atheïsten meer te bekennen vielen. Waar is de vreugde gebleven? Zelfs priesters geven soms de indruk dat ze supporter zijn van een voetbalclub die altijd verliest. Als we ons geloof verliezen, worden we ziek en verliezen we de dragende zin van ons leven. Tekort aan vreugde kan wijzen op een tekort aan geloof. Toch wordt vroeg of laat ieder christen beproefd en kan een depressie ons leven beheersen. Zelfs de heiligen kennen hun donkere nachten en de grootste beproevingen. Soms worden ze zelfs niet begrepen door hun eigen dierbaren of zielenherders. Maar ze blijven vol humor en brengen, zonder het zelf te beseffen, met hun glimlach blijdschap aan allen. Onder de as van hun ellende smeult een heilig vuur.
4
Embed
Leven onder een steen? Blijheid om bevrijding “Incarnatie”...bevrijding die eeuwig duurt. Als christenen mogen we bovenal blijdschap putten uit het geloof in die bevrijding. +
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Leven onder een steen? Laatst hoorde ik een mooie katholieke uitdrukking: Ônger welke sjtein höb’ste gelaef? Hoe is het mogelijk dat je daarvan niet op de hoogte bent! Dat weet toch iedereen! In Lc. 24 vragen de teleurgestelde Emmaüsgangers aan de man die met hen meeloopt: “Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat u niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is”? Hebt u dan onder een steen geleefd? Achteraf lijkt juist Hij de Enige te zijn die wel wist wat daar gebeurd was. Hij was er Zelf bij. De leerlingen van Jezus hadden enige tijd nodig om te begrijpen en te beseffen dat Hij die onder de steen lag, leefde. In een oude paashymne staat:
Die lag besloten met een steen, een wacht soldaten er om heen, stijgt uit het graf en triomfeert in al Zijn pracht. De Heer regeert.
Het hart van de Emmaüsgangers brandde onderweg toen Hij hun de Schriften uitlegde en ze herkenden Hem aan het breken van het brood. Dat is wat de H. Mis is. Ze wil ons hart laten branden door de Schriften te ontsluiten en zo onze ogen te openen voor Hem die bij ons blijft in dit Sacrament. In de harten van de communiekinderen brandde dit vuur al. We hopen dat de “afstand” naar de Communie vlug overbrugd kan worden. Meimaand - Mariamaand Onze paus roept ons op om in deze maand de rozenkrans te bidden en op Maria’s voorspraak te vragen om spoedig en goed uit de beproeving van deze tijd te komen. In mei drukken gelovigen graag hun liefde en verering voor de Maagd Maria uit. Het is een lofwaardige gewoonte om thuis met de familie de rozenkrans te bidden. De beperkingen van de pandemie dagen ons uit om
thuis “huiskerk” te zijn. “Ontdek opnieuw hoe geweldig het is om thuis de rozenkrans te bidden. Je kunt dit samen of voor jezelf doen; houdt rekening met beide opties en beslis wat beter is in jouw omgeving. Er is in ieder geval
een geheim hoe het moet: in eenvoud”.
Blijheid om bevrijding In de Paasnacht, waarin we vieren dat Jezus door de dood naar het leven overging, wordt ieder jaar ook het verhaal van de doortocht door de Rode Zee gelezen: God bevrijdt zijn volk uit de hand van het onderdrukkend Egyptische regime. Het Joodse volk krijgt de vrijheid, zoals ook wij 75 jaar geleden de vrijheid kregen. Juist deze dagen zouden we dat stemmig herdenken en groots vieren. … Maar de tijd na de bevrijding liep anders dan verwacht. Er was geen sprake van stante pede binnengaan in het aards paradijs. De herwonnen vrijheid was geen binnengaan in luilekkerland: er volgde een tocht van veertig jaar door de woestijn. En de overwinningsroes van het joodse volk bleef dan ook niet. Het was ons plan om driekwart eeuw vrijheid uitbundig te gaan vieren. Zeker hier in het zuiden is dat afgelopen maanden van plaats tot plaats, van Mesch tot Mook, al passend herdacht en gevierd, maar de viering van het nationale moment van bevrijding, op 4 en 5 mei, die groots gepland was, werd heel sober. Anders dan we verwachtten. In het jaar waarin we vieren dat we 75 jaar leven in vrijheid, merkten we ineens dat die vrijheid opnieuw onder druk komt te staan. Deze keer is het geen legermacht van buitenaf die onze vrijheid beperkt, maar een besmettelijk virus dat op bedreigende wijze in ons innerlijk huishoudt. Wij hebben de veertigdagentijd, de woestijntijd die ook Jezus beleefde, achter ons en hebben moeten merken dat – totaal onverwacht – ook wij in een wereld terecht zijn gekomen die trekken vertoont van de woestijn. Joden worden op hun tocht bedreigd door honger en dorst; in hun eerste levensbehoeften. Wij worden bedreigd in onze lichamelijke gezondheid. Zeker voor mensen die alleen thuis zitten, zijn de lege
woestijndagen tastbaar. Zoals het Joodse volk geen idee had hoelang hun tocht nog zou duren, weten ook wij niet hoelang de tijd nog duurt voor we elkaar weer op een normale manier kunnen ontmoeten. Uiteraard is te hopen dat deze situatie gauw voorbijgaat, maar als het maar lang genoeg duurt, zullen alle zwakheden van het joodse volk die bij hun tocht door de woestijn naar boven kwamen, ook in onze wereld te zien zijn. Allerlei menselijke karaktertrekken blijven in alle tijden hetzelfde. Een voorbeeld van wat we al zagen: op enig moment is het joodse volk bang niet genoeg te hebben en gaat het manna hamsteren. Ook wij waren bang niet genoeg voor onszelf te hebben en gingen hamsteren. We zijn zoals het joodse volk onderweg, zonder exact te weten wat de toekomst brengt voor ieder van ons afzonderlijk en ook weten we niet wat de maatregelen voor ons gezamenlijk welzijn nog zullen gaan betekenen. Het volk dat uit Egypte wordt bevrijd, heeft nog een lange tocht voor de boeg en ook wij zijn er nog niet. We leven in woestijndagen, maar houden het beloofde land voor ogen. De Goede Week was de lijdensweek, de week die naar de dood voerde. De dood, waar we doorheen gaan. En we staken een palmtak achter het kruis: teken dat ook wij – net als Jezus – door verdriet en ontbering heen en uiteindelijk door de dood heen, het eeuwig leven tegemoet gaan. Pasen laat ons ook zien hoe door de dood heen God ons nabij blijft. Hij komt zijn woord na. De woestijn is niet het laatste, maar uiteindelijk is er het beloofde land. Het graf van Christus is niet het laatste, want dat is uiteindelijk leeg. Het laatste is de Verrijzenis, is eeuwig leven. We leven nu al in zijn vrijheid en zijn op weg naar de bevrijding die eeuwig duurt. Als christenen mogen we bovenal blijdschap putten uit het geloof in die bevrijding. + Harrie Smeets, Bisschop van Roermond Digitale Missen Ieder die digitaal de H. Mis volgt, al komt die van de paus in Rome, ervaart dat dit niet hetzelfde is als een live-viering. Live-streaming en video-calls blijven een kwalitatief verminderde menselijke communicatie. Deze tijd leert ons beseffen hoe mooi en warm de gewone menselijke ontmoetingen kunnen zijn.
“Incarnatie” O.L.Heer is mens geworden. De Bijbel drukt dat uit als: “Het Woord is vlees geworden”. En het afdalen en doordringen van God in ons bestaan, betekent ook dat Jezus onze taal spreekt vanuit een menselijk lichaam. Hij gaf Zich als Voedsel en Drank. Lichamelijk kon Hij niet dichter bij ons zijn: De Communie is een lichamelijke én geestelijke vereniging met God en met elkaar, die vreugde en vrede brengt. Ons geloof is een incarnatiegeloof. We zijn geen engelen of puur spirituele geesten. We zijn kinderen van God! Blijde Boodschap! Blijde christenen? Nietzsche zei ooit over christenen dat ze er vaak “onverlost” uitzien en dat de kinderen van de Verrijzenis rondlopen met gezichten als ”grafzerken”. Een zekere Kolakowski antwoordde daarop gevat dat, sinds Nietzsche de dood van God verkondigde, er ook geen opgewekte atheïsten meer te bekennen vielen. Waar is de vreugde gebleven? Zelfs priesters geven soms de indruk dat ze supporter zijn van een voetbalclub die altijd verliest. Als we ons geloof verliezen, worden we ziek en verliezen we de dragende zin van ons leven. Tekort aan vreugde kan wijzen op een tekort aan geloof. Toch wordt vroeg of laat ieder christen beproefd en kan een depressie ons leven beheersen.
Zelfs de heiligen kennen hun donkere nachten en de grootste beproevingen. Soms worden ze zelfs niet begrepen door hun eigen dierbaren of zielenherders. Maar ze blijven vol humor en brengen, zonder het zelf te beseffen, met hun glimlach blijdschap aan allen. Onder de as van hun ellende smeult een heilig vuur.
1ste jaargang nr. 79 mei t/m 7 juni 2020Pastoor M. Kenis, Burg. Janssenstraat 9, 6191 JB Beek☎ 046 - 437 10 62 [email protected] H. Horstman, Bongerd 2, 6176 AW Spaubeek☎ 046 - 443 12 50 [email protected] H. Janssen ☎ 045 - 572 07 13website: www.ParochiesSNSBeek.nl
De Geest waait waar Hij wil … Hoor je Zijn gesuis? (Jo. 3) Een bisschop hield een (te) lange preek. Maar hij was -naar eigen zeggen- voor een jongeman “levens-veranderend” geweest. Toen de bisschop gevleid vroeg wat hem dan zo geraakt had, zei hij: “Ik weet niet meer waar u het over had, maar wel zei u ergens halverwege: Hierbij ben ik aan het einde van het eerste deel van mijn preek, nu begin ik aan het tweede deel …. en toen wist ik opeens dat ik een punt moest zetten achter mijn verleden en een nieuw begin moest maken”. Onze paus heeft wel eens verzucht dat zowel voor priesters als voor de gelovigen de preek een kwelling kan zijn. Maar de Geest waait waar Hij wil! Hij is niet op te sluiten in een lockdown. God die alles schiep, zonder onze medewerking, wil nu met onze medewerking de wereld herscheppen. Daarom gaf Hij ons Zijn Zoon en met de Zoon gaf Hij ons ook Zijn Geest.
Zalig Pinksteren! Aanrakingen Er zijn allerlei talen, maar ook aanrakingen kunnen zonder woorden veelzeggend zijn. Nu wij niet mogen knuffelen, kussen of handen geven missen we die taal. Geliefden beseffen dit, maar ook gewonde soldaten of stervende coronapatiënten. De meeste Sacramenten worden door middel van een aanraking bediend! De Catechismus van onze Kerk schetst in een meesterlijke symfonie waarom we wat geloven en hoe we ons geloof vieren en beleven. Het
hoofdstuk over de Sacramenten begint met een antieke afbeelding van de bloedvloeiende vrouw die Jezus’ kleed aanraakt (Mc. 5,25vv). “Wie heeft Mij aangeraakt”, vraagt Jezus. En er ging een kracht van Hem uit, die deze vrouw, die al jarenlang veel moest verduren,
genas. De Sacramenten zijn als krachten die van het Lichaam van Christus uitgaan om ons te genezen en ons te doen leven door Hem en met Hem en in Hem. In alle Sacramenten vieren we het Paasmysterie: het zijn mysteries van geloof en van de Kerkgemeenschap. En hoewel het een opdracht is van de Kerk ons toe te leiden naar deze “taal van aanrakingen” door God, zal het vooral de Geest Gods Zelf zijn die de Pedagoog en de Bewerker is van deze “meesterwerken’ van God.
Vormsel en Communie Op dit ogenblik (1 mei) hebben wij nog geen verdere informatie over de kerkelijke planning op langere termijn. Al zijn de eerste Communies voorlopig uitgesteld tot september en het Vormsel ingepland op 12 juni, het is nog onduidelijk of en hoe dit gestalte zal krijgen. De priesters van ons dekenaat willen een gezamenlijke beleidslijn aanhouden inzake het laten doorgaan van Communie- en andere vieringen. Zodra we hierover meer te horen krijgen, laten we dit de ouders en andere betrokkenen onmiddellijk weten.
woestijndagen tastbaar. Zoals het Joodse volk geen idee had hoelang hun tocht nog zou duren, weten ook wij niet hoelang de tijd nog duurt voor we elkaar weer op een normale manier kunnen ontmoeten. Uiteraard is te hopen dat deze situatie gauw voorbijgaat, maar als het maar lang genoeg duurt, zullen alle zwakheden van het joodse volk die bij hun tocht door de woestijn naar boven kwamen, ook in onze wereld te zien zijn. Allerlei menselijke karaktertrekken blijven in alle tijden hetzelfde. Een voorbeeld van wat we al zagen: op enig moment is het joodse volk bang niet genoeg te hebben en gaat het manna hamsteren. Ook wij waren bang niet genoeg voor onszelf te hebben en gingen hamsteren. We zijn zoals het joodse volk onderweg, zonder exact te weten wat de toekomst brengt voor ieder van ons afzonderlijk en ook weten we niet wat de maatregelen voor ons gezamenlijk welzijn nog zullen gaan betekenen. Het volk dat uit Egypte wordt bevrijd, heeft nog een lange tocht voor de boeg en ook wij zijn er nog niet. We leven in woestijndagen, maar houden het beloofde land voor ogen. De Goede Week was de lijdensweek, de week die naar de dood voerde. De dood, waar we doorheen gaan. En we staken een palmtak achter het kruis: teken dat ook wij – net als Jezus – door verdriet en ontbering heen en uiteindelijk door de dood heen, het eeuwig leven tegemoet gaan. Pasen laat ons ook zien hoe door de dood heen God ons nabij blijft. Hij komt zijn woord na. De woestijn is niet het laatste, maar uiteindelijk is er het beloofde land. Het graf van Christus is niet het laatste, want dat is uiteindelijk leeg. Het laatste is de Verrijzenis, is eeuwig leven. We leven nu al in zijn vrijheid en zijn op weg naar de bevrijding die eeuwig duurt. Als christenen mogen we bovenal blijdschap putten uit het geloof in die bevrijding. + Harrie Smeets, Bisschop van Roermond Digitale Missen Ieder die digitaal de H. Mis volgt, al komt die van de paus in Rome, ervaart dat dit niet hetzelfde is als een live-viering. Live-streaming en video-calls blijven een kwalitatief verminderde menselijke communicatie. Deze tijd leert ons beseffen hoe mooi en warm de gewone menselijke ontmoetingen kunnen zijn.
“Incarnatie” O.L.Heer is mens geworden. De Bijbel drukt dat uit als: “Het Woord is vlees geworden”. En het afdalen en doordringen van God in ons bestaan, betekent ook dat Jezus onze taal spreekt vanuit een menselijk lichaam. Hij gaf Zich als Voedsel en Drank. Lichamelijk kon Hij niet dichter bij ons zijn: De Communie is een lichamelijke én geestelijke vereniging met God en met elkaar, die vreugde en vrede brengt. Ons geloof is een incarnatiegeloof. We zijn geen engelen of puur spirituele geesten. We zijn kinderen van God! Blijde Boodschap! Blijde christenen? Nietzsche zei ooit over christenen dat ze er vaak “onverlost” uitzien en dat de kinderen van de Verrijzenis rondlopen met gezichten als ”grafzerken”. Een zekere Kolakowski antwoordde daarop gevat dat, sinds Nietzsche de dood van God verkondigde, er ook geen opgewekte atheïsten meer te bekennen vielen. Waar is de vreugde gebleven? Zelfs priesters geven soms de indruk dat ze supporter zijn van een voetbalclub die altijd verliest. Als we ons geloof verliezen, worden we ziek en verliezen we de dragende zin van ons leven. Tekort aan vreugde kan wijzen op een tekort aan geloof. Toch wordt vroeg of laat ieder christen beproefd en kan een depressie ons leven beheersen.
Zelfs de heiligen kennen hun donkere nachten en de grootste beproevingen. Soms worden ze zelfs niet begrepen door hun eigen dierbaren of zielenherders. Maar ze blijven vol humor en brengen, zonder het zelf te beseffen, met hun glimlach blijdschap aan allen. Onder de as van hun ellende smeult een heilig vuur.