LES 1: METHODEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK: KWALITATIEVE EN GEMENGDE METHODEN WAT IS WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK? Naïeve definitie: Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op de directe (i.e. zintuiglijke) waarneming van een objectieve realiteit. Nuancering in actuele natuur- en menswetenschappen: Empirische data > zintuigen Empirie = ook indirecte observatie via meetinstrumenten, zelfrapportage van beleving of betekenis Intersubjectiviteit > objectiviteit Intersubjectiviteit = je subjectieve benadering erkennen en beargumenteren, je keuzes openlijk aangeven en motiveren t.a.v. andere onderzoekers als ‘peers’ (gelijken) WAT IS EEN ONDERZOEKSCYCLUS? Onderzoek beweegt zich voortduren heen en weer van theorie naar data (deductie) en van data terug naar theorie (inductie) Wat is inductie? Vertrek van beperkte data (een initiële intuïtie en een eindig aantal observaties) als basis voor een algemene theorie. Probleem : Theorie blijft onzeker want 1 enkele omgekeerde observatie is genoeg om de theorie te weerleggen. Wat is deductie? Vertrek van een algemene theorie waaruit je toetsbare uitspraken afleidt (‘hypothesen’), die je vervolgens toetst aan data. Probleem : Je kunt geen fenomenen onderzoeken waarover je (nog) geen precieze hypothesen kunt formuleren (door gebrek aan algemeen geldende theorie over het bepaalde fenomeen) Ideeën (THEORIE) Realiteit (DATA) Inductie Deductie
21
Embed
LES 1: METHODEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK ... · WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN KWANTITATIEF EN KWALITATIEF ONDERZOEK? Kwantitatief onderzoek Werken met getallen, meten of tellen
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
LES 1: METHODEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK:
KWALITATIEVE EN GEMENGDE METHODEN
WAT IS WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK?
Naïeve definitie: Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op de directe (i.e. zintuiglijke)
waarneming van een objectieve realiteit.
Nuancering in actuele natuur- en menswetenschappen:
Empirische data > zintuigen
Empirie = ook indirecte observatie via meetinstrumenten, zelfrapportage van beleving of
betekenis
Intersubjectiviteit > objectiviteit
Intersubjectiviteit = je subjectieve benadering erkennen en beargumenteren, je keuzes
openlijk aangeven en motiveren t.a.v. andere onderzoekers als ‘peers’ (gelijken)
WAT IS EEN ONDERZOEKSCYCLUS?
Onderzoek beweegt zich voortduren heen en weer van theorie naar data (deductie) en van data
terug naar theorie (inductie)
Wat is inductie?
Vertrek van beperkte data (een initiële intuïtie en een eindig aantal observaties) als basis voor een
algemene theorie.
Probleem: Theorie blijft onzeker want 1 enkele omgekeerde observatie is genoeg om de theorie te
weerleggen.
Wat is deductie?
Vertrek van een algemene theorie waaruit je toetsbare uitspraken afleidt (‘hypothesen’), die je
vervolgens toetst aan data.
Probleem: Je kunt geen fenomenen onderzoeken waarover je (nog) geen precieze hypothesen kunt
formuleren (door gebrek aan algemeen geldende theorie over het bepaalde fenomeen)
Ideeën (THEORIE)
Realiteit (DATA)
Inductie Deductie
WELKE STAPPEN EN KWALITEITSCRITERIA ZIJN ER?
1. Vraagstelling en gezichtspunt
Onderzoeksvraag is vertrekpunt van elke onderzoekscyclus
Vraagstelling impliceert een gezichtspunt van de onderzoeker (veronderstellingen en
verwachtingen)
Kwaliteitscriteria: Psychologisch onderzoek is niet helemaal objectief dus erken je subjectieve
gezichtspunt en beargumenteer je veronderstellingen en verwachtingen
2. Onderzoeksopzet
Welke onderzoeksopzet is meest geschikt om je onderzoeksvraag te beantwoorden?
Labo experiment
Veldexperiment
Gecontroleerde of open vormen van observatie
Zelfrapportage
…
Kwaliteitscriteria: Elk onderzoeksopzet heeft voor- en nadelen, dus motiveer je keuzes vanuit
je onderzoeksvraag
3. Dataverzameling
Draaiboek:
Wie onderzoeken we? Wie zijn de actoren?
Waar, in welke setting vindt het onderzoek plaats?
Wat willen we precies weten?
Hoe willen we dit te weten komen? Welke testen of proeven doen we, wat gaan we
meten?
Kwaliteitscriteria: Data verzamelen is keuzes maken, dus beschrijf precies hoe je tewerk gaat
en motiveer je werkwijze vanuit je onderzoeksvraag
4. Data analyse en interpretatie
Hoe organiseer je verzamelde data/materiaal om een antwoord te geven op je
onderzoeksvraag?
Beschrijvende statistiek (frequenties,…)
Veralgemenende statistiek (verbanden en effecten)
Inhoudsanalyse van zelfrapportage
…
Kwaliteitscriteria: Data spreken niet voor zich, dus beschrijf precies hoe je tewerk gaat en
motiveer je werkwijze vanuit je onderzoeksvraag
5. Beoordeling bevindingen
Onderzoekers maken veralgemeende gevolgtrekkingen o.b.v. beperkte bevindingen. Men
moet de geldigheid van deze gevolgtrekkingen nagaan, de onderzoeker kan het mis hebben
Kwaliteitscriteria: Wetenschappelijke kennis is onzeker, dus erken beperkingen in je data en
zoek weerlegging op
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN KWANTITATIEF EN KWALITATIEF ONDERZOEK?
Kwantitatief onderzoek
Werken met getallen, meten of tellen
Onderzoek door accuraat te meten, met erkenning van onzekerheid en met nadruk op
toetsing (deductie)
Dominant in de psychologie
Bv. Epidemiologisch onderzoek ‘Hoe vaak komt het voor?’
Kwalitatief onderzoek
Betrekking op de aard, de waarde en de eigenschappen van het onderzochte verschijnsel
Doel is het verkennen en inzichtelijk maken van een thema
Verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek
KWANTITATIEF onderzoek legt nadruk op … KWALITATIEF onderzoek legt nadruk op …
Deductie Controle Gedrag Precisie Predictie of oorzakelijke verklaring Veralgemening
Inductie Context Subjectieve beleving en betekenis Openheid Beschrijving van fenomenen Individueel perspectief
LES 2: WAAROM & WANNEER KWALITATIEF ONDERZOEK?
Leerdoelen
• De kenmerken van kwalitatief onderzoek kennen
• De verschillende wetenschaps-filosofische aannamen van kwantitatief en kwalitatief
onderzoek kennen
• Weten welk soort vraagstellingen het meest van kwalitatieve methoden profiteert (en daar
voorbeelden van kunnen geven)
• De belangrijkste kenmerken van kwalitatief onderzoek herkennen in concrete onderzoeks-
voorbeelden
Cyclus in kwantitatief onderzoek (zie empirische cyclus Methoden 1)
ZELFBESCHIKKINGSTHEORIE
= ‘self determination theory’
= mensen die een keuze zelf konden maken, zijn meer gemotiveerd.
Eigen keuze leidt tot hogere motivatie als het om een persoonlijke keuze gaat, maar is dit altijd zo?
Ontwikkeling van de theorie
Vaak gebaseerd op eigen ervaringen van de onderzoeker
Kwalitatieve ‘toolkit’ is heel geschikt om systematisch een theorie te ontwikkelen
Zorgvuldig beschrijven van fenomenen
Waarom kwalitatief onderzoek?
Rijke beschrijvingen
Niet onmiddellijk reduceren
Nadruk op het perspectief van een individu
i.p.v. reduceren tot dimensies
Meer oog voor de specifieke omstandigheden die bij dat individu leiden tot gedachten,
gedrag en gevoel
Verschil in aannamen kwalitatief >< kwantitatief onderzoek (zie kader volgende pagina)
Keuze
In Westerse culturele contexten
eigen keuze > anders keuze
Voldoen aan verwachtingen
In Oosterse culturele contexten
moeders keuze > eigen keuze >
onbekende’s keuze
KWANTITATIEF ONDERZOEK KWALITATIEF ONDERZOEK
Deductie - Er bestaan een werkelijkheid die we kunnen kennen - Onderzoek ‘ontdekt’ de realiteit (positivisme) - Onderzoek en onderzoeker zijn objectief
Inductie - Er bestaan zoveel werkelijkheden als Individuen - Onderzoek construeert één van de vele mogelijke realiteiten - Onderzoek en onderzoeker nemen altijd een standpunt in door a) soort vragen b) soort methoden c) soort interpretaties
Actoren en context
Achtergrondinformatie dient om alles in de context te expliciteren
Spelregel van transparantie (?!)
Data
Manifeste inhoud (‘Wat wordt er verteld?’) en linguïstische structuur (taal creëert
werkelijkheid) van verhalen en getuigenissen moet geanalyseerd worden
Interpretatie door onderzoeker
Inductie: Verhalen van het individu volgen een vaste structuur
Deductie: Klopt deze structuur ook voor andere verhalen van het individu?
Uitgangspunten kwalitatief onderzoek
Nadruk op inductie, maar ook deductie
Context is belangrijk
Onderzoekspopulatie: Welke groep in de maatschappij wordt onderzocht?
Subjectiviteit en betekenis: Hoe ervaren individuen hun eigen gedrag?
Rol van de onderzoeker
LES 3: ZELFRAPPORTAGE – VRAGENLIJSTEN
Leerdoelen
Zelfrapportage technieken kunnen plaatsen op de dimensie van kwantitatief naar kwalitatief
De unieke functie van zelfrapportage data kennen (wat kan zelfrapportage je vertellen?)
Weten wat de problemen zijn bij het interpreteren van zelfrapportage (hoe kan
zelfrapportage misleidend zijn?
Weten waarvoor en waarom vragenlijsten gebruikt worden
De voor –en nadelen van verschillende types vragen en antwoordmogelijkheden kennen
Weten wat de criteria voor een goede vragenlijst zijn en die kunnen toepassen
Weten hoe (en of) vragenlijsten naar andere culturele contexten kunnen worden
getransformeerd
De meerwaarde van dagboekstudies kennen
ZELFRAPPORTAGE
= Onderzoekstechnieken waarbij mensen mondeling of schriftelijk over hun eigen ervaringen
vertellen.
Gradueel van kwalitatief naar kwantitatief:
Narratieven
Grotendeels zelf-geïnitieerde verhalen
Interviewer doelt naar zelf vragen stellen
Interviews
Vragen gesteld door de interviewers (open/gesloten)– volgorde, structuur bepaald.