Saruskraanvogel - Grus antigone (foto: Dhirendra Singh) Observatie is een uitgave van Landschapsvereniging De Kringloop Linne www.dekringlooplinne.nl LANDSCHAPSVERENIGING De Kringloop Linne Observatie Jaargang 42 - nummer 5 september / oktober 2015
Saru
skra
anvo
gel -
Gru
s an
tigon
e (fo
to: D
hire
ndra
Sin
gh)
Observatie is een uitgave vanLandschapsverenigingDe Kringloop Linnewww.dekringlooplinne.nl
LANDSCHAPSVERENIGING
De Kringloop Linne
Observatie
Jaargang 42 - nummer 5
september / oktober 2015
Voorzitter: Jan Hermans, Hertestraat 21, 6067 ER Linne, 0475-462440
Secretariaat: Ans Homburg, Burton Jostweg 7, 6041 PG Roermond, [email protected]
Penningmeester:Lins Baars, Onderste Boord 1, 6067 AE Linne, 0475-464140
Bestuursleden:Toos Bakker, Mgr. Nolensstraat 2, 6061 GK Posterholt, 0475-403801John Hannen, Marktstraat 1, 6049 BA Herten, 0475-334807Lei Hulsbosch, Op het Kuilken 12, 6067 AK Linne, 0475-463239Jo van Pol, Julianastraat 17, 6065 AM Montfort, 0475-542401Website: www.dekringlooplinne.nl
Redactie: Jan Hermans, John Hannen, Ans Homburg, Marianne VosVormgeving: Joost Geraets en Piëtro CuypersObservatie verschijnt zes keer per jaarKopij inleveren: [email protected]: Editoo B.V. te Arnhem
De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de artikelen en behoudt zich het recht voor om in overleg met de auteur artikelen in te korten.Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding.
Abonnement / lidmaatschap:Het lidmaatschap bedraagt minimaal € 12,- per jaar;over te maken op rekeningnummer: IBAN NL70INGB0004709759 tenname van “Landschapsvereniging De Kringloop”. Het lidmaatschapwordt stilzwijgend verlengd, tenzij dit schriftelijk bij de secretaris ofpenningmeester wordt opgezegd vóór 1 december. Zie ook op de website ons huishoudelijk reglement.Verenigingslokaal / binnenactiviteiten:Centrale ruimte van Basisschool TriangelLinnerhof 36, 6067 EJ Linne tel. 0475-462321
Buitenactiviteiten: deelname geschiedt altijd op eigen risico.
Werk ook mee aan Observatie enstuur uw foto’s, artikelen,observaties, wetenswaardighedenof natuurbelevingen op naar:[email protected] inleverdatum kopij volgende Observatie 1 oktober 2015
Doe mee aan onzeObservatie!
Het doel van deverenigingLandschapsvereniging "De Kringloop" stelt zichten doel tezamen hetlandschap te verkennen inal zijn facetten enzodoende liefde te kwekenvoor natuur en heem.
Colofon
3 Middagexcursie naar het Leudal - John Hannen 4 Als de kraanvogels overvliegen - Marianne Vos 7 De paddenstoelencursus - het bestuur 7 Herfstexcursie Munnichsbos - Jan Hermans 8 Onze excursie naar de Eifel, een verslag - Leo Koster 11 Bomen over bomen: Boomcamellia - John Hannen 13 Dassenrooster in Linne - Joost Geraets 14 Natura 2000 gebieden in Limburg: 'Het Leudal' - Jan Hermans 15 Jaarprogramma 15 oproep voor onze varia-avond - het bestuur 16 Observatie van... een kopstandje - Marianne Vos
Inhoud
2
door John Hannen
Zondag 27 september staat er eenmiddagexcursie naar het Leudal bijHeythuysen op het programma.We starten om 14.00 uur op de parkeerplaats bij restaurant De Bu-sjop. Dit is als volgt te bereiken.Volg de N279 richting Heythuysenen neem meteen na de passage vande Tungelroysche beek de eersteweg rechts; de weg heet “Aan deWatermolen”. Deze weg volgen totu de Busschopsweg oversteekt. Netvoorbij het restaurant ligt de parkeerplaats.Vanaf dit punt start deze ruim tweeuur durende excursie door hetbeekdalenlandschap, waarbij behalve zoals gebruikelijk de flora enfauna onder de loep wordt genomen, ook aandacht is voor het hierherstelde grafveld of urnenveld. Het gebiedHet Leudal bestaat uit een gevarieerd landschap met diep ingesneden beken, zoals de TungelroyscheBeek, iets verder ook Leubeek genoemd en de Zelsterbeek. Het natuurreservaat is ca. 800 ha grootwaarvan ca. 475 ha wordt beheerddoor Staatsbosbeheer. Tijdens onzeexcursie merken we dat het landschap veel reliëfverschillen heeft.Dit reliëfrijke landschap is gevormd doordat het Leudal deel uitmaakt van de Roerdalslenk, een geologisch dalingsgebied, waarin deMaas en de wind dikke pakkettensediment hebben afgezet. Dezevoormalige geulen en meanders vande Maas zijn in het huidige landschap nog altijd zichtbaar als smalle en langgerekte depressies. In enkele van die oude Maasgeulen stromen beken, zoals de TungelroyscheBeek, op andere plaatsen komenook vennen voor. Zo wordt voornatuurlijke laagtes als de Grote enKleine Bedelaar, het Langven en deEulder verondersteld dat ze eenvroegere bedding van de Maas zijn.Ze geven ons een beeld van de loop
Middagexcursie naar het Leudal, zondag 27 september
het grafveld bij De Busjop
en dynamiek van de Maas tijdensde koudere perioden van de laatsteijstijd, het Weichselien. Dieper inde ondergrond liggen grindrijke afzettingen van de Maas uit een nogverder verleden. De door de windafgezette dekzandpakketten zijnvaak langgerekt van vorm, evenwijdig aan de beken. Deze ruggen vormen de hoogste delen van het Leudal. De beken in het Leudal, zoalsde Zelsterbeek, hebben zich in deloop der tijd diep ingesneden in deonderliggende afzettingen. Hierdoor raakten de dekzandruggengoed ontwaterd en kon het zandnogmaals door de wind wordenmeegenomen; het zand verstoof.Het Leudal kent een indrukwekkende geschiedenis. De streek isniet alleen archeologisch zeer rijk,maar er zijn ook vele historisch-geografische elementen en historische gebouwen zichtbaar aanwezig.Ook de markante relatie met denog gave, ongestoorde bodems ende geomorfologie is bijzonder.
GrafheuvelsOp de hoge delen van de oost-westgeoriënteerde dekzandrug langs hetdal van de Tungelroysche Beek ishet grafveld de Busjop gesitueerd.Deze beek stroomt in een Pleistoceen dal (van de toen nog vlechtende Maas uit het Pleniglaciaal) envloeit samen met onder andere deHeythuyserbeek en de HaelenscheBeek en mondt via de Neerbeek bijNeer uit in de Maas. Jarenlang lagin het struweel in de bossen van de
Busjop, ten oosten van Heythuysen, een prehistorisch grafveld verscholen. Eind 2010 moest ruim 3 habos plaatsmaken voor een openlandschap, waarin de grafheuvelsweer beter herkenbaar werden gemaakt. Het grafveld moest beterzichtbaar en beter beleefbaar worden. Ondanks het kappen van debomen paste dit toch precies in dewens van Staatsbosbeheer om deomgeving van de Busschop, gelegenop de dekzandrug aan de noordzijde van de Tungelroysche Beek, omte vormen naar een meer open heidelandschap. Daarin zouden nietalleen de grafheuvels beter zichtbaar zijn, maar de open omgevingzou ook een prima habitat vormenvoor bijzondere planten en dieren,zoals Stekelbrem, Levendbarendehagedis, Boomleeuwerik en Nachtzwaluw. In de periode 2010-2011,waarbij Staatsbosbeheer samenwerkte met de Rijksdienst voor hetCultureel Erfgoed, werd de omvangvan het grafveld onderzocht en hetaantal grafheuvels pas goed zichtbaar. Dit heeft uitgewezen dat hetgrafveld oorspronkelijk meer danvijftig heuvels omvatte en een areaal van minimaal 3 ha besloeg. Vandat grafveld zijn inmiddels zeventien grafmonumenten zichtbaar,die een interessante kennisbron zijnvoor de toekomst. Een deel vandeze heuvels, ongeveer een derdedeel, dateert uit de late bronstijd eneen wat groter deel uit de vroege ijzertijd. Met de omvorming naareen heidelandschap is niet alleenhet grafveld beter zichtbaar geworden, maar de terreinbeheerders vanStaatsbosbeheer kunnen het grafveld nu beter beheren. Met regelmaat wordt beginnende lage opslag, vooral in de vorm van braamstruiken, gemaaid om zo de heidemeer gelegenheid tot groei te geven.De open omgeving maakt ook dathet reliëfrijke landschap beter is teervaren; met name de doorkijk
3
door Marianne Vos
Zoekend naar fossielen op de haldevan een voormalige steenkolenmijn, hoorden we in de verte eentrompetterend geluid; kraanvogels!Het geluid zwol aan en enormeslierten vogels verplaatsten zichhoog boven ons. Het waren er duizenden en het zouden er op dieherfstdag tienduizenden worden;het grootste aantal ooit op één daggeteld, die ons land via de oostelijke route passeerden, op weg naarhun overwinteringsgebieden inFrankrijk en Spanje. Het was eenmagisch moment, want wie blijftonberoerd bij het zien en horen vandeze mythische vogels?Kraanvogels worden sinds mensenheugenis geassocieerd met wijsheid,
Als de kraanvogels overvliegen
naar de Tungelroysche Beek is bijzonder. Dat de openheid interessant is voor zeldzame diersoortenbewees de aanwezigheid van eengrote groep Blauwvleugelsprinkhanen die in het najaar van 2012 opde Busschop neerstreek. De Blauwvleugelsprinkhaan heeft een grotevoorliefde voor open landschappenzoals kaal of schaars begroeid zandof heidevelden. De aanwezigheidvan deze sprinkhaansoort aan de
Busschop maakt in ieder geval duidelijk dat de open habitat al snelnieuwe diersoorten aantrekt. BusschopHet gebied waarin het grafveld ligt,werd begin vorige eeuw ‘In den Bisschop’ genoemd. Synoniemen voorbisschop zijn busschop, buscop enbuskop.Noteer deze middag in uw agendaen zorg dat u tijdig aanwezig bent;
het belooft een interessante middagte worden. De excursie staat onderleiding van Jan Hermans. Als deweersomstandigheden geschikt zijnzullen we hier vele plantensoortenen mogelijk prachtige dieren tegenkomen. Gezien de terreinomstandigheden zijn stevige schoenen aante bevelen. Zorg ook voor goedeveldgidsen, een loep en/of fotocamera.
waakzaamheid en bescherming enspelen een grote rol in mythes,sagen en sprookjes. In het boek‘Nils Holgerssons wonderbare reis’van de Zweedse Selma Lagerlöf(1858-1940) komen alle dieren opde Kullaberg in vergadering bijeenen beleven het volgende;……en toen kwamen de grijze, als inschemering geklede vogels, met pluimen aan de vleugels en met rodeveren versierde nekken, de grote vogels met hun lange benen, hun slankehalzen, hun kleine koppen. Ze kwamen aanglijden over de berg in eengeheimzinnige bedwelming. Terwijlze voortgleden, zwaaiden ze rond,half vliegend, half dansend. Met devleugels gracieus opgeheven, bewo
gen ze zich onbegrijpelijk snel. Erwas iets vreemd, iets wonderbaarlijks in hun dans. Het was, alsof zijdat hadden geleerd van de nevels, dieover de eenzame moerassen zweefden. Er was betovering in. Allen, dievoor het eerst op de Kullabergwaren, begrepen waarom de gehelebijeenkomst naar de dans van dekraanvogels heette. Er was woestheid in, maar het gevoel dat hetwekte, was toch een zoet verlangen.Allen, de gevleugelden en zij, diegeen vleugels hadden, wilden zichoneindig hoog verheffen, boven dewolken zweven, zoeken naar watdaar achter ligt, het zware lichaamafschudden, dat hen naar de aardetrok, en wegzweven naar het boven
4
Overwinterende Jufferkraanvogels in de nevels van Khichan, Rajasthan (foto: Dhirendra Singh)
aardse.... (vrij naar de vertaling vanMargaretha Meijboom)
De schrijfster refereert aan een aloude legende, volgens welke kraanvogels de leiding hebben tijdensjaarlijkse, langdurige bijeenkomsten van het dierenrijk. Om alert teblijven houden ze een steen in deopgeheven poot; zodra ze indommelen klettert de steen op de rotsenen schrikken ze wakker. Een andere legende verhaalt dat Jufferkraanvogels ’s nachts met steentjesin de snavel de Himalaya overvliegen, om te voorkomen dat ze doorhun getrompetter opgemerkt worden door arenden.
Om hun vermeende waakzaamheidzijn kraanvogels opgenomen in hetregister van de heraldiek. Hierinstaan alle regels beschreven waaraan gemeente- en familiewapensmoeten voldoen. In Nederland is de
afdeling ondergebracht hij het Centraal Bureau voor Genealogie, inVlaanderen kent men de VlaamseHeraldische Raad. Uit toponiemen,familienamen en zelfs kookboekenvalt af te leiden dat kraanvogels totin de late Middeleeuwen in onzestreken een vertrouwde verschijning waren. Kraanvogels haddenook een feodale status; het was eendeel van het wild dat aan de adelwas voorbehouden om te bejagen.
Heden spelen ze een belangrijke rolals gemeenschappelijke identiteitvan een bevolking; op de Oegandese nationale vlag staat een Grijzekroonkraanvogel afgebeeld en inRwanda geldt deze vogel als nationaal symbool. Nigeria koos deZwarte kroonkraanvogel en Zuid-Afrika de Paradijskraanvogel.Voor Tibetanen is de Siberischekraanvogel het symbool van vrijheid.
De Japanse en Chinese traditionelemartiale vechtkunst, samengevat inhet begrip Wushi, heeft zijn oorsprong in het leven en werk vanBodhidharma (482-539). Afkomstig uit Kanchi in het zuiden vanIndia, trok hij naar China en verbleef dertig jaar in het boeddhistische Shaolinklooster van Dengfeng. Om de mentale en fysieke discipline van de monniken op te bouwen, onderwees hij hen in de kunsten van de zelfverdediging. Behalve in China werd hij ook in Japanvereerd, waar hij Daruma Daishiwerd genoemd. Wushi kent zes verschillende disciplines waarvan Taijiquan, beter bekend als Tai chi,veel beoefend wordt. In een van deoefeningen vormen de vijf elementen de basis, elk vertegenwoordigddoor een dier. De aap staat voorhet element aarde, de tijger voormetaal, het hert voor hout, de beervoor water en de kraanvogel verte
5
genwoordigt het element vuur.In Japan hecht men grote waardeaan de zeven gelukskami, shichifukujin genaamd, figuren die ontleentzijn aan het boeddhisme en taoïsme. Iedere gelukskami wordt eenbepaalde eigenschap toegedicht enis omgeven door de bijbehorendeattributen. Twee figuren wordenvergezeld door kraanvogels; Fukurokuju, die wijsheid en voorspoed schenkt en Jurôjin, de kamivan een lang en voorspoedig leven.Ze worden beschouwd als een endezelfde persoon in twee lichamen.
Het epos Ramayana geldt als heteerste en tevens grootste literaireHindoestaanse werk van India. Deontstaansgeschiedenis voert terugtot vier eeuwen voor de Westersejaartelling. Het verhaalt over Vãlkimi, een groot poëet, die beschouwtwordt als een van de vele incarnaties van de god Vishnu, bewakervan ’s werelds evenwicht. De godheid Brahma vertegenwoordigt descheppingskracht, de godheidShiva de vernietigingskracht. Vishnu wordt afgebeeld met Garoeda,een mythische vogel.Vãlkimi is op weg naar de heiligerivier Ganga en passeert de zijrivierTamasa, waarvan het water zo helder is, dat hij besluit er een bad te
nemen. Tot zijn vreugde ziet hij eenkoppel parende Saruskraanvogels.Plotseling wordt de mannelijkevogel gedood door een pijl, afgeschoten door een jager tussen hetstruikgewas. Het vrouwtje heft eenjammerend, trompetterend geluidaan dat door merg en been snijdt,en sterft. Vãlkimi verwerkt de gebeurtenis in een metrisch gedicht,dat het eerste wordt van een omvangrijke serie boekwerken; de Ramayana. Het telt zeven delen met intotaal 24.000 gedichten en verhaaltonder meer over Prins Rama, zijnvrouw Sita, broer Lakshmana,demon Ravana en de godheid Hanuman. De rivier Tamasa, waarinVãlkimi baadde, stroomt door dedeelstaat Uttar Pradesh, u allenwelbekend uit de lezingen van JanHermans, die jaarlijks enige tijddoorbrengt in de omgeving van hetaldaar gelegen Keoladeo NationalPark. Het park staat bekend omzijn enorme rijkdom aan vogelsoorten, waaronder grote groepen Saruskraanvogels.
De naam Sarus heeft haar oorsprong in het Sanskriet; sãrasa, hetgeen betekent; ‘vogel die op hetwater leeft’. Ze staat symbool voorhuwelijkse trouw en onverbrekelijke vriendschapsbanden.
Natuurfotograaf Dhirendra Singh uit Uttar Pradesh, India, met als specialiteit vogel- en libellenfotografie, wil ikhartelijk bedanken voor het belangeloos ter beschikking stellen van de afbeelding op de voorpagina, evenals de afbeeldingen in bovenstaand artikel.
De eerste Russische speelfilm dieinternationaal succesvol was, werdin 1957 geregisseerd door MichailKalatosov. Victor Rozow, die hetdraaiboek schreef, maakte gebruikvan expressionistische filmtechnieken die de rolprent extra dramatiekverleent. Ze wordt soms nog vertoont in filmhuizen en heeft nietsaan zeggingskracht ingeboet. Hetsucces is mede te danken aan deuniversele thema’s; liefde in tijdenvan oorlog, en liefde tegen allemaatschappelijke conventies in.De titel is ‘Als de kraanvogels weerovervliegen’.Niemand blijft onberoerd bij hetzien en horen van kraanvogels, dieop de krachten van magneetvelden,maanstanden en windrichtingenhun vliegroute en doel bepalen.Appelleert het aan ons gevoel vanheimwee en verlangen naar het onbekende? Of aan ons onvermogenom zonder voorafgaande maatregelen, zonder paspoort, visum en koffers, te vertrekken zodra ons instinct beslist dat het tijd is om tegaan? Allen, de gevleugelden en zij,die geen vleugels hadden, wilden zichoneindig hoog verheffen, boven dewolken zweven, zoeken naar watdaar achter ligt, het zware lichaamafschudden, dat hen naar de aardetrok, en wegzweven naar……..
6
De paddenstoelencursus start vrijdagavond 9 oktober
Bloedrode gordijnzwam(foto: Ans Homburg)
door het bestuur
Ook dit jaar weer staan onze paddenstoelgidsen, John Hannen, Jovan Pol en Jan Hermans klaar omU te laten kennis maken met hetrijk der schimmels. Paddenstoelenvormen als apart rijk in de natuureen schier onuitputbare bron vanlevensvormen, die de deelnemersveel plezier schenkt. Door hun eindeloze variatie in kleur en vorm,maar ook door hun geur en smaakweten ze de deelnemers steeds weerte verrassen, op een dwaalspoor tezetten of te verwonderen wanneereen tipje van hun ecologie kan worden ontraadseld. Daarom: geef Uop voor de paddenstoelencursus endoe weer mee in 2015! De cursus isgeschikt voor zowel beginners alsgevorderden; ons motto is we lerenvan en met elkaar!
De cursus kost voor leden (in hetbezit van het tweedelig paddenstoelencursusboek) €15,-; niet-leden betalen €25,-. Mocht U het tweedeligcursusboek paddenstoelen willenaanschaffen dan betalen ledendaarvoor extra €30,-; voor niet-leden kost het paddenstoelen-cursusboek €40,-.
Het programma voor dit jaar zieter als volgt uit:
Vrijdagavond 9 oktober: start van depaddenstoelencursus; een introductie. Aanvang 19.30 uur in de centrale ruimte van Basisschool Triangel, Linnerhof 36 te Linne. Deavond duurt tot 22.00 uur.
Zondagochtend 11 oktober: paddenstoelenexcursie naar het Leudal. Weverzamelen om 9.00 uur op de parkeerplaats van Staatsbosbeheer bijde Sint-Elisabethmolen, gelegenlangs de Roggelseweg.
Zaterdag 17 oktober: de inmiddelstraditionele dagexcursie rondomVlodrop-Station. Aanvang: 10.00uur op de parkeerplaats schuin tegenover Hotel St.Ludwig. Neem
Uw lunchpakket mee; de excursieduurt tot 15.00 uur met een gezamenlijke middagpauze.
Zondagochtend 1 november: paddenstoelenexcursie naar de Doort. We verzamelen om 9.00 uur op deparkeerplaats van Staatsbosbeheerin de Doort, langs de weg naar Dieteren.
De ochtend-excursies duren tot12.00 uur.
U kunt zich voor de paddenstoelencursus zowel schriftelijk als telefonisch opgeven bij Lei Hulsbosch(0475-463239) of via e-mail:[email protected]
Uw opgave is pas definitief wanneer het cursusgeld is overgemaakt(IBAN NL70INGB0004709759).Geef duidelijk aan of U het tweedelige cursusboek paddenstoelen wiltontvangen (zie de extra kostendaarvoor). Uw opgave en cursusgeld moet binnen zijn VOOR zondag 4 oktober.
We hopen weer velen te mogen begroeten.
door Jan Hermans
Het Munnichsbosch is bij de meeste Kringlopers welbekend. Goedewijn behoeft geen krans, een gezegde dat zeker geldt voor dit prachtige boscomplex. Op deze ochtendstart de excursie om 9.30 uur vanafde parkeerplaats bij het Gemeenschapshuis in het Reutje St. Josephstraat 2 te Sint-Odiliënberg.De excursie onder leiding van JohnHannen en Jan Hermans duurt tot12.00 uur.
In deze tijd van het jaar is het Munnichsbosch voor velen een must:het deels oude bos met monumentale Zomereiken en Grove dennenbelooft altijd wel iets bijzonders ophet gebied van paddenstoelen. Behalve de oude bomen en de bosgedeelten met veel dood loofhout zijnook de diverse laanbeplantingenerg in trek voor de bijzondere wereld van de schimmels. Vooral ophet talrijk aanwezige dode houtkomen verschillende soortgroepenvoor: de robuuste tonderzwammen,
Herfstexcursie Munnichsbos, zondagochtend 18 oktober
In h
et b
os...
(fot
o: M
aria
nne
Vos)
7
door Leo Koster
Op 13 juni vertrekken we om 07.00uur vanaf Linne met een touringcarvan Vaassen Tours voor een dagexcursie naar de Eifel. In de bus heetonze voorzitter, de heer Jan Hermans, iedereen welkom. John Hannen heeft gezorgd voor kleurrijkeinformatie met daarin diversenamen en afbeeldingen van flora enfauna die in de gebieden Genfbachtal en Alendorfer Kalktriftente vinden zijn. Genoemde herenzijn vandaag onze gidsen.
Vóór 09.00 uur zijn we al in Urft enin hotel-restaurant Urfter Hof staatde koffie met een groot stuk Apfel
Onze excursie naar de Eifel, een verslagIn
de
Eife
l (fo
to: A
ns H
ombu
rg)
diverse elfenbankjes, grijsgroeneschelpzwammen of wit glacé doorschijnende Porseleinzwammen,maar ook korstzwammen, trilzwammen of kleine, maar o zofraaie, slijmzwammen.
Als U daarmee wilt kennis maken,dan is de excursie naar het Munnichsbosch een aanrader. Ook wan
neer U meer van de grote lijnhoudt, kan deze tocht worden aanbevolen. Het nog fraaie kleinschalige landschap dat hier nog niet geschonden is, geeft veel voldoeningbij een nadere verkenning.
De herfstperiode is een tijd van afscheid nemen; veel organismen bereiden zich voor op de naderende
winter. Wanneer deze tocht bekroond wordt met een vlucht roepende Kraanvogels (zie elders in ditnummer), die terugvliegen naarhun overwinteringsgebieden inFrankrijk en Spanje, dan bent Ugetuige geweest van een onvergetelijke zondagochtend.
Zorg dat U erbij bent.
strudel al op ons te wachten. Naeen half uurtje verlaten we het hotelin de stromende regen. Zou het nogdroog worden?
Als we in Nettersheim in de buurtvan de Genfbach uit de bus stappen, stapt Pluvius met ons mee. Regenkleding en paraplu’s komen tevoorschijn. We zijn niet van suiker,dus we gaan gewoon op pad en steken de Genfbach over. Wijngaardslakken vinden dit weer fantastisch,grote exemplaren glijden moeiteloos over het asfalt. Jan wijst onsop bremraap en op twee bloeiendeooievaarsbekken, te weten Bosooi
evaarsbek en Bloedooievaarsbek.Er staat ook een schermbloemige,nog niet in bloei, het is Breedbladiglaserkruid. Verder Sleedoorn, Hazelaar en Herfsttijlozen. Adderwortel staat volop in bloei.
De regen schijnt een Zwartkop enGeelgors niet te deren. We komenbij een prachtig stukje en genietenvan Zwartblauwe rapunzel, morgenster, Moesdistel, Grote- enKleine pimpernel, Echte koekoeksbloem, Wilde karwei en Esparcette.Laatstgenoemde werd vroeger verbouwd als veevoer. Tussen de bloemenpracht vliegt een Rouwspan
8
ner, een dagactieve nachtvlinder.Het is roetzwart met op de voorvleugel bij de vleugelpunt een opvallende kalkwitte franje. We steken weer de Genfbach over.
De bewolking breekt, de regenwordt minder, de regenkledingwordt opgeborgen, en de zonschijnt. Wat we net in het kleinzagen, zien we nu in het groot. Eenheuvelachtig gebied met een geweldige kleurrijke flora. Ik heb nognooit zo’n terrein gezien, wat eenpracht!
Pijlbrem, Bevertjes, Gewone margriet, Kamgras, Knikkend nagelkruid, Kruisbladwalstro, Knolsteenbreek, Kale jonker, Dagkoekoeksbloem, Groot streepzaad,Gulden sleutelbloem, Struikheideen Gewone vleugeltjesbloem. Verder; Brem, Breedbladige orchis,Moerasspirea, Dotterbloem, Gewone vrouwenmantel, Esparcette,Scherpe boterbloem, Veenpluis,Grote keverorchis, Lidrus, Zeegroene rus, Gele, Zeegroene enBlauwe zegge, Kleine valeriaan enSchaduwkruiskruid.
Bij weidepaaltjes een Grasmus,Witte kwikstaart en Roodborsttapuit en bij een naaldboom houdt
zich een Boompieper op.
We wandelen weer terug. Een Rodewouw zit zich te drogen in het topjevan een andere naaldboom, evenlater toont de vogel ons zijn vliegkunsten. Een Kramsvogel in eenwilg, wat verder weg bidt een Buizerd. Knollathyrus, Glans- enGoudhaver. Jan plukt van het asfalt een haft; dit volwassen insectmet lange staartdraden neemt geenvoedsel meer tot zich. Ze zijn vaakte vinden in de onmiddellijke nabij
heid van schoon water waarin delarven leven. Even later krijg ik ditprachtige insect als broche.
Weer een Rode wouw en op eenweidepaaltje gaat een mannetjeGeelgors zitten. Jan wijst ons opeen omvangrijk tapijt van Glanzend etagemos. We wandelen langsFluitenkruid, Zevenblad, Moesdistel, Overblijvend bingelkruid enRode kamperfoelie.
Dan zijn we weer terug bij de busen wachten op de groep van John.Op een blad van Gevlekte dovenetel zit een wolfspin met haar cocon,die ze tussen de kaken geklemd metzich meedraagt tot de eitjes uitkomen.
We rijden naar Urft, naar deschnitzels en de heerlijke zalm. Opde afgesproken tijd zijn we in Hotel-restaurant Urfter Hof. De soep,het hoofdgerecht, het nagerecht, dedrank, het personeel; alles is gewoonweg fantastisch. Als we hethotel verlaten zit een Zwarte roodstaart op de nok van een oud pand.Na deze pauze vertrekt de bus richting Alendorfer Kalktriften. Onderweg Rode wouwen, sommigenzijn duidelijk in de rui, enkele vossen, ook eentje met een jong, en ge
Beginnen in de regen... (foto: Ans Homburg)
Een bloemrijke berm (foto: Ans Homburg)
9
weldig fleurige weilanden. Telkensals iemand in de bus een Rodewouw signaleert klinkt in koor;wauw!
We rijden door Blankenheim;Quellort der Ahr – ofwel; Blankenheim, waar zich de oorsprong vande Ahr bevindt. De begrippenQuelle en Brunnen leiden vaak tottaalmisverstanden. Een Quellegeeft het begin van een waterstroom aan; een Brunnen is een aftakking van een rivier naar bijvoorbeeld een dorpspomp, een (blus)watertappunt in een bos of in hetbuitengebied. Ook menige afgelegen woning heeft de beschikkingover een eigen Brunnen. De Ahrstroomt links van ons en mondt na86 km uit in de Rijn.
Als eerste verlaat de groep vanJohn Hannen de bus voor de wandeling door de Alendorfer Kliften.Prachtige planten tussen grote enkleine Jeneverbesstruiken; Blaassilene, Cipreswolfsmelk, sommigenaangetast door Wolfsmelkroest,Ruige weegbree, Reuzenberenklauw, Kluwenklokje, Geel zonneroosje, Blauwzwarte rapunzel,morgenster, Wilde reseda, Grotemuggenorchis en Vliegenorchis. Jemoet echt goed kijken waar je devoeten neerzet anders vertrap je zoeen zeldzaam plantje. Geelhartje,uitgebloeid Rozenkransje, Paardenhoefklaver, Kogelbloempje,Bittere vleugeltjesbloem en Bever
tjes. Verder zien we de pluizigezaden van het Wildemanskruid,Driedistel, Muggenorchis, Stalkruid, Wondklaver, de schitterenderonde, bolvormige zaden van demorgenster, Fakkelgras, Gewoneduivenkervel, de nog niet in bloeistaande Grote centaurie alsmede dePoppenorchis, Grote keverorchisen Bergnachtorchis.
We horen en zien een Torenvalk,een Grasmus en een Veldleeuwerik.We zien meerdere vlinders; Grootgeaderd witje, Bleek blauwtje, Valswitje, Bruin zandoogje en een Argusvlinder. We worden getrakteerdop een geweldig fraai uitzicht.
De andere groep komt ons tegemoet, zij tonen een loeppotje metdaarin een Tweekleurig hooibeestje. Bij de Aangebrande orchis hadik een heel ander beeld, namelijkeen veel hogere orchis. Verder zienwe in een hoek van de grasvlakteMannetjesorchis, Bleek bosvogeltje, Hokjespeul, Blaassilene enChristoffelkruid. We zien Veldsalie,Kluwenklokje, Esparcette en Duifkruid. In een afgerasterde wei loopteen kapitaal Edelhert rond met heelwat hindes. John wijst ons op eenkleurige Metaalvlinder. Iets verderin een hoek van een fleurige weigroeit vrij massaal Stijve wikke.
Bij het oude, neogotische kerkjevan Alendorf, omgeven door beuken die in 1827 geplant zijn, be
Morgenster (foto: Ans Homburg)
Vliegenorchis (foto: Ans Homburg)
vindt zich een Ehrenfriedhof; eenoorlogsbegraafplaats. Op het eindevan WO-II sneuvelden rond ditplaatsje 146 soldaten van diversenationaliteiten, merendeels zeerjonge mensen; de volwassen militairen waren na jarenlange oorlogsvoering vrijwel allemaal opgebruikt.
De bus staat al te wachten. Ik noteer nog Dolle kervel, Look zonderlook, Groot streepzaad, Gewoneduivenkervel en fraaie Vliegenorchis. Cees van de andere groepheeft nog een andere orchidee ontdekt; het zeldzame Vogelnestje.Rond 16.30 uur rijden we richtingRipsdorf en bij Hotel restaurantBreuer worden we nogmaals getrakteerd op koffie met een keuzeuit diverse, heerlijke vlaaien. Eenfraaie en goed georganiseerde Eifeltocht ligt weer achter ons; de organisatoren worden hartelijk bedanktvoor hun inspanningen. Op wegnaar de Heimat, waar we tegen19.30 uur arriveren, zien we nogtwee Rode wouwen; in totaal zagenwe er vandaag zeker twaalf.
‘De Kringloop stelt zich ten doeltezamen het landschap te verkennen in al zijn facetten en zodoendeliefde te kweken voor natuur enheem’. Dat is vandaag, ook al is hetop een afstand van ongeveer 150km, weer eens heel goed naar vorengekomen en duidelijk geworden.
10
waarbij stukken dun afschilferendzijn waardoor ze een opvallendroodbruin vlekkenpatroon krijgen(foto 3). De onregelmatige en afpellende schors doet denken aan dievan een Plataan, maar is iets subtieler met meer kleurschakeringen. Bijhet ontluiken is het drie tot negencentimeter grote en ovaal tot omgekeerde eironde blad licht behaarden donkergroen met een zeer fijngezaagde, rand waarna het tijdensde herfst zeer mooi in geel-rode totrood-paarse tinten verkleurt (foto2). In het late voorjaar; juni tot augustus, als voor vele bomen enstruiken het bloeihoogtepunt voorbij is, verschijnen de alleenstaandebloemen in de bladoksels. De bloeibestaat uit prachtige witte Camel-lia-achtige kroonbladeren en goud-gekleurde meeldraden (foto 4), vandaar ook de naam pseudocamellia. ToepassingStewartia heeft een voorkeur vooreen relatief beschutte plaats. In zijnnatuurlijke verspreidingsgebied, inJapan, groeit hij in de schaduw vanhoge bomen waardoor hij tegen defelle middagzon beschermd wordt.Het is zaak dat hij niet in de vollezon komt te staan. Omdat zijn fijnehaarwortels bij hoge temperaturentrager werken of zelfs stoppen methun activiteiten, is het gevolg dat erbruine bladpunten verschijnen ener soms hele takken afsterven. Degrond dus vochtig en iets veenachtig (zuurder). Men moet er ook opletten dat de boom niet te nat staatdaar de bladeren in de herfst danniet zo fel uitkleuren. Alle Stewar-tia’s groeien traag en blijven ook najaren vrij kleine, meestal meerstammig of sterk vertakte, struiken ofbomen. Stewartia is een opvallende
door John Hannen GeschiedenisAl voor de laatste IJstijd kwam Stewartia in Europa op grote schaalvoor. Bij Hoogdonk tussen Liesselen Deurne zijn fossielen gevondenvan Stewartia beckeriana die netals Magnolia en Ginkgo tijdensdeze ijstijd zijn verdwenen. Tentijde van de plantenverzamelaarswerd het genus Stewartia zeer wijdverspreid gevonden in de vochtigebergbossen van China en Japan totin de ecologisch rijke rivierbossenin het zuidoosten van de VerenigdeStaten. De bekendste en ook deenige soort die vrij courant wordtaangeboden bij ons is Stewartiapseudocamellia die hoofdzakelijkvoorkwam in Japan, Korea enChina. Het was de Russische botanicus Maximowicz, een autoriteitop gebied van planten van Oost-Azië, die rond 1860 deze soort inJapan vond en introduceerde inEuropa. De in Estland geboren botanicus Carl Johan Maximowiczzat vanaf 1850 enkele jaren in dedirectie van de botanische tuin vanSankt Petersburg en had van 1860tot 1864 een reis door Japan. Behalve de hier beschreven soort hadhij tijdens deze reis vele nieuwesoorten verzameld. Hij bracht zo’n72 kisten vol met vooral plantenmateriaal mee. In het begin van detwintigste eeuw werd in Korea eenlicht afwijkende vorm ontdekt dielange tijd als een aparte soort werdbeschouwd, Stewartia koreana. Nuwordt deze als Stewartia pseudocamellia ‘Koreana’ aangeduid. NaamgevingDe Stewartia behoort tot de familieder Theaceae, de Theefamilie. De
Bomen over bomen deel 21
Boomcamellia of Stewartia pseudocamellia
bekendste soort van de Theaceae isde Theeplant (Camellia sinensis),waarvan de jonge scheuten wordengebruikt om de commerciële theevan te maken. Een geslacht uit dezefamilie is Franklinia; duidelijk teherkennen aan de vorm van debloemen en blad. Eigenlijk haddeze boom Stuartia moeten hetennaar de Britse edelman en botanicus John Stuart, derde graaf vanBute (1713-1792) die ook directeurwas van Kew Garden. Maar ookLinneaus kan zich wel eens vergissen. Toen hij zijn nieuwe systeemom planten te benoemen introduceerde, vergiste hij zich bij denaamgeving van deze boom. Ditkwam doordat hij de plant zelf nognooit had gezien en zich baseerdeop een illustratie van de Duitse botanicus Georg Ehret die deze boomals Stewart beschreef. Het geslachtStewartia omvat zo’n 20-30 soorten, waarvan het merendeel nietvoldoende winterhard is in ons klimaat. Een aantal Nederlandsenamen voor Stewartia pseudocamellia zijn Boomcamellia, Schijncamellia of Japanse camellia. InDuitsland hebben ze het overScheinkamellie of KamellienartigeStewartia en de Fransen sprekenover Stewartia à grandes fleurs enin Japan zelf staat hij bekend alsNatsu-Tsubaki of: . BeschrijvingDe Boomcamellia is een opvallendmooie, meestal meerstammigeboom met een sterk vertakte kroondie een hoogte van acht tot tienmeter kan bereiken (foto 1). Hijheeft een breed piramidale kroondie uiteindelijk ovaal wordt met eenbreedte van vijf meter. Zijn schorsen de kale takken zijn grijsbruin
11
verschijning en zal in een patio ofin een hoekje op een pleintje zeergoed tot zijn recht kunnen komen.Zelfs in de openbare ruimte zullentwee rijen Stewartia’s aan weerszijden van een trottoir een zeer mooieen opvallende 'overdekte wandelgang' geven. De boom is in elk seizoen decoratief: de schors in dewinter; de geweldig mooie bloemenin de zomer en de prachtige bladverkleuring in de herfst. Er wordtmaar één soort met enige regelmaatin ons klimaat toegepast en dat is:
Stewartia pseudocamellia. Het geslacht Stewartia telt een aantalbladverliezende soorten die in onsklimaat min of meer winterhardzouden moeten zijn. Stewartia monadelpha heeft iets kleinere bloemen met bladeren die in ons klimaat de mooiste herfstverkleuringzou geven. Van deze boom zijn debloemen relatief klein (zo’n 3 cm),maar zeer talrijk eind juni. Bij dezebladdert de schors meer af in fijnere schilfers zodat hij doet denkenaan Acer griseum. Stewartia pseu
docamellia 'Koreana' is een langzame groeier waardoor hij ook in eenkleinere tuin toegepast kan worden.Hij kan een hoogte bereiken vanuiteindelijk acht meter. Het blad isgroen en verkleurt in het najaarnaar geelrood en paarse tinten. Hijbloeit ook wit met in het hart gelemeeldraden waarna de bloei dehoutachtige doosvruchten volgen(foto 5). Er zijn ook enkele cultivars op de markt zoals ‘Ballet’,‘Milk and Honey’ (beide ontstaanin het Amerikaanse Polly Hill Ar
Stewartia pseudocamellia: 1. habitus van de boom; 2. prachtig verkleurende herfstblad; 3. de prachtig afbladderende schors; 4. de mooie witte bloemen met gouden harten; 5. in vijf kleppen openspringende vrucht. (foto's: P. Theunissen)
12
boretum) waarvan ook wordt beweerd dat ze winterhard zoudenzijn. In het arboretum van de Belgische amateur-dendroloog Philippede Spoelberch in Herkenrode staatal jaren de cultivar ‘Harold Hillier’in hetzelfde klimaat heerst als inNederland. De Stewartia x henryaeis een spontane kruising tussen Stewartia pseudocamellia en Stewartiamonadelpha met iets kleinere bloemen die in ons klimaat kan gedijenen zelfs een zeer mooie herfstverkleuring kan geven. Sinds enkelejaren zijn er ook planten op demarkt onder de naam Stewartiagemmata; een licht afwijkendevorm van Stewartia sinensis waarvan beweerd wordt dat hij winterhard is. Ook de uit Japan afkomstige Stewartia serrata is winterhard.Deze soort heeft ook een mooi afbladderende schors, verkleurtprachtig in de herfst en bloeit overvloedig in juni. Nadeel is echter datde bloempjes zelden helemaalopengaan en snel afvallen. Er worden vele soorten aangeboden diewinterhard zouden zijn, maarwaarvan ik nu nog niets van kanzeggen. De bevruchtingVan juni soms tot in augustus verschijnen de, zes centimeter in doorsnede, grote witte bloemkronenmet de goudgele meeldraden. Demeeldraden zijn talrijk en de helmdraden kunnen wit of paars totroodachtig zijn, afhankelijk van desoort. Deze helmdraden zijn aan debasis met elkaar en met de kroon
bladeren vergroeid, waardoor ditgeheel na de bloei als een mooipakketje afvalt. Door het behoudenvan hun ring van gele helmdraden,die met elkaar zijn vergroeid, ontstaat er een mooi tapijt onder deboom als deze afvallen. De houtige,bruine doosvruchten kunnen gedurende een jaar of langer aan de takken blijven staan vooraleer ze afvallen. Na de bloei volgen de houtige doosvruchten van circa tweecentimeter groot. Deze springenaan de top open in vijf segmenten,waarin zich de bijna zwarte zadenbevinden (foto 5). Maar dankomen de problemen: vermeerdering vanuit zaaizaad van Stewartiais een traag en onbetrouwbaar proces hoofdzakelijk vanwege de complexe kiemrust mechanismen in hetzaad. Zaden van Stewartia vereiseneen bepaalde warme en koude stratificatie om succesvol te kunnenontkiemen. De zaden komen eerstin een soort slaaptoestand (kiemrust) en om dit doorbreken zijn experimenten uitgevoerd met mechanische en chemische zaadbehandelingen waar met name Oleksak enStruve (1999) veel aan hebben gewerkt. Ziekten en plagenOndanks dat de boom zeer winterhard is zal men bij jonge plantenmoeten oppassen bij strenge vorst.Ook is enige schaduw niet verkeerdal zal de bladverkleuring in deherfst feller zijn bij iets meer zon.Het aanbrengen van een dikke laagmulch rond de wortelzone in de
winter is raadzaam om de boom tebeschermen bij kou en daardoorkan hij weer iets meer in de zonstaan; daar de wortels worden beschermd. Stewartia houdt van eengelijkmatig vochtige goed gedraineerde, neutrale tot lichtzuregrond, die veel humus bevat engoed doorlaatbaar is. In alkalischebodem zal hij last krijgen van chlorose (vergeling blad). Stewartia iseen boom die men weinig hoeft tesnoeien, waarbij men de snoei moetbeperken tot hoogstens wat uitdunnen direct na de bloei om te voorkomen dat de bloemen van volgendjaar verdwijnen. Let er hierbij opde takken zo lang mogelijk op zijnnatuurlijke groeiwijze tot aan degrond te laten hangen. In de lentekunnen dode of beschadigde takken nog worden weggenomen. Stewartia heeft weinig last van ziekten. AfsluitingStewartia is helaas een, in onze tuinen, nauwelijks bekende kleineboom of grote struik. Hij bloeit vanjuni tot augustus, als vele anderesoorten zijn uitgebloeid, met prachtige witte bloemen. Zijn bladerenverkleuren in de herfst schitterenden het hele jaar pronkt hij met eenerg decoratieve, afbladderendeschors. Wanneer het boompje uitgebloeid is, gebeurt er nog ietsleuks: de kroonbladeren van debloemen zijn vergroeid en vallendan af. Wanneer ze op de grondliggen lijkt het alsof er een bloementapijt op de grond ligt. Je kandus twee keer genieten van de bloei!
DassenroosterOm meer verkeersslachtoffers tevoorkomen is eind juni een speciaaldassenrooster geplaatst naast deMaasbrachterweg in Linne, niet vervan de Vlootbeek.
IKL heeft in opdracht van de gemeente Maasgouw het werk uitgevoerd. Dit is het tweede dassenrooster in Nederland, een ontwerpvan Arfman en Das&Boom.
(foto
: Joo
st G
erae
ts)
13
door Jan Hermans
InleidingHet Leudal ligt aan de westkantvan de Maas in Midden-Limburg.Het gebied bestaat vooral uit bossen met her en der enkele graslandperceeltjes. Op de hogere grondenbestaat het bos uit Beuken-Zomereiken-bos en Berken-Eikenbos; denattere delen, gelegen langs debeide beken, zijn begroeid met verschillende typen elzenbroekbos.Het Leudal was van oudsher bekend om zijn groeiplaats van Witterapunzel, maar deze soort is inmiddels verdwenen.
LandschapHet Leudal is een voorbeeld vaneen tweestromenland. De kern vanhet beekdal bestaat uit de meanderende beken: de Zelsterbeek, dieuitmondt in de Leubeek. Het landschap van het Leudal is omgevendoor vijf kerkdorpen: Nunhem enHaelen liggen aan de zuidkant vanhet dal, Heythuysen, Roggel enNeer liggen aan de oost- en noordkant.
De noordelijk gelegen Zelsterbeekis voor een groot deel aan de beek(ab)normalisatie ontkomen. Alleende meer westelijk gelegen trajecten(Roggelse beek genoemd) zijn gekanaliseerd. Van de Leubeek is eenkleiner traject gespaard gebleven,in de benedeloop. De meer stroomopwaarts gelegen delen (Tungelroysche beek) zijn vergraven. Beidebeken komen even ten noorden vanNunhem samen met de Haelenschebeek en stromen als Neerbeek verder waar ze aan de zuidrand vanNeer in de Maas uitmonden.
Geologisch gezien ligt het Leudal inde Centrale Slenk, een dalingsgebied. Deze slenk is in het verledenopgevuld met materiaal afkomstigvan zee, rivieren en wind. Hierdoorzijn de waar te nemen hoogteverschillen te verklaren. De contouren
Natura 2000 gebieden in Limburg
'Het Leudal'van dit landschap, diep opgestovenlandduinen, laagten en dekzandruggen, zijn in de laatste ijstijd gevormd. De grootste hoogteverschillen in het Leudal bedragen rondtien meter. In het verleden lagen temidden van de dekzandruggen diverse vennetjes en watertjes. De periode van de grootschalige ontginningen maakten hieraan een eind.Een van de weinige getuigen uit dietijd is het ven de Grote Bedelaar,gelegen in het zuidoosten van ditgebied.
De Zelsterbeek en Leubeek verzorgen een deel van de afwatering vanhet gebied van de Peelvenen. De insnijding van de beken in het totdertig meter dikke zandpakketheeft geleid tot diepe en smallebeekdalen. Het water heeft daarbijsteile buitenbochten uitgeschuurden vlakkere binnenbochten gecreëerd waar sedimenten zijn afgezet. De beken en dalflanken worden gevoed door kwelwater vanverschillende herkomst. De verschillen in kwelwater-kwaliteitkomen in het Leudal tot uitdrukking in een breed scala aan bostypen. De kwaliteit van het beekwa
ter zelf laat wel nog te wensen over;deels is dit toe te schrijven aanzware verontreinigingen in het verleden, onder andere door de lozingen van de zinkfabriek te Budel. Inde loop der eeuwen zijn langs debeken verschillende watermolensgebouwd, waarvan nu alleen nogde fraai gelegen Leumolen of Sint-Ursulamolen resteert. Van de Sint-Elisabethmolen staat nog een ruïne,nadat deze door de Duitsers in1944 werd opgeblazen.
NatuurwaardenDe bossen op de laaggelegen dalgronden zijn voor het Leudal karakter-bepalend. De bossen zijnoorspronkelijk aangelegd als rabattenbos met een beheer van hakhout. De rabatten waren noodzakelijk om boomgroei in deze nattedelen van het beekdal mogelijk temaken: rood haar en elzenhout zijnzelden op goede grond gebouwd.Deels behoren deze bossen tot deelzenbronbossen met Bittere veldkers, een bosgemeenschap die inons land erg zeldzaam is. Behalvede naamgevende soort Bittere veldkers komt in dit Elzenzegge-Elzenbroek ook IJle zegge, Paarbladig en
Pheg
eavl
inde
r (fo
to: M
aria
nne
Vos)
14
Jaarprogramma 2015Zondag 27 september - Middagexcursie naar het Leudal, zie pagina 3Vrijdagavond 9 oktober - start van de paddenstoelencursus, zie pagina 7Zondagochtend 18 oktober - Herfstexcursie in het Munnichsbos, zie pagina 7
Vrijdag 20 novemberVaria-avond. Speciaal door de leden van de “Kringloop”, die iets willen laten zienover een zelf te kiezen onderwerp. Alleen voor leden.
Vrijdag 11 decemberDialezing door de heer Jan Hermans over La Brenne, een streek in Midden-Frankrijk.
Zaterdag 26 decemberTraditionele kerstwandeling in een Limburgs natuurgebied.
Onze varia-avond... Doe je mee ? Kom je ook ?het bestuur
Op vrijdag 20 november houdt Landschapsvereniging “De Kringloop” speciaal voorhaar leden een varia-avond. De avond wordt gehouden in basisschool Triangel teLinne, aanvang 19.30 uur.
Reserveer deze datum alvast in Uw agenda!!!
Voor deze avond hebben zich reeds de volgende personen gemelddie een presentatie geven:* José Daniels - Creemers - De Mierenleeuw* Jan Vandewall - De ontwikkelingen in de Doort * Pierre Theunissen, John Hannen, Marianne Vos - 'The t(h)ree freaks'* Sjaak Storms - Over de natuur* Nicky Hulsbosch - Flora en fauna in Panama
Verspreidbladig goudveil voor. Inde ondergroei van de elzenbroekbossen is Zwarte bes een opvallende struik; in de minder venige Essenbossen groeien Bosvergeet-mij-nietje, Groot heksenkruid en Muskuskruid. Op enkele plekken in hetbeekdal komt het Zompzegge-Berkenbroek voor met Wilde gagel alskensoort; op een enkele plek groeitKoningsvaren.In een begroeiingmet veel Gele dovenetel, Dagkoekoeksbloem, Wijfjesvaren, Ruwesmele en Bosanemoon kwam enigejaren geleden nog op twee plaatsenWitte rapunzel voor. Mogelijk is desoort hier verdwenen door een veranderd bosbeheer en/of wijzigingenin de hydrologie van de beek (leesverdroging).
De fraaie begroeiingen in het beekdal ten spijt, behoort het grootstedeel van de bossen in het Leudaltot de arme bossen van het Eiken-Berken-type. In de ondergroei domineert plaatselijk Adelaarsvaren,op enkele plekken komen Lelietje-van-dalen, Gewone salomonszegelen Dalkruid voor.
De droge dennenbossen in het Leudal zijn een ideaal milieu voor de inNederland betrekkelijk zeldzamePhegeavlinder, die zich de laatstejaren steeds meer uitbreidt. Hetbosgebied is een bolwerk voor eengroot aantal vogelsoorten van oudeloofbossen, waaronder Fluiter,Boomklever, Appelvink, Kleinebonte specht, maar ook Koekoek,
Spotvogel en Matkopmees. Doorzijn omvang als bosgebied voelenook roofvogels als Wespendief,Buizerd, Havik en Sperwer zichhier thuis.
In de beken komen plaatselijk interessante watervegetaties voor metVlottende waterranonkel, Pijlkruid,Kleine egelskop en Haarfonteinkruid. Langs de beek zijn jaarrondIJsvogel en Grote gele kwikstaartaanwezig. Van de visfauna noemenwe Bermpje, Kopvoorn en Beekforel. Door de aanleg van visoptrekvoorzieningen kunnen vissen uit deMaas via de Neerbeek weer hetLeudal bereiken om er aldaarstroomopwaarts te paaien.
varia-avondEr is nog plaats voor enkele deelnemers. Grijp jekans en meld je bij LeiHulsbosch.
15
... een kopstandje Het leven van een libel is vol gevaren; zelfs even zonnen vormt een risico. De onvrijwilligekopstand wordt veroorzaakt door de larve van een zandloopkever. Het insect is wormvormig en op de scherpeknik, ongeveer halverwege het lijfje, bevinden zich haakjes waarmee het zich stevig verankert in het loodrechtehol. De kop is buitenproportioneel groot en afgedekt met een kopschild dat de kleur aanneemt van het substraat waarin de larve leeft. De zes enkelvoudige ogen bieden een uitstekend panoramazicht op de omgeving.Het belangrijkste wapen vormen de enorme kaken, waarmee zelfs een groot insect onwrikbaar klem wordtgezet; een heidelibel, bijvoorbeeld. (tekst en foto: Marianne Vos)
Observatie van...
LANDSCHAPSVERENIGING
De Kringloop Linne
Indien onbestelbaar retour: De Kringloop Linne, Burton Jostweg 7, 6041 PG Roermond