GROEP D: Nele Delbecque Merijn Desmet Maarten Pelgrims Arnaud ZondermanPolitieke Economie van Conflict en Geweld Jeroen Adam Klimaatverandering, migratie en conflict: Case study Bangladesh-India AANTAL WOORDEN: 6525Conflict & Development Academiejaar 2010-2011
17
Embed
Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barrage
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
I. Inleiding In het hedendaagse discours rond klimaatverandering wordt vaak een erg lineair verband gelegdtussen klimaatverandering en (internationale) veiligheid. Simplistisch gesteld is de logica hierbij:
klimaatverandering leidt tot rampen, schaarste en armoede, waardoor het (grootschalige) migratie in
de hand werkt; dit resulteert op zijn beurt in conflicten ten gevolge van competitie over hulpbronnen
in de ontvangende regio van migratie.
Deze paper tracht aan de hand van een case study van India-Bangladesh een antwoord te bieden op
de vraag of klimaatverandering wel degelijk een bedreiging vormt voor de internationale en interne
stabiliteit en veiligheid. Bangladesh wordt verwacht één van de landen te zijn die wereldwijd het
meest getroffen zal worden door klimaatverandering. Het land zou in toenemende mate geteisterd
worden door tropische cyclonen, overstromingen, droogte, kust- en riviererosie en verzilting.
Bovendien bedreigt een stijging van de zeespiegel de laaggelegen gebieden van Bangladesh. De lage
ontwikkelingsgraad, de hoge bevolkingsdichtheid en de sterke afhankelijkheid van natuurlijke
hulpbronnen maken de impact van deze natuurrampen alleen maar nefaster. In het laatste
decennium kende Bangladesh dan ook een toenemend aantal emigranten, die hun heil zoeken in hetbuurland India.
In de eerste twee delen van deze paper wordt kort de algemene problematiek van
klimaatverandering in Bangladesh geschetst, alsook de theoretische achtergrond met betrekking tot
klimaat, migratie en conflict. Vervolgens wordt met de casus van Farakka Barrage aangetoond dat
ook menselijke beslissingen een grote rol spelen in het klimaatsvraagstuk. In hoofdstuk 5 wordt ten
slotte de migratie van Bangladesh naar India besproken, waarbij we zullen trachten aan te tonen dat
deze (klimaats)migratie niet bij voorbaat leidt tot conflict, maar dat economische en politieke
incentieven een niet-geringe rol spelen. Deze paper tracht dan ook de variëteit aan dimensies te
beklemtonen die kenmerkend is voor de klimaatproblematiek en diens gevolgen.
II. Algemeen kader: Bangladesh & klimaatverandering Met zijn 158 miljoen inwoners op slechts 144,000 km² is Bangladesh het meest dichtbevolkte land ter
wereld (CIA, 2011). Daarenboven dient 49,6% van de bevolking het te stellen met minder dan
US$1.25 per dag, waarmee Bangladesh tevens één van de minst ontwikkelde landen ter wereld is.
Met een Human Development Index van 0.469 weet het land amper de 129ste plaats te veroveren
op een totaal van 169 landen (UNDP, 2010). Bangladesh wordt gekenmerkt door een tropisch klimaat met hoge regenval tijdens het regenseizoen
(Siddiqui, 2009). De geografie van Bangladesh maakt het land één van de meest kwetsbare landen
ten gevolge van natuurrampen. Het overgrote deel van het land is vlak en zeer laag gelegen en
slechts 10% van het land ligt hoger dan 1 m boven de zeespiegel. Bovendien verenigen drie grote
rivieren (Brahmaputra, Ganges en Meghna) zich in de laagvlakten van Bangladesh (Ali, 1999). Het
land wordt dan ook jaarlijks getroffen door grote overstromingen tijdens het regenseizoen, die in
normale jaren quasi een derde van het land onder water zetten. In extreme jaren wordt het land
echter getroffen door grootschalige overstromingen die meer dan 50% van het land onder water
zetten, zoals het geval was in 1974, 1987, 1988, 1998, 2004 en 2007(BRON)!!!.
Bovendien wordt de kust van Bangladesh vaak getroffen door hevige tropische cyclonen en
vloedgolven. In 1970 resulteerde een cycloon met een vloedgolf van 9 meter in meer dan 500 000
doden, terwijl een tropische cycloon in 1991 het leven kostte aan 139 000 mensen (Hossain, 2008).
Comment [A1]: Eigenlijk steunen we sim
op de resource scarcity (wars) these. Eve
moeten we dit nog vermelden of hiernaar
verijwzen?
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Tot slot moet nog worden vermeld dat Bangladesh ook te kampen heeft met langdurige droogtes,
verzilting en grootschalige rivier- en kusterosie (Reuveny, 2005).
De impact van deze natuurrampen kan amper worden onderschat: tussen 1976 en 2001 werden 25
miljoen mensen getroffen door droogte, 270 miljoen door overstromingen, terwijl tropische stormen
41 miljoen mensen troffen (Reuveny, 2005). De klimaatverandering maakt de situatie van het nu al
kwetsbare Bangladesh echter alleen maar meer precair. Klimaatsmodellen voorspellen dat bij een
temperatuurstijging van de Aarde tropische stormen in hevigheid zullen toenemen. Anderzijds zal
een meer extreem neerslagpatroon leiden tot zowel meer droogte als meer overstromingen in
Bangladesh. Op lange termijn zal een stijging van de zeespiegel leiden tot een direct verlies aan land:
het International Panel on Climate Change (IPCC) berekende dat een zeespiegelstijging van 1m zou
resulteren in een verlies van 29,846 km² (20% van de totale landoppervlakte), waarbij 14,8 miljoen
mensen dakloos zouden achterblijven. Bovendien resulteert een zeespiegelstijging in intrusie van
zout water in landinwaarts gelegen gebieden, met verzilting van de bestaande bodem- en de
waterreserves tot gevolg. Tenslotte zouden de grotere overstromingen en de zeespiegelstijging
leiden tot meer kust- en riviererosie (Sidiqqui, 2009).
De klimaatsopwarming wordt geacht een grote impact te hebben op de Bengaalse bevolking. De
natuurrampen eisen niet enkel een hoge tol aan mensenlevens, maar resulteren tevens in een grote
economische en infrastructurele schade. Anderzijds dreigen miljoenen mensen gedwongen te
moeten migreren ten gevolge van de zeespiegelstijging (zie vorige paragraaf). Ten derde wordt de
landbouw en visserij direct getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering (Ericksen, Ahmad
& Chowdhury, 2005). Dit heeft een grote impact op de livelihoods van de Bengaalse bevolking, daar
de landbouwsector nog steeds 45% van de Bengaalse bevolking tewerkstelt (CIA, 2011). Ook de
voedselproductie komt hiermee in het gedrang. Als laatste dient te worden vermeld dat verzilting de
drinkwatervoorziening in toenemende mate bedreigt (Sidiqqui, 2009).
III. Theorie rond klimaatverandering, migratie & conflict Populatiemigratiepatronen worden zowel door graduele veranderingen als extreme gebeurtenissen
in de leefomgeving beïnvloedt. Extreme gebeurtenissen leiden meestal tot plotselinge, maar
tijdelijke volksverhuizingen op grote schaal. Graduele achteruitgang van de leefomstandigheden leidt
echter tot meer permanente en soms blijvende migratie (Walsham, 2010). Migratie is echter steeds een multicausaal fenomeen. Zelfs waar de factor leefomgeving de
belangrijkste drijfveer is, blijft migratie gewoonlijk een som van zowel sociale, economische, politieke
als andere factoren. De beslissing om wel of niet te verhuizen is uiterst complex en hangt af van tal
van factoren. Net zoals het milieu niet de enige drijvende kracht voor migratie is, is migratie volgens
het International Organisation for Migration slechts één van de vele mogelijke antwoorden op
milieuveranderingen (Walsham, 2010). Andere auteurs (Reuveny, 2007) beargumenteren net dat in
ontwikkelingslanden, migratie vaak de enige optie is die de getroffen bevolking heeft, aangezien
ontwikkelingslanden immers vaak de middelen ontberen om te mitigeren (Homer-Dixon, 1991).
Hierdoor komt men voor de keuze te staan om ofwel ter plaatse te blijven of om te emigreren. In
regios waar door klimaatverandering de situatie niet langer leefbaar is, blijkt emigreren aldus de
enige overgebleven optie.
Daar waar binnen de academische wereld een genuanceerde positie wordt ingenomen wat betreft
de link tussen klimaatgerelateerde migratie en het ontstaan van geweld, wordt een lineair verband
tussen beide fenomenen in andere kringen wel duidelijk gesuggereerd, bvb. in het rapport An
Abrupt Climate Change Scenario and Its Implications for United States National Security (Schwartz &
Comment [A2]: Wat wordt hiermee bed
Waarom wordt bodem gevolgd met trema?
toch niet over bodemreserves spreken?
Comment [A3]: Zeggen we hier niet 2x
hetzelfde? Permanent is toch blijvend?
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Randall, 2003). Hier is de centrale these dat klimaatverandering (en migratie) de bestaande geo-
politieke omgeving zou kunnen destabiliseren, hetgeen tot schermutselingen, gevechten en zelfs
oorlog (over schaarse grondstoffen) zou kunnen leiden. Simplistisch gesteld is de redenering diewordt gevolgd: klimaatverandering leidt tot rampen, schaarste en armoede, waardoor het
(grootschalige) migratie in de hand werkt, hetgeen conflicten doet ontstaan (veelal omwille van
competitie over hulpbronnen in de ontvangende regio van migratie).
IV. Casus : Farakka Barrage Vooraleer de gevolgen van klimaatmigratie vanuit Bangladesh naar India te bespreken, zal a.d.h.v.
de case van de Farakka Barrage worden aangetoond dat de politieke dimensie van
klimaatverandering niet kan en mag worden onderschat. We zullen dit project in eerste instantie
duiden, om vervolgens de totstandkoming ervan te bespreken, alsook de impact hiervan op de
bilaterale relaties tussen India en Bangladesh. In laatste instantie worden de socio-economische
gevolgen van deze dam besproken voor zowel India als Bangladesh.
Algemeen
Het Farakka Barrage project is een initiatief van de Indiase overheid om een versperring te bouwen
op de Ganges in West-Bengalen, op tien kilometer van de grens met Bangladesh. Dit 2240 m lange
geheel aan opeenvolgende sluizen moest erin voorzien voldoende water van de Ganges in de
Hooghly-rivier te laten overlopen, zodat de haven van Kolkota ook tijdens het droogseizoen
bereikbaar zou blijven voor scheepvaart. Ook moest het de verzilting tegengaan en de
watervoorziening van de huishoudens en industrie in Kolkata garanderen. Een andere belangrijke
motivatie voor het bouwen van de dam bestond erin om tijdens het droogseizoen de sluizen te
sluiten en zo het water op te vangen op Indiaas grondgebied om irrigatie en landbouw te
bevorderen. In het regenseizoen worden de sluizen geopend om al het overtollige water af te voeren
(Salman, 2002). Het is dus geen dam die water permanent vasthoudt en dus bedoeld is om een
kunstmatig meer aan te leggen (Desai, 1998). De Indiase regering besliste in 1951 om dit sluizenproject te bouwen, maar het feitelijke project werdpas tien jaar later gestart in 1961. De bouw van de Farakka Barrage was afgerond in 1971, maar het
kanaal dat de Ganges verbond met de Hooghly rivier werd pas 4 jaar later voltooid. Op 21 april 1975
was het gehele project operationeel (Salman, 2002). Institutioneel kader Gezien de grote hoeveelheid water die van Bangladesh naar India werd afgeleid tijdens het moeilijke,
droge seizoen, bracht Farakka Barrage de nodige spanningen tussen de Bengaalse en de Indiase
regering mee. Goede afspraken waren dus van cruciaal belang. Na twee jaar onderhandelen kwam er
in april 1975 een akkoord over de verdeling van het water tijdens de verschillende seizoenen. Dit
akkoord hield amper 41 dagen stand. In de periode die volgde, leidde India meer en meer water af
voor eigen gebruik, waardoor de relatie met Bangladesh zwaar onder druk kwam te staan. Toen op
15 augustus 1975 het leger in Bangladesh de macht overnam, startte de Bengaalse media een heuse
anti-Indische haatcampagne en bereikten de bilaterale relaties met India een zwaar dieptepunt
(Salman, 2002).
Door de tussenkomst van de internationale gemeenschap in augustus 1967 en het opstellen van een
Consensus Statement kwam er in 1977 een nieuwe afspraak over het watergebruik tussen India en
Bangladesh. Deze Memorandum of Understanding zou nog verschillende keren herzien worden. Het
zou tot in 1996 duren voor het eerste echte verdrag over de verdeling van het rivierwater
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
overeengekomen werd. Dit verdrag, de Ganges Water Treaty, is geldend voor een periode van 30
jaar en is in tegenstelling tot alle voorgaande akkoorden en Memoranda of Understanding, een
verdrag van lange duur (Salman, 2002).
Er dient te worden opgemerkt dat de Ganges Water Treaty van 1996 veel nadeliger is voor
Bangladesh als dat van 1977. Ten eerste is de verdeling van het water in het verdrag van 1996
minder voordelig voor Bangladesh (60:40 in 1977 versus 45:55 in 1996 voor Bangladesh,
respectievelijk India) (Engineers Association of Bangladesh from the Ganges Water Treaty Meeting,
1997). Ten tweede garandeert India geen minimumdebiet aan Bangladesh, bijvoorbeeld in extreme
droge jaren (Tänzler, Schinke & Balz, 2006). Het verdrag stelt immers dat wanneer het debiet van de
Ganges onder de 50,000 cusec valt, het verdeelprincipe niet langer van toepassing is. In de plaats
daarvan dienen Bangladesh en India samen te zitten en een eerlijke verdeling overeen te komen
(Engineers Association of Bangladesh from the Ganges Water Treaty Meeting, 1997). Het gevolg is
dat het verdrag wordt nageleefd bij een voldoende hoog waterpeil, maar wanneer er zich
klimatologische veranderingen voordoen dit waarschijnlijk ten nadele van Bangladesh zal zijn
(Salman, 2002).
Na veel overleg en spanningen tussen de twee regeringen besliste Bangladesh een jaar na hettekenen van het verdrag unilateraal om op eigen grondgebied een eigen damsysteem te bouwen. De
Ganges Barrage zou als functie hebben water op te vangen tijdens het regenseizoen, dit tijdens het
droogteseizoen te gebruiken om de Ganges op Bengaals grondgebied verder van water te voorzien
en zo de ecologische en economische schade ten gevolge van de Farakka Barrage in te dijken. Dit is
echter met grote tegenzin van de Indiase overheid (Salman, 2002). In 2012 zouden de werken van
start moeten gaan (Ganges Barrage Work from 2012, 2010). WEGLATEN?? Bilaterale implicaties Het Farakka Barrage-dispuut sleepte meer dan 30 jaar aan en heeft de relaties tussen de twee landen
in sterke mate beinvloed. In de vroege jaren 70, net na de Bengaalse onafhankelijkheid, kenden India
en Bangladesh een vrij goede verstandhouding, met bijvoorbeeld verdragen als het F riendship,
Cooperation and Peace agreement . Tijdens de Bengaalse onafhankelijkheidsstrijd in 1971 was India
zowel op militair als op politiek vlak een belangrijke bondgenoot.India speelde ook een sleutelrol bijde diplomatieke erkenning van de staat Bangladesh binnen de internationale gemeenschap. Omwille
van deze afhankelijkheidsrelatie van Bangladesh t.o.v. India kon de bouw van de Farakka Barrage van
start gaan zonder dat de Bengaalse regering daar in de eerste fase een probleem van maakte. De
bilaterale spanningen kwamen er pas nadien. Farakka Barrage is tevens een symbolisch dossier dat
de samenwerking over de andere 50 gedeelde rivieren tussen India en Bangladesh in grote mate
heeft bepaald (Salman, 2002). Men kan concluderen dat dit dossier de goede samenwerking tussen
de twee regeringen heeft ondermijnd. Socio-economische gevolgen Farakka Barrage De Farakka Barrage brengt verschillende implicaties mee op sociaal en economisch vlak. Enerzijds is
het project een zegen voor de industriestad Kolkata. Zonder de Farakka Barrage dam zou het
waterpeil van de Hooghley-rivier ter hoogte van deze stad te laag kunnen komen te staan in het
droogseizoen, waardoor bepaalde schepen de haven niet meer zouden kunnen aandoen. Dit zou
onvermijdelijk leiden tot een groot logistiek en monetair verlies voor de industriële sector die het
hart van de stad vormt. Duizenden jobs zouden verloren gaan. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de
Indiase overheid dit kost wat kost wil vermijden. De meer dan 15 miljoen inwoners zorgen tevens
voor een voldoende groot politiek draagvlak (Treadwell & Akanda, 2009).
Comment [A4]: Mag van mij inderdaad
weggelaten worden. Ik vind het stuk over F
Barrage op zich al lang genoeg in het gehee
paper.
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Anderzijds heeft Farakka Barrage negatieve gevolgen voor de grensregios in Bangladesh. Vandaag
steunt nog steeds 45% van de Bengaalse bevolking op inkomsten uit de landbouwsector en de
visindustrie (CIA, 2011), dewelke op hun beurt zeer afhankelijk zijn van de hoeveelheid beschikbaarwater. Een tekort aan water tijdens het droogseizoen is dan ook zeer nefast voor de livelihoods van
de lokale bevolking. Ongeveer 80% van het Ganges-water wordt normaliter gebruikt voor
landbouwdoeleinden en sinds Farakka Barrage operationeel is, daalde de watertoevoer in het
droogseizoen met ongeveer 50% (zie Figuur 2). Een vermindering van de landbouwoutput resulteert
in een stijging van de voedselprijzen. In een land waar 48% van de kinderen (>5 jaar) ondervoed zijn,
is dit een dramatische ontwikkeling (Khor, 2008).
Wanneer men ook de frequente overstromingen, de grote opmars van arsenicumvergiftigingen en
ecologische schade (o.m. de schade aan mangroves en het verdwijnen van zo´n 80 rivieren in de
laatste drie decennia) in rekening brengt, is het duidelijk waarom de Farakka Barrage in Bangladesh
als een grote politieke schande wordt ervaren (Bridge, 2000; Treadwell & Akanda, 2009; Farooq,
2000). Figuur 1 (zie bijlage) toont dat ongeveer een derde van Bangladesh getroffen wordt door de
negatieve gevolgen van Farakka Barrage. De dam bedreigt de livelihoods van naar schatting 35
miljoen Bengalen die rechtstreeks afhankelijk zijn van het water van de Ganges. De Bengaalse sectie
van de Indo-Bangladesh Joint River Commission schatte het economische verlies van Bangladesh
tussen 1975 en 1993 als gevolg van Farakka Barrage op ca. 113,240 miljoen taka (ca. 3 miljard US $)1.
Als gevolg van de negatieve impact van het Farakka Barrage project zien vele Bengalen permanente
migratie, veelal naar India, als enige uitweg. Swain (1996) beschrijft grote migratiebewegingen sinds
de 2e helft van de jaren 70 (m.a.w. na de installatie van de Farakka Barrage), die hij, o.a. op basis van
statistisch onderzoek en interviews met migranten, linkt aan de (gevolgen van deze) dam. Zo maakt
hij ook gewag van 2 miljoen Bengalen uit Khulna, een sterk door Farakka Barrage getroffen regio, die
emigreerden naar West-Bengalen in India (Swain, 1996).
Farakka Barrage en klimaatverandering Farakka Barrage dient te worden gezien als een adaptatiestrategie van India op de milieuproblemen
(watertekort, slijkafzetting, verdorring, verzilting, e.d. in West-Bengalen) waar het land al halfweg de
20e eeuw mee kampte. Deze klimaatsgerelateerde problemen waren er al voor het thema
klimaatsopwarming centraal op de internationale agenda kwam te staan. Het gevolg is echter datdoor deze politieke beslissing van India tevens heel wat milieu- en klimaatsaspecten waar Bangladesh
mee af te rekenen kreeg, ernstig werden verscherpt. Als gevolg van de klimaatsopwarming zal
Bangladesh in de toekomst steeds meer te kampen hebben met verdorring, droogte,
overstromingen, landerosie etc. (IPCC, 2007). Deze negatieve processen zullen zich nu echter
voordoen in een systeem dat vanwege Farakka Barrage reeds zeer fragiel is. Een toepasselijk
voorbeeld zijn de mangrovebossen, die normaliter een natuurlijke bescherming vormen tegen
vloedgolven. De koerswijziging van rivieren (of was het verzilting) ten gevolge van Farakka Barrage
heeft geleid tot degradatie van deze mangrovebossen, zodat het binnenland in grotere mate wordt
blootgesteld aan de hevige stormen die men in de toekomst kan verwachten.
Anderzijds dient te worden opgemerkt dat de Ganges Water Treaty van 1996 met het oog op
klimaatverandering op losse schroeven staat. Aangezien het verdrag werd getekend voor een
periode van 30 jaar, rest Bangladesh weinig ruimte voor herziening van de ongunstige verdeling van
het water (Dinar, 2009).E
en tweede heikel punt is dat er geen minimumdebiet wordt gegarandeerdaan Bangladesh (zie Institutioneel kader), maar dat in de plaats daarvan India en Bangladesh een
eerlijke verdeling moeten overeenkomen. Daar het tot stand komen van een verdrag al 30 jaar in
beslag nam, lijkt het dan ook weinig waarschijnlijk beide landen in tijden van prangend watertekort
1 Meer recentere info niet beschikbaar.
Comment [A5]: Deze instantie kunnen
eventueel in voetnoot verduidelijken !
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
snel tot een billijke schikking zullen komen. Met oog op de klimaatverandering kan dit verdrag dus op
zijn minst onvolledig worden genoemd. Deze stelling sluit ook aan bij de bevindingen van
verschillende auteurs die de stabiliteit van verdelingsovereenkomsten tussen 2 landen analyseerdenin het licht van klimaatverandering (Ansink & Ruijs, 2008). Hun conclusies luiden dat
klimaatverandering de stabiliteit van samenwerking kan verminderen, zeker wanneer het een daling
in waterdebiet betreft.
V. Migratie vanuit Bangladesh naar India Algemeen : cijfers & trends
De bouw van Farakka Barrage lijkt dus een gewichtige factor in de post-1975 migratie vanuit
Bangladesh naar India. Wat is evenwel de totale omvang van de Indo-Bengaalse migratie? Rapporten
van de Indiase regering, die stellen dat vrijwel alle grensoverschrijdende migratie na de resolutie van
de Indo-Pakistaanse oorlog illegaal zijn, schatten het aantal Bengalen in India op 7 tot 12 miljoen
(Ghosh, 1993). De meest actuele schattingen spreken echter over 15 à 20 miljoen Bengalen die in
India wonen (Alam, 2003; Datta, 2004). Die migratie vanuit Bangladesh naar India is allesbehalve een recent fenomeen. Reeds sinds het
begin van de 20e eeuw zijn er continue migratiestromen vanuit (Oost-)Bengalen (Oost-Pakistan;
later Bangladesh) naar India. De grootste pieken in de migratie zag men evenwel in tijden van
verhevigde politieke en religieuze strijd en onderdrukking. Vele Bengalen trokken de grens over ten
tijde van de Indiase onafhankelijkheid in 1947, waarbij de provincie Bengalen werd opgesplist : het
hindoeïstische Westen werd een deel van India en het islamitische Oosten werd aan Pakistan
toegewezen. Tijdens de bloedige Bangladesh Liberation War in 1971 zochten naar schatting 9 à 10
miljoen Bengalen hun toevlucht in de Indiase deelstaten Assam en West-Bengalen. Het betrof op dat
moment voornamelijk hindoes die het islamitische Bangladesh ontvluchtten omwille van
onderdrukking (Alam, 2003; Gillan, 2002; Swain, 1996; Datta 2004). Sinds het eind van de jaren 70 lijkt het religieuze profiel van migranten echter te zijn veranderd :
daar waar het voorheen voornamelijk hindoes betrof, zijn het sinds de late jaren 70 moslims die ingrote getale migreren (Swain, 1996). De bestemming van de migranten is ook aan verandering
onderhevig. Aanvankelijk werd er vooral gemigreerd naar de grensregios Assam, Tripura en West-
Bengalen. Sinds ca. 1990 ziet men migratiestromen naar verdergelegen staten als Tamil Nadu,
Maharashtra, Rajasthan, Gujarat en Delhi (Swain,1996; Alam, 2003). Deze trends wijzen volgens de auteur (Swain 1996) op het stijgende belang van de
klimaatproblematiek en de opkomst van klimaatvluchtelingen, hetgeen volgens Swain
ontegensprekelijk te linken is aan de bouw van Farakka Barrage. Aanvankelijk was migratie quasi
uitsluitend een zaak van hindoes die het islamitische Bangladesh moesten ontvluchten omwille van
religieuze onderdrukking en politieke vervolging. Recent ziet men echter meer en meer dat moslims
het land ontvluchten, waarbij het niet politieke, maar wel ecologische en economische motieven
zouden zijn die hen tot migratie dwingen (Swain, 1996; Datta, 2004).
In het volgende stuk wordt ingezoomd op de gevolgen van deze laatste trends in de migratie. De
foucs ligt m.a.w. op het onderzoek en discours dat verband houdt met de klimaatmigratie die eind jaren 70 op gang kwam. Eerst worden de socio-economische gevolgen beschouwd, om aansluitend
in te gaan op de socio-politieke gevolgen.
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Socio-economische gevolgen migratie Bangladesh > India De grootschalige migratie van Bengalen naar
I
ndia heeft belangrijke socio-economische gevolgen inde ontvangende regios. Een eerste belangrijke economische implicatie is het overspoelen van de
arbeidsmarkt door Bengaalse migranten (Gillan, 2002). De Bengaalse emigranten zoeken veelal hun
heil in India, omwille van een perceptie van meer economische opportuniteiten en zekerheid in India
(Chakrobarty et al., 1997; Datta, 2004). Ze doen er aan kleinschalige zelfvoorzienende landbouw,
maar vormen ook goedkope arbeidskrachten voor de grotere landbouwbedrijven en in de
bouwsector of werken als huishoudbedienden of dagarbeiders (Chaudhuri, 1992; Lin & Paul, 1995).
Daarnaast doet de aangroeiende migrantengemeenschap de vraag naar voedsel en andere
levensmiddelen in de grensregios aanzienlijk toenemen, waardoor de ontvangende gemeenschap
nog meer onder druk komt te staan (Swain, 1996). Bovenstaande aspecten wekken bij de lokale bevolking irritatie in de hand. Sinds de jaren 90 begon
de hindoenationalistische BJP-partij actief op deze gevoelens in te spelen. Zo lanceerde de BJP in
1992 en 1993 een nationale campagne omtrent de illegale massamigratie en verspreiding van
Bengaalse burgers in India. Daarbij werd de migratie vanuit Bangladesh voorgesteld als een
onaanvaardbare aantasting van Indias economische bronnen (vb. land), alsook van haar
werkgelegenheid en de levenstandaard (Gillan, 2002). Socio-politieke gevolgen van migratie Bangladesh > India Daar waar de initiële migratiegolven nog relatief geruisloos werden verwerkt, zorgt de recentere
grootschalige migratie voor belangrijke implicaties in de ontvangende Indiase regios. De bestaande
socio-politieke (machts)verhoudingen worden er duidelijk omgegooid. In wat volgt zal worden
aangetoond dat dit een belangrijke stempel drukt op de politieke situatie, niet enkel in de
ontvangende regios, maar ook steeds meer op nationale schaal. Er wordt eerst kort ingezoomd op spanningen die in Assam en West-Bengalen ontstonden ten
gevolge van de migratie, alvorens een blik te werpen op het nationale niveau.
y Assam In Assam bleken tijdens de verkiezingen in 1979 in één kieskring reeds 70.000 Bengalen te wonen.
Volgens bepaalde auteurs gold het onvermogen van de overheid om de migratieproblematiek het
hoofd te bieden als reden voor het ontstaan van All Asam Gana Sagram Parishad (AAGSP) en All
Assam Students Union (AASU), twee lokale (hindoe)nationalistische anti-migranten partijen. 2
De Bengaalse migrantengemeenschap ging zich organiseren om een tegengewicht te bieden aan
deze bewegingen. Wat zou volgen, is een periode van langdurige politieke instabiliteit, burgerlijke
ongehoorzaamheid en etnisch geweld. In 1983 werden de migranten gemobiliseerd door de
heersende Congress Party die, dankzij hun steun, de verkiezingen overtuigend won. De twee kampen
(natives versus migranten) werden hierdoor enkel verder uit elkaar gedreven.
Het latere afwijzen van de migranten bleek in 1985 bijna politieke zelfmoord voor de Congress Party.
De Asom Ghana Parishad (vroegere AAGSP) ging hierdoor met verkiezingsoverwinning lopen en de
2 Homer-Dixon (1994) belicht de rol van de koloniale periode in dit verhaal : onder het Britse bewind
werd Bengali opgelegd als de voertaal in Assam, waar voorheen het Assamees als officiële taal gold.
Als gevolg zouden de Assamezen erg gevoelig zijn voor wat zij ervaren als het verlies van politieke en culturele
controle in hun eigen staat.
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
migranten die de Congress Party de rug had toegekeerd, richtten met het United Minorities Front
(later Moslim Forum) een eigen partij op. Pas wanneer de Congress Party opnieuw een pro-
migrantenkoers ging varen, kwam de partij terug aan de macht en verdwenen zowel de AGP als hetMoslim Forum naar de politieke achtergrond. O.a. de Bharatiya Janata Party (BJP) zou in deze
periode echter handig inpikken op de (hindoe)nationalistische anti-migranten bewegingen om de
Assamese hindoes te organiseren rond dit migratiethema, wat de native-migranten conflicten verder
zou voeden (zie verder) (Swain, 1996).
y West-Bengalen : In West-Bengalen is de situatie enigszins anders. Zoals gesteld maakten zowel Oost-Bengalen (het
huidige Bangladesh) als West-Bengalen tijdens de koloniale periode deel uit van Brits India en
werden beide regios pas bij de Indiase onafhankelijkheid in 1947 opgesplitst. Als gevolg is er nog
steeds een grotere culturele en linguïstische affiniteit tussen de Indiase West-Bengalen en de
Bengalese migranten uit Bangladesh, dit in tegenstelling tot in Assam (Sarkar, 2008; Swain, 1996;
Alam, 2003; Datta, 2004).3
Ook de (politieke) integratie van de migranten verliep er anders. De Congress Party zat er in de jaren
80 in de oppositie, waar het evenwel een duidelijke stempel kon drukken op het lokale beleid. Daar
haar overtuiging was dat migranten, omwille van hun eigen veiligheid, steeds de heersende partij
steunen en in West-Bengalen bij verkiezingen dus voor de regerende linkse coalitie zouden kiezen,
zorgde de Congress Party ervoor dat de migranten uit Bangladesh minder snel hun weg vonden naar
de kieslijsten. Onder impuls van Congress opteerde men in West-Bengalen voor een meer graduele
integratie van de migranten. In een eerste fase bestond dit erin om de migranten ration cards te
bezorgen, waardoor hun verblijf in West-Bengalen een semi-legale status verkreeg. Pas daarna
zouden ze stelselmatig worden opgenomen op de kieslijsten (Swain 1996).
De migranten werden echter politieke speelballen van de verschillende anti- en pro-migranten
partijen. Uit vrees dat de politieke strijd in hun nadeel zou worden beslecht (met uiteindelijk
deportatie tot gevolg), gingen de migranten zich begin jaren 90 organiseren. In 1992 lanceerden
moslimmigranten uit 3 West-Bengaalse grensdistricten de claim tot een eigen thuisland, Swadeshi
Muslim Banga Bhoomi. Een eis die tot heden niet werd ingewilligd door de centrale Indiaseoverheid, maar die exemplarisch is voor de politiek gespannen situatie in West-Bengalen. Hier
ontstond echter geen conflict zoals dat in Assam wel het geval was (Swain, 1996, Datta et al., 2004,
Sarkar, 2008), temeer omdat de BJP in West-Bengalen geen voet aan de grond kreeg en er dus niet in
slaagde om het migratiethema te kaderen in een context van nationale (on)veiligheid (zie verder).
Nochtans is West-Bengalen één van de armste en meest (over)bevolkte staten (1.029/km²) van India
(tegenover Assam slechts 397/km²) (Census of India, 2011). De druk op resources (zoals land, water,
voedsel) is er dan ook veel hoger dan in Assam. Uitgaande van de hypothese dat er effectief een
lineair verband is tussen klimaatgerelateerde migratie, schaarste en conflict zouden we hier, eerder
dan in Assam, klimaatgerelateerde schaarsteconflicten moeten zien ontstaan.
Regionaal > Nationaal niveau : de proliferatie van een gecentraliseerd hindoenationalisme Deze regionale native-migranten spanningen zouden, omwille van meerdere redenen, uitgroeien tot
een zaak van nationaal belang : 3 Door vele Bengalezen worden de staten West-Bengalen en Bangladesh nog steeds beschouwd als ³Great
Bengal´. Zo zijn er o.a. nog vele familiale banden en andere sociale connecties tussen Bengalezen uit beide
regio¶s, wat tevens als pull-factor fungeerde tijdens migratiebewegingen in de nasleep van de Bengaalse
onafhankelijkheidsoorlog in 1971 (Sarkar 2008).
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Enerzijds bereikte de grootschalige instroom van migranten in de grensregios op een bepaald
moment het saturatiepunt. Als gevolg gingen de migratiestromen zich meer richten op de
verdergelegen Indiase deelstaten Tamil Nadu, Maharashtra, Rajasthan, Gujarat en Delhi, waarbijsteden als Mumbai, New Delhi en Kolkata de belangrijkste eindbestemming werden van de
Bengaalse klimaatvluchtelingen (Alam, 2003; Gillan, 2002). Migratie was dus niet langer een zaak van
enkele (grens)regios, maar verspreidde zich over heel India (Swain, 1996). Het evolueerde van een
regionaal naar een nationaal gegeven. Anderzijds zorgde het escaleren van de situatie in Assam ervoor dat de migratieproblematiek een
staatszaak werd, in die mate dat Rajeev Ghandi bij zn aanstelling als eerste minister in 1984 er een
prioriteit van maakte om vrede te brengen in Assam. Daarnaast zorgde de inmenging van regionale
divisies van de Bharatiya Janata Partij (BJP) in de native-migrants conflicten in Assam eveneens voor
een schaalvergroting. De hindoenationalistische BJP, inmiddels uitgegroeid tot één van Indias
grootste partijen, ging sterk mobiliseren op het migrantenthema en bracht het op de drempel van de
centrale overheid. De aangroeiende migrantengemeenschap vormde immers een ernstige uitdaging
voor de nationale positie van de BJP aldus Swain. De partij besefte namelijk dat de massale instroom
van migranten vooral haar concurrenten (in het bijzonder de Congress Party) in de kaarten speelde4
en startte midden jaren 90 dan ook een nationale oppositiecampagne tegen de moslimmigranten.5
BJP stelde dat deze een bedreiging vorm(d)en voor de nationale economie, de samenleving en de
stabiliteit van en veiligheid in het land (Swain, 1996; Gillan, 2002). In escalating the issue and characterising the situation as one of national crisis,
the BJP developed a broader strategy to appropriate the populist political space
formerly held by Congress as the only party capable of guaranteeing national
stability and security (Gillan, 2002). Niet alle migranten worden echter door de BJP geviseerd. De partij voert namelijk een tweeledig
migratiediscours op zuiver etnisch-religieuze grond, waarbij het enkel de Bengaalse moslims als
onwelkome buitenlandse infiltranten afschildert, die, ongeacht de specifieke situatie die geleid heeft
tot hun migratie, geen recht hebben op een vluchtelingenstatus in India. De Bengaalse hindoe-
migranten worden daarentegen gepercipieerd als legitieme vluchtelingen, die onderdrukt worden
door een intolerant islamitisch regime en op basis van deze religieuze onderdrukking aanspraakmaken op Indiaas staatsburgerschap (Gillan, 2002).
6 De BJP voerde, met succes, oppositie tegen de Indiase (Congress-led) regering doorheen de jaren 90
door te mobiliseren op het migrantenthema. Uit vrees voor de erosie van haar politieke machtsbasis
4 Homer-Dixon (1994),Datta (2004) en Sarkar (2008) stellen zelf dat Indiase politici Bengaalse migratie vaak
hebben aangemoedigd om er politiek gewin uit te puren. Zij identificeren dit bijgevolg als een ³pull´ factor van
migratie.
5 Hoewel deze nationale campagne de BJP geen windeieren legde in termen van publiciteit, populariteit en
electoraal gewin en ertoe bijdroeg dat de partij een significant nationaal profiel verkreeg, was en is ze geen
onverdeeld succes. In West-Bengalen werd dit bvb. gezien als een aanval op alle Bengalesen en
Bengaalssprekenden. De campagne had m.a.w. een contraproductief effect voor de partij in de zin dat het tot
linguïstische en etnische gevoeligheden en als gevolg politieke verdeeldheid leidde in een bepaalde regio van hetland (Gillan 2002).
6 BJP¶s selectieve migratiepolitiek laat zich illustreren aan de hand van een uitspraak uit 1993 van de toenmalige
vice-voorzitter van BJP Sikandar Baht : ³To extend hospitality to the Bangladeshi hindus is our historical
responsibility. But some of the muslim migrants are part of the larger design of Bangladesh against India¶s
stability, of late in Pakistan¶s footsteps´. (Swain 1996)
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
ten voordele van de BJP, ging de Congress Party in op de migratieproblematiek die door de BJP op de
nationale agenda was gezet. In 1998 kwam BJP aan de macht in een nationale coalitieregering,
waarbij migratie centraal op de beleidsagenda kwam te staan. De deelstaatregeringen werden doorde centrale overheid o.a. verplicht tot het identificeren en deporteren van illegale migranten. Dit
leidde opnieuw tot spanningen met Bangladesh, waar de grenspolitie de instructie kreeg om zich te
verzetten tegen elke poging tot deportatie vanwege de Indiase staat (Gillan, 2002). Na de termijn van
1998-2004 zit de partij weer in de nationale oppositie, maar heeft ze haar status als 2e grootste partij
in India weten te bevestigen (Lok Sabha, 2011). In 7 van de 28 Indiase staten levert de BJP de Chief
Minister af (Government of India, 2011).
VI. Conclusie In het hedendaagse discours rond klimaatverandering wordt vaak een erg lineair verband gelegd
tussen klimaatverandering en (internationale) veiligheid: klimaatverandering leidt tot (grootschalige)
migratie, waardoor er in de ontvangende gemeenschap conflicten ontstaan ten gevolge vancompetitie over hulpbronnen. In deze paper werd aan de hand van een casestudie van Bengaalse
migratie naar India echter aangetoond dat het hier een te s implistische conclusie betreft. Ten eerste is het moeilijk om te spreken over klimaatsmigratie. De oorzaken van migratie zijn vaak
multidimensioneel en intergerelateerd (religieus, politiek, sociaal, economisch en milieugerelateerd).
De klimaat-component in migratie is as such moeilijk te isoleren (Homer-Dixon, 1991). We zagen
evenwel dat de post-1975 migratie vanuit Bangladesh naar India door verschillende auteurs wordt
beschouwd als climate change-induced migration .7
De case van Farakka Barrage illustreert in die zin ook de politiek-economische dimensie van
(adaptatie aan) klimaatverandering. Deze afdamming van de Ganges voorzag India om de haven van
Kolkata bevaarbaar te houden tijdens het droogseizoen, alsook om water tegen te houden tijdens
het droogseizoen voor landbouwdoeleinden. De bouw van Farakka Barrage had echter verstrekkende
gevolgen voor Bangladesh, waarvan de economie sterk afhankelijk is van het water. De dam
versnelde er een aantal klimatologische processen en droeg als gevolg sterk bij tot
klimaatgerelateerde migratie vanuit Bangladesh. Alhoewel het project al in 1951 werd besloten, lang
voordat het klimaatsthema actueel was, illustreert het hoe de gevolgen van klimaatverandering
worden verergerd en hoe dergelijke projecten een oorzaak kunnen vormen voor bilaterale
spanningen.
De politieke dimensie wordt op een andere manier verduidelijkt. Hoewel de migratie in bepaalde
deelregios belangrijke implicaties kende, stelt die, op nationale schaal bekeken, weinig voor. India
telt meer dan een miljard inwoners, de instroom van 20 miljoen Bengalen lijkt dan ook niet meteen
verstrekkende gevolgen te kunnen hebben op de stabiliteit en veiligheid in het hele land. De vraag
die rijst, is dan ook hoe de migratieproblematiek toch een zaak van nationaal belang is kunnen
worden. Hierbij moeten we verwijzen naar het belang van politieke mobilisatie door veelal
hindoenationalistische partijen, in het bijzonder de BJP, die migratie hebben laten uitgroeien tot een
zaak van nationale proporties en voor zichzelf zo een nationaal forum hebben weten te creëren. De
BJP is er met aanzienlijk succes in geslaagd om migratie als een bedreiging voor de nationalestabiliteit en veiligheid in India te framen, zo het beeld creërend van een nationale crisis.
7 Deze term is afkomstig van Rafael Reuveny (2007). Reuveny benadrukt trouwens eveneens belang van
milieu(problemen) in Indo-Bengaalse migratie sinds jaren µ50.
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Zoals werd aangetoond, kende de migratie vanuit Bangladesh echter verschillende gevolgen
naargelang de ontvangende regio : in Assam zag men het ontstaan van een gewelddadig native-migrant / hindoe-moslim conflict daar waar dergelijk gewelddadig conflict in West-Bengalen, o.a.
door de culturele en linguïstische verwantschap met Bengaalse migranten en door de lokale politieke
context, waarin de BJP moeilijk voet aan de grond krijgt, uitbleef. Nochtans is West-Bengalen één van
de armste en meest (over)bevolkte staten (1.029 inwoners/km²) van India (tegenover Assam slechts
397 inwoners/km²). Dit ontkracht elk rechtlijnig verband dat gesuggereerd wordt tussen
klimaatverandering, migratie en het ontstaan van conflict. In deze casus is het immers niet
klimaatgerelateerde migratie op zich dat leidt tot conflict, veeleer is het hoe die migratie politiek
wordt benaderd en geïnstrumentaliseerd. De migratie werd er voornamelijk door BJP gebruikt als
instrument voor ethno-religieuze mobilisatie. De BJP construeerde en versterkte zo het beeld van
een hindoeïstische identiteit teneinde hun politieke macht uit te breiden. Daar waar dergelijk proces
succesvol verliep en er als gevolg duidelijk afgetekende wij vs. zij breuklijnen ontstonden, ging dit
gepaard met het optreden van conflicten. Tot slot kan worden gesteld dat de migratieproblematiek een nefaste impact heeft op de bilaterale
relatie tussen Bangladesh en India. Getuige daarvan is het omheinen van 1357 km (van de totale
4049 km) van de gemeenschappelijke grens door India. De zaak van Farakka Barrage leidde tot een
eerste belangrijk dispuut in de voorheen goede relatie tussen beide landen. Dit conflict ontstond wel
nadat het Bengaalse leger de macht greep en een anti-Indisch beleid ging voeren. In dat opzicht was
Farakka Barrage mogelijk eerder welgekomen munitie, dan een effectieve oorzaak voor dit conflict.
BIJLAGEN Figuur 1
Figuur 2
Tabel 1
5/12/2018 Klimaatsverandering Migratie en Conflict (Bangladesh-India), Farakka Barr...
Ali, A. (1999). Climate change impacts and adaptation assessment in Bangladesh. Climate Research
Vol. 12: pp. 109116.
Allam, S. (2003). Environmentally Induced Migration from Bangladesh to India. Strategic Analysis, Vol. 27, No. 3, pp. 422-438.
Ansink, E & Ruijs, A. (2008). Climate Change and the Stability of Water Allocation Agreements.
Environmental Resource Economy No.41:pp. 249266.
Bharatiya Janata Party. 1992. National Executive Resolution, April 30, Gandhi Nagar, Gujarat.
Bridge T. (2000). Arsenic Disaster Mitigation in Bangladesh. Emporia State University, Kansas, USA
and Meer T. Husain (2000), Beschikbaar op http://www.sos-arsenic.net/english/source/dam_as.html
[datum van opzoeking: 03/05/2011]. Chakrobarty, D., Gautam G. & Sabari, B. (1997). Migration from Bangladesh to India, 197191: Its
magnitude and causes. State, development and political culture: Bangladesh and India, ed. Barun De
and Ranabir Samaddar: pp. 266279. Har-Anand Publications, New Delhi. Chaudhuri, Kalyan. 1992. Influx inbound. Frontline, 6 November.
CIA (2011). The World Factbook [online]. CIA, USA. Online beschikbaar op:
https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook[datum van opzoeking: 22/04/2011]. Datta, P. (2004). Push-Pull Factors of Undocumented Migration from Bangladesh to West Bengal: A Perception Study. The Qualitative Report, Vol. 9, No. 2, pp. 335-358. Data, P., Sadhu, S., Bhattarchaya, B.N. & Majumdar, P.K. (2004). Undocumented migration from
Bangladesh to West Bengal. Institute of Peace and Conflict Studies. Online beschikbaar op:
25/05/2011] Government of India (2011). Chief Ministers [online]. Beschikbaar op :
http://india.gov.in/govt/chiefminister.php [Datum opzoeking : 25/05/2011] Homer-Dixon, T. (1994). On the Threshold : Environmental Changes as Causes of Acute Conflict.
International Security, Vol. 16, No. 2, pp. 76-116. Homer-Dixon, T. (1994). Environmental Scarcities and Violent Conflict : Evidence From Cases.
International Security, Vol. 19, No. 1, pp. 5-40.
Hossain, M. (2008). Sea level rise, Natural Disasters and threats to Human Security in Bangladesh.
Paper presented at South Asia Environment and Human Securities Conference, 2-3 October 2008,
held in National Museum of Australia, Canberra. Online beschikbaar op:
http://www.sueztosuva.org.au/south_asia/ehs_conference/papers/Hossain.pdf [datum van