Top Banner
nr.50 • December 1994 Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen Hoe leraars denken Hoe leraars denken
36

Klasse voor Leraren 50

Apr 04, 2016

Download

Documents

klasse.be

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Klasse voor Leraren 50

nr.50 • December 1994 Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

Hoeleraarsdenken

Hoeleraarsdenken

Page 2: Klasse voor Leraren 50

(advertentie)

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 50

Een reis door het hoofd vande leraar. p.4-11

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr.50 • December 1994

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact

Verantwoordelijke uitgeverDaniël Vandenberghe, leidendambtenaar A.O.V.Abonnement (10x per jaar): 300␣ fr.Alle Vlaamse leerkrachten, PMS-medewerkers enz. (van elk net envan elk niveau) krijgen KLASSEgratis. Adreswijzigingen uitsluitendregelen via de eigen schooladmini-stratie.

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02-211 46 60Tel. secretariaat 02-211 46 58Tel. abonnementen 02-211 46 62Tel. publiciteit 02-211 46 58Telefax 02-211 46 61

KLASSE NR.50 3

IN DIT NUMMER

4 -11Hoe leraars denken

Waar leerlingen zoal aan denken en hoe ze dat doen, weten we allanger. Maar leerkrachten? Toch hanteren ook zij blijkbaar speci-fieke denkinhouden en denkprocessen. Wat speelt er zich af inhun hersenen terwijl ze hun beroep uitoefenen? En hoe merk jedat? De resultaten van recent onderzoek naar teacher thinking.Een denkbeeldige reis door het hoofd van de leraar.

24-25De kapitein van het schip

Secretaris-generaal Georges Monard leidt nu acht jaar het Depar-tement Onderwijs. Toen KLASSE ermee begon ondervroegen we hem over de grote plannen dietoen op stapel stonden. Vijf jaar later is het tijd voor een nieuwe confrontatie.

26-27Op uw gezondheid

Leg in elke school een groententuin aan. Overbrug de afstandtussen twee leslokalen al joggend. Gooi de snoep- en drankauto-maten buiten. Het zijn maar enkele van de tientallen suggestiesvoor een gezonde school als reactie op de vorige KLASSE overgezondheid.

28-29De integratie is begonnen

Een duizendtal gehandicapte leerlingen volgen nu al geïnte-greerd onderwijs. Ze krijgen les in een gewone school en ontvan-gen daar ook extra begeleiding. Maar de integratie loopt nog niet overal van een leien dakje.

30-31Nederlandse scholieren in Vlaanderen

Steeds meer Nederlandse scholieren steken de grens over om leste volgen in een Vlaamse school. Kleuters worden elke morgennaar Vlaanderen gebracht, oudere studenten hebben zelfs eeneigen pendeldienst ingelegd. Een reportage.

32-33Echtscheiding

In elke klas zitten kinderen van gescheiden ouders. Nu deechtscheidingsprocedure grondig gewijzigd is verandert er ookeen en ander voor de kinderen. Soms is de leerkracht voor hennog de enige vertrouwenspersoon.

En ook…

• Het niveau stijgt. Lerend Vlaanderen. p. 12

• Lerarenopleiding. Nieuwe kansen. p. 13

• Journaal. Geflitst op de snelweg van deonderwijsactualiteit. p.14

• Klasse-idee. Duizenden lezers kunnenmeevieren met 5 JAAR KLASSE. p.15-22

• Signaal. Van de ideale les tot auto’s voorde schoolpoort. p.23

• De infolijn. Voor de ene een vraag, voorde andere een weet. p. 34

Fruitautomaten op elkegezonde school? p.26-27

Nederlandse scholieren inVlaanderen: grensverleg-gend? p.30-31

VIJF JAAR KLASSE«Eens benieuwd hoe lang ge het hiervolhoudt», zei de toenmalige directeur-generaal tegen de pas aangemonster-de redactie van het nieuwe blad, vijf jaargeleden. Enkele weken later lag heteerste nummer van KLASSE in de scho-len. Het werd er druk gelezen maar erwaren altijd veel te weinig exemplaren.Sinds dit jaar krijgen alle Vlaamse leer-krachten het blad gratis in de bus. Meteen oplage van 150.000 exemplaren isKLASSE één van de grote tijdschriftenvan Vlaanderen geworden. En het isuniek in Europa.«Alleen sterke organisaties kunnen eeneigen vrij en onafhankelijk blad aan»,lezen we in een standaardwerk overcommunicatie. Blijkbaar is het Departe-ment Onderwijs zo’n organisatie. Daar-om is ook iedereen die daar bij betrok-ken is (u dus), welkom op het verjaar-dagsfeestje. Met dank voor de steun enhet vertrouwen.

Page 4: Klasse voor Leraren 50

4 KLASSE NR.50

Vraag het eens aan een verkoop-ster in een kledingzaak, aan ver-zekeringsmakelaars of aan dok-ters en verpleegsters. Zij herken-nen meteen een leraar als klant ofpatiënt. Het zijn niet altijd «ge-makkelijke» mensen. Leraars stralenblijkbaar iets uit wat hen in demaatschappij snel herkenbaarmaakt. Hoe komt dat? Waarschijn-lijk ligt het niet aan het uiterlijkof aan het gedrag van de leraarmaar aan zijn manier van denken.Zijn beroep dwingt hem blijkbaarom bepaalde typische denkpro-cessen te hanteren. Hij staat voort-durend voor een kritisch oorde-lend publiek en moet op zijn een-tje honderden kleine en grote be-slissingen nemen per dag. Hij wilanderen iets leren en mag vooralzelf niet falen. Hij ontwikkelt stra-tegieën en denkpatronen om in-vloed uit te oefenen op zijn omge-ving want hij wil impact hebben.De jongste jaren is het specifiekdenkproces van leerkrachten nauw-keurig onderzocht. Het studie-objectheet Teacher Thinking, het denkenvan de leraar. KLASSE zet de resul-taten van dit recent internatio-naal onderzoek even op een rijtje.Onze gids is Jean-Pierre Verhaeghe(Universiteit Gent) die het daar inzijn recente doctoraatsthesis vanmeer dan duizend bladzijden o.a.over heeft. Waar leerlingen zoalaan denken en hoe ze dat doen,weten we al langer. Maar leer-

V I Z I E R

Diep in gDiep in g

Page 5: Klasse voor Leraren 50

edachtenedachten

KLASSE NR.50 5

krachten? Het is toch wel verras-send vast te stellen hoeveel menweet over inhouden en patronenvan wat zich in het hoofd van deleraar afspeelt, zonder dat hij zichzelfdaar blijkbaar bewust van is.We overlopen de inzichten in driestappen. Eerst de denkinhoudenen -processen zoals die uit hetteacher thinking onderzoek naar vorenkomen. Dan een specifiek effect:de zichzelf waarmakende voor-spelling. En ten slotte de eigenstijl van leraars en de invloed dieze blijkbaar willen uitoefenen.Waarbij ook duidelijk wordt datleraars niet onder één hoedje tevangen zijn.Uiteraard houdt elke veralgeme-ning gevaren in en is elke mensuniek. Dat weten de onderzoe-kers ook. Toch laat een indrin-gend beroep als dat van leraarzeker specifieke sporen na. Mis-schien herkent u uzelf (of min-stens één van de collega’s) in watvolgt. Om dat te toetsen legdenwe dit VIZIER net voor publikatieervan ook voor aan een aantalwillekeurig gekozen leerkrachten.Met hun reacties ronden we hetdossier af.Het is niet denkbeeldig dat u opdeze reis door het hoofd van deleraar bekende demonen, oudestokpaardjes of nog niet beganewegen ontdekt. Maar uiteindelijkdenkt iedereen er het zijne van.Goede reis. ■

Page 6: Klasse voor Leraren 50

6 KLASSE NR.50

Deknoop

in het

denkenWaar denken leraars pre-cies aan tijdens het les-geven? Welk proces speelter zich af in hunh e r s e n p a n ?Waar zitten deknopen en hoe proberenze die te ontwarren? Eéngek kan meer vragen danhonderd wijzen kunnenbeantwoorden.

opbouw van de les maar om concrete voorvallenom de les vlot te laten verlopen («Heeft iedereen eenwerkblad?»). Nog eens 16␣ % van de gedachten zijnvoorbehouden aan reflecties over wat er tot dan toeal gebeurd is («Hoeveel tijd heb ik nog?», «Heb ik deonderbrekingen goed opgelost?»). 15␣ % van de her-senenactiviteit gaat naar interpretaties van wat ergebeurt («Waar zijn de leerlingen mee bezig? Hoevoelen ze zich? Waar denken ze aan?»). Dit onder-deel blijkt een grote invloed uit te oefenen op derest van het denken. Het bepaalt bijvoorbeeld ingrote mate de besluitvorming over de nog te volgentactieken.

13␣ % van de denktijd gaat naar de vooruitblik.De leerkracht anticipeert dan op wat later in de lesnog moet gebeuren. Naar de uiteindelijk beoogdeleerresultaten of doelstellingen van zijn les gaanmaar 7␣ % van zijn gedachten. En helemaal achter-aan staan zijn eigen gevoelens. Die vormen tijdensde les 5␣ % van zijn bekommernis.

OnvoorspelbaarTot hiertoe ging het uitsluitend over de denkin-

houden, datgene waaraan deleraar denkt. Even belangrijkis uiteraard de specifieke ma-nier van denken, de denkpro-cessen die zich in zijn hoofdvoltrekken. Volgens sommi-ge onderzoekers is er één her-senactiviteit die dominant aan-wezig is: leraars zijn decisionmakers. Volgens hen is hetnemen van beslissingen tij-dens de les het belangrijkstedenkproces. Leerkrachtenmoeten voortdurend keuzesmaken en onmiddellijk be-

slissen. Als we het begrip «beslissing» ruim opvat-ten, kunnen we stellen dat aan zo wat elk van dehoger genoemde denkprocessen (waarneming, tac-tische overweging, interpretatie...) een of anderevorm van beslissing gekoppeld is. Vaak gaat hetdan wel over «beslissingen» van het type: «Ga ik nutussenkomen of niet?». Zo ruim opgevat nemenleerkrachten gemiddeld één keer om de twee mi-nuten een beslissing. Waarom moeten zij zo vaakopnieuw beslissen en kunnen zij niet uitsluitendop routine drijven, zoals in heel wat andere beroe-pen? Ook dat is onderzocht. Aan de basis van demeeste beslissingen ligt, anders dan bij pakwegbuschauffeurs, een of andere niet-tolereerbare ge-beurtenis (een fout antwoord, wangedrag enz.).Toch blijken soms tot de helft van de beslissingenop grond van heel wat andere aanleidingen totstand te komen. Het leven van de leraar in de klas isonvoorspelbaar en de keuzes waarvoor hij telkensopnieuw geplaatst wordt zijn zeer verscheiden.

Of hij ook de juiste beslissingen neemt hangt ernog van af. Minder efficiënte leraars blijken bij-voorbeeld vooral rekening te houden met een veel-heid aan details en reageren vooral op negatievegebeurtenissen. Hun meer efficiënte collega’s daar-entegen slagen erin waarnemingen van gelijke aardte groeperen en daar selectief op te reageren. Vaakvoorkomend en het minst efficiënt van alles is ditdenkproces waarin u zichzelf hopelijk niet her-kent: een ongewenste toestand vaststellen, alterna-tieve handelswijzen voor ogen hebben en dan tochmaar besluiten voort te doen zoals u bezig bent.

Het is nauwkeurig onderzocht en wat u al metde natte vinger voelt, wordt door de onderzoekersClark en Peterson bevestigd: tijdens het lesgevengaan meer dan de helft van de gedachten van deleraar uit naar... de leerlingen. Dappere tweede,toch nog goed voor een vierde van de gedachten, isde manier van lesgeven, de te volgen werkwijze ofte nemen stappen. En dan volgen er nog driecategorieën, telkens goed voor iets minder dan tienprocent van de gedachten: de leerinhouden, deleerdoelen en de leermiddelen. Daar zit de leer-kracht dus mee in zijn hoofd. Leuk is dat geenenkel onderzoek melding maakt van off task-ge-dachten (het eerstvolgende avondje uit, bijvoor-beeld). Ook blijken leerkrachten maar heel weinigte denken aan hun eigen persoon, hun fysieketoestand of de concrete klasomgeving.

HersenactiviteitDe leraar denkt dus vooral aan de leerlingen.

Onder die vlag varen weliswaar vele gedachten. Datkan gaan van gedragsobservatie («Wat doet Wim nuweer?») en verwachtingen tot inschattingen of deleerlingen de leerstof wel begrijpen. Leerkrachtenzijn voortdurend aan het denken. Marland en Os-borne maakten een grondige case-study van wat éénleerkracht tijdens het lesgeven zoal dacht. Mis-schien herkent u de prioriteiten wel. Zo’n 25␣ % vande gedachten gaan naar waarnemingen: leerlingendie heen en weer lopen, hun vinger opsteken,aandacht vragen enz., 16␣ % zijn tactische overwe-gingen. Het gaat daarbij nauwelijks om de globale

Page 7: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 7

Zes knopenAls we het denken van leerkrachten en het

nemen van beslissingen bestuderen komt telkenséén belangrijk gegeven terug: leerkrachten wor-den in hun beroep vaak voor dilemma’s geplaatst.Ze hebben daarbij zogezegd de keuze maar als zeéén mogelijkheid kiezen, verwerpen ze daarmeede andere. En vaak vinden ze die even wenselijk ofwaardevol. Streven we gelijkheid of uitmuntend-heid na? Werk ik rond de interesse van de leerlin-gen of kies ik de voorgeschreven leerstof? Hethoeft niet eens altijd over grote denkprincipes tegaan.

Dergelijke dilemma’s zijn één van de typischeknopen in het leraarsdenken: in een kringetje draaien,geen oplossing vinden, spanning opbouwen enuiteindelijk met negatieve gevoelens of gedragin-gen naar buiten komen.Die knopen in het denkproces zijn vrij nauwkeurigin kaart gebracht. Het zijn er zes. Iedere leerkrachtzal er wel een aantal van herkennen.1. In de knoop met de werkelijkheid. Dit is de eenvou-digste en tegelijk de meest voorkomende. Er is eentegenstelling tussen de eis van de leraar en de gangvan zaken in de klas. De leraar blijft bijvoorbeeldmaar denken dat Jan op zijn plaats moet blijvenzitten, terwijl Jan voortdurend rondloopt.2. In de knoop met het verleden. Dit innerlijk conflictslaat op een gebeurtenis die weliswaar voorbij ismaar die het denken van de leerkracht blijft beheer-sen. Hij blijft bijvoorbeeld maar denken dat die eneleerling niet zo onbeschoft had mogen zijn.3. In de knoop met wat komen moet. De logischetegenhanger van de vorige knoop, al komt hijblijkbaar iets minder voor. Het gaat hier om antici-paties die verlammend werken. («Ze gaan me weerproberen de duivel aan te doen», bijvoorbeeld.)4. In de knoop met een dilemma. Hier komen tweezelfopgelegde normen met elkaar in conflict. Het ismeteen de moeilijkste knoop om te ontwarren.5. In de knoop met een tegenstrijdigheid. Dit komt alveel minder voor maar toch. Het gaat erom dat eenleerkracht zichzelf een norm en tegelijk de logischetegenstelling ervan oplegt. («Ik mag het mij nietaantrekken» en «Ik moet het mij aantrekken wantdit kan niet meer door de beugel».)6. In de knoop met een paradox. In dit geval legt deleerkracht zichzelf een norm op waaraan hij nietkan voldoen, precies omdat hij die zich bewustoplegt. («Ik moet mij volledig spontaan gedra-gen!». Als dat zo nodig moet is het niet meerspontaan.)

Op hol slaanMen onderzocht ook bij welke gedachtenin-

houden het denken het meest in de knoop slaat.Het resultaat is verrassend voor de onderzoekersmaar misschien niet voor u. De gedachten die hetmeest (zo’n 80␣ %) aanleiding geven tot zo’n knoophebben betrekking op de collega’s leerkrachten enop het schoolhoofd. Als het hoofd van de leraar ophol slaat zijn zij daarvan de grootste oorzaak. Opde derde plaats (70␣ %) komen gedachten over wataan de leerlingen kan worden toegestaan of wathen moet worden verboden. Daarna volgt hetdenken aan de aandacht of verstrooidheid van deleerlingen (65␣ %). Er is blijkbaar maar één denk-inhoud die beduidend minder tot een knoop aan-leiding geeft: de leerinhouden van de les. Daarmaakt een leraar zich nog het minste zorgen over.

Het is dus blijkbaar van uitzonderlijk belangaandacht te besteden aan de relatie met directie encollega’s. Dat gebeurt nu nog te weinig.JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Het belletje moet mis-schien vooral bij de pedagogische begeleiding ende navorming rinkelen, in het bijzonder in denavorming van directieleden of de begeleiding opsysteem-niveau (leren in team werken). Men speeltnogal gemakkelijk de zwarte piet door naar deopleiding, terwijl die opleiding niet meer kan danaspirant-leerkrachten met een zekere basiscompe-tentie uitrusten. Die moet zich dan nog verderontwikkelen in de praktijk, ondersteund door be-geleiding en navorming.»

Uit de knoopLeerkrachten reageren op de meest verscheiden

manieren als ze in de knoop zitten. Sommigen gaanzich heel autoritair opstellen, anderenjuist heel tolerant. In ieder geval blij-ken leerkrachten die in een dergelijkeknoop verstrikt raken dezelfde reactieste vertonen als leerkrachten die lijdenonder stress. Ze gaan de leerlingenmeer negeren en minder positief be-handelen. Ze schakelen over op eenmanier van handelen die afwijkt vanhun gewone manier van doen en soms zelfs haaksstaat op hun eigen overtuiging. De meest gebruiktemanier om weer uit de knoop te geraken is hetverwijderen van datgene wat met de eigen eisen inconflict komt. Dat kan op drie manieren: de situatieproberen te veranderen (bijvoorbeeld roepen datde leerlingen stil moeten zijn); de eigen definitievan de situatie veranderen (zichzelf bijvoorbeeldvoorhouden dat die leerling eigenlijk niet de les wilverstoren maar gewoon om aandacht vraagt) of deeigen regels veranderen (zichzelf bijvoorbeeld voor-houden dat een minder uitgewerkte lesvoorberei-ding niet betekent dat men een slechte leraar is).Het zijn stuk voor stuk indirecte pogingen om hetconflict op te heffen. Ze kunnen niet beletten dat deleerkracht in de toekomst in precies dezelfde knoopverstrengeld raakt. De meest radicale manier omknopen in het eigen denken te ontwarren is echterdeze: ermee stoppen zichzelf voortdurend dwin-gende eisen op te leggen.

De eerste stap daarvoor is een onderscheid lerenmaken tussen de objectieve moeilijkheid die zichvoordoet en het subjectieve gevoel met iets ver-schrikkelijks te maken te hebben: «Stel dat ikinderdaad op het einde van de les niet alle geplandeleerstof behandeld heb, wat zijn daar dan de reëlegevolgen van?» Op die manier gaat men de situatierelativeren en realistischer bekijken. Daardoor komter vaak al meteen ruimte voor een creatieve aan-pak. Het is maar omdat een leerkracht verstriktgeraakt in zijn eigen dwingende eisen dat zijndenken in de knoop slaat. Hij is dan niet meer instaat de situatie op een onbevangen manier tebekijken. Krampachtig en gespannen belandt hij ineen negatieve spiraal en de knoop wordt steedsstrakker gespannen. Dat heeft waarschijnlijk ookte maken met die andere eigenschap van veelleerkrachten: ze mogen niet falen. Wie zich van diedwanggedachte wil bevrijden zou moeten inziendat het niet tot iets verschikkelijks leidt als hij nietaltijd aan de eisen voldoet die hij zichzelf heeftopgelegd. Een leerkracht mag falen. Hij is ook maareen mens. ■

Tilt bij gedachten

aan collega’s

en directie.

Waar leerkrachtentijdens de lesaan denken.

50␣ % © de leerlingen25␣ % © manier van lesgeven8␣ % © leerinhouden8␣ % © de leerdoelen8␣ % © de leermiddelen

De hersenactiviteitvan leraars

tijdens de les.25␣ % © waarnemingen16␣ % © tactiek16␣ % © terugblik15␣ % © interpretaties13␣ % © vooruitblik7␣ % © doelstellingen5␣ % © eigen gevoelens

Page 8: Klasse voor Leraren 50

8 KLASSE NR.50

Het experiment: verdeel een groep leerlingenmet hetzelfde IQ gewoon in twee klassen. Zegtegen de ene leraar dat hij de slimme leerlingenkrijgt en tegen de andere dat hij het met dedomme zal moeten doen. Wat blijkt na verloopvan tijd? De zogenaamde slimme leerlingen heb-ben veel meer geleerd, halen betere resultaten engaan liever naar school dan de zogeheten dommeleerlingen waar toch niets van te verwachten valt.De eerste leerkracht heeft zich een positief beeldvan zijn leerlingen gevormd. Als ze een fout ma-ken gaat hij op zoek naar het waarom; ze krijgenuitdagender opdrachten enz. De andere leerkrachtheeft zich bij de situatie neergelegd en interpre-teert een fout als «zie je wel, ze leren het nooit»;met alle gevolgen vandien.

Het effect moet niet meer worden bewezen.Het is in tientallen varianten uitgevoerd met het-zelfde resultaat. Meer dan 25 jaar geleden gebeur-de dat voor het eerst. De onderzoekers Rosenthalen Jackson schokten er het onderwijsveld mee. Zijtoonden aan dat het heel goed mogelijk is deleerprestaties en houdingen van leerlingen in po-sitieve zin te beïnvloeden, louter en alleen dooraan de betrokken leerkracht een positief vervalstbeeld van de te verwachten prestaties van deleerlingen op te hangen. Daarvoor vervalsten zijde IQ-testsresultaten van bepaalde leerlingen. Zemaakten de leerkrachten in het begin van hetschooljaar dus iets wijs en op het eind van hetschooljaar bleek een en ander nog waar te zijngeworden ook. Dit algemeen voorkomend denk-patroon in het hoofd van leerkrachten heet self-fulfilling prophecy of de zichzelf waarmakendevoorspelling.

Als het over leerlingengaat zijn de meeste leer-krachten goede voorspel-

Heteffect van deglazen bollers. Ze heb-

ben snel ge-zien welk vleesze in de kuip

hebben en welke kansop slagen een leerlingheeft. Dat is belangrijk.Het helpt hen op een ade-quate manier in te spe-len op de verschillen tus-sen leerlingen. Maar somslijkt het alsof ze bereidzijn de toekomst een hand-je toe te steken zodathun eigen voorspellingnadien ook uitkomt. Eendraai in het denken waar-aan blijkbaar geen enke-le leerkracht ontsnapt,al blijkt de ene daar tochmeer last van te hebbendan de andere.

My fair ladyHet boek van Rosenthal en Jackson heet Pygma-

lion in the classroom. Daarmee verwijzen ze naar hettoneelstuk van Shaw en naar de populaire musicalMy Fair Lady, allebei gebaseerd op de Grieksemythe waarin de beeldhouwer Pygmalion verliefdwordt op het beeld dat hij gemaakt heeft van eengodin. De godin wordt door die liefde zo ontroerddat ze het beeld tot leven wekt. Op dezelfde manierzou elke leerkracht een Pygmalion zijn. Het beelddat hij van een leerling heeft komt ook tot leven enwordt uiteindelijk bewaarheid. Recente analyseshebben de invloed van het effect zelfs mathema-tisch vastgelegd. Verschillende onderzoekers ko-men daarbij tot dezelfde bevindingen. Gemiddeldover alle leerkrachten en over alle categorieën vanleerlingen blijken verwachtingseffecten verantwoor-delijk te zijn voor 5 tot 10␣ % van de verschillen inleerresultaten. Het gaat daarbij om het zogehetennetto-effect. De verschillen die kunnen wordenverklaard door vroegere leerprestaties, intelligentieenz. zijn er dus al afgetrokken.Hoe komen zo’n verwachtingseffecten dan tot stand?JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Niet door een soort vantelepathie maar doordat verschillen in verwachtin-gen bij de leerkracht aanleiding geven tot subtieleverschillen in de omgang met leerlingen. Grosso

modo blijken leerlingen over wie de leerkrachtnegatieve verwachtingen koestert, minder positiefbenaderd te worden. Ze genieten een minder posi-tief klimaat en ontvangen minder blijken van sym-pathie. Ze krijgen minder (of minder adequate)feedback en, in verhouding tot wat ze doen ofpresteren, meer negatieve en minder positieve op-merkingen. Als ze een vraag stellen krijgen zeminder (of minder adequate) uitleg en ze komen inde les minder aan het woord. Als ze aarzelen bij hetgeven van een antwoord, schakelt de leerkrachtvlugger over naar een andere leerling.»

Negatief effectToch zijn de verschillen tussen leerkrachten

groot. Bij sommige leerkrachten bepaalt het ver-wachtingseffect maar 1␣ % van de verschillen inleerresultaten, bij anderen gaat het tot 18␣ %.

Sommige onderzoekers (Brophy en Good) ma-ken een onderscheid tussen drie types leerkrach-ten:1. Pro-actieve leerkrachten hebben een heel sterkvooropgezet idee van wat met een bepaalde groepleerlingen te bereiken valt en hoe dat het best kangebeuren. Vanuit die idee kneden zij hun leerlin-gen sterk in de richting van hun doelstellingen. Zijlaten zich allerminst leiden door wat anderen overde groep of een leerling voorhouden. Dergelijkehouding leidt in hoge mate tot positieve en wense-lijke verwachtingseffecten.2. Over-reactieve leerkrachten zijn daar het com-plete tegenbeeld van. Deze leerkrachten hebbenvaste, stereotiepe en weinig soepele verwachtin-gen. Zij bouwen sterk voort op wat ze weten overvroegere prestaties van leerlingen en op wat over

Page 9: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 9

hen gezegd wordt. Vooral laag-presterende leerlin-gen zijn bij deze leerkrachten het slachtoffer vannegatieve verwachtingseffecten.3. Re-actieve leerkrachten houden het midden tus-sen beide voorgaande types. Ze houden er min ofmeer soepele verwachtingen op na, die in zekeremate worden bijgestuurd naarmate de leerlingenzich ontwikkelen. De verwachtingseffecten die zichhier voordoen houden meestal de bestaande ver-schillen tussen leerlingen in stand. De meerderheidvan de leerkrachten zou tot dit type behoren.

Positief zelfbeeldDe verwachtingen van de leraar beïnvloeden niet

alleen de leerprestaties van de leerlingen. Ze hebbeneen even groot effect op het zelfbeeld van de leerlin-gen. Hoe positiever de verwachtingen van de leraar,hoe positiever het zelfbeeld van de leerling.

Het self-fulfilling prophecy-onderzoek toont aandat de manier waarop leraars en leerlingen metelkaar omgaan in belangrijke mate wordt beheerstdoor het beeld en de daaruit voortvloeiende ver-wachtingen die leerkrachten en leerlingen van el-kaar hebben. Het wijst er ook op dat de omgangtussen leerkracht en leerling niet per definitie vooralle leerlingen gelijk verloopt. Bestaande sociale ver-schillen worden in ons onderwijs blijkbaar nietopgeheven of overstegen maar integendeel meestalversterkt.JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Dat is bij ons in Vlaanderenwellicht niet anders dan elders. Men kan zich bij-voorbeeld afvragen in hoeverre de vaststelling datkinderen van laaggeschoolde ouders volgens hunleerkrachten in veel grotere mate met leer- en ont-wikkelingsproblemen te kampen hebben en in gro-tere mate blijven zitten, niet berust op de werkingvan deze verwachtingseffecten.»

CensuurOp welke manier we de negatieve invloed van het

verwachtingsdenken kunnen beperken is nog devraag. Sommigen kijken met een bijzonder kwaadoog naar de leerlingdossiers. De informatie die daarinstaat (formele achtergrond, vroegere prestaties, test-resultaten enz.) wekt al bepaalde verwachtingen enverhoogt de kans op negatieve verwachtingseffec-ten, zo wordt geopperd. Tegelijk wordt daarmeegepleit voor censuur op externe informatie overleerlingen. Uit onderzoek blijkt echter dat dergelijkeinformatie maar invloed heeft op de verwachtingenvan de leraar als hij er kennis mee maakt vóór hij metde leerling enig contact van betekenis heeft gehad. Inhet andere geval blijken de eigen gedragsobservatiesvan de leerkracht een veel grotere invloed te hebbendan de gegevens in het dossier van de leerlingen.Over achtergrondinformatie beschikken kan dusnuttig zijn maar liefst nadat de leraar zelf onbevan-gen de kans heeft gehad om met de leerlingen kenniste maken. Op dezelfde lijn staan de vaak voorko-mende gesprekken met leerkrachten die het jaarvoordien aan de leerlingen hebben lesgegeven. Der-gelijke gesprekken voert men beter als men deleerlingen zelf al heeft leren kennen.

Door leerkrachten externe informatie over hunleerlingen te ontzeggen, schakel je verwachtingsef-fecten overigens niet zonder meer uit. Ook de eigengedragsobservaties van de leerkrachten kunnen alvoldoende zijn om negatieve verwachtingseffectente creëren. Belangrijk is hoe de leerkracht het gedragvan een leerling interpreteert en op welke gronden

hij die interpretaties baseert. Is Joris lui of zit hij hardna te denken? Dat valt vaak niet zonder meer te zien.

Madame BlancheDe leerkracht koestert andere verwachtingen naar-

gelang van het geslacht, de sociale achtergrond, deetnische afkomst, de voorgeschiedenis enz. van eenleerling. In de loop van het jaar schakelt hij boven-dien allerlei mechanismen in waardoor zijn ver-wachtingen ook uitkomen. «Maar», vraagt S. Blomzich af in zijn boek Opvoeding als beroep, «Als dat zois en als dat mechanisme zo langzamerhand ook aanleraars bekend is, waarom heeft de leraar daar dan zoweinig invloed op? Vergeet hij het zo snel in deturbulentie van het dagelijks lesgeven?»

Waarschijnlijk wil geen enkele leerkracht be-wust voor Madame Blanche doorgaanmaar hij bekijkt zijn leerlingen blijk-baar onbewust door de (soms dikke,soms dunne) glazen bol van zijn eigenverwachtingspatroon. Met alle gevol-gen vandien.JEAN-PIERRE VERHAEGHE: «Het heeft ookveel te maken met de druk die leerkrachten tijdenshet lesgeven ondervinden. Als leerkracht ben je erterecht om bekommerd dat de les erop vooruit gaat,dat je je programma afwerkt enz. Dat brengt leer-krachten er wel eens toe sommige leerlingen watmeer links te laten liggen dan strikt genomen goedvoor ze is. Dat de leerlingen over wie de leerkrachthet minst positieve verwachtingen koestert, daneerder uit de boot vallen, mag ons niet verwonderen.Leerkrachten steunen bij het lesgeven in aanzienlij-ke mate op de medewerking van hun leerlingen.Leerlingen die vanzelf al minder op de voorgrondtreden, creëren veeleer negatieve verwachtingen,waardoor ze uiteindelijk nog wat meer in de hoekworden gedrumd. Het is van de kant van de leer-kracht uit lang niet steeds kwaad bedoeld, maar datmaakt de negatieve effecten, àls die gecreëerd wor-den, er natuurlijk niet minder erg om.»

Slim en domEr is een eenvoudige methode om de omvang van

verwachtingseffecten door leerkrachten enigszins tereduceren: ze van het fenomeen bewust maken. Uitonderzoek blijkt dat lesgevers die vóór een experi-ment bewust waren gemaakt van het gevaar vanverwachtingseffecten, veel minder discrimineerdentussen zogenaamde domme en slimme leerlingen.Lesgevers die het gevaar niet kenden gaven veelminder evaluatieve feedback (zowel aanmoedigingals kritiek) aan de zogenaamd domme leerlingen.Met een groots opgezet vormingsprogramma voor742 leerkrachten van elk niveau toonde S. Kermanaan dat leerkrachten die zich bewust waren van huneigen denkpatroon zich heel anders gingen opstel-len in de klas. Hun verwachtingen veranderdenweliswaar niet maar wel hun gedrag tegenover leer-lingen die laag presteren. Na afloop van het experi-ment bleek dat de leerresultaten van 2000 leerlingendie vooraf als laagpresteerders waren geïdentificeerder in belangrijke mate op vooruitgegaan waren. In decontrolegroep met leerkrachten die zich niet vanhun denkwijze bewust waren, bleven de laagpres-teerders op hetzelfde niveau.

Om het effect van deze vaak voorkomende kron-kel in het denken van de leraar te beperken, volstaathet blijkbaar al voor een groot stuk dat hij zich vanhet verschijnsel bewust is. ■

«Zie je wel, ze

leren het nooit.»

Page 10: Klasse voor Leraren 50

Een leerkracht wil nietonopgemerkt voorbijgaan. Ook dat is blijk-baar een typische eigen-schap van zijn denken enhandelen. Hij wil invloeduitoefenen, impact heb-ben. Al zijn er opdit vlak grote ver-schillen. De ene

De invloedvan de

leraarleerkrachtvindt dat hetonderwijs inhet algemeen en zijn per-soonlijke inzet in het bij-zonder niet op kan te-gen andere invloeden. Deandere vindt juist dat deschool en hijzelf het gro-te verschil uitmaken inleren en leven van zijnleerlingen. Een wereld vanverschil met belangrijkegevolgen voor hemzelfen voor zijn leerlingen.

10 KLASSE NR.50

Elke leerkracht heeft eigen subjectieve theo-rieën in zijn hoofd over de mogelijke invloeddie de school en hijzelf kunnen uitoefenen opleerprestaties en houdingen van leerlingen. «Alshet er echt op aan komt, kan de school of deleraar niet veel doen want de belangrijkste mo-tivatie hangt af van de thuissituatie van deleerlingen», zegt de ene leraar. De andere is erjuist van overtuigd dat als hij zich hard enefficiënt genoeg inspant, hij zelfs iets kan bete-kenen voor de moeilijkste en meest ongemoti-veerde leerlingen.

Minder klachtenUit alle onderzoeken naar de zogeheten Teacher

Efficacy (de doelmatigheid vande leraar) komt naar voren dathet eigen denken van de leraarover de mogelijke invloed diehij (en vooral nog: de schoolin het algemeen) kan uitoefe-nen, een groot verschil uitmaakt.Leerkrachten met een zogehe-ten hoge doelmatigheidsbele-ving reageren meer leerling-gericht, geven minder snel opals leerlingen fouten maken,klagen minder over problemenen stress, vertonen meer ar-beidsvreugde en zijn meer ver-

nieuwingsgezind. Hun leerlingen zijn ook ster-ker gemotiveerd en halen betere prestaties danleerlingen die les krijgen van leerkrachten dieweinig geloof hechten aan de mogelijke invloeddie ze kunnen uitoefenen.

Dat heeft alles te maken met de houding diede leerkracht aanneemt in de les. Als hij gelooftin de invloed van het onderwijs en van zijnpersoonlijke inzet, zal hij zich anders gedragenin de klas. Onderzoekers als Ashton en Randstelden vast dat dergelijke leerkrachten op eenpositievere manier omgaan met de leerlingen.Ze volgen de leerlingen meer van nabij, gevenhen meer individuele aandacht en gaan meer inop hun vragen en opmerkingen. Ze tonen ookin hun lichaamshouding een positievere inge-steldheid, maken minder gebruik van straf enlaten leerlingen minder links liggen. Leerkrachtenmet hoge doelmatigheidsverwachtingen reagerenbij een fout antwoord van een leerling duidelijkminder verwijtend en geven minder snel op metdóórvragen tot de leerling het snapt. Mindergoed meekunnende leerlingen krijgen bij dieleerkrachten dus meer kansen in de les.

Kaars en brilDe onderzoekers Rose en Medway komen tot

vergelijkbare resultaten. Zij volgden van heelnabij de houding en het gedrag van dertig leer-krachten in de klas. En wat blijkt? Bij leer-krachten die sterker geloven in hun eigen in-vloed en in die van de school vertonen minderleerlingen storend gedrag in de les. Die leer-krachten moeten ook minder berispingen ma-ken en geven hun leerlingen meer mogelijkhe-den tot zelfstandig werken. De onderzoekersbesluiten dat leerkrachten die geneigd zijn deoorzaak van gebeurtenissen (inclusief leervor-deringen of gebrek daaraan) veeleer bij zichzelfte leggen, op zoek gaan naar meer effectieve

Page 11: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 11

strategieën in de klas. Leerkrachten die nietgeloven in de mogelijke invloed die ze kunnenuitoefenen, leggen de redenen voor eventueelfalen sneller bij de leerlingen zelf en zijn ookniet gemotiveerd om op zoek te gaan naar stra-tegieën die het leren en beleven van de leerlin-gen positief kunnen ombuigen. «Wat batenkaars en bril als den uil niet zien en wil?»,redeneren zij.

Het verschilDie manier van denken beïnvloedt zelfs de al

dan niet autoritaire en bureaucratische hou-ding van een leerkracht op school. Leerkrach-ten die een hoge dunk hebben van hun eigenbeïnvloedingsmogelijkheden én van die van deschool in het algemeen hebben een soepelerehouding tegenover controle, gezag en tucht.Hun tegenpool wordt gevormd door leerkrach-ten die weliswaar sterk geloven in hun persoon-lijke invloed maar niet in de algemene invloedvan de school. Dergelijke leerkrachten stellenzich het meest autoritair en het meest bureau-cratisch op.

Het is duidelijk dat de overtuiging van le-raars over de invloed die onderwijs en zijzelfkunnen uitoefenen een grote rol speelt in hundenken en handelen.

Recent onderzoek van Midgley, Feldlaufer enEccles breidt die wil tot beïnvloeding zelfs uitvan het cognitieve (de leerprestaties) tot hetaffectieve leven van de leerlingen. Zo ongeveerhet gevoel van: «Ik ben er zeker van dat ik alsleraar een verschil maak in het leven van mijnleerlingen.»

Eigen stijlU kent de traditionele indeling tussen zoge-

heten progressieve en conservatieve leerkrach-ten. Dergelijke tweedelingen werden tot voorenkele jaren nog algemeen gebruikt. Leerkrachtenwerden dan gesitueerd op een as tussen tweepolen (leerstofgericht-leerlinggericht, autoritair-democratisch enz.). In het huidig onderzoekstelt men veel vragen bij een dergelijke ééndi-mensionele benaderingswijze. De opvattingen vanleerkrachten blijken veel verscheidener en veelcomplexer te zijn. Er komen tal van combina-ties voor die niet onder één dimensie te vangenzijn. Wel staat vast dat leerkrachten na enigetijd een eigen stijl ontwikkelen die vrij stabiel isen niet wisselt als onderwerp, vak of klas veran-deren. Die eigen stijl wordt in grote mate be-paald door wat de leerkracht over een aantaldingen denkt, door de ideologie die hij aan-kleeft. Zijn stijl hangt samen met zijn visie opde mogelijkheden van leerlingen, op zijn eigenrol als leerkracht en op de aard van de na testreven leerdoelen. Die vaststelling heeft be-langrijke gevolgen. De werkvormen of technie-ken van een leraar kunnen we dan immers nietbeschouwen als ideologisch neutraal, d.w.z. zondermeer door elke leerkracht toe te passen, welkeook zijn visie op onderwijs is. Men kan leer-krachten immers geen werkwijzen aanpraten diemanifest in strijd zijn met hun kijk op onderwijs.

Dieper gravenWie over de concrete aanpak van een leer-

kracht wil praten zal daarvoor eerst wat dieper

moeten graven naar zijn visie op onderwijs enwat hij met dat onderwijs wil bereiken. Tipsgeven, structuren wijzigen of nieuwe handboe-ken invoeren... het zal allemaal weinig verande-ren als men eerst niet fundamenteel doordringttot het onderwijsperspectief van elke individueleleraar. Zijn uiterlijke stijl en taakopvatting isimmers gebaseerd op een veel dieper liggendemanier van denken. En leerkrachten die op heteerste gezicht dezelfde onderwijsfilosofie aan-kleven kunnen toch nog grondig verschillen. Ineen discussie is het daarom belangrijk na tegaan welk beeld een bepaald aspect (bijvoor-

Dit VIZIER is gebaseerd op bevin-dingen van Dr. Jean-Pierre Verhae-ghe van de Faculteit Psychologie enPedagogische wetenschappen aande Universiteit Gent. «De vormingvan leerkrachten inzake interactieen communicatie met leerlingen»(1994).

«JA, DAT HERKEN IK.»In hoeverre herkennen leerkrachten zich in het voorgestelde onderzoek? Om datte weten stuurden we net voor publikatie een proefdruk ervan naar een aantalwillekeurig uitgekozen leerkrachten. Typerend is misschien wel dat ze hun reactiebijna allemaal beginnen met te verwijzen naar een vermeende taal- of drukfout ener meteen wat verontschuldigend aan toevoegen dat ze niet anders kunnen dandaar op wijzen. Iemand op fouten wijzen is een voortdurende (en goedbedoelde)reflex. Enkele andere reacties.• «Volgens vrienden en kennissen weet een leraar (ik dus) het altijd beter en moethij altijd gelijk krijgen. Misschien klopt dat ook wel. A teacher’s job is never done. Eris geen aan- en uitschakelaar voor dit beroep.»• «Dat je de hele tijd met die leerlingen in je hoofd zit, is toch normaal. Je geniethet vertrouwen van ouders, directie, pedagogisch adviseurs enz. en je wordtervoor betaald. Van een leerkracht wordt verwacht dat hij voortdurend optimaalpresteert. Terugvallen op routine kan en mag niet. Elke leerling is anders enonvoorspelbaar.»• «Ik geef het niet graag toe maar het klopt wel: ik wil niet falen. Het is toch allemaalbehoorlijk belangrijk wat er op school gebeurt en we kunnen ons niet veeluitschuivers veroorloven.»• «De negatieve invloed van het verwachtingsdenken tijdens klasseraden is mij inmijn korte loopbaan al sterk opgevallen. Er wordt heel gemakkelijk een etiketgeplakt op leerlingen. De collega’s zijn het dan snel met elkaar eens en kunnenmeteen overgaan naar de volgende leerling.»• «Vooral het dilemma verlamt me voortdurend. Voor ik naar 4A moet ben ikbijvoorbeeld al mijn levendigheid al kwijt. Het dilemma is daar altijd: hoe kan ikmezelf zijn én orde houden in de klas. Het ene gaat blijkbaar niet samen met hetandere en dus ben ik er niet meer mezelf. Er is dan wel orde maar ik voel me nietgoed.»• «Ik koester wel hoge doelmatigheidsverwachtingen maar de resultaten ontgoo-chelen me altijd. Misschien eis ik wel te veel van mezelf. Ik vind mijn eigen lessen enlesmateriaal bijvoorbeeld zelden goed genoeg. In de klas bots ik al te vaak oponmacht. De knopen in het denken komen me bekend voor. Ik kan alleen stellendat ik mijn best doe. Maar ik vraag me dikwijls af of dat wel genoeg is.»

UW REACTIEHerkent u uzelf en/of het denken van anderen in dit VIZIER (of juist helemaalniet), dan nodigen we u uit te reageren met voorbeelden, aanvullingen,kritiek en commentaar. Wij sturen uw reacties naar de onderzoekers en umaakt kans op één van de aandenkens uit de schatkamers van KLASSE. Schrijfnaar KLASSE (VIZIER) - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel.

beeld orde houden) of principe (bij-voorbeeld differentiatie) bij de le-raar concreet oproept. Die beeldenvormen de concrete, van oorsprongvisuele, basis van het centrale per-spectief van waaruit elke leerkracht

«Ik als leraar maak

het verschil.»zijn onderwijsopdracht benadert. Die perspec-tieven komen niet alleen tot uiting in de uitlegdie men geeft maar ook en vooral in wat menconcreet doet. Wie het denken van de leraar wilbegrijpen moet niet alleen luisteren naar zijnwoorden maar ook beter kijken naar zijn da-den. ■

Page 12: Klasse voor Leraren 50

12 KLASSE NR.50

VrouwenDe scholingsgraad van de bevolking is een zeer

belangrijke welvaartsindicator. Aan de hand van deevolutie hiervan kunnen we de effecten meten vande jarenlange investeringen in het onderwijs.

De voorbije twintig jaar is de scholing forstoegenomen. Dat stellen we vast als we naar hetpercentage gediplomeerden vanaf het hoger secun-dair kijken. Deze scholingsgraad begon al te stijgenin de jaren zeventig en zette zich in de daaropvolgende jaren door. In 1970 had maar iets meerdan 14␣ % van de bevolking hoger secundair ofhoger onderwijs gevolgd. In 1991 was dat al geste-gen tot bijna 38␣ %.

Vrouwen hadden in 1970 nog een grote achter-stand in opleidingen hoger secundair of hogeronderwijs. Mannen scoorden 16,6␣ %, vrouwen maar12,2␣ %. In 1991 is die achterstand al flink geslon-ken. Toen liep de deelname van vrouwen aan datniveau van onderwijs al op tot 35,6␣ %, een verdrie-voudiging ten opzichte van 1970. Toch blijven erverschillen. Vrouwen kiezen meer voor het hogeronderwijs van het korte type (11,7␣ % tegenover8,5␣ % van de mannen) terwijl mannen gemiddeldvaker voor het hoger onderwijs van het lange typeen voor de universiteit kiezen (7,2␣ % tegenover2,6␣ % van de vrouwen).

Vrouwen kiezen meervoor het hoger onder-

wijs van het korte type.

D O C U M E N T

De scholingsgraad van deVlaamse bevolking is de

versiteit (HOBU) en deuniversiteit. In 1970 wasdat nog geen twee pro-cent. Dat is dus meer daneen verdubbeling. Dezecijfers over Lerend Vlaan-deren en nog veel meergegevens staan in deVlaamse Regionale Indica-toren, voor het gemakVRIND genoemd.

Het niveaustijgtvoorbije twintig

jaar fors toege-nomen. In 1991 behaal-de bijna vijf procent vande bevolking (14 jaar enouder) het hoogst behaal-de diploma in het hogeronderwijs buiten de uni-

Een leerkracht, op zoek naar actueel cijfermate-riaal en achtergrondinformatie voor zijn lessen,vindt in deze publikatie drie kilo stof. Het boekgeeft een concreet beeld van wat de Vlaamse over-heid doet, op welke terreinen ze actief is en metwelk resultaat.

Weet u bijvoorbeeld dat de Vlaamse Gemeen-schap in 1993 11.019 ambtenaren telde? De instel-lingen van openbaar nut, zoals de Vlaamse Dienstvoor Arbeidsbemiddeling, hebben er 22.116. In hetVlaams onderwijs zitten 150.849 personeelsledenin de databank. In totaal stelt de Vlaamse overheid184.130 mensen tewerk.

Of wilt u weten hoe het in Vlaanderen preciesgesteld is met de economie en hoe de tewerkstel-ling en de welvaart evolueren? (Vlaanderen is steedssterker exportgericht. Eind 1992 lag ons exportvo-lume 40␣ % hoger dan begin 1987.) Hoe het zit methet waterverbruik en met de kwaliteit van hetwater? Gaat het met ons afval de goede kant op enhebben we nog genoeg gezonde bossen? (Gemid-deld beschikt elke Vlaming over 200 m2 bos.)Hoeveel besteedt Vlaanderen aan welzijnsvoorzie-ningen en hoeveel mensen werken er in de wel-zijnssector? (Naar schatting zijn er in de welzijns-sector zo’n 70.000 voltijds-equivalente banen. On-geveer 80␣ % van de personeelsleden zijn vrouwen.)Hoe sterk neemt het verkeer op onze wegen toe enhoe evolueert de verkeersveiligheid? (Tussen 1980en 1993 is het verkeer op de autosnelwegen met80␣ % toegenomen.) Alle gegevens zijn gebundeldvolgens de sporen van het project van de Vlaamseregering Vlaanderen-Europa 2002: leefbaar, creatief,werkend, zorgzaam, toegankelijk, internationaal, goedbestuurd en natuurlijk ook lerend Vlaanderen.

Klas

se G

rafie

k

Scholingsgraad in Vlaanderen.

0

20

40

60

80

100

73

54,747

12,6

20,5

15,1

7,6

15,3

23

4,9 6,610,1

1,9 2,9 4,8

Lager

Lager secundair

Hoger secundair

HOKTHOLT + univ.

1970 1981 1991

(In procenten)

In deze grafiek wordt de bevolking van 14 jaar enouder die geen onderwijs met volledig leerplan meervolgt, ingedeeld naar het hoogst behaalde diploma,getuigschrift of brevet. We houden hier dus reke-ning met de diploma’s die behaald werden in eenbasisopleiding of gewone studierichting met volle-dig leerplan. U ziet dat in twintig jaar het niveaugestegen is: driemaal meer mensen behaalden eengetuigschrift hoger secundair onderwijs, dubbel zo-veel een diploma van het hoger onderwijs korte typeen bijna driemaal meer een diploma van het hogeronderwijs lange type of academisch onderwijs. ■

• VRIND 1994 telt 400 blz. en is verkrijgbaar voor350␣ fr. Bestellen kan door overschrijving op rekening091-2201002-04, met vermelding APD-VRIND94.• Voor meer informatie kunt u terecht bij het Ministerievan de Vlaamse Gemeenschap - Algemene Plannings-dienst - Luk Bral - Boudewijnlaan 30 - 1210 Brussel -+ 02-507 57 82.

Page 13: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 13

O P L E I D I N G

Een kleuterleider kanonderwijzer worden inde eerste en tweede klas,

Leraarskrijgen

nieuwekansen

een onderwijzerkan les geven inde aanpassingsklas

en het beroepsvoorberei-dende jaar in de eerstegraad van het secundaironderwijs. Een regent kaneen bijkomende lesbe-voegdheid verwerven.Deze kansen krijgen ookleerkrachten die hun loop-baan al zijn begonnen.Dat staat in het nieuwebeleidsvoorstel voor delerarenopleiding.

Als het beleidsvoorstel De lerarenopleiding: eennieuwe uitdaging, een nieuwe kans wordt aanvaardkunnen leerkrachten binnenkort zelf hun loop-baan wijzigen via een voortgezette opleiding. Leer-krachten die al in dienst zijn kunnen dus eenbijkomend diploma of getuigschrift behalen waar-door ze hun onderwijsbevoegdheid en daarbij ookhun inzetbaarheid kunnen verhogen. Deze deel-tijdse voortgezette opleidingen zijn een middel omde mobiliteit van de leerkrachten te vergroten.

Om de loopbaanplanning mogelijk te makenkunnen de hogescholen met een departement lera-renopleiding op bepaalde tijdstippen specifieke modulesorganiseren. Een overzicht van de mogelijkheden.1. Voor de leraar kleuteronderwijs: onderwijsbe-voegdheid voor de eerste graad lager onderwijs.2. Voor de leraar lager onderwijs: onderwijsbe-voegdheid voor de eerste graad secundair onder-wijs (leerjaar 1B en het beroepsvoorbereidendetweede jaar).3. Voor de leraar eerste en tweede graad secundaironderwijs (regent): bijkomende lesbevoegdheid inde tweede graad SO en de tweede en derde graadberoepssecundair onderwijs (BSO).4. Voor de leraar buitengewoon onderwijs: leraarskleuter-, lager en secundair onderwijs kunnen eenbijkomende deskundigheid verwerven voor dieonderwijsvorm. Het bijkomend getuigschrift geeftdan recht op een bijkomende financiële vergoedingen is een voorwaarde voor een vaste benoeming inhet buitengewoon onderwijs.5. Er komt een module voor de leraar volwassenen-onderwijs.6. Sommige opleidingen, beperkt in omvang enduur, kunnen volgens noodzaak worden aangebo-den zoals remedial teaching, coördinator, internekwaliteitsbewaker, mentor of begeleider van jongeleerkrachten.

Betere startDeze nieuwe kansen zijn uiteraard ook ingebak-

ken in de opleiding van aspirant-leerkrachten. Deinitiële opleiding krijgt andere eisen mee. Zo moetende departementen lerarenopleiding van de hoge-scholen streven naar een zo groot mogelijke startbe-kwaamheid van hun afgestudeerden. Ze moetenonmiddellijk in staat zijn om hun beroep zelfstandiguit te oefenen en voldoende deskundig zijn om metalle onderwijsleeractiviteiten in een bepaald onder-wijsniveau belast te kunnen worden. Maar de oplei-ding zal niet langer dan drie jaar duren. De beleids-nota legt wel sterk de nadruk op een stevige gemeen-schappelijke basisopleiding. Dit verhoogt de kansen

op mobiliteit. Voor de leraar lager onderwijs komtde klemtoon op de algemene inzetbaarheid. Maartoch wordt aan de polyvalente aspirant-onderwijzerde kans geboden om tijdens de initiële opleidingbepaalde onderdelen en/of leerdomeinen/vakkenverder uit te diepen. Het kan hier gaan om bijvoor-beeld leermoeilijkheden of muzische opvoeding.

De eerste graad secundair onderwijs heeft danweer behoefte aan een semi-polyvalente leerkrachtdie de brug kan vormen tussen het lager onderwijsen de meer vakkengerichte tweede en derde graadvan het secundair onderwijs. Deze aspirant-leraarbehaalt onderwijsbevoegdheid voor een cluster vandrie vakken uit het geheel van algemene vakkenvan de eerste graad, zonder klassieke talen, maarwel met plastische en muzikale opvoeding. Deverzameling van algemene vakken wordt aange-

vuld met technologische enlichamelijke opvoeding voorhet lager onderwijs.

Om een flexibele inzetbaar-heid te garanderen behalen destudenten tijdens de initiële op-

leiding ook onderwijsbevoegdheid voor de tweedegraad voor één vak uit hun basiscluster - of onder-wijsbevoegdheid voor twee vakken BSO tweede enderde graad, die aansluiten bij de vakken uit degekozen cluster eerste graad SO.

Nieuwe brugDe academische lerarenopleiding leidt studen-

ten op tot leraar tweede en derde graad SO vooralgemene vakken, voor sommige technische vak-ken en voor klassieke talen voor het hele SO. Bij deopleiding van de geaggregeerde van de hogerejaren van het SO moet een nauwe band bestaan metde vakopleiding, namelijk met de formele struc-tuur en de typische denk- en werkmethoden bin-nen de academische disciplines. Om deze brugwaar te maken krijgen de kandidaat-leraars tijdensde tweede cyclus minimum 270 uren, waarin zeleren hun wetenschappelijke kennis in een les toete passen. Dat is nieuw. Daarbij komen ook tussende 600 en de 750 uren initiële lerarenopleiding meto.a. algemene en vakdidactiek, communicatie- enagogische vaardigheden en minstens een derdebegeleide stage.

Het vijfde jaar dat de universiteiten vroegen omhun licentiaten tot leraar op te leiden komt er niet.Maar ze krijgen wel een bijkomende financiering,100.000 frank per aggregatiestudent.

Aan de bijkomende financiering zijn voor-waarden gekoppeld. Zo moet de lerarenopleidingo.a. ondersteuning geven aan de leerkrachten uitde stagescholen, zodat een tweerichtingsverkeerde kwaliteit van de opleiding én de stagescholenkan verhogen. ■

• Het beleidsvoorstel De Lerarenopleiding: een nieuweuitdaging, een nieuwe kans kunt u aanvragen bij hetCID - Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - + 02- 219 18 00.• Op het beleidsvoorstel kunt u tot midden decemberschriftelijk reageren: Luc Van Den Bossche - Vlaamsminister van Onderwijs - RAC - Arcadengebouw - Blok F- 6e verdieping - 1010 Brussel - fax 02-210 62 23.• De onderwijsminister doet intussen een ronde doorVlaanderen om het beleidsvoorstel aan het veld voor testellen. U kunt nog op 6/12 naar de Universiteit Gent -Auditorium 2 - Ledeganckstraat 35 - 9000 Gent en op9/12 naar de VUB - Auditorium QA - Pleinlaan 2 - 1050Brussel - telkens om 20 u.

Een kleuterleider kan onder-wijzer worden.

Page 14: Klasse voor Leraren 50

14 KLASSE NR.50

J O U R N A A L

HOBU. De sociale toelagen worden ver-algemeend voor alle HOBU-studenten.Met een bedrag van 3000 frank perstudent wordt de basis gelegd voor deuitbouw van een degelijk net van socia-le voorzieningen in het hoger onderwijsbuiten de universiteit.

Verzekerd. De begroting 1995 geeft waar-borgen om de CAO-onderwijs te vol-tooien. De administratieve omkaderingverbetert. De kleuterleiders, kinderver-zorgers en directies basisonderwijs krij-gen een hoger loon. Bijkomende tewerk-

Meisjes. België staat in de top vijf van de wereld voor hetonderwijs aan meisjes. Samen met Frankrijk, Canada, Fin-land en Noorwegen staat ons land bovenaan. Dat blijkt uiteen recente wereldwijde studie van de Amerikaanse organi-satie Population Action International (PAI). In Afrika, Zuid-Aziëen het Midden-Oosten blijven te veel meisjes ongeschoold.Dat leidt tot onwetendheid, hogere geboortecijfers en meerziekte en armoede. In Tsjaad ontvangen de vrouwen gemid-deld nog geen maand scholing. In Frankrijk en Canadadaarentegen gaan vrouwen gemiddeld 11 jaar naar school.

stellingsmaatregelenzijn verzekerd, voor-

al in het kader van de zorgverbreding inhet kleuter- en lager onderwijs.

Vierdaagse week. Sinds het begin vanhet schooljaar experimenteert het kleu-ter- en lager onderwijs in Frankrijk metde vierdaagse schoolweek, zonder ver-lies van lesuren. Meer dan een miljoenFranse leerlingen gaan op maandag endinsdag naar school, hebben de helewoensdag vrij, trekken op donderdagen vrijdag weer naar de klas en begin-nen dan aan het weekeinde. In Frank-rijk is zaterdag voor de andere leerlin-gen nog een gewone schooldag. In eenopiniepeiling zegt echter drie vierde vande ouders ook voorstander te zijn van devrije zaterdag. In ruil daarvoor mogende vakanties worden ingekort.

Talenkennis. De cursussen Frans in hethoger onderwijs, HOBU en universiteiten,sluiten niet genoeg aan bij de dagelijkseparktijk in het bedrijfsleven. Twee derdevan de studenten zijn best tevreden overhun cursussen en vinden zich goed voor-bereid op het beroepsleven. Debedrijven denken daar andersover. Ze leggen bij hun selectieminder het accent op de vak-technische kennis dan op so-ciale vaardigheden, algeme-ne ontwikkeling en talenken-nis. Veel sollicitanten vallenaf door een gebrek aan talen-kennis, vooral van het Frans.Dat is te wijten aan de tradi-tionele aanpak van de docen-ten. Dat zijn meestal romanis-ten die nooit een specifieke bij-scholing volgden over le fran-çais des affaires. Ze doceren uit-sluitend algemene woorden-schat en grammatica. Aan vak-gerichte aspecten als vakjar-gon, vergaderen, telefonerenen brieven schrijven bestedenze weinig tijd. Dit zegt prof.Paul Verluyten van het Universi-tair Centrum Antwerpen in eenonderzoek.

Geteld. Vorig schooljaar tel-de het voltijds onderwijs van

de Franse Gemeenschap 903.500 leer-lingen. In het kleuteronderwijs zaten168.751 kinderen, in het lager 316.670,in het secundair 347.745 en 70.334 stu-denten in het hoger onderwijs buiten deuniversiteit. De Vlaamse Gemeenschaptotaliseert voor het basis en secundaironderwijs 1.091.970 leerlingen. Het HOBUheeft 90.925 studenten. Samen zijn dat1.182.895 leerlingen.

Extra-leraars. In het Nederlandstaligonderwijs in Brussel is één kleuter op devier en één leerling van de lagere schoolop de zeven van niet-Europese oorsprong.Het aandeel van leerlingen van niet-Europese gezinnen neemt toe. De helftvan de kinderen die in Brussel geborenworden zijn namelijk van migranten-origine. Het is dan ook logisch dat meervan die kinderen de Vlaamse scholenbevolken. Sommige migranten denkendaarnaast dat het kleinschaliger Vlaamsonderwijs in Brussel kwalitatief beter isdan het Franstalige. Voor de begelei-ding van die kinderen zijn er zowathonderd extra-leraars aangetrokken.

Ouders als consumenten. In Vlaande-ren worden jaarlijks 278.000 kinderenvan drie tot twaalf jaar opgevangenvóór en na de schooluren. Die opvanggebeurt vaak op school, een gevolgvan een bikkelharde concurrentiestrijd.Maar soms kunnen scholen deze taakniet aan. Het gebeurt nog altijd datbepaalde scholen alle kinderen, de klei-nen en de groten, in een te kleine stu-diezaal samenzetten. In september 1991begon Vlaanderen centra voor buiten-schoolse opvang op te richten. Op éénof meerdere centrale punten in een ge-

meente vangen die leerlingen van ver-schillende scholen op. Om de kwaliteitvan deze opvang op te krikken richtteKind en Gezin een kwaliteitscommissieop. Die moet criteria opstellen waar-aan de voorzieningen moeten beant-woorden willen ze in aanmerking ko-men voor erkenning en subsidie. Nubevindt Vlaanderen zich ergens in demiddenmoot wat buitenschoolse op-vang betreft. Maar de betrokkenheidvan de ouders scoort slecht. Die stellenzich te veel op als consument. In Frank-rijk slaan de ouders bijvoorbeeld viaeen beurtrolsysteem en beroepskrach-ten de handen in elkaar.

Vissers. Er wordt nu een volwaardigsecundair zeevisserij-onderwijs uitge-bouwd. De huidige drie scholen uit ver-schillende netten zijn bereid om vanaf 1september 1995 hun bevoegdheid tothet organiseren van zeevisserij-onder-wijs over te dragen aan de provincieWest-Vlaanderen. Die zal het Provin-ciaal Maritiem Instituut oprichten.Waar voordien in dit onderwijs alleeneen eerste en een tweede graad tech-nisch onderwijs werden aangeboden,voorziet de huidige afspraak in de op-richting van een derde graad. Ook hetontbreken van beroepsonderwijs wordtongedaan gemaakt. De nieuwe struc-tuur omvat een tweede graad voltijdsberoepssecundair onderwijs, aangevuldmet een derde graad deeltijds onder-wijs.

Spijbelen. Het aantal leerlingen dat weg-blijft van school neemt vooral in de grotesteden schrikbarend toe. Een onderzoekin opdracht van de Interministeriële Con-

ferentie voor Migrantenbeleidbracht aan het licht dat inBrussel de kwaal dubbel zoerg is in de Franstalige secun-daire scholen dan in de Ne-derlandstalige. Spijbelen isnochtans geen specifiek mi-grantenprobleem. Dit belet nietdat in het Nederlandstalig on-derwijs van de hoofdstad dehelft van de scholen met meerdan gewone afwezigheidspro-blemen te kampen hebben.In het ergste geval komt ge-middeld één leerling op detien niet opdagen. In het Fran-stalig onderwijs blijft op deschool met de meeste afwezig-heden een derde van de school-banken het hele jaar leeg.

Zonder werk. In de VlaamseGemeenschap zitten momen-teel 40.076 jongeren onderde 25 jaar zonder werk. Vol-gens de RVA is dit een dalingvan 8␣ % in vergelijking metvorig jaar. ■

Page 15: Klasse voor Leraren 50

IDEE

VIJF JAAR KLASSEDit tijdschrift bestaat vijf jaar. Dat ismaar mogelijk geweest dankzij de en-thousiaste steun van u, beste lezer. Daar-om bouwen we geen feestje in Brusselmaar nodigen we u uit op feestelijke acti-viteiten overal in het land. Zo’n 10.000lezers kunnen daaraan gratis deelnemen:een film, een theatervoorstelling, een concert,een bezoek aan de ruimte of de sterren,een kunsttentoonstelling, het schoolmu-seum, de bomen in, de leukste cartoonsuit KLASSE of een etentje voor twee in eenhotelschool in de buurt... u zegt het maar.Meer uitleg vindt u op p. 18 en 19. De uitte knippen feestbons staan op p. 35.Verjaren is leuker als u er bij bent!

Page 16: Klasse voor Leraren 50

16 KLASSE NR.50

ZEKER zien.

a = algemeen, b = basisonderwijs, s = secundair en hoger onderwijs

• DE BIOLOGIE VAN DE MENS aVan de cel (een reuzecel, met de microscoop allerlei cellenbekijken, wat doen cellen?) via het skelet (beenderen, spieren,bloedsomloop) naar de «vezelmens» (spijsvertering, uitschei-ding, ademhaling en bloedsomloop. Voor kinderen is er eenspeciale ruimte om via een grote buikholte, spieren, ribben en

longen tot bij het kloppend hartte stappen.Een bezoek aan de nieuwe per-

• MERCATOR, VAN ZEEVAARDERS TOT ASTRONAUTEN: sTOT 7/1Deze tentoonstelling begint met de gegraveerde kaarten vanMercator en eindigt met de computergetekende kaarten enruimtewaarnemingen van vandaag. U ziet zo de kijk van demens op zijn wereld veranderen: kaarten stonden eerst tendienste van ontdekkers en veroveraars, nu ook van het beheervan natuurlijke rijkdommen en van het milieu.De toegang is gratis. Een rondleiding kost 1000␣ fr. (max. 20personen). De NMBS geeft kortingen van 40 tot 60␣ % als u vanbuiten de Brusselse agglomeratie komt.Koninklijke Bibliotheek Albert I - Educatieve Dienst - Kunstberg - 1000Brussel - + 02-519 53 54

• ERNST BARLACH: 18/12 TOT 26/2 sHet veelzijdige werk van beeldhouwer, schilder, graficus enschrijver Ernst Barlach (1870-1938) getuigt van de identiteits-crisis van de moderne mens in een snelveranderende wereld:angst, vertwijfeling, verlangens, wensen enz. zijn de thema’s.De toegangsprijzen: 200␣ fr.; 150␣ fr. (studenten, groepen vanminimum 15 personen en 60+), 100␣ fr. (jongeren tot 18 jaar);

50␣ fr. (klassen mits rondleiding doorde Educatieve Dienst). Kinderentot 12 jaar hebben gratis toegang.Koninklijk Museum voor Schone Kun-sten - L. de Waelplein - 2000 Antwer-pen - + 03-238 78 09

• MILIEUTECHNOLOGIE: sTOT 1/4Technologie ten dienste van hetmilieu is de ondertitel: opslag enverwerking van afvalstoffen en ge-vaarlijke stoffen; zuiveren van lucht,afval- en oppervlaktewater, grond-water en bodem; meten van ver-vuiling van lucht, water en bodem;absorptie van gassen en geluid;

gebruik van groen en energie en algemene milieuzorg (groen-voorzieningen, industriële activiteiten).De toegang is gratis. Na afspraak is zelfs het geleid bezoekgratis.KB-Technocentrum - Eiermarkt 20 - 2000 Antwerpen - + 03-202 96 30

• IK WAS TWINTIG IN ‘45: 3/12 TOT 14/5 aMeer inlichtingen over deze tentoonstelling rond WereldoorlogII (zie ook KLASSE 49 p. 18) krijgt u op het nieuwe telefoonnum-mer 02-734 27 77 - fax 02-734 36 35.Koninklijk Museum van het Leger en van de Krijgsgeschiedenis -Jubelpark 10 - 1040 Brusssel

UNICEF IN DE KLAS aBarst! Of toch liever vrienden? is de titel vande nieuwe onderwijscampagne van Unicef.De speciale folder ligt al op uw school met eenoproep om aan de actie mee te werken. In defolder vindt u een lijst van educatief materi-aal om (mee) te werken rond het centralethema Conflicten en conflictresoluties: een edu-catief boek voor leerlingen van 10 tot 15 jaar(250␣ fr.) met een handleiding voor de leer-kracht (100␣ fr.), een kinderrechtenposter (50␣ fr.),vier video-programma’s (ontlenen: elk 300␣ fr.;kopen: elk 600␣ fr.). U kunt een gratis gast-spreker op uw school uitnodigen, u kunt eengesponsorde loop- of wandeltocht organise-ren, uw leerlingen kunnen brieven schrijvennaar televisie, kranten en tijdschriften enz.Ten slotte kunt u ook de gratis catalogusinformatiemateriaal aanvragen waarin unog veel meer actiestof kunt vinden. De meestactieve klassen mogen zich «wereldklas» noe-men en kunnen deelnemen aan het jaarlijks

wereldklassenfeest.Belgisch Comité voor Unicef - Mia Versmissen -Kunstlaan 20 - 1040 Brussel - + 02-230 59 70

LEREN REKENEN bCalculus is een nieuw bordspel om te leren(hoofd)rekenen. Met zes pionnen en drie dob-belstenen kunt u uw hele klas bezighouden énhen tegelijk de vier hoofdbewerkingen bij-brengen. Het spel heeft drie moeilijkheidsgra-den (cijfers tot 10, tot 100 en tot 1000). Naongeveer 20 à 30 minuten staan de eerste driepionnen op het podium en hebben uw leerlin-gen zo’n 400 berekeningen gemaakt.Calculus verschijnt op 15 november in vier taal-versies (Nederlands, Frans, Engels, Duits) enkost 920␣ fr., BTW, verzendingskosten en hand-leiding voor de leerkracht inbegrepen. Bij be-stellingen van 4 spellen of meer betaalt u nog820␣ fr. per spel. Graag schriftelijk bestellen.Roudes - Keizer Karellaan 343 - 1080 Brussel - + 02-468 09 10

manente tentoonstelling vindt het best plaats onder begelei-ding van de educatieve dienst. De leerlingen krijgen een aange-paste inleiding en gaan dan met invulbladen aan de slag. Ditprogramma is gratis voor scholen uit de Gentse agglomeratie.Andere scholen betalen 40␣ fr. per leerling. Een invulblad kost5␣ fr. En als leerkracht kunt u altijd eens gratis komen kijken wathet museum te bieden heeft.Schoolmuseum Michel Thiery - St. Pietersplein 14 - 9000 Gent - + 09-222 80 50

• SIERKUNSTEN IN DE NEDERLANDEN: TOT 18/6/95 aHouten beeldsnijkunst en stenen beeldhouwkunst, een ma-quette van een 16de-eeuws huis, voorwerpen uit tin enkeramiek, originele tapijtfragmenten, kostuums enz.geven een indruk van de sierkun-sten in de Nederlanden tijdens deBourgondische en Habsburgse pe-riode. Voor één keer is het mottoniet: Vingers af! In deze unieketentoonstelling in het Museum voorBlinden mag de bezoeker immersalles aanraken. De voorwerpenworden wel alleen voor blinde enslechtziende bezoekers uit de vitri-nes gehaald. Reserveren dus!De toegang is gratis (geleidehon-den toegelaten). Rondleidingen zijngratis voor blinden en slechtzien-den. Ziende klasgroepen betalen700␣ fr. voor maximum 15 leerlingen.Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis - Museum voor Blinden- Jubelpark 10 - 1040 Brussel - + 02-741 72 14

• BEWEGENDE REUZENINSECTEN: TOT 2/4 aDe reuzeninsecten van het Koninklijk Belgisch Instituut voorNatuurwetenschappen (zie ook KLASSE 47, september 94, p. 17)zijn een reuzesucces. De telefoon van de Educatieve Dienstrinkelt vaak tevergeefs omdat alle medewerkers elders bezigzijn, bijvoorbeeld met het rondleiden van groepen. Er is echterook een infolijn waar u dag en nacht terug kunt voor alleinformatie over deze tentoonstelling: + 02-627 42 38.KBIN - Educatieve Dienst - Vautierstraat 29 - 1040 Brussel - + 02-627 42 47

Page 17: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 17

SERVICE a• UPSTAIRS-DOWNSTAIRSKADOC organiseert in het najaar van 1995een tentoonstelling over het dienstpersoneelin Vlaanderen (1815-1995). Het centrum isnu op zoek naar foto’s, prenten, huishoud-boekjes, gedichtjes, memoires enz. over de werk-omstandigheden van het dienstpersoneel (man-nen en vrouwen, bij adel en burgerij enz.). Ookmateriaal over voedsters, gezelschapsdamesen gouvernantes is meer dan welkom.Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum - Vla-mingenstraat 39 - 3000 Leuven - + 016-28 35 00

• VAKBEURS VOOR LEERKRACHTENOp Didacta 95 (20 tot 22/2 in Düsseldorf) vin-den leerkrachten van kleuteronderwijs tot uni-versiteit een antwoord op hun pedagogischevragen. Op het programma: tentoonstellingvan pedagogische middelen, voordrachten,discussies... Een apart luik toont de bestaandevormen van multimediale communicatie on-der de noemer Multimediale leerwereld.Info: Speybrouck bvba - Meersakkerstraat 4 - 9070Heusden - + 09-355 84 19

• GEDETACHEERDE GEZOCHTGezocht voor onmiddellijke indiensttreding:een vastbenoemd leerkracht, jonger dan 40jaar, met belangstelling voor klassieke mu-ziek.Jeugd en Muziek Vlaanderen vzw - Koningsstraat 10- 1000 Brussel - + 02-507 84 35

WERELDKLAS bDe Baobab wereldklas brengt in een totaalpro-gramma een stukje Afrika in beeld voor leer-lingen van de basisschool. Er zijn actieve spe-len (kwis, zoektocht enz.), ruimte tot confron-tatie en verkenning (theeceremonie, Turksewinkel enz.) en een atelier om zelf aan de slagte gaan (koken, muziek spelen, zingen en dan-sen enz.).U kunt deelnemen in groepen van 20 leerlin-gen in drie leeftijdsgroepen: derde kleuterklas,eerste graad en derde graad. De programma’svoor de tweede graad starten pas in oktober’96. Om uw bezoek voor te bereiden krijgt ueen lesmap en -koffer. U betaalt 3000␣ fr. perklas of 5000␣ fr. als de klas in tweeën wordtgesplitst.Nieuw dit schooljaar is een vormingsprogrammavoor leerkrachten met verschillende onder-werpen, van Afrikaanse dans tot discussie overhet migrantendebat in België. Volgende zomergaat de Baobab Wereldklas dan met enkeleleerkrachten naar Gambia om er scholen enprojecten te bezoeken. Misschien wilt u welmeereizen? Of wilt u gewoon het vormingspro-gramma volgen? Dat kan ook.Baobab wereldklas - Nieuwstraat 70 - 9100 Sint-Niklaas - + 03-777 20 15 (woensdag van 14u. tot16u.)

OUDERS aDe Educatieve Vereniging voor Ouderwerking inhet Officiëel Onderwijs (EVO) probeert een brugte vormen tussen kinderen, ouders, school-team en beleid. Er is een maandelijkse en eenviermaandelijkse publikatie, er is een docu-mentatiecentrum, er zijn actiedagen (bv. op22/10 in Gent over drugbeleid en drugpreven-tie) en er zijn info-avonden in de scholen diedaar om vragen. Zo kunt u bijvoorbeeld een

avond organiseren voor ouders en leerkrach-ten rond (jeugd)literatuur, agressie bij kinde-ren, pesten op school, verslaving, sociaal ge-drag van kinderen, leren studeren enz.EVO - Schoonmeersstraat 26 - 9000 Gent - + 09-222 86 73

THEATER OP SCHOOL a• Magda Van der Aa en André Biesemans bren-gen Ik heb OOK geen pretentie, eigentijdspoëzietheater met gedichten van Guy Didelez.Dit programma voor 10- tot 14-jarigen (ofouder) duurt 60 minuten voor maximum 100leerlingen tegelijk. De acteurs blijven even-tueel beschikbaar voor een nabespreking; ookeen gesprek met de auteur is mogelijk.Playwatercompagnie vzw - Diane Van der Aa - cc deoude pastorie - Kerkstraat 24 - 1880 Kapelle o/d Bos- + 015-71 02 53 (kantooruren) of + 015-71 0097 (na kantooruren)• PasParToe brengt zes vertel- en poëziepro-gramma’s. Voor 8- tot 12-jarigen: GebroedersLeeuwenhart (60 min.; max. 250 leerlingen)en Klein Duimpje (60 min.; max. 200 leerlin-gen). Voor 12- tot 15-jarigen: De theepot en dezebra (poëzie; 55 min.; max. 150 leerlingen).Voor 14-plussers: Touche pas! (60 min.; max.200 leerlingen). Voor 16-plussers: Dingen dieniet overgaan (75 min.; max. 250 leerlingen)en Grijs, blauw, groen (75 min.; max. 200leerlingen).PasParToe Produkties vzw - Nitterveldstraat 9 -9681 Maarkedal - + 055-20 72 07• Speels brengt Mouchette van Arne Sierensvoor leerlingen van de eerste en tweede graadsecundair onderwijs. Arsène, een wat rare man,probeert binnen te dringen in het leven vaneen 14-jarig meisje, dat leeft in een eigen we-reldje van fantasie en leugens.Theatergezelschap Speels vzw - Lode Dosfellei 38 -2640 Mortsel - + 03-440 64 96• De Mus brengt vier produkties voor het secun-dair onderwijs: Splinters en balken (over pes-ten; 50 min.; max. 200 toeschouwers uit 1ste,2de en 3de jaar); Alles op alles (over puberteit;45 + 25 min.; max. 200 toeschouwers uit 1ste,2de en 3de jaar); ‘t Gaat wel over (over waar-den en schijnwaarden; 50 + 30 min.; max. 200toeschouwers uit 3de, 4de, 5de en 6de jaar);Jeugdbrand (over relatiebekwaamheid; 50 min.;max. 100 toeschouwers uit 5de en 6de jaar).Theaterwerkgroep De Mus vzw - Hof ter Beke 1 -2018 Antwerpen - + 03-238 42 60• Wilfriede Bruienne brengt de monoloog Overde afwezige Goethe van Peter Hacks. Charlottevon Stein vertelt haar echtgenoot over haar 10jaar durende relatie met de beroemde dichter.Voor schoolvoorstellingen (derde graad secun-dair onderwijs) is er een gratis documentatie-map beschikbaar. Ook nabesprekingen metde actrice zijn mogelijk.Wilfriede Bruienne - Pretersberg 1 - 2820 Rijmenam- + 015-51 29 81• Het Speelteater speelt een originele bewerkingvan The Wizard of Oz (Oz, De Wijze) met o.a.Jeanne Pennings en Ineke Nijssen (uit Onvoor-ziene Omstandigheden). Er zijn dagvoorstel-lingen van 9 tot 13 januari om 14 u. Voor deprecieze data van de avondvoorstellingen (tussen17 december en 8 januari) belt u best naar hetSpeelteater.Speelteater - Blekerijstraat 50 - 9000 Gent - + 09-233 70 00

CLAUS 65 sIk was 17 jaar oud en eenauteur is een «literaire video-confrontatie» voor leerlingenvan de derde graad secundaironderwijs en voor het peda-gogisch hoger onderwijs. Ineen eerste lesuur speelt actriceSuzanne Saerens met behulpvan een interactieve video eencollage van een veertigtal Claus-werken (proza, poëzie, toneelén schilderijen), vooral per-soonlijke herinneringen vanClaus aan kostschool, fami-lie, lief en poëzie. Voor hettweede lesuur hebt u de keu-ze: een dialoog met de leer-lingen over de behandeldethema’s, op video de centralethema’s in de schilderijen vanClaus zoeken of een spelses-sie opbouwen onder het mot-to Claus speels spelen. Met dehandleiding voor de leerkrachtClaus in de klas (van de handvan prof. Decreus van de RUG)kunt u nog enkele bijkomen-de lessen aan dit onderwerpbesteden.Aan elke sessie (twee lesuren)in uw eigen school kunnen tot100 leerlingen deelnemen (van-af 60 leerlingen is een podiumaangewezen). Eén sessie kost11.000␣ fr., twee sessies 19.000␣ fr.Kaleidoscoop vzw - Berggat 2 -9890 Semmerzake - + 09-38477 84

GRATIS SERVICE aStel dat u al jaren op zoek bentnaar die ene studiegenoot ofcollega van toen. Of u wilt opeen of ander vlak ideeën uit-wisselen, contacten leggen enz.KLASSE komt elke maand doorde voordeur binnen bij alle150.000 Vlaamse leerkrachten.Deze rubriek staat (gratis) openvoor u.Schrijf naar KLASSE-SERVICE - Ko-ningsstraat 138 - 1000 Brussel

Page 18: Klasse voor Leraren 50

Een exclusieve rondleiding in het schoolmuseumDe geur van bruine zeep, brillantine en snuiftabak: een authentiek schoolgebouw uit 1901, volledig ingericht als schoolmuseum. In dezes oude klaslokalen wandelt u door de geschiedenis van ons onderwijs. Veerle Bultereys zorgt twee keer anderhalf uur voor een exclusieverondleiding in de «School van toen». Een boeiende confrontatie. Gratis voor 50 lezers met hun partner.• zaterdag 14 januari om 10.30 u. • zondag 22 januari om 10.30 u.De School van Toen - Historisch Archief- en Documentatiecentrum - Klein Raamhof 8 (nabij Poel) - 9000 Gent - + 09-225 29 03

Eigentijdse kunst:De Kunstbank

Mark groet de dingen... heet het nagelnieuw project van DeKunstbank. Het is bedoeld voor leerlingen van de tweede enderde graad secundair onderwijs en is beschikbaar voor deVlaamse scholen tot mei ’97. Aan het vorig project namen76.000 scholieren deel. En de reacties waren enthousiast. Dat ligtvooral aan de originele aanpak van De Kunst-bank. Daardoor wordt eigentijdse kunstvoor iedereen echt toegankelijk.In de nieuwe tentoonstelling ziet u aller-lei bijzondere voorwerpen (bekers, sculp-turen, stoelen...). Dankzij de modernetechnologie van foto-CD worden erverrassende verbanden gelegd. Bovendienzit er ook een live-theatervoorstellingin waarin objecten worden gebruikt.Wij nodigen 150 lezers uit op eenavant-première voor dit bijzonder ge-beuren. We verwachten u op zater-dag 21 januari om 15 u. in Brussel. Hetprecieze adres zal op uw uitnodigingstaan. U krijgt dan een exclusief geleid bezoek aan de tentoon-stelling én een theatervoorstelling.De Kunstbank vzw - Vaartstraat 30 - 3000 Leuven - + 016-23 31 23

1000 lezers naarde sterren van

het EuroplanetariumHet unieke planetarium van Genk nodigt de lezers van KLASSEuit voor een onvergetelijk bezoek aan de grootste kunstmatigesterrenhemel van het land. In het speciale programma De stervan Betlehem gaan we op zoek naar het échte verhaal van diemysterieuze ster. Een verrassende kennismaking met de com-putergestuurde sterrenwereld van het Europlanetarium. Uvindt er trouwens een ruim educatief aanbod voor lager ensecundair onderwijs met o.a. een observatorium, een plane-tenpad, een geologische tuin en talrijke combinatiemogelijk-heden voor andere uitstappen in de buurt.500 lezers van KLASSE mogen (samen met hun partner) gratisnaar één van de voorstellingen tussen 9 december en 7 januari.

Telkens op woensdag (15 u. en 16.30 u.), vrijdag (20 u.)en zondag (15 u. en 16.30 u.).U reserveert zélf telefonisch uw plaatsenvoor datum en uur van uw keuze. Uvermeldt gewoon dat u lezer bentvan KLASSE. Bij uw bezoek zelf geeft ude bon op p. 35 ingevuld af aan dekassa. U krijgt dan twee gratis toe-gangskaarten voor een feestelijke reisnaar de sterren.

1000 lezers naarde film: Taxandria

Aan TAXANDRIA heeft Raoul Servais tien jaar gewerkt. De filmopende onlangs het Filmfestival van Vlaanderen in Gent enwordt weldra door de Kinepolis Group uitgebracht in heelVlaanderen. Het is een indrukwekkende combinatie van ani-matie- en live-opnamen. De verdeler geeft ter gelegenheid vanVIJF JAAR KLASSE onderwijzend Vlaanderen de kans om gratismet deze bijzondere film kennis te maken.500 lezers van KLASSE krijgen een ticket voor twee personenom TAXANDRIA te gaan bekijken. De film wordt in de Vlaamsebioscopen uitgebracht eind januari, begin februari. Stuur debon op p. 35 ingevuld op. De 500 eerste inzenders krijgen danthuis een ticket voor twee personen dat geldig is in allebioscopen van het land waar de film loopt. Een feestelijkefilmavond!

Een verrassingsmenuin de hotelschool

In elke provincie schuiven vijf lezers (samen met hun partner)gratis aan tafel voor een feestelijk verrassingsmenu ter gelegen-heid van VIJF JAAR KLASSE. Daarvoor werken we samen met vijfhotelscholen die bijzonder fier zijn op het werk vanhun leerlingen.Als u de bon op p. 35 opstuurt, pikt de onschuldigehand wellicht u er uit om deel te nemen aan ditculinair festijn. De precieze datum zal nadien opuw persoonlijke uitnodiging worden vermeld.Aan u de keuze:• Antwerpen: Stella Marisinstituut (Merksem)• Limburg: Vrij Technisch Instituut Ter Hercke(Herk-de-Stad)• Vlaams-Brabant: Hoger Instituut van het Ge-meenschapsonderwijs (Wemmel)• Oost-Vlaanderen: Stedelijk Technisch InstituutTwee Bruggen (Gent)• West - Vlaanderen: Hotelschool Ter Duinen(Koksijde)

18 KLASSE NR.50

Page 19: Klasse voor Leraren 50

2000 lezers naarde ruimte van hetEuro Space Center

Met de hele familie de ruimte in: het ruimteveer, het holorama,de show scan enz. Het Euro Space Center in het Waalse Redunodigt 2000 lezers uit om gratis kennis te maken met de wereldvan de ruimtevaart.U krijgt er o.a. vier spectaculaire filmvoorstellingen, een aange-paste rondleiding in het hele centrum en een volledige docu-mentatiemap. De professionele begeleiders nemen u ook meeachter de schermen van de ruimteklassen die leerlingen van 10tot 14 jaar in het centrum kunnen volgen. Daarin verwerven zeop een creatieve manier wetenschappelijke kennis en vaardighe-den om in groep problemen te analyseren en te verwerken. Zoontwikkelen ze zelf een volledig gesimuleerde reis met de SpaceShuttle, bouwen een microraket, trainen op de moonwalk enz.Een ruimteklas van drie dagen kost ongeveer 5000␣ fr. Maarleerkrachten die nu het centrum bezoeken krijgen dit heleschooljaar nog 10␣ % korting voor hun hele klas op alle prijzenvan het Euro Space Center (van een gewoon bezoek tot allesoorten stages). Uiteraard verloopt alles er in het Nederlands.De gratis uitnodiging geldt voor zater-dag 7 of zondag 8 januari 1995. Uit-sluitend voor leerkrachten van de tweelaatste jaren basisonderwijs en deeerste graad secundair onderwijs. Stuurde bon op p. 35 naar het Space Center.Er ligt dan op 7 of 8 januari een gratistoegangskaart klaar voor het hele ge-zin. Per dag ontvangt het centrumzo’n duizend genodigden.Wie niet bij de gelukkigen is, krijgtdaarvan een bericht en ontvangt tochnog een informatiepakket. Klaar vooreen feest in de ruimte?Euro Space Center - Rue devant lesHêtres 1 - 6890 Transinne - + 061-65 64 65 - Hetcentrum is elke dag geopend van 10 u. tot 17 u. Het ligt vlak naastde autosnelweg E411, uitrit 24

De Blauwe Maandagen Carmina Burana

in de VelinxHet feest voor VIJF JAAR KLASSE wordt ingezet in het nieuwstecultureel centrum van het land: DE VELINX in TONGEREN. Eenschitterende accomodatie waarmee u zeker kennis moet ma-ken. U ziet er het hele jaar door het beste van alle vormen vantheater, dans, muziek, kunst en cultuur. Boeiend voor leer-krachten én leerlingen.100 lezers krijgen een exclusieve uitnodiging om samen methun partner één van de twee volgende feestelijke voorstellin-gen bij te wonen. U wordt vóór de voorstelling apart ontvan-gen (met een inleiding en een drankje). Vul snel de bon in p. 35.• THEATER: De Blauwe Maandag Compag-nie: O’Neill (woensdag 14 december).Een virtuoze scheldpartij rond het levenvan de Amerikaanse schrijver Eugene O’Neill.Een stuk van Lars Norèn in regie van LucPerceval. De voorstelling duurt van 20.30u. tot 24 u. Afspraak voor de ontvangstom 19.30 u.• CONCERT: Het internationaal ensem-ble Barocco Locco: de oorspronkelijkeversie van de Carmina Burana (zaterdag17 december).Heerlijke middeleeuwse muziek, o.a. ge-baseerd op liederen van zwervende studenten uit de 13deeeuw. U hoort voor één keer niet de versie van Carl Orff, maarwel de oorspronkelijke tekst en muziek, op middeleeuwseinstrumenten en met zangers van de Aachener Bachverein.Afspraak voor de ontvangst om 19.30 u.Meer informatie over het aanbod van deze nieuwe cultuurtempel:De Velinx - Dijk 111 - 3700 Tongeren - + 012-39 38 00

Met Outward Boundde touwen in

Zin in een uitdagende prestatie? De eigen grenzen verkennen?Dat kan met Outward Bound. Vijfhonderd lezers krijgen eenenige kans om (eventueel samen met partner of collega) gratiskennis te maken met de activiteiten van Outward Bound, CityBound en het uitdagend touwenparcours hoog in de bomenvan Westmalle (zie foto’s in KLASSE, september ’94). Deuitnodiging is vooral interessant voor leerkrachten die latereventueel nog eens willen terugkomen met hun leerlingen(hoger secundair en hoger onderwijs), met hun collega’s of eenandere groep waarvan ze deel uit maken. Ukrijgt ter plaatse een overzicht van allemogelijkheden. Met de bon op p. 35 kuntu inschrijven voor vier mogelijke data: 14,15, 21 of 22 januari. De sessies gebeurenin groepen van 15 personen en duren drieuren. Sportieve kledij is wel nodig. Op uwdefinitieve inschrijving zal ook vermeldstaan of u in de voor- of namiddag kuntkomen. U wordt verwacht in Heibrand(Westmalle). Ongetwijfeld een activiteitdie u niet snel zult vergeten.Outward Bound - Kapucijnenvoer 217 -3000 Leuven - + 016-23 51 72

De beste cartoonsuit KLASSE

Hoe zeer wij ook ons best doen om zinnige dingen te schrijven,we slagen er niet in de cartoonist van het veld te spelen. Veellezers melden ons dat ze de cartoons in KLASSE het leukstvinden. Ze worden zo te zien trouwens duchtig gekopiëerd inschoolbladen, personeelsmededelingen en leerlingentijdschriften.Cartoonist Dirk Vercampt werkt nauw samen met de redactie enwas er ook al bij van in het begin. Daarom hebben we voor VIJF

JAAR KLASSE de tien beste cartoonsovergedruktop postkaar-ten en origi-neel verpakt.Wie de feest-bon op p. 35invult maakt veelkans op zo’n set.We hebben ervoor u 5000 in-gepakt en klaargelegd.

KLASSE NR.50 19

Page 20: Klasse voor Leraren 50

20 KLASSE NR.50

ZEKER lezen.

KINDEREN EN TELEVISIE aDe Vakgroep Onderwijskunde van de UniversiteitGent ontwikkelt een vormingspakket waarmeeuw leerlingen kritischer televisie leren kijken.Televisie kijken is niet vanzelfsprekend slecht, erzijn immers ook positieve aspecten. Kinderenmoeten leren omgaan met televisie en de eigentaal ervan leren. De school is hiervoor belangrijk.De onderzoekers zoeken leerkrachten die rondtelevisie-opvoeding initiatieven hebben geno-men en/of werkinstrumenten hanteren. Con-crete vragen zijn: Doet u expliciet aan televi-sie-opvoeding? In welk leerjaar? Hoe organi-seert u de activiteiten? Welke leer- en vor-mingsmiddelen gebruikt u? Werkt u samenmet andere instanties? Welke resultaten heb-ben uw inspanningen? Hoe reageren uw leer-lingen (is er een effect)?Vakgroep Onderwijskunde - RUG - Piet Buyse - H.Dunantlaan 2 - 9000 Gent - + 09-264 64 00

PRATEN OVER THEATER sEntrepot is een reeks lezingen en gesprek-ken over theater, speciaal voor laatstejaarssecundair onderwijs en studenten hoger on-derwijs maar ook voor andere theaterfreaks.Deze lezingen van het Kaaitheater vinden plaatsin het Lunatheater (Sainctelettesquare 20 -1210 Brussel) of in de Studio’s (O.L.V. vanVaakstraat 83 - 1000 Brussel). De toegang isgratis. Op het programma (telkens om 19u.): 15/12 Geert Lernout spreekt over JamesJoyce (Studio’s); 12/1 Eric De Kuyper praat metChantal Akerman (Lunatheater); 23/3 gesprekmet Josse De Pauw (Lunatheater); 6/4 BartCassiman interviewt Stefan Hertmans (Studio’s);13/4 Dieter Lesage spreekt over namen noe-men (Studio’s).Kaaitheater - Akenkaai 2 - 1210 Brussel - + 02-201 58 58 - reserveren voor Entrepot: + 02-20159 59

ALGEMEEN a• LEIDER IN DE KLASEen praktijkboek over groepen leiden: Welke positie kies ik?Hoe bepaal ik mijn houding? Hoe kan ik beïnvloeden? Welkeuitdagingen moet ik beantwoorden?Groepen leiden en begeleiden - Guus van Lente - Het Spectrum/

Standaard Uitgeverij - + 03-239 5900 - 277 blz. - 695␣ fr.

• RELATIONELE VORMINGEr is een groot aanbod leermiddelen rond relationele en seksu-ele vorming, maar waar vind ik het? Een nieuwe materialen-map beschrijft ruim 400 leermiddelen.Relationele en seksuele vorming, een overzicht van leermiddelenvoor onderwijs en vormingswerk - Dirk Pyck (samensteller) - CGSO -Meersstraat 138B - 9000 Gent -+ 09-221 07 22 - 400␣ fr. + ver-zendingskosten

• FILMBOEKEN IN AANBIE-DINGDé klassieker van Paul Geens,Naslagwerk over de Vlaamsefilm (1920-1987) bespreekt allelange films en geeft een bio-grafie van de regisseurs. DeHandleiding voor scenaristen(Bloch, Fadiman en Peyser) isde uitgeschreven versie vande beroemde cursus van 1979.CIAM vzw - Martelarenplein 21 -1000 Brussel + 02-218 10 66 -Naslagwerk: 795 blz. - 800␣ fr. -aanvulling in voorbereiding - Hand-leiding: 874 blz. - 2200␣ fr.

BASISONDERWIJS b• SCHOOLONTWIKKELINGOok basisscholen moeten steedsbereid zijn tot verandering: denieuwe trend is meer zelfstan-digheid voor de school. Ditboek introduceert een analyse-model om de veranderingsca-paciteiten van uw school te vergroten en uw schoolbeleid vormte geven.De basisschool binnen bereik - P. Windhoud & N. Lagerweij - GarantUitg. - + 016-25 31 31 - 123 blz. - 440␣ fr.

• GEDICHTEN VAN VERREZeven Nederlandstalige jeugdauteurs vertaalden werk van der-tien Caribische dichters en lukten er daarbij in om het eigene

van de Caribische wereld en taalgebruiken te bewaren. Er is ookeen lesbrief (derde graad lager onderwijs en eerste graad secun-dair onderwijs).Een Caribisch dozijn - John Agard & Grace Nichols (samenstellers) -Lâle/Davidsfonds/infodok - + 016-22 87 44 - 93 blz. - 599␣ fr.

• NATUUR DOE-BOEKHiermee kunnen kinderen vanaf 10 jaar dieren en plantenvinden en observeren, een vlinderparadijs maken of kikkerskweken. Mét observatieschaaltje, pincet, insectenzuigertje, ver-grootglas enz.Kijken naar de natuur - Paul Sterry - Uitg. Clavis - + 011-87 25 44 -18 blz. + materiaal - 795␣ fr.

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• DE BERGENMateriaal voor een vakover-schrijdend project voor de der-de graad rond milieu-educa-tie in de Westvlaamse heu-vels. De leerkracht krijgt eengratis handleiding met prakti-sche tips, achtergrondinformatieen de antwoorden bij de op-drachten in het leerlingenboek.De Bergen - Milieu-educatie inde Westvlaamse heuvels - Pro-vincie West-Vlaanderen - K. Leo-pold III-laan 41 - 8200 St. Andries- + 050-40 31 11 - 50␣ fr.

• DICHTERS TEGEN RACIS-MEBekende dichters en zangersen onbekende jongeren schre-ven gedichten tegen racisme.Het Jongerenkomitee Tegen Ra-cisme (Pajottenland) maakte ereen dik boek van en zorgdevoor een pedagogische mapvoor leerkrachten om het in deklas te gebruiken.Wie nu nog zwijgt moet alles

vrezen - Dichters tegen racisme - Uitg. EPO - + 03-218 52 21 - 216 blz.- 550␣ fr. - pedagogische map: 150␣ fr.

• DRUGS OP SCHOOLEVOcatief brengt een speciaal nummer met het verslag van deactiedag Ouders, drugs, school: een driehoeksverhouding. U kuntde brochure gratis aanvragen (enkel 4 postzegels van 16␣ fr.insluiten voor de verzendingskosten).EVO vzw - Schoonmeersstraat 26 - 9000 Gent - + 09-222 86 73

Page 21: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 21

WEDSTRIJDEN• PRIJS VOOR BIOLOGIE J. KETS sLeerlingen uit de hoogste klas van de door-stromingsafdelingen secundair onderwijs kun-nen meedingen naar de biologieprijs J. Kets.De kandidaten moeten hun begrip van enliefde voor de natuur bewijzen aan de handvan een originele studie. In hun vrije tijdmaken ze alleen (of in een groep van maxi-mum drie leerlingen) een werk over een on-derwerp uit de biologie in de ruimste zingenomen. Enthousiasme voor de levensver-schijnselen zal hierbij sterker gekwoteerd wordendan boekenwijsheid of het gebruik van ge-specialiseerde apparatuur.De werkstukken moeten ten laatste op 15april toekomen bij de Opvoedkundige Dienstvan de Koninklijke Maatschappij voor Dierkun-de - Koningin Astridplein 26 - 2018 Antwerpen -+ 03-231 16 40. De prijsuitreiking volgt inseptember. De Prijs J. Kets bedraagt 25.000␣ fr.voor elke taalrol van het officieel en het vrijonderwijs.F. Van Esch, inspecteur & secretaris van de Prijs J.Kets - Ambroossteenweg 144 - 1981 Zemst-Hof-stade

• NATUUR EN WETENSCHAP 1995 sLeerlingen van de vier laatste jaren van hetsecundair gemeenschapsonderwijs (individueelof in groepjes van maximum drie leerlingen)houden een wetenschappelijke uiteenzet-ting over een onderwerp naar keuze (biolo-gie, ecologie, chemie, archeologie...). De uit-eenzetting duurt 12 à 15 minuten. De kandi-daten mogen gebruik maken van didacti-sche en visuele hulpmiddelen en de voorkeurwordt gegeven aan opzoekingswerk.De vijf best gerangschikte kandidaten vande provinciale schiftingen (februari tot april)nemen deel aan de nationale finale op 17mei. In de prijzenpot zit 60.000␣ fr. en eenstapel boekenpakketten. Inschrijven vóór 15februari.Natuur en Wetenschap vzw - J. Vandermeulen -Zuidstraat 211 - 3581 Beverlo - + 011-40 13 54

• JEUGD EN CIVISME 1995 aDit jaar is het thema de bevrijding 1944 en debevrijding van de kampen 1945. Alle leerlin-gen van de vijfde klas lager onderwijs totHOBU kunnen individueel of in klas- of school-verband deelnemen. De vorm is vrij: poëzie,proza, dia’s, video, toneel, liederen, foto’s,tekeningen, collages...het kan allemaal.Het prijzenbedrag van 235.000␣ fr. wordt ver-deeld onder de laureaten van de verschillen-de niveaus. Inzendingen worden verwachtuiterlijk 10 maart. Meer informatie vindt uop de promotie-video.Vredescentrum - Unolaan 1 - 2100 Deurne -+ 03-324 38 24

DUITS sHet Goethe-Institut en de Belgische Verenigingvoor Leerkrachten Duits organiseren studie-dagen voor leerkrachten Duits. Kortrijk (19/1), Brussel (4/2) en Hasselt (16/2) staan nogop het programma.Daarnaast zijn er enkele beurzen voor(vooralbeginnende) leerkrachten Duits voor cursus-sen in Duitsland. Vraag hiervoor de gratisbrochure Fortbildung für Deutschlehrer inDeutschland aan. Deze brochure vermeldt

ook enkele seminaries voor inspecteurs, as-sistenten, leraren met opdrachten in de bij-scholingssector Duits als vreemde taal enleden van het Departement Onderwijs.Goethe-Institut - Belliardstraat 58 - 1040 Brussel- + 02-230 39 70

EUREKA sEureka is een nieuw internationaal tijd-schrift voor alle secundaire scholen van deEuropese Unie. Het blad verschijnt in negentalen en richt zich tot leerlingen vanaf 16jaar. In elk nummer vinden zij artikels oversport, wetenschap en technologie, natuur enmilieu, talen, computers, schooluitwisselin-gen, bijzonder onderwijs, cultuur, zomercur-sussen, vakantiewerk in het buitenland enz.Een jaarabonnement kost ± 500␣ fr. + verzen-dingskosten.De redactie zoekt scholen, leerkrachten enleerlingen die willen meewerken aan hetontwerp, de vertaling of de distributie enverkoop van het nieuwe blad.Eureka organiseert ook een wedstrijd voorleerlingen vanaf 16 jaar. Zij moeten voor 31december een opstel of kort verhaal schrij-ven (max. 1500 woorden) over Mijn oplossingvoor de werkloosheid.Eureka - Eddy Evers - 31 Sandymount Ave - Dublin4 - Ireland - + 00-353-1-283 81 78

DE REACTIES a• Na het dossier LEIDER IN DE KLAS (KLAS-SE 48, oktober 1994) riepen we leerkrachtenop om ons hun ervaringen en ingrepen opdit vlak toe te sturen. Uiteraard gebruiken weuw commentaar als voedingsbodem voornog andere artikels want het onderwerp blijktleerkrachten nauw aan het hart te liggen.Uit het stapeltje inzendingen pikte de on-schuldige computermuis deze tien winnaarsvan een boek over leiderschap: Herman Sie-bens (Boom), André Swillens (Dilsen), MarcLeysen (Geel), Hilde Van Coile (Mariakerke),Johan Vervloessem (Mechelen), An De Moor(Lokeren), Johnny Plevoets (Nieuwerkerken),Monique Gregoir (Gent), Veerle Verhaegen(Rijkevorsel) en Karin Robert (St. Kruis-Brug-ge).• Meer dan 5000 lezers kwamen in de herfst-vakantie op bezoek in Leuven voor STADMET KLASSE. Een bijzonder succes en uitde honderden opgestuurde evaluaties blijktook dat iedereen uitermate tevreden was.De Dienst voor Toerisme en de stadsgidsenzorgden dan ook voor een uitstekende ont-vangst van de Vlaamse leerkrachten. Se-cretaris-generaal Georges Monard overhan-digde bij het begin van de week vijf kunst-boeken over Leuven aan de eerste vijf deel-nemers die kwamen opdagen: Eugene Bran-gers uit Kontich, Anny Dauw uit St. Kruis-Brugge, Magda Vanderdonck uit Zottegem,Roger Beckx uit Diest en Anny Marchanduit Zwalm.En dit zijn de winnaars van de KLASSE-wedstrijd. Zij krijgen weldra een beeldjevan Eeuwige Student FONSKE thuis bezorgd:Nicole Donkers uit Essen, Eric Van Troyen uitBornem, Michèle Certijn uit Putte, Jos VanHoof uit Balen en Marleen De Geeter uitBrakel. Het juiste antwoord was 2086.

NAAR THAILAND aDe Vlaamse Vereniging voorOntwikkelingssamenwerking entechnische Bijstand (VVOB) heeftvacatures voor een projectTechnisch- en Beroepsonderwijsin Noordoost Thailand (in sa-menwerking met ABOS). Ge-zocht worden: een verantwoor-delijke audiovisuele appara-tuur, inclusief werking entraining (minimum HOBU),een verantwoordelijke grafi-sche afdeling, inclusief wer-king en training (minimumHOBU), 3 industrieel of bur-gerlijk ingenieurs in de elec-tromechanica met ervaring inCNC/CAD/CAM en 3 indus-trieel of burgerlijk ingenieursin de mechanica met erva-ring in lastechnieken. Eén jaarervaring en een zeer goedekennis van het Engels zijn vereist.De inschrijvingen sluiten afop 6 december. Op 12 de-cember is er een info-dag ende selecties vinden plaats op14 en 15 december.VVOB - Maria-Theresiastraat 21- 1040 Brussel - + 02-217 76 15

Page 22: Klasse voor Leraren 50

22 KLASSE NR.50

ZEKER doen.

KLASSE-MENT bHet heeft géén invloed op uw winstkansenmaar vermits we elke (brief)kaart hier ooklézen mag u bij uw antwoord gerust eenpersoonlijke kribbel plaatsen. Als u er tocheen postzegel voor over hebt kan die eneschop/por/tip/verwensing of oppepper erook nog wel bij, nee?

winnaar opgave 12: Johan Cocquyt uit Aalter.

oplossing opgave 13: Els De Terret uit Luik isKLEUTERLEIDSTER, al vonden we edelstruik-teler ook leuk.

opgave 14: Herinnert u zich IQ nog? Het be-kende schuifraam bevat deze maand een 20-letterwoord dat zich geografisch in uw schoolsitueert.

e d k k ije s a r sn a e r la d u r r

We krijgen uw antwoord nog graag dit jaar.Klasse-ment - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

CURSUSSEN EN STUDIEDAGENALGEMEEN a• Een ontmoeting met jouw levensthema’s: 27-31/12 inLustin.Een avontuurlijke uitdaging om in uw eigen tempo en binneneen veilig kader te ontdekken hoe u betekenis en symbolisering

geeft aan de wereld die u om-ringt.Outward Bound België - Kapucijnen-

voer 217 - 3000 Leuven - + 016-23 51 72• Opmerkelijke opera’s: Inleiding (10/1); Scarlatti (17/1); Jana-cek (24/1); Alban Berg (31/1); Peter Sellars (7/2).Uitstraling-Permanente Vorming - VUB - Pleinlaan 2 - 1050 Brussel -+ 02-641 27 50• Opleiding drama: tweejaarlijkse cyclus vanaf 2/1.Intense scholing rond zelf toneelspelen, met anderen theatermaken en in groepen met drama werken.Stichting-Lodewijk de Raet - Liedtsstraat 27-29 - 1210 Brussel -+ 02-242 01 11• Dansstages Parnas danst:Jazzdans, stepaerobic encardio funk (14-16/12); Afri-kaanse dans (18/3).ILOK-Parnas - Katrien De Cuyper- Stationsstraat 301 - 1700 Dil-beek - + 02-466 51 51• Voor ouders: Luisteren naarkinderen (10 avonden vanaf9/1); Mijn zoon of dochter doehet reeds!? - workshop voor oudersvan seksueel actieve jongeren(5 avonden vanaf 18/1 of 11en 20/5); Jongeren met drugs-problemen (21 en 28/1 of 5avonden vanaf 27/4); Oei, zeworden zelfstandig: tieners op-voeden tot zelfdiscipline (6 avon-den vanaf 14/2); Omgaan metje kind (6 avonden vanaf 26/4); Filosoferen met kinderen (4avonden vanaf 24/4).Volkshogeschool Elcker-Ik - Breughelstraat 31-33 - 2018 Antwerpen -+ 03-218 65 60• Fun & Facts ‘94: Wel jong, niet gek: 29/12 in Oostkamp.Praatavond rond weekendongevallen en veilig en verant-woord rijgedrag van jongeren.Jeugdraad Oostkamp - Rik Stael - + 051-50 37 91

BASISONDERWIJS b• Musiceren met kleuters (21/2 en 14 en 28/3); Marokkaansekinderen in je klas (6 en 13/2 en 20/3); Opleiding tot stage-mentor in de kleuterschool (3, 10, 17 en 24/2); Opleiding totstagementor in de lagere school (23 en 30/1, 6 en 20/2).Normaalschool Kindsheid Jesu - Kempensesteenweg 400 - 3500 Has-selt - + 011-21 02 06• G.W.P.-weekend: 17 tot 19/3 in Voeren.Vlaamse Jeugdherbergcentrale - Gust Rombaut, pedagogisch adviseur- Groeningestraat 7 - 1500 Halle - + 02-356 53 63

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• Lichamelijke opvoeding: Voetbal - aanvangers (15/12 inGenk); Voetbal - gevorderden (15/12 in Genk); Tafeltennis (16/12 in Kuringen); Badminton (16/12 in Kuringen); Volleybal:van 1-1 tot 4-4 (19/12 in Genk); Weerbaarheid op schoolni-veau: bevrijdingstechnieken (20/12 in Rotem-Dilsen); Fysiekeen geestelijke relaxatie (20/12 in Rotem Dilsen).Limburgs Centrum Onderwijs vzw - Blijde-Inkomststraat 34/2 - 3500Hasselt - + 011-25 12 72• Duits: Hörverstehen und Arbeit mit Video: 14/3.Instituut voor Taalonderwijs - VUB - Pleinlaan 2 - 1050 Brussel - + 02-629 26 67

CONGRESSEN EN SYMPOSIASECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• 11de Gespreksdagen Katholiek Hoger Onderwijs Brussel:26-28/1.Op 26 en 27/1 voorbehouden voor klassikaal bezoek van

laatstejaars secundair onderwijs uit hetarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde;op 28/1 toegankelijk voor iedereen.vzw KOCB - Ninoofsesteenweg 339 - 1080Brussel - + 02-411 13 73• SIBA 95: 2-4/2.

De 12de Studie-Infobeurs-Antwerpen voorlaatstejaars secundair onderwijs vindtplaats in de feestzaal van de Stad Ant-werpen - Meir 78.Organisatiecomité SIBA - Dorpsbeekstraat104 - 2040 Berendrecht - + 03-568 79 31• Managing change in language teaching(26/3 tot 7/4 in Lancaster, Engeland);Flexible vocational education and training:meeting the needs of local industry(19 tot 25/3 in Edinburgh, Schotland);Industry and higher education: wor-king together (19 tot 28/4 in Southamp-ton, Engeland).The British Council - Jozef II straat 30 - 1040Brussel - + 02-219 36 00• 4de contactdag LIKONA: 21/1 in Die-penbeek.Contactdag voor inventariseerders met

voordrachten, workshops enz.Limburgse Koepel voor Natuurstudie - Provinciaal Natuurcentrum -Zuivelmarkt 33 - 3500 Hasselt - + 011-21 02 66• 8ste Europees Salon van de Student: 8-11/2 op de Heizel.Laatstejaars secundair onderwijs kunnen kennismaken methet Europese hoger onderwijs.Europees Salon van de Student - In-Medias - Kazernestraat 86 - 1000Brussel - + 02-514 10 11• Skola Praha (Praag, 26-29/1) en Korea Student Fair (Seoul,17-19/2).Tsjechië en Korea presenteren hun respectievelijk onderwijssys-teem.ICEF - Am Hofgarten 18 - Postfach 2464 - 53014 Bonn - Duitsland -+ 00-49-228-22 30 86

Page 23: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 23

S I G N A A L

De ideale les. De meeste leraars kennenhet en passen het ook toe maar er zijntoch momenten waarop ze een onder-deel veronachtzamen: de structuur vaneen ideale les. Uit de meeste proces/pro-dukt onderzoeken (Rosenshine, Stevens,Brophy, Good enz.) komt een patroon vaninstructiegedragingen naar voren dat hetmeest efficiënt is. Dit zijn de vijf stappen.1. Het huiswerk bespreken en de leerstofvan de vorige les kort herhalen als die alsvoorkennis wordt verondersteld.2. De nieuwe leerstof aanbieden en uit-leggen (enthousiast, stapsgewijs, goedgestructureerd, in interactie met de leer-lingen).3. De kans geven om te oefenen (vragenstellen, oefeningen maken, snel vaststel-len wat niet begrepen is).4. De leerlingen zelfstandig laten wer-ken. Dergelijke opdrachten (inclusiefhuiswerk) zouden eigenlijk voor 90 tot100␣ % van de gevallen tot succes moetenleiden. In deze fase wordt de kennis wer-kelijk geïntegreerd.5. Vaak herhalen van leerstof en toetsenvan kennis. Efficiënte leraars komen re-gelmatig op de leerstof terug en blijvende leerlingen erbij betrekken door hunkennis steeds opnieuw te toetsen en eropvoort te bouwen.

Onbekend schoolreglement. Het school-reglement, dat de rechten en plichtenvan elke leerling vastlegt, is onvoldoen-de bekend. Dat blijkt uit een onderzoekvan Caleidoscoop bij 1054 leerlingen inhet vrij secundair onderwijs. Slechts 57␣ %van de leerlingen zeggen dat de leer-

Handen omhoog of ik print. Met de actie PC’s for pistols krijgenAmerikaanse scholieren die hun vuurwapens inleveren eentweedehands computer in ruil. Een revolver levert een PC metprinter op. Voor een jachtgeweer krijgt de school een PC metmodem. Een automatisch wapen levert meteen een compleetdesktop publishing systeem op. Daarmee kunnen de scholie-ren een eigen schoolblad beginnen.In heel Amerika brengen leerlingen elke dag zo’n 135.000vuurwapens mee naar school. Vuurwapens zijn er de tweedebelangrijkste doodsoorzaak geworden voor kinderen vanaftien jaar.In de folder die de actie ondersteunt lezen we: «Wat zou ergebeuren als elk geweer op onze scholen in een computerveranderde? Wapens zijn een doodlopend straatje maar com-puters zijn de oprit voor de toekomst.»

nen aantekenen tegen een uitspraak vaneen delibererende klasseraad. Geen 23␣ %menen dat de school hun klachten tegende klasseraad ernstig zou onderzoeken.

Goed opgeleide ouders. De belangrijkstevoorspellende factor voor succes op demiddelbare school is het opleidingsni-veau van de ouders van de leerling. Hetgeslacht van de leerling of het beroepvan de ouders is nauwelijks van invloed.Kinderen van ouders met alleen lagereschool blijven bijvoorbeeld in de brug-klas drie keer zo vaak zitten als kinderenvan academisch gevormde ouders. Ditblijkt uit een omvangrijk onderzoek inNederland bij 20.000 scholieren die en-kele jaren werden gevolgd.Het onderzoek staat in Didaktief en be-vestigt volgens een onderzoeker dat hetonderwijs geen krachtig middel meer isom sociale ongelijkheid te bestrijden.De achterstand van kinderen met laag-opgeleide ouders wordt tijdens hun school-carrière steeds groter. Bovendien groeitook de intelligentie bij kinderen van hoog-

opgeleide ouders sneller op school. Ditblijkt uit de (non-verbale) intelligentie-tests die de kinderen in de loop der jarenmoesten afleggen.

Scholen verwoest. In Kroatië zijn op ditogenblik 513 van de 1644 schoolgebou-wen verwoest. Toch hebben de Kroatende jongste drie jaar een grote hervor-ming doorgevoerd in het onderwijs: ver-wijzingen naar ideologieën zijn geschraptuit leerplannen en schoolboeken. On-derwerpen als filosofie en sociologie, dievroeger verboden waren, staan terug ophet programma. Er worden nu ook les-sen gegeven in ethiek en moraal. Deleerlingen krijgen meer muziek en kunst.Godsdienst is een mogelijk keuzevak ge-worden. In geschiedenis en aardrijks-kunde gaat de aandacht naar de politie-ke vernieuwing, naar de eigen cultuuren die van etnischem i n d e r h e d e n .Ouders spelen nu ook een veel grotererol. Zo vertelde Prof. Naima Balic van hetKroatisch onderwijsministerie tijdens eeninternationale werkweek in Ankara, waar-aan voor Vlaanderen inspectrice HildaDeketelaere deelnam.Het blijkt dat de overgang naar eendemocratisch systeem in heel Oost-Europa moeizaam verloopt. Op de meestescholen worden de oude handboekennog gebruikt en de oude communisti-sche machthebbers zitten nog vaak inde schoolbesturen. Zegt de TsjechischeProf. Michal Skapa: «De regimes zijn danwel veranderd maar de systemen zijndikwijls overeind gebleven, vooral het

kracht het reglement in deklas besprak. Minder dan dehelft vindt dat leerkracht ofdirectie er regelmatig naar ver-wijst. Opvallend is de lage scorein de eerste graad: slechts 78␣ %weet er van het bestaan vaneen schoolreglement en min-der dan de helft van de leer-lingen kreeg er een toelich-ting bij in de klas.Een minderheid van alle leer-lingen (ongeveer een derde)kunnen zeggen dat het regle-ment typisch en eigen is aanhun school. En of ze het testreng vinden? 45␣ % vindt vanwel (36␣ % in ASO; 56␣ % inTSO en 59␣ % in BSO). Meermeisjes dan jongens vindenhet reglement OK: 58␣ % te-genover 48␣ %. Tweederde vande leerlingen vinden ook datde leerkrachten meestal han-delen volgens het reglement.Maar niet meer dan 7␣ % schij-nen te weten dat een schooleen aantal regels moet res-pecteren eer ze een leerlingvan school kan sturen. Zo’n20␣ % weten dat ze beroep kun-

onderwijssysteem.»

Ben ik te min? «Waarom wilhet ene kind op de hoek enhet andere pal voor de poortafgezet worden? Omdat deene auto nu eenmaal meerbewondering afdwingt dande andere. Door die typische,katachtige lijn, met zijn iet-wat agressieve, opgetrokkenneusvleugels. Door het ruime,comfortabele interieur, waar-in plaats genoeg is voor veelvriendjes, die vechten om meete mogen rijden. Dat is vooreen kind even belangrijk alsveiligheid, zuinigheid, rijpres-taties, rijplezier voor u. En wiewil er nu niet de liefste papavan de wereld zijn?» Met dezetekst op grote affiches en inweekbladen werft een bekendautomerk («een eigen maniervan leven») dezer dagen klan-ten voor «de gezinswagen vanhet jaar» onder de kop «Nietmeer naar school in een lelij-ke auto». Ben ik te min, om-dat jouw pa in een grotere karrijdt dan de mijne? ■

Page 24: Klasse voor Leraren 50

24 KLASSE NR.50

Probleem nummer één was vijf jaar geleden voorveel leerkrachten de uitbetaling van hun wedden.In elke krant stond de lezersrubriek er vol van.GEORGES MONARD: Wij waren toen inderdaad eenprobleemsector in de overheidsdiensten en werdenin één adem genoemd met de autoplaten van Can-tersteen. Daar hebben we echt van wakker gelegen,ook van de wijze waarop wij leraars in het verledenbehandeld hebben. Nu zijn we uit dat dal. De uitbe-taling van al die salarissen blijft een reusachtigeopdracht maar door de grote reorganisatie doen wedat nu tenminste op een ordentelijke wijze. Voor heteerst krijgen we nu zelfs dank- en felicitatiebrieven.Dat waren we hier echt niet gewoon.Toch blijven er problemen.GEORGES MONARD: Dat kan niet anders. Er zijn nogzwakke kanten, de wijze van terugvordering bijverkeerde uitbetalingen bijvoorbeeld. Maar ieder-een erkent dat er door de structurele ingrepen (dewerkstations, het sterk beperken van het aantalweddeschalen enz.) heel veel verbeterd is. Er is eenheel andere cultuur gegroeid. Het woord «klant»valt hier nu dagelijks. Wij zijn er voor de leerkrach-ten, die hebben recht op ons. Ik durf nu zonderenige schroom de vergelijking aan met gelijk welkgroot bedrijf. Ook in de schooladministraties wordter trouwens hard en efficiënt gewerkt.

RevolutieToch blijven Brussel en het ministerie voor demeeste leerkrachten akelig ver weg.Ook dat verandert en het zal nog verbeteren als in’97 de werkstations in de provincies zetelen. Als webij elkaar over de vloer komen en elkaars voorna-

I N T E R V I E W

men gebruiken, dan kunnen we sámen naar oplos-singen zoeken voor problemen die zich voordoen.Het Departement Onderwijs is er om de voorwaar-den te scheppen om voor iedereen goed onderwijsmogelijk te maken.Het is dus ooit anders geweest.GEORGES MONARD: Anders? Het gaat hier om eenCopernicaanse revolutie! We hebben in Brusselmoeten inzien dat niet de overheid of de netten hetcentrum vormen waarrond de scholen draaien alsuitvoerders van het beleid. De scholen zijn hetcentrum. Niet de individuele directies of leerkrach-ten, wel de scholen als concrete organisaties: hetsamenspel van leerlingen, leerkrachten, directiesen ouders. Niet alleen de overheid moet zich daar-van bewust worden. Veel scholen beseffen zelf nogniet dat zij eigenlijk de zon zijn waarrond allesdraait. Zij verwachten nog veel te veel dat er opuniforme wijze regels worden gedicteerd voor hethele onderwijsveld. Gelukkig is dat tij nu, welis-waar moeizaam, aan het keren.Waarom verloopt dat proces zo moeizaam␣ ?GEORGES MONARD: Het verbaast u misschien maar de

boodschap van meer autono-mie is blijkbaar niet voor elkeschool een blijde boodschap.In theorie wel maar het wordtmoeilijk als we aan de schoolbijvoorbeeld vragen verantwoor-delijkheid te nemen voor een

De kapitein van het schip

actief, modern en creatief personeelsbeleid. Wijwillen juist aan de scholen meer mogelijkhedengeven om met minder strakke regels actief werkge-ver te zijn. Zij moeten echt het beste kunnen halenuit hun leerkrachten door er op een volwassenmanier mee te dialogeren.

GevechtOndertussen is ook het eenheidstype volledigingevoerd. Bent u daar tevreden over?GEORGES MONARD: Het is zeker geen pedagogischmeesterwerk en het is ook niet de hervorming waarik het meest fier op ben. Maar het heeft wel eeneinde gemaakt aan het verlammend conflict enheilloos gevecht tussen type I en type II-scholen.Het ging daarbij al lang niet meer over principes enpedagogie maar over terreinbezetting. De overheidheeft dit, terecht, moeten oplossen. Het eenheids-type was het best mogelijke om uit de impasse tegeraken.Eigenlijk kan iedereen ermee doen wat hij wil.Sommige scholen bieden bijvoorbeeld officieustoch een eerste jaar technisch of Latijn aan.GEORGES MONARD: Er zijn géén negen uur Latijn oftechniek meer in het eerste jaar. Maar als wijvaststellen dat de bevolking en het onderwijsveldondanks alles een stukje keuze willen maken bijhet begin van het secundair onderwijs, dan hebbenwij als overheid niet het recht daar zo sterk tegen inte gaan. We mogen geen dictaat opleggen, welrealiseren wat maatschappelijk haalbaar is. Er is nueen marge van vrijheid binnen een ruime, soepelestructuur waarin je de inspiratie en het verledenvan de school kunt herkennen.De eindtermen lijken een tegenzet.GEORGES MONARD: Neen. We kunnen maar grotereautonomie geven als er eerst goede afspraken zijnover wat we gaan nastreven en moeten bereiken.Het luik eindtermen - inspectie - begeleiding isdaarvoor essentieel.

Hij is onrechtstreeks waar-schijnlijk de grootstewerkgever van het land.Secretaris-generaal Ge-orges Monard staat nuacht jaar aan het roervan het DepartementOnderwijs dat zo’n

150.000 werknemers telt.Precies vijf jaar geledeninterviewden we hem overde wrevel in het onder-wijs en over zijn plannenom daaraan iets te doen.Gelukkig hebben we dezwarte doos met de band-opnamen van dat gesprekbewaard. Vluchten kanniet meer.

Page 25: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 25

Critici zeggen dat de overheid met de eindtermeneen bepaald mens- en maatschappijbeeld opdringt.GEORGES MONARD: Dat geloof ik niet. We zorgen erwél voor dat diploma’s die de overheid uitreikt vanVeurne tot Maaseik dezelfde waarde hebben. Endat er minimale afspraken zijn voor de inhoud vankennis, vaardigheden én waarden. Er blijft daarbijvoor elke school veel ruimte voor eigen accenten.We hebben uit het maatschappelijk debat geleerddat we niet te ver mogen gaan in het preciesvastleggen van de eindtermen.Nog zo’n nieuw verschijnsel in onderwijs: hetmaatschappelijk debat. Wordt ook al op gemeng-de gevoelens onthaald.GEORGES MONARD: Het ministerie gaat nu inderdaadover de lerarenopleiding, de eindtermen enz. debrede discussie aan vóór er een ontwerp van de-creet is geschreven. Dat is nieuw. We willen erimmers iedereen bij betrekken, ook de niet-georga-niseerden. Onderwijs is een zaak van heel de sa-menleving. Ik begrijp echt niet waarom sommigendaar een gevaar, truukjes of hinderlagen in zien.Het is voor de overheid veel gemakkelijker menin-gen te herzien op basis van voorlopige voorstellendan als alles al min of meer vastligt.Een zoethoudertje, zegt men.GEORGES MONARD: Niet waar. Er wordt echt veelbijgestuurd. De maatschappelijke discussie is er inVlaanderen de jongste jaren trouwens op vooruit-gegaan. Door het debat groeien heel wat waarde-volle inzichten. We leren veel uit wat er opborrelt.

BezemwagenU zat ook in de commissie van de Koning Boude-wijnstichting die o.a. voorstelde de onderwijstij-den te herzien.GEORGES MONARD: Het is spijtig dat dat item zonadrukkelijk uit het rapport wordt gelicht. Wijwilden gewoon voorstellen formuleren om schoolen samenleving beter op elkaar af te stemmen. Eénvan de vaststellingen is dat wij een beperktereonderwijstijd hebben dan de meeste andere lan-den. Toch moet iedere leerling heel wat leerstofverwerken. Het is toch logisch dat er uit het pelotonmeer deelnemers in de bezemwagen moeten als derit sneller wordt gereden.Dat lijkt een gemakkelijke verantwoording voorhet hoge aantal zittenblijvers in Vlaanderen.GEORGES MONARD: En toch is dat er één, samen metde absoluut vrije keuze van de ouders om gelijkwelke richting te volgen en het grote wantrouwenbij ons tegenover elke interventie van de overheidbij het maken van persoonlijke keuzes. Dat ligt insommige landen en meer dirigistische onderwijs-systemen wel even anders.Die uitleg verklaart nochtans niet waarom erbijvoorbeeld al in het eerste leerjaar zoveel zitten-blijvertjes zijn.GEORGES MONARD: Daar willen we dan ook extrainspanningen voor leveren. De minister heeft dejongste jaren aanzienlijke middelen vrijgemaaktvoor een betere opvang en begeleiding bij de over-gang naar de lagere school. Los daarvan blijktdifferentiatie één van de moeilijkste praktischeuitdagingen voor elke leerkracht.

Grote tankerEn nu gaat u het secundair onderwijs aanpakken.GEORGES MONARD: Dat wordt inderdaad de grootsteuitdaging voor de volgende legislatuur. Het gaat

hier niet alleen om schaalvergroting maar vooralover het aanbod binnen de scholen. Soms wordenop enkele honderden meters van elkaar technischerichtingen aangeboden die dezelfde apparaten no-dig hebben maar waar beide onvoldoende midde-len voor hebben. Latijn-Grieks wordt in dezelfdestadjes, in hetzelfde net op verschillende plaatsenaangeboden aan twee, drie leerlingen... Dit wordteen belangrijke maar moeilijke operatie. Hier ligtde vrije keuze heel gevoelig en er spelen allerleibelangen mee.Komen er minder middelen voor het secundaironderwijs?GEORGES MONARD: Dat is niet eens de echte inzet. Webesteden nu heel veel middelen aan het secundaironderwijs en boeken in verhouding geen betereresultaten omdat een deel van de meerkost wordtopgevreten door de versnipperingen niet gaat naar betere kwaliteit.Die wordt ook bepaald door dekwaliteit van de leerkrachten.GEORGES MONARD: Juist daarom wilde minister ook tegelijk de leraren-opleiding en de navorming aanpak-ken. Er moet een helder beroeps-profiel komen. We kunnen ook maar meer vrijheidgeven aan scholen en leerkrachten als dat sterke enboeiende persoonlijkheden zijn die in de schoolor-ganisatie kansen krijgen om zich te ontwikkelen.Daarom is ook de navorming zo belangrijk. Nubesteden we daar bij leerkrachten één duizendstevan het personeelsbudget aan, terwijl dat in gelijkwelke grote organisatie minstens tien keer meer is.Zij krijgen dan ook navorming tijdens hun uren.GEORGES MONARD: Lang niet altijd. Ook voor leer-krachten hoort de navorming bij hun voltijdseinzet. We moeten daar niet tellen in aantal op-dracht-uren per week. Die ingebouwde cultuurmoet veranderen als we de kwaliteit van het onder-wijs willen garanderen. Bovendien moet de navor-ming ook veel meer rekening houden met de echtebehoeften van de leerkrachten. Nu gaat er te veelgeld naar de structuren en het apparaat van denavorming en te weinig naar de kwaliteit van hetaanbod. De navorming vind ik tot nu toe trouwenshet minst geslaagde luik van de hervorming.En de inspectie?GEORGES MONARD: Dat is een formidabele reorgani-satie geweest. Bijzonder geslaagd ook. In het secun-dair en hoger onderwijs is de vernieuwing vlotterverlopen omdat er meteen een groot gedeelte nieu-we inspecteurs is bij gekomen. In het basisonder-wijs moest het grotendeels gebeuren met het be-staande korps. Maar we zijn de groeipijnen alstilaan voorbij. Wat wij gedaan hebben wekt be-langstelling in andere Europese landen.Het lerarenkorps is met zo’n 150.000 mannen envrouwen zo’n grote groep. Hebt u daar eigenlijkook nog een overzicht van?GEORGES MONARD: Het is zonder twijfel een hoog-kwalitatieve groep. Vergeleken met andere sectorenhebben we ook een klein verloop. Het gaat dus omeen vast korps. We moeten dan ook investeren in dekwaliteit van elke leerkracht afzonderlijk en van deschool als organisatie waarin hij moet renderen.Maar ik geef toe: hoe groter de tanker hoe moeilijkerje hem gekeerd krijgt om een bocht te nemen.Hoe gevaarlijker ook.GEORGES MONARD: Inderdaad. Langzaamheid pastgrote zaken. ■

«Op een volwassen

manier met leer-

krachten dialogeren.»

Page 26: Klasse voor Leraren 50

26 KLASSE NR.50

Het gezondheidsdossierin vorige KLASSE is nietonopgemerkt voorbijge-

R E A C T I Egaan. Uit de stapel reac-ties die wij ontvingenvolgende, uiteenlopendevoorstellen voor een schooldie weer blaakt van ge-zondheid. Op een drafje.

Op uwgezondheid

• Ik studeer verpleegkunde en we krijgen heel watlessen over de gevaren van roken, over gezondeeetgewoonten enz. Maar wat blijkt? Hier wordttegen de sterren op gerookt. Vooral wat ongezondis komt op het menu, zeker tijdens de examens(als we bijvoorbeeld voedingsleer aan het blokkenzijn!). Soms vraag ik aan medestudenten: «Stoorthet als ik hoest, terwijl jij rookt?» Ik vraag me echtaf of we de mentaliteit van de jongeren wel echtkunnen veranderen.• Organiseer een sport-strafstudie i.p.v. de huidi-ge schrijf-strafstudie. En laat ze er maar eenskeihard tegenaan gaan. Wie niet horen wil, moetvoelen.• Waarom geen Melk-Dansant i.p.v. een T-Dan-sant? Een milk-shake «sjeekt» ook lekker.• Wij houden onze school snoepvrij. Cola ensuikerrijke dranken zijn taboe. Bij verjaardagenstimuleren we de leerlingen om iets anders dansnoep te geven. Er hangt een slogan in de gang: «Jegezondheid of je leven!».• Na de berichten op de radio over jullie artikelzijn wij meteen in gang geschoten. Het wordt tochecht tijd om er werk van te maken. We gaan metonze ouderraad een heel jaar werken rond ge-zondheid. Er komen sprekers, een tentoonstel-ling en allerlei activiteiten. En we gaan het jaarafronden met een rauwkostfestijn!• Als we nu op school de snoepautomaten eensverwijderen en leerlingen de verantwoordelijk-heid geven voor de verkoop van fruit, yoghurt,vers fruitsap enz.?• Waarom samen met de leerlingen niet een moes-tuintje aanleggen op school? Ik hoor dat er scho-len zijn waar dat al met succes gebeurt. De gezon-de groenten kunnen dan meteen opgegeten wor-den.• Waar zijn die oude acties van de appelclub en demelkbrigade eigenlijk gebleven? Bestaan die nog?Zou Land- en Tuinbouw niet méér kunnen on-dernemen?

Op de loop• Ik werk in een land- en tuinbouwschool. Wijvinden het heel belangrijk dat onze jongeren ge-zonde eetgewoonten krijgen. Geen snoep, geendrankautomaten dus. Er is wel fruitsap en melk.En de appels en de peren zijn gewoon verkrijgbaarin de serre.• Als iedereen nu ‘s morgens eens wat vroegeropstaat en naar school lóópt!• Ik probeer in mijn lessen wel voorlichting tegeven over een gezonde levenshouding (voeding,beweging enz.). Maar ik denk dat er grotere acties

Page 27: Klasse voor Leraren 50

moeten komen met heel de school. Als we ge-meenschappelijk concrete doelen stellen moetenwe toch iets kunnen bereiken?• De oplossing! Saaie vakken als wiskunde, Frans,economie, geschiedenis, aardrijkskunde, Duits,Nederlands, Engels, biologie en chemie vervan-gen door lichamelijke opvoeding!• Vraag op school gewoon democratische prijzenvoor gezonde voeding en hogere prijzen voor deongezonde.• Bij ons op school brengt Sinterklaas chocoladeen speculaas. Waarom geen mandarijntjes? Deschool kan toch zelf het goede voorbeeld geven.Zo is er hier elk jaar een vlaaienslag! Waaromgeen appelslag?• Het ligt misschien in kleine dingen die hetdagelijks leven ook aangenaam kunnen maken:joggen van het ene klaslokaal naar het andere(i.p.v. het huidige zich voortslepen), rauwkostverkopen tijdens de pauzes enz.

Lunchpakket• Over tandhygiëne lees ik nog niets in het rap-port. Dat volgt waarschijnlijk nog want ook hier-mee is het volgens mij erg gesteld. Bij ons opschool bereiken we nochtans schitterende voor-uitgang op dit vlak dankzij een volledig uitge-werkt project.• We proberen de hele school aan het lopen tekrijgen door een goed begeleid loopschema. Deeerste week elke dag tien minuten lopen, de derdeweek een kwartier enz. Het is niet verplicht maarelke inspanning wordt op een groot bord in deaula bijgehouden. Het wordt enthousiast opge-volgd. Sommige leerlingen lopen zelfs samen methun ouders. Als controle lopen we samen voor dekerstvakantie een half uur en voor de grote vakan-tie een uur. Door zoiets tijdens het jaar voorzich-tig op te bouwen, hopen we de hele school inbeweging te krijgen. Ook die leerlingen die weinigof niet sporten.• Het schoolmeubilair is niet aangepast. Zal weldat je rugklachten krijgt. Andere stoelen (zitbal-len, kniestoelen...) kunnen al veel oplossen.• Verbieden helpt niets. Ik geloof niet in eenrookverbod enz. Het is veel beter dankzij studiesen uiteenzettingen de leerlingen zelf te laten in-zien dat ze met hun gezondheid spelen.• Het helpt zeker als politie en artsen op schoolkomen vertellen wat de gevolgen zijn van drugsen alcohol, bijvoorbeeld voor verkeersongeval-len. Een harde confrontatie is misschien de enigeuitweg.• We maken op school regelmatig samen met deleerlingen een gezond lunchpakket. Dat sluit danaan bij een lessenreeks over voeding. We zientoch wel dat zoiets helpt.• We hebben de apotheker al eens uitgenodigd.Die wijst op de gevaren van sommige geneesmid-delen. Kinderen moeten ook alternatieven lerenkennen.

Douche• Leuke slogans stimuleren leerlingen soms. Waaromze niet ophangen op school? Meer sport op uwbord. Drink geen pint voor je begint. Denk aanlater, drink meer water. Te veel pillen, om van terillen.• Wij mogen niet douchen na de turnles. Daarkruipt te veel tijd in, zeggen de leraars. Maar een

hele dag bezweet rondlopen is ook geen pretje.We kunnen misschien een snel-service organise-ren. Een soort car-wash voor leerlingen. Ik wildesnoods mijn kleren nog wel aanhouden. Properis proper.• De sportclubs bieden toch wel een boeiendalternatief. Waarom zouden die via de school nietwat meer promotie mogen komen voeren. Er zijnzoveel sportverenigingen die dat wat graag zou-den doen. En onbekend is nog altijd onbemind.• Zouden de leerlingen ook niet wat meer tijdkunnen krijgen om ‘s middags hun boterhammenop te eten? Al dat geschrok kan toch niet echtgezond zijn. De leraars staan er bij met de chrono-meter in de hand. Smakelijk!• We organiseren af en toe met de hele klas, onzeklasseleraar en andere leerkrachten een gezondkoud buffet. Iedereen brengt wat mee van thuis.Héél gezellig en gezond.• We gaan een gezonde actie organiseren opschool: een opstel- en kleurwedstrijd, bijzondereaandacht in alle lessen (van praktijkvakken totkoken en LO) en allerlei andere activiteiten. Maarwe gaan beginnen met een zelfonderzoek bij deleerlingen. Daarvoor zullen we het dossier uitKLASSE gebruiken en de leerlingen een tijdje eendagboek laten bijhouden zodat ze zich eerst be-wust zijn van hun ongezonde gedrag.

Met de fiets• Televisie speelt inderdaad een grote rol in hetleven van de leerlingen. Heel wat leerlingen heb-ben zelfs een eigen televisie op hun slaapkamer.In mijn klas (derde leerjaar) zitten zelfs tweeleerlingen die thuis meer dan vijf werkende televi-sietoestellen hebben. Een derde van de leerlingenkijkt ‘s morgens al TV voor ze naar school ko-men... Hier ligt toch wel veel verantwoordelijk-heid bij de ouders. Maar op school kunnen wezeker ook al werken aan een kritische houding.• Ik ben een leerkracht van 54 jaar en ik kom alheel mijn leven met de fiets naar school (3,5 km).De ouders van de leerlingen steken mij dan welmet hun auto voorbij om hun kinderen naarschool te brengen. Er zijn maar weinig leerkrach-ten en leerlingen die nog echt aan beweging (wil-len) doen. Nochtans gezond!• Je kan als leraar allerlei organiseren. En dat doeik ook. Ik spaar mijn lessen manuele expressieop om af en toe een hele dag samen gezond tekunnen koken. Maar dat lusten ze lang nietaltijd. Chips, cola, frieten... dat wel. De oudersliggen daar toch aan de basis van. Die brengenzelfs naar het schoolfeest hun eigen chips en colamee! De fietstocht met mijn leerlingen viel bijnain het water. Na vijf kilometer wilden sommigenal stoppen (Moe, meester!) En na mijn laatste lesvandaag over gezonde voeding zag ik de leerlin-gen al in het snoepwinkeltje om de hoek staan.Soms zinkt de moed me toch wel in de schoenen,hoor. ■

• Voor informatie en projecten i.v.m. gezondheid opschool contacteert u het best PROGES - Verenigingvoor promotie van gezondheid op school - G. Schild-knechtstraat 9 - 1020 Brussel - + 02-422 49 39 - fax02-422 49 89 of VIG - Vlaams Instituut voor Gezond-heidspromotie - G. Schildknechtstraat 9 - 1020 Brussel- +02-422 49 49 - fax 02-422 49 59.• Het rapport Jongeren en gezondheid in Vlaanderenverschijnt in het voorjaar.

KLASSE NR.50 27

HET VEGE LIJFVijftig lezers krijgen zoals be-loofd een exclusief KLASSE T-shirt cadeau. Daarmee dra-gen ze de gezondheidsbood-schap in woord en beeld uitop de Vlaamse scholen. Wed-den dat u weldra de volgen-de mensen daaraan herkent?K. Dupon (Middelkerke), R.Van Meensel (Wijgmaal), K.Bollen (Spouwen), T. Mar-tens (As), L. Van Wassenhove(Oudenaarde), R. Vander Veken(Machelen), L. Griffet (St-Pie-ters-Leeuw), A. Huysmans (Tem-se), A. Meyermans (Scherpen-heuvel), F. Van Thienen (Tes-senderlo), R. Audenaert (St-Niklaas), A. Van Lierop (O.-L.-V.-Waver), W. Van Elsacker(Pulderbos), F. Hamerlinck (Ever-gem), Y. De Groote (Pamel),S. Van Aelst (Aarschot), A.Van Hoof (St-Job-in-’t-Goor),G. Vaes (Bilzen), S. Desmijter(Liedekerke), W. Verbeke (Dein-ze), M. Tormans (Lommel),T. Delimon (Meensel), R.Martens (Oudenaarde), L.Brauwers (Lier), N. Coenaerts(Buizingen), J. Beyl (Lennik),I. Neyt (Oudenaarde), F. Ha-merlinck (Evergem), R. Gen-iets (Zillebeke), I. Vos (Tor-hout), K. Aken (Antwerpen),J. Descamps (Moorslede), R.Reniers (Kontich), M. Beliën(Linden), F. Van Belle (Tor-hout), J. Reumers (Wezemaal),G. Gottemans (Ninove), G.Soens (Belsele), M. Hemerij-ckx (Pollare), D. Verheyden(Genk), A. Van Look (Over-mere), E. Slevyter (Oosten-de), V. Uyttendaele (Aarschot),G. Van Campenhout (Hef-fen), P. Briers (Herenthout),V. Vervaet (Zaffelare), S. Loenders(Hechtel), J. Benaets (Scho-ten), D. Moreels (Oudenaar-de), L. Derveaux (Ternat).

Page 28: Klasse voor Leraren 50

28 KLASSE NR.50

Blinden, doven of kinderen met krukken of ineen rolstoel werden vroeger op de gewone schoolgeweerd omdat ze gebrekkig waren. Nochtanshadden ze genoeg verstandelijke mogelijkheden.Maar ze werden vaak weggestopt in een zogeheten«gesticht». Een tiental jaar geleden, bij het opstar-ten van het «geïntegreerd onderwijs» (GON) kre-gen leerlingen met een lichamelijke handicap,blinden en slechtzienden, doven en slechthoren-den (types 4, 6 en 7 van het buitengewoon onder-wijs) kansen om, met ondersteuning vanuit hetbuitengewoon onderwijs, naar het gewoon kleu-ter-, lager of secundair onderwijs te gaan. HetGON was niet bedoeld als een nieuwe onderwijs-vorm maar als een kans om de onderwijskundigeen opvoedkundige mogelijkheden van het bui-tengewoon onderwijs (BO) en het gewoon onder-wijs te bundelen. Het wilde de overgang tussenhet BO en het gewoon onderwijs makkelijkermaken en aan het begrip zorgverbreding een con-crete inhoud geven.

BrailleZoveel mogelijk gehandicapte jongeren in het

gewoon onderwijs integreren, hen daar een ge-tuigschrift laten behalen én hun maatschappelij-ke integratie bevorderen, dat waren de einddoel-

De integratie

ren naar het gewoon onderwijs. In de praktijkhebben we te maken met een omgekeerde stroom:het GON wordt vaker gebruikt om een verwijzingnaar BO uit te stellen of zelfs af te wenden.Hoe kan het gewoon onderwijs via het GON eenleerling met een handicap doeltreffend opvan-gen?THEO MARDULIER: Nemen we als voorbeeld een blindkind dat aangewezen is op brailleschrift maar nor-maal begaafd is en het programma van het gewoononderwijs aankan. Het GON zal in dit geval perweek vier bijkomende uren investeren om de be-lemmeringen, die de leerling wegens zijn handicapin het onderwijsproces ervaart, voor een stuk wegte nemen. Die uren kunnen onderwijskundige en/of paramedische hulp zijn vanuit een BO-school inhet kader van het GON-project. Heel concreet kande begeleider van het GON ervoor zorgen datleerboeken en toetsen worden omgezet in braille-schrift zodat de blinde leerling de leerstof van hetgewone programma kan afwerken.

GastschoolKan een ouder eisen dat de gewone dorpsschoolzijn gehandicapt kind niet alleen opvangt maarook laat deelnemen aan het normale leerproces?Kan een directie met zo’n vraag in september

stellingen van het GON.Toch liep het experiment niet naar wens en wasde beperking tot kinderen met een fysieke ofsensoriële handicap niet meer volgens de wet ophet buitengewoon en geïntegreerd onderwijs.Het GON is aan bijsturing toe.THEO MARDULIER, Dienst Organisatie BO: De oor-spronkelijke idee om de reïntegratie van BO-leerlingen naar het gewoon onderwijs te bevorde-ren, werd niet gerealiseerd. De instroom van leer-

lingen in het GON is nu driemaal zo groot vanuithet gewoon onderwijs als vanuit het BO. De grond-leggers van het GON zagen als gewenste instroomdat een leerling uit BO via het GON zou terugke-

plots overvallen worden?THEO MARDULIER: Dat loopt niet zo eenvoudig. Alseen leerling in aanmerking komt voor het GONkomt er eerst een integratieteam samen om eenintegratieplan op te stellen. Het integratieteambestaat uit de ouders of de vertegenwoordiger vanhet kind of de meerderjarige jongere zelf, dedirecteur van de gastschool in het gewoon onder-wijs, de directeur van de dienstverlenende school inhet BO en vertegenwoordigers van de PMS-centravan beide scholen. Dit integratieteam maakt eenovereenkomst waardoor de integratie daadwerke-lijk kan plaatsvinden. Het meest beslissende ele-ment is het integratieplan. Dat is een engagementvan de vijf partners van het integratieteam. Hetplan maakt een samenwerkingsverband tusseneen gewone school en een BO-school mogelijk.Het wordt jaarlijks geëvalueerd. Men moet voorafdus goed weten waaraan men begint. Zoiets startje niet zomaar in september zonder voorbereidingop.Niet alle gewone scholen zijn bereid om gehan-dicapte kinderen op te vangen. Er kunnen pro-blemen zijn van infrastructurele aard. Of nietheel het schoolteam kan zich engageren. Boven-dien kunnen bijkomende investeringen nodigzijn om bijvoorbeeld hellingen voor rolstoelerste bouwen. Is daar geld voor?THEO MARDULIER: Niet in het kader van de financie-ring van het GON. De BO-school krijgt een aantaluren additionele hulp waarmee BO-leerkrachtenen/of paramedici in de gewone school kunnenfunctioneren. In de school voor gewoon onder-wijs komt de GON-leerling net als de andereleerlingen in aanmerking voor de bepaling vanhet lestijdenpakket. Daarnaast wordt een integra-

G E H A N D I C A P Tdicapte kinderen hebbenweliswaar deskundigeondersteuning nodigmaar dat kan in het Geïn-tegreerd Onderwijs (GON).Nu volgen bijna duizendleerlingen deze vorm vanonderwijs, vier keer meerdan tien jaar geleden.

Tania is blind. Ze zit inde vijfde klas van eengewone lagere school.Haar ouders vinden datze zich via het gewoononderwijs het best zal in-tegreren in de maatschap-pij. Tom is doof. Hij volgtde richting elektriciteitin het gewoon secundaironderwijs. Beide gehan-

Er komen driemaal meerkinderen uit het gewoon danuit het buitengewoon naar hetgeïntegreerd onderwijs.

Page 29: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 29

GON: in tien jaar tijd verviervoudigd.Aantal leerlingen in het geïntegreerd onderwijs.

Klas

se G

rafie

k

secundairkleuter en lager GON totaal

0

200

400

600

800

1.000

83-84 84-85 85-86 86-87 87-88 88-89 89-90 90-91 91-92 92-93 93-94

259

342406

539

652

737 737 708769

810

933

180

79

232

110

295

111

377

162

465

187

536

201

535

202

521

187

574

195

550

260

647

286

is beGONnen

tietoelage toegekend aan de BO-school, een soortwerkingstoelage om o.a. de reiskosten van de BO-leraars te kunnen vergoeden of om kleine techni-sche hulpmiddelen mee aan te kopen. Een derdevorm van ondersteuning is de begeleiding van hetpersoneel van de gastschool. Maar we geven daargeen extra-uren of financiële middelen voor. Wezien dat in het kader van bijscholing of navor-ming. GON-begeleiding betekent ook het gevenvan concrete handelingsadviezen. De BO-specia-listen kunnen bijvoorbeeld het schoolteam lerenomgaan met dove kinderen. Hiertoe moeten deleerkrachten erop attent gemaakt worden dat zegoed moeten articuleren en nooit met hun rugnaar de klas toe mogen praten. In zekere zinwordt de know-how van het BO voor een stukjedoorgespeeld aan het gewoon onderwijs. Dezevaardigheden en kennis kunnen van pas komenin de zorgverbreding. Hiermee willen we zeggendat tal van probleemleerlingen met de nodigezorg en aandacht kunnen slagen in het gewoononderwijs.

SchemerzoneIs dat een wenk om voortaan minder leerlingenmet ernstige leermoeilijkheden naar het type 8van het BO te sturen?

ProtestIs de nieuwe regeling geen stap terug voor be-paalde GON-leerlingen?THEO MARDULIER: Vóór de nieuwe regeling maak-ten we alleen binnen de groep van de visueelgehandicapten een onderscheid tussen een mati-ge en een ernstige handicap. Nu geldt deze rege-ling ook voor de groep van de auditieve enlichamelijk gehandicapten. Vroeger stond er ook

THEO MARDULIER: Type 8 wordt niet afgeschaft.We krijgen wel signalen uit het onderwijsvelddat in het kader van de zorgverbreding in hetkleuteronderwijs en de eerste klas van het lageronderwijs gewone en BO-scholen elkaar steedsmeer vinden. Dit gaat samen met de nieuwereglementering van het geïntegreerd onderwijsdie de terugplaatsing van leerlingen uit het type8 naar het gewoon onderwijs ondersteunt. Dat iseen gunstige evolutie. We moeten naar een situa-tie waar beide onderwijsvormen medestandersworden bij het opnemen van de verantwoorde-lijkheid om elk kind op de meest aangewezenplaats dát onderwijs te bieden waarop het rechtheeft.Wat is er vandaag nieuw in het GON?THEO MARDULIER: Vroeger was het GON enkel voorde kinderen uit het type 4, 6 of 7. Nu wordt hetGON uitgebreid naar alle types van het BO, behal-ve type 5, langdurig zieke leerlingen. Maar kinde-ren uit de schemerzone, van wie de handicap nietmeteen duidelijk zichtbaar is, type 1, 3 en 8,moeten eerst minstens negen maanden in het BOdoorgebracht hebben eer ze in aanmerking kun-nen komen voor extra-GON-hulp. Als alle kinde-ren met leermoeilijkheden vanuit het gewoononderwijs rechtstreeks zouden worden doorge-stuurd naar het GON kunnen we voorspellen datde begroting in de kortste keren in moeilijkhedenkomt.

Vroeger kreeg je ook voor elke GON-leerlingtwee extra-uren en dezelfde toelage. Alleen blin-den die op brailleschrift aangewezen waren kre-gen vier extra-uren hulp. Nu spelen de vorm vande integratie, de aard en de ernst van de handicapeen rol in het toekennen van extra-hulp.

geen beperking op de duur van de schoolloop-baan als GON-leerling. Daar is een einde aangekomen. Voor leerlingen met een matig licha-melijke, auditieve of visuele handicap is de GON-hulp beperkt tot twee schooljaren per onderwijs-niveau, met uitzondering van het kleuteronder-wijs. Dus telkens twee in het lager, secundair enhoger onderwijs. Dit is voor die kinderen wel

• Alle bijzonderheden vindt u in deomzendbrief OND / II / 2-3 / CWW(30-8-1994)• Departement Onderwijs - Dienstorganisatie BO - Koningsstraat 138- 1000 Brussel - + 02-211 44 08

Gehandicapte jon-

geren kunnen ook

gewoon onderwijs

volgen.

een stap terug in vergelijking metvroeger toen ze elk schooljaar tweeuren per week extra-hulp krijgen.Daar is al protest tegen aangetekend.Toch denk ik dat een beperking in detijd terecht is. We hopen hiermee hetgewoon onderwijs te stimuleren denodige vaardigheden te verwervenom met de betrokken gehandicapteleerling verder te gaan. Het mag nietzijn dat de problemen met de GON-leerling worden opgespaard tot het moment datde GON-begeleider langskomt om ze op te los-sen. Het GON is voor leerlingen van wie deleerkrachten zeggen: met wat deskundige onder-steuning vanuit het BO zien we het zitten. Zo kanhet BO zich concentreren op de zeer gespeciali-seerde hulp voor kinderen voor wie in het ge-woon onderwijs een grens is bereikt.Kan een GON-leerling naar het hoger onder-wijs?THEO MARDULIER: Dat is ook nieuw. We hebben hetGON uitgebreid naar het niet-universitair hogeronderwijs. We willen dat een gehandicapte na deondersteuning in het secundair onderwijs ookkansen krijgt om voort te studeren in het HOBU.Daar werd voordien met afwijkingsuren een mouwaan gepast. ■

Page 30: Klasse voor Leraren 50

30 KLASSE NR.50

In 1993 staken 2478 Nederlandse scholieren(secundair onderwijs: 2072, HOBU: 406) de grensover. Dit jaar zijn er dat nog een honderdtalmeer: 2577 om precies te zijn (secundair onder-wijs: 2092, HOBU: 485). Daarnaast wonen erook nog eens ongeveer evenveel Nederlandsescholieren in Vlaanderen. Die lopen hier dus ookschool. Het zijn er 2374. In totaal zitten ditschooljaar dus bijna 5000 Nederlandse scholie-ren op Vlaamse schoolbanken in het secundairen hoger onderwijs.

Dit zijn cijfers van de eerste officiële tellingdie het Departement Onderwijs op dit vlakrecent uitvoerde voor het secundair en HOBU.Daaruit springen ook enkele plaatsen naar vo-ren. Koploper is Maaseik met 808 Nederlandsescholieren in het secundair onderwijs. In Ant-werpen zitten er 423 en in Turnhout 177. Maarook Vlaamse steden die wat verder van de grensliggen tellen steeds meer Nederlandse studen-ten: 76 in Brugge, 50 in Genk en 50 in Hasselt.Voor het HOBU is Antwerpen de grote trek-pleister met 238 Nederlanders. In Brussel zittener 65.

In vergelijking met vorig jaar is vooral destijging in het HOBU opvallend: van 796 naar931. Een stijging met 17␣ %. Er zijn in die periodetrouwens ook meer Nederlanders gewoon inBelgië komen wonen.

HeropvoedingIn het Koninklijk Technisch Atheneum van

Turnhout is een derde van het aantal leerlingenvan Nederlandse nationaliteit. «De ouders dringener wel op aan dat hun kinderen in de gatenworden gehouden», vertrouwt de studiemees-

«Miekeheet bij ons

Mevrouw.»

Ondanks de Belgenmop-pen steken steeds meerscholieren uitNederland degrens overom bij ons

naar school te gaan. Vankleuters tot hogeschool-studenten. Waarom doenze dat? KLASSE neemt umee op een verkennings-tocht naar scholen inenkele Vlaamse grensge-

R E P O R T A G E

ParapluIn het Technisch Instituut Sint-Jansberg van

Maaseik telt de TSO-BSO-afdeling meer daneen kwart Nederlandse scholieren. In de afde-ling voor buitengewoon secundair onderwijs(BuSO) is dat zelfs iets meer dan de helft.«Onze school is pertinent tegen het inleggenvan een bus om leerlingen van over de grens opte pikken», stelt de directeur. «Los van de be-slissingen van het oudercomité hebben enkeleNederlandse ouders echter een lijn georgani-seerd met een busmaatschappij. Dat is húnkeuze. Wij vragen die mensen niet hun kinde-ren naar onze scholen te sturen. Vroeger washet oudercomité voor drie kwart bevolkt metNederlandse ouders. Nu hebben we de Neder-landse vertegenwoordiging teruggebracht naareen reële verhouding volgens nationaliteit. Ne-derlandse ouders, met specifieke eisen voorvervoer en noem maar op, mochten tenslottegeen overwicht krijgen op de Vlaamse ouders.Ons oudercomité is trouwens een adviserendevereniging en heeft geen sterke invloed op depedagogische aanpak. We wensen geen con-frontatie met de directie en het lerarenteammaar veeleer een meewerkende houding alsondersteuning van het schoolwerkplan en onsopvoedingsproject. In Nederland is er daaren-tegen een andere communicatiestructuur enheeft het oudercomité er andere bevoegdheden.

Toch zijn de Nederlandse ouders best tevre-den. Ze waarderen de begeleiding van de leerlin-gen. Onze school is met zijn 1400 leerlingen invieren verdeeld. Elk deel staat onder leiding vaneen studieleider die in nauw contact staat met devakleraars en de klasseleraars. Zo kunnen weelke leerling beter individueel opvolgen zodathij ook beter aan zijn trekken komt.

Aan de Maaskant is er, vanuit de plaatselijkebedrijven, veel vraag naar werknemers met eenspecifieke vakopleiding voor houtbewerking. Aande Nederlandse kant van de grens is het oplei-dingsaanbod in deze richting haast onbestaand.Vandaar dat velen tot bij ons oversteken. Voorhet BuSO speelt daarbij ook nog een psycholo-

meenten. En daar spreekje de juf (tot verbazingvan de Nederlanders) nietzomaar aan met Mieke.

Duizenden Nederlandsejongeren steken elke dag degrens over naar Vlaamsescholen.

ter ons toe. «We moeten in het begin van hetschooljaar inderdaad veel strenger optreden inklassen met veel Nederlanders. Die leerlingenzijn gewend aan een vrijere opvoeding. Datgeeft soms heropvoedingsproblemen. Maar een-maal als ze zich aan de afspraken houden zijnhet aangename leerlingen. Elke dag komen zede grens over. Of ze zijn hier op internaat ofhuren een kamer. Eerst kwamen ze voor onzehotelafdeling omdat er bij hen een numerusclausus was. Achteraf ontdekten ze ook onzeandere studierichtingen. De afdeling publiciteitis vaak dicht bevolkt met Nederlanders. Dat iswaarschijnlijk het gevolg van mond-aan-mond-reclame. Leerlingen geven brochures van onzeschool door aan vrienden en kennissen over degrens.»

gisch effect. In hun gemeente worden Neder-landse jongeren niet herkend als leerlingen diespeciaal onderwijs volgen. Als ze naar onze schoolkomen zitten ze onder de algemene paraplu vanSint-Jansberg.»

AgressiefVanuit de Nederlandse grensdorpen in Zeeuws-

Vlaanderen gaan ongeveer tien procent van dekinderen tussen 4 en 12 jaar naar een school inWest- of Oost-Vlaanderen. Op Nederlandse scholenin het grensgebied heerst zelfs enig ongenoegenover agressieve wervingscampagnes vanuit Bel-gische scholen. Volgens de onderwijsinspectievan de Vlaamse Gemeenschap mag een school-directie geen dwang uitoefenen op ouders bij devrije schoolkeuze. Een agressieve wervingscam-

Page 31: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 31

pagne is dus niet toegestaan. Maar wat is dat?Voorlopig werden geen nauwkeurige omschrij-vingen of bewijsstukken van agressief ronselenvoorgelegd.

Een Nederlands rijksinspecteur voor het ba-sisonderwijs peilde naar de motivering van deouders. Waarom sturen ze hun kinderen naarVlaanderen? Vooral dat kinderen bij ons vanaf2,5 jaar opgevangen worden voedt de kleuter-aanvoer vanuit Nederland. In Nederland moetendie kinderen naar een (dure) crêche. Ze mogener pas vanaf hun vierde jaar naar de kleuter-school. Zowel privé- als gemeenschappelijk ver-voer worden daarom ingelegd naar Vlaanderen.De kinderen worden gehaald en gebracht. Er isbij ons voorts de hele dag opvang, van 8 tot na 17uur. En de schoolvakanties sluiten beter aan bijdie van ouders die in België werken. Ook enkelemotieven van onderwijskundige aard spelen mee.Ze bevestigen de reeds vastgestelde trend. Ne-derlandse ouders menen dat het Vlaams onder-wijs sterker de nadruk legt op de cognitieveontwikkeling. Er heerst een strakkere discipline.De kinderen komen er in kleinere klassen. Ensoms kiest men voor een Belgische school alstussenoplossing om plaatsing in het speciaal on-derwijs (buitengewoon onderwijs) te voorko-men.

In de rijIn Voeren steken al twintig jaar Nederlandse

kinderen dagelijks de grens over om naar deBelgische school te gaan, naar het Vlaams onder-wijs dus. De Provinciale Secundaire School telt erongeveer een kwart Nederlandse scholieren. «Dedichtstbijzijnde secundaire school is in Maas-tricht», vertelt de directie ons. «Voeren ligt inveel gevallen dichterbij. Een Nederlandse leer-ling reist nog altijd voor 80 à 90 procent met defiets. Daar de verbindingsweg met Maastrichtlevensgevaarlijk is voor fietsers komen ze viarustige binnenwegen naar ons toe. Alleen dejongsten worden met de auto gebracht. De oudstenkomen met de bromfiets.

De belangstelling van de ouders voor hetVlaams onderwijssysteem is echter de belang-rijkste reden voor de grensoversteek. Ze heb-ben interesse voor het algemeen vormend on-derwijs en het orde- en tuchtreglement. Of hetverschil met hun systeem dan zo groot is? Som-mige kranten hebben het in sensatieartikelsover onze militaristische rijen waarin de leer-lingen niet mogen bewegen vóór een bepaaldbelsignaal hun daartoe de toestemming geeft.De leerlingen, ook in het secundair, stellen zichinderdaad op in rijen bij het eerste belsignaal.Dit gebeurt telkens om de troep ordelijk teverzamelen op de speelplaats. Ze zeggen dat ditsysteem in Nederland niet meer doenbaar is.Dat is overroepen. Ook in Nederlandse scholenbestaan nog rijen.

Scholen in Maastricht kampen bovendiensterk met spijbelgedrag. In onze plattelandsge-meente, waar de school bovendien buiten dedorpskom ligt, is spijbelen haast onmogelijk.We hebben daar gemakkelijk toezicht op.»

Officieel papiertje«Bij jullie hebben ze proefwerken te maken

voor veertien vakken», zeggen de ouders ons.

AANTAL NEDERLANDSE LEERLINGEN/STUDENTEN IN HET VLAAMS ONDERWIJS

1992-1993 1993-1994

Woonachtig in Vlaand. Nederl. TOTAAL Vlaand. Nederl. TOTAAL

Gewoon secundair 1864 2072 3936 1928 2092 4020

HOBU 390 406 796 446 485 931

TOTAAL 2254 2478 4732 2374 2577 4951

«In Nederland zitten er in het pakket van heteindjaar slechts een vijftal», legt de directie uit.«In het Nederlands systeem wordt al vrij vroeggespecialiseerd. In Vlaanderen is overstappen inprincipe mogelijk omdat er toch altijd een vastpakket van vakken wordt aangeboden. Neder-landse scholieren schakelen soms in het tweedeen derde jaar van het secundair onderwijs overnaar Vlaanderen omdat ze in hun systeem vast-lopen. Ons secundair onderwijs duurt zes jaar.Bij hen geeft een vierjarige MAVO-opleiding inhet voortgezet onderwijs geen toegang tot be-paalde specialisaties en beroepsvervolmakingen.

Sommige ouders

hebben zelf een

busdienst ingelegd.

Daarom stappen ze bij ons over ineen TSO-opleiding, een handelsrich-ting bijvoorbeeld. Op het einde vandie opleiding behalen ze een officieelgetuigschrift van secundaire studie.Dat getuigschrift geeft volgens Ne-derlandse normen mogelijkheden tothoger onderwijs Het kost ze somsmoeite en twee jaar zittenblijven. Maar ze heb-ben dat er voor over om hun officieel papiertje inhanden te krijgen.»

AchtenzestigersWe lopen even langs in de Provinciale Basis-

school van Voeren waar een vijftiental Nederlan-ders op een totaal van 200 lagere schoolkinderenzitten. «De kwaliteit van ons onderwijs geeft dedoorslag », zegt de directeur zonder blozen. «DeNederlandse ouders hebben niet alleen oog voorde inhoud maar ook voor de structuur en organi-satie van ons onderwijssysteem. Die ouders be-horen meestal tot de generatie van de achtenzes-tigers. Nu zijn ze ex-aanhangers van de anti-autoritaire opvoeding en de losse vrijheid zien zesteeds minder zitten. Dat bij hen overschillig wiezo maar de school binnenloopt om zijn filosofiete verkondigen over de didactisch-pedagogischeaanpak kan niet langer meer, vinden ze. Je loopttoch niet telkens bij je tandarts of garagehouderlangs om hem te vertellen hoe hij zijn werk moetdoen. Ze zijn al dat participeren beu. Volgenshen mag inspraak de oorspronkelijke eigenheidvan een school, waar ze als ouders eerst voorgekozen hadden, niet veranderen.

Eerst was ik bang dat die mensen hier allesoverhoop zouden zetten maar dat blijkt niet zo.Ze hebben vertrouwen in de vakbekwaamheiden de professionaliteit van de Vlaamse leraars.

Ik ronsel niet. Ik hou wel de deur van mijnkantoor open om vragen te beantwoorden. Iktracht ook wat te selecteren. Ouders die herriehadden op hun Nederlandse school komen er bijmij moeilijk in. Wij respecteren hier waarden.Als de kinderen binnenkomen groeten ze nogaltijd de meester en de juffrouw op een beleefdemanier. Bij ons geen hoi Mieke.» ■

Klas

se G

rafie

k

Page 32: Klasse voor Leraren 50

32 KLASSE NR.50

SAMIRA, 12 jaar: «Voor mijn ouders was die scheidingwel nodig om gelukkig te kunnen zijn. Maar ik vonddat oneerlijk en gemeen tegenover mij en mijn zusje.Maar ik kon er toch niets aan veranderen. Als zeelkaar niet kunnen vertrouwen en uitstaan, heeft hetgeen zin meer bij elkaar te blijven. Ik werd heel bangals ze ruzie maakten. ‘s Avonds kon ik niet meer inslaap komen. Het is dus beter dat ze nu van elkaarweg zijn. Maar ik vind dat gescheiden ouders geennare dingen over elkaar moeten zeggen als hunkinderen erbij zijn. Mijn moeder zegt wel eens dat ikmijn vader moet bellen om hem eraan te herinnerendat hij me moet komen oppikken. Alsof hij dat zouvergeten! Mijn vader maakt dezelfde opmerkingen.Daar heb ik juist een hekel aan. En ik wou dat ze daarallebei mee ophielden.

Sommige moeders voelen er niets voor om weerte trouwen. Ze vinden het trouwens ook niet nodigals je gewoon met iemand samen kunt gaan leven.Een huwelijk benauwt hen. Gelukkig maar, wantkinderen vinden het niet prettig als er iemand andersin de plaats komt van hun vader. Behalve, als moedereen vriendje heeft die ook lief is voor de kinderen,willen ze dat hij hun vader wordt.

Ik zie mijn vader niet vaak. Het is nu al een jaargeleden. Vroeger was dat om de veertien dagen.Soms wil ik hem niet zien want dan denk ik altijd aanvroeger. Dan begin ik te huilen. Ik ben ook jaloers opde kinderen die een vader hebben in huis.

Ik denk dat ik later wel zal trouwen maar ik ben er

haar aan de hand was. Maar wat? En hoe moet hijdaarop reageren?

Een briefMinderjarige kinderen, met het vereiste onder-scheidingsvermogen, kunnen nu ook gehoordworden in gerechtelijke procedures, dus nietalleen in echtscheidingszaken. Hoe gebeurt datin de praktijk?CLAUDINE DE BIE, jurist: Tot nu toe werden in echt-scheidingsprocedures alleen de ouders gehoord, heelzelden de kinderen. Nu kunnen kinderen zelf eengewone brief schrijven naar de rechter of de procu-reur des konings. Maar de praktijk zal uitwijzen dat

«Ik hebtwee

vaders»niet zo zeker van dat ik nooit zal scheiden. Mijnmoeder heeft me eens verteld dat zij, toen ze trouw-de, ook nooit gedacht heeft dat het op een scheidingzou uitdraaien.

Wat ik bij een scheiding ook jammer vind is dat jeniet alleen je vader kwijtraakt maar ook veel vrien-den. Mijn zusje en ik moesten telkens naar eenandere school omdat mijn moeder vaak verhuisde.Op elke school had ik leuke vriendinnen. Ik moestaltijd van hen afscheid nemen. Dat vond ik heeltriestig. Het ging niet zo best op school omdat iksteeds maar over de toestand thuis zat te denken.Daardoor kon ik niet goed opletten en heb ik niet zogoed mijn best gedaan als eigenlijk wel zou moeten.

Binnenkort komt de scheiding voor. Dan zullen zeme vragen bij wie ik wil wonen. Dan kan ik alleen eengroot vraagteken zetten. Ze zijn allebei mijn ouders enik hou van allebei. Maar ik zal bij mijn moeder blijven,anders zou ik haar in de steek laten. En mijn vader redtzich wel alleen. Maar ik wou alleen dat hij ons weerkwam bezoeken. Ik mis hem bijna iedere dag.»

Dit is een opstel van een leerling. En leerlingenmet dergelijke problemen zitten er in elke klas. Deleerkracht had wel een vermoeden dat er iets met

kinderen jonger dan zeven meestalniet gehoord zullen worden omdatze niet in staat zijn een dergelijkebrief te schrijven. We vragen ons afhoe de rechter kan beslissen dat

het kind al of niet het vereiste onderscheidingsver-mogen heeft. Hoe kan hij dat uit een brief afleiden.Het ene kind drukt zich trouwens beter mondelingdan schriftelijk uit. Er is bovendien geen beroepmogelijk als de rechter oordeelt het betrokken kindniet te horen omdat het nog te weinig verstandelijkevermogens heeft.Beslist alleen het kind om gehoord te worden?CLAUDINE DE BIE: Het verzoek om gehoord te wordenkan ook uitgaan van de rechter. Dan zal het kindopgeroepen worden. Over hoe ze dat precies gaandoen is nog geen eenduidigheid. Hoe stellen derechters een brief op die kinderen begrijpen? Waarzal het kind worden gehoord? In een rechtszaal? Hetbest zou de rechter naar de school kunnen gaanwaardoor het kind in zijn vertrouwd milieu blijft.Eventueel kan de rechter zich laten bijstaan door eenpsycholoog of een sociaal werker. Er moet tochiemand bij zijn die de taal van het kind begrijpt en deachtergrond van zijn emoties kan interpreteren. Eenkind dat nogal verbaal weerbaar is zal zich beter enassertiever uitdrukken. Een meer gesloten kind zoumisschien minder kansen hebben om zijn onder-scheidingsvermogen te bewijzen.

E C H T S C H E I D I N G

In ons land worden perjaar zowat 20.000 echt-scheidingen uitgesproken.Een kind op de vijf is er-bij betrokken. In het Brus-selse zelfs een op de drie.Sinds oktober is de echt-scheidingsproceduregrondig gewijzigd.Voortaan kunnen kinde-ren gehoord worden inieder proces dat hun aan-

of al officieel gescheidenzijn. Veel kinderen pas-sen zich aan en vindenhet heel normaal dat zebijvoorbeeld twee vadershebben. Maar eer hetzover is zitten ze vaakopgesloten onder eenstolp van verzwegen emo-tionele problemen.

belangt. Leer-krachten hebbente maken metkinderen van wiede ouders uit elkaar zijn

Page 33: Klasse voor Leraren 50

KLASSE NR.50 33

Stoute dingenDat lijken mooie voornemens maar heel wat prak-tische dingen zijn nog niet eenvormig geregeld.De weg blijft moeilijk. Ook voor een volwasseneis het niet vanzelfsprekend een brief te schrijvennaar de rechter. Bij wie kan het kind terecht metzijn vragen?KARIN HUTSEBAUT, psychotherapeut: Voor kinderenjonger dan twaalf jaar blijkt de leerkracht nog altijdeen van de weinige vertrouwenspersonen te zijn.Net die leeftijdsgroep heeft behoefte aan praktischehulp bij het hoorrecht. Waar moeten ze met hunvragen heen? Hoe moeten ze een brief opstellen voorde rechter die hen wil horen? Wat moet er allemaal

bezoekrecht voor beide partijen geregeld is. Hij moetzich hieraan houden, hoe groot de druk van een vanbeide ouders ook is. Het is aangewezen een zoobjectief mogelijk standpunt in te nemen waarbij destabiliteit en de veiligheid voor het kind primeert.Hoe moet het met moederdag en vaderdag?KARIN HUTSEBAUT: Ouders blijven vader en moedervan het kind, ook na de scheiding. Toch is hetbelangrijk dat de leerkracht een vertrouwensrelatiemet het kind heeft zodat hij op de hoogte komt vanbepaalde gevoeligheden. Hij moet voorkomen dathet kind mentaal gekwetst wordt. Maar het zouinteressant zijn te peilen naar de mogelijkheid ombeide ouders op feestelijkheden van de school uit tenodigen. Zij het dan afzonderlijk. Ook tijdens ouder-vergaderingen blijft het kind centraal, ook als deouders boven zijn hoofd conflicten uitwerken. Deleerkracht mag zich hierin niet laten meeslepen. Hijmoet de betreffende ouder terugbrengen naar debespreking van de leervorderingen van het kind.Echtscheidingen horen thuis op rechtbanken enniet op schoolvergaderingen.

OpluchtingHoe kan je eventuele echtscheidingsproblemenaanvoelen bij kinderen in de klas?KARIN HUTSEBAUT: Kinderen die plots slechte cijfersbehalen signaleren hiermee problemen. Die kunnenvan velerlei aard zijn zoals incest, seksueel misbruik,geweld binnen het gezin, psychologisch misbruik,ruzies en scheiding. Er zijn echter nog andere signa-

• Voor raad kunnen leerkrachten ofkinderen terecht bij de Jeugdper-manentie van Brussel - Gerechts-gebouw - Poelaertplein - 1000 Brussel- + 02-512 55 78 (op werkdagenvan 13.30 u. tot 16.30 u.).• Als bemiddelaar kan men eenberoep doen op kinderspycholoogJan-Pieter Deman - Europees Insti-tuut voor het Belang van het Kind -Tervoorlaan 58 - 2650 Edegem -+ 03-440 53 26.• Gedragsproblemen bij kinderenin echtscheidingssituaties (Anne-mie Reysen) is een nieuwe uitgavevan Kompleks - Adviescentrum fa-milierecht en kleine geschillen -Maastrichterstraat 19 - 3500 Has-selt - + en fax 011-22 98 04 -brochure bestellen door overschrij-ving van 100␣ fr. + 20␣ fr. verzen-dingskosten op rekeningnummer 450-0557611-14.

instaan? Welke rechter is dat dan? Wat is een procu-reur des konings? Waar moet hun brief heenge-stuurd worden? Wie leest die brief en wat wordtermee gedaan? Kan die brief met de eventuele klach-ten tegen de jonge schrijver gebruikt worden? Krij-gen moeder of vader die brief ook te zien? Watgebeurt er als een kind in een vlaag van woede eenbrief naar de rechter stuurt en dat zich daags nadienbeklaagt? De moeder kan het kind onder druk zettenom een brief naar de rechter te sturen waarin stoutedingen over de vader staan. Of, de vader heeft eenbrief geschreven die zoon of dochter gewoon moe-ten overschrijven maar waar leugens in staan over demoeder.Maar het kind wil niemand kwetsen. Met wie kanhet daarover praten?KARIN HUTSEBAUT, psychotherapeut: Het zou raad-zaam zijn dat de leerkracht in klassikaal verband meteenvoudige woorden uitlegt wat hoorrecht is. Als hijzelf de rol van vertrouwenspersoon niet op zich kannemen, zou er iemand anders op school beschikbaarmoeten zijn die kan helpen bij het opstellen en hetverzenden van de brief. Misschien kan ook het PMSaangesproken worden.Soms wordt een leerkracht geconfronteerd met deeis een bepaald kind beslist niet mee te geven aan devader.KARIN HUTSEBAUT: Hier moet de leerkracht naar eenwettelijk document vragen waarin staat hoe het

len. Een voorheen rustig kind wordtplots zonder aanwijsbare reden hyper-actief en veeleisend in de klas. En eenvrolijk kind keert zich plots in zichzelf.De schoolresultaten geraken in een dal.Het kind is mentaal afwezig en verstrooid.Een goed gesprek kan veel oplossen.Maar niet alles.

«De leerkracht is

vaak nog de enige

vertrouwenspersoon.»KARIN HUTSEBAUT: Natuurlijk niet. Je mag toch nietvergeten dat de veilige omgeving van een kind plotsinstort als vader en moeder uit elkaar gaan. Vaakvoelen kinderen zich hieraan schuldig zonder datdaar enige reden toe is. Enige uitleg van een autori-teit, de leerkracht bijvoorbeeld, kan veel verhelpen.Met enkele woorden kan men het kind duidelijkmaken dat mensen soms door de jaren heen uitelkaar groeien en andere interesses krijgen. Datvolstaat vaak om een kind duidelijk te maken dat hetzelf geen schuld heeft aan de scheiding.Hoe reageren lagere schoolkinderen meestal?ANNEMIE REYSEN, psychotherapeut-pedagoog: Ze voelenzich in de steek gelaten en kijken met veel zorg detoekomst tegemoet. Ze worden overrompeld doorloyaliteitsconflicten en denken dat ze iemands kantzullen moeten kiezen. En dat willen ze niet. Wan-neer kinderen langere tijd ontkend hebben dat hetniet goed ging tussen de ouders zullen ze door descheiding overrompeld worden en in shock gera-ken. Wanneer kinderen langere tijd in angst geleefdhebben reageren ze veeleer met opluchting. Het isvoor de kinderen belangrijk dat beide ouders huneigen aandeel in de echtscheiding onderkennen enaccepteren.

Er is een hoge correlatie tussen ouders die ge-scheiden zijn en kinderen die later ook scheiden. Hetis belangrijk dat het kind in de loop van zijn verdereleven van de ouder of van zijn vertrouwenspersoonmeekrijgt dat het mogelijk is om liefdevolle relatiesuit te bouwen. ■

Page 34: Klasse voor Leraren 50

34 KLASSE NR.50

++INFOLIJN

Voor al uw vragenover onderwijs:

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02-219 18 00

GEDETACHEERDE VOOR KLASSE GEZOCHTDe redactie van KLASSE is aan uitbreiding toe. Eén gedeta-cheerde leerkracht komt het team versterken. Hij/zij zal redac-tioneel, administratief en organisatorisch werk verrichten.Hij/zij is creatief, kan goed schrijven en organiseren, kanzelfstandig een degelijk dossier samenstellen en uitschrijven,kan met een tekstverwerker om, heeft een brede interesse vooronderwijs en alles wat daarmee te maken heeft, is dynamischen contactvaardig, kan in een team werken en zich soepelaanpassen, herkent zichzelf in aanpak en stijl van dit blad enkan nieuwe initiatieven nemen. Verplaatsingen zijn geenprobleem.U bent vastbenoemd en hebt interesse voor deze boeiende,afwisselende job als redacteur en organisator? Stuur ons daneen gedetailleerd c.v. en een handgeschreven sollicitatiebriefwaarin u uw persoonlijke achtergrond en motivatie toelicht.Daarnaast verwachten we een dossiertje met drie teksten.1. Een persoonlijke analyse van de huidige KLASSE en eencommunicatiestrategie voor de toekomst van het blad (ong.1500 woorden).2. Een interview met uzelf als toekomstig redacteur vanKLASSE, klaar voor publicatie in het blad (ong. 1000 woor-den).3. Drie zelf geschreven artikels (elk ong. 200 woorden) voor derubrieken JOURNAAL, IDEE en SIGNAAL.Het heeft geen zin een zogezegde lange arm in te schakelen.Iedereen maakt een eerlijke kans. De dossiers worden dooreen onafhankelijke jury beoordeeld en een selectie van dekandidaten wordt uitgenodigd voor een interview. Er wordtgeen andere correspondentie (ook niet telefonisch) over dezesollicitatie gevoerd.Stuur het hele pakketje vóór 10 januari 1995 naar de secretaris-generaal van het Departement Onderwijs - Sollicitatie KLASSE - RACArcadengebouw - 3de verdieping - 1010 Brussel.

UW REACTIEStel dat u een aardig/onaardig/kritisch briefje schrijft naarKLASSE over het blad en/of een of ander artikel. Stel dat de

onschuldige hand deze maand net uwbrief eruit pikt en met een boekenpakketje

van Uitgeverij Garant bekroont. Weddendat u dan Diana Flipkens uit Kortessem heet en

studente bent in het eerste jaar Lagere Normaal-school? Stel dat volgende keer uw naam hier staat!

riële omzendbrief van 1989waarin de toegelaten handels-activiteiten worden opgesomd.Regel is dat deze verkoopprak-tijken de eenheid in pedagogisch-didactisch handelen van de schoolbewaren. Wat mag?• verkoop en verhuur van leer-boeken, agenda’s enz.;• verkoop van schoolbenodigd-heden, typisch voor de school(met logo of naam van de school),voorgedrukte fardes, uniformen,gymkledij enz.;• drank, versnaperingen, maal-tijden bij opendeurdag, gym-feest of andere pr-activiteiten;• kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken voor on-middellijk gebruik.Wat niet mag? Elke vorm vanhandelspubliciteit in of via deonderwijsinstelling is verboden:de school mag geen informatieverspreiden om de verkoop vaneen produkt te bevorderen, ookniet als dat produkt in de eigenschool wordt gemaakt. In ditkader mag de school bijvoor-beeld geen schoolagenda’s methandelspubliciteit gebruiken. Enin het kader van de eerlijkeconcurrentie tussen scholen zijnook een aantal zaken verbo-den, zoals het aanbieden vanmateriële voordelen voor nieuw-komers die zich op een bepaal-de dag inschrijven of het ver-spreiden van vlugschriftjes opopendeurdagen waarin nieuw-komers geschenken wordenbeloofd.Anderzijds kan de school deleerlingen of hun ouders ookniet ver-plichten ombijvoorbeeldeen uniformin de schoolzelf te kopen.De leerlingmoet steedszélf kunnenkiezen: ko-pen in deschool of kopen in de kleinhan-del. Bij eventuele geschillen zaldeze vrije keuze trouwens steedseen sterk argument zijn.Meer informatie vindt u in de mi-nisteriële omzendbrief van 5 juni1989 (Witte Mappen, GD, Alge-mene Zaken, 8-12)

GEEN KIEKJESEr komt op onze school nogelk jaar een fotograaf foto’smaken van elke leerling. Isdat eigenlijk wel toegelaten?Neen. Zie daarvoor ook hetantwoord op de vorige vraag.Klasfoto’s maken en verkopenmag. Op school individuele foto’smaken en aan de man probe-ren te brengen is verboden.

ÉÉN DAG ZIEKIs er in het nieuwe systeemvan controle van ziekteverlo-ven ook een controle van af-wezigheden van één dag? Somsmoeten wij immers opdraaienvoor collega’s die een dag vroe-ger met vakantie willen ver-trekken en dan ineens «ziek»worden.Het nieuwe systeem maakt in-derdaad een controle op de een-dags-ziekteverloven mogelijk.Voor één dag ziekteverlof moetu weliswaar geen afwezigheids-attest naar uw directeur sturenen evenmin een medisch attestnaar de controlefirma Plus-MC.U moet wel uw directeur verwit-tigen van uw afwezigheid we-gens ziekte. Uw directeur kandan (maar hij moet dat niet)het controle-organisme vrageneen controle-arts te sturen. Der-gelijke controles gebeuren re-gelmatig, telkens op vraag vande directeur. In het vroegeresysteem van controle op hetziekteverzuim was dit niet mo-gelijk, nu inderdaad wel.Vlaamse Raad - Vragen en Ant-woorden - Vraag nr. 88 van 28februari 1994

HANDEL OP SCHOOLWij hebben op onze schooleen winkeltje waar de leerlin-gen schriften, agenda’s, teken-materiaal enz. kunnen ko-pen. Is dit wel wettelijk? Mageen school handel drijven?Ja, dat mag. Er is een ministe-

Wie klachten heeft over handeltjesop school kan terecht bij de Com-missie voor Laakbare Praktijken -Departement Onderwijs - JuridischeDienst - RAC Arcadengebouw - 3deverdieping - 1010 Brussel - + 02-210 51 38

STUDE-RENDELERAARSIk sta als re-gent in hetonderwijsmaar zouzelf nogvoort willen

studeren. Nu heb ik horenvertellen dat er ook voor uni-versitair onderwijs een soort«middenjury» zou bestaan.Klopt dat?Er is inderdaad een alterna-tieve weg om een Vlaams uni-versitair diploma te behalen.Die loopt via de Examencom-

missies van de Vlaamse Gemeen-schap voor het academisch on-derwijs. In een nieuwe bro-chure vindt u alle informatie:een bevattelijke situatieschets,met als bijlage de wetgeving,adressen van de studie-advies-dienst van elke universiteit eneen overzicht van alle acade-mische opleidingen in Vlaan-deren.De brochure kost 50␣ fr. U kuntze bestellen door overschrij-ving van het juiste bedrag oprekeningnr. 091-2203006-68van Departement Onderwijs -Dienst Verkoop van publikaties -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel- + 02-219 94 36, met de ver-melding 94/1631/examencom-missie academisch.Meer informatie: DepartementOnderwijs- Bestuur UniversitairOnderwijs - Erwin Malfroy - Ko-ningsstraat 136 - 1000 Brussel -+ 02-211 42 47

Page 35: Klasse voor Leraren 50

FEESTBONDuid op deze bon in volgorde met 1, 2, 3... aan naar welke activiteit uw voorkeur uitgaat.Duid a.u.b. alleen activiteiten aan waar u ook werkelijk naar toe zult gaan. Het lot beslistof u bij de gelukkigen bent. Wij sturen u dan de nodige toegangsbewijzen op. Eén cadeaukrijgen de eerste 5000 inzenders in elk geval: de set postkaarten met de beste cartoonsuit KLASSE.

µ Ja, ik feest mee met VIJF JAAR KLASSE. Mijn voorkeur gaat uit naar:(aanduiden met 1, 2, 3, enz.)

M De Blauwe Maandag Compagnie: O’Neill. Twee toegangskaarten voorwoensdag 14 december (19.30 u.) - Tongeren, De Velinx

M Barocco Locco: Carmina Burana. Twee toegangskaarten voorzaterdag 17 december (19.30 u.) - Tongeren, De Velinx

M Het Schoolmuseum in Gent. Twee toegangskaarten:j zaterdag 14 januari (10.30 u.)j zondag 22 januari (10.30 u.)

M Een verrassingsmenu in de hotelschool. Twee personen.Bij voorkeur in: j Wemmel j Herk-de-Stad j Koksijde j Merksem j Gent

M Een bezoek aan De Kunstbank: Mark groet de dingen (Geldig voor 1 persoon)zaterdag 21 januari (15 u.) - Brussel

M De touwen in met Outward Bound j 14/1 j 15/1 j 21/1 j 22/1j 1 persoon j 2 personen

M De set postkaarten met de beste cartoons uit KLASSE

Naam: ....................................................... Functie: .............................................

Adres: ..................................................................................................................

Tel. Nr. ............................... Naam van uw instelling: .............................................

Zo snel mogelijk terugsturen naar VIJF JAAR KLASSE - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

GRATIS TOEGANG EUROPLANETARIUM (GENK)Dit is een gratis toegangskaart voor twee personen voor een voorstelling in het Europlane-tarium van 9 december tot en met 7 januari (wo 15 u. + 16.30 u./vr 20 u./zo 15 u. + 16.30u.). Deze bon afgeven aan de kassa nadat u telefonisch uw plaatsen hebt gereserveerd.Naam: ....................................................... Functie: .............................................Adres: ..................................................................................................................Europlanetarium - Kattevennen 19 - 3600 Genk - + 089-35 27 94

GRATIS TOEGANG EURO SPACE CENTER (REDU)µ Reserveer voor mij een gratis toegangskaart voor het Euro Space Center in Redu.(Uitsluitend voor leerkrachten derde graad lager onderwijs en eerste graad secundaironderwijs, samen met hun gezinsleden). Als ik er niet meer bijkan, krijg ik daarvan eenbericht, samen met een informatiepakketje. Ik kom op:M zaterdag 7 januari 1995: voormiddag / namiddag met 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / personen.M zondag 8 januari 1995: voormiddag / namiddag met 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / personen.M Ik kan niet komen op 7 of 8 januari maar krijg toch graag een informatiepakket.Naam: ....................................................... Functie: .............................................Adres: ..................................................................................................................Terugsturen naar Euro Space Center - Rue devant les Hêtres 1 - 6890 Transinne

GRATIS TOEGANG FILM TAXANDRIAIk ontvang graag twee gratis tickets voor de film TAXANDRIA van Raoul Servais. Met detickets die u mij opstuurt kan ik naar de film gaan kijken in gelijk welke filmzaal inVlaanderen waar de film op het programma staat (vanaf eind januari ’95).Naam: ....................................................... Functie: .............................................Adres: ..................................................................................................................Terugsturen naar Kinepolis - Eeuwfeestlaan 1 - 1020 Brussel

Toelichting over de aanbiedingen op dezepagina vindt u in dit nummer op p. 18-19.En als u toch de moeite doet om pen enpapier te nemen, waarom stopt u bij dezebon ook niet even een kaartje of eenbriefje met uw mening over KLASSE? Desterke en zwakke kanten, wat u aan hetblad hebt en wat u er in de toekomst nogvan verwacht... Samen kunnen we hetblad alleen maar beter maken.

Page 36: Klasse voor Leraren 50

Afgiftekan

toor 8500 Kortrijk 1

Min

isterie van d

e Vlaam

se Gem

eensch

apD

epartem

ent O

nd

erwijs - R

edactiesecretariaat K

LA

SSEK

onin

gsstraat 138 - 1000 Bru

ssel

TIJD

SCH

RIF

Tversch

ijnt m

aand

elijks (behalve in

juli en

augu

stus)

België – B

elgique

PB

8500 KO

RT

RIJK

1

4281

HOED AF VOOR ONDERWIJSMet onderwijs bezig zijn is een eerbaar en

belangrijk beroep. Dat lezen we ook in de talrij-ke publikaties die de jongste tijd verschijnen rond deprofessionalisering van het beroep. En het vertrouwenin ons onderwijs is groot: 76␣ % van de Vlamingentussen 18 en 75 jaar zeggen veel vertrouwen te hebbenin ons onderwijs. Daarmee ligt Vlaanderen aan dekop van de Europese landen en ver boven het gemid-delde van 54␣ %. We hebben ook een wereldrecord:van de beroepsbevolking staat bij ons meer dan 6␣ % inhet onderwijs. Dat is twee keer zoveel dan in Duits-land, Nederland of Japan.KLASSE is de schakel tussen al die mensen, van elk neten van elk niveau. Dit Maandblad voor Onderwijs inVlaanderen bestaat nu precies vijf jaar. En u bentpersoonlijk uitgenodigd op het feest.Snel naar p. 15, 18, 19 en 35.