-
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
Academiejaar 2010-2011
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
Verkennend onderzoek naar de mogelijkheden van logopedie
voor de verbetering van de aangezichtsesthetiek
Karen Bastiaansen en Jaira Welvaert
Promotor: Prof. Dr. J. Van Borsel
Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van master in
de
logopedische en audiologische wetenschappen
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
1
Abstract
Doel: onderzoek naar de bestaande literatuur omtrent esthetische
logopedie, de rol van de
logopedist in de verbetering van de aangezichtsesthetiek en
peiling naar de kennis en de opinie van
Vlaamse logopedisten omtrent de esthetische logopedie als een
nieuw werkterrein binnen de
logopedie.
Methode: 1. Een literatuurstudie, voornamelijk aan de hand van
studies uit Brazilië, betreffende de
opkomende trend van het niet-invasief nastreven van een jeugdig
en vitaal gelaat; dermatologische
aspecten en veranderingen; de rol van de logopedist; het doel,
de doelgroep, de aanpak en de
effectiviteit van de esthetisch logopedische therapie. 2. Een
enquête naar de kennis over de
esthetische logopedie en over het handelen, de ervaring in het
gebied, de mening over esthetische
logopedie, de interesse van de cliënten en de logopedisten zelf
in het gebied, alsook de noodzaak
aan een specialisatiecursus, ingevuld door 474 Vlaamse
logopedisten.
Conclusie: Op basis van het bewezen wetenschappelijk verband
tussen het verschijnen van tekens
in het gelaat en het gebruik van de orofaciale spieren stelt men
voor dat de logopedist eveneens kan
handelen in esthetiek. De literatuur raadt daarbij een
multidisciplinaire aanpak aan met specialisten
uit verscheidene werkterreinen (logopedisten, dermatologen en/of
plastisch chirurgen). In de
bestudeerde literatuur worden de studiemethodes met oefengangen
slechts schaars beschreven.
De Vlaamse logopedisten hebben nauwelijks kennis en ervaring in
het logopedisch handelen rond
aangezichtsesthetiek. Een kleine meerderheid (59,3%) geeft aan
dat er voor deze therapieën een
grote interesse zou zijn van de cliënt en bijna een derde van de
logopedisten (27,2%) voelt zich ook
geroepen om hierin te handelen. Toch is er een grote vraag naar
het afbakenen van een grens tussen
ethiek en esthetiek in dit vakgebied en wordt er gevraagd naar
verder onderzoek omtrent dit thema.
Meer wetenschappelijk onderbouwde studies en onderzoeken zijn
noodzakelijk om tot evidentie te
komen, om nieuwe vragen te beantwoorden, die zich zullen
voordoen bij verder onderzoek in dit
gebied en om informatie te verstrekken, bijvoorbeeld onder de
vorm van een specialisatiecursus.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
2
Abstract (in het Engels)
Objectives: to study the available literature on aesthetics in
speech therapy, the role of the speech
therapist in improving the facial appearance and to investigate
the knowledge and opinions of the
Flemish speech therapists about aesthetics as a new field in
speech therapy.
Methods: 1. A literature review, mainly based on studies from
Brazil, of the rising trend of
non-invasive treatment to have a youthful and energetic face;
dermatological issues and changes;
the role of the speech therapist; the purpose, the target
population, the approach and effectiveness of
aesthetics in speech therapy. 2. A questionnaire survey of the
knowledge of aesthetics in speech
therapy and the treatment, the experience in this area, the
opinion about the area of aesthetics as a
part of speech therapy, the interest of the clients and the
speech therapists in the area, as well the
need for a specialization course, completed by 474 Flemish
speech therapists.
Conclusion: Based on the proven scientific link between the
appearance of characters in the face
and the use of the orofacial muscles is suggested that the
speech therapist also can act in aesthetics.
The literature recommends a multidisciplinary approach with
specialists from several areas (speech
therapists, dermatologists and/or plastic surgeons). Data on
aesthetics in speech therapy are scanty
and the methods in the available literature are not
well-defined.
The Flemish speech therapists have little knowledge and
experience of acting in facial aesthetics. A
slight majority (59.3%) indicates that the clients would be
interested in this therapy and nearly a
third of the speech therapists (27.2%) were interested in acting
in this area. Yet there is a high
demand to define clearly the boundary between ethics and
aesthetics in this field and also asked for
further research of this topic.
Future scientific studies and research are necessary to provide
evidence to come to new questions
that will arise from further research in this area and to
provide information, for example in the form
of a specialization course.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
3
Dankwoord
Bij deze willen wij onze promotor prof. Dr. J. Van Borsel
hartelijk bedanken voor het aanbieden van
dergelijk thesisonderwerp. Het heeft onze blik op het
werkterrein van de logopedist verruimd en ons
tevens kritisch doen nadenken over ons toekomstig vakgebied. Ook
willen wij hem danken voor de
snelle reacties via e-mail wanneer wij/hij in het buitenland
vertoefden.
Een woord van dank gaat ook uit naar de heer Marcel Eeckhout en
de medewerkers van MCS die
hun software ter beschikking stelden voor het online plaatsen
van onze enquête en aan onze partners
die ons hebben geholpen door handige tips aan te reiken bij het
gebruik van computerprogramma‟s.
Aan de bereidwillige Vlaamse logopedisten die de enquête hebben
ingevuld en aan allen die ons
steunden bij het schrijven en die de tijd namen onze thesis na
te lezen, bedankt.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
4
Inhoudsopgave
INLEIDING
..........................................................................................................................................
5
1 SCHOONHEID
............................................................................................................................
7
2 DERMATOLOGIE
.......................................................................................................................
8
3 ESTHETISCHE LOGOPEDIE ALS NIEUW WERKVELD
.......................................................... 9
3.1 Waarom de logopedist
.............................................................................................................................................
9
3.2 Esthetische logopedische therapie
........................................................................................................................
10 3.2.1 Doelstellingen
................................................................................................................................................
10 3.2.2
Doelgroepen...................................................................................................................................................
11 3.2.3 De logopedische aanpak
................................................................................................................................
11 3.2.4 Effectiviteit van de behandeling
....................................................................................................................
16
4 ENQUÊTE
.................................................................................................................................
18
4.1 Inleiding
.................................................................................................................................................................
18
4.2
Methode..................................................................................................................................................................
18
4.3 Resultaat
................................................................................................................................................................
20 4.3.1 Respons
..........................................................................................................................................................
20 4.3.2 Steekproef
......................................................................................................................................................
20 4.3.3 Overzicht van de resultaten
...........................................................................................................................
21
4.4 Discussie
.................................................................................................................................................................
29
4.5 Conclusie
................................................................................................................................................................
31
5 ALGEMEEN BESLUIT
..............................................................................................................
32
6 TOEKOMST
...............................................................................................................................
36
REFERENTIES
..................................................................................................................................
37
APPENDICES
.......................................................................................................................................
I
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
5
Inleiding
Spreken, horen, lezen en schrijven worden meestal als een
evidentie ervaren. Deze functies worden
vaak als levensnoodzakelijk beschouwd. Als één van de functies
verstoord is of volledig wegvalt,
worden plots een heleboel zaken onmogelijk. De logopedie en de
audiologie staan reeds meer dan
50 jaar in voor de preventie, het onderzoek, de behandeling en
de wetenschappelijke studie van
communicatie en communicatiestoornissen.
De aandacht gaat hierbij zowel naar communicatie in het algemeen
als naar welbepaalde aspecten,
zoals stem, spraak, taal en gehoor.
Logopedie is een vakgebied met een multidisciplinair karakter.
Zowel in de alledaagse praktijk als
voor de verdere ontwikkeling van wetenschappelijke kennis moet
samengewerkt worden met
specialisten uit andere vakgebieden. Er wordt beroep gedaan op
de biomedische wetenschappen, de
exacte wetenschappen, de taalkunde, de psychologie en de
pedagogie.
Met de evolutie van de wetenschap en de modernisering van het
leven ontstaan er nieuwe
werkterreinen, welke resulteren in nieuwe, interessante
behandelingen. Een zeer recente evolutie in
de logopedie is het werken rond aangezichtsesthetiek.
In de moderne maatschappij is het zoeken naar een goede
uitstraling alomtegenwoordig en
noodzakelijk zowel op professioneel vlak als puur op vlak van
esthetiek. Door de toename van de
vergrijzing ontstaat hieromtrent een toenemende bezorgdheid.
Er wordt reeds lange tijd rond aangezichtsesthetiek gewerkt door
verschillende professionelen,
zoals fysiotherapeuten, schoonheidsspecialisten, orthodontisten
en plastisch chirurgen, en dit met
goede resultaten. Maar ook de logopedisten kunnen hier hun
steentje bijdragen. Dit wordt bewezen
in Brazilië, voor zover ons bekend het enige land waar momenteel
een duidelijke en wettelijke
omschrijving van dit gebied in de logopedie op punt staat. In
het besluit (nr. 253) van de Federale
raad van Logopedie (Conselho Federal de Fonoaudiologia, CFFa),
dat gepubliceerd werd in het
Staatsblad in 2008, wordt dit terrein als een deelgebied van de
logopedie erkend (Journal do
Conselho Federal de Fonoaudiologia, 2008, p. 8).
De grote interesse in Brazilië omtrent dit vakgebied en het feit
dat meer en meer mensen streven
naar het behoud van een jeugdige en 'mooie' uitstraling op een
natuurlijke manier zonder plastische
chirurgie, botox of andere onnatuurlijke middelen, wekte de
vraag met bijhorend onderzoek op:
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
6
Bij de mogelijke inclusie van esthetiek in het logopedisch
vakgebied rijzen talrijke vragen.
Vooreerst dient men zich de vraag te stellen wat schoonheid
inhoudt en hoe bepaalde tekenen in het
gelaat, zoals rimpels, ontstaan. Deze vragen worden aangebracht
in de thema‟s „schoonheid‟ en
„dermatologie‟.
Heel algemeen rijst de vraag wat esthetische logopedie omvat.
Waarom de logopedist als
esthetische therapeut? Wat zijn de doelstellingen en doelgroepen
van de esthetische logopedie? Hoe
ziet een logopedische behandelingssessie die zich richt op
aangezichtsesthetiek er precies uit? Wat
is het effect van of het resultaat na een esthetisch
logopedische behandeling? Hoe effectief zijn de
oefeningen die rimpels voorkomen of verminderen? Is er een
blijvend effect? Is er nood aan een
multidisciplinaire aanpak en wat denkt een hoofd- en
halsspecialist over deze therapiemethode?
Met deze literatuurstudie gaan we in op deze vernoemde
aspecten.
Bijkomend werden Vlaamse logopedisten aan de hand van een
enquête bevraagd omtrent hun
kennis en hun opinie over aangezichtsesthetiek. Wat is het
kennisniveau van logopedisten omtrent
de aangezichtsesthetiek? Werken er al logopedisten rond
aangezichtsesthetiek in hun logopedische
sessies? Is er een publiek in Vlaanderen geïnteresseerd in deze
therapiemethode? Wat denken
Vlaamse logopedisten over deze therapiemethode? Wat zijn de
opmerkingen omtrent dit nieuwe
werkterrein? De antwoorden werden samengevat en de analyse vindt
u terug in het hoofdstuk
„enquête‟.
Ten slotte hebben wij ook getracht toekomstig onderzoek omtrent
dit thema te steunen met
duidelijke conclusies, opsomming van de discussiepunten en een
blik in de toekomst.
Wij willen nog even vermelden dat deze literatuurstudie
hoofdzakelijk gebaseerd is op
wetenschappelijk artikels geschreven in het Portugees, afkomstig
uit Brazilië. Door middel van
vertaalwebsites (onder andere van het vertaalbureau ElaN via
http://www.elanlanguages.com ), het
gebruik van woordenboeken en het raadplegen van Portugese
studenten tijdens ons Erasmusproject
hebben wij zelfstandig deze artikels in het Engels en/of
Nederlands vertaald. Hoewel wij beiden
geen kennis hebben van de Portugese taal en de native sprekers
leken waren in dit vakgebied
hebben wij toch getracht deze studies zo goed als mogelijk te
analyseren, te interpreteren en kritisch
te benaderen om een zo volledig en correct mogelijke
literatuurstudie te schrijven.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
7
1 Schoonheid
Wat is fysieke schoonheid? Deze vraag houdt de mens al eeuwen
bezig. Schoonheid is een heel
subjectief begrip en wordt verbonden aan „goedheid‟. Eveneens is
het een fundamenteel cultureel
item van de mens. De oude Grieken zagen schoonheid als een zesde
zintuig. Plato geloofde dat het
de innerlijke kracht van een persoon aantoonde en Leonardo Da
Vinci associeerde schoonheid met
symmetrie (Etcoff, 1999; Franco & Scattona, 2002). Ook in de
moderne maatschappij staat het
begrip schoonheid centraal. Het zoeken naar een goede
uitstraling en „mooi‟ zijn, is
alomtegenwoordig en wordt door de mens als een noodzaak
ervaren.
Er kan echter geen vaste definitie van schoonheid gegeven
worden. Fysieke schoonheid kan je
immers zeer ruim interpreteren. Toch blijkt dat een aantal
karakteristieken een positieve respons
uitlokken en een grotere aantrekking uitoefenen (Kruijshaar,
2009). Zo blijken een jonge en frisse
verschijning een streefdoel van de mens.
Die jeugdige en vitale verschijning wordt vooral geuit door het
gezicht, want het gezicht is het
meest representatieve deel van het lichaam van de mens. Het
gezicht zorgt voor het eerste contact
bij interpersoonlijke relaties en het is vooral door
gezichtsuitdrukkingen dat mensen hun emoties
uiten. Het gezicht trekt onze aandacht vanaf onze geboorte en
het blijft ons boeien voor de rest van
ons leven (Franco & Scattona, 2002). Het is dus niet meer
dan normaal dat we ons concentreren op
de bevordering en behoud van de schoonheid van ons gelaat en dat
we hier inspanningen voor
willen doen (Takacs, Valdrighi & Assencio-Ferreira, 2002;
Franco & Scattona, 2002).
Vandaag de dag stijgt de belangstelling voor het behouden van
die schoonheid meer dan ooit door
de vergrijzing van de maatschappij. De bezorgdheid rond dit
onderwerp neemt toe bij heel wat
mensen, wat soms zelf leidt tot een dalen van het zelfbeeld en
depressies. Veroudering is een
natuurlijk proces dat begint vanaf de geboorte; het is
universeel, progressief en onomkeerbaar; maar
er zijn wel enkele manieren om die veroudering even uit te
stellen (Takacs et al., 2002). Nu de
levensverwachting blijft stijgen, wordt de veroudering aangepakt
en is het gebruik van cosmetische
anti-agingbehandelingen een dagelijkse gewoonte geworden voor de
mens (Evrard, 2008).
Vele mensen kiezen voor een facelift (een operatieve behandeling
waarbij rimpels en uitgezakte
huidplooien van hals en wangen gecorrigeerd worden) of een
botoxbehandeling (een injectie met
botulinumtoxine die rimpels, ontstaan door herhaalde contracties
van de onderliggende spieren,
gladstrijkt), crèmes (een niet-invasieve manier die zorgt voor
de hydratatie van de huid) en
laserbehandeling (een techniek die door het verhitten van
bepaalde huidstructuren, afhankelijk van
het probleem, de aanmaak van collageen, een eiwit dat zorgt voor
de stevigheid en de elasticiteit
van de huid, stimuleert).
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
8
Sinds enkele jaren wordt geopteerd schoonheid na te streven op
een niet-invasieve en natuurlijke
manier. In de yoga werd bijvoorbeeld een gebied ontwikkeld,
facial yoga, waarbij de spieren in het
aangezicht worden getraind om rimpels te voorkomen, te beperken
en te elimineren. Ook door de
logopedist wordt er in Brazilië reeds aandacht besteed aan
schoonheid.
2 Dermatologie
Als de meesten van ons aan „het geheugen‟ denken, associëren we
dit begrip met onze hersenen. De
hersenen zijn echter niet het enige orgaan dat een geheugen
heeft. Ook het gezicht geeft een goede
weerspiegeling van de gebeurtenissen in ons leven. Wanneer de
huid veelvuldig in een zelfde
positie wordt gebracht door veel voorkomende
gelaatsuitdrukkingen, zullen er lijnen ontstaan.
In de loop der jaren komen er tekenen tevoorschijn in het
gelaat: periorbiculaire rimpels,
wenkbrauw ptosis (hangende oogleden), een teveel aan huid rond
de oogleden, opgezwollen zakjes
rond de ogen, nasolabiale plooien, een te losse huid, vet in
neus of kin.
Afhankelijk van het individu treden deze verschijnselen
afzonderlijk of tegelijkertijd op (Mattia,
Czlusniak & Ricci, 2008). Deze tekenen kunnen uitgelokt en
versneld worden door bepaalde
factoren, zoals stress, roken, inadequate voeding (een
voedingspatroon met een tekort aan vitamine
A, C en E en een tekort aan foliumzuur), hormonen, vasculaire
factoren, genetische aanleg en
weersomstandigheden (zon, wind, regen, hitte en koude). Rond de
leeftijd van 40 jaar is aan het
gelaat duidelijk te zien, welke levenskwaliteit men ondergaan
heeft (Takacs et al., 2002).
Veroudering zorgt voor histologische veranderingen in elke soort
huidcel (zie figuur 1). Vooreerst
wordt de epidermis, de opperlaag van de huid, dunner en
bijgevolg neemt de bescherming tegen
externe agressie af (vb. stress, roken, blootstelling aan
zon,…). Ook in de dermis, de
ondersteunende beschermlaag voor de huid, treden veranderingen
op: het aantal elastine- en
collageenvezels, die elasticiteit en weerstand verlenen aan de
huid, neemt af. Collageenvezels zijn
de onmisbare architectuur ter ondersteuning van de
huidstructuren en deze beginnen langzaam te
verdwijnen rond vijfentwintigjarige leeftijd. Als gevolg hiervan
ontstaan langzaam rimpels (Evrard,
2008, p.150).
(http://www.newcreation.be/lpg_inleiding.html, 20/04/2011)
Figuur 1 - Huid met gedegradeerd collageen vergeleken met
gezonde huid met normale collageenopbouw
http://www.newcreation.be/lpg_inleiding.html
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
9
Tevens neemt bij het ouder worden de bloeddoorstroming af
waardoor er een afname aan
zuurstofvoorziening van de weefsels en uitdroging van de huid
ontstaat. Hierdoor verliest de huid
zijn helderheid (Takacs et al., 2002). Ook de aanwezigheid van
het hyaluronzuur neemt af waardoor
de uitdroging van de huid verergert. Er treedt later ook een
atrofie op van de hypodermis, de
onderlaag van de huid bestaande uit losmazig bindweefsel
(Evrard, 2008). Ook de spiertonus
vermindert. De huid wordt losser en hierdoor ontstaan er
plooien, slappe delen, vlekken en
pigmentatieveranderingen (Takacs et al., 2002).
3 Esthetische logopedie als nieuw werkveld
3.1 Waarom de logopedist
Marilene Ughini, dermatologe in Passo Fundo; een grootstad in
Brazilië, zegt:
“Het is nog steeds door onze pure onwetendheid als
professionelen, dat we logopedisten niet
gebruiken in dit gebied.” (Jornal do CFFa, 2008, p.6).
De logopedist is in de eerste plaats een specialist in
communicatie. Wanneer we communiceren,
doen we dit op een verbale en een non-verbale manier.
Gelaatsuitdrukkingen zijn van cruciaal
belang bij non-verbale communicatie: deze brengen emoties over,
geven assertiviteit aan een
boodschap, verlenen geloofwaardigheid of wekken juist
verwondering op (Jornal do CFFa, 2008).
Bij tekenen van veroudering kan deze expressie in het gedrang
komen en hierbij kan de
tussenkomst van een logopedist aangewezen zijn. Bovendien heeft
hij/zij ook kennis van de
anatomie en fysiologie van de normale en de afwijkende tanden,
botten, spieren, zenuwen en
weefsels van de hals en het gelaat. Ook de kennis over de
doeltreffendheid van de stomatognatische
functies maakt van de logopedist een professioneel therapeut in
dit vakgebied. Stomatognatische
functies omvatten de ademhaling-, kauw-, slik- en zuigfuncties
bij de mens. Deze functies doen
beroep op een netwerk van spieren, bot en structuren: de lippen,
tong, mandibula, palutum molle en
durum en tanden. Een verkeerde houding of verkeerde bewegingen
die herhaaldelijk gemaakt
worden bij het kauwen, slikken of spreken, kunnen immers plooien
en andere tekenen in het gelaat
doen ontstaan (Bucalon, 2007; Santos & Ferraz, 2010). De
logopedist zou in deze esthetisch
gerichte therapie dezelfde handelingen kunnen gebruiken als in
oromyofunctionele therapie, maar
dan met een aantal nieuwe, specifieke doelstellingen (Souza,
Morais, Silva & Cunha, 2005; Takacs
et al., 2002). Voorts kent de logopedist het belang, de
uitvoering en het doel van gezichtsoefeningen
(Jornal do CFFa, 2008).
Tenslotte bezit de logopedist als persoon de eigenschappen om
betrokken, verantwoordelijk,
kritisch en bezorgd te zijn: de logopedist streeft verbetering
van het welzijn en het gevoel van
eigenwaarde na bij zijn patiënten/cliënten.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
10
Door al deze eigenschappen is de logopedist in staat
aandoeningen in het gelaat en de nek te
analyseren en te interpreteren. Een logopedische evaluatie
vooraf kan bijdragen aan een betere
medische diagnose en aan het bereiken van een meer duurzaam
resultaat. Ook is de logopedist in
staat behandelingen op te stellen waarin hij/zij volgende
aspecten betrekt: houdingen veranderen, de
fitheid van de spieren bevorderen/herstellen en een goed
evenwicht en harmonie creëren (Jornal do
CFFa, 2008). Het zou echter wel aangewezen zijn dat de
esthetisch logopedist meer op de hoogte is
van het veranderlijke metabolisme en gevoeligheid van de huid en
spieren in het gelaat (Paes,
Toledo & Silva, 2007).
3.2 Esthetische logopedische therapie
3.2.1 Doelstellingen
De esthetische logopedie is erop gericht het individu een
jeugdige, jonge en zachte
gelaatsuitdrukking te bieden, de gevolgen van de veroudering te
verlichten en dus de werking van
het gehele orofaciale complex te verbeteren om zo een esthetisch
gebalanceerd geheel te bereiken
(Souza et al., 2005).
Verschillende objectieven worden voor ogen gehouden bij deze
therapie. Onderstaande lijst somt de
doelstellingen op die in de literatuur worden teruggevonden:
balans brengen in de gelaatsspieren door symmetrie na te streven
(tonus, coördinatie en kracht)
(Souza et al., 2005; Faro, 2006; Bucalon, 2007; Brites -
http://www.fonoestetica.com.br);
vorming van rimpels en lijnen uitstellen of verminderen (Souza
et al., 2005; Faro, 2006; Brites -
http://www.fonoestetica.com.br);
verandering en/of verbetering in houding (Souza et al., 2005;
Bucalon, 2007);
homeostase creëren in stomatognatische functies (Souza et al.,
2005; Faro, 2006; Bucalon,
2007; Brites - http://www.fonoestetica.com.br);
elimineren/beperken van compenserende/onnodige/overmatige
bewegingen (Souza et al., 2005;
Bucalon, 2007; Brites - http://www.fonoestetica.com.br);
zorgen voor maximale harmonie (lees evenwicht of symmetrie)
tussen anatomie (esthetiek) en
functie (Faro, 2006; Bucalon, 2007; Brites -
http://www.fonoestetica.com.br);
bloeddoorstroming en zuurstofvoorziening optimaliseren (Takacs
et al., 2002; Faro, 2006;
Mattia et al., 2008; Brites -
http://www.fonoestetica.com.br);
expressie verbeteren (Takacs et al., 2002);
spieren leren ontspannen en niet gebruikte spieren versterken
(Takacs et al., 2002; Faro, 2006.
Bucalon, 2007);
huidhydratie verbeteren (Ratkoczy, 2010);
verbetering van welzijn en een harmonie ontwikkelen tussen
lichaam en geest (Paes et al., 2007;
Brites - http://www.fonoestetica.com.br).
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
11
De hierboven opgesomde doelstellingen zijn eerder vaag. De
auteurs hebben in hun studie vaak niet
vermeld hoe de doelstellingen precies worden nagestreefd en wat
het einddoel is; hoe weet men
bijvoorbeeld wanneer rimpel- en lijnvorming wordt uitgesteld?
Hoe wordt dit uitstel gemeten? Hoe
wordt de verandering in houding nagegaan? Wanneer is er
harmonie? Wat is de optimale
bloedvoorziening en zuurstofvoorziening van de huid en hoe wordt
deze gemeten? En wat mag men
concreet verstaan onder het welzijn en de harmonie tussen
lichaam en geest?
3.2.2 Doelgroepen
In de literatuur worden volgende personen geïdentificeerd als
doelgroep van de esthetische
logopedie:
personen tussen 20 en 30 jaar ter preventie van ouderdomstekenen
(Faro, 2006);
personen met tekenen in het gelaat gerelateerd aan het
verouderingsproces, myofunctioneel van
aard of als gevolg van disfuncties van het stomatognatisch
systeem (Souza et al., 2005; Faro,
2006; Bucalon, 2007; Brites -
http://www.fonoestetica.com.br);
personen die hun levenskwaliteit en/of hun gevoel van
eigenwaarde willen verbeteren (Paes et
al., 2007);
atleten: met de veronderstelling dat elke spier getraind moet
blijven (Faro, 2006);
personen die vermagerd zijn door ziekte, bariatrische heelkunde
(chirurgie met als doel het
verminderen van het gewicht), etc. (Faro, 2006);
personen voor/na een gezichtsoperatie (Faro, 2006).
3.2.3 De logopedische aanpak
De literatuur laat zien dat er geen uniform therapieplan in
omloop is. Er blijkt integendeel een
enorme verscheidenheid aan werkwijzen in het esthetisch
logopedisch handelen te bestaan.
Hieronder volgt een overzicht van suggesties in esthetisch
logopedisch handelen.
3.2.3.1 Anamnese
De anamnese omvat de bevraging van de medische voorgeschiedenis
en de klachten van de cliënt in
een interview.
Takacs et al. (2002) geven aan dat er vooreerst moet nagevraagd
worden of de cliënt belangrijke
ingrepen (vooral in het gelaat) of esthetische operaties
onderging of logopedische therapie volgde
gericht op het gelaat. Ook moet volgens Santos & Ferraz
(2010) worden nagegaan wat de cliënt het
meest stoort in zijn gelaat. De logopedist legt, volgens Faro
(2006), uit waar hij/zij een
betekenisvolle rol zou kunnen spelen voor de cliënt.
http://www.fonoestetica.com.br/
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
12
Mattia et al. (2008) geven aan dat er moet gepolst worden naar
de specifieke klachten en het
zelfbeeld van de cliënt. De logopedist dient ook na te vragen
aan welke factoren de cliënt
blootgesteld wordt. Dit omvat factoren, zoals het gebruik van
gezichtsverzorgingsproducten
(crèmes, make-up,…), slaapgewoonten, drinkgewoonten,
verslavingen, zoals roken en alcohol
en de dagelijkse activiteiten van de cliënt (frequente
blootstelling aan zon, wind, stof,…).
3.2.3.2 Onderzoek
Ook wat betreft het logopedisch onderzoek vinden we
verschillende benaderingen terug in de
literatuur. Takacs et al. (2002) en Paes et al. (2007) spreken
over een eenvoudige en subjectieve
beoordeling van de gezichtsspieren door middel van observatie,
palpatie en weerstand tegen kracht.
De ademhaling, het gebit en de kauw- en slikfuncties worden hier
niet geëvalueerd, omdat dit geen
meerwaarde zou zijn voor het onderzoek.
Bucalon (2007) daarentegen stelt de beoordeling van de werkwijze
van de spieren en de directe
relatie tot de stomatognatische functies centraal in haar
onderzoek. Kauwt, slikt, zuigt, ademt en
spreekt de cliënt evenwichtig zonder hierbij energie te
verspillen?
Aan de hand van visuele observatie identificeert de therapeut
ook rimpelvorming. Deze kan zijn
ontstaan door ouderdom, door overdreven gelaatsuitdrukkingen,
door een verkeerde houding of
door andere orale gewoonten.
3.2.3.3 Opstellen van het therapieplan
Na de evaluatie stelt de logopedist een therapieplan op
(Bucalon, 2007).
Souza et al. (2005) benadrukken dat dit therapieplan op maat van
de cliënt moet zijn. Dit plan kan
eventueel samen met de cliënt (Faro, 2006) of met behulp van een
dermatoloog worden opgesteld
(Franco et al., 2002).
3.2.3.4 Behandeling
Er is een grote verscheidenheid aan esthetisch logopedische
therapieën te vinden in de literatuur.
Tabel 1 geeft een overzicht van de behandelingen met een
onderzoek naar hun effectiviteit. Tabel 2
geeft een overzicht van de theoretisch uitgewerkte
therapieën.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
13
Tabel 1 – Overzicht van behandelingen met een onderzoek naar hun
effectiviteit
Bron Design N Therapie Frequentie Aandachtspunten Resultaat
“Fonoaudiologia e estética: unidas
a favor da beleza facial”
Takacs et al., 2002
One-group pretest-
posttest design
8 1. 6 isometrische oefeningen1
(zie appendix 1)
Deze oefeningen werden aangeleerd door de
therapeut en schriftelijk meegegeven aan de
proefpersonen.
1 keer/dag,
gedurende 3
maanden
- Voor en na de therapie
werd een foto genomen.
De proefpersonen en 11
onwetende waarnemers merkten
verbetering van de
gezichtsspieren.
“Fonoaudiologia e dermatologia:
um trabalho conjunto e pioneiro na
suavização das rugas de expressão
facial”
Franco et al., 2002
Case study 1 1. Algemene tips (voeding,…) en uitleggen
anatomie van het gelaat
2. Stretchen van spieren
3. Leren over spierwerking
4. Leren relaxeren van spieren
5. Massages
6.Specifieke oefeningen
(zie appendix 2)
Dagelijks trainen
+ 1 logopedische
sessie/ week,
gedurende 10
sessies
- Na elke oefening maakt
men de patiënt er op
attent zich te ontspannen.
- Geïndividualiseerde
behandeling.
Patiënt voelt zich meer
ontspannen.
Dermatoloog stelt verbetering
vast omdat het voorkomen van
hyaluronzuur in de huid is
gestegen .
“Fonoaudiologia e estética facial:
estudo de casos”
Paes et al., 2007
One-group pretest-
posttest design
10 1. Isotonische oefneningen 2
2. Isometrische oefeningen
3. Isokinetische oefeningen3
4. Faciale manipulatie
5. Massage
6. Evenwicht zoeken in stomatognatisch
systeem (met kauw-workout)
Dagelijkse training
voor 8 weken
+ 1 logopedische
sessie/ week,
gedurende 16
sessies
- Voor en na de therapie
werd een foto genomen
+ Meten van de
nasolabiale sulcus tot de
tragus.
- Geïndividualiseerde
behandeling.
De deelnemers zien verbetering.
Er is ook een vermindering in
afstand van de nasolabiale sulcus
tot de tragus en er wordt een beter
evenwicht in het gezicht
geobserveerd.
“Contribuição da fonoaudiologia
na estética facial: relato de caso”
Mattia et al., 2008
Case study 1 1. Algemene tips (voeding)
2. Manipulatie van gezicht (massage,…)
3. Stretchen van de faciale spieren
4. Specifieke oefeningen
1. Isotonisch 2. Isometrisch 3. Isokinetisch
5. Lichaamshouding aanpassen
40 min./
logopedische sessie,
gedurende 10
sessies
Voor en na de therapie
werd een foto genomen
+antroposcopie4 en
anthropometrie5
afgenomen
Er wordt een verbetering
waargenomen in de faciale
symmetrie, rimpels verdwijnen,
en de bloedcirculatie verhoogt.
Meer kracht in het gezicht
(gemeten via caliper)
“Atuação da fonoaudiologia na
estética facial: relato de caso clinic”
Santos et al., 2010
Case study 1 1. Strekken spieren aan de hand van
isotonische oefeningen
2. Stretchen spieren (30 tot 40 sec.)
3. Manipulatie van faciale spieren
8 logopedische
sessies/week
gedurende 2 maand
- Voor en na de therapie
werd een foto genomen.
- Verdere studies zijn
noodzakelijk
- Geïndividualiseerde
behandeling
Patiënt voelt verbetering in
welzijn en neemt ook
verbeteringen waar in het gelaat.
Klinisch worden er verbeteringen
waargenomen in de symmetrie en
functionaliteit van het gelaat.
1 Isometrische oefeningen: oefeningen waarbij de spieren
versterkt worden door in een bepaalde stand te worden aangehouden
om zo de verslapping van het gelaat tegen te gaan.
2 Isotonische oefeningen: vereisen het samentrekken van de
spieren terwijl ze weerstand ondervinden van een tegenkracht zoals
het eigen lichaam.
3 Isokinetische oefeningen: oefeningen waarbij de snelheid van
uitvoering en de weerstand over de gehele oefening gelijk
blijft
4 Antroposcopie: Visuele observatie en beschrijving van fysieke
tekens in het gelaat.
5 Anthropometrie: een methode van objectieve meting:
bijvoorbeeld met een caliper.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
14
Tabel 2 – Overzicht van theoretische uitgewerkte therapieën in
de literatuur
Bron Therapie Frequentie Aandachtspunt
en
Resultaat
“Harmonia & Vida”
Faro, 2004
1. Massage en manipulatie van de spieren
2. Oefeningen voor de nek, kin en kaakspieren
3. Warmtetherapie
4. Zuigkrachttherapie
5. Aanleren goede gezichtszorg
6. Leren van goede gewoontes en afleren van slechte
gewoontes
Dagelijkse
training
+ Wekelijkse
logopedische
sessie gedurende
6 maanden
/ Plooien kunnen vermeden worden of zelfs volledig
weggewerkt worden door deze therapie.
“Fonoaudiologia estética”
Bucalon, 2007
1. Schoonmaken en hydrateren van de huid
2. Bewust maken van het belang van de werking van de
spieren
3. Verstevigen van spieren ter verbetering van de
werking van het stomatognatisch systeem
4. Algemene gezichtsoefeningen
5. Individueel toegepaste oefeningen
6. Actieve gezichtsmassage
7. Werken aan gewoonte om dagelijks te trainen
8. Stimulatie motorieke functies van het gezicht
9. Ontspannen gezichtsspieren
Dagelijkse
training
+ Wekelijkse
logopedische
sessie (45min)
- Geïndividualiseerde
behandeling
De therapie verwijdert of minimaliseert rimpel- en
lijnvorming en huidverzakkingen. Het verstevigt het gezicht
en de nek.
Het is ter preventie van nieuwe lijn- en rimpelvorming.
“Face Yoga”
Hagen, 2007
Specifieke oefeningen naargelang probleem (zie
appendix 3)
Minimaal 2 keer
per week
- Oefeningen worden
voor de spiegel
uitgevoerd
- De rest van het
lichaam is ontspannen
tijdens de oefeningen
De oefeningen maken en houden het gelaat strakker en
jonger. Ze kunnen rimpels doen verdwijnen.
“Ginástica facial, fonoaudiologia
facial”
Gamba, 2009
1. Massage met de handen
2. Drainage
3. Faciale stimulatie aan de hand van massagemateriaal
(zoals een handvat met aan het uiteinde een bolletje dat
rolt, ter relaxatie)
4. Wijzen op slechte gewoontes
/ - Geïndividualiseerde
behandeling /
“Facebuilding”
Ratkoczy, 2010
1. Schoonmaken en hydrateren van de huid
2. Oefenprogramma voor spieren (zie appendix 4)
/ - Oefeningen worden
voor de spiegel
uitgevoerd
/
http://www.youtube.com-ginástica/
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
15
Vele onderzoekers starten de therapie met de cliënt wegwijs te
maken in de werking van de
spieren en maken de cliënt bewust van het belang van een gezonde
levensstijl en een correcte
lichaamshouding. Er wordt ook nadruk gelegd op het afleren van
foute gewoontes, zoals
verkeerd kauwen waardoor asymmetrie ontstaat. Vaak geven
onderzoekers aan dat de cliënt
de faciale spieren moet leren ontspannen om een duurzamer en
sneller resultaat te krijgen.
Na analyse van de oefeningen, merken we op dat de meest
gehanteerde principes van
esthetisch logopedische therapie stretchen, faciale manipulatie
en oromyofunctionele
oefeningen zijn. Deze principes benadert elke onderzoeker op
zijn manier.
Stretchoefeningen zorgen ervoor dat de spier kan herstellen in
lengte om terug tot een balans
te komen, met het behoud van hun integriteit en functie (Franco
et al., 2002). Door te
stretchen ontstaat een toename in bewegingseffectiviteit, een
toename van de bloedtoevoer
naar de botten en spieren, het zorgt het voor aan afname van
stress (http://www.smtc.nl/
Fit/stretching.htm, 9/03/2011).
De faciale manipulatie zorgt voor een betere bloedcirculatie en
bestaat onder andere uit
massages. Hierbij worden oppervlakkige en diepere lagen van
spier- en bindweefsel
gemanipuleerd om de functie te verbeteren en ontspanning en
welzijn te bevorderen
(http://www.free-ebook-download.
net/video-training/55045-essential-guide-massage-
techniques-32-parts.html, 9/03/2011).
Oromyofunctionele therapie omvat vooreerst krachttraining: deze
kan bestaan uit
isometrische, isotone of isokinetische oefeningen. Isometrische
oefeningen zijn oefeningen
waarbij de spieren versterkt worden door in een bepaalde stand
te worden aangehouden om zo
de verslapping van het gelaat tegen te gaan
(http://www.lifemojo.com/lifestyle/soorten-of-
strength-training-23378324/nl, 9/03/2011). Isotone oefeningen
daarentegen vereisen het
samentrekken van je spieren terwijl ze weerstand ondervinden van
een tegenkracht zoals het
eigen lichaam
(http://www.mannen-gezondheid.com/verschil-aerobe-anaerobe-training.html,
29/05/2011). Isokinetische oefeningen zijn oefeningen waarbij de
snelheid van uitvoering en
de weerstand over de gehele oefening gelijk blijft. De auteurs
vermelden vooral de
isometrische oefeningen. De oefeningen vermeld in het artikel
van Ratkoczy (2010) en Hagen
(2007) sluiten hierbij aan. Ook wordt vaak verwezen naar
oefeningen ter verbetering van de
werking van het stomatognatisch systeem. Als voorbeeld hierbij
nemen we de kauw-work-out
(Paes et al., 2007), verkeerd kauwen beïnvloedt namelijk de
gezichtsspieren.
Faro (2004) vermeldt ook nog warmtetherapie en
zuigkrachttherapie om de bloedcirculatie te
bevorderen.
In enkele bronnen wordt ook gewezen op de noodzaak van het
draineren en hydrateren van de
huid (Bucalon, 2007; Ratkoczy, 2010).
http://www.smtc.nl/%20Fit/stretching.htmhttp://www.smtc.nl/%20Fit/stretching.htmhttp://www.mannen-gezondheid.com/verschil-aerobe-anaerobe-training.html
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
16
Bij de frequentie van de therapie streven de meeste onderzoekers
een dagelijkse training van
de faciale spieren na die door de cliënt zonder professionele
hulp kan worden uitgevoerd
(Takacs et al., 2002; Franco et al., 2002; Paes et al., 2007).
Hierbij worden er eventueel nog
een aantal logopedische sessies geïntegreerd. Andere auteurs
(zoals Mattia et al., 2008) stellen
daarentegen enkel logopedische behandeling voor. Na de
behandeling volgt vaak nog een
evaluatie om verbeteringen in het gelaat vast te stellen (Paes
et al., 2007).
3.2.4 Effectiviteit van de behandeling
3.2.4.1 Metingen en materiaal
Om de effectiviteit van de behandelingen aan te tonen, wordt er
met verscheidene materialen
gewerkt en worden in sommige studies bepaalde metingen
uitgevoerd.
In vele studies (Takacs et al., 2002; Paes et al., 2007; Mattia
et al., 2008; Santos & Ferraz,
2010) worden de proefpersonen voor en na de behandeling
gefotografeerd. Dit met een vaste
achtergrond en een vaste afstand tot de camera om veranderingen
vast te leggen en deze beter
te kunnen bestuderen. Er moet echter wel worden opgemerkt dat
deze foto‟s geen
wetenschappelijk bewijs zijn en dus enkel ter illustratie kunnen
gebruikt worden (Paes et al.,
2007).
Mattia et al. (2008) vermelden dat de analyse van de resultaten
enerzijds gebeurt door
anthroposcopie en anderzijds door anthropometrie. Anthroposcopie
houdt in dat de cliënt voor
en na de behandeling visueel geobserveerd en beschreven wordt
door de onderzoeker. Er
wordt echter opgemerkt dat deze beoordeling beïnvloed is door de
eigen ervaring en perceptie
van de waarnemer. Daarom wordt de studie ook gestaafd aan de
hand anthropometrie.
Anthropometrie wijst op het meten van veranderingen; in deze
studie aan de hand van een
caliper, een meetinstrument dat gebruikt wordt om zowel
afstanden als diktes in het gelaat te
meten. Bijvoorbeeld de afstanden van het bovenste, middelste en
onderste deel van het
gezicht, van de haarlijn tot de beide wenkbrauwen, van de
ooghoek tot de linker en rechter
liphoek, van de columella (scheiding tussen de twee neusgaten
tot de bovenlip) en van de
bovenlip.
Ook Paes et al. (2007) maken in hun studie gebruik van een
caliper, om de objectiviteit en de
wetenschappelijke waarde van het onderzoek te vergroten (zie
appendix 5).
Franco & Scattone (2002) staven hun onderzoek met behulp van
informatie van een
dermatoloog. Deze dermatoloog gaat na of het hyaluronzuur is
toegenomen na de
behandeling.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
17
3.2.4.2 Effectieve resultaten
Na de verschillende therapieën te hebben bestudeerd, kunnen
enkele conclusies getrokken
worden wat betreft de effectiviteit van de esthetisch
logopedische behandeling. Vanuit het
standpunt van de cliënt, zijn omgeving en vanuit klinische
ooghoek wordt het resultaat van de
behandeling bekeken. Zowel de theoretisch uitgewerkte therapieën
als ook de
effectiviteitstudies vermelden een verbetering of behoud van
uitstraling, gladheid of
jeugdigheid van het gelaat.
De proefpersonen uit verschillende onderzoeken (Takacs et al.,
2002; Paes et al., 2007; Santos
& Ferraz, 2010) zien na het volgen van de therapie
veranderingen in hun eigen gelaat. Zij
vermelden vooral het verstevigen van mond en voorhoofd, het
verdikken van de lippen, een
meer verfijnde expressie en een frisser voorkomend gezicht en
huid (Takacs et al., 2002). Bij
Paes et al. (2007) wordt besloten dat de cliënten die de
oefeningen minder regelmatig
uitvoerden minder resultaat boekten na de therapiesessies.
Bij de therapieën van Takacs et al. (2002) en Santos &
Ferraz (2010) rapporteerden de
deelnemers een verbetering van welzijn. In de studies van Franco
& Scattone (2002) en
Takacs et al. (2002) wordt een gevoel van ontspanning in de
gelaatsspieren omschreven door
enkele deelnemers. De uitvoering van de therapie werd door de
deelnemers van de studie van
Takacs et al. (2002) en Paes et al. (2007) als eenvoudig
ervaren. Dit omdat ze maar weinig tijd
vergen om uit te voeren. De oefeningen worden ook vaak thuis
uitgevoerd omdat de cliënten
die aan deze therapie beginnen echt gemotiveerd zijn: het is
echt iets wat ze zelf willen.
Vele studies geven aan dat ook de naaste omgeving van de
deelnemers verschillen in het
gelaat observeren. In de studie van Takacs et al. (2002) werd
dit door 7 van de 8
proefpersonen gemeld. Ook werden bij de studie van Takacs et al.
(2002) foto‟s beoordeeld en
gesorteerd door 11 onafhankelijke waarnemers, die geen kennis
hadden van de behandeling of
van aspecten uit het vakgebied. Volgens hen vertoonde elke
proefpersoon enkele
veranderingen in het gezicht. Hierbij stelden de waarnemers vast
dat er sommige regio‟s van
het gezicht opvallend verbeterd waren. De volgende verbeteringen
worden vermeld:
verdwijnen van nasolabiale plooien, vermindering van donkere
kringen rond de ogen,
vermindering van slapheid van de wangen en een afname van
rimpels op het voorhoofd en
rond de ogen. Ook de onderzoekers geven na de sessies te kennen
veranderingen bij de
cliënten aan te treffen. Mattia et al. (2008) geven aan dat de
wangen van de cliënten meer
kleur hebben door een betere bloedcirculatie. Santos &
Ferraz (2010) stellen een verbetering
vast in symmetrie bij de wenkbrauwen, de ogen en ter hoogte van
de neus, kaken en
nasolabiale plooien.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
18
Ondersteunende klinische metingen worden teruggevonden bij Paes
et al. (2007). Zij maken
gebruik van een caliper om de afstand van de nasolabiale sulcus
tot de tragus na te gaan.
Na de logopedisch interventie werd uit de metingen besloten dat
er een reductie was aan beide
kanten in afstand van de nasolabiale plooi tot de tragus. Dit
zou te maken hebben met het feit
dat de tonus van de gezichtsspieren verhoogd zou zijn, waardoor
de hoek van de nasiolabiale
sulcus zou vergroten met gevolg dat de afstand tot de tragus
verkleind wordt.
Ook Mattia et al. (2008) onderbouwen hun studie met metingen.
Aan de hand van de caliper
wordt voor en na de behandeling de veranderingen in het gezicht
gemeten. Na de sessie wordt
besloten dat er een grotere symmetrie is in het gelaat.
Franco & Scattone (2002) geven aan dat het hyaluronzuur in
de huid bij hun cliënte is
toegenomen, met een betere hydratatie van de huid als
gevolg.
Onze kritische bedenkingen en een voorstel tot onderzoek met
wetenschappelijk bewijs vindt
u onder „algemeen besluit‟ en „toekomst‟.
4 Enquête
4.1 Inleiding
Ter aanvulling van deze literatuurstudie en na het bestuderen
van een artikel dat de kennis van
Braziliaanse logopedisten in faciale esthetiek onderzocht (Souza
et al., 2005), werd een
enquête bij de Vlaamse logopedisten afgenomen omtrent
esthetische logopedie. Het doel van
het onderzoek was de kennis, ervaring en interesse te bestuderen
bij Vlaamse logopedisten
omtrent esthetische logopedie.
4.2 Methode
Het onderzoek werd uitgevoerd bij logopedisten in
Vlaanderen.
De eerste stap was het opstellen van een steekproef. Hierbij
werd een contactlijst gebruikt van
de Vlaamse Vereniging van de Logopedisten (VVL), waaruit de
e-mailadressen werden
weerhouden. Ook werden de e-mailadressen van niet-VVL-leden
opgezocht via de „Gouden
Gids‟-online. Er werden in totaal 1812 e-mailadressen
verzameld.
Vervolgens werd de vragenlijst (zie appendix 6) op 13 maart 2011
naar deze 1812 Vlaamse
logopedisten verzonden via een e-mail met bijhorende link.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
19
Op 22 maart 2011 werd een e-mail verzonden naar de logopedisten
die de enquête nog niet
hadden ingevuld ter herinnering aan onze vraag deel te nemen. Op
25 maart 2011 werd de
enquête afgesloten.
De inleiding van de enquête omvatte een korte tekst met een
beperkte definitie van wat onder
„esthetische logopedie‟ wordt verstaan. Deze definitie werd
slechts kort aangehaald om de
Vlaamse logopedisten op geen enkele manier te beïnvloeden in hun
denken en geen invloed te
hebben op hun kennis omtrent dit onderwerp.
De enquête steunde op een vragenlijst van Souza et al. (2005),
die werd afgenomen bij
spraaktherapeuten gespecialiseerd in faciale motoriek uit het
grootstedelijk gebied van Recife
(Brazilië). Vragen van Souza et al. (2005), interessant voor
Vlaamse logopedisten, werden
aangevuld met nieuwe vragen afgeleid uit de literatuurstudie en
opgesteld in samenspraak met
onze promotor. De uiteindelijke enquête bestond uit 17 vragen,
zowel open en gesloten van
aard. Er werd naast een aantal persoonlijke gegevens, gepeild
naar de mening en kennis van
de logopedisten omtrent aspecten van esthetische logopedie. De
meeste vragen hadden de
antwoordmogelijkheden ja of nee.
Bij de formulering van de vragen was het uitgangspunt dat het
invullen van de enquête relatief
weinig tijd mocht kosten. Anderzijds was het van belang de
geënquêteerden de mogelijkheid
te bieden opmerkingen te plaatsen indien ze dit wensten. Deze
opmerkingen werden bij de
data-analyse zoveel mogelijk gestandaardiseerd.
Dit onderzoek is observationeel, er is geen manipulatie van
variabelen en enkel uit de data
worden conclusies getrokken.
De enquête peilde naar de kennis over het onderwerp en naar het
handelen, de ervaring in het
gebied, de mening over esthetische logopedie, de interesse van
cliënten en logopedisten zelf
in het gebied, alsook naar de noodzaak aan een
specialisatiecursus.
De onafhankelijke variabelen waren geslacht, leeftijdscategorie,
graad van afstuderen, aantal
jaren werkervaring, al dan niet lid van de Vlaamse Vereniging
voor logopedisten en het feit of
deze logopedisten in de praktijk werken rond
aangezichtsverlammingen en problemen met de
Nervus Facialis, slikstoornissen of oromyofunctionele
stoornissen.
Data-analyse werd uitgevoerd door descriptief percentages te
vergelijken en de gegevens
categorisch te vergelijken via Excel en IBM SPSS 18 (PASW). De
presentatie van bepaalde
gemeten variabelen wordt in figuren weergegeven.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
20
4.3 Resultaat
4.3.1 Respons
Van de 1812 verstuurde vragenlijsten werden er 474 beantwoord.
Dit betekent een respons
van 26%. Om voor deze populatie tot een representatieve
steekproef met een
betrouwbaarheidsinterval van 95% te komen, was er een respons
van 357 logopedisten (20%)
vereist. Met 474 antwoorden (26% respons) werd ruim aan deze
vereiste voldaan (Krejcie &
Morgan, 1970).
4.3.2 Steekproef
96,2% (456) van de respondenten zijn vrouwen en 3,8% (18) zijn
mannen. .
De meerderheid van de respondenten (58% of 275) heeft een
leeftijd tussen de 20 en 30 jaar.
26,6% (126) heeft een leeftijd van 31 tot 40 jaar, 9,1% (43)
tussen 41 ten 50 jaar en 6,3%
(30) is ouder dan 50 jaar.
Figuur 2 - Overzicht van de verdeling van de
leeftijdscategorieën van de respondenten.
71,5% (339) behaalde een bachelordiploma in de logopedie,
terwijl 28,5% (135) een
masterdiploma behaalde. De ondervraagde logopedisten waren
gemiddeld 9,42 jaren (range 1
tot 47 jaren, SD 8,709) actief in het werkveld van de
logopedie.
93,7% (444) van de ondervraagden is lid van de Vlaamse
Vereniging voor Logopedisten.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
21
22,45% (106) behandelt in de praktijk cliënten met
aangezichtsverlammingen en problemen
met de Nervus Facialis, 51,1% (242) behandelt in de praktijk
slikstoornissen en 67,1% (318)
heeft ervaring met het handelen rond oromyofunctionele
stoornissen.
4.3.3 Overzicht van de resultaten
Figuur 3 geeft een overzicht van de antwoorden van de Vlaamse
logopedisten op de
vragenlijst, die handelt rond esthetische logopedie. Hieronder
worden de verscheidene items
uitgebreid besproken en worden verdere categorische
vergelijkingen gemaakt.
Figuur 3 - Algemeen overzicht van antwoorden van Vlaamse
logopedisten op vragenlijst omtrent het gebied
„esthetische logopedie‟
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
22
4.3.3.1 Kennis en ervaring omtrent esthetische logopedie
Uit het onderzoek (figuur 3) kunnen we afleiden dat slechts 5,9%
(28) van de ondervraagde
logopedisten reeds gehoord heeft van het werkterrein
“esthetische logopedie”. 0,8% (4) van
deze logopedisten gaven aan dat ze dit reeds gehoord hadden in
hun opleiding, en 0,6% (3)
kregen hierover al informatie op een bijscholing. Enkele
logopedisten (0,6% of 3) hadden hier
al over gepraat met andere professionelen (logopedisten, artsen
gespecialiseerd in
mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie,…). 1,4% (7) haalden
deze kennis uit de
literatuur zoals vakliteratuur, reclamebladen, tijdschriften en
0,4% (2) van deze logopedisten
vermeldden reportages die zij gezien hadden.
Wanneer we verder kijken zien we dat slechts 2,5% (12) van de
respondenten al gehandeld
heeft in het werkgebied van esthetische logopedie (figuur
3).
Bij de navraag of de logopedist vindt zelf voldoende kennis te
hebben om te handelen in
esthetische logopedie, zegt 5,9% (28) van wel.
Figuren 4, 5 en 6 bekijken het verband tussen het beschikken
over voldoende kennis van de
logopedisten in het esthetisch logopedisch handelen en hun
ervaring in het handelen rond
bepaalde doelgroepen. Figuur 4 bekijkt dit verband voor de
ervaring in het handelen rond
aangezichtsverlammingen en problemen met de Nervus Facialis
(22,6% (106) van de
respondenten gaf aan hierin ervaring te hebben). 12,26% (13 van
de 106) van deze
respondenten met ervaring met deze doelgroep zijn van mening
voldoende kennis te hebben
om in esthetische logopedie te handelen. Figuur 5 bekijkt dit
verband voor de ervaring in het
handelen rond slikstoornissen. 51,1% (242) van de respondenten
heeft hierin ervaring; 7.85%
(19 van de 242) meent over voldoende kennis te beschikken om in
esthetische logopedie te
kunnen handelen. Figuur 6 geeft een overzicht voor logopedisten
met/zonder ervaring in
oromyofunctionele stoornissen. 67,1% (318) van de respondenten
heeft hierin ervaring;
5,35% (17 van de 318) meent voldoende kennis te hebben om te
kunnen handelen in
esthetische logopedie. Uit de figuren kan geen significant
besluit getrokken worden wanneer
we personen met en zonder ervaring in een bepaalde doelgroep
vergelijken.
Wel opvallend is dat therapeuten met ervaring in
aangezichtsverlammingen en problemen
rond de Nervus Facialis meer aangeven al van dit vakgebied
gehoord te hebben en te weten
wat dit inhoud, dan zij die geen ervaring hebben in dit gebied.
14,15% (15 van de 106) van de
logopedisten met ervaring gaf aan al gehoord te hebben van
esthetische logopedie ten
opzichte van 3,5% (13 van de 367) van de logopedisten zonder
ervaring. Dit verschil is
significant. Dit werd aangetoond met de Chi-kwadraat-test.
(p
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
23
Figuur 4 - Vergelijking tussen kennis en ervaring in het
handelen rond aangezichtsverlammingen en problemen met
de Nervus Facialis
Figuur 5 - Vergelijking tussen kennis en ervaring in het
handelen omtrent slikstoornissen
Figuur 6 - Vergelijking tussen kennis en ervaring in het
handelen rond oromyofunctionele stoornissen
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
24
Figuur 7 - Vergelijking kennis omtrent bestaan van „esthetische
logopedie‟ en ervaring in het handelen rond
aangezichtsverlammingen en problemen met de Nervus Facialis
Wanneer we nagaan of logopedisten met een bachelor- of
masterdiploma hun kennis
verschillend inschatten, zien we hier geen significant verschil
(p>0.001). De grote
meerderheid van beide groepen (bachelor: 93,22%(316), master:
96,27% (129)) geeft aan
geen kennis te hebben om in dit gebied te handelen.
Op de vraag waarom een logopedist niet in staat zou zijn in dit
gebied te handelen geeft
16,2% (77 logopedisten) aan dat dit thema niet of onvoldoende in
hun opleiding naar voren
kwam om hier rond te handelen. 9,3% (44) van de ondervraagden
geeft aan hier geen ervaring
in te hebben, 4% (of 9 andere) heeft geen specifieke therapie
voor ogen om op deze
problematiek in te spelen. 8% (38) heeft nog nooit gehoord over
dit werkgebied en 3,2% (15)
vindt hierover onvoldoende informatie terug in de literatuur.
Door een gebrek aan kennis van
bepaalde wetenschappen en andere vakgebieden geeft 3,8% (18) van
de logopedisten als
antwoord dat ze niet in staat zijn in dit gebied te werken.
Andere respondenten (5,9% of 28) geven als antwoord wel te
kunnen werken in dit gebied.
3,2% (15) van hen staven dit door aan te geven dat ze voldoende
kennis hebben van de
spieren en zenuwen in de hals, mond en aangezicht, anderen (0,6%
of 3) brengen hier hun
kennis over motorische oefeningen uit de behandeling bij
facialis paralyse of parese naar
voren. 0,4% (2) van de respondenten antwoordden dat ze door
logisch redeneren en door
reeds gekende oefeningen te integreren voldoende kennis zouden
hebben om in het gebied
van esthetische logopedie te handelen.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
25
4.3.3.2 Interesse en mening van logopedisten rond esthetische
logopedie
63,1% (299) van de ondervraagde logopedisten geeft aan dat
werken rond esthetiek niet
thuishoort in het werkgebied van de logopedie (figuur 3).
Wanneer er wordt nagevraagd waarom dit niet thuishoort in de
logopedie, krijgen we de
volgende antwoorden: 18,1% (86 logopedisten) zien de logopedist
als een hulpverlener die
zich richt op de verbetering van het functioneren van de patiënt
en niet op het optimaliseren
van de esthetiek, dat als luxueus en commercieel wordt
aanschouwd. 8,6% (41 respondenten)
geven aan dat dit de taak is van andere professionelen, 3,2% (15
andere) vinden dat logopedie
zich enkel richt op communicatie en 10,3% (49 respondenten)
vinden wel dat esthetiek kan
geïntegreerd worden in de logopedie, maar dan wel secundair aan
een andere problematiek.
Deze interesse en mening van de logopedisten gingen we verder na
aan de hand van hun
lidmaatschap van de Vlaamse Vereniging voor Logopedie (VVL).
93,7% (444) respondenten
zijn lid van de VVL, 6,3% (30) respondenten zijn geen lid.
In figuur 8 wordt een vergelijking gemaakt tussen leden en
niet-leden van de Vlaamse
Vereniging voor Logopedie (VVL). Hierbij wordt nagegaan of er
een verschil in mening is
omtrent het thuishoren van de esthetiek in het werkveld van de
logopedie. 36,71% (27 van de
444) leden van de VVL en 40% (1 van de 30) niet-leden van de VVL
menen dat esthetiek
thuishoort in het werkveld van de logopedie. De Chi-kwadraat
test laat niet toe de
nulhypothese te verwerpen, dus er kan geen significant verschil
tussen beide groepen worden
waargenomen (p >0,001).
Figuur 8 - Vergelijking tussen de mening van VVL- leden en niet-
VVL-leden omtrent de esthetiek in de logopedie
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
26
4.3.3.3 Handelen in esthetische logopedie
We gingen ook na of de Vlaamse logopedisten zelf in het
werkgebied van de esthetische
logopedie zouden willen handelen. 27,2% (129) stemt hiermee
in.
Wanneer we kijken naar de interesse in het handelen in
esthetische logopedie bij logopedisten
met of zonder ervaring in het behandelen van
aangezichtsverlammingen en problemen met de
Nervus Facialis, slikstoornissen en oromyofunctionele
stoornissen, zien we duidelijk dat zij,
die vertrouwd zijn met deze problematiek, meer interesse
vertonen in esthetische logopedie:
40,57% (43 van de 106) respondenten met ervaring en 23,37% (86
van de 368) zonder
ervaring in het handelen rond aangezichtsverlammingen en
problemen met de Nervus
Facialis, 35.95% (87 van de 242) met ervaring en 18,10% (42 van
de 132) zonder ervaring in
het handelen van slikstoornissen en 31,76% (101 van de 318) met
ervaring en 17,95% (28 van
de 156) zonder ervaring in het behandelen van oromyofunctionele
stoornissen zijn bereid te
handelen in dit werkgebied. Deze resultaten zijn volgens de
Chi-kwadraat test significant
wanneer we logopedisten met en zonder ervaring vergelijken
(figuur 9: p
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
27
Figuur 9 - Vergelijking tussen de bereidheid tot het handelen in
esthetische logopedie tussen logopedisten met en
zonder ervaring in het behandelen van aangezichtsverlammingen en
problemen met de Nervus Facialis
Figuur 10 - Vergelijking tussen de bereidheid tot het handelen
in esthetische logopedie tussen logopedisten met en
zonder ervaring in het behandelen van slikstoornissen
Figuur 11 - Vergelijking tussen de bereidheid tot het handelen
in esthetische logopedie tussen logopedisten met en
zonder ervaring in het behandelen van oromyofunctionele
stoornissen
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
28
Ook merken we geen verschil op tussen de geslachten wanneer het
gaat over handelen in dit
gebied (figuur 12). De Chi-kwadraat test laat namelijk niet toe
de nulhypothese te verwerpen
(p>0,001), dus er is geen significant verschil tussen beiden.
27,63% (126 van de 456) van de
vrouwelijke respondenten en 16,67% (3 van de 18) mannelijke
respondenten zijn bereid te
handelen in dit werkgebied.
Figuur 12 - Vergelijking interesse in handelen in esthetische
logopedie tussen vrouwelijke en mannelijke logopedisten.
42% (199) van de ondervraagde logopedisten wijst wel op de
noodzaak om een
specialisatiecursus rond „esthetische logopedie‟ te
organiseren.
2,1% (10) van de ondervraagde logopedisten geven zelfs aan dat
ze hun therapieaanbod
zouden willen aanpassen, indien hier vraag zou zijn van de
cliënten.
4.3.3.4 Interesse van de cliënten in esthetische logopedie
Wanneer we figuur 3 bekijken valt onmiddellijk op dat 59,3%
(281) van de logopedisten
aangeeft dat de cliënten wel interesse zouden vertonen in dit
gebied.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
29
4.4 Discussie
Zoals in de inleiding aangegeven, werd onderzocht of de
logopedisten kennis hebben over
esthetische logopedie. De grote meerderheid (94,1% of 446) heeft
nog nooit gehoord over het
werkgebied esthetische logopedie. De logopedisten die wel kennis
hebben omtrent dit thema
haalden deze vooral uit de literatuur (kranten, tijdschriften,
reclame,…), hun opleiding, andere
professionelen (collega‟s, artsen gespecialiseerd in
mondziekten, kaak- en aangezichts-
chirurgie,…), reportages, cursussen of bijscholing. Esthetische
logopedie wordt door
sommigen gezien als secundair effect van een logopedische
behandeling en niet als een
doelstelling. Therapie kan volgens hen, verbeteringen brengen in
het gelaat, maar dit wordt
niet als doel vooropgesteld. Door anderen wordt het bekeken in
de context van faciale
massage, facialis paralyse en/of parese.
Deze studie geeft weer dat er een gebrek aan kennis is om te
handelen in dit gebied. Zij die
aangeven over onvoldoende kennis te beschikken, geven als
redenen dat dit niet of te weinig
in de opleiding aan bod kwam, dat ze er geen ervaring mee
hebben, dat ze hierbij geen
specifieke therapie voor ogen hebben, dat ze nog nooit hebben
gehoord of gelezen over dit
werkgebied of dat ze onvoldoende kennis zouden hebben van andere
basiswetenschappen en
vakgebieden zoals dermatologie en gerontologie, etc.
Sommige logopedisten geven aan wel voldoende kennis te hebben.
Hierbij zou hun kennis
over de spieren en zenuwen in de hals, mond en aangezicht een
cruciale rol spelen. Ook de
kennis over motorische oefeningen uit de behandeling bij
facialis paralyse of parese is
volgens hen een hulp. Nog anderen zouden deze kennis, door
logisch te redeneren, halen uit
andere, reeds gekende, oefeningen en therapiemethodes.
Bijna alle respondenten geven in deze studie ook aan geen
praktische ervaring te hebben in dit
gebied. Wanneer de logopedisten toch beweren hierin ervaring te
hebben, koppelen ze dit aan
de behandeling van pathologieën, zoals facialis parese of
paralyse, oromyofunctionele
stoornissen en articulatiestoornissen. Dit komt echter niet
overeen met de definitie van
esthetische logopedie waarbij de therapie zich richt op het
behoud en de verbetering van de
uitstraling, gladheid en jeugdigheid van het gelaat. Dit gebied
richt zich op esthetiek, niet op
een pathologie.
De meerderheid van de logopedisten is van mening dat esthetiek
niet thuishoort in het
werkveld van de logopedie. De logopedist is, naar hun mening, in
eerste plaats een
hulpverlener die zich richt op de verbetering van het
functioneren van de patiënt. Ze zien
esthetiek als commercieel en luxueus, niet als een noodzaak in
de logopedie. De
geloofwaardigheid van de logopedie, zou door dit werkgebied, in
gedrang kunnen komen.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
30
Anderen geven aan dat esthetiek niet de taak is van een
logopedist, maar van andere
professionelen zoals een plastisch chirurg,
schoonheidsspecialiste, kinesist. Enkele
respondenten menen dat esthetiek niet in het werkdomein van de
logopedie kan gezien
worden omdat er niet in functie van communicatie gehandeld
wordt. Sommigen reageren
gematigder en zien die esthetiek wel als een deel van het
logopedische aanbod, maar dan
secundair aan een pathologie of postoperatief na een ongeval.
Dit brengt ons terug naar de
discussie of esthetische logopedie ook pathologieën betreft.
Enkele respondenten wijzen er
ook op dat er duidelijke grenzen aan dit gebied moeten gesteld
worden.
Er zijn wel enkele logopedisten te vinden voor esthetiek in
logopedie. Naar hun opinie zou de
behandeling rond esthetiek aansluiten bij de kennis en het
werkterrein van de logopedie.
Anderen halen het belang van esthetiek in de hedendaagse
maatschappij aan. Werken rond
esthetiek zou bijdragen tot verbetering van het welzijn en de
levenskwaliteit van de cliënt. Er
is, volgens enkelen, ook niets mis mee het werkveld van de
logopedie uit te breiden.
Wat ons leidt naar de discussie tussen ethiek en esthetiek.
Handelen in het gebied van esthetische logopedie blijkt voor de
meeste logopedisten niet
noodzakelijk. Ze zien hier geen baat in, ze hebben hierin geen
interesse, ze vinden dat dit
gebied niet in de logopedie past, ze zijn in iets anders
gespecialiseerd zijn of ze zouden er
geen voldoening kunnen uithalen. Zij die wel instemmen geven
vooral aan dat dit uitdaging,
variatie en uitbreiding zou brengen in het werkterrein van de
logopedie. Sommigen geven een
gematigd antwoord en stellen dat ze hun aanbod aanpassen aan de
vraag van de cliënt.
Spraaktherapeuten met ervaring in aangezichtsverlammingen en
problemen rond de Nervus
Facialis menen niet alleen al meer gehoord te hebben van
„esthetische logopedie‟, maar ook
meer interesse te hebben om in dit gebied te handelen. Ook
logopedisten met ervaring in
slikstoornissen en oromyofunctionele stoornissen hebben meer
belangstelling in dit gebied,
dan zij die geen ervaring hebben in deze domeinen.
Logopedisten zijn er wel van overtuigd dat de cliënt interesse
zou hebben in het aanbod van
esthetiek in de logopedie. Enkele therapeuten geven aan, indien
dit werkelijk zo is, hun
therapieaanbod te willen uitbreiden.
De meerderheid van de logopedisten ziet geen oplossing in het
organiseren van een
specialisatie-cursus in dit gebied. Sommige logopedisten willen
eerst de relevantie afwachten
van deze therapieën, en nagaan of de cliënten hierop staan te
wachten. Indien esthetische
logopedie zijn intrede doet in het werkveld van de logopedist,
suggereert 42% van de
respondenten specialisatie onder andere in de vorm van een
keuzevak.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
31
Wanneer we deze studie vergelijken met de studie uit Brazilië
van Souza et al. (2005), komen
we tot enkele punten van overeenkomst. Zowel de logopedisten in
Vlaanderen als in Recife
(Brazilië) geven aan dat hun opleiding weinig tot niet handelde
over aangezichtsesthetiek. In
Recife worden echter reeds specialisatiecursussen hieromtrent
georganiseerd. In beide studies
wordt aangehaald dat de logopedist kennis heeft van de
gezichtsspieren en -zenuwen.
We kunnen ook enkele verschillen opmerken: in Recife geven de
meeste respondenten aan te
kunnen werken rond esthetiek. De logopedist in Vlaanderen vindt
eerder niet dat esthetiek in
logopedie thuishoort en ziet zichzelf niet opgeleid tot
esthetisch logopedisch handelen.
4.5 Conclusie
De Vlaamse logopedisten hebben bijna geen kennis en ervaring in
het logopedisch handelen
rond aangezichtsesthetiek. Ze weten niet wat dit gebied precies
inhoudt en denken ook niet
voldoende kennis te hebben om hierin te handelen. De meerderheid
(59,3% of 281) geeft aan
dat er voor deze therapieën een grote interesse zou zijn van de
cliënt en een deel van de
logopedisten (27,2% of 129) voelt zich ook geroepen om hierin te
handelen. Toch is er vanuit
ethische overweging een grote vraag naar het afbakenen van dit
vakgebied en wordt er ook
gevraagd naar verder onderzoek omtrent dit thema.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
32
5 Algemeen besluit
De nieuwe trend rond een jong en vitaal uiterlijk krijgt vandaag
veel aandacht. Volgens
Coopman (2004) wordt deze trend tweeërlei gestuurd. Enerzijds
wordt een jong, vitaal
voorkomen benijd. De verhoogde levensverwachting, de sociale
structuren, de economische
welvaart, de media alsook de reële optie om er jeugdig en vitaal
uit te zien in dit tijdperk van
technologische evolutie werken dit alles in de hand. Anderzijds
kan men vaststellen dat de
mens steeds minder in staat is om met onvolmaaktheden en
veroudering om te gaan.
Aangezien het verband tussen de verouderings- en expressietekens
en het gebruik van de
orofaciale spieren wetenschappelijk werd bewezen: herhaald
gebruik van de
aangezichtsspieren in mimiek en het foutief gebruik van de
stomatognatische functies kunnen
tekenen creëren en uitdiepen, die na verloop van tijd evolueren
tot rimpels (Takacs et al.,
2002; Franco et al., 2002; Souza et al., 2005; Faro, 2006;
Bucalon, 2007; Paes et al., 2007;
Mattia et al., 2008, Santos & Ferraz, 2010), stelt men voor
dat de logopedist eveneens handelt
in esthetiek.
Ook op vlak van de esthetiek raadt de literatuur aan dat
specialisten uit verscheidene
werkterreinen (logopedisten, dermatologen en/of plastisch
chirurgen) multidisciplinair
samenwerken (Coopman, 2004; Souza et al., 2005; Bucalon, 2007;
Jornal do CFFa, 2008).
De behandelingen gericht op esthetische logopedie (opgesomd in
tabellen 1 en 2) tonen het
grote gamma van verscheidene werkwijzen aan. In de bestudeerde
literatuur worden de
studiemethodes met oefengangen slechts schaars beschreven. Een
samenvattend
behandelingsplan is hieruit, zoals reeds aangekaart, niet af te
leiden. Eensgezindheid is er wel
rond de uitvoering van de oefeningen: meerdere auteurs halen de
eenvoud aan van de
oefeningen en de motivatie en het doorzettingsvermogen van de
cliënten welke direct
bijdragen tot het succes en de snelheid van het therapeutisch
proces (Takacs et al., 2002;
Franco et al., 2002).
De resultaten moeten echter met voorzichtigheid geïnterpreteerd
worden. Daar de meeste
studies gebaseerd zijn op een klein aantal proefpersonen (soms
slechts een case-studie), op
subjectieve metingen (foto‟s) en geen controlegroep bevatten,
zijn deze studies weinig
wetenschappelijk gestaafd. Paes et al. (2007) geven aan dat het
gebruik van foto‟s, waarbij
veranderingen in het karakter en het uiterlijk worden
geobserveerd, niet als wetenschappelijke
bewijs kan worden aanvaard. Zij streefden naar objectiviteit met
de wetenschappelijke
benadering van het meten van de lijn tussen de nasolabiale plooi
en de tragus. De auteurs
geven echter zelf aan dat de reductie van de metingen ook kan
geassocieerd worden met een
verhoogde spiertonus van het gelaat.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
33
Een interessant discussiepunt dat zowel in de literatuur als in
de opmerkingen van de
geënquêteerde Vlaamse logopedisten wordt aangehaald, is het
stellen van de grens tussen
ethiek en esthetiek. Coopman (2004) bespreekt in zijn artikel
het spanningsveld tussen ethiek
en esthetiek. Dit zou ontstaan zijn bij de evolutie van de
basiswetenschappen en het ontstaan
van de nieuwe trend voor een jong en vitaal uiterlijk. Coopman
(2004) haalt de volgende
ethische knelpunten aan: territoriale conflicten tussen artsen
en paramedici, veronachtzaming
van de kerntaak, ondoelmatige aanwending van de
gemeenschapsgelden, commercialisering
van de vakgebieden en mediatisering. Dit doet hij steunend op de
bekende WHO-classificatie:
“Gezondheid is een toestand van volkomen fysiek, mentaal en
sociaal welbevinden en niet
louter de afwezigheid van ziekte of gebrekkigheid”. Ook de
Vlaamse logopedisten zien
dezelfde ethische knelpunten: is de esthetiek niet de taak van
andere professionelen? Zijn
logopedisten in eerste plaats geen hulpverleners? Zal er plaats
zijn voor terugbetaling in dit
gebied en is dit wel gerechtvaardigd? Deze discussie laaide
onlangs nog maar op in België,
waarbij de logopedisten onder vuur kwamen te liggen en waarbij
logopedie „een
commercialisering van de hulpverlening‟ werd genoemd (zie
appendix 7).
Vooreerst mag niet ontkend worden dat het legitiem aanvaarden
van de esthetische
problematiek in een bepaald vakgebied bepaalde grenzen en
gevaren inhoudt. De bezorgdheid
van therapeuten, zoals ook van de Vlaamse logopedisten, is
volgens Coopman (2004) zeker
terecht: “Onze deskundigheid moet in de eerste plaats ten
dienste staan van diegene die ze het
meeste nodig hebben.” (Coopman, 2004, p. 87).
Ook de financiële zorgen, eveneens aangekaart door de Vlaamse
logopedisten, zijn niet
ongegrond. Coopman (2004): “De noden van de verzorgingsstaat
zijn immers zo groot in
verhouding tot de middelen, dat het stellen van prioriteiten
onvermijdelijk is. Het is dan ook
de logica zelve dat niet-essentiële acten die louter
„comfortverhogend‟ zijn (zoals de meeste
esthetische ingrepen) vrij laag scoren op de prioriteitenlijst
voor de terugbetaling van het
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
(RIZIV).” (Coopman, 2004, p. 88).
Toch is een puur legale aanpak, die strikt gebruik maakt van de
bestaande terugbetalingscodes
van het RIZIV niet de beste optie. Het is noodzakelijk dat
bepaalde dossiers individueel
beoordeeld worden.
Coopman (2004) stelt voor dat het samenspel van volgende drie
elementen garant kan staan
voor een doelmatige aanwending van de gemeenschapsgelden: een
meer efficiënte en
effectieve werking van de betrokken RIZIV-organen, een
verantwoordelijke therapeut met een
objectieve kijk en een efficiënte controle van het vakgebied
door de overheid.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
34
Een ander onbetwistbaar gegeven volgens Coopman (2004) houdt in
dat de therapeut niet
waardenloos wil handelen. De emphatische kwaliteit van de
therapeut-patiëntrelatie houdt
onder andere een morele categorie in.
“Toch kan men er niet omheen dat ethische normen dienen
hertoetst te worden aan de
dynamisch evoluerende cultuur.” (Coopman, 2004, p. 87).
Een bijkomend ethisch knelpunt is dat van de commercialisering.
“Wanneer de patiënt/cliënt
een consument wordt, wordt de arts een leverancier.” (Coopman,
2004, p. 89).
Een therapeut met oog op winst via commercialisering en de media
zorgt voor ethische
conflicten. Samenwerkende therapeuten dienen strikte criteria te
hanteren.
“Die samenwerking kan zeer zinvol en complementair zijn, doch
bepaalde praktijken zoals
ereloonsplitsingen en verkoop van producten openen daar de deur
tot allerlei misbruiken.”
(Coopman, 2004, p. 89).
Het debat tussen ethiek en esthetiek wordt eveneens door de
Conselho Federal de
Fonoaudiologia, de federale raad van Logopedie in Brazilië,
aangehaald. Therapeuten die
reeds handelen in esthetische logopedie zijn van mening dat de
behandeling rond vergrijzing
en gezondheid voor blijdschap zorgt. Het besluit van de federale
raad (het besluit van de
CFFa nr. 352 van april 2008) speelt daarbij eveneens een
belangrijke rol, maar dan op
wettelijk vlak; de wet kan namelijk duidelijke grenzen aangeven.
Andere auteurs, alsook de
Vlaamse logopedisten, geven het verband aan tussen ethiek en
esthetiek bij aangeboren
misvormingen of gezichtsverlammingen.
De Conselho Federal de Fonoaudiologia en Braziliaanse studies
concluderen dat de
logopedist, gespecialiseerd in orofaciale motoriek, kan werken
op esthetisch vlak en zien veel
voordelen in de esthetische logopedie. Zij steunen hierbij op de
evolutie van de functionele
kijk naar een esthetisch- functionele kijk in het werkterrein
van de logopedie in de 21ste
eeuw
en leggen de nadruk op de niet-talige communicatie via
gezichtsuitdrukkingen (overdracht
van emoties, assertiviteit bij een mededeling, geloofwaardigheid
of bevraging). Voor het
uitoefenen van deze rol en functies moet het orale
sensorimotorische systeem in balans zijn.
Vermindering in de veelzijdigheid van de bewegingen kan de
oorzaak zijn van de aantasting
van de expressiviteit en miscommunicatie veroorzaken. Santos
& Ferraz (2010) steunen deze
gedachtengang: “Our face is the gateway to the world. Our mouth
is the hearth of the face.”
Emoties van vreugde of verdriet, gezondheid of pijn, zorgen of
depressie worden op ons
gelaat afgedrukt. Bewegingen versterken de stressgeladen groeven
en rimpels die leiden tot
vervroegd verouderen van het gelaat.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
35
De vragenlijst van Souza et al. 2005 en onze enquête bij Vlaamse
logopedisten duiden echter
op het gebrek aan informatie rond dit thema en de meerderheid
van de Vlaamse logopedisten
staat eerder wantrouwig tegenover dit nieuwe werkterrein.
Meer wetenschappelijk onderbouwde studies en onderzoeken zijn
dus noodzakelijk om tot
evidentie te komen, om nieuwe vragen te beantwoorden die zich
zullen voordoen bij verder
onderzoek in dit gebied en om informatie te verstrekken,
bijvoorbeeld onder de vorm van een
specialisatiecursus.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
36
6 Toekomst
Naar aanleiding van de subjectieve, weinig efficiënte en weinig
veralgemeenbare resultaten
besproken in deze literatuurstudie en de vaak vermelde conclusie
van meerdere auteurs,
(Franco & Scattona, 2002; Mattia et al., 2008; Santos &
Ferraz, 2010) dringt zich de
noodzaak tot grondig onderzoek op. Diverse adviezen voor
dergelijk onderzoek werden reeds
in de literatuur opgenomen: Mattia et al. (2008) besloten dat
het noodzakelijk is
gedetailleerdere en meer longitudinale studies op te stellen om
de efficiëntie van de
logopedische behandeling gericht op aangezichtsesthetiek na te
gaan. Dit zou het belang van
het esthetisch logopedisch handelen verder benadrukken als een
alternatief van een snelle,
non-invasieve en algemene bevordering van de faciale
esthetiek.
Belangrijk is ook de grootte van de steekproef te respecteren en
het inschakelen van een
controlegroep.
Zoals meerdere auteurs hebben vermeld zijn de cliënten
gemotiveerd. Om zeker de motivatie
op lange termijn te kunnen aanhouden, dient men frequent korte
oefenmomenten te voorzien.
Het opnemen van het onderwerp aangezichtsesthetiek in het
curriculum van de opleiding en
het invoeren van het handelen rond aangezichtsesthetiek in de
specialisatie rond orofaciale
motoriek zijn misschien wel de manieren voor het bereiken van
een bredere verspreiding en
uitbreiding van het gebied, evenals voor de reflectie naar de
ethische aspecten die betrokken
zijn bij deze activiteit. (Souza et al., 2005)
Santos en Ferraz (2010) halen de noodzaak aan van verdere
kwantitatieve studies, ter
evaluatie van de duur van de therapie en de positieve impact van
de esthetiek en de orale
functies.
Samenvattend zouden wij voorstellen een onderzoek op te starten
met een voldoende grote
experimentele groep die men kan vergelijken met een
controlegroep. Van elke proefpersoon
dienen de demografische gegevens (leeftijd, geslacht,
woonplaats) en gewoontes (veel buiten,
blootgesteld aan zon en wind) in kaart gebracht te worden. De
studie dient longitudinaal te
zijn, waarbij het gelaat en de gevoelens van de patiënt vooraf,
tijdens en na de studie duidelijk
in kaart worden gebracht. Subjectieve evaluatie, onder de vorm
van een vragenlijst naar de
eigen indruk, het gevoel van welzijn en de reacties van de
omgeving en foto’s, dient men te
koppelen aan objectievere metingen, eventueel met een caliper.
Dergelijke studie dient zeker
ook duidelijk te vermelden welke oefengang er werd gevolgd en
hoe het oefenen thuis
gecontroleerd werd.
-
“Esthetische logopedie, een nieuw werkterrein?”
37
Referenties
Brites, F. Fonoaudiologia estética da face. Geraadpleegd op 21
september 2010 via
http://www.fonoestetica.com.br.
Bucalon, C. (2007). Fonoaudiologia estética. Geraadpleegd op 14
mei 2010 via
http://www.patriciafaro.com.br.
Coopman, S. (2004). Hippocrates versus adonis: de dermatoloog in
het spanningsveld tussen
ethiek en esthetiek. Skin 7 (4), 85-9.
Conselho Federal de Fonoaudiologia (CFFa) define atuação em
Motricidade Orofacial com
finalidade estética. Jornal do CFFa-ano IX, numero 37 -
abril/maio/junho de 2008.
Etcoff, N. (1999). Het recht van de mooiste.
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact.
Evrard, N. (2008). Anti-agingbehandelingen: cosmetische
dermatologie,
schoonheidsdermatologie, plastische chirurgie, waar staan we?
Skin.
Faro, P. (2004). Harmonia & Vida: fonoaudiologia estetica da
face. Geraadpleegd op 14 mei
2010 via http://www.youtube.com.
Faro, P. (2006). Estética. Geraadpleegd op 14 mei 2010 via
http://www.patriciafaro.com.br.
Franco, M.Z. & Scattona L. (2002). Fonoaudiologia e
dermatologia: um trabalho conjunto e
pioneiro na suavização das rugas de expressão facial. Fono
Atual, 5(22), 60-66.
Gamba, C. (2009). Ginástica facial, fonoaudiologia facial.
Geraadpleegd op 14 mei 2010 via
http://www.youtube.com.
Hagen, A. (2007). Face Yoga. Geraadpleegd op 21 september 2010
via
http://www.
suite101.com/content/the-yoga-face-by-annelise-hagen.
Krejcie, R.V. & Morgan, D.W. (1970). Determining sample size
for research activities.
Educational and Psychological Maesurement, 30, 607-610.
Kruijshaar, M.(2009). Bestaat het ideale uiterlijk? Geraadpleegd
op 15 februari 2011 via
http://www.gezicht-inzicht.nl
Mattia, F.A, Czlusniak, G. & Ricci, C.C.P.P. (2008).
Contribuição da fonoaudiologia na
estética facial: relato de caso. Revista Salus-Guarapuava (PR):
2(2), 15-22.
Paes, C., Toledo, P. & Silva, H. (2007). Fonoaudiologia e
estética facial: estudo de casos. Rev
Centro