Gebruiksaanwijzing NL User manual Gebrauchsanweisung Kabola HR boiler serie Kabola Heating Systems BV Placotiweg 1E 4131 NL Vianen (Utr.) Nederland
Gebruiksaanwijzing NL
User manual
Gebrauchsanweisung
Kabola HR boiler serie
Kabola Heating Systems BV
Placotiweg 1E
4131 NL Vianen (Utr.)
Nederland
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 2
Woord vooraf
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om de gebruiker bekend te maken met het gebruik van de centrale verwarmingsketels met warmwatervoorziening van de HR-boiler serie. De gebruiker dient deze handleiding te lezen voor ingebruikstelling van de ketel en de aanwijzingen op te volgen. Deze
gebruikershandleiding dient daarom goed bewaard te worden.
In hoofdstuk 2 worden de veiligheidsvoorschriften behandeld, die u in acht moet nemen voordat u de ketel gaat installeren. In andere hoofdstukken, komt u veiligheidsaanwijzingen tegen, die u op de hieronder staande manier kunt herkennen.
Tip: Geeft de gebruiker suggesties en adviezen om bepaalde taken gemakkelijker uit te kunnen voeren.
Let op: Hier wordt aanvullende informatie aan de gebruiker verstrekt, tevens worden mogelijke problemen behandeld.
Waarschuwing: Kans op (levensgevaarlijke) verwondingen Voor eventuele opmerkingen, wensen of gebreken kunt u zich wenden tot Kabola Heating Systems. Ook bijdragen tot verbetering van deze handleiding zijn altijd welkom. Wij wensen u veel plezier met uw aankoop. Kabola Heating Systems Placotiweg 1E 4131 NL Vianen (Utr.) Nederland Tel. +31 (0)347-320030 Fax +31 (0)347-355688 Web: www.kabola.nl E-mail [email protected] Vianen, oktober 2009 © 2009 Kabola Heating Systems Kopiëren van (onderdelen van) deze gebruikershandleiding, mag uitsluitend geschieden met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Kabola Heating Systems.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 3
Inhoudsopgave
Woord vooraf 2 Inhoudsopgave 3 1 Inleiding 4
1.1 Algemeen 4 1.2 Toepassingsgebied 4 1.3 Beschrijving van de ketels 4 1.4 Technische specificaties 4 1.5 Garantiebepalingen 4
2 Veiligheid 5 2.1 Algemene veiligheid 5 2.2 Veiligheidsinstructies 5
3 Transport en opslag 6 3.1 Transport 6 3.2 Opslag 6
4 Installatie en ingebruikstelling 7 4.1 Installatie 7
4.1.1 Plaatsen van de ketel 7 4.1.2 Aansluiting op het CV-systeem 7 4.1.3 Aansluiting boiler 8 4.1.4 Rookgasafvoer 8 4.1.5 Elektrische aansluiting 10 4.1.6 Vullen van het CV-Systeem 11 4.1.7 Montage van de oliebrander 12 4.1.8 Aansluiten van oliefilter en oliebrander 12
4.2 Ingebruikstelling 13 5 Bediening 13
5.1 Uitleg van het dashboard 14 5.2 Werking van de vorstschakelaar 15
6 Reiniging en onderhoud 15 6.1 Aandachtspunten 15 6.2 Reiniging en onderhoud 16
7 Afdanken 16 Bijlage A Technische specificaties 17 Bijlage B Elektrisch schema 230V 18 Bijlage C Elektrisch schema 24V 19 Bijlage D Storingslijst 20 Bijlage E Ketelonderdelen. 21 Bijlage F Branderonderdelen 23 Bijlage G EG verklaring 25 Bijlage H CE verklaring 26
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 4
1 Inleiding
1.1 Algemeen
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Kabola HR-boiler ketel. Deze gebruikershandleiding behandelt de centrale verwarmingsketels met warmwatervoorziening van de HR-boiler. De HR-boiler verwarmingsketels omvatten een uitgebreid programma met een breed toepassingsgebied. U krijgt met deze aankoop een product in handen dat door de praktische toepassing van de nieuwste Europese normen en richtlijnen en moderne technieken op hoog niveau staat.
1.2 Toepassingsgebied
De HR-boiler ketels zijn bedoeld om warmte te leveren voor het verwarmen van water voor een centraal verwarmingssysteem. Door de toepassing van de driewegklep kunnen de ketels eveneens worden toegepast voor het verwarmen van een externe boiler. Bij de toepassing van de ketels moet rekening worden gehouden met de afmetingen van de te verwarmen ruimtes. De ketels zijn niet bedoeld om de ruimte waar ze in staan opgesteld rechtstreeks te verwarmen.
1.3 Beschrijving van de ketels
De HR boiler ketels verwarmen het ketelwater met behulp van een oliebrander die op de ketel wordt gemonteerd. De ketels worden standaard in een 230 Volt uitvoering geleverd. Voor de ketels is ook een uitvoering leverbaar die geschikt is voor gebruik van 24 Volt gelijkspanning als energievoorziening. Het werkingsprincipe is voor alle ketels gelijk, de onderlinge verschillen beperken zich tot de afmetingen en de verwarmingscapaciteit van de ketels. (zie ook de technische specificaties bijlage A) Als brandstof moet HBO 1, 2, diesel of gasolie worden gebruikt.
1.4 Technische specificaties
De belangrijkste specificaties treft u aan op het typeplaatje die aan de voozijde van de ketel is aangebracht. Hierbij staat tevens het adres van de fabrikant vermeld. Uitgebreide technische specificaties kunt u vinden in bijlage A t/m F
1.5 Garantiebepalingen
Voor de garantiebepalingen verwijzen wij u naar het garantiecertificaat.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 5
2 Veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u een samenvatting van punten uit deze handleiding, met betrekking tot veiligheid, die u bij de procedures aantreft.
2.1 Algemene veiligheid
Waarschuwing: Kabola Heating Systems ontwerpt en bouwt zijn producten volgens de huidige stand van de techniek. Toch is het mogelijk dat er gevaren optreden die tot verwondingen of schade aan de ketels kunnen leiden, wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd.
De gebruiker dient: � Het hoofdstuk ‘Veiligheid’ gelezen en begrepen te hebben; � Alle handelingen achterwege te laten die gevaar voor de gezondheid kunnen veroorzaken; � Alle handelingen achterwege te laten die schade aan de ketel veroorzaken; � Ervoor te zorgen dat de ketel alleen wordt gebruikt wanneer deze zich technisch in goede staat
bevindt; � Ervoor te zorgen dat tijdens gebruik de veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.
Let op: Er mogen geen veranderingen aan de ketels worden aangebracht, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Kabola Heating Systems!
2.2 Veiligheidsinstructies
De hierna genoemde veiligheidsinstructies dienen te worden opgevolgd bij het gebruik van de van de HR-boiler ketels. MAATREGELEN VOOR EEN VEILIGE INSTALLATIE
� Plaats in de ruimte waar de ketel staat of komt te staan geen brandbare en/of gasvormige stoffen in
verband met explosie- en brandgevaar. � Plaats de ketel in een vochtvrije ruimte op een stevige, horizontale ondergrond. � Zet de ketel vast met de daarvoor bestemde gaten. � Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte waar de ketel staat opgesteld (zie § 4.1.1). � Zorg, voordat u met het aansluiten aanvangt dat er geen spanning op het systeem staat. � Gebruik voor elektra aansluitingen uitsluitend meeraderige kabel. � Verwissel nooit de + pool met de - pool van de accu. (voor 24 Volt uitvoering) MAATREGELEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
� Verander nooit op eigen initiatief de instellingen van de brander. � Gebruik bij reiniging geen agressieve schoonmaakmiddelen die de ketel aan kunnen tasten. � Laat de branderinstelling jaarlijks controleren door een deskundige en vakbekwame installateur. � Zorg, voordat u met werkzaamheden aan de ketel aanvangt, dat er geen spanning op het systeem
staat. � Zorg voor opvang van olie als er olie vrijkomt. � Het verdient aanbeveling onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door deskundige en
vakbekwame personen te laten uitvoeren.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 6
3 Transport en opslag
3.1 Transport
Neem de volgende maatregelen voordat de ketel wordt vervoerd: � Tap het ketelwater af. � Ontkoppel het brandstofsysteem. � Demonteer de brander (zie § 4.1.5, montage brander). Tijdens het vervoer van de ketel moeten de volgende punten worden opgevolgd: � Zorg dat mantel niet beschadigd kan raken, gebruik bijvoorbeeld een deken. � Vervoer de ketel rechtopstaand met de voet naar onderen.
3.2 Opslag
Wanneer de ketel voor langere tijd wordt opgeslagen, dienen de volgende handelingen te worden uitgevoerd: � Zorg dat de ketel en toebehoren op een droge plaats worden opgeslagen. � Demonteer de brander. (zie § 4.1.7, montage brander) � Zorg dat de ketel rechtop wordt neergezet. � Zorg dat de ketel stabiel staat.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 7
Figuur 1
4 Installatie en ingebruikstelling
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen en tips voor een correcte plaatsing en aansluiting van de ketel en de bijbehorende apparatuur.
Waarschuwing: Plaats in de ruimte waar de ketel staat of komt te staan geen brandbare en/of gasvormende stoffen in verband met brand- en explosiegevaar.
4.1 Installatie
4.1.1 Plaatsen van de ketel
� Plaats de ketel in een vochtvrije ruimte. � Plaats de ketel op een stevige, horizontale ondergrond en
zet deze vast met de M5 gaten in de voet. � Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte waar de ketel
wordt geplaatst (zie onderstaande tip).
Tip: Als stelregel voor de diameter van de ventilatieopening kunt u uitgaan van 2,5 maal de diameter van de rookgasuitlaat.
� Borg de voet van de ketel tegen verschuiven, met behulp van een hoeklijn met bouten of
hechtlassen. � Zorg voor minimaal 250 mm ruimte achter de ketel in verband met de rookgasuitlaat (zie figuur 1). � Zorg voor voldoende ruimte voor de ketel voor service en onderhoud. � Zorg bij een 230 Volt uitvoering voor een geaarde wandcontactdoos om de ketel op aan te sluiten.
4.1.2 Aansluiting op het CV-systeem
LEIDINGEN Bij montage van de leidingen dienen de volgende punten in acht te worden genomen: � Monteer de leidingen dusdanig dat de ketel en controlepaneel toegankelijk blijft; � Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden op plaatsen waar zich lucht kan verzamelen.
Let op: Monteer een ontluchtingsventiel bij de verwarmingsketel, wanneer de leidingen niet hellend omhoog lopen.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 8
Aansluiten van leidingen op de ketel gaat als volgt (zie figuur 2): 1. Monteer de aanvoer van de CV op punt C; 2. Monteer de retour van de CV/ boiler op punt A. 3. Monteer de aanvoer van de boiler op punt B
4.1.3 Aansluiting boiler
De koud watertoevoer moet, om het systeem goed te laten functioneren, over een minimale waterdruk van 1,5 bar en een maximale waterdruk van 5 bar beschikken.
Tip: Omdat de waterdruk veelal variabel is, raden wij u aan om een thermosstatische douche/badkraan te installeren. Hierdoor bent u verzekerd van een constante watertemperatuur.
4.1.4 Rookgasafvoer
ALGEMEEN De rookgasafvoer vormt een essentieel onderdeel van uw verwarmingsinstallatie. Een onjuiste rookgasafvoer reduceert de levensduur van uw verwarmingsketel aanzienlijk en heeft een nadelige invloed op het verwarmingsrendement. Onthoudt bij de montage van de rookgasafvoer dat zelfs de beste verwarmingsketel niet goed functioneert zonder een goede rookgasafvoer.
Waarschuwing: Doordat de rookgastemperatuur in de meeste gevallen tussen 180 en 240 °C ligt, is het wenselijk om de uitlaat met hittebestendig materiaal te isoleren op plaatsen waar contact met lichaamsdelen mogelijk is. Deze zijn te verkrijgen bij Kabola.
Voor een goede rookgasafvoer moeten de volgende punten in acht worden genomen: � Zorg voor de juiste lengte/diameterverhouding, houdt de diameter van de rookgasuitlaat van de
ketel, zoals vermeld in de technische specificaties, aan. � Gebruik buiten dubbelwandige pijp om te snelle afkoeling van de rookgassen te voorkomen,
waardoor condensvorming op treed.
Tip: Als de bij u gemonteerde bestaande rookgasafvoer een grotere diameter heeft dan de diameter van de rookgasuitlaat van de ketel, raden wij u aan om een flexibele rookgasafvoer van de juiste diameter in de bestaande rookgasafvoer te monteren.
Waarschuwing: Het is van groot belang, dat het condenswater altijd naar het drainstuk of de ketel in kan lopen, voorkom waterzakken!!
Figuur 2
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 9
Figuur 3
Montage van de uitlaat is op verschillende manieren mogelijk. U dient vooraf rekening te houden met de te verwachten omstandigheden waaronder de ketel zal worden toegepast. In verband met de grote hellingshoek die kan ontstaan bij zeegaande en zeilvaartuigen adviseren wij montage van een verticale uitlaat. De volgende montagemogelijkheden zijn de meest voorkomende: HORIZONTALE UITLAAT MET ZIJWANDDOORVOER
Het is mogelijk om de rookgasafvoer horizontaal vanaf de ketel door de wand te voeren. Hierbij dienen de volgende punten in acht te worden genomen: � De maximaal toegestane lengte zonder bochten is 5 meter. � Zorg dat de uitlaat ruim boven de waterspiegel komt te
liggen. Is dit niet mogelijk, pas dan een boogconstructie toe (een zwanenhals zie figuur 3).
� Gebruik doorvoerflenzen om de rookgas afvoer door de wand te voeren. � Gebruik niet meer dan 3 bochten van 90°. Iedere bocht van 90° is 1 meter lengte van de rookgas
afvoer.
VERTICALE UITLAAT
Deze manier van afvoer heeft de voorkeur voor zeegaande en zeilvaartuigen. Doordat deze vaartuigen te maken krijgen met grote hellingshoeken door golven en schuinhangen. Voor deze manier van afvoer zijn de volgende punten van belang: � Monteer op het uiteinde van de pijp een regen-inslagvrije
schoorsteenkap (zie figuur 4). � Gebruik doorvoerflenzen om de rookgasuitlaat door de
vloer en het plafond te voeren. � Houd de afvoer zo verticaal mogelijk. � Gebruik niet meer dan 3 bochten van 90°. � Monteer een drainstuk. � De maximaal toegestane lengte is 7 meter. � Iedere bocht van 90° is 1 meter lengte van de
rookgasafvoer Kabola kan alle componenten leveren die het installeren vereenvoudigen, zoals o.a.: � RVS-schoorsteenkappen; � Flexibele RVS rookgas-afvoerbuizen; � Enkel- en dubbelwandige RVS-afvoerpijpen; � RVS-doorvoerflensen voor plafond en zijwand; � Rookgasdempers; � Drainstukken.
Figuur 4
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 10
Figuur 5
4.1.5 Elektrische aansluiting
Waarschuwing: Zorg dat er geen spanning op het systeem staat wanneer u met het aan-sluiten begint. Gebruik alleen meeraderige kabel. De
aangeboden spanning voor de
230 Volt versies dient van
dezelfde kwaliteit te zijn als
normale walspanning
Aansluiting van de kamerthermostaat (Figuur 6)
Voor het aansluiten van de kamerthermostaat met vorst beveiliging gebruikt u een 4 aderige 0.75 mm² geïsoleerde kabel. De kamerthermostaat met vorstbeveiliging dient u als volgt aan te sluiten:
� Verwijder de deksel van de stekkier (A), die zich op de achterzijde van het dashboard bevind;
� Sluit de draden van de kamerthermostaat aan op T1 & T2, zoals aangegeven op de sticker in de stekker;
� Sluit de vorstbeveiligings schakelaar (figuur 6 nr. 1) van de kamerthermostaat aan op de punten S3 en B4 aangegeven in de stekker A op de achterkant van het dashboard.
Elektrische aansluiting 24 VDC hoofdstroom voeding voor 24 Volt uitvoering Voor de 24 VDC ketel is een kabel van 10 mm
2 meegeleverd. De rode kabel dient aangesloten te
worden op de + pool van de accu, de zwarte kabel dient te worden aangesloten op de – pool.
Waarschuwing: Verwissel nooit de + pool met de - pool van de accu De kerndraad dikte van de draden vanaf de ketel moeten volstaan aan in tabel 1 aangegeven waardes. Tabel 1
Afstand tot de accu Kerndraaddikte
± 10 meter 10 mm²
± 20 meter 16 mm²
Figuur 6
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 11
Figuur 7
Figuur 8
4.1.6 Vullen van het CV-Systeem
De werkdruk in het systeem mag: � niet lager dan 0,5 bar koud zijn; � niet hoger dan 2,5 bar warm zijn. Verricht de volgende handelingen om het CV-systeem te vullen (zie figuur 7):
� Schakel de ketel uit; � Verwijder dop 4; � Bevestig de waterslang met aan de meegeleverd tule
(3) die u monteert op het draad; � Draai de wartelmoer 5 los; � Vul het systeem langzaam met water tot de
manometer (2) een druk van 2 bar aangeeft; � Draai de wartelmoer vast; � Ontlucht het CV-systeem; � Vul zonodig bij met water tot een druk van 2 bar; � Laat de CV-pomp ongeveer 5 minuten draaien; � Schakel de CV-pomp uit; � Controleer de druk, als deze veranderd is, dient u de stappen 5 t/m 10 te herhalen; � Verwijder de waterslang.
Tip: Het CV-systeem mag ook met koelvloeistof, geschikt voor CV-systemen (pH-waarde 8.5) worden gevuld.
ONTLUCHTEN VAN DE CV-POMP De CV-pomp kan pas ontlucht worden nadat het elektrisch systeem is aangesloten (zie § 4.1.5), omdat deze handeling moet worden uitgevoerd met een in werking zijnde CV-pomp. Voor het ontluchten van de pomp dienen de volgende handelingen te worden uitgevoerd (zie figuur 8):
� Controleer of de rotor zonder belemmering kan draaien door de rotor met de hand rond te draaien (zie handleiding pomp);
� Draai de schroef aan de voorzijde van de pomp met een schroevendraaier ½ tot 1 slag los;
� Draai de schroef weer vast, wanneer er water uit de schroefopening vloeit;
� De CV-pomp is nu ontlucht.
Let op: Bij afsluitbare pompkoppelingen moet de instelsleuf in het verlengde van de pomp cq. leiding liggen.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 12
Figuur 9
Figuur 10
4.1.7 Montage van de oliebrander
Volg de onderstaande handelingen voor montage van de brander:
� Positioneer de pakking (2) en de brander klemflens (3) zodanig dat de gaten van de deur met de gaten van de pakking en flens corresponderen,
� Monteer klemflens met de 4 bijgeleverde M8-bouten handvast op de aansluiting op de ketel. De pijl op de
flens moet omhoog wijzen.
Tip: Smeer een beetje ketelkit in de spleet van de flens voor een betere afdichting.
� Ondersteun de brander en steek deze zover mogelijk door de klemflens totdat deze niet verder kan.
� Draai inbusbout (Figuur 9) van de klemflens (3) vast, zodat de brander vastgeklemd wordt;
� Draai de 4 M8-bouten van de klemflens vast.
Let op: Zorg dat de brandermond niet wordt beschadigd bij het monteren. Reparaties aan de brandermond zijn zeer kostbaar.
4.1.8 Aansluiten van oliefilter en oliebrander
Voor het aansluiten van het oliefilter dienen de volgende handelingen te worden verricht (zie figuur 10):
� Verwijder de kap van de oliebrander (1); � Verbind de aansluitingen aan de
onderzijde van de oliepomp (2) door middel van de bijgeleverde brandstofslangen met het oliefilter (3); Zorg dat de pijlaanduidingen op de oliepomp overeenstemmen met de pijlaanduidingen op het oliefilter;
� Sluit de olietoevoer van de brandstoftank aan op het oliefilter (5A). De olietoevoerleiding moet een uitwendige diameter van 8 mm hebben en van koper of staal vervaardigd zijn;
� Sluit de steker (4) van de verwarmingsketel aan op de oliebrander.
Tip: Wanneer de olietank onder de ketel is geplaatst, of wanneer de olie- toevoerleiding van onder de ketel komt, is het raadzaam om een oliefilter met ontluchting toe te passen. Hierdoor voorkomt u onnodige storingen van de brander. In de handleiding van de brander vindt u een overzicht met de toegestane afmetingen van de olieleiding. Bestelnummer 4-D133
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 13
4.2 Ingebruikstelling
Nadat u de kamerthermostaat heeft aangesloten dient u de volgende stappen te volgen:
� Steek de steker in de geaarde wandcontactdoos voor de 230 Volt uitvoering. � Sluit de stroomtoevoer aan voor de 24 Volt uitvoering; � Schakel de ketel in met de aan/uit-schakelaar op het bedieningspaneel. Wanneer het lampje
in de schakelaar brandt staat het circuit onder spanning. � Stel de gewenste watertemperatuur van de ketel in tussen 55 en 90 °C met de
ketelthermostaat. � Stel de kamerthermostaat vragend in. (zie gebruiksaanwijzing van de kamerthermostaat) � Start de oliebrander (figuur 10): � Draai de kraan van de brandstoftank open; � Draai de kraan van het oliefilter (5A) open; � Schuif het ontluchtingsslangetje (3C)over de ontluchtingsopening; � Start de oliebrander; � Na ± 1,5 minuut gaat de brander aan; � Draai de ontluchting (3B) van het oliefilter open; � Controleer of er olie uit het slangetje (3C) komt; � Controleer alle olie-aansluitingen op lekkages; � Wanneer de brander niet aangaat gaat het controlelampje (8) branden; � Draai de ontluchting (3B) van het oliefilter dicht; � Wacht ongeveer 3 minuten; � Reset de brander en ga naar 5.4 (deze procedure herhalen indien nodig). � Draai de ontluchting (3B) dicht wanneer er alleen maar olie (geen schuim) uit het slangetje
komt;
Let op: De oliebrander wordt door de fabrikant getest, niet afgesteld. Om aanspraak te kunnen maken op garantie moet de ketel bij ingebruikstelling door een door de fabrikant aangewezen installateur worden afgesteld. U kunt hiervoor contact opnemen met Kabola Heating Systems om een afspraak te maken. Pas nooit op eigen initiatief de branderinstellingen aan.
5 Bediening Wanneer de ketel volgens § 4.2 in gebruik is gesteld is verdere bediening van de ketel eenvoudig. 1. Met de onderste draaiknop (D) wordt de gewenste keteltemperatuur ingesteld. Met behulp van de kamerthermostaat wordt de warmtevraag geregeld en dus het functioneren van de ketel. De kamerthermostaat bedient de 3-weg klep op de ketel. Uitleg over de werking van de kamerthermostaat vindt u in de gebruiksaanwijzing van de kamerthermostaat. Wanneer u problemen heeft met de bediening van de ketel kunt u in bijlage C een lijst vinden waarin mogelijke problemen en bijbehorende oplossingen worden besproken.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 14
5.1 Uitleg van het dashboard
Uitleg van de benummering dashboard (Figuur 11):
A. Zekeringhouder met glaszekering 8A 230V, B. Aan/ uit schakelaar, C. Display voor aflezing ketelstatus en keteltemperatuur, D. Instelknop keteltemperatuur, E. Reset knop maximaal thermostaat.
Door knop D in te duwen en te draaien kunt u de ingestelde keteltemperatuur wijzigen. Het dashboard (figuur 11) van de HR-serie is digitaal en heeft de de volgende meldcodes:
HR-serie met boilerregeling
Status Omschrijving
0 Rust
1 CV vraagt warmte
2 Boiler vraagt warmte
3 Pomp nalooptijd actief
4 Ketel warm houden (tap comfort)
A Onderspanning
• Knipperend vorst beveiliging aan.
Figuur 11
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 15
5.2 Werking van de vorstschakelaar
Om de vorstbeveiliging (figuur 12) in werking te stellen, dient u de volgende handelingen te verrichten: 1. Zet de tuimelschakelaar op de kamerthermostaat naar
boven, het warme water is nu uit; 2. Op het dashboard zal nu een snel knipperend puntje te
zien zijn. Als u alleen gebruik wilt maken van de warmwatervoorziening dient u de volgende handelingen te verrichten: 1. Zet de tuimelschakelaar naar beneden, het warme water is
nu aan, 2. Op het dashboard van de ketel zal het puntje niet meer
knipperen,
3. Zet de kamerthermostaat laag. Als u gebruik wilt maken van warm water en centrale verwarming dient u de volgende handelingen te verrichten:
1. Zet de tuimelschakelaar naar beneden, het warme water is nu aan, 2. Op het dashboard van de ketel zal het puntje niet meer knipperen, 3. Zet de kamerthermostaat vragend.
6 Reiniging en onderhoud
6.1 Aandachtspunten
Vervangingsonderdelen moeten bij Kabola Heating Systems worden besteld. In verband met garantie mogen alleen originele vervangingsonderdelen worden gebruikt. Bij bestelling dient u het type- en serienummer te vermelden. Kabola Heating Systems kan dan zorgen voor de juiste onderdelen. In bijlage B is een overzicht van de onderdelen opgenomen.
Figuur 12
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 16
6.2 Reiniging en onderhoud
Waarschuwing: Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit bij uitgeschakelde ketel, omdat de ketel onverwacht zou kunnen opstarten. Haal de stekker uit de wandcontactdoos. Sluit de stroomtoevoer af bij de 24 Volt uitvoering
Waarschuwing: Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door personeel dat op de hoogte is met de informatie in deze handleiding, bij voorkeur door een erkende installateur of een servicemonteur van Kabola Heating Systems.
Jaarlijks (Door Kabola of door een Kabola erkend bevoegd bedrijf) 1. Reinig de ketel;
1.1. Verwijder de brander (zie § 4.1.5); 1.2. Verwijder de brander deur; 1.3. Verwijder het isolatiemateriaal; 1.4. Maak het inwendige van de ketel schoon met een pijpenrager;
Let op: Gebruik bij het schoonmaken geen agressieve schoonmaakmiddelen. 1.5. Zuig de verwarmingsketel leeg met een stofzuiger; 1.6. Plaats het isolatiemateriaal weer terug; 1.7. Plaats de deur terug;
2. Reinig de schoorsteen; 3. Verwissel het oliefilterelement. 4. Maak de brander schoon. (zie handleiding brander)
Let op: Het oude oliefilterelement moet als chemisch afval verwerkt worden. Het verdient aanbeveling de branderafstelling jaarlijks door een, door Kabola gecertificeerd erkend installateur of een servicemonteur van Kabola Heating Systems te laten controleren en afstellen.
7 Afdanken Bij het afdanken van de ketel zijn uit veiligheidsoogpunt de volgende punten van belang:
• Voer het oliefilter en de olieslangen af naar het chemisch afval;
• Scheid de metalen van de plastic delen en voer deze gescheiden af.
• Voer eventuele olie op een milieuvriendelijke manier af.
• Transporteer de afgedankte ketel volgens de aanwijzingen uit hoofdstuk 3.
• Doe deze handleiding bij het oud papier.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 17
Bijlage A Technische specificaties
Ketelafmetingen ex. Zijkap.
Letter HR300 HR400 HR500
A 380 460 505
B 330 330 330
C 354 370 370
D 61 75 185
E 298 298 306
F 360 392 467
G 242 242 242
H 344 344 344
I 140 140 140
J 75 75 75
Technische gegevens HR300 HR400-boiler HR500-boiler
Rookgas Ø mm 60 80 80
CV-aansluiting mm 22 22 22
Drinkwater aansluiting mm 15 15 15
Capaciteit kW 8-10 14 19.7
Bedrijfsdruk Bar 2 2 2
Werkdruk Bar 3 3 3
Gewicht Kg 60 75 94
Rookgas temp. Max. ºC 230 230 230
Verbr. Rendement % 90 90 90
Max. lengte schoorsteen horizontaal
mtr. 5 5 5
Stroomverbruik 24V A 6.9 6.9 6.9
Stroomverbruik 230V Startvermogen 230V Bedrijfsvermogen 230V
W 740 740 740
W 230 230 230
Brandstof Diesel Diesel Diesel
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 18
Bijlage B Elektrisch schema 230V
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 19
Bijlage C Elektrisch schema 24V
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 20
Bijlage D Storingslijst In de onderstaande tabel vindt u een lijst met mogelijke storingen, hun oorzaken en oplossingen. Als u problemen heeft die niet in de lijst worden genoemd, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Probeer nooit op eigen initiatief storingen te verhelpen.
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Brander gaat niet aan Olietoevoer verstoord Ontlucht het oliefilter Verwissel vervuild oliefilter Vul de olietank
Stroomvoorziening verstoord Controleer de zekeringen Controleer stroomvoorziening
Brander gaat direct weer uit Brander resetten
Vlambeveiliging vervuild Reinig glas van vlambeveiliging
Vlambeveiliging defect Vervang de vlambeveiliging
Brander start pulserend Doorstroming verstoord Houd schoorsteenopening vrij
Ketel vervuild Maak de ketel schoon
Olietoevoer verstoord Zie boven
Brander gaat op storing Brander resetten
Spanning te laag Controleer spanningsniveau
Olietoevoer verstoord Zie boven
Ketel reageert niet op kamer-thermostaat
Draadje in stekker is niet verwijderd
Verwijder draadje in de stekker
Ketelthermostaat onjuist ingesteld
Stel ketelthermostaat in
Batterij kamerthermostaat is leeg Vervang de batterij
Water wordt niet rondgepompt Pompkoppelingen gesloten Open de pompkoppelingen
Pomp niet aangesloten Sluit pomp elektrisch aan
Rotor pomp zit vast Draai de pomp met de hand rond (zie handleiding pomp)
Alleen bij een niet correct aangesloten voeler is er tussenkomst van de gebruiker vereist, deze dient de aansluiting van de NTC-voeler te controleren.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 21
Bijlage E Ketelonderdelen.
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 22
Pos Omschrijving Artikelnummer
1 Dashboard HR- boilerregeling 9-I080
2 Opofferingsbuis HR300 14-N219
3 Deurpakking 294 x 294 x 20 mm HR300 9-I081
3 Deurpakking 300 x 300 x 20 mm HR400 9-I082
4 Deurkoord 9-I083
5 Deurpakking 276 x 276 x 15 mm HR300 9-I084
5 Deurpakking 282 x 282 x 15 mm HR400 9-I085
6 Deur HR300 9-I086
6 Deur HR400 9-I087
7 Branderpakking SLV10B 35-007
8 Klemophangflens SLV10B 35-003
9 Dasboard steun (optioneel) 9-I088
10 Kabola SLV10B brander HR300 230V 2-B008
10 Kabola SLV10B brander HR400 230V 2-B009
10 Kabola SLB10B brander HR300 24V 3-C011
10 Kabola SLV10B brander HR400 24V 3-C013
11 Sterknop 9-I089
12 Beschermkap HR400 9-I090
13 Overgangskoppeling 1” bui. X 22 mm 17-R149
14 Driewegklep 24VAC 10-J004
15 Knie koppeling 1” bui x 15 mm 17-R125 + 17-R029
16 Achterkant beschermkap 9-I091
17 Knie koppeling 1” bui x 22 mm 17-R125
18 Pompkoppeling 1 ½” x 1 “ bin. afsluitbaar 9-I023
19 Circulatiepomp 230V 130 hoog 9-I053
19 Circulatiepomp 24V 130 hoog 10-J018
20 Pompkoppeling 1 ½” x 1 “ bin. afsluitbaar 9-I023
21 Nippel 1” bui x 40 mm 18-S481
22 Knie type221 1” 18-S482
23 Verloopring 1” bui x ½” bin 18-S297
24 Pijpnippel ½” x 120 mm 18-S483
25 Vul en aftapcombinatie 9-I015
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 23
Bijlage F Branderonderdelen
r:
SLV 10 B - SLV 22 B - SLV 33/2 B
®
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 24
Pos Omschrijving Artikelnummer
6 Beschermkap Kabola SLV10B rood 35-002
10 Klemophangflens Kabola SLV10B 35-003
11 Curveschrijf Kabola SLV10B 35-004
13 Kijkglas Kabola SLV10B 35-005
14 Veerring Kabola SLV10B 35-006
15 Pakking brander Kabola SLV10B 35-007
16 Branderbuis Kabola SLV10B kort 35-008
17 Stuwplaat Kabola SLV10B 35-009
18 Elektrode Kabola SLV10B 35-010
20 Nozzlestang Kabola SLV10B 35-011
24 Luchtklep Kabola SLV10B 35-012
25 Luchtklep as Kabola SLV10B 35-013
30 Persleiding Kabola SLV10B 35-014
35 Oliepomp Kabola SLV10B 35-015
41 Magneetspoel Danfoss BFP21 Kabola SLV10B 35-016
47 Filter oliepomp Danfoss Kabola SLV10B 35-017
50 Olieslang Kabola SLV10B 35-018
52 Dichtingsring 1/4" 13x18x1.5 Kabola SLV 35-019
53 Koppeling oliepomp-motor Kabola SLV10B 35-020
54 Moter 60 W Kabola SLV10B 35-021
54 Motor 110W Kabola SLV22B 35-026
56 Waaier Kabola SLV10 35-022
57 Ontstekingskabel + stekker Kabola SLV10 35-023
58 Trafo Kabola SLV10 35-024
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 25
Bijlage G EG verklaring
EG verklaring van overeenstemming
Wij,
Kabola Heating Systems BV Placotiweg 1 E
4131 NL Vianen (Utr.)
Nederland
verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product:
Branderketel Kabola HR300-, HR400-, HR500-boiler regeling 230 V
Branderketel Kabola HR300-, HR400-, HR500-boiler regeling 24 VDC
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de normen
EN 303-1, EN 303-2, EN 304, EN 50081-1, EN 50082-1. EN 61010
volgens de bepalingen van de richtlijnen
73/23/EEG,
89/336/EEG,
92/42/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Vianen, 2 oktober 2009
P. Alles
Directeur
Gebruikershandleiding HR-boiler serie versie 2, oktober 2009 26
Bijlage H CE verklaring