WAT 20 ◆ 4 zaterdag 24 augustus 2019 4 Regio WAT 21 ◆ zaterdag 24 augustus 2019 5 Regio 5 Geen antiquair die het wist, maar het is dus een apparaat waarmee je een graatje uit je keel kon trekken. Steef demonstreert even als een de- genslikker hoe dat ging. De gasten in het depot griezelen. ’Getsie’. Oudste museum Het Edams museum is het oudste museum in Noord-Holland benoor- den het IJ en daarmee één van de oudste musea in Nederland. Ze wa- ren er vroeg bij die Edammers die van het rond 1550 gebouwde ’Coop- manshuys’ een museum maakten. Het depot op de zolder van het voormalige Stadhuis, schuin tegen- over het scheefgezakte Coopmans- huys, kan beter vinden ze. Maar wie gaat dat betalen? In een Rijksmonu- ment mag je geen spijker verande- ren. De plannen sterven in schoon- heid, zegt de conservator. We hebben een aardig gezelschap vandaag. Marije de Leeuw uit Edam met vriendin Mariël Dekker en Edammers Wil Tjoa, Cor van Brug- gen en Bert Knispel komen depots- nuiven. Coopmanshuys Doorgaans beginnen we voor deze reportageserie in het museum om af te dalen of op te stijgen naar het de- pot. Vandaag gaat het andersom. Want zoals conservator Hayo Rie- mersma zegt: ,,Dan kunnen we hier vandaan terugkijken in de geschie- denis.’’ Die is bij dit volgend jaar 125 jaar bestaande museum rijk. Steen- rijk zelfs, want het Coopmanshuys was het eerste stenen gebouw van Edam. Eerst bewoond door stoffen- handelaren. De laatste bewoner was ’Dirk aardappel, een aardappelhan- delaar. Burgemeester Calkoen be- sloot de historie te bewaren met een museum. Edam liep voorop. Op naar de zolder waar tussen de hanenbalken de schilderijencollec- tie wordt bewaard. Het eerste depot waar we geen kippenvel krijgen, maar een vochtregulator zorgt dat de vochtigheid op een 40/45 procent blijft zodat de schilderijen goed strak blijven. ,,Schilderijen blijven in verandering’’, vertelt Bert Kni- spel, zelf schilder. Kleuren verande- ren door de jaren heen. Dan weet Hayo ook nog te vertellen over schil- derijen waarin bitumen is verwerkt, iets dat nooit droogt waardoor je die schilderijen in de loop der jaren moet blijven keren, anders druipt de boel er af. Brandwerend ziet het er niet uit met die houten zolder. ,,Nou daar hebben we aan geroken, toen hier in 2017 de brand een zwart gat sloeg vlak naast ons. Gelukkig stond de wind goed’’, zegt de conservator. Bruidsklompjes Het echte depotsnuiven begint een deur verder waar stellingen vol snuisterijen en schatten staan. Ma- riël en Marije vissen er al snel een stel schoentjes uit. Houten schoen- tjes? ,,Dit zijn bruidsklompjes’’, ver- telt Robert Lammers van het muse- um.’’ Fijn gesneden klompjes met hakjes en versierd met houtsnij- werk. ,,Die sneden zeelieden op zee en als ze weer in de thuishaven kwa- men, deden ze een aanzoek bij een vrouw waar ze een oogje op had- den.’’ Het depot in het oude stadhuis is het enige depot - zo denken we - met een cachot. De gevangenis, opge- trokken uit hout, is nog geheel in- tact. Al worden er nu wat tegels en tegeltableaus ’opgesloten’ in het ge- vang. Dat brengt ons even later meteen naar de Schepenzaal, nu een trouw- locatie, waar recht werd gesproken. Het tuig dat werd binnengebracht stond hier voor een hekje dat de ri- chel werd genoemd. Zo komen we aan de uitdrukking ’tuig van de ri- chel.’ Het tuig keek uit op fraaie be- hangselschilderingen van Christi- aan Willem Rave met links het Salo- monsoordeel en rechts de zalving van koning Salomon. Maar pal voor de neus van het tuig van de richel vrouwe Justitia die op een soort monsterlijke figuur zit met slangen als haar. ,,We dachten aanvankelijk dat dat Medusa was de verpersoon- lijking van het kwaad. Maar in het Paleis op de Dam is ook zo’n tafereel te zien. Het blijkt Invidia te zijn die staat voor jaloezie, nijd en heb- zucht’’, vertelt Robert. Een zaal verder treffen we Trijntje Keever de reuzin van Edam die een groeistoornis had en 2,54 meter lang werd. Haar schoenen staan bij een levensgroot schilderij. Ja, ook die vinden de dames interessant. Isra- elische onderzoekers komen bin- nenkort naar Edam om DNA- mon- sters te bemachtigen uit deze schoe- nen. Ze onderzoeken de groeistoor- nis Acromegalie waarbij door een tumor te veel groeihormoon wordt geproduceerd. Benieuwd of er nog wat DNA van Trijntje in de schoe- nen is te vinden. Depotschat In die zaal ook een echte depotschat. De schijnwerpers zijn gericht op een portret van Fredrik Hendrik Pont, zoon van William Pont. Dat lag te verstoffen in een la en was bescha- digd. ,,We dachten dat het een por- tret van Multatuli was’’, zegt Ro- bert. ,,Tot we een seintje kregen van mensen die in de Grote kerk boven de Librije aan het opruimen waren. Die hadden foto’s die als twee drup- pels water op dit schilderij leken. We ontdekten een stempel familie Pont en zo kwam de bal aan het rollen. Het is een werk van E. F. K. van Elten uit de bekende schildersfamilie Kruseman.’’ Schilder Bert Knispel kijkt er nog eens aandachtig naar. ,,Moet je die ogen zien, je kunt het traanvocht zien. Meesterlijk.’’ We zijn al twee uur op pad en dan hebben we nog niet dé toeristische attractie gezien waarvoor toeristen uit het buitenland naar Edam ko- men. De drijvende kelder in het Coopsmanshuys. Dus na het depot- bezoek nog snel de Dam over voor een vluggertje in het oudste muse- um van Noord-Holland. Mariël en Marije stappen de kel- der in en ja hoor, die drijft. Als we heen en weer lopen kunnen we er bijna een schommelschuitje van ma- ken. ,,De kelder werd drijvend ge- bouwd omdat we hier vroeger eb en vloed hadden. Door de kelder te la- ten drijven, kon deze nooit onderlo- pen’’, verklaart Steef de vondst. Maar eb en vloed zijn met de komst van de Afsluitdijk verdwenen en het grondwaterpeil is niet meer zo wis- pelturig. Om te voorkomen dat de kelder droog komt te staan, heeft Steef er een pompje met tijdklok en slangen aangebracht. Twintig mi- nuten per dag stroomt de kraan om te zorgen dat die drijvende kelder ook echt blijft drijven. Drijfkelder en gratentrekker Depotsnuiven in oudste museum Noord-Holland Steef demonstreert de gratentrekker. Naast hem Bert, Wil en Cor (vlnr). FOTO’S ELLA TILGENKAMP Edam ■ Men neme een stukje walvisbalein, een touwtje en een stukje vilt. Rara, wat is dat? De- potbeheerder Steef Reilingh van het Edams museum brak zich er het hoofd over. Tot hij een soort- gelijk mal apparaat in ’t Houten Huis in De Rijp ontdekte. Het is een levensreddende gratentrek- ker. Even de schoenen van de reuzin bewonderen. FOTO ELLA TILGENKAMP Robert toont Mariël en Marije de trouwklompjes. Rien Floris [email protected] Marije (l) en Mariël in de drijvende kelder. ◆ In de zomerse serie In Depot nemen we lezers mee naar een depot van een museum in de regio. We krijgen een rondleiding van de conservator en horen over de collectie. De lezers kiezen een object uit waar we van vinden dat dat wel eens in de schijnwerper zou mogen staan. ◆ Er is een poortenroute die je daar- bij helpt. Of je loopt de Trijntje Keeverroute. Trijntje was de lang- ste meid die ooit in Holland ge- leefd heeft. Zij was in het zeven- tiende-eeuwse Holland een be- roemdheid. En dan ben je in die tijd een kermisattractie. Trijntje had een groeistoornis. Ze werd zo lang dat ze alle goten kon schoon- maken, maar ze stierf jong. In de loop der tijd zijn dit soort historische namen en plekken in de vergetelheid geraakt, maar in de Legenden & Verhalen Route door Edam komen zij weer tot le- ven. Deze wandelroute begint bij het Edams Museum, waar het levens- grote schilderij van Trijntje hangt. Daarna volgen nog zestien verha- len over de geschiedenis en het rij- ke culturele erfgoed in het histori- sche hart van Edam. Maar zelf dwalen is misschien wel beter. Van Kaasmarkt naar Beestenmarkt, Dam, Lingerzijde, Proveniershofje. Bruggen, kerken, prachtgevels en volop leuke kroe- gen. Loop gewoon je neus achter- na, want Edam is niet zo groot dat je er verdwaalt. Edam daagt uit om te gaan wandelen Rien Floris Edam ■ Edam daagt je uit om te wandelen. Langs monumenten en grachten. Een rondje vesting is vaste prik voor veel Edammers en toeristen. Een beetje uitwaaien en toch genieten van al het moois dat Edam biedt. Ach was ik maar Edammer. Ja, dat is een ra- re eigenschap van me; als ik het ergens mooi vind, denk ik altijd dat ik er zou kun- nen wonen. Van Valencia tot Corsica en Bre- tagne, Van Ierland tot Wales. Woondro- men. Als ik door dat kaasstadje dwaal, heb ik wel eens het idee dat het me past als een jas. Ik zou best zo’n Edammer kaaskop kunnen zijn. Het is een beetje een Madurodamver- sie van Amsterdam. Grachtjes, mooie pand- jes. Er is cultuur, het ademt historie en er is ook muziek. Mooier dan Volendam, zonder twijfel. En ook een stuk rustiger. Hier niet de patat- met-mayonaisecultuur van de Dijk waar ze iedere cent uit de toerist wringen. Oeps, nu ik dit schrijf, moet ik oppassen als ik voor- bij het klaphek van Volendam kom. Ik houd ook van Volendam en alle kleurrijke Volendammers. Het ene verhaal is er nog mooier dan het andere. Maar ik heb nooit de wil daar te wonen. Ooit een poging gedaan om echt in Edam te gaan wonen. Je moest toen economisch gebonden zijn. De horlogemaker/juwelier op de Lingerzijde tegenover de Speeltoren stond te koop. Mooi plekje. We maakten zelfs een afspraak met de makelaar. Dat ’economisch gebonden’ kon- den we - dacht hij - wel oplossen door de winkel te verkleinen tot een meter en in de etalage foto’s te exposeren van een foto- graaf. Zouden wij achter gaan wonen. Maar het was te klein. Boven liep je al snel met je kop tegen het schuine dak. Dat werd niks met drie slaapkamers en een bad- kamer daar. Edam viel af. Nu ik er langs loop, lijkt het me een beetje donker. Maar toch even gedroomd dat ik Edammer was. ◆ 60 seconden Rien Floris ■ [email protected] Kaaskopdromen