Jongdementie: medische en paramedische aspecten Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs Referentiecentrum voor Biologische Merkers van Dementie, Instituut Born-Bunge, Universiteit Antwerpen Geheugenkliniek en Afdeling Neurologie, ZNA-Middelheim en ZNA-Hoge Beuken
70
Embed
Jongdementie: medische en paramedische aspecten · • Farmacologische behandeling met anti-Alzheimer middelen • Gedragssymptomen - Niet-farmacologische aanpak - Behandeling met
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Jongdementie: medische en paramedische aspecten
Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs Referentiecentrum voor Biologische Merkers van Dementie, Instituut Born-Bunge, Universiteit Antwerpen Geheugenkliniek en Afdeling Neurologie, ZNA-Middelheim en ZNA-Hoge Beuken
1
Inhoud
• Inleiding: wat is (jong)dementie?
• Neuropathologie van (jong)dementie
• Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Diagnosestelling jongdementie
• Verschillende vormen van jongdementie
• Behandeling van jongdementie
• Problematiek eigen aan jongdementie
2
Inhoud
• Inleiding: wat is (jong)dementie?
• Neuropathologie van (jong)dementie
• Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Diagnosestelling jongdementie
• Verschillende vormen van jongdementie
• Behandeling van jongdementie
• Problematiek eigen aan jongdementie
3
Wat is dementie?
• Een verworven syndroom, met: - Een achteruitgang van de cognitieve functies - Gedragsstoornissen - Tekorten in de activiteiten van het dagelijkse
leven (ADL)
• Leidt tot een verlies van autonomie
4
Wat is jongdementie?
• Dementie met aanvangsleeftijd voor 65 jaar
• 3000 à 11.000 patiënten in België
• 85% van de patiënten zijn ouder dan 50 jaar
• Jongdementie: 1/3 = ziekte van Alzheimer (tegenover 2/3 op oudere leeftijd)
5
Inhoud
• Inleiding: wat is (jong)dementie?
• Neuropathologie van (jong)dementie
• Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Diagnosestelling jongdementie
• Verschillende vormen van jongdementie
• Behandeling van jongdementie
• Problematiek eigen aan jongdementie
6
Neurodegeneratieve dementies: proteïnopathieën…
= aandoeningen ten gevolge van het aggregeren en neerslaan van eiwitten in de hersenen:
• Ziekte van Alzheimer: β-amyloïd proteïne en
proteïne tau
• Frontotemporale dementie: o.m. proteïne tau • Dementie met Lewy bodies: alfa-synucleïne
• Ziekte van Creutzfeldt-Jakob: prion proteïne
7
Ziekte van Alzheimer: seniele plaques
8
Ziekte van Alzheimer: seniele plaques
9
Ziekte van Alzheimer: neurofibrillaire kluwens
10
Ziekte van Alzheimer: neurofibrillaire kluwens
11
Dementie met Lewy bodies
12
Dementie met Lewy bodies
13
Neuronaal en synaptisch verlies bij de ziekte van Alzheimer
Normaal neuron
Neuron bij de ziekte van
Alzheimer
14
Dementie: atrofie
15
Dementie: atrofie
16
Verspreiding van eiwitneerslagen in de hersenen bij de ziekte van Alzheimer
17
Inhoud
• Inleiding: wat is (jong)dementie?
• Neuropathologie van (jong)dementie
• Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Diagnosestelling jongdementie
• Verschillende vormen van jongdementie
• Behandeling van jongdementie
• Problematiek eigen aan jongdementie
18
Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Groter aandeel van erfelijke vormen
• Groter aandeel van andere vormen van dementie dan ziekte van Alzheimer
• Verschillen in klinische presentatie: atypisch begin, snellere progressie
• Relatief gespaard ziektebesef / ziekte-inzicht
• Jonge patiënten: maatschappelijke functie, rol binnen het gezin…
19
Inhoud
• Inleiding: wat is (jong)dementie?
• Neuropathologie van (jong)dementie
• Verschillen met dementie op oudere leeftijd?
• Diagnosestelling jongdementie
• Verschillende vormen van jongdementie
• Behandeling van jongdementie
• Problematiek eigen aan jongdementie
20
Diagnosestelling van dementie
• Wie? Huisarts screent en verwijst naar medisch specialist voor diagnosestelling
• Accuraatheid van klinische diagnose tov zekerheidsdiagnose na autopsie: - 68%: correcte klinische diagnose - 16%: twijfel tussen ziekte van Alzheimer en
andere vormen van dementie - 16%: verkeerde klinische diagnose
• Diagnostische accuraatheid zal nog lager zijn
in de vroegste ziektestadia!
22
0
20
40
60
80
100
Sociale teruggetrokkenheid
Dag/nacht verschuiving
Depressie
Wantrouwen Angst
Agressie
Agitatie
Tijd (maanden) Jost BC, Grossberg GT. J Am Geriatr Soc 1996; 44: 1078–81
Diagnose
-30 -20 -10 0 +20 +30 +10
Irriteerbaarheid
Voorkomen van gedragsstoornissen in de tijd bij patiënten met dementie
Bevestigd door autopsie (n = 100)
Suïcidale gedachten
Dolen
Hallucinaties
Wanen
23
Diagnosestelling van jongdementie
• ‘Ongewone’ leeftijd om dementie te ontwikkelen: diagnosestelling verloopt vaak moeizaam, zeker indien de ziekte start met gedrags- of karakterveranderingen
• Vaak worden de geheugen- en gedragsveranderingen initieel toegeschreven aan ‘stress’, overspannen zijn, depressie
24
Belang correcte diagnose
• Opluchting: oorzaak is vastgesteld
• Anderzijds: schuldgevoelens over niet correcte bejegening van de dementerende tijdens het moeizaam verlopende diagnostisch proces
• Counseling kan pas aanvangen nadat een correcte diagnose is gesteld
• Behandeling kan pas starten nadat een correcte diagnose is gesteld
25
Diagnosestelling van jongdementie
Vaak aanvullende onderzoeken igv jongdementie om meer diagnostische zekerheid te krijgen:
1. Geheugenproblemen met effect op sociale en/of werkrelaties
2. Problemen met dagelijkse bezigheden 3. Verstoord begrip en spraakmoeilijkheden 4. Desoriëntatie in tijd en ruimte 5. Beoordelingsfouten 6. Problemen met abstract denken 7. Voorwerpen verkeerd wegbergen 8. Verandering van stemming of gedrag 9. Persoonlijkheidsveranderingen 10.Verlies van ondernemingszin
37
Frontotemporale dementie
• Degeneratie van de frontale en temporale kwab, soms asymmetrisch
• Begin:
- Uitgesproken persoonlijkheids-veranderingen en gedragsstoornissen
- Geheugen en andere cognitieve functies: (relatief) gespaard
38
FTD: atrofie
39
FTD: perfusie SPECT
40
Frontotemporale dementie
• Symptomen: insidieus begin, progressief • Anosognosie: omgeving van de patiënt neemt
initiatief om op consultatie te komen • Eerste klachten:
- Patiënt: • 1/3: Geen klacht • 1/3: Klachten over geheugen of taal • 1/3: Lichamelijke klachten of stemmingsstoornis
- Omgeving van de patiënt: • Gedrags- en karakterveranderingen • Cognitieve veranderingen, meestal op talig vlak
Cognitieve revalidatie • RIZIV erkenning van 12 geheugenklinieken waar
men individuele cognitieve revalidatie geeft: - Antwerpen: ZNA Hoge Beuken - Brussel:
• UZ Brussel • UCL St Luc
- Limburg: Ziekenhuis Oost-Limburg - Oost-Vlaanderen: AZ Sint-Blasius - Vlaams-Brabant: UZ Leuven - West-Vlaanderen: Geheugenrevalidatiecentrum
Noord West-Vlaanderen (Assebroek) • Lokale initiatieven
52
Farmacologische behandeling
• Uitdrukken van behandeleffect: ‘number needed to treat’
• Hoe behandeleffecten meten? Zijn statistisch significante behandeleffecten ook klinisch relevant?
53
Number needed to treat
Qizilbash et al, Evidence Based Dementia Practice 2003 Loke YK, Br J Clin Pharmacol 2003
Ter vergelijking: Antihypertensivum, 1 cardiovasculair event vermijden op 5 jaar: 40 Aspirine: secundaire preventie na TIA bij obese patiënt van 66 jaar op 1 jaar: 153
54
Thuis kunnen blijven wonen
• Eerder gemakkelijk te berekenen…
• Universele en reële waarde
• Directe verband met het welzijn van de patiënt
• Meetbare en belangrijke financiële impact
• Begrijpelijk voor iedereen
55
Financiële impact
USA: elke persoon van >65 jaar 1 maand langer thuis houden = jaarlijkse besparing van:
60.000.000.000 $
Yaffe K et al, JAMA 2002
56
Cholinesteraseremmers
• Significante effecten op cognitie, ADL en gedrag
• Verminderen zorgbelasting voor mantelzorger
• Uitstel van plaatsing in RVT
• Let op voor nausea/braken, anorexie, gewichtsverlies, slaapstoornissen
57
Cholinesteraseremmers: uitstel van plaatsing
Feldman et al. Int J Geriatr Psychiatry 2008
58
NMDA receptorantagonist: memantine
• Significante effecten op cognitie, ADL en gedrag (voornamelijk agitatie en agressie) bij gevorderde dementie
• Let op voor hallucinaties, verwardheid, duizeligheid, vermoeidheid
59
Cholinesteraseremmers en memantine: uitstel van plaatsing
Lopez et al. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2009, 80: 600-607.
60
Aanpak van gedragsproblemen
Elk symptoom is een signaal: kijk naar het gedrag en sluit somatische oorzaken uit: - Delirium - Constipatie - Pijn - Infectie - Ondervoeding met verstoord
elektrolytenevenwicht - …
61
Aanpak van gedragsproblemen: algemene aanbevelingen
• Een stapsgewijze, progressieve aanpak is nodig: verwacht niet te snel resultaten
• Volg interventies op en evalueer het effect
• Eerst niet-farmacologische maatregelen alvorens een farmacologische behandeling te starten
• Overweeg medicatie bij duidelijke en aanhoudende symptomen en wanneer niet-farmacologische interventies onvoldoende helpen
62
Observatie van gedrag
1. Gedrag met verminderde activiteit depressie, apathie
2. Gedrag met verhoogde activiteit wanen/hallucinaties, agitatie, agressie, angst,
disinhibitie, euforie
3. Symptomen met somatische implicaties omkering dag/nacht ritme, eetstoornissen
63
Niet-farmacologische behandeling
• Structuur aanbieden
• Psychosociaal en voeding
• Stimulerende interventies
• Stress reducerende interventies
64
Algemene aanbevelingen: • Bekijk de medicatielijst vóór het starten van
nieuwe medicatie • Begin met een lage dosis, pas geleidelijk aan
en herevalueer de behandeling regelmatig (“start low, go slow”)