SPECIAL VSK 2012 ISSO-INFO 47 JANUARI 2012 1 Een nieuw jaar Met het verschijnen van deze Info markeert ISSO de over- gang van 2011 naar 2012. Een nieuw jaar komt ons tege- moet maar lonkt ons niet echt. De verwachtingen voor het jaar 2012 zijn onzekerder dan we ons kunnen herinneren bij een jaarwisseling in een lange tijd. Toch zijn we niet zonder verwachting voor het komend jaar. Natuurlijk, we weten dat de economie nog niet zal opbloeien in 2012 met groeipercentages zoals we die gewend zijn. Ik vind het wel opmerkelijk dat een ‘nulgroei’ alom als stagnatie van de economie wordt gepresenteerd. De economie valt stil, heet het dan. Niets is echter minder waar. Deze hijgerige drang naar groei, liefst met dubbele cijfers, is volgens mij één van de componenten van de mentaliteit die ons deze crisis bezorgd heeft. Een schuldencrisis of een bankencri- sis noemen we het, maar het is een mentaliteitscrisis. En enerzijds hebben we de uitdaging om ons door de crisis heen te innoveren (Jan Kamminga) of te verduurzamen (Jan Terlouw), anderzijds werkt een crisis ook in de hand dat je gedwongen wordt je knopen te tellen. Waar staat mijn onderneming voor en is mijn profiel scherp genoeg? Stroomt onze drive ook in de aderen van mijn personeel en zijn zij toegerust om door de crisis heen te komen? Is focus op de kostenkant nodig, zoals wij nu bij veel banken zien (hoeveel bank wil je hebben verandert dan in: hoeveel bank hou je nog over?), of zoek je het in verbetering van de kwaliteit van je product of dienst of personeel? Tijdens het ISSO Najaarsoverleg, op 15 septem- ber 2011, heeft Cauberg-Huygen de eerste editie van de ISSO-Award voor duurzame pro- jecten gewonnen. Nadat de vier genomineer- den voor deze nieuwe prijs hun project hadden gepresenteerd, mocht het publiek zijn stem uitbrengen. De bijna 200 aanwezigen kozen in meerderheid voor het project ‘Mijnwater: from Black to Green’ van Cauberg-Huygen. Bij dit project worden warmte en koude uit mijnwater gebruikt voor klimatisering van woningen en utiliteitsgebouwen. Bij de realisatie van de klimaatinstallaties stelde de opdrachtgever het gebruik van ISSO-publicaties verplicht. Duurzame technieken staan centraal tijdens ISSO Najaarsoverleg ISSO INFO 47 JANUARI 2012 verder op pag 2 verder op pag 2 De uitreiking van de ISSO-Award was een hoogtepunt tijdens het goed bezochte Najaarsoverleg, de jaarlijkse netwerk- bijeenkomst voor de installatiewereld die ISSO voor haar relaties organiseert. Dit jaar had ISSO bovendien het initiatief
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Special VSK 2012
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20121
Een nieuw jaarMet het verschijnen van deze Info markeert ISSO de over-
gang van 2011 naar 2012. Een nieuw jaar komt ons tege-
moet maar lonkt ons niet echt. De verwachtingen voor het
jaar 2012 zijn onzekerder dan we ons kunnen herinneren
bij een jaarwisseling in een lange tijd. Toch zijn we niet
zonder verwachting voor het komend jaar. Natuurlijk, we
weten dat de economie nog niet zal opbloeien in 2012 met
groeipercentages zoals we die gewend zijn. Ik vind het
wel opmerkelijk dat een ‘nulgroei’ alom als stagnatie van
de economie wordt gepresenteerd. De economie valt stil,
heet het dan. Niets is echter minder waar. Deze hijgerige
drang naar groei, liefst met dubbele cijfers, is volgens mij
één van de componenten van de mentaliteit die ons deze
crisis bezorgd heeft. Een schuldencrisis of een bankencri-
sis noemen we het, maar het is een mentaliteitscrisis. En
enerzijds hebben we de uitdaging om ons door de crisis
heen te innoveren (Jan Kamminga) of te verduurzamen
(Jan Terlouw), anderzijds werkt een crisis ook in de hand
dat je gedwongen wordt je knopen te tellen. Waar staat
mijn onderneming voor en is mijn profiel scherp genoeg?
Stroomt onze drive ook in de aderen van mijn personeel
en zijn zij toegerust om door de crisis heen te komen? Is
focus op de kostenkant nodig, zoals wij nu bij veel banken
zien (hoeveel bank wil je hebben verandert dan in: hoeveel
bank hou je nog over?), of zoek je het in verbetering van de
kwaliteit van je product of dienst of personeel?
Tijdens het ISSO Najaarsoverleg, op 15 september 2011, heeft CaubergHuygen de eerste editie van de ISSOAward voor duurzame projecten gewonnen. Nadat de vier genomineerden voor deze nieuwe prijs hun project hadden gepresenteerd, mocht het publiek zijn stem uitbrengen. De bijna 200 aanwezigen kozen in meerderheid voor het project ‘Mijnwater: from Black to Green’ van CaubergHuygen. Bij dit project worden warmte en koude uit mijnwater gebruikt voor klimatisering van woningen en utiliteitsgebouwen. Bij de realisatie van de klimaatinstallaties stelde de opdrachtgever het gebruik van ISSOpublicaties verplicht.
Duurzame technieken staan centraal tijdens ISSO Najaarsoverleg
ISSO INFO47
januari 2012
verder op pag 2 verder op pag 2
De uitreiking van de ISSO-Award was een hoogtepunt tijdens
het goed bezochte Najaarsoverleg, de jaarlijkse netwerk-
bijeenkomst voor de installatiewereld die ISSO voor haar
relaties organiseert. Dit jaar had ISSO bovendien het initiatief
2
Norm voor energieprestatie gebouwen in 2012 van kracht 4
Bouwbesluit 2012 en ISSO-publicaties 5
Regelgeving Legionellapreventie en procedures zijn complex 6
Herziene versie ISSO-publicatie 18 8
Legionella Award voor Hans van Wolferen 9
ISSO start project ‘BIM-proces in de installatiesector’ 10
Nieuwe zoekfunctionaliteit ISSO-digitaal.nl beschikbaar 22
Applicatie ‘Luchtkanaalberekening’ 22
Update ‘Kleintje Ventilatie woningen 2012’ 23
ISSO Instructiebijeenkomsten 2012 24
ISSO In-Companytrainingen 30
ISS
O-i
nfo
nu
mm
er
47
content
Op het LOPL/ISSO-symposium over nieuwe regelgeving legi-
onellapreventie, gehouden eind november van het oude jaar,
hield Paul Settels van ING een mooi inspirerend verhaal over
hoe ING omgaat met een onderwerp als legionellapreventie.
Hij benaderde het onderwerp vanuit het begrip ‘goed huis-
vaderschap’. Dit geldt bij ING zowel voor het eigen personeel
als voor werknemers die op haar dak aan het werk moeten,
als voor de omgeving van haar bedrijfsgebouw. En dan past
ook geen beperking tot het wettelijk verplichte minimum
als invulling van je verantwoordelijkheid. Dat was een bood-
schap om nog eens over na te kauwen, zo tijdens de feestda-
gen. Om je weer op scherp te zetten voor een nieuw jaar.
ISSO wenst u in dit jaar daarbij alle succes. Wij zullen ons
weer maximaal inzetten om u hierbij te faciliteren met direct
toepasbare kennis. Kennis voor kwaliteit. Van de bouwplaats
tot in de directiekamer. Ook voor de komende 4 jaar heeft
ISSO, met een nieuw beleidsplan, dit als motto. Voor verster-
king van kwaliteit, duurzaamheid en veiligheid.
Rob van Bergen
vervolg van pag 1 - Een nieuw jaar
genomen om marktpartijen uit te nodigen een project in te
sturen voor de ISSO-Award. Deze prijs is bestemd voor orga-
nisaties die actief betrokken zijn bij de totstandkoming van
een duurzaam project en bij de technische realisatie en voor
de benodigde kwaliteitseisen aantoonbaar gebruik maken
van ISSO-publicaties.
CAuBErG-HuyGEN wINT EErSTE ISSO-AwArDWinnaar Cauberg-Huygen was adviseur bij het project in
het Zuid-Limburgse Heerlen, waar men warm en koud water
omhoog pompt uit de oude mijnschachten. Boven de grond
wordt dit water via een warmtepomp geschikt gemaakt voor
het verwarmen en koelen van een groot kantoorgebouw
en een woonwijk. Het ingenieursbureau was genomineerd
voor de award omdat zij zich actief heeft ingespannen om
bij de technische realisatie van de installaties de kwaliteits-
eisen uit de ISSO-publicaties dwingend voor te schrijven. Dit
resulteerde in een opdrachtgever die elke betrokken pro-
jectontwikkelaar en installateur verplichtte om de installaties
conform de richtlijnen uit de ISSO-publicaties aan te leggen.
Het succes van dit project slaat volgens Cauberg-Huygen
over naar andere mijnstreken in Europa, waar men nu ook de
mogelijkheden onderzoekt om verlaten mijnschachten als
WKO te gebruiken.
Naast de winnaar waren er nog drie genomineerden, die
tijdens een eerste beoordeling van alle inzendingen door
een vakjury voor de ISSO-Award 2011 waren voorgedragen.
De andere genomineerden waren Viac Installatie Adviseurs
met de nieuwbouw van multifunctioneel educatief centrum
in De Bilt, DHV met de duurzame renovatie van het eigen
hoofdkantoor in Amersfoort en de combinatie Brink Climate
Systems/KempAir met een passiefhuis renovatieproject van
acht woningen in Tilburg. De vakjury voor de ISSO-Award
2011 bestond uit Herman Eijdems, senior consultant bij de
Rijksgebouwendienst, Egbert Wagenaar, voorzitter van de
Raad van Begeleiding van ISSO, Marco Hofman, projectcoör-
dinator bij ISSO en Rob van Bergen, directeur van ISSO.
GrOEIENDE kENNISBEHOEfTE
vervolg van pag 1 - Duurzame technieken staancentraal tijdens
ISSO Najaarsoverleg
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20123
In het duurzame conferentiecentrum
De Sta@rt in Apeldoorn – een passend decor
voor het ISSO Najaarsoverleg – begon de bij-
eenkomst met de presentatie van een markt-
onderzoek. Daaruit bleek dat de economische
omstandigheden in de bouw- en installatie-
markt nog niet rooskleurig zijn. De meeste
marktpartijen zien nog geen spoedig herstel en
er is een hoge concurrentiedruk. Maar er komen
ook positieve aspecten uit het marktonderzoek
naar voren. Zo blijkt dat de vraag naar duur-
zaamheid en duurzame technieken steeds vaker een sterke
rol spelen in de projecten. Belangrijke markttrends die uit
het onderzoek naar voren komen zijn de vraag naar energie-
besparing maar ook de revitalisering van gebouwen. Tevens
komt uit het onderzoek naar voren dat de informatiebe-
hoefte bij de branche de komende jaren zal toenemen. Voor
ISSO betekent dit dat er vele terreinen zijn waarop zij kennis
kan ontwikkelen, en waarbij duurzaamheid een voorname
positie inneemt.
Rob van Bergen, directeur van ISSO, sloot met zijn presen-
tatie naadloos aan op de onderzoeksresultaten. ISSO heeft
in haar beleidsplan voor de komende jaren nadrukkelijk
voorzien in het uitbouwen van haar activiteiten, met als
speerpunt het versterken van de onderwerpen kwaliteit,
duurzaamheid en veiligheid. In feite zijn er in het beleid tot
en met 2015 zes hoofdlijnen te onderscheiden:
• Duurzaamheid en veiligheid;
• ISSO: merk voor kwaliteit;
• Samenwerking in de kenniskolom;
• Betrouwbare kennisleverancier;
• Ontsluiting kennis: ISSO 3.0;
• Kennis voor het Onderwijs.
COMplExE TECHNIEkENVolgens Van Bergen zijn kennis en kwaliteit doorslaggevend
voor geslaagde duurzame projecten. “En die kennis is brood-
nodig omdat er complexe technieken in het spel zijn. Denk
daarbij aan WKO-systemen en betonkernactivering. Bij ISSO
verloopt de kennisontwikkeling nu op volle snelheid en wij
zullen dit de komende jaren verder uitbouwen. Wel is er bij
ons enige zorg of de branche deze boodschap van brood-
nodige kennis ter harte neemt. Ik besef dat het moeilijk is
in deze economische tijden, maar bedrijven zouden echt
anti-cyclisch met kennis moeten omgaan. Het is overbo-
dig om Vathorst nog te noemen maar de wijk De Teuge in
Zutphen, met een mislukt warmtepompproject, is een nieuw
begrip geworden. Om deze zaken te voorkomen is samen-
werking nodig. Ketenintegratie, integraal ontwerpen, maar
ook samenwerking door de diverse kennisleveranciers. ISSO
steekt de hand uit naar alle partijen die aan dit proces willen
en kunnen bijdragen.
Ook ISSO-voorzitter Cees van Laarhoven sprak de aanwezi-
gen toe en benadrukte dat kwaliteit bij zelfkennis begint.
“In onze branche zouden we wat vaker bij onszelf te rade
mogen gaan om te kijken of we echt wel altijd de kwali-
teit leveren die we zouden kunnen en moeten leveren.”
Vervolgens stelde Van Laarhoven dat kwaliteit niet zonder
verantwoordelijkheid kan. In elk project moet het duidelijk
zijn wie waarvoor verantwoordelijk is, zo betoogde hij. Om
vervolgens zijn betoog af te sluiten met het credo: ‘Kwaliteit
begint bij trots’.
TrOTSE ArCHITECTTrots was in elk geval Ronald de Graan, projectarchitect bij
Rau Architecten en verantwoordelijk voor het ontwerp van
het gebouw de Sta@rt in Apeldoorn. Hij vertelde in een
boeiende presentatie dat Rau Architecten een geheel eigen
visie heeft op het combineren van bouwkunde en installatie-
techniek, waarbij ze een duurzame en vergaande integratie
voorstaan. “Die denkwijze vereist wel een andere houding
bij alle partijen die met ons een gebouw realiseren. We heb-
ben maar één wereld en we zullen daarom veel zorgvuldiger
met grondstoffen moeten omgaan. Wij zien een gebouw
steeds meer als een ‘grondstoffenbank’; het vertegenwoor-
digt een kapitaal. De bezitter van het pand blijft dan ook
eigenaar van alle waardevolle stoffen die hij in principe na
de gebruiksperiode van het gebouw weer zou moeten kun-
nen verhandelen. Tegelijk is het fascinerend dat in de natuur
een termietenheuvel aan de binnenkant altijd een constante
temperatuur behoudt van 15 °C terwijl de buitentempera-
tuur varieert van 4 tot 42 °C. Dit zijn uitgangspunten die ons
bezighouden en waarmee wij aan de slag gaan als we duur-
zame gebouwen ontwerpen”, vertelde De Graan. Ook ziet dit
architectenbureau een absolutie noodzaak om zo snel moge-
lijk met de hele bouwwereld op BIM over te stappen, omdat
hiermee veel faalkosten kunnen worden vermeden.
Voordat alle gasten aan de afsluitende borrel en het netwerk-
diner konden beginnen, was het tijd voor Jan van Setten,
de uitsmijter van de dag. Deze trainer/coach liet in een bijna
cabaretachtige voordracht de aanwezigen zien hoe zij klanten
ervan kunnen overtuigen om vooral in kwaliteit en duur-
zaamheid te investeren. Als er in de branche 8 procent faal-
kosten zijn, dan heeft de branche dus ook 8 procent waarde
om van te leren. Fouten maken je sterker, als je er maar van
leert. “Het leven is verwarrend eenvoudig”, aldus Van Setten.
“En heb je een probleem, doe dan niet problematisch.” Zijn
boodschap: “Overtuig eerst jezelf maar eens dat je echt voor
kwaliteit en duurzaamheid gaat, en ga dan naar de klant toe.”
4
D E C E M B E R 2 0 11 N R 2 4
ThemaTech
“Systeem van proces- en product -certificaten via BRL-6000-systematiek biedt overheid garantie voor duurzaamheidsrichtlijn”
– jAAp hOgeLIng, ISSO
“Nieuwe geluideis kan betekenen dat doorsnede van ventilatiekanalen vergroot moet worden om geluidproductie te beperken”
– guIdO cOppenS, ArcAdIS
“Nieuw richtlijnen Ecodesign en Ecolabel moeten energiebesparing van 10 procent opleveren”
– hAnS-pAuL SIderIuS, AgentSchApnL
“Methode van Duurzaam Beheer en Onderhoud leidt tot forse energiebesparingen en afname klimaatklachten”
– bert eLkhuIZen, cOFeLy en SteF bOtS, InnAX
“ISSO werkt aan opnamemethodiek om na te gaan of nieuwe woning daadwerkelijk aan berekende EPC voldoet”
– keeS ArkeSteIjn, ISSO
IMPLEMENTATIE NIEUWE WETGEVING ENERGIE
K E N N I S I N S T I T U U T V O O R D E I N S T A L L A T I E S E C T O R
Vanaf april 2012, of mogelijk vanaf 1 juli 2012, gaat de nieuwe norm NEN 7120 ‘Bepalingsmethode energieprestatie van gebouwen’ van kracht. Dit betekent dat de normen NEN 5128 voor woningbouw en NEN 2916 voor utiliteitsbouw vervallen. De NEN 7120 wordt aangewezen voor nieuwbouw, echter voor bestaande bouw is de NEN 7120 nog niet geschikt. In opdracht van het ministerie van BZk is er daarom een zogenaamd Nader Voorschrift ontwikkeld. Het Nader Voorschrift is gebaseerd op de NEN 7120 en kan in een later stadium in de NEN 7120 worden opgenomen. ISSO zal haar ISSOpublicaties 75.1 en 82.1 afstemmen op het Nader Voorschrift. Naar verwachting zal het Nader Voorschrift op 1 juli 2012 voor bestaande bouw worden ingevoerd. Om de installatiewereld daarin te helpen, komt ISSO met hulpmiddelen, testen voor de attestering van de software en, samen met DwA in opdracht van OTIB, met een leergang over de NEN 7120 en het Nader Voorschrift.
ISSO bezorgt marktpartijen hulp bij implementatie
Nieuwe norm voor energieprestatie gebouwen in 2012 van kracht
den voor energieopwekking op gebiedsniveau opgenomen.
Zijn er technieken voor energieopwekking die een hoger
rendement hebben dan de forfaitaire waarden, dan kun-
nen marktpartijen met de NVN 7125 op eenduidige wijze
het rendement daarvan bepalen. Verder bevat de NEN 7120
allerlei nieuwe technieken die met de NEN 5128 en NEN 2916
nog niet werden gewaardeerd. Denk daarbij aan de lucht/
enzovoorts. De resultaten van de oude normen en de nieuwe
NEN 7120 zullen bij de toepassing van dezelfde technieken
bij de gemiddelde gebouwen nagenoeg gelijk zijn. Ondanks
dat warmteterugwinning (wtw) bij ventilatiesystemen in de
nieuwe norm lager wordt gewaardeerd.
DIVErSE HulpMIDDElENDe invoering in 2012 betekent dat er in zeer korte tijd veel
zaken moeten worden aangepast. Allereerst moet er nieuwe
software worden geschreven die begin 2012 beschikbaar
moet zijn. Dit wordt verzorgd door marktpartijen als Vabi,
Raak, Bink, DGMR, Uniek en de Twee Snoeken. ISSO kreeg
opdracht om testen voor deze software te ontwikkelen.
Dezelfde invoer bij de verschillende softwarepakketten moet
tenslotte tot dezelfde resultaten leiden. Omdat de nieuwe
norm ook voor de installatiesector belangrijke veranderingen
met zich meebrengt, zullen ISSO en DWA, in opdracht van
OTIB, een speciale leergang voor installatiebedrijven ont-
wikkelen. Via cursussen kan men zich op een compacte en
intensieve manier op de hoogte stellen van de belangrijkste
wijzigingen in de NEN 7120. Daarbij focussen we ons vooral
op de betekenis van de wijzigingen voor installatietechniek
in een huis of gebouw.
Ook op het terrein van de energieprestatieadviezen heeft de
overheid nu daadwerkelijk stappen gezet die de vrijblijvend-
heid van het label halen. Zo moeten makelaars vanaf vol-
gend jaar verplicht bij elke advertentie voor een woning het
Energielabel vermelden. Tegelijk gaat er een sanctie gelden
wanneer woningbezitters en -kopers bij de overdracht van
de woning bij de notaris geen geldig Energielabel kunnen
overleggen. Kortom, de notaris mag het huis niet meer laten
passeren zonder Energielabel.
ENErGIElABEl VOOr NIEuwBOuwEen andere uitbreiding van de nieuwe norm, ten opzichte
van de regels die in ISSO-publicaties 75.1 en 82.1 waren
opgenomen, is het feit dat ook nieuwbouwwoningen en
nieuwe gebouwen een Energielabel krijgen. Vanaf volgende
jaar wil de overheid dat ieder huis of utiliteitsgebouw bij
oplevering meteen een Energielabel ontvangt. Tevens heeft
ISSO de opdracht gekregen om een opnamemethodiek
De NEN 7120, de
nieuwe norm voor
de bepaling van de
energieprestatie van
gebouwen en wonin-
gen, zat er al geruime
tijd aan te komen.
Nieuw in de NEN
7120 is bijvoorbeeld
het voorschrift met
betrekking tot ven-
tilatiehoeveelheden uit de NEN 8088, die sinds april van dit
jaar van kracht is gegaan. Voor de bepaling van de ventilatie-
hoeveelheden wordt door NEN 7120 verwezen naar de NEN
8088. Ook nieuw zijn de voorschriften uit de Nederlandse
Voornorm (NVN) 7125 met betrekking tot de energieopwek-
king op gebiedsniveau. In de NEN 7120 zijn forfaitaire waar-
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20125
Bouwbesluit 2012 en ISSOpublicaties
uiteindelijk gaan we het toch beleven in 2012. Het nieuwe Bouwbesluit wordt van kracht! De invoering van enkele onderliggende maatregelen loopt nog wel vertraging op. Voorbeelden hiervan zijn het opleveringslabel en het energielabel voor nieuwbouwwoningen. Daarnaast stellen we het energielabel voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen voorlopig nog even vast conform de vertrouwde ISSOmethodiek (ISSO 75.1 en 82.1) en niet volgens de NEN 7120 Energieprestatie gebouwen.
Het Bouwbesluit gaat dan toch van start. Helaas zonder
Rc=5-eis voor buitengevels, want dat moet eerst technisch
uitgewerkt worden. En dat slaat de brug naar de ISSO-
publicaties. Want wijzigingen in de regelgeving moeten ook
doorgevoerd worden in diverse publicaties en andere pro-
ducten. Bij de uitgaven van de laatste 2 jaar hebben we de
verwachte (!) nieuwe Bouwbesluiteisen in bijlagen meegeno-
men. Dit geldt bijvoorbeeld voor ISSO 61 en 62, publicaties
over woonhuisventilatie. De gewijzigde ventilatie-eisen voor
woningen zijn hierin benoemd.
ADDErTjE ONDEr HET GrASMaar bij de genoemde bepaling van de Rc-waarde zit er een
addertje onder het gras. Bij de steeds betere isolatiewaarden
van gevels die tegenwoordig worden toegepast en nu dus
ook in het Bouwbesluit worden voorgeschreven, wordt de
verwerkingsmethode van de isolatie steeds belangrijker. Zo
stijgt de voorgeschreven minimale Rc-waarde van 2,5 naar
3,5 m2K/W in het nieuwe Bouwbesluit en zal verdere ver-
hoging wellicht later volgen. Niet alleen het voorkómen en
afwerken van spleten bij het aanbrengen van het isolatiema-
teriaal, maar ook het type en het aantal van de toegepaste
verankering bepalen steeds meer de uiteindelijk gerealiseer-
de isolatiewaarde. Nu zitten we op dit moment alleen nog te
wachten op de definitieve versie van de NEN 1068 waarop
de Rc-bepaling gebaseerd is om bijvoorbeeld ISSO-60 ‘U- en
R-waarden van bouwkundige constructies’ te kunnen herzien
en dan ook deze aspecten te verwerken om weer goed te
kunnen rekenen en uitvoeren op weg naar energieneutraal
bouwen.
GEluIDEISENEen derde aspect is de nu in het Bouwbesluit opgenomen
geluideisen voor de woninginstallaties. De inmiddels mis-
schien wel beruchte eis van 30 dB voor woonfuncties en
35 dB voor onderwijs en kinderopvang (hier dB zonder ‘(A)’
omdat de aanduiding dat het een volgens het A-filter gewo-
gen waarde is tegenwoordig in de aanduiding van de groot-
heid zelf opgenomen is). Deze worden verwerkt in een serie
ISSO-publicaties aansluitend op ISSO 24 ‘Installatiegeluid’.
Deze zullen vanaf begin 2012 het licht zien, te beginnen met
ISSO-publicatie 111 die begin 2012 uitkomt. Ook zijn deze
eisen verwerkt in de BRL 8010 voor de ventilatieprestatie-
keuring waarvan de scope wordt uitgebreid met scholen en
kinderopvang (zie artikel in deze Info).
Het voorgaande maakt duidelijk dat een nieuw Bouwbesluit
een behoorlijk aantal herzieningen van ISSO-producten tot
gevolg heeft. ISSO-publicaties helpen u immers om te vol-
doen aan wet- en regelgeving, dus dienen ze ook up-to-date
De implementatie van de nieuwe wet en regelgeving voor legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater is nog niet zo eenvoudig. Dat bleek zowel uit de presentaties als de discussies over dit thema tijdens het symposium dat op 24 november 2011 in de Doelen te rotterdam werd gehouden. De actuele wet en regelgeving trok meer dan 250 belangstellenden.
Conclusie na ISSO-LOPL symposium:
regelgeving legionellapreventie en procedures zijn complex
locaties is volgens artikel 2 van de Regeling legionellapre-
ventie niet van toepassing op zorginstellingen waar uitslui-
tend sprake is van één of meerdere eenvoudige drinkwa-
terinstallaties (lid 2). Artikel 1 van de Regeling definieert die
eenvoudige installatie als volgt: ‘de drinkwaterinstallatie na
de watermeter, aangesloten op het leidingnet van een drink-
waterbedrijf of een collectieve watervoorziening dan wel
op een collectief leidingnet, die in omvang en complexiteit
overeenkomt met dat van een eengezinswoning’. In de toe-
lichting op de Regeling wordt in dat kader gesproken over
een zorgwoning. Dan gaat het dus over een losse woning
waar zorg verleend wordt, gevestigd in een reguliere woon-
wijk of in een appartementencomplex. Een drinkwaterinstal-
latie waar vanwege de oppervlakte van de zorgwoning één
of meerdere brandslanghaspels verplicht deel van uitmaken,
wordt niet als eenvoudige drinkwaterinstallatie aangemerkt.
AlTErNATIEVE TECHNIEkENReinhold ging ook in op de aanpassing van de ladder van
VROM voor de alternatieve technieken en de verplichte certi-
ficering voor deze technieken. Op de eerste trede van de lad-
der staan thermisch beheer, fysisch beheer en fotochemisch
beheer. Het kan ook om een combinatie gaan van deze
beheersvormen. De technieken voor fysisch en fotochemisch
beheer moeten zijn gecertificeerd op basis van BRL K14010-
1. Voor fotochemisch beheer geldt dat deze eerst moet zijn
toegelaten door de Ctgb (Commissie toelating gewasbe-
schermingsmiddelen en biociden). Indien men kan aantonen
dat de beheersvormen op de eerste trede redelijkerwijs niet
mogelijk zijn, kan men kiezen voor elektrochemisch beheer
(de tweede trede). Dat aantonen moet een schriftelijk en
gemotiveerd oordeel zijn van een bureau dat is gecertifi-
ceerd op basis van BRL 6010. Ook voor de elektrochemische
technieken geldt dat deze eerst moeten zijn toegelaten
door de Ctgb en vervolgens gecertificeerd, maar dan op
basis van BRL K14010-2. Het Drinkwaterbesluit kent nog een
derde trede. Die stap is in principe mogelijk indien volgens
de hiervoor genoemde procedure blijkt dat ook elektroche-
misch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is. Op een vraag
vanuit de zaal of elektrochemische technieken ook mogen
worden toegepast bij nieuwbouw van prioritaire locaties ant-
woordde Reinhold dat dit niet vanuit het Drinkwaterbesluit is
geregeld maar vanuit de toelating door de Ctgb. Daarin staat
dat de toepassing alleen dan aan de orde kan zijn wanneer
legionella aantoonbaar aanwezig is.
BOATBart-Jan Kordes (TMWS bv) gaf uitleg over het
Brancheoverleg Alternatieve Technieken (BOAT) dat als
Over de veranderingen in de wetgeving met betrekking
tot legionellapreventie sprak mr. Wilfred Reinhold van het
ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zijn bijdrage ging
zowel over de regels op grond van de Drinkwaterwet als
van de Wet milieubeheer. Relevant voor legionellapreventie
in drinkwater zijn de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit,
de Drinkwaterregeling, en de Regeling legionellapreventie,
die allen sinds 1 juli 2011 van kracht zijn. De wijzigingen ten
opzichte van het Waterleidingbesluit hebben onder meer
betrekking op de verplichte inschakeling van een BRL 6010
gecertificeerd adviesbedrijf voor drinkwaterinstallaties op
prioritaire locaties. Dat is niet alleen het geval voor een
risicoanalyse en beheersplan bij nieuwbouw, maar ook bij
bestaande installaties wanneer er sprake is van relevante
wijzigingen, of wanneer een risicoanalyse en/of beheersplan
niet deugt of niet aanwezig is. Aan de lijst van prioritaire
locaties zijn toegevoegd de bed & breakfasts met meer dan
vijf slaapplaatsen en truckstops.
ZOrGwONINGENZorgwoningen zijn van de lijst met prioritaire locaties
geschrapt. Maar Jos van der Westen van certificatie-instelling
Kiwa Nederland plaatste daarbij een kanttekening. De aan-
wijzing van zorginstellingen die behoren tot de prioritaire
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20127
Conclusie na ISSO-LOPL symposium:
regelgeving legionellapreventie en procedures zijn complex
werkgroep is ondergebracht bij het Landelijk Overlegorgaan
Legionellapreventie (LOPL). Met de inwerkingtreding van de
nieuwe wet- en regelgeving Drinkwater per 1 juli 2011 wordt
er meer ruimte geboden aan de toepassing van fysische
beheerstechnieken en fotochemisch beheer. Die mogen op
alle locaties worden toegepast. Voor deze technieken wordt
geen onderscheid meer gemaakt in prioritaire en zorgplicht
locaties en ook niet in bestaande bouw of nieuwbouw.
Kordes benadrukte dat het toepassen van deze technieken in
nieuwbouw geen excuus kan zijn om fouten te verdoezelen
of ontwerp-
problemen uit de weg te gaan. De apparatuur van deze
technieken hebben geen restwerking in de nageschakelde
leidingwaterinstallatie; het zijn zogenaamde poortwachters.
Deze apparaten houden slechts aan het begin van de instal-
latie de legionellabacteriën tegen, of inactiveren of doden
deze. Het beheer van de dan meer complexe collectieve
leidingwaterinstallaties wordt er niet eenvoudiger door. Om
de toepassing van die alternatieve Legionella beheerstech-
nieken in goede banen te leiden hebben de brancheorgani-
saties Uneto-VNI en Aqua Nederland, ISSO en TVVL het initia-
tief genomen tot een brancheoverleg met medewerking van
deskundigen van het ministerie van I&M, Kiwa Nederland en
de NVTG. De doelstelling van BOAT is opdrachtgevers, archi-
tecten, adviseurs, producenten, installateurs en beheerders
van eenduidige informatie te voorzien, de samenwerking
tussen die partijen te bevorderen en met alle partijen de
kwaliteit te verbeteren.
COMplExE prOCEDurESKordes toonde een complex overzicht van betrokken
instanties en handhavers bij de naleving van de vier wetten
waaronder Besluiten en Regelingen hangen die betrekking
hebben legionellapreventie: Drinkwaterwet, Wet hygiëne en
veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, Arbo-wet
en Wet Milieubeheer. Op zijn lijstje van knelpunten staat dan
ook dat het begrip van wet en regelgeving voor velen com-
plex is. Daarnaast noemde hij ook de uitstroom van kennis
door de vergrijzing terwijl het vakgebied kennisintensiever
wordt, de traditionele kolom (opdrachtgever, beheerder,
installateur), de procedure voor de producenten rondom BRL
14010-1/2 en het commercieel opportunisme. Fabrikanten
en leveranciers van alternatieve technieken hekelen de com-
plexe en opeenstapeling van procedures, zo bleek tijdens
gesprekken rondom de lezingen. Zo geldt bijvoorbeeld voor
koper/zilver-ionisatie als basiseis voor een certificaat op
grond van BRL 14010-2 dat er eerst een toelating moet zijn
van de Ctgb en een Kiwa ATA-certificaat. Maar nog veront-
rustender voor deze techniek zijn de geruchten die tijdens
het symposium in de Doelen de ronde deden dat er bin-
nenkort een verbod vanuit Brussel komt voor toepassing van
koperionisatie. Deze geruchten werden noch bevestigd noch
ontkend door het ministerie van I&M en de VROM-Inspectie.
kOElTOrENSVoor natte koeltorens is sinds 1 januari 2010 (een wijziging
van) het Activiteitenbesluit (Barim) van toepassing. Reinhold
ging in op de meldingsplicht voor nieuw te installeren koel-
torens en de maatregelen die voortvloeien uit de (wijziging)
Activiteitenregeling (Rarim) zoals het uitvoeren van een
risicoanalyse en het opstellen van een legionellabeheers-
plan. Het verhaal van Paul Settels van ING richtte zich op de
organisatie van legionellapreventie in koeltorens. Dat begint
met een analyse van het proces voor het koelwater: maak
helder welke partijen er bij betrokken zijn (eigenaar gebouw,
Bij leidingnetten voor verwarmings en koelinstallaties in de woning en utiliteitsbouw is het noodzakelijk een drukverliesberekening uit te voeren om de opvoerdruk van de circulatiepomp en de door inregelafsluiters weg te smoren drukken te bepalen. Hiervoor is er behoefte aan een gestandaardiseerde drukverliesberekening. Deze betreft zowel de te hanteren berekeningsgrondslagen als de in rekening te brengen weerstandscoëfficiënten van hulpstukken. ISSOpublicatie 18 ‘leidingnetberekening drukverliesberekening’ geeft aan hoe op fysisch verantwoorde wijze de drukverliesberekening moet worden uitgevoerd.
In verband met het gebruik van computers voor het uit-
voeren van drukverliesberekeningen geeft de publicatie
de natuurkundige eigenschappen van diverse media en de
weerstandscoëfficiënten van hulpstukken in formulevorm
weer. Voor handberekeningen zijn er uitgewerkte tabellen.
Er is een tendens naar systemen met kleine temperatuurver-
schillen (bijv. LTV en HTK) waardoor grotere volumestromen
rondgepompt moeten worden en een goede drukverliesbe-
om het leidingontwerp binnen de gestelde randvoorwaar-
den van praktische en technische aard te optimaliseren,
zodanig dat de som van de kosten voor afschrijving, onder-
houd en energieverbruik een minimum bereikt. Deze publi-
catie werkt de drukverliesberekening van een leidingnet in
detail uit aan de hand van twee rekenvoorbeelden.
Deze publicatie geeft alleen de drukverliesberekening.
Andere aspecten van leidingnetberekeningen of hydrauli-
sche schakelingen worden in andere ISSO-publicaties behan-
deld. Het bijgaande overzicht geeft aan wat in welke publica-
tie behandeld wordt en wat de plaats van deze publicatie in
het geheel is.
De herziene publicatie 18 verschijnt in het eerste kwartaal
van 2012 en is verkrijgbaar via de ISSO-winkel op www.isso.
nl. De publicatie is tevens digitaal te raadplegen via www.
isso-digitaal.nl.
Mede mogelijk gemaakt door:
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20129
Nieuwe ISSO projectcoördinator Zorg en Domotica
Vanaf 1 januari 2012 komt joost van Hoof het ISSOteam versterken. Hij zal zich als projectcoördinator gaan richten op de gebieden zorg en domotica.
COMBINATIE TECHNIEk EN ZOrGJoost van Hoof behaalde zijn doctoraal diploma Bouwkunde/
FAGO aan de TU/e in 2004 en promoveerde er in 2010 met
het proefschrift ‘Ageing-in-place’. Daarin behandelde hij
onder andere de problematiek van het integraal ontwerpen
van installaties in de woonomgeving van dementerende
ouderen. Hij is naast zijn werk voor ISSO werkzaam als hoofd
van het expertisecentrum gezondheidszorg en technologie
- Fontys EGT - te Eindhoven, bestuurslid in de nieuwe struc-
tuur van TVVL en betrokken bij het SIA RAAK Programma
‘Technologie Thuis Nu!’ met Hogeschool Utrecht, OTIB en
Uneto-VNI. In dit project wordt praktijkgericht onderzoek
gedaan naar de behoefte van ouderen om langer zelfstan-
dig thuis te wonen. Dit wordt vervolgens gekoppeld aan
TNOOnderzoeker ir. Hans van wolferen heeft tijdens het ISSO/lOplsymposium over legionellaregelgeving in De Doelen te rotterdam de legionella Award gekregen van de Stichting Veteranenziekte. Bij het toekennen van de legionella Award kijkt de Stichting Veteranenziekte welke persoon of welke instelling zich de afgelopen jaren naar verhouding het meest heeft ‘onderscheiden’ op het brede terrein van legionellaawareness, het bewustzijn, het bezig zijn met de veelomvattende
veteranenziekte, in al zijn aspecten. De legionella Award werd voor de vierde keer toegekend.
BAANBrEkEND wErkFred Bertrand, voorzitter van de Stichting
Veteranenziekte, reikte voor meer dan 250 congres-
gangers de Award uit aan Van Wolferen vanwege zijn
baanbrekend werk op het gebied van legionellapreven-
tie. Van Wolferen heeft in de afgelopen twaalf jaar een
groot aantal onderzoeken gedaan die zijn vastgelegd
in TNO-rapporten. Veel van zijn onderzoeksresultaten
zijn vertaald in richtlijnen die zijn opgenomen in ISSO-
publicaties op het gebied van legionellapreventie.
Voor de meeste van die publicaties is hij ook de (co)
auteur. In zijn dankwoord wees Van Wolferen erop dat
hij zijn onderzoeken bij TNO niet alleen heeft gedaan.
Ook de samenwerking met ir. Frank Oesterholt van KWR
Watercycle Research Institute voor de ISSO-publicaties
werd genoemd. Verder liet hij zich lovend uit over de
wijze waarop hij in de achterliggende periode heeft
ISSO start project ‘BIMproces in de installatiesector’
In de bouw en installatiesector vinden in hoog tempo (technische) innovaties plaats waardoor de toepassing van het Bouwwerk Informatie Model (BIM) gemeengoed begint te worden. In een BIM wordt alle relevante informatie tijdens de gehele levenscyclus van een gebouw opgeslagen, gebruikt en beheerd in een driedimensionaal gebouwmodel. Het uiteindelijk doel is het delen van kennis en de versterking van de samenwerking tussen partijen in de bouwkolom.
Uit een onlangs door ISSO georganiseerde workshop over
het thema BIM is met een brede doelgroep een drietal ver-
volgstappen - proces, content en opleiding - vastgesteld.
Op basis daarvan heeft ISSO een eerste versie van het ‘BIM-
stappenplan installatiesector’ ontwikkeld:
1 procesbeschrijving BIM: samenwerkingsvormen bij BIM-
projecten;
2 standaard begrippen, symbolen en definities voor de
installatiebranche;
3 beschrijving BIM-content: standaardisatie van BIM-
content t.b.v. uitwisseling;
4 BIM-onderwijs: ontwikkelen en opstarten van opleidingen
lichtmeting van de geïnstalleerde verlichtingsinstallatie uit-
gevoerd worden. De resultaten van deze meting moeten in
een meetprotocol worden vastgelegd. Ook voor het bepalen
van de kwaliteit van de verlichting tijdens een onderhouds-
periode moet de installateur lichtmetingen uitvoeren van
het binnenkomende daglicht en de kunstmatige verlichting.
Voor de meting van verlichting is in Nederland sinds 1994 de
norm NEN 1891 ‘Meetmethoden voor verlichtingssterkten
en luminanties’ van toepassing. Deze norm vormt de basis
voor dit ‘Kleintje Meetmethoden Verlichting’. Met deze hand-
leiding voor het op de juiste manier meten van de verlich-
tingssterkte willen we de kwaliteit van de verlichting op een
hoger niveau brengen en in de praktijk behouden.
Deze uitgave is financieel mede mogelijk gemaakt door:
MEEr INfOrMATIEKleintje Meetmethoden Verlichting is het eerste kwartaal
2012 beschikbaar via de ISSO-winkel op www.isso.nl en kost
€ 35,– ( excl. btw). De uitgave is tevens te raadplegen via de
online bibliotheek www.isso-digitaal.nl
Eerste kwartaal 2012 verschijnt de ISSOuitgave ‘kleintje Meetmethoden Verlichting’. Deze uitgave is bedoeld voor lichtontwerpers en uitvoerende monteurs. Het is een handleiding voor het meten en vastleggen van verlichting in gerealiseerde projecten. Het kleintje gaat in op de meetmethoden van verlichtingssterkte en luminanties ter onderbouwing van de geprojecteerde en gerealiseerde verlichtingsinstallaties, conform NENEN 12464 licht en Verlichting werkplekverlichting delen 1 en 2 en Arbo norm NEN 3087 Ergonomie Visuele ergonomie in relatie tot verlichting. De uitgave sluit aan op NEN 1891 en geeft nuttige tips en handleidingen bij de voorbereiding en uitvoering van lichtmetingen. Ook de NSVV Handreiking ‘lichtniveau meten en weten’ d.d. 08062011 is opgenomen.
Om comfortabel te kunnen werken is het belangrijk dat de
verlichting op werkplekken tenminste aan minimumeisen
voldoet. De richtlijnen voor ontwerp, realisatie en onderhoud
van binnenverlichting liggen vast in de lichtnorm NEN-EN
12464 (2011) Licht en Verlichting - Werkplekverlichting delen
1 (voor werkplekken binnen) en 2 (voor werkplekken bui-
ten). De lichtontwerper en installateur moeten beschikken
over vaardigheden op het gebied van ontwerp, realisatie en
onderhoud van verlichtingssystemen. Dit geldt zowel voor
kunstmatig licht als voor daglicht.
lICHTMETINGBehalve het realiseren van een goed lichtontwerp is het van
groot belang inzicht te krijgen in het gedrag van de verlich-
ting in de praktijk. Om een gedegen kwalitatieve en kwan-
titatieve onderbouwing te kunnen leveren van een gerea-
liseerde verlichtingsinstallatie moet bij de oplevering een
Op 4 februari 2010 ontving ISSO uit handen van Kema het
ISO 9001 certificaat voor het gevoerde kwaliteitsbeleid.
Op 31 oktober 2011 heeft er wederom een externe audit
plaatsgevonden om te toetsen of het kwaliteitssysteem naar
behoren functioneert. Ditmaal heeft Dekra, de opvolger van
Kema, de audit uitgevoerd. Het kwaliteitssysteem van ISSO
ISO 9001 certificaat verlengd
bleek opnieuw te voldoen aan alle gestelde
eisen van ISO 9001. Daarom heeft ISSO
een nieuwe certificaat ontvangen voor het
komende jaar.
12
sanitair montagehandboeksa
nita
ir m
on
tage h
an
dbo
ek ed
itie 2012
voorheen:
de norm voor installerend Nederland
editie 2012
ISSO introduceert Infotheek sanitairtechniek & Sanitair Montage Handboek
Onmisbaar voor ontwerp en montage van sanitair
Op de VSkbeurs te utrecht vindt op de ISSOstand ( Hal 4, stand A044) de officiële lancering van de internetapplicatie ‘Infotheek Sanitairtechniek’ en het Sanitair Montage Handboek 2012 plaats. Deze applicatie biedt u op een snelle wijze informatie over de benodigde sanitaire voorzieningen en installaties in een nieuw te bouwen bouwwerk.
De applicatie is geschikt voor installatiebedrijven, teken- en
adviesbureaus, architectenbureau en overheidsinstellingen.
U vindt er informatie over wetgeving, soorten sanitaire voor-
zieningen, opstellingstekeningen en verschillende checklists.
Kortom een onmisbare applicatie voor de installateur en
adviseur.
SANITAIr MONTAGE HANDBOEk 2012De standaard voor
sanitaire mon-
tage is onbetwist
het Sanitair Montage
Handboek van
bedenker en samen-
steller Ferry De Cock.
In het lijvige boek-
werk staan alle denk-
bare sanitaire opstel-
lingstekeningen.
De eerste uitgave
verscheen in 1991.
FILOSOOF bv, ver-
kreeg i.s.m. ISSO de
uitgeefrechten van
dhr. De Cock die in
2003 is overleden. Met gepaste trots presenteert FILOSOOF
bv editie 2012, de 18e druk.
SAMENVOEGINGDe internetapplicatie ‘Infotheek Sanitairtechniek’ komt voort
uit de website www.pvesanitair.nl en het Sanitair Montage
Handboek. In de applicatie is veel informatie te vinden over
sanitaire voorzieningen, zoals wetgeving, normen, bijzon-
dere en innovatieve technieken, soort en aantal sanitaire
voorzieningen per gebouwfunctie en diverse checklists.
Daarnaast bevat de website opstellingstekeningen van veel
voorkomende sanitaire toestellen.
In het Sanitair Montage Handboek zijn meer dan 600 opstel-
lingstekeningen opgenomen. De tekeningen zijn via de
applicatie te downloaden in .pdf, .dxf, dwg. De bestanden
kunt u importeren en bewerken in autocad. Omdat de
belangstelling voor opstellingstekeningen erg groot was, is
mede op initiatief van Uneto-VNI de beslissing genomen om
die te integreren in de applicatie. Tegelijkertijd is de naam
van de applicatie omgedoopt in ‘Infotheek Sanitairtechniek’.
IN DE INTErNETApplICATIE VINDT u ONDEr MEEr:• 600 opstellingstekeningen sanitair uit het Sanitair
Montage Handboek 2012;
• sanitaire voorzieningen volgens het Bouwbesluit 2012,
compleet met rekenblad;
• wetgevingen, normen, voorschriften en richtlijnen over
sanitair, brandblus, watertoevoer, vuilwaterafvoer en
hemelwaterafvoer;
• innovatieve en bijzondere montagetechnieken;
• link naar www.2ba.nl voor nadere informatie over sani-
taire toestellen, materialen en leveranciers.
Ook bevat Infotheek Sanitairtechniek de meest gebruikte
checklists uit het Programma van Eisen Sanitair:
• bepalen van omvang ontwerpwerkzaamheden;
• bepalen van omvang installatiewerkzaamheden;
• bepalen overlegmomenten met instanties;
• bepalen werkzaamheden derden.
Met de applicatie doen zowel installateurs als ontwerpers en
beslissers hun voordeel, zoals architecten, werkvoorberei-
ders, projectleiders en ontwerptechnici.
HOE TE VErkrIjGENDe applicatie is een onderdeel van ISSO-digitaal.nl en kan
dus via een abonnement op ISSO-digitaal worden verkregen.
De applicatie is ook te raadplegen door niet-abonnees voor
slechts € 85,00 (excl. btw) per jaar. Het Sanitair Montage
Handboek 2012 wordt uitgegeven door FILOSOOF bv en is
vanaf begin 2012 in gedrukte vorm beschikbaar voor € 45,–
(excl. btw).
Meer informatie is te vinden op www.filosoofbv.nl en
www.isso.nl.
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201213
ke
nn
is
in
st
it
uu
t
vo
or
d
e
in
st
al
la
ti
es
ec
to
r
Ha
nd
bo
ek
zo
nn
e-e
ne
rg
ie - b
ou
wk
un
dig
e- e
n in
st
al
la
tie
te
cH
nis
cH
e r
icH
tl
ijne
n v
oo
r z
on
ne
-en
er
gie
sy
st
em
en
Zonne-energie
HandboekHBze
Bouwkundige- en installatietechnische richtlijnen voor zonne-energiesystemen
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
Nieuw: ISSOhandboek Zonneenergie
Begin 2012 verschijnt het ‘Handboek ZonneEnergie, Bouwkundige en Installatietechnische richtlijnen voor zonneenergiesystemen’. Het handboek is een doeboek. lezers krijgen relevante informatie voor alle fasen van het voortbrengingsproces van een zonneenergietoepassing.
De publicatie behandelt zonne-energietoepassingen in
brede zin. Deze omvatten zowel zonnewarmte- als zon-
nestroomtoepassingen waarvan de installatietechnische,
constructietechnische en bouwkundige aspecten worden
behandeld. Hierbij wordende meest gebruikte toepassingen
behandeld. Aangezien zonne-energietoepassing nog een
relatief nieuwe technologie is, kan het voorkomen dat niet
voor elke behandelde toepassing op het moment van ver-
schijnen van de publicatie evenveel kennis beschikbaar is. De
mate van detaillering kan daarom per toepassing verschillen.
VOOr wIE?• De opdrachtgever of gebruiker
Op basis van de geboden informatie kan men een goed
onderbouwde beslissing nemen over de principekeuze
van een installatietype.
• De adviseur, constructeur en ontwerper
Voor hen is deze publicatie een handleiding voor het ont-
werpen van de installaties.
• De installateur of bouwer
Dit betreft degene die de installatie aanlegt, in gebruik
stelt en beheert.
Het handboek vervangt de huidige ISSO-publicaties 14
‘Zonneboilers, ontwerp, uitvoering en advisering’, 59 ‘Grote
zonneboilers- ontwerp, uitvoering en advisering’ en 78
‘Handleiding zonnestroom voor ontwerper en installateur’.
OpBOuwHet nieuwe handboek bestaat uit drie onderdelen:
• zonnewarmte;
• zonnestroom;
• bouwkundige integratie.
Ieder onderdeel is opgebouwd conform de MKK-structuur,
waarbij volgens vijf verschillende projectfases wordt
Betonkernactivering (BKA) staat al jaren volop in de belang-
stelling in de bouw- en installatiesector en dat is niet voor
niets: betonkernactivering is namelijk gebaseerd op het acti-
veren van de gebouwmassa, een bewezen klimaatconcept.
Zelfs al in de tijd van de Romeinen, waar men vloeren en
wanden verwarmde met vuren, rookgas en stoom.
Het onlangs verschenen cahier ‘Thermisch actieve vloeren
- Betonkernactivering’ uit de serie ‘Praktijkboek gezonde
gebouwen’ geeft een compact overzicht van de toepassings-
mogelijkheden van BKA in moderne gebouwen.
Het cahier introduceert op basis van twee publicaties over
BKA de belangrijkste achtergronden en randvoorwaarden
voor het toepassen van betonkernactivering in gebouwen.
Deze publicaties zijn de SBR publicatie ‘Thermisch actieve
vloeren – Koelen en verwarmen met betonkernactivering’
(2007) en de in 2011 uitgebrachte ISSO-publicatie ‘Thermisch
actieve vloeren - Betonkernactivering’.
Naast een algemene introductie van BKA licht het cahier ook
de volgende aspecten toe:
• de fasen in het integrale ontwerpproces bij toepassing
van BKA;
• constructies versus installatietechniek;
• installatieconcepten bij toepassing van BKA.
Nauwkeurige bepalings- en rekenmethoden worden uitge-
werkt in de bovengenoemde publicaties van SBR en ISSO.
Het cahier is ontwikkeld voor partijen die zich breed en
inhoudelijk willen oriënteren op de toepassing van BKA,
maar niet meteen helemaal de diepte in willen gaan. Het is
daarom uitermate geschikt voor alle betrokken partijen in
de bouwkolom en zeker ook voor bouwkundigen en (instal-
latie-)adviseurs met conceptuele kennis van klimaatsystemen
in gebouwen.
MEEr INfOrMATIEDe cahiers van het Praktijkboek Gezonde Gebouwen zijn be-
schikbaar via de online bibliotheek www.isso-digitaal.nl.
VABIsoftwareleverancierwww.vabi.nl
Installatiebedrijf kwEkEl BVwww.kwekel.nl
BINk SOfTwArE BVVoor installatietechniek, bouwfysica en bouwbesluit berekeningenwww.binksoftware.nl
DEkrAvOOrhEEN KEMA QuAlItyTesten, inspecteren en certificeren elektrische producten. Auditering en certificering van beheersystemenwww.dekra.nl
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201217
KE
NN
IS
IN
ST
IT
UU
T
VO
OR
D
E
IN
ST
AL
LA
TI
ES
EC
TO
R
INSTRUCTIEBOEK ELEKTROMECHANISCH ONDERHOUD
Metingen8
Serie ISSOinstructieboeken Elektro Mechanisch Onderhoud compleet!
In de afgelopen periode zijn de laatste twee ISSO-
instructieboeken in het kader van Elektromechanisch
Onderhoud verschenen. Het betreft de modulen ‘Pompen’
(IBemopm) en ‘Metingen’ (IBemomt). De ontwikkeling van
de serie instructieboeken is mogelijk gemaakt door het
Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch
InstallatieBedrijf (OTIB) en de vakgroep EMO van Uneto-VNI.
De EMO-instructieboeken, elk gericht op een specifiek
elektromechanisch product, beschrijven de wijze waarop
het onderhoud van het betreffende object dient te worden
aangepakt. De uitvoering van het onderhoud wordt binnen
de instructieboeken op een consequente wijze beschreven
volgens de volgende stappen:
• Herkenning: met welk product heeft de monteur te
maken en wat zijn de specifieke eigenschappen van dat
product?
• Diagnose: hoe achterhaalt de monteur wat er met het
product moet gebeuren?
• Demontage en diagnose onderdelen: op welke wijze
dient de monteur het product uit elkaar te halen?
• Revisie: hoe kan de monteur de onderdelen repareren en/
of reviseren?
• Montage: op welke wijze kan de monteur het product
weer in elkaar zetten?
Daarnaast bevat elk instructieboek een hoofdstuk met theo-
retische achtergrondinformatie over het betreffende product.
INSTruCTIEBOEk EMO pOMpENDe module ‘Pompen’ beschrijft de onderhoudswerkzaamhe-
den voor een drietal soorten pompen:
• centrifugaalpompen;
• dompelpompen;
• vacuümpompen.
De principes van deze meest voorkomende pompen worden
uitgebreid toegelicht. Daarnaast besteedt de publicatie kort
aandacht aan de minder voorkomende, specialere soorten
pompen. De daadwerkelijke onderhoudswerkzaamheden
worden echter alleen voor de drie hoofdsoorten beschreven.
Gezien de specifieke diagnose-, demontage-, reparatie- en
montagewerkzaamheden per type pomp worden deze, in
tegenstelling tot de andere EMO-instructieboeken, in aparte
hoofdstukken behandeld. De monteur hoeft hierdoor niet
continu door het instructieboek te bladeren, maar vindt
direct achter elkaar de benodigde informatie. Het afsluitende
hoofdstuk en enkele bijlagen zorgen voor de theoretische
onderbouwing van het geheel.
INSTruCTIEBOEk EMO METINGENTer afsluiting van de
serie instructieboeken
over Elektromechanisch
Onderhoud heeft ISSO
de module ‘Metingen’
ontwikkeld. Deze module
geeft een overzicht van
alle relevante elektrische
en mechanische metin-
gen tijdens het uitvoeren
van onderhoud aan elek-
tromotoren.
De module bevat een uit-
gebreide beschrijving van
de volgende elektrische
metingen:
• metingen voor isolatiewaarden tussen wikkelingen onder-
ling en behuizing;
• weerstandsmetingen;
• stootspanning of surgetest;
• hoofdspanningstest.
Op het gebied van mechanische metingen worden de vol-
gende zaken beschreven:
• Welke meetinstrumenten zijn benodigd en waar dienen
ze voor?
• Op welke wijze moet ik een meting uitvoeren met een
specifiek meetinstrument?
• Speciale metingen voor lagerpassingen, trillingen en uitlij-
ning.
Daarnaast besteedt de module aandacht aan de meest voor-
komende meet- en afleesfouten.
SErVOTECHNIEkISSO zal de komende periode, in opdracht van OTIB en de
vakgroep EMO, onderzoek doen naar het uitbrengen van
een ISSO-instructieboek over het onderhoud van servomoto-
ren. Het onderhoud van servomotoren is een onontgonnen
gebied. Het ISSO-instructieboek zal, in tegenstelling tot de
bestaande delen in het kader van elektromechanisch onder-
houd, het gehele terrein - dus voornamelijk voor de gevor-
derde monteur - in kaart moeten brengen.
De instructieboeken EMO module 1 t/m 8 zijn verkrijgbaar
via de ISSO-winkel op www.isso.nl. Tevens zijn de uitgaven
ook te raadplegen via isso-digitaal.nl
18
praktische kennis met de ISSOkenniskaart
recent gebruikersonderzoek toont aan dat op (V)MBOniveau een sterke informatiebehoefte bestaat. Men is op zoek naar handzame informatie die in de dagelijkse installatiepraktijk toegepast kan worden zoals foto’s, woordenlijsten en stappenplannen. juist voor deze toepassingen heeft ISSO, met financiële ondersteuning van OTIB, pIT en fIlOSOOf bv, de ISSOkenniskaart ontwikkeld.
Een kenniskaart bevat concrete informatie die de gebruikers
kunnen inzetten bij de uitvoering en realisatie van projecten.
De primaire doelgroep zijn alle mensen in de uitvoerende
installatietechniek, zoals:
• monteur of eerste / leidinggevend monteur;
• werkvoorbereider;
• middenkaderfunctionaris;
• leerlingen.
ISSO zal per werkveld - luchtbehandeling, energie & milieu,
verwarming, water & gas, algemene technieken en elektro &
ict - kenniskaarten uitwerken.
Er zijn verschillende soorten ISSO-KennisKaarten:
• ISSO-KennisKaart ‘Wat is …?’:
Deze ISSO-KennisKaart wordt toegepast bij het uitleggen
van bepaalde installatieconcepten, materialen en andere
objecten die relevant zijn bij het uitvoeren van installatie-
technische werkzaamheden.
Voorbeelden: Hoe werkt ventilatiesysteem A? Wat is een vet-
afscheider?, Wat is een brandslanghaspel?
• ISSO-KennisKaart ‘Hoe doe ik …?’:
Deze ISSO-KennisKaart wordt toegepast om een toelichting
te geven bij het uitvoeren van specifieke installatietechni-
sche werkzaamheden.
Voorbeelden: Hoe voer ik het onderhoud van terugstroom-
beveiliging CA uit? Hoe lever ik een leidingwaterinstallatie
op? Hoe reinig ik een WTW-unit? Hoe monteer ik een ventila-
tierooster?
uw EIGEN kENNISkAArTTevens bieden we u de mogelijkheid de kaarten aan te bie-
den aan uw werknemers, opdrachtgevers, relaties e.d. We
drukken uw logo dan op de gewenste kaart. Prijzen voor uw
eigen kenniskaart kunt u opvragen bij Anneli van Kleven,
Brandslanghaspels zijn bedoeld om een (begin van) brand door gebrui-kers van het gebouw te bestrijden. Om de goede werking te allen tijde te waarborgen moeten brandslanghaspels ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd en onderhoudswerkzaamheden worden uitge-voerd.
Waar staat wat je moet doen?Voor de uitvoering van controle en onderhoud verwijst Waterwerkblad WB 1.4G naar NEN-EN 671-3. Volgens deze Europese norm moet, naast de jaarlijkse controle, eens in de vijf jaar de brandslanghaspel worden onderworpen aan een persproef.
Controles van terugstroombeveiligingen in brandblusleidingen en voorzieningen die deel uitmaken van het legionellabeheersplan, zoals
de verzegeling van bedieningsafsluiters, staan niet in NEN-EN 671-3.
Het Gebruiksbesluit schrijft voor dat controle en onderhoud van brandslanghaspels moeten wor-den bijgehouden in een logboek.
Flexibele aansluiting zwenkbare brandslanghaspel
Wat voor brandblusinstallatie en welke voorzieningen?De brandblusinstallatie kan direct na de watermeter (leveringspunt drinkwater) zijn gescheiden van de leidingwaterinstallatie. Afhankelijk van de leveringsdruk en gebouw-hoogte is een brandpomp opgeno-men. De splitsing in een separate installatie kan ook na een drukver-hogingsinstallatie of verderop in de leidingwaterinstallatie zijn aange-bracht. Direct na de scheiding/splitsing moet de brandblusinstallatie zijn voorzien van een beveiligingseenheid EA, compleet met afsluiter(s) in open stand verzegeld. Deze beveiligingseenheid moet ook zijn aangebracht in de aansluiting van de brand-slanghaspel op een geïn-tegreerde brandblus-/leidingwaterinstallatie, tenzij de lengte van de aansluitleiding tussen de bedienings-afsluiter van de haspel en de af-takking op de doorstroomde leiding < 150 mm is.
Handbediende bedieningsafsluiters moeten in gesloten stand zijn ver-zegeld. Een automatische bedieningsafsluiter in het binnenwerk van een haspel kan niet zijn verzegeld, in dat geval moet de straalpijp of straalpijphouder zijn verzegeld.
Alle brandblusleidingen moeten bij het binnenkomen en verlatenvan een ruimte en bij aftakkingen zijn voorzien van een sticker‘geen drinkwater’. De brandslanghaspel moet zijn voorzien van eensticker ‘alleen te gebruiken bij brand’.
Jaarlijkse controle en onderhoud brandslanghaspel (NEN-EN671-3:2009 en WB 1.4G)Volg instructies op van fabrikant; het onderstaande moet in iedergeval worden uitgevoerd: Slang geheel van de haspel rollen enonder druk zetten door openen van (hand)bedieningsafsluiter envervolgens controleren of:
a) brandslanghaspel geen lekkage, roestvlekken of andere zichtbare beschadigingen vertoont;
b) brandslanghaspel is voorzien van een goed leesbare gebruiksin-structie;
c) plaats van de brandslanghaspel (met een voorgeschreven picto-gram) duidelijk is aangegeven;
d) brandslanghaspel stevig (aan de muur) is bevestigd;e) volumestroom stabiel en voldoende is1);f) drukmeter, indien aangebracht, goed werkt;g) gehele lengte van de brandslang vrij is van scheurtjes, vervormin-
gen, slijtage of andere beschadiging. Vertoont slang een beschadi-ging dan testen op de maximale werkdruk of direct vervangen.
h) slangklemmen van het juiste type zijn en stevig vastgemaakt;i) haspel in beide richtingen soepel draait;j) van zwenkbare haspel het draaimechanisme van de zwenkarm
soepel werkt en onder de vereiste hoek kan uitklappen (delen 1 en 2 van NEN-EN 671);
k) handbediende bedieningsafsluiter van het juiste type is, gebruik soepel en werking correct is;
l) of, werking van automatische afsluiter correct is, en zo ook van de (eventueel) verborgen (in open stand verzegelde) onderhoudsaf-sluiter;
m) watertoevoeraansluiting in goede staat verkeerd, in bijzonder de eventuele flexibele aansluitingen;
n) haspelkast vrij van beschadigingen is en de deur soepel is te ope-nen 2);
o) straalpijp van het juiste type is en makkelijk te gebruiken;p) slanggeleider goed en soepel functioneert en stevig is bevestigd.
Vervolgens:q) brandslanghaspel voorzien van een onderhoudssticker;r) bedieningsafsluiter in gesloten stand, en de afsluiter(s) in brand-
blusleiding in open stand, verzegelen;s) controleren of op haspel de sticker ‘alleen te gebruiken bij brand’
aanwezig is en op de brandblusleiding(en) de sticker ‘geen drink-water’;
t) vastleggen gegevens van controle en onderhoud en eventuele druktest in het logboek.
Zorg dat na de werkzaamheden de brandslanghaspel klaar is voordirect gebruik.Indien uitgebreide onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijnmoet een waarschuwingslabel ‘Buiten gebruik’ wordenaangebracht en de gebruikers/bewoners van het gebouw hieroverworden geïnformeerd.1) Het gebruik van een stromingsmeter en drukmeter wordt aanbe-
volen.2) Een brandslanghaspel in een kast wordt als een systeem be-
schouwd. Dit houdt onder meer in dat wanneer een deur van een haspelkast een belemmering vormt voor het uitlopen van een slang, het geheel wordt afgekeurd
(Instructie)bijeenkomsten 2012 Datum locatie
Cursus Betonkernactivering (introductie) voor 15 februari en REGIONAAL architecten en projectontwikkelaars, 1 dag 21 maart
Cursus betonkernactivering (integraal) voor ontwerpers, 4 dagen januari en april REGIONAAL
Symposium ‘Groen Vastgoed, goed verhuurd?’ 16 februari DEN BOSCH
Instructiebijeenkomst ‘Legionellapreventie voor april ROTTERDAM/ toezichthouders en gemeenten’ mei UTRECHT
Instructiebijeenkomst ‘Integraal ontwerpen van maart ROTTERDAM legionellaveilige woningen’
Instructiebijeenkomst ‘Legionellaveilig beheren van koeltorens’ februari en maart UTRECHT
Instructiebijeenkomst ‘Veilige leidingwaterinstallaties’ april ROTTERDAM
Cursus Power Quality maart en april WOERDEN
Instructiebijeenkomst ‘Hydraulische schakelingen voor maart ROTTERDAM verwarmen en koelen’
Cursus Ventilatietechniek n.t.b. n.t.b.
Cursus Legionellapreventie in zorginstellingen n.t.b. n.t.b.
Kijk op www.isso.nl voor meer informatie over deze bijeenkomsten en aanmelding.
AGENDA
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201219 ISSO-INFO 45
maart 201019
VRAAG NU UW
TOEGANGSKAART AAN OP
WWW.VSK.NL MET CODE 100014536 T/M 10 FEBRUARI 2012
JAARBEURS UTRECHT
WWW.VSK.NL
20
NieuwbouwCursus: Energieprestatie utiliteit
NEN 7120 (EPC)
Energieprestatie utiliteit
ISSO 75.1 (EPA-U energielabel)
BASISCurSuS: ENErGIEprESTATIE GEBOuwDE OMGEVING
Energieprestatie woningen
ISSO 82.1 (EPA-U energielabel)
Energieprestatie utiliteit maatwerk
ISSO 75.2 (EPA-U maatwerkadvies)
Energieprestatie woningen maatwerk
ISSO 82.2 (EPA-U maatwerkadvies)
Binnenmilieuprofiel voor woningen
ISSO 82.4
Cursus: Energieprestatie woningen
NEN 7120 (EPC)
Energieprestatie
gebiedsmaatregelen
NVN 7125 (EMG)
Bestaande bouw
leergang Energieprestatie Gebouwen
Met de komst van de nieuwe energieprestatienorm voor gebouwen (NEN7120) is er een grote behoefte aan kennisoverdracht en opleiding. Om dit te faciliteren zijn ISSO en DwA in opdracht van OTIB [logo] gestart met de ontwikkeling van de leergang Energieprestatie van Gebouwen (EpG). De leergang EpG is bedoeld voor een brede doelgroep wat ook blijkt uit de ondersteunende partijen als unetoVNI, VABI, Bouwend Nederland, partners lenteakkoord/Neprom en BNA.
Door het samengaan van normering op het gebied
van nieuwbouw (EPC) en bestaande bouw (EPA) in de
Energieprestatie Gebouwen (EPG) en toevoeging van de
Energieprestatie gebiedsmaatregelen (EMG) is het gewenst
de scholing op dit gebied te bundelen in één leergang EPG.
plANNINGBegin 2012 start ISSO met de ontwikkeling van de benodigde
materialen voor de leergang EPG nieuwbouw (A) ten behoe-
ve van nieuwe cursussen Energieprestatie woningen en utili-
teit. Naar verwachting zal later dit jaar ook de leergang voor
de bestaande bouw (B) kunnen worden ontwikkeld. Dit is
voor een deel afhankelijk van het moment waarop NEN7120
aangewezen gaat worden voor de bestaande bouw.
fASErINGDe ontwikkeling van de leergang nieuwbouw kent een gefa-
seerde opzet:
Fase 1: Formeren werkgroep leergang EPG
In deze fase formeert ISSO een overkoepelende werkgroep.
Fase 2: Bepalen opzet leergang, wijzigingen en aanvullingen
De werkgroep bespreekt de huidige leergang en de opzet
voor de nieuw te ontwikkelen leergang. Hierbij wordt geke-
ken naar de bestaande cursussen EPN woningen en utiliteit
(cursusloket Uneto-VNI), EPN-materiaal gebruikt voor ISSO
instructiebijeenkomsten en NEN7120 / NVN7125. Tevens
wordt in deze fase vastgesteld of nieuwe examinering (of
herziening van de bestaande examens) nodig is.
Fase 3: Formuleren en vaststellen eindtermen
De eindtermen (leerdoelen) worden geformuleerd op basis
van de vastgestelde leergang.
Fase 4: Ontwikkelen leergang
Op basis van voorgaande fasen wordt in deze fase het instruc-
tiemateriaal ontwikkeld. Dit zal per instructie bestaan uit:
Voor woningen is het sinds begin 2010 mogelijk de ventilatievoorzieningen van woningen onder certificatie te laten beoordelen. Deze zogeheten Vpk woningen is vastgelegd in een Beoordelingsrichtlijn (Brl8010:2009). Deze Brl is op enkele onderdelen aangepast, mede om deze tevens geschikt te laten zijn voor toepassing in scholen en kinderdagverblijven (Brl8010:2012).
Een belangrijk knelpunt in scholen en kinderdagverblijven is
het gebrek aan ventilatie. In het door het ministerie geïniti-
eerde Activiteitenplan Binnenmilieu Scholen is daarom een
aantal acties en maatregelen geformuleerd om te komen tot
verbetering van het binnenmilieu. Een van de acties is het
ontwikkelen van een ventilatieprestatiekeuring scholen en
het gebruik daarvan te stimuleren.
Doel van de keuring is bij (ver)bouw te kunnen beoordelen
of de voorzieningen de overeengekomen kwaliteit hebben.
Ook kan men daarmee bij bestaande scholen op betrouwba-
re wijze vaststellen wat de kwaliteit van de ventilatievoorzie-
ningen is. Op basis daarvan is het mogelijk te komen tot een
verbeterslag. De ventilatieprestatiekeuring is ook bruikbaar
voor het beoordelen van het ventilatiesysteem van kinder-
dagverblijven.
CErTIfICATIEDe nieuwe BRL8010 biedt (installatie)bedrijven de mogelijk-
heid om de kwaliteit van gerealiseerde ventilatievoorzienin-
gen van woningen, scholen en kinderdagverblijven onder
certificatie te beoordelen. Hierbij kan het gaan om nieuwe
ventilatievoorzieningen, maar ook om bestaande. Bij een
nieuwe voorziening kan worden beoordeeld of er gemaakt is
wat is afgesproken. Bij een bestaande ventilatievoorziening
worden alleen de prestaties beoordeeld.
De BRL8010:2012 onderscheidt twee typen van beoordeling:
• een opleveringsbeoordeling (voor nieuwe ventilatievoor-
zieningen), waarbij de gecertificeerde ‘ventilatiepresta-
tiebeoordelaar’ beoordeelt in hoeverre de op te leveren
voorziening voldoet aan de eisen die aan de levering
gesteld werden (nieuwbouweisen Bouwbesluit 2012 en
eventueel aanvullende eisen uit het bestek);
• een prestatiebeoordeling (voor bestaande ventilatievoor-
zieningen), waarbij de gecertificeerde ‘ventilatiepresta-
tiebeoordelaar’ beoordeelt in hoeverre de prestaties van
de ventilatievoorziening voldoen aan de eisen van het
Resultaten -> 5 paragrafen waar de relevante informatie
beschikbaar is.
De volgende variabelen kunnen worden aangepast:
• ontwerpvolumestromen;
• afmetingen van de aftakkingen;
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201223
KLEINTJEkE
NN
ISIN
ST
ITu
uT
VO
Or
DE
INS
TA
ll
AT
IES
EC
TO
rISBN-978-90-5044-223-7
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
KL
EIN
TJE
VE
NT
ILA
TIE
Ventilatie
HERZIENE VERSIE
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
De eerste versie van ‘kleintje Ventilatie’ verscheen in 2009. Dit zakboekje is inmiddels alweer bijgewerkt naar een nieuwe versie. Belangrijkste reden is de komst van het nieuwe Bouwbesluit 2012 en de daarmee gepaard gaande wijzigingen. Ook het gereed komen van de complete serie ISSOpublicaties over woningventilatie maken de update wenselijk. De update is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van OTIB.
update ‘kleintje Ventilatie woningen 2012’
Het vernieuwde ‘Kleintje Ventilatie’ is o.a. aangepast op de
volgende zaken:
• uitbreiding met nieuwe ventilatiesystemen, waaronder
Voor het realiseren en in standhouden van veilige leidingwaterinstallaties moet er op de werkvloer van installatiebedrijven kennis aanwezig zijn van de nieuwe voorschriften en richtlijnen.
Tijdens deze instructie wordt u bijgepraat over risicofactoren,
legionellagroei en terugstroming, wettelijke voorschriften en
technische richtlijnen, legionellapreventie, beveiliging van
terugstroming, onderhoud, toezicht door VROM en water-
leidingsbedrijven, uitgangspunten voor legionellaveilig ont-
werpen en aanleggen, legionellaveilig beheer en onderhoud,
maatregelen in collectieve woninginstallaties, maatregelen
tegen terugstroming per installatiecomponent, schouwen en
in kaart brengen bestaande installaties en werkvoorschriften.
Er is tevens veel ruimte voor het behandelen van zaken uit
de eigen praktijk.
VOOr wIE?De instructie is gericht op installateurs, (leidinggevende)
monteurs en technici die zich bezig houden met aanleg en
onderhoud van leidingwaterinstallaties. De instructie is ook
bedoeld voor medewerkers, die leidingwaterinstallaties in
kaart moeten brengen (schouwen), bijvoorbeeld ten behoe-
ve van het beheersplan legionellapreventie.
wANNEEr?De instructie vindt plaats in april 2012 in de omgeving van
Rotterdam.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
filosoof bv presenteert Cursus ventilatietechniek op maat
In samenwerking met vakmensen uit de installatie en ventilatiesector heeft ISSO cursus modules op maat ontwikkeld voor verschillende beroepsgroepen uit de bouwkolom.
Introductiecursus Basis Ventilatietechniek voor alle partijenBinnen een halve dag krijgt u algemene informatie over
ventilatietechnieken. De lesstof is bedoeld voor alle betrok-
ken partijen uit de bouwkolom, waaronder architecten,
bouwkundigen, installatie-adviseurs, woningbeheerders en
ontwikkelaars.
Onderwerpen:
• de basisprincipes van bestaande en nieuwe ventilatiesys-
temen;
• de regels voor woningventilatie in het Bouwbesluit;
• de ontwikkeling van een ontwerp voor een ventilatiesys-
teem en bijkomende facetten, waaronder de selectie van
systeemonderdelen;
• aandachtspunten bij het installeren en beheren van een
ventilatiesysteem;
• maken van een voorlopige systeemkeuze, passend bij de
situatie en de klantwens;
• voordelen, nadelen en aandachtspunten bij het voort-
brengingsproces van een ventilatiesysteem.
Dagcursus voor ontwerpende partijenDeze cursus is gericht op beroepsgroepen die (regelmatig)
betrokken zijn bij de keuze en het ontwerp.
Onderwerpen:
• opstellen van ventilatiebalansen voor enkele typen syste-
men;
• maken van gedetailleerde ontwerpen die voldoen aan de
eisen voor onder andere luchtkwaliteit, comfort, geluid en
brandveiligheid;
• de relatie leggen tussen het ventilatiesysteem en de an-
dere installaties in het gebouw en in het bouwkundige
ontwerp;
• een vertaalslag maken van het gebruikersprofiel, de
locatie en het gebouw naar een passend, gedetailleerd
systeem en een montagegereed ontwerp.
Dagcursus voor partijen verantwoordelijk voor opleveringDeze cursus is bestemd voor beroepsgroepen die betrokken
zijn bij de installatie en oplevering.
Onderwerpen:
• maken van een ventilatiesysteem volgens het ontwerp;
• inbedrijfstellen van een ventilatiesysteem volgens het
ontwerp;
• herkennen van aandachtspunten en valkuilen uit de praktijk;
• opstellen van een opleverings-, controle- en meetproto-
col en het uitvoeren en rapporteren van deze kwaliteits-
controles.
Dagcursus voor partijen verantwoordelijk voor beheer en onderhoudDeze cursus is ontwikkeld voor beroepsgroepen die te maken
hebben met het beheer en onderhoud.
Onderwerpen:
• beoordelen van de conditie van een bestaand ventilatie-
systeem;
• opstellen en uitvoeren van een meerjarenonderhoudsplan;
• het gebruik en de uitleg van de ventilatieonderdelen aan
derden;
• opstellen van een schriftelijk ventilatieprestatierapport.
Cursusdagdeel voor de systeemmonteurDeze cursus is gericht op monteurs en bouwers van ventila-
tiesystemen.
Onderwerpen:
• basiskennis over ventilatie;
• praktijkgerichte kennis over het vakbekwaam monteren
van de nieuwste ventilatiesystemen;
• omgaan met afwijkende situaties en inzicht in de gevol-
gen van montagehandelingen op de kwaliteit van een
ventilatiesysteem.
CurSuSNIVEAuDe cursussen worden gegeven op MBO-niveau. Voor het
volgen van de cursussen heeft u als achtergrond minimaal
nodig:
• MBO 4;
• een technische vooropleiding of vergelijkbaar niveau ver-
kregen door praktijkervaring.
BElANGSTEllING?Voor cursusdata, kosten en aanmelding nodigen wij u uit op
de site www.filosoofbv.nl. Voor nadere informatie over de
cursusinhoud kunt u contact opnemen met Marco Hofman,
Gasvoorschriften; ‘kleintje Gas’ en de praktijkGebaseerd op: Kleintje Gas
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
praktijkinstructie over toepassing en controle van keerkleppenGebaseerd op: ISSO-publicatie 55.1 en 55.2
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Nieuwe regels voor gebouwrioleringGebaseerd op: NTR 3216
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Indien niet anders aangegeven bestaat de maximale groepsgrootte uit 20 personen. Tevens ontvangen de deelnemers na afloop van de instructie een Bewijs van Deelname. ISSO verzorgt de onderstaande bijeenkomsten bij voldoende belangstelling, ook regionaal. u kunt uw belangstelling kenbaar maken via [email protected]
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201231
i n - c o m p a n yi n s t r u c t i e s
e n t r a i n i n g e n
Energie & Milieu
Sanitaire Technieken
Verwarming & Koeling
Algemene Technieken
Luchtbehandeling
Elektrotechniek
ke
nn
is
in
st
it
uu
t
vo
or
d
e
in
st
al
la
ti
es
ec
to
r
een kleine investering voor veel rendement
regeltechniek voor klimaatinstallatiesGebaseerd op: ISSO-publicatie 94
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Brand en rookveilige doorvoeringenGebaseerd op: ISSO-SBR 809 en ISSO Rapport
3217
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Meer comfort en rendement met inregelenGebaseerd op: ISSO- publicatie 56
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
warmteverliesberekening utiliteits en bedrijfsgebouwenGebaseerd op: ISSO-publicatie 53 en 57
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Ontwerp en realisatie van verticale bodemwarmtewisselaarsGebaseerd op: ISSO-publicatie 73
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Collectieve warmtepompinstallaties voor woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 80
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelenGebaseerd op: ISSO-publicatie 44 en 47
Cursusduur: 3 dagen
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Individuele warmtepompen in woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 72 en 73
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
warmtepompinstallaties in utiliteitsgebouwenGebaseerd op: ISSO-publicatie 81
Cursusduur: 1 dagdeel
Toepassen ventilatievoorschriften woningen met ‘kleintje Ventilatie’Gebaseerd op: Kleintje Ventilatie