Inwendige geneeskunde
Mar 11, 2016
ThiemeM
eulenhoff Zorg Inwendige geneeskunde
Inwendige geneeskundeDit boek gaat over de meest voorkomende ziekten van de inwendige organen. Alle orgaansystemen komen in aparte thema’s aan bod. Veel aandacht is besteed aan de technieken waarmee je de ziekten kunt opsporen. Het verloop, behandelmethoden en prognose van de inwendige ziekten worden overzichtelijk en helder besproken.Inwendige geneeskunde is een verdiepend leerboek en sluit aan bij Anatomie en fysiologie en Basisboek Pathologie.
Inwendige geneeskunde maakt deel uit van een herziene reeks vakuitgaven die zijn ontwikkeld voor de MBO beroepsopleidingen kwalificatieniveau 4 in de sectoren Gezondheidszorg en voor de HBO beroepsopleiding Gezondheidszorg. Deze reeks bevat de theoretische vakkennis voor de opleiding verpleegkunde. Daarnaast zijn ze inzetbaar voor onder meer opleidingen tot doktersassistent, tandartsassistent en apothekersassistent.
Agnes van StraatenHuygenJuup van Meyel
Inwendige geneeskunde
Inwendige geneeskunde
Drs. A. van Straaten-HuygenDr. J.J.M. van Meyel
Colofon
AuteursDrs. A. van Straaten-Huygen
Dr. J.J.M. van Meyel
Redactiedrs. Susan Hol, Chaugey/Overberg
IllustratiesAd van Horssen, Laren
Frans Hessels, Almere
Hans Brik, Callantsoog
Rogier Trompert, Maastricht
foto’sAudiovisuele dienst AZM, Maastricht
Chad Ehlers/Alamy Caspar van Munster
J.W. van der Krans, Zoetermeer
Medtronic CoreValve ®
Occlutech Amplatzer ®
R.A. van Hogezand, LUMC, Leiden
Siemens Healthcare
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
W.J.C. Hendriks, Nieuwegein
ZorginBeeld / Frank Muller
OmslagontwerpEnof, Utrecht
VormgevingStudio Imago, Amersfoort
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet
Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonder-
wijs
Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen:
www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16
ISBN 978 90 06 92192 2
Derde druk, eerste oplage, 2012
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2012
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van
artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de
daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie-
en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp
(www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in
bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient
men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van
muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrech-
tenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de
wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen
doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw
voor het gebruikte papier op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden.
Curriculum
Drs. A. van Straaten-Huygen
Agnes van Straaten-Huygen studeerde biologie aan
de Vrije Universiteit te Amsterdam. Al meer dan
zestien jaar werkt zij fulltime als educatief auteur en
redacteur op het gebied van mens en natuur. Zij is
coauteur/hoofdredacteur van de online biologie-
methode ‘www.10voorbiologie.nl’. Zij schreef ‘Sa-
mengevat Anatomie en Fysiologie' voor HBO-V/
verpleegkunde A en is coauteur van de uitgaven
‘Anatomie en ziekteleer voor verzorgenden IG’ deel
1 en deel 2. Op haar naam staan ook de geheel
herziene uitgave ‘Anatomie en fysiologie’ voor
kwalificatieniveau 4 en ‘Anatomie en fysiologie van
de mens’ voor kwalificatieniveau 5.
Dr. J.J.M. van Meyel
Juup van Meyel heeft geneeskunde gestudeerd aan
de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1992 is hij
gepromoveerd aan de Radboud Universiteit te Nij-
megen. Hij is ruim twaalf jaar opleider Interne ge-
neeskunde geweest in het Sint Lucas Andreas Zie-
kenhuis. Momenteel is hij opleider coassistenten en
werkzaam als internist/MDL-arts in het Sint Lucas
Andreas Ziekenhuis te Amsterdam
Aan deze uitgave werkten mee:
thema 1 Infectieziekten
Dr. J. Veenstra, internist-infectioloog
thema 2 Aandoeningen van de spijsverteringsor-
ganen
Dr. J.J.M. van Meyel, internist/MDL-arts
thema 3 Aandoeningen van de longen en lucht-
wegen
Dr. H.J. Smit, longarts
thema 4 Aandoeningen van bloed en bloeds-
omloop
Dr. A.M. de Kreuk, internist-hematoloog
thema 5 Aandoeningen van het hart
Dr. A.R. Willems, cardioloog
thema 6 Aandoeningen van nieren en urinewegen
Dr. C.E.H. Siegert internist-nefroloog
Dr. A.C. Ogilvie, internist-oncoloog
thema 7 Hormonale aandoeningen
Dr. E.H. van der Poest Clement, internist-endocri-
noloog
thema 8 Aandoeningen van gewrichten en botten
Dr. A.W.R. van Kuijk, reumatoloog
thema 9 Aandoeningen van het zenuwstelsel
Aan dit thema werkten – onder supervisie van Prof.
Dr. H.C. Weinstein – de volgende arts-assistenten
mee:
Drs. F. de Beer (H46 Neurodegeneratieve ziekten)
Drs. J.M.F. Boomsma (H47 Traumatologie)
Drs. H.M. Boss (H42 Cerebrovasculaire afwijkingen)
Drs. J. Extercatte (H44 Ontstekingen)
Drs. C.E.P. van Munster (H41 Neurologische
symptomen; H44 Ontstekingen)
Drs. L. Oosterveld (H45 Overige aandoeningen van
het zenuwstelsel
Drs. M. Riemersma (H45 Overige aandoeningen
van het zenuwstelsel)
Drs. S.M. van Schaik (H42 Cerebrovasculaire af-
wijkingen)
Drs. S. Vrij-van den Bos (H43 Tumoren)
Drs. J. Wijntjes (H40 Neurologische onderzoeks-
methoden)
Woord vooraf
‘Inwendige geneeskunde’ maakt deel uit van een
herziene serie vakondersteunende uitgaven voor
het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Dit
boek is een verdiepende uitgave en vormt samen
met het basisboek ‘Pathologie’ en ‘Anatomie en
fysiologie’ een gedegen onderbouwing voor de
MBO beroepsopleidingen kwalificatieniveau 4 en
voor het HBO kwalificatieniveau 5 in de sector
Gezondheidszorg.
Het samenspel tussen theorie en beeldmateriaal
heeft ertoe geleid dat deze uitgaven al sinds de
jaren negentig van de vorige eeuw hét naslagma-
teriaal vormen voor het Gezondheidsonderwijs. De
boeken bevatten de theoretische vakkennis voor de
opleiding verpleegkundige.
In ‘Inwendige geneeskunde’ staan de aandoenin-
gen van de inwendige organen en de behandelin-
gen daarvan centraal. Medisch specialisten van het
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam heb-
ben, elk op hun vakgebied, bijgedragen en ervoor
gezorgd dat dit boek de nieuwste inzichten op het
gebied van inwendige geneeskunde bevat.
Het boek is opgebouwd uit negen thema’s met de
afzonderlijke vakgebieden binnen de inwendige
geneeskunde. De thema's kunnen los van elkaar,
maar ook in samenhang, bestudeerd worden. De
duidelijke opbouw, heldere teksten en ondersteu-
nende afbeeldingen maken het boek voor de stu-
dent heel toegankelijk.
Wij bedanken de auteurs en de specialisten van het
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis voor hun toegewijde
inzet bij de totstandkoming van dit boek. Zij heb-
ben veel werk verzet om het boek te actualiseren
en het nog beter aan te laten sluiten bij de ver-
schillende doelgroepen.
Wij hopen dat u met plezier zult werken met dit
boek. Heeft u vragen of suggesties, dan waarderen
wij het bijzonder wanneer u contact met ons op-
neemt.
De uitgever
Inhoudsopgave
Thema 1 Infectieziekten 17
1 Infectieziekten gekenmerkt door afwijkingen van de huid 19
1.1 Herpes simplex 19
1.2 Waterpokken en gordelroos 20
1.2.1 Waterpokken 20
1.2.2 Gordelroos 21
1.3 Wondroos 21
1.4 De ziekte van Lyme 22
1.5 Wratten 23
2 Infectieziekten van het maag-darmkanaal 25
2.1 Salmonella-infecties 25
2.2 Bacillaire dysenterie 26
2.3 Cholera asiatica 27
2.4 Reizigersdiarree 27
2.5 Infectie met Campylobacter 27
2.6 Clostridium difficile-geassocieerde diarree (CDAD) 27
3 Infectieziekten van de lymfeklieren 31
3.1 Mononucleosis infectiosa 31
3.2 Cytomegalie (CMV) 32
3.3 Toxoplasmose 32
3.4 Kattenkrabziekte 33
4 Infectieziekten van longen en luchtwegen 35
4.1 Tuberculose 35
4.2 Legionellose 37
5 Infectieziekten van het centrale zenuwstelsel 39
5.1 Bacteriële infecties 39
5.1.1 Meningitis 39
5.1.2 Tetanus 40
5.1.3 Botulisme 41
5.2 Virale infecties 41
5.2.1 Poliomyelitis 42
5.2.2 Rabiës 42
6 Seksueel overdraagbare aandoeningen 45
6.1 Syfilis 45
6.2 Gonorroe 47
6.3 Chlamydia-infectie 47
6.4 Hiv 48
7 Tropische ziekten 51
7.1 Amoebendysenterie 51
7.2 Malaria 52
7.3 Schistosomiasis 53
7.4 Lepra 54
Thema 2 Aandoeningen van de spijsverteringsorganen 57
8 Aandoeningen van de slokdarm 59
8.1 Onderzoek van de slokdarm 59
8.2 Ziekten van de slokdarm 61
8.2.1 Oesofagitis 61
8.2.2 Slokdarmcarcinoom 63
8.2.3 Hiatus hernia 64
8.2.4 Zenkerdivertikel 64
8.2.5 Slokdarmspasme 65
8.2.6 Achalasie 65
8.2.7 Oesofagusvarices 66
9 Aandoeningen van de maag en duodenum 69
9.1 Onderzoek van maag en duodenum 69
9.2 Ulcus pepticum 70
9.2.1 Maagbloeding 72
9.2.2 Maagperforatie 73
9.2.3 Maaguitgangstenose 73
9.3 Stressulcus 73
9.4 Gastritis 74
9.5 Maagtumoren 74
10 Aandoeningen van de dunne darm 77
10.1 Maldigestie en malabsorptie 77
10.2 Bacteriële overgroei 78
10.3 Kortedarmsyndroom 78
10.4 Coeliakie 78
11 Aandoeningen van de dikke darm 81
11.1 Onderzoek van de dikke darm 81
11.2 Diarree en obstipatie 83
11.2.1 Diarree 83
11.2.2 Obstipatie 83
11.3 Prikkelbaredarmsyndroom 84
11.4 Diverticulose 85
11.4.1 Diverticulitis 85
11.4.2 Bloedingen 87
11.5 Tumoren van de dikke darm 87
11.5.1 Poliepen 87
11.5.2 Coloncarcinoom 88
11.5.3 Bestralingsenterocolitis 90
12 Chronische ontstekingen van de darm 93
12.1 Ziekte van Crohn 93
12.2 Colitis ulcerosa 95
13 Aandoeningen van de lever 99
13.1 Onderzoek van de lever 99
13.2 Icterus 101
13.3 Hepatitis 101
13.3.1 Hepatitis A 101
13.3.2 Hepatitis B 102
13.3.3 Hepatitis C 104
13.3.4 Andere vormen van virale hepatitis 105
13.3.5 Medicamenteuze hepatitis 105
13.3.6 Chronische hepatitis 105
13.3.7 Niet-alcoholische steatohepatitis 106
13.4 Levercirrose 106
13.4.1 Oorzaken 106
13.4.2 Symptomen van cirrose 107
13.5 Leverinsufficiëntie 109
13.5.1 Acuut leverfalen 109
13.5.2 Chronisch leverfalen 110
13.6 Levertumoren 110
14 Aandoeningen van galblaas en galwegen 113
14.1 Onderzoek van galblaas en galwegen 113
14.2 Galstenen 114
14.2.1 Complicaties bij galstenen 115
14.2.2 Behandeling 116
14.3 Galblaastumoren 116
14.4 Galwegtumoren 117
14.5 Obstructie-icterus 117
15 Aandoeningen van de alvleesklier 119
15.1 Onderzoek van de alvleesklier 119
15.2 Acute pancreatitis 120
15.3 Chronische pancreatitis 122
15.4 Pancreascarcinoom 123
Thema 3 Aandoeningen van de longen en
luchtwegen 127
16 Onderzoek van longen en luchtwegen 129
16.1 Longfunctieonderzoek 129
16.2 Bloedgasanalyse 132
17 Astma en COPD, bronchiëctasieën en pneumothorax 135
17.1 Astma bronchiale en COPD 135
17.1.1 Astma bronchiale 135
17.1.2 Chronische bronchitis 136
17.1.3 Longemfyseem 136
17.1.4 Combinaties van aandoeningen 137
17.1.5 Preventie en behandeling 139
17.2 Bronchiëctasieën 140
17.3 Pneumothorax 141
18 Infecties van de ademhalingsorganen 145
18.1 Indeling 145
18.2 Infectie van de onderste luchtwegen 146
18.2.1 Bacteriële pneumonie 147
18.2.2 Niet-bacteriële pneumonie 148
19 Longkanker 151
19.1 Klinische symptomen 151
19.2 Incidentie en oorzaken 152
19.3 Diagnose 153
19.4 Behandeling 154
20 Longfibrose, sarcoïdose en hyperventilatie 157
20.1 Longfibrose 157
20.2 Sarcoïdose 159
20.3 Hyperventilatie 160
Thema 4 Aandoeningen van bloed en
bloedsomloop 163
21 Ziekten van bloed, beenmerg en lymfeklieren 165
21.1 Bloed en bloedaanmaak 165
21.2 Onderzoek 166
21.2.1 Bloedbeeld 167
21.2.2 Serumbepalingen 167
21.2.3 Bloedstelpingsonderzoek 167
21.2.4 Beenmergpunctie en -biopsie 168
21.2.5 Overige biochemische onderzoeken 169
21.2.6 Beeldvormend onderzoek 169
21.3 Anemie 169
21.3.1 Microcytaire anemie 170
21.3.2 Macrocytaire anemie 170
21.3.3 Normocytaire anemie 171
21.4 Polyglobulie 171
21.5 Agranulocytose 172
21.6 Leukemie 172
21.6.1 Acute leukemie 173
21.6.2 Chronische leukemie 176
21.7 Lymfekliergezwellen 178
21.7.1 Hodgkinlymfoom 178
21.7.2 Non-hodgkinlymfoom 179
21.8 Ziekte van Kahler 180
21.9 Afwijkingen van de trombocyten 181
21.9.1 Trombocytopenie 181
21.9.2 Trombocytopathie 182
21.9.3 Trombocytose 182
21.10 Stoornissen in de bloedstolling 182
21.10.1 Congenitale deficiënties 182
21.10.2 Verworven deficiënties 183
22 Transfusie van bloedproducten 187
22.1 Bloedgroepen 187
22.2 Bloedproducten 188
23 Aandoeningen in en van arteriën en venen 191
23.1 Arteriën, venen en trombose 191
23.2 Geneesmiddelen die trombosevorming beïnvloeden 192
23.3 Ziekten door arteriële obstructie 192
23.4 Veneuze trombo-embolie 194
24 Hypertensie 199
24.1 Historisch overzicht en epidemiologie 199
24.2 Klinisch beeld 200
24.3 Gevolgen van hypertensie 200
24.4 Oorzaken van hypertensie 201
24.5 Onderzoek van een patiënt met hypertensie 202
24.6 Secundaire hypertensie 202
24.6.1 Hypertensie ten gevolge van orale contraceptiva 202
24.6.2 Hypertensie ten gevolge van bijnierschorsproducten 203
24.6.3 Renovasculaire hypertensie 203
24.7 Behandeling van hypertensie 204
24.7.1 Niet-medicamenteuze behandeling 204
24.7.2 Medicijnen tegen hoge bloeddruk 205
Thema 5 Aandoeningen van het hart 207
25 Anamnese en cardiologische onderzoeken 209
25.1 Anamnese en lichamelijk onderzoek 209
25.1.1 Algemene klachten 209
25.1.2 Lichamelijk onderzoek 211
25.2 Cardiologische onderzoeken 211
25.2.1 Elektrocardiogram 211
25.2.2 Thoraxfoto 212
25.2.3 Bloedonderzoek 213
25.2.4 Inspannings-ECG 214
25.2.5 Echocardiografie 214
25.2.6 Myocardperfusiescintigrafie 216
25.2.7 Vitaliteitsonderzoek 218
25.2.8 Hartkatheterisatie 218
25.2.9 MRI-scan 220
25.2.10 CT-scan 221
26 Hartfalen en ritmestoornissen 223
26.1 Hartfalen 223
26.1.1 Indeling van hartfalen 224
26.1.2 Compensatiemechanismen 224
26.1.3 Klinische symptomen 225
26.1.4 Diagnose 225
26.1.5 Behandeling van acuut hartfalen 226
26.1.6 Behandeling van chronisch hartfalen 226
26.2 Ritmestoornissen 230
26.2.1 Bradycardie 230
26.2.2 Tachycardie 230
26.2.3 Ectopie 234
26.3 Geleidingsstoornissen 234
26.3.1 Klinische symptomen 235
26.3.2 Behandeling 235
26.4 Klepafwijkingen 236
26.4.1 Mitralisstenose 236
26.4.2 Mitralisinsufficiëntie 237
26.4.3 Aortaklepstenose 238
26.4.4 Aorta-insufficiëntie 239
26.5 Plotse hartdood 239
27 Ziekten die samenhangen met zuurstofgebrek 243
27.1 Stabiele angina pectoris 243
27.1.1 Anamnese en diagnose 243
27.1.2 Behandeling 244
27.2 Acuut coronair syndroom 246
27.2.1 Symptomen 247
27.2.2 Diagnose 247
27.2.3 Behandeling 248
27.2.4 Complicaties 249
27.2.5 Revalidatie 250
28 Ziekten van hartspier, hartzakje en endocard 253
28.1 Myocarditis 253
28.1.1 Klinische symptomen en diagnose 253
28.1.2 Behandeling en beloop 254
28.2 Cardiomyopathie 254
28.2.1 Dilaterende cardiomyopathie 254
28.2.2 Hypertrofische cardiomyopathie 255
28.3 Pericarditis 257
28.3.1 Klinische symptomen en diagnose 257
28.3.2 Behandeling 257
28.4 Harttamponnade 257
28.4.1 Klinische symptomen en diagnose 257
28.4.2 Behandeling 258
28.5 Pericarditis constrictiva 258
28.6 Endocarditis 258
28.6.1 Klinische symptomen en diagnose 259
28.6.2 Complicaties 259
28.6.3 Behandeling 259
29 Aangeboren hartafwijkingen 261
29.1 Atriumseptumdefect 261
29.2 Ventrikelseptumdefect 262
29.3 Pulmonalisstenose 263
29.4 Tetralogie van Fallot 263
29.5 Open ductus Botalli 264
29.6 Endocarditis profylaxe 265
Thema 6 Aandoeningen van nieren en urinewegen 267
30 Diagnostiek 269
30.1 Urineonderzoek 269
30.2 Bloedonderzoek 270
30.3 Beeldvormend onderzoek 271
30.4 Weefselonderzoek 272
31 Aandoeningen van de nieren 275
31.1 Glomerulonefritis 275
31.2 Nefrotisch syndroom 276
31.3 Acute nierinsufficiëntie 277
31.4 Chronische nierinsufficiëntie 279
31.5 Nierfunctievervangende behandeling 280
31.5.1 Hemodialyse 281
31.5.2 Peritoneale dialyse 281
31.5.3 Niertransplantatie 282
31.6 Nierstenen 284
32 Tumoren van de nieren en blaas 287
32.1 Niertumoren 287
32.2 Blaastumoren 288
33 Aangeboren nierziekten 291
33.1 Polycysteuze nieren 291
33.2 Hereditaire nefropathie 292
33.3 Refluxnefropathie 292
Thema 7 Hormonale aandoeningen 295
34 Hypofyse 297
34.1 Hypofyseonderzoek: vorm en functie 297
34.2 Hypofyseadenomen 298
34.2.1 Functionerende hypofyseadenomen 298
34.2.2 Niet-functionerende hypofyseadenomen 299
34.2.3 Behandeling 299
34.3 Hypofyse-uitval 300
35 Schildklier en bijschildklieren 303
35.1 Schildklieronderzoek: vorm en functie 303
35.2 Hyperthyreoïdie 305
35.3 Hypothyreoïdie 308
35.4 Thyreoïditis 309
35.5 Struma 309
35.6 Schildkliercarcinoom 310
35.7 Bijschildklieren 311
35.7.1 Hyperparathyreoïdie 311
35.7.2 Hypoparathyreoïdie 312
36 Bijnieren 315
36.1 Bijnierschors 315
36.1.1 Onderzoek: functie en vorm 315
36.1.2 Cushingsyndroom 316
36.1.3 Ziekte van Conn en connsyndroom 317
36.1.4 Bijnierschorsinsufficiëntie 318
36.2 Bijniermerg 319
36.2.1 Feochromocytoom 319
36.3 Incidentaloom van de bijnier 320
37 Eilandjes van Langerhans 323
37.1 Diabetes mellitus 323
37.1.1 Type-I-diabetes mellitus 325
37.1.2 Type-II-diabetes mellitus 327
37.1.3 Complicaties bij diabetes mellitus 329
37.1.4 Zwangerschap en diabetes 331
37.2 Overproductie van insuline 332
Thema 8 Aandoeningen van gewrichten en
botten 335
38 Aandoeningen van gewrichten 337
38.1 Reumatoïde artritis 337
38.1.1 Pathofysiologie 338
38.1.2 Klinische symptomen 339
38.1.3 Vaststellen van de diagnose 340
38.1.4 Behandeling 340
38.1.5 Prognose/beloop 341
38.2 Spondylartritiden 341
38.2.1 Spondylitis ankylopoetica 342
38.2.2 Artritis psoriatica 343
38.2.3 Reactieve artritis 343
38.2.4 Artritis bij inflammatoire darmziekten 344
38.3 Systeemziekten 344
38.3.1 Systemische lupus erythematodes 345
38.3.2 Andere systeemziekten 345
38.4 Infectieuze artritis 348
38.5 Kristalartritis 348
38.5.1 Jicht 348
38.5.2 Pseudojicht 349
38.6 Artrose 350
38.7 Weke delen aandoeningen 351
39 Aandoeningen van de botten 355
39.1 Osteoporose 355
39.1.1 Fracturen 356
39.1.2 Behandeling 356
39.2 Rachitis en osteomalacie 357
39.3 Ziekte van von Recklinghausen 358
39.4 Ziekte van Paget 359
39.5 Kwaadaardige tumoren 360
39.5.1 Primaire bottumoren 360
39.5.2 Botmetastasen 361
39.5.3 Ziekte van Kahler 361
Thema 9 Aandoeningen van het zenuwstelsel 363
40 Neurologische onderzoeksmethoden 365
40.1 Lumbale punctie 365
40.2 Weefselonderzoek 367
40.3 Beeldvormend onderzoek 367
40.3.1 Computertomografie 367
40.3.2 Angiografie 368
40.3.3 MRI en MR-angiografie 368
40.3.4 Doppleronderzoek 369
40.3.5 Isotopenonderzoek 369
40.4 Neurofysiologisch onderzoek 370
40.4.1 Elektro-encefalografie 370
40.4.2 Elektromyografie 370
40.4.3 Onderzoek via opgewekte potentialen 370
41 Neurologische symptomen 373
41.1 Uitvalsverschijnselen 373
41.1.1 Stoornissen van de reflexen 373
41.1.2 Stoornissen van de motoriek 374
41.1.3 Stoornissen van de zintuiglijke functies 376
41.1.4 Stoornissen van de cognitieve functies 377
41.1.5 Stoornissen van de urinelozing 378
41.2 Prikkelingsverschijnselen 379
41.3 Neurologische syndromen 379
42 Cerebrovasculaire aandoeningen 385
42.1 Indeling cerebrovasculaire aandoeningen 385
42.2 Herseninfarct en TIA 386
42.3 Hersenbloeding 388
42.4 Subarachnoïdale bloeding 389
42.5 Overige stoornissen 390
42.5.1 Vaatmisvormingen 390
42.5.2 Sinustrombose 390
43 Tumoren 393
43.1 Algemene symptomen 393
43.2 Tumoren van de hersenvliezen 394
43.3 Tumoren van de hersenen 394
43.4 Tumoren van de hypofyse 395
43.5 Tumoren in het wervelkanaal 396
43.6 Tumoren van de perifere zenuwen 396
44 Ontstekingen 399
44.1 Bacteriële infecties 399
44.1.1 Meningitis 399
44.1.2 Meningokokkenmeningitis 400
44.1.3 Meningitis tuberculosa 401
44.1.4 Hersenabces 401
44.2 Virale infecties 402
44.2.1 Poliomyelitis anterior acuta 402
44.2.2 Herpes zoster 402
44.2.3 Herpes simplex encefalitis 402
45 Overige aandoeningen van het zenuwstelsel 405
45.1 Multipele sclerose 405
45.2 Polyneuropathie 407
45.2.1 Guillain-barrésyndroom 408
45.3 Mononeuropathie 409
45.4 Neuralgie 409
45.4.1 Trigeminusneuralgie 409
45.4.2 Pijn in de arm 410
45.4.3 Pijn in het been 410
45.5 Migraine 410
45.6 Epilepsie 411
45.6.1. Algemene symptomen 411
45.6.2 Syndromen bij epilepsie 412
45.7 Myasthenia gravis 414
46 Neurodegeneratieve ziekten 417
46.1 Algemene kenmerken 417
46.2 Ziekte van Parkinson 417
46.2.1 Andere hypokinetisch-rigide syndromen 419
46.3 Ziekte van Alzheimer 419
46.3.1 Andere vormen van dementie 420
46.4 Ziekte van Huntington 421
46.5 Amyotrofe laterale sclerose 421
47 Trauma's 425
47.1 Traumatisch schedelhersenletsel 425
47.1.1 Licht traumatisch schedelhersenletsel (LTH) 425
47.1.2 Matig en ernstig traumatisch schedelhersenletsel 426
47.1.3 Schedelfracturen 427
47.1.4 Epiduraal hematoom 429
47.1.5 Subduraal hematoom 430
47.2 Trauma’s van wervelkolom en ruggenmerg 430
47.2.1 Fracturen of luxaties van de wervelkolom 430
47.2.2 Hernia nuclei pulposi (HNP) 432
47.3 Trauma’s van de perifere zenuwen 433
Thema 1Infectieziekten
Inleiding
Een grote groep aandoeningen wordt veroorzaakt
door micro-organismen. Micro-organismen komen
zo algemeen voor dat iedereen er in zijn leven
meerdere malen door besmet wordt. Deze aan-
doeningen – infectieziekten genoemd – kunnen
zich op veel manieren manifesteren en in vrijwel
alle organen of orgaansystemen voorkomen. De
infectieziekten kun je indelen op grond van de aard
van de ziekteverwekker (virus, bacterie, schimmel,
protozo). In dit boek is gekozen voor een andere
indeling: het orgaansysteem waar de infectieziekte
zich manifesteert of waarvan de meeste klachten
ontstaan.
De infectieziekten in het eerste hoofdstuk kenmer-
ken zich door afwijkingen aan de huid, zoals
roodheid, blaasjes, pukkeltjes en vlekjes. Veelal
wordt de waarschijnlijkheidsdiagnose op grond van
dit (klinisch) beeld gesteld. Andere factoren, zoals
het beloop van de ziekte, aanvullend laboratori-
umonderzoek of de aanwezigheid van besmet-
tingsbronnen in de omgeving kunnen de diagnose
bevestigen.
Het tweede hoofdstuk behandelt de infectieziekten
van het maag-darmkanaal. In de regel gaat het hier
om een orale besmettingsweg (via de mond).
Hierbij is het door de bacterie geproduceerde toxine
verantwoordelijk voor verschijnselen als misselijk-
heid, braken en diarree.
Het derde hoofdstuk beschrijft een aantal aandoe-
ningen die gepaard gaan met lymfeklierzwellingen.
Voorbeelden zijn de ziekte van Pfeiffer, een cyto-
megalievirusinfectie en toxoplasmose.
In het vierde hoofdstuk komen enkele specifieke
infectieziekten van longen en luchtwegen aan de
orde. Vooral bij kinderen en bejaarden kunnen deze
infecties ernstig verlopen.
Infectieziekten van het zenuwstelsel worden in het
vijfde hoofdstuk behandeld. Deze ziekten kunnen
door vrijwel elk micro-organisme worden veroor-
zaakt. In bijna alle gevallen spelen hoofdpijn,
koorts, bewustzijnsdaling en stijfheid in nek en rug
een belangrijke rol. Snelle opname en diagnostiek
zijn van groot belang om de juiste therapie te
starten.
Het zesde hoofdstuk bespreekt de seksueel over-
draagbare aandoeningen. Hierbij speelt direct con-
17
tact tussen slijmvliezen een belangrijke rol. De
laatste decennia komen seksueel overdraagbare
aandoeningen meer voor als gevolg van verande-
ringen in seksueel gedrag. De ziekteverschijnselen
kunnen genitaal, anaal of aan mond en keel op-
treden.
Als laatste in dit thema komen enkele ziekten aan
de orde die oorspronkelijk niet voorkomen (niet
endemisch zijn) in gematigde streken, maar ‘geïm-
porteerd’ zijn uit tropische gebieden. Door het
snelle en intensieve luchtverkeer is de kans op het
optreden van geïmporteerde ziekten aanmerkelijk
toegenomen.
Thema 1 Infectieziekten
18
1 Infectieziekten gekenmerkt doorafwijkingen van de huid
Inleiding
Kinderen maken dikwijls aandoeningen door die
gepaard gaan met roodheid van de huid (diffuus of
vlekkerig), blaasjes of pukkeltjes. Dit zijn vaak de
zogeheten kinderziekten. De meeste hiervan wor-
den behandeld in het kindergeneeskundeboek en
komen hier niet opnieuw aan de orde.
Er zijn echter ziektes met huidafwijkingen die zich
op volwassen leeftijd manifesteren, en ook bij kin-
deren voor kunnen komen zonder dat het een
kinderziekte betreft. De huid leent zich vrij goed
voor onderzoek. Aard, omvang en beloop laten
zich goed waarnemen. Als je dit hoofdstuk hebt
bestudeerd, weet je de klinische symptomen,
complicaties en behandeling van herpes simplex,
waterpokken, gordelroos, wondroos, de ziekte van
Lyme en wratten.
1.1 Herpes simplex
De aandoening herpes simplex kenmerkt zich door
een terugkerende infectie met een virus. Er ont-
staan koortsblaasjes (‘koortsuitslag’) op de over-
gang van het slijmvlies en de huid. Er zijn twee
typen herpes simplex te onderscheiden: type 1 en
type 2.
Bij herpes simplex type 1 (HSV-1) verschijnen de
blaasjes vooral rondom de lippen en de neus (figuur
1.1). HSV-1 wordt ook wel koortslip genoemd.
Soms veroorzaakt HSV-1 een genitale infectie.
Herpes simplex type 2 (HSV-2) manifesteert zich
vrijwel alleen rond de genitalia en wordt overge-
bracht door geslachtsverkeer. Deze vorm wordt
herpes genitalis genoemd.
Klinische symptomen
De primaire infectie gebeurt merendeels op jonge
leeftijd en verloopt meestal zonder symptomen.
Soms zijn er blaasjes te zien op het tandvlees en het
mondslijmvlies. Na de eerste besmetting blijft het
herpesvirus latent aanwezig in het zenuwweefsel
van de gastheer. Activatie kan plaatsvinden door
Figuur 1.1 Herpes simplex (koortsuitslag)
Hoofdstuk 1 Infectieziekten gekenmerkt door afwijkingen van de huid
19
stress, verkoudheid, koorts of na verblijf in de zon.
De blaasjes zijn gedurende een week besmettelijk
voor anderen, tot ze zijn ingedroogd.
Complicaties
Soms kan een gegeneraliseerde infectie optreden;
dan breidt de infectie zich over het hele lichaam uit.
Verder veroorzaakt het virus een zeldzame maar
zeer ernstige vorm van encefalitis (hersenontste-
king).
Herpes genitalis kan tijdens de bevalling van moe-
der op baby worden overgebracht. Dit kan een
ernstig generaliseerde infectie bij de pasgeborene
tot gevolg hebben, die zich uit in geelzucht, dysp-
neu, lever- en miltvergroting en blaasjes op de
huid.
Behandeling
De meeste herpesinfecties verlopen mild en hoeven
geen therapie. Zo nodig kan herpes lokaal behan-
deld worden met een crème. De patiënt kan ook
behandeld worden met tabletten of een infuus met
antivirale middelen.
1.2 Waterpokken engordelroos
Waterpokken (varicella) en gordelroos (herpes
zoster) zijn verschillende ziektebeelden, veroorzaakt
door hetzelfde virus, zoster-varicellavirus geheten.
Waterpokken is de primaire infectie en gordelroos is
het gevolg van activatie van het latente virus.
1.2.1 Waterpokken
Klinische symptomen
De incubatietijd van waterpokken bedraagt twee
tot drie weken. Het ziektebeeld begint met griep-
achtige verschijnselen gepaard gaand met koorts.
Daarna verschijnt een jeukende huiduitslag die
verschillende stadia van ontwikkeling doorloopt:
van pukkeltjes via blaasjes naar korstjes (figuur 1.2).
Deze stadia kunnen in korte tijd in elkaar overgaan.
De huiduitslag is vooral op de romp en in het ge-
zicht aanwezig en laat geen littekens achter. Dat
kan wel het geval zijn als er door het krabben
geïnfecteerde wondjes ontstaan.
Figuur 1.2 Waterpokken
Thema 1 Infectieziekten
20
Complicaties
In zeldzame gevallen ontstaat een pneumonie of
een encefalitis. Besmetting met het zoster-varicel-
lavirus kan een levensgevaarlijk beloop hebben bij
kinderen met leukemie of die immunosuppressiva
krijgen. Volwassenen die waterpokken krijgen lo-
pen een grotere kans op complicaties.
Immuniteit
Na een infectie met het zoster-varicellavirus verkrijg
je een levenslange immuniteit tegen waterpokken,
maar niet tegen gordelroos. Dit verklaart waarom je
in je leven maar één keer waterpokken krijgt, terwijl
gordelroos vaker kan terugkeren.
1.2.2 Gordelroos
Na waterpokken doorgemaakt te hebben blijft het
zoster-varicellavirus in het zenuwweefsel van de
gastheer achter. Gordelroos ontstaat door activatie
van dit latente virus, meestal vele jaren na de
doorgemaakte waterpokken (figuur 1.3). De acti-
vatie van het virus gebeurt vooral als de afweer
verlaagd is, bijvoorbeeld tijdens een behandeling
met cytostatica, bij een hiv-infectie of op zeer hoge
leeftijd.
Klinische symptomen
Het aangedane gebied is een begrensd deel van de
huid, dat overeenkomt met een dermatoom. Een
dermatoom is een deel van de huid dat door één
bepaalde ruggenmergszenuw wordt geïnnerveerd.
Op de romp hebben de dermatomen de vorm van
een gordel, vandaar de naam gordelroos. Aanvan-
kelijk heeft de patiënt hevige pijn, daarna ontstaan
jeuk en een branderig gevoel als gevolg van de
ontsteking van de zenuwuiteinden. Tot slot zijn er
pijnlijke erupties met blaasjes.
Complicaties
Als de n. trigeminis bij de ontsteking wordt aan-
gedaan, kan het hoornvlies in het proces betrokken
worden en is blindheid een mogelijk gevolg. Na het
verdwijnen van de huidafwijkingen kan soms een
maandenlang aanhoudende neuralgie (zenuwpijn)
blijven bestaan.
Behandeling
Door het gebruik van antivirale middelen kort na
het optreden van de klachten, kan een sneller
herstel optreden en is er minder kans op compli-
caties.
1.3 Wondroos
Wondroos (erysipelas) is een acute ontsteking van
de huid en het onderhuidse bindweefsel, vaakFiguur 1.3 Gordelroos
Hoofdstuk 1 Infectieziekten gekenmerkt door afwijkingen van de huid
21
veroorzaakt door de B-hemolytische streptokok van
groep A, Streptococcus pyogenes genaamd.
Klinische symptomen
Er ontstaat een pijnlijke, rode, scherp begrensde
verhevenheid van de huid, die gepaard gaat met
malaise, rillingen en koorts. Per dag kan het aan-
gedane gebied van afmeting veranderen. Vaak is er
een porte d’entrée, bijvoorbeeld in de vorm van
een open been, kloofjes in de mondhoeken of
kleine wondjes tussen de tenen. Dit laatste zie je
nogal eens bij patiënten met lymfoedeem of chro-
nische veneuze insufficiëntie.
Behandeling
De streptokok is altijd gevoelig voor penicilline.
Verder moet zo mogelijk de onderliggende oorzaak
aangepakt worden, bijvoorbeeld het behandelen
van een schimmelinfectie tussen de tenen.
1.4 De ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme (Lyme-borreliose) wordt ver-
oorzaakt door een bacterie met de naam Borrelia
burgdorferi. De bacterie wordt overgebracht door
teken die besmet zijn door herten en knaagdieren.
De mens kan alleen besmet raken nadat hij is ge-
beten door een besmette teek. Bij verblijf in bosrijke
gebieden moet je bedacht zijn op teken die zich in
de huid hebben vastgebeten. Regelmatige inspectie
van de huid kan veel narigheid voorkomen. De
ziekte van Lyme komt in Nederland in toenemende
mate voor.
Klinische symptomen
Na de besmetting kunnen in een vroeg stadium
rode kleurveranderingen (erythema migrans) van
de huid optreden, vaak in een steeds groter wor-
dend ring rond de plaats waar de tekenbeet zat
(figuur 1.4).
Behandeling
De behandeling bestaat uit het vroegtijdig toedie-
nen van doxycycline. Zonder behandeling bestaat
er kans op complicaties, zoals artritis of neuralgi-
sche verschijnselen, die vaak pas veel later optre-
den.
Figuur 1.4 Ringvormig erytheem in de knieholtena een tekenbeet
Thema 1 Infectieziekten
22
1.5 Wratten
Wratten zijn een veelvoorkomende infectieuze
aandoening die wordt veroorzaakt door het
papillomavirus.
Klinische symptomen
Een wrat ofwel verruca is een hyperkeratotische
(overmatig verhoornde) pukkel op de huid van met
name de vingers, handen, voeten en het gezicht.
De incubatietijd duurt gemiddeld twee tot achttien
maanden. In ongeveer 50% van alle gevallen ver-
dwijnen de wratten spontaan, soms pas na vele
jaren.
Hoewel wratten niet pijnlijk zijn, kunnen ze wel op
vervelende plaatsen zitten, zoals aan de vingers of
onder de voetzool. In dit laatste geval wordt de
wrat bij het lopen als het ware in de voet geduwd,
wat zeer pijnlijk kan zijn.
Ook aan de slijmvliezen van de genitalia kunnen
zich wratten bevinden. Dit zijn de zogeheten
condylomata acuminata, een seksueel overdraag-
bare aandoening.
Behandeling
Behandeling is niet altijd nodig, aangezien de
wratten meestal vroeg of laat vanzelf verdwijnen.
Als behandeling aangewezen is kan dat op twee
manieren:
■ aanstippen met vloeibare stikstof, een snelle en
doeltreffende methode;
■ chirurgisch verwijderen (excideren).
Speciaal bij condylomata:
■ aanstippen met podofylline;
■ lokaal contact met een hoge concentratie sali-
cylzuur.
Hoofdstuk 1 Infectieziekten gekenmerkt door afwijkingen van de huid
23
Samenvatting
Enkele veelvoorkomende infectieziekten van de
huid zijn herpes simplex, waterpokken, gordelroos,
wondroos, de ziekte van Lyme en wratten. De
huidafwijkingen zijn meestal goed te herkennen.
Het totale klinische beeld bepaalt de diagnose. De
bacteriële infecties kunnen goed met antibiotica
worden behandeld. Bij de virale infecties worden zo
nodig antivirale middelen gegeven.
Thema 1 Infectieziekten
24
Thema 2Aandoeningen van de spijsverterings-organen
Inleiding
Het spijsverteringsproces begint in de mond en
eindigt via slokdarm, maag, dunne en dikke darm
bij de endeldarm. Systematisch komen in dit thema
allerlei afwijkingen aan delen van het maag-darm-
kanaal aan bod. In veel gevallen gaan deze afwij-
kingen gepaard met algemene klachten als buik-
pijn, misselijkheid, braken en diarree. De algemene
klachten en de meer specifieke klachten en symp-
tomen bij de verschillende aandoeningen worden in
dit thema besproken.
Hoofdstuk 8 gaat over de slokdarm. Er is veel
aandacht voor onderzoeksmethoden van dit or-
gaan. Het endoscopisch onderzoek komt uitvoerig
aan de orde, evenals ontstekingen en tumoren van
de slokdarm.
In hoofdstuk 9 komen de maag en de twaalfvin-
gerige darm aan de orde. Een belangrijk onderwerp
is het ulcus pepticum en de medicamenteuze be-
handeling ervan. Verder wordt aandacht besteed
aan gastritis en maagcarcinoom.
De aandoeningen van de dunne darm staan in
hoofdstuk 10. Vooral de problemen die samen-
hangen met vertering en resorptie worden bespro-
ken.
Over aandoeningen van de dikke darm en ver-
schillende vormen van endoscopisch onderzoek kun
je lezen in hoofdstuk 11. Met daarnaast de be-
spreking van ziektebeelden als het prikkelbare-
darmsyndroom, diverticulose en tumoren van de
dikke darm. Aangezien diarree en obstipatie veel
voorkomen als algemene darmaandoeningen, is
hiervoor een aparte paragraaf ingeruimd.
In hoofdstuk 12 komen chronische ontstekingen
van de darmen aan bod, met name de ziekte van
Crohn en colitis ulcerosa.
Organen als lever, galblaas en alvleesklier beïn-
vloeden het spijsverteringsproces. De lever is ook
belangrijk voor tal van andere lichamelijke proces-
sen. Als de patiënt een leveraandoening heeft, kan
dat van grote invloed zijn op zijn lichamelijk en
psychisch functioneren. In hoofdstuk 13 staan de
aandoeningen van de lever centraal. Het onderzoek
van de lever en verschillende vormen van hepatitis
komen aan de orde. Daarnaast is ruimschoots
aandacht voor het onderwerp cirrose en de daar-
mee samenhangende leverinsufficiëntie. Ten slotte
57
worden verschillende soorten levertumoren be-
sproken.
Hoofdstuk 14 behandelt het diagnostische onder-
zoek van de galblaas en onderwerpen als galste-
nen, ontstekingen en tumoren.
Hoofdstuk 15 ten slotte bespreekt een aantal aan-
doeningen van de alvleesklier. Ook hier is weer
eerst vrij veel aandacht voor het diagnostische on-
derzoek, gevolgd door de bespreking van de acute
en chronische pancreatitis en het pancreascarci-
noom.
Thema 2 Aandoeningen van de spijsverteringsorganen
58
8 Aandoeningen van de slokdarm
Inleiding
Bij slokdarmaandoeningen staan meestal de klach-
ten op de voorgrond. De patiënt heeft dan vooral
last van slikklachten, passageklachten, retrosternale
pijn, zuurbranden en oprispingen. Dit hoofdstuk
begint met een aantal onderzoeken van de slok-
darm. Je bestudeert endoscopie, röntgenologisch
onderzoek, manometrie en 24-uurs pH-registratie.
Daarna komt een aantal slokdarmaandoeningen
aan bod. Van oesofagitis en het slokdarmcarcinoom
ken je na bestudering de oorzaken, klinische
symptomen, behandeling en complicaties. Van de
hiatus hernia, zenkerdivertikel, slokdarmspasme,
achalasie en oesofagusvarices weet je na bestude-
ring wat het is en welke behandeling nodig is.
8.1 Onderzoek van deslokdarm
Lichamelijk onderzoek bij een aandoening van de
slokdarm levert meestal niet genoeg gegevens op
om een diagnose te stellen. Daar is aanvullend
onderzoek voor nodig. Mogelijke onderzoeksme-
thoden zijn: endoscopie, röntgenologisch onder-
zoek, manometrie en 24-uurs pH-registratie.
Endoscopie
Endoscopie is de onderzoeksmethode van de eerste
keus. Bij de zogenoemde
oesofagogastroduodenoscopie wordt het slijmvlies
van de slokdarm, de maag en het duodenum met
een flexibele endoscoop geïnspecteerd (figuur 8.1).
Er kunnen meteen biopten genomen worden voor
histologisch onderzoek (biopsie). De endoscopie
biedt ook therapeutische mogelijkheden. Zo kun-
nen corpora aliena (vreemde voorwerpen) uit de
slokdarm worden verwijderd, bijvoorbeeld kippen-
botjes, vleesbrokken, vissengraten en munten. An-
dere therapeutische behandelingen zijn verwijding
van een vernauwing en wegbranden van een oe-
sofagusdivertikel.
Bij endoscopisch onderzoek ligt de patiënt op de
linkerzij. Hij moet de endoscoop doorslikken. Dat is
meestal het vervelendste deel van het onderzoek.
Er wordt een beetje lucht in de slokdarm en maag
geblazen, zodat deze ontplooien en goed kunnen
worden geïnspecteerd. De kleur van het normale
slokdarmslijmvlies is bleek grijs-roze. De overgang
naar het rodere maagslijmvlies is te zien als een
scherpe lijn en valt meestal samen met de plaats
waar het middenrif wordt gepasseerd. Als er een
stenose (vernauwing) zit, gebruikt de arts een hele
dunne endoscoop (pediatrische of neusendoscoop)
Hoofdstuk 8 Aandoeningen van de slokdarm
59
Register
24-uurs pH-registratie 61
5-ASA-preparaten 94
A
aandachtsstoornis 381
AB0-systeem 187
absence 413
ABVD-kuur 179
acalculeuze cholecystitis 116
ACE-remmer 227
achalasie 65
achtergrondretinopathie 330
acromegalie 298
acute afstoting 283
acute cholecystitis 115
acute glomerulonefritis 275
acute lymfatische leukemie 173
acute maagbloeding 72
acute myeloïde leukemie 173
acute nierinsufficiëntie 277
acute pancreatitis 116, 120
acute sarcoïdose 347
acuut coronair syndroom 246
acuut hartfalen 224
acuut subduraal hematoom 430
adams-stokesaanval 235
adenocarcinoom 154
adenomateuze poliepen 87
adenoom 298
adenosquameus carcinoom 154
aderlaten 172
adhesies 82
ADL 420
AF 100
afasie 377
agglutinatie 188
agnosie 378
agrafie 377
agranulocytose 172
aids 48
ALAT 100
albuminurie 269
alcoholische pancreatitis 120
alexie 420
alkalose 161
allogene stamceltransplantatie 175
amnesie 426
amoebedysenterie 51
amoebiasis 51
amyloïde plaques 419
amyotrofe laterale sclerose 421
anaplastische carcinoom 311
anemie 169
anesthesie 376
aneurysma 389
aneurysma cordis 250
aneurysma dissecans 201
angina pectoris 209, 243
angiografie 368
angiotensinereceptorblokkeerders 227
antacida 62
antegrade pyelografie 271
anurie 278
anus praeternaturalis 86
aortaklepstenose 238
apraxie 377
arteriitis temporalis 347
arteriografie 193, 272
artritis psoriatica 343
artrose 350
ASAT 100
ascites 108, 211
astma bronchiale 135
astma cardiale 225
astmatische bronchitis 136
435
astrocytoom 394
astrupbepaling 132
asymptomatische ventrikeldisfunctie 224
ataxie 375
atherosclerose 192, 200, 243, 386
athetose 376
atrioventriculair blok 234
atriumseptumdefect 261
atrofie 419
atrofische gastritis 74
auraverschijnselen 410
auto-immuun hepatitis 105
auto-immuunziekten 344
autologe stamceltransplantatie 174
automatische externe defibrillator 240
axiale spondylartritis 342
B
bacillaire dysenterie 26
bacteriële artritis 348
bacteriële endocarditis 239, 258
bacteriële overgroei 78
bacteriëmie 25
ballondilatatie 65, 246
bare-metal stent 246
barrettoesofagus 61
BEACOPP-kuur 179
beenmergbiopsie 168
beenmergpunctie 168
bence-jonesproteïnurie 180
benigne 154
bestralingsenterocolitis 90
bètablokkers 227
bewegingsdrang 115
bilharziasis 53
biliodigestieve anastomose 117
biologische DMARD’s 340
biopsie 153, 219
biopten 153
biventriculaire pacemaker 229
blikparese 419
bloedbeeld 167
bloedgasanalyse 132
bloedglucosecurve 326
bloedingstijd 167
bloedkanker 172
BNP 225
boerenlong 158
boezemextrasystole 234
boezemfibrilleren 231
botmetastasen 361
botmineraaldichtheidswaarde 356
botox 65
botuline 41
botulisme 41
bouchardnoduli 350
bovenste luchtweginfectie 145
brachialgie 410
bradycardie 230
bradykinesie 418
brilhematoom 427
bronchiëctasieën 140
bronchopneumonie 145
bronchoscoop 153
bronchuscarcinoom 151
brughoektumor 397
buikoverzichtsfoto 113
buiktyfus 25
bulbaire spieren 381
bulkvormers 84
burkittlymfoom 179
bursitis 351
C
candidaoesofagitis 62
caput Medusae 109
cardiac care unit 250
cardiac output 215
436
cardiomyopathie 254
cardioversie 232
carotisendarteriëctomie 388
carpaletunnelsyndroom 339, 409
catecholaminen 319
caudasyndroom 432
cavernen 36
caverneuze tuberculose 36
CDAD 27
cercariën 54
cerebrovasculair accident 385
γGT 100
chemotherapie 155
chlamydia-infectie 47
cholangitis 116
choledocholithiase 116
choledochusstenen 114
cholelithiasis 114
cholera asiatica 27
cholestase 117
cholesterolgalstenen 115
chordaruptuur 237
chorea 421
choreatische beweging 375
chronisch gegeneraliseerde pijn 352
chronisch hartfalen 224
chronisch obstructief longlijden 135
chronische afstoting 284
chronische bronchitis 136
chronische hepatitis 105
chronische hepatitis B 103
chronische lymfatische leukemie 176
chronische myeloïde leukemie 176
chronische nierinsufficiëntie 279
chronische sarcoïdose 347
chvostekreflex 312
claudicatio intermittens 193
clipping 390
coeliakie 78
cognitieve functies 419
coiling 390
colitis ulcerosa 95
collaberen 235
coloncarcinoom 88
coloninloopfoto 82
colonpoliepen 87
coloscopie 82
coma 382
commissurotomie 237
commotio 425
compensatiemechanismen 224
complete remissie 174
complex regionaal pijnsyndroom 352
compressiefractuur 430
compressiekous 195
computertomografie 221, 367
condylomata acuminata 23
congenitale athyreoïdie 308
congenitale hypothyreoïdie 308
connsyndroom 317
consolidatietherapie 174
continue ambulante peritoneale dialyse 281
continue cyclische peritoneale dialyse 282
continue subcutane insuline-infusie 326
contusiehaarden 427
contusio cerebri 425
convulsie 379
COPD 135
cor pulmonale 138
coronairangiografie 219
coronary-artery bypass graft 246
corticosteroïden 140
COX-2-remmers 340
CPK-MB 214
craniotomie 429
creatinineklaring 270
cristapunctie 168
cryptogene cirrose 107
437
CT-angiografie 193, 368
CT-intraveneuze pyelografie 271
cushingsyndroom 316
CVA 385
cyanose 211, 261
cystojejunostomie 121
cystoscoop 271
cytomegalie 32
cytomegalievirus 105
cytostatica 155
D
dactylitis 343
DAS-score 340
decompensatio cordis 223
decubitus 431
deficiëntie 170
delier 381
dementie 420
demyelinisatie 405
derdegraads AV-blok 235
dermatomyositis 347
DEXA-scan 356
diabetes gravidarum 332
diabetes insipidus 300
diabetes mellitus 323
diabetes mellitus type 1 325
diabetes mellitus type 2 327
diabetische nefropathie 331
diabetische neuropathie 331
diabetische retinopathie 330
diastolisch hartfalen 225
diepe veneuze trombose 194
diffuse hyperthyreoïdie 305
diffuse intravasale stolling 184
digitale looprecorder 211
dilaterende cardiomyopathie 254
dissectie 386
diuretica 227
diverticulitis 85
diverticulose 85
divertikel 64, 85
dopplerechocardiogram 216
dopplersonografie 369
dotteren 246
driedimensionale echocardiografie 215
drug-eluting stents 246
druppelinfectie 146
dubbelcontrastonderzoek 69, 82
ductus Botalli 264
dunne basaalmembraan nefropathie 292
duplexdopplerechografie 195
dysartrie 377
dysfagie 63
dysmetrie 375
dyspneu 210
dyssynchrone contractie 216
E
early gastric cancer 75
ECG 211
echocardiografie 214
echo-endoscopie 114
ecoulement 47
ectopie 234
eerstegraads AV-blok 234
eGFR-waarde 270
eiwitcilinders 270
ejectiefractie 215, 217
elektrocardiogram 211
elektro-encefalografie 370
elektro-encefalogram 370
elektromyografie 370
embolus 193
EMV-score 382
endoscopische retrograde cholangio-pancreaticografie 114
Engelse ziekte 357
enterale stent 89
438
enterocolitis 90
enterotoxines 27
enterovirussen 41
enthesitis 341, 352
epiduraal hematoom 429
epilepsie 411
epileptisch aanval 411
epstein-barrvirus 105
eradicatietherapie 71
erosie 70
erysipelas 21
erythema migrans 22
erythema nodosum 347
erytrocytenconcentraat 188
essentiële hypertensie 201
essentiële trombocytemie 182
etalageziekte 193
Euroscore 246
euthyreotisch struma 309
evoked potential onderzoeken 370
exophtalmus 305
expiratoire piekstroom 131
expressieve afasie 420
exsudatieve diarree 83
extrasystolie 234
F
familiaire polyposis coli 88
fasciculatie 422
FDG-PET-onderzoek 218
FDG-SPECT-onderzoek 218
feochromocytoom 203
ferritine 167
FEV1
131
fibrinolyse 192
fibromyalgie 352
fibrose 157
fissuren 81
fistel 87
flikkerscotomen 410
fogartykatheter 193
folliculair lymfoom 179
Fractional Flow Reserve 219
frank-starlingmechanisme 224
fronto-temporale dementie 420
FTA-ABS 46
fulminante hepatitis 103
functionele MRI 368
fundoplicatie volgens Nissen 62
G
galactorroe 298
galblaascarcinoom 116
galblaasempyeem 115
gallige peritonitis 100
galsteenpancreatitis 120
galwegcarcinoom 117
gastritis 70, 74
geactiveerde partiële tromboplastinetijd 168
geforceerde expiratoire één-secondewaarde 131
geleidingsstoornissen 234
gemengde bindweefselziekte 346
generaliseerde epileptische aanvallen 412
gezichtsveldstoornis 376
gigantisme 299
Glasgow-comaschaal 382
glioblastomen 394
gliomen 394
glomerulonefritis 275
glomerulusfiltratiesnelheid 270
glucocorticoïden 319
glucosetolerantietest 324
glutengevoelige enteropathie 78
gnostische gevoelszenuwen 376
gonorroe 47
gordelroos 20
GRACE-score 248
granulatieweefsel 96
439
granulomen 36, 159
grootcellig B-cellymfoom 179
guillain-barrésyndroom 408
gumma 46
gynaecomastie 298
H
haematemesis 61, 72
hallux valgus 339
hartblok 234
hartcontour 212
hartfalen 223
hartkatheterisatie 246
hartmannoperatie 86
harttamponnade 257
hartwater 70
hashimotothyreoiditis 308
hbA1C 324
HBcAg 103
HBeAg 103
HBsAg 103
heberdennoduli 350
hematocriet 167
hemianopsie 376
hemicolectomie 89
hemiparese 380
hemochromatose 106
hemodialyse 281
hemofilie A 183
hemofilie B 183
hemoglobinegehalte 167
hemoglobinopathie 170
hemolyse 101
hemolytische transfusiereactie 189
hemoptoë 141, 236
hemorragische pancreatitis 120
hemovagilantie 189
heparine 192
hepatische encefalopathie 108
hepatitis 101
hepatitis A 101
hepatitis A-virus 101
hepatitis B 102
hepatitis B-virus 102
hepatitis C 104
hepatitis C-virus 104
hepatocellulair carcinoom 110
hepatorenaal syndroom 109
hereditaire motorisch-sensorische neuropathie 408
hereditaire nefropathie 292
hernia diaphragmatica 64
hernia nuclei pulposi 432
herpes genitalis 19
herpes simplex 19
herpes simplex encefalitis 402
herpes zoster 20, 402
hersenabces 401
hersenbiopsie 367
herseninfarct 386
hersenvliesbiopsie 367
hete nodus 304
hiatus hernia 64
hirsutisme 316
hiv 48
hiv-positief 49
HNP 432
hodgkinlymfoom 178
holterregistratie 211
hongerpijn 70
hoofdpijn 379
hormoondeficiëntie 300
hornersyndroom 152
hydrocefalus 390
hydronefrose 278
hydrops 350
hypalbuminemie 77
hyperacute afstoting 283
hyperaldosteronisme 317
440
hypercalciëmie 311
hyperglykemie 323
hyperglykemisch coma 329
hyperkinesie 375
hyperplasie 311
hyperplastische poliepen 87
hypersplenisme 110
hyperthyreoïdie 305
hyperthyreotisch struma 310
hypertrofie 224
hypertrofische cardiomyopathie 255
hyperventilatie 160
hyperventilatieprovocatietest 161
hypesthesie 376
hypocalciëmie 312
hypofyseadenomen 298, 395
hypoglykemisch coma 329
hypokinesie 418
hypokinetisch-rigide syndroom 381, 419
hypoparathyreoïdie 312
hypopituïtarisme 299
hypothyreoïdie 308
hypotone parese 42
hypoxie 226
I
icterus 101
idiopathisch 408
idiopathische epilepsie 411
ijzerbindingscapaciteit 167
ijzergebrekanemie 72, 170
ileus 89
immunocytoom 179
immunofenotypering 169
impressiefractuur 428
incidentaloom 320
incontinentie van urine 378
indolente lymfomen 179
inductiebehandeling 174
infectieuze artritis 348
inklemmingssyndroom 381
inspannings-ECG 214
insulineresistentie 327
insulinoom 332
intra-aortale ballonpomp 229
intrahepatische cholestase 117
intraspinale tumoren 396
intravasculair ultrasound onderzoek 219
intraveneuze trombolyse 387
inwendige defibrillator 229, 236
ischemie 209, 243
J
jamshidi biopsienaald 169
jicht 348
jichtartritis 348
K
kaliumsparende diuretica 227
kaposisarcoom 48
katheterisatiekamer 250
kattenkrabziekte 33
keten van overleving 240
ketoacidose 325
ketonlichamen 325
ketonurie 270
kissing disease 31
klaplong 141
kleincellige type 154
kleurendoppleronderzoek 216
klinische trials 175
klonische convulsie 379
koliek 115
koortslip 19
koortsstuip 413
koortsuitslag 19
kortedarmsyndroom 78
koude nodus 304
441
kristalartritis 348
kruisproef 188, 283
kwaadaardige tumor 151
L
lactasedeficiëntie 77
lactose-intolerantie 77
lacunaire herseninfarcten 386
laminectomie 396
left ventricular assist device 229
legionairsziekte 37
legionellapneumonie 147
legionellose 37
lepra 54
letaliteit 27
leukemie 172
leukocytendifferentiatie 167
levercirrose 106
leverfalen 109
leverinsufficiëntie 109
lewylichaampjesdementie 420
licht traumatisch schedelhersenletsel 425
lineaire schedelfractuur 427
linker bundeltakblok 226
links-decompensatio cordis 225
links-rechtsshunt 261
liquor 365
liquorhypotensiesyndroom 366
lisdiuretica 227
lobaire pneumonie 145
löfgrensyndroom 347
lokalisatiegebonden epilepsie 411
longcarcinoom 151
longemfyseem 136
longfibrose 157
longfunctieonderzoek 129
longfunctiewaarden 131
lumbale punctie 365
lyme-borreliose 22
M
maagperforatie 73
maagresectie 75
maaguitgangstenose 73
macrocytaire anemie 170
macroscopische hematurie 275
magnetische resonantie cholangio-pancreaticografie 114
malabsorptie 77
malaria 52
maldigestie 77
maligne 154
maligne lymfomen 178
manometrie 60
mantouxtest 36
mean corpuscular volume 167
medicamenteuze hepatitis 105
medullaire schildkliercarcinoom 311
megakaryocyt 165
melaena 69, 72
meningeale leukemie 175
meningeomen 394
meningitis 39, 380, 399
meningitis tuberculosa 401
meningokok 39
meningokokkenmeningitis 400
meningokokkensepsis 39
MEN-syndroom 311
mesothelioom 158
metastasectomie 111
metastasen 153
microcytaire anemie 170
micrografie 418
mictie-cysto-ureterografie 272
mid-streamurine 270
migraine 410
miliaire tuberculose 36
mineralocorticoïden 319
minimal-change nephrotic syndrome 276
minimale residuale ziekte 174
442
mitralisblosjes 236
mitralisinsufficiëntie 237
mitralisklepprolaps 237
mitralisstenose 236
M-mode techniek 215
monoartritis 338
mononeuropathie 409
mononucleosis infectiosa 31, 105
Monosticon-test 32
motorische afasie 377
MRI 368
MRI-angiografie 193
MRI-enteroclyse 94
MRI-scan 220
mucositis 174
multinodulair struma 309
multipel myeloom 180
multipele sclerose 405
multipele systeematrofie 419
myasthenia gravis 414
mycoplasmapneumonie 147
myelodysplastische syndroom 177
myocardcelnecrose 213
myocarditis 253
myoclonus 379
myxoedeem 308
myxomateuze degeneratie 237
N
naaldbiopt 367
nachtelijke dyspneu 225
necrotiserende pancreatitis 120
nefrodrain 285
nefrogene anemie 280
nefrostomiedrain 271
nefrotisch syndroom 276
nekkramp 39
nekstijfheid 39
neuralgie 21, 409
neurinoom 433
neurofibromatose 397
neurofibromen 396
neurosyfilis 46
nierbiopsie 272
niercelcarcinoom 287
nierscintigrafie 272
niersteen 284
niertransplantatie 282
niet-alcoholische steatohepatitis 106
niet-purulente meningitis 400
non-axiale spondylartritis 342
non-hodgkinlymfoom 179
normocytaire anemie 171
NSAID’s 257, 340
NT-pro-BNP 225
nycturie 210, 225
O
obstipatie 83
obstructieve aandoening 131
occluder 262
oedeem 211
oesofagitis 61
oesofagogastroduodenoscopie 59
oesofagusvarices 66
oligoartritis 338
omgekeerde afstotingsreactie 175
onderste luchtweginfectie 145
ongedifferentieerd carcinoom 154
onstabiele angina pectoris 247
open impressiefractuur 428
open tuberculose 36
opisthotonus 380
opportunistische infecties 48
optische agnosie 378, 420
orale anticoagulantia 192
orthese 341
orthopneu 210, 225
443
osmotische diarree 83
osteomalacie 357
osteoporose 355
overrijdende aorta 263
P
packed cells 188
palindroomreuma 339
palliatief 395
palliatieve behandeling 155
pancreascarcinoom 123
pannus 338
pantserhart 258
papillomavirus 23
paralyse 374
paralytische ileus 120
paraneoplastisch syndroom 408
para-oesofageale hernia 64
paraproteïnen 180
paratyfus 25
parenchymateuze icterus 101
parese 374
paresthesie 312, 379
parkinsonisme 381
partiële epileptische aanvallen 413
pathogenese 70
PCR-techniek 169
peesrekkingsreflexen 373
PEF 131
percutane aortaklepvervanging/implantatie 238
percutane ballonvalvuloplastiek 237
percutane coronaire interventie 218, 246
percutane ethanolinjectie 111
percutane klepdilatatie 218
percutane transhepatische cholangiografie 114
pericarditis 210, 257
pericarditis constrictiva 258
pericardpunctie 258
perimyocarditis 253
peritoneale dialyse 281
peritonitis 97
permanente pacemaker 235
pernicieuze anemie 74, 170
persisterende defecten 217
petechiën 181
PFA-test 167
philadelphia-chromosoom 176
PID 47
pigmentgalstenen 115
piramidebaansyndroom 380
plaque 243
plasmine 192
plaveiselcelcarcinoom 154
pleura-empyeem 147
pleuritis 146
pneumokok 39, 147
pneumokokkenpneumonie 147
pneumothorax 141
podagra 349
poliepectomie 87
poliomyelitis 42
poliomyelitis anterior acuta 402
polsdeficit 231
polyartritis 338
polycysteuze nieren 291
polycythaemia vera 171
polydipsie 323
polyglobulie 171
polymyalgia rheumatica 347
polymyositis 347
polyneuropathie 407
polyurie 210, 323
positief inotrope middelen 226
positronemissietomografie 370
postpartum thyreoïditis 308, 309
postpoliosyndroom 402
postrenale nierinsufficiëntie 278
posttraumatische anterograde amnesie 426
444
posttrombotische syndroom 195
prednison 319
prematuur atriaal complex 234
prematuur ventriculair complex 234
prerenale nierinsufficiëntie 277
prikkelbaredarmsyndroom 84
primair complex 35
primaire artrose 350
primaire biliaire cirrose 106
primaire cardiomyopathie 254
primaire epilepsie 411
primaire hyperparathyreoïdie 311
primaire hypertensie 201
primaire hypothyreoïdie 308
proctoscopie 81
prodromale fase 102
proef van Lasègue 432
progressieve supranucleaire paralyse 419
prolactinoom 298
promyelocytenleukemie 175
proteïnurie 269
protrombinetijd 168
pseudocysten 121
pseudojicht 349
pseudopoliepen 96
psittacose 148
P-top 211
pulmonale hypertensie 261
pulmonalisstenose 263
pulsus paradoxus 257
purulente meningitis 400
pyrosis 70
Q
QRS-complex 211
R
rabiës 42
rachitis 357
radiculaire pijn 432
radiofrequente ablatie 111
radiotherapie 154
RAST-bepaling 138
raynaudfenomeen 345
reactieve artritis 343
reactieve hypoglykemie 332
rechts-decompensatio cordis 225
reed-sternbergreuscellen 178
reflux 61
refluxoesofagitis 61
reizigersdiarree 27
remissie 95, 174
renale nierinsufficiëntie 277
renovasculaire hypertensie 203
reperfusie 248
resonance 220
restenose 246
restrictieve aandoening 131
resusbloedgroep 187
retentie 224
retentiebraken 73
retentie van urine 379
retinopathie 330
retrograde amnesie 426
retrograde pyelografie 271
reumanoduli 339
reumatoïde artritis 337
reuscelarteriitis 347
reversibele defecten 217
rigiditeit 418
RIST 175
rompataxie 375
roseola 26
rotablater 246
rubberbandligatie 66
rusttremor 418
445
S
sacro-iliitis 341
salaamkrampen 413
salmonellose 25
sarcoïdose 159, 347
saturatie 226
schedelbasisfractuur 427
schildkliercarcinoom 310
schistosomiasis 53
schokgolflithotripsie 285
schub 406
scintigram 304
sclerodermie 346
secretoire diarree 83
secundaire artrose 350
secundaire cardiomyopathie 254
secundaire generalisatie 411
secundaire hyperparathyreoïdie 311
secundaire hypertensie 201
secundaire hypothyreoïdie 308
secundaire levertumoren 111
secundaire pneumothorax 142
sella turcica 297
sengstaken-blakemoreballonsonde 66
sensorische afasie 377
sensorische ataxie 375
serum 167
serumbepalingen 167
serumijzergehalte 167
sigmoïdoscopie 82
sinustrombose 390
slagpijn 284
slappe paralyse 375
slappe parese 375
sliding hernia 64
slikfoto 60
slokdarmfoto 60
slokdarmspasme 65
solitaire nodus 309
somnolentie 381
sopor 381
spanningspneumothorax 142
spastisch colon 84
spastische paralyse 374
SPECT-scan 216
spierbiopt 367
spierverzet 73
splinterbloedingen 259
spondylartritiden 341
spondylitis ankylopoetica 342
spontane pneumothorax 141
springvinger 351
stabiele angina pectoris 243
stafylokokkenpneumonie 147
stamcellen 165
stamceltransplantatie 174
startpijn 350
startstijfheid 350
status astmaticus 138
status epilepticus 412
ST-depressie 214
steatorroe 77
steatose 106
stenose 59, 61
stent 246
stereotactische bestraling 395
sternumpunctie 168
stille thyreoïditis 309
stoflongen 158
stotteren 377
stressulcus 73
stridor 310
stroomvolumecurve 131
struma 309
struma simplex 309
strumectomie 307
stupor 381
stuwingsicterus 101
446
stuwingspapil 393
subacute thyreoïditis van De Quervain 309
supraventriculaire tachycardie 231
swan-ganzkatheter 218
syfilis 45
symptomatische epilepsie 411
synchrone contractie 216
syncope 230, 238
syndroom van Alport 292
synovitis 338
systeemziekten 344
systemische lupus erythematodes 345
systolisch hartfalen 225
systolische hypertensie 202
T
T1-gewogen beelden 368
T2-gewogen beelden 368
tabes dorsalis 46
tachycardie 230
tandradfenomeen 418
technetiumscintigrafie 216
teken van Trousseau 312
tendinitis 351
tenesmus 96
tenniselleboog 352
tenosynovitis 351
tetanie 312
tetanus 40
tetralogie van Fallot 263
thoracoscopie 154
thoracotomie 154
thoraxfoto 212
thyreoïdectomie 310
thyreoïditis 309
thyreostatica 307
TIA 386
tiffeneau-index 131
tijdelijke pacemaker 235
TIMI-score 248
TIPS 67
Tissue Doppler Imaging-onderzoek 216
tonische convulsie 379
tonisch-klonische aanval 412
tonus 375
tophi 349
totaalblok 235
toxisch adenoom 306
toxisch multinodulair struma 306
toxoplasmose 32
TPHA 46
traditionele DMARD’s 340
transaminasen 100
transfusiereacties 189
transoesofageaal echocardiogram 214
transthoracaal echocardiogram 214
trauma capitis 425
traumatisch schedelhersenletsel 425
traumatische pneumothorax 142
tremor 375, 418
trigeminusneuralgie 409
triggers 410
trofische stoornissen 383
trombocytopathie 182
trombocytopenie 181
trombocytose 182
trombo-embolie 194, 236
tromboflebitis 194
trommelstokvingers 158
TSH-receptorantistoffen 305
T-top 212
tuberculine 36
tuberculose 35
tuberkels 36
tweedegraads AV-blok 235
tweedimensionale echocardiografie 215
tyfus 25
typhus abdominalis 25
447
U
uitrijping 165
uitvalsverschijnselen 373
ulceratie 63
ulcus 70
ulcus duodeni 70
ulcus durum 45
ulcus pepticum 70
ulcus ventriculi 70
urinesediment 270
urinestick 269
urinezuurstenen 284
urolithiasis 284
V
vaatspasmen 390
valneiging 418
varicella 20
varices 194
varix 66
vasculitis 339, 346
VC 131
vegetatie 258
vena cava superior syndroom 152
ventilatie-perfusiescan 195
ventriculaire tachycardie 233
ventriculografie 219
ventriculoperitoneale drain 395
ventrikelextrasystole 234
verruca 23
verstreken lumbale lordose 432
verworven primaire hypothyreoïdie 308
veteranenziekte 37
villeuze poliepen 87
virale pneumonie 148
virilisatie 316
vitale capaciteit 131
vitale gevoelszenuwen 376
vitamine K 184
vlokatrofie 78
voetzoolreflex 374
voetzoolreflex volgens Babinski 374
vol bloed 188
vonwillebrandfactor 183
W
waterpokken 20
weke delen 351
weke delen aandoening 351
wervelfractuur 430
wervelluxatie 430
westsyndroom 413
wondroos 21
wratten 23
X
X-colon 82
Z
zenkerdivertikel 64
zenuwbiopt 367
ziekte van Addison 318
ziekte van Bechterew 342
ziekte van Besnier-Boeck 159
ziekte van Conn 317
ziekte van Crohn 93
ziekte van Graves 305
ziekte van Huntington 421
ziekte van Kahler 180
ziekte van Lyme 22
ziekte van Paget 359
ziekte van Parkinson 381, 417
ziekte van Pfeiffer 31
ziekte van Sjögren 345
ziekte van von Recklinhausen 358
ziekte van von Willebrand 183
ziekte van Waldenström 179
ziekte van Wilson 106
zollinger-ellisonsyndroom 124
448
ThiemeM
eulenhoff Zorg Inwendige geneeskunde
Inwendige geneeskundeDit boek gaat over de meest voorkomende ziekten van de inwendige organen. Alle orgaansystemen komen in aparte thema’s aan bod. Veel aandacht is besteed aan de technieken waarmee je de ziekten kunt opsporen. Het verloop, behandelmethoden en prognose van de inwendige ziekten worden overzichtelijk en helder besproken.Inwendige geneeskunde is een verdiepend leerboek en sluit aan bij Anatomie en fysiologie en Basisboek Pathologie.
Inwendige geneeskunde maakt deel uit van een herziene reeks vakuitgaven die zijn ontwikkeld voor de MBO beroepsopleidingen kwalificatieniveau 4 in de sectoren Gezondheidszorg en voor de HBO beroepsopleiding Gezondheidszorg. Deze reeks bevat de theoretische vakkennis voor de opleiding verpleegkunde. Daarnaast zijn ze inzetbaar voor onder meer opleidingen tot doktersassistent, tandartsassistent en apothekersassistent.
Agnes van StraatenHuygenJuup van Meyel
Inwendige geneeskunde