› › › 1 innoveer! Exotische koeien in Hollandse grasweide Innovatie in de praktijk › nr 02 2010 Rick Engelkes aan de innovatielat › Infrarood in de polder › Schoon ondergoed › Frits Barend De redding van de agri › 16 pagina’s CO-CREATIE › Het grote Philips als MKB-denktank ‹
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
› › › 1innoveer!
Exotische koeien in Hollandse grasweide
Innovatie in de praktijk › nr 02 2010
Rick Engelkes aan de innovatielat › Infrarood in de polder › Schoon ondergoed › Frits Barend De redding van de agri › 16 pagina’s CO-CREATIE › Het grote Philips als MKB-denktank
‹
INN02-DEF.indd 1 12-08-10 09:02
Time-to-market versnellen? Process efficiency ver-beteren? Moeilijke operationele problemen oplos-sen? Philips Applied Technologies helpt marktleiders, snel groeiende bedrijven en start-ups met integrale oplossingen, consultancy en specialistische services.
Doe je voordeel met onze 750 in-house experts, 60 competenties en ruim 40 jaar innovatie ervaring
en neem een voorsprong op de concurrentie op elk punt van het innovatie proces, van idee tot markt introductie.
Ervaar snelle resultaten met onze mix van techno-logieën, specialisten en partners om tot creatieve en praktische oplossingen te komen. Dit noemen we innovation by combination.
Bringing ideas to life
Voor meer informatie: Ga naar www.apptech.philips.comof BEL BEN: +31 40 27 48883
20 AGENDA Snel resultaat met de Design Pressure Cooker en andere workshops
SPECIAL: CO-CREATIE24 MIJN VISIE Philips-man Ben Broers pleit voor verrassende samenwerkingen
29 UPDATE Nieuws en inspirerende tips
32 DOSSIER 1 + 1 = 3. Co-creatie in de praktijk
37 MIJN TROTS 06 Lantaarnpaal als kapstok
38 COLUMN Frits Barend
13 24 32
CoverQuick Response-
codes scant u met een
smartphone of webcam,
waarna u terechtkomt
bij aanvullende online
toepassingen. Via
bovenstaande QR-code
kunt u meer lezen over
de Kamelka-bonbon.
Elders in het magazine
staan andere QR-codes.
Mocht uw computer of
mobiel niet standaard zijn
uitgerust met een QR-
reader: er zijn meerdere
gratis QR-readers te
downloaden via internet.
INN02-DEF.indd 5 12-08-10 09:02
TEKST MARLEEN BAKKER
FOTOGRAFIE JAN DIRK VAN DER BURG
RICK ENGELKES, vooral bekend als acteur in GTST, was eerder modeontwerper en fotomodel. Engelkes is wars van hokjesdenken. Tegenwoordig legt hij zich vooral toe op produceren.
“Dankzij die borgstelling konden we het merk meteen krachtig in de markt zetten”
Ondernemen dankzij een borgstellingskrediet
De opvallende opmars van SapphDress to impress: met grote, spraakmakende billboards werd in 2007 het lingeriemerk Sapph in de markt gezet. Sindsdien verovert Sapph de Nederlandse en Belgische markt. In drie jaar groeide de omzet naar 10,7 miljoen.En het businessplan gaat uit van 33 miljoen omzet in 2013.
Nederland en België worden voor Sapph dan ook te klein; het bedrijf kiest voor internationale expansie. Duitsland en Zwitserland zijn als eerste aan de beurt. Het merk heeft alles in zich om, in navolging van bekende Nederlandse merken als G-Star en Mexx, de wereld te veroveren.
Voor de introductie van Sapph was veel geld nodig. Oprichter Cor van Schoonhoven legde samen met enkele investeerders 2,6 miljoen euro op tafel. Dat bedrag werd het eerste jaar met name besteed aan reclame en marketing. Daarnaast werd er in 2009 een kredietfaciliteit verstrekt van 2 miljoen euro door Van Lanschot Bankiers; voor de helft daarvan staat de overheid borg. Van Schoonhoven: ‘Dankzij die borgstelling konden we het merk meteen krachtig in de markt zetten, dat was ons anders niet gelukt.’
Wilt u als ondernemer ook investeren? Raadpleeg www.agentschapnl.nl om te zien hoe het ministerie van Economische Zaken u kan ondersteunen bij ondernemingsfinanciering.
www.agentschapnl.nl/ondernemingsfinanciering
INN02-DEF.indd 11 10-08-10 14:47
0M
AR
CO
AN
SA
LO
NI/H
H
je bepaalde stappen kunt overslaan of
opeens veel sneller kunt werken. Ik doe
vaak endoscopisch onderzoek, dan ga
ik met een kijkertje in de spouwmuur.
Dan kan ik zien of een muur goed of niet
goed is geïsoleerd. En ik kan zien dat
daar waar het 100 procent gevuld moet
zijn, nog maar 70 procent vulling is. Met
de infraroodcamera zie je sneller dat de
isolatie niet goed is. Nadeel is alleen wel
dat de omstandigheden voor infrarood-
thermografi e ideaal moeten zijn. De
buitentemperatuur moet laag zijn en de
buitenmuur mag niet vochtig zijn, want
dat beïnvloedt de temperatuur. Als ik
bij een klus thermografi sch onderzoek
wil toepassen, leen ik een camera of
schakel iemand uit mijn netwerk in.
Waarschijnlijk schaf ik op termijn ook
zelf een camera aan, maar voorlopig heb
ik ook zonder camera veel meer werk
dan ik aankan. De vraag naar energiead-
vies is tegenwoordig enorm groot!’
In elk busje een camera
Een andere deelnemer aan het Infrarood
Cluster, Roelof Kok, eigenaar van Kok
Voegwerken in Delfzijl, vertelt dat hij in
zijn bedrijf de infraroodcamera inmid-
dels vrijwel dagelijks gebruikt. ‘We
onderzoeken luchtlekken die tocht en
warmteverlies veroorzaken, door in een
ruimte boven- of onderdruk te creëren
en vervolgens de luchtstroom te fi lmen.
Dat kan het hele jaar door. Het gaat
erom dat er een verschil is in tempera-
tuur. We werken veel in opdracht van
woningcorporaties. De infraroodcamera
is een zeer praktisch hulpmiddel bij het
onderzoeken van bewonersklachten.
Waarom ontstaat schimmel op een
bepaalde plek? Waar komt tocht van-
daan? Als we langskomen, nemen we
eerst een kijkje met de camera, dat is de
nulmeting. Daarna gebruiken we andere
hulpmiddelen, zoals vochtmeters, een
endoscoop, rookstaafjes of een rookge-
nerator om uit te zoeken wat precies het
probleem is. Nadat er maatregelen zijn
genomen door ons of door de aanne-
mer, maken we een nieuwe meting. De
warmtebeelden maken voor onszelf en
voor onze klanten aantoonbaar dat de
situatie is verbeterd.’
Kok vertelt dat thermografi sche metin-
gen in combinatie met luchtdichtheids-
meting in landen als Duitsland en België
vrijwel standaard worden gedaan bij de
oplevering van nieuwbouw. ‘Ik denk dat
dat bij ons ook snel gebruikelijk zal zijn.
Het is een zeer doeltreffende manier om
bouwfouten te ontdekken bij de ople-
vering van een gebouw. Als je met de
camera door het gebouw loopt, zie je dat
stopcontacten lucht lekken, dat isolatie
niet goed is aangebracht of dat vloerver-
warming niet werkt. Ik verwacht dan ook
dat het gebruik van infraroodcamera’s
de komende jaren sterk zal toenemen.
Straks ligt in elke bus van een aanne-
mer zo’n apparaat.’
KUNSTONDERZOEKMet infraroodcamera’s zijn de
tekeningen en schilderingen
onder de waarneembare laag
van schilderijen te bekijken.
Op die manier krijgen kunst-
onderzoekers inzicht in het
schilderproces. Hoe verhouden
de eerste schetsen zich tot
het resultaat? Welke aspec-
ten hebben het proces niet
overleefd? Zo had Vermeer in
eerste instantie aan de muur
achter het melkmeisje nog een
schilderij geschilderd en stond
er een naaimand op de grond.
De uiteindelijk lege achtergrond
maakt de compositie echter
sterker.
‘Straks ligt in elke aannemersbus zo’n apparaat’
›OUTLOOK› 12
INN02-DEF.indd 12 10-08-10 19:45
0
INN02-DEF.indd 13 10-08-10 20:02
MIJN TROTS› › zorg › 13
JURGEN SCHOLTEN
oprichter van Adviesbureau
BeYondCare voor mens en
omgeving (Arnhem) › product
verbindt ideeën, mensen en
middelen uit landbouw en
zorg met elkaar › innovatie
anno 2016:’De Woonerij’ voor
1320 cliënten, 60 woon-zorg-
boerderijen in clusters van vijf
› verwachting 1-1-2012 eerste
cluster van ‘De Woonerij’
De W van wonen en werken
04
FOTOGRAFIE IVO VAN DER BENT
De zorg zit te springen
om kleinschalige woon-
ruimte voor cliënten met
dagbesteding. Aan de
andere kant houden elke
week zes boerenbedrijven
op te bestaan. Een en
een is twee: tover die
bedrijven om tot woon-
zorgboerderijen en je lost
twee problemen op.
De bestaande zorg kan
beter worden georga-
niseerd zonder extra
kosten. Mijn project is
daar een voorbeeld van.
Het is een samenwer-
king van twaalfmaal vijf
Woonerijen: zorgboer-
derijen waar maximaal
24 cliënten wonen in een
kleinschalige woonvorm.
Op elk vlak werken de
vijf Woonerijen samen,
waardoor we kosten
besparen.
Toch verklaart de bran-
che me voor gek. Een
zorgboer zei: ik heb al
genoeg problemen met
één wooninstelling, hoe
durf je het voor zestig?
Simpel: Syntens advi-
seerde me in de work-
shop Slimmer Werken
om het concept voor één
instelling uit te werken
en uit te rollen over de
andere instellingen. Een
schot in de roos!
INN02-DEF.indd 13 10-08-10 20:02
De ondernemer Eugène Randag (St. Basics) ‘Het idee voor St. Basics ontstond
twee jaar geleden. Ik had jaren gewerkt bij onder andere Vroom &
Dreesmann, waar ik aan de wieg stond van La Place, en ben lid van de
groepsdirectie van de Hema geweest. Het leek me heel leuk om nog
eens iets heel anders te doen en om een tastbaar product te maken.
Met de opkomst van e-commerce zag ik kansen voor schoon en goed
ondergoed. Van zeer goede kwaliteit, modieus, stijlvol en tegelijkertijd
duurzaam.
In de eerste plaats heb ik mijn eigen netwerk ingezet voor de ontwik-
keling van St. Basics. De innovatiescan van Syntens bevestigde dat
we op de goede weg waren. Innovatieadviseur Houk is kritisch, snel
en to the point. Conclusie uit de laatste meeting was dat St. Basics
nu op zoek moet gaan naar mogelijkheden om de afzet te vergroten,
bijvoorbeeld via de groothandel. Houk heeft me in contact gebracht
met bedrijven die eerder succesvol dezelfde fase hebben doorlopen.
Dat zijn inspirerende en leerzame ontmoetingen.’
De innovatieadviseurHouk Nolten (Syntens) ‘Op het gebied van duurzaamheid heeft St.
Basics het allerhoogste ambitieniveau. Het spreekt me enorm aan dat
ze hun missie zo centraal stellen. Een ander sterk punt is dat Eugène
een echte teamplayer is. Hij staat open voor meningen van anderen,
heeft een groot netwerk en heeft bijvoorbeeld ook een geweldig
contact met de producenten in India en Bangladesh.
St. Basics heeft een zeer goed inzicht in de productieketen. Op katoen
valt een enorme duurzaamheidswinst te behalen, want nergens in
de landbouw wordt zo veel pesticide gebruikt als in de katoenteelt.
Het verschil tussen een “gewone” boxer of een boxer van St. Basics is
dus echt groot als het gaat om het gebruik van bestrijdingsmiddelen,
gebruik van water en CO2-uitstoot. En ook wat betreft arbeidsomstan-
digheden, want heel veel gewone onderbroeken worden nog altijd
door kinderhanden gemaakt. Ik adviseer Eugène nu over de balans
tussen de drie p’s van people, planet en profi t. Met de p’s van people en
planet zit het helemaal goed, nu is het tijd voor de p van profi t.’
Het product Eind 2009 opende de webwinkel www.saintbasics.nl. St. Basics
levert rechtstreeks van internet naar brievenbus. Doordat de tussen-
handel is weggelaten is de prijs concurrerend ten opzichte van ander
merkondergoed. Via de 1%CLUB vloeit een deel van het aankoopbe-
drag terug naar Bangladesh, waar lokale ontwikkelingsprojecten mee
worden gesteund. Het productieproces voldoet volledig aan de Global
Organic Textile Standard (GOTS).
St. Basics is een initiatief van Eugène Randag en marketingstrateeg
Peter van Akkeren, samen met Liesbeth van Berkel (design & styling)
en Rob Mooij (artwork).
Met onderbroeken een bijdrage leveren aan een betere wereld? Eugène Randag van St. Basics gelooft er heilig in. ‘Juist met heel gewone, dagelijkse dingen als boxers en shirts kun je iets veranderen.’ Door co-creatie in Nederland, India en Bangladesh ontwikkelde hij een nieuw, innovatief product: schoon en eerlijk herenondergoed!
Meer informatie op: www.saintbasics.nl
De kennispartnerKoen Schuurmans (communicatiebureau Schuttelaar & Partners) ‘St. Basics heeft bij Schuttelaar & Partners inmiddels een zeer
grote groep enthousiaste ambassadeurs rondlopen. Het is een mooi
product, met een goed verhaal. Wij hebben voor St. Basics onder
andere de katoenketen in kaart gebracht. De boxers en shirts van St.
Basics zijn gecertifi ceerd volgens de criteria van de Global Organic
Textile Standard. Per productiefase is een certifi cering nodig. Ook
voor de arbeidsomstandigheden bij het spinnen, het weven en de
fabricage. Nadat we de hele keten in kaart hadden gebracht, kwam
de vertaalslag naar de consument, de positionering van het product.
Waar staat St. Basics voor? Wat wil je vertellen? We hebben daarover
interessante discussies gevoerd. Het was zoeken naar de balans
tussen aan de ene kant het duurzaamheidsverhaal, en aan de andere
kant de positionering van het product als stijlvol en modieus. We wil-
len natuurlijk ook laten zien dat ze qua uitstraling niet onderdoen voor
de bekende merken.’
INN02-DEF.indd 15 10-08-10 14:47
STELLING› 16 ›
0
CHRISTOFFEL WIELDERSeigenaar Dutch Amfi bious
Transport Vehicles en
Splashtours (Rotterdam) › wat
ontwikkeling en exploitatie
amfi biebus › sinds 2007 › aantal
medewerkers 20
ls je aan mensen vraagt
wat ze willen, zal het
overgrote deel binnen de
gebaande paden blijven.
Je moet daarbuiten durven
treden om daadwerkelijk
tot innovatie te komen.
Maar tegelijkertijd heb je
als ondernemer wel het
vertrouwen van je klanten
nodig. Zonder klanten kom
je immers niet verder met je
vernieuwende ideeën, dan
blijf je een hobbyist. Je kunt
pas van innovatie spreken als
een idee ook werkelijk iets
oplevert. Als mensen er iets
mee willen doen. We bouwen
nu een nieuwe varende bus
voor Lovers in Amsterdam.
Het bedrijf wil die amfi biebus
het liefst zo snel mogelijk
hebben, maar ze weten ook
dat innovatie tijd kost. Mede
dankzij vertrouwen en fl exi-
biliteit van onze klant kunnen
wij een goed, innovatief
product leveren.’
JOOST DEKKERS directeur en oprichter
Battle of Concepts (Utrecht)
› wat online platform voor
crowd sourcing › sinds 2007 ›
aantal medewerkers 4
ns concept is geba-
seerd op het idee dat
bedrijven of organisaties in
de vorm van een “battle” aan
hun klanten en potentiële
klanten ideeën vragen om tot
innovatie te komen. Dus ik
ben het niet met deze stelling
eens. Cruciaal is wel dat de
opdrachtgever zijn vraag
goed formuleert. Wij bege-
leiden en adviseren hierbij.
Soms zijn meerdere gesprek-
ken nodig om de vraag helder
te krijgen. Per vraag komen
er zo’n vijftig tot honderd-
vijftig concepten binnen
die variëren van compleet
uitgewerkte 3D-modellen
tot eenvoudige teksten met
uitleg van het idee. Uit de
inzendingen zijn gemiddeld
drie à vier trends te destille-
ren. De opdrachtgever krijgt
zo inzicht in het vraagstuk, in
de behoeftes van klanten én
in de mogelijke oplossingen.’
DETLEF LA GRAND innovatieadviseur Syntens
ls je rechtstreeks vraagt
aan je klant wat hij wil,
kom je waarschijnlijk niet zo
ver. Veel belangrijker is de
vraag waar de consument
behoefte aan heeft. Die be-
hoefte kan zich vertalen naar
een nieuw product waarvan
de consument zelf niet eens
wist dat het bestond. Dat be-
tekent dus dat je goed moet
luisteren. Je moet kijken
waar mensen mee bezig zijn.
Waar ze last van hebben. En
dat proberen te doorbreken.
Een mooi voorbeeld is de
elektrische fi ets die nu aan
een gigantische opmars
bezig is. Het leek alsof
mensen de auto verkozen
boven de fi ets, maar wat ze
eigenlijk wilden was een
fi ets waarbij ze sneller van
A naar B gingen en minder
last hadden van tegenwind.
Het is een innovatie die niet
letterlijk gevraagd is door de
klant, maar de behoefte was
er wel degelijk.’
MAXIM SCHRAM
directeur RedesignMe
(Eind hoven) › wat co-creatie-
bureau › sinds 2007 › aantal
medewerkers 10
enry Ford zou gezegd
hebben: ‘If I’d asked people what they wanted, they would have asked for a better horse.’ Eerlijk gezegd geloof
ik niets van deze uitspraak.
Ik denk niet dat mensen dat
werkelijk geantwoord zouden
hebben. Maar uiteraard is
het waar dat de gemiddelde
consument niet innovatief
is en het bovendien moeilijk
vindt te formuleren waar hij
behoefte aan heeft. Slechts
een klein deel van de klanten,
de “innovators”, staan zonder
oogkleppen meteen open
voor interessante nieuwe
ontwikkelingen. Wij helpen
bedrijven te innoveren door
vragen neer te leggen bij een
mix van mensen: “gewone”
klanten, medewerkers van
het bedrijf zelf en echte
innovators. Door de dialoog
die dan ontstaat, kom je
tot bruikbare, innovatieve
ideeën.’
‘A ‘O ‘A ‘H
‘Als je aan je klanten vraagt wat ze willen hebben, kom je
nooit tot innovatie’
INN02-DEF.indd 16 12-08-10 09:04
0INN02-DEF.indd 17 10-08-10 20:18
› › › 17MIJN TROTS› › landbouw › 17
Beestjes bestrijden met
andere beestjes. Dat is
simpel gezegd wat er
gebeurt. Vier jaar zijn
we met de ontwikkeling
van deze roofmijt bezig
geweest. Dutchy’s, zoals
wij ze noemen, zijn een
natuurlijke bestrijder van
parasieten bij pluimvee,
volièrevogels en rep-
tielen. Bloedmijt is zo’n
parasiet die onder meer
de eierlegproductie van
kippen remt en ze soms
zelfs doodt. Chemische
mogelijkheden zijn er
bijna niet: verboden door
Europese regelgeving.
Voor elke honderd kippen
heb je een uitzetpunt
nodig dat elke zes tot acht
weken ververst moet wor-
den. Dat is veel werk. Wij
hebben een patroon voor
roofmijten ontwikkeld dat
biologisch afbreekbaar
is. Verwisselen is een
kwestie van nieuwe erin
duwen, het oude patroon
valt eruit. Onze tweede
innovatie is een machine
die volautomatisch patro-
nen vult: wekelijks 10.000
stuks.
Een pluimveehouder
waarschuwde me: “Besef
je wel dat als dit werkt, je
een enorme afzetmarkt
hebt?” Ik kan me slech-
tere waarschuwingen
indenken.
Beestjes bestrijden met... beestjes!
05JOHN EVERS directeur-eigenaar Refona (Westerbork) › product roofmijten, ter
bestrijding van parasieten bij pluimvee, volièrevogels en reptielen › innovatie
uitzetsysteem Refona Mite Booster › verkoop dit jaar nog 20 tot 30 stallen, 2011:
150 tot 250 stallen › successen meest innovatieve product van Drenthe 2009, IAD,
octrooi aangevraagd
FOTOGRAFIE IVO VAN DER BENT
INN02-DEF.indd 17 10-08-10 20:18
LEERMOMENT› 18 › ›
Workshopleider Quirien Verbakel-Veldman
‘Duurzaamheid is in het Zuid-Afrikaans volhoud-
baarheid. Die term vormt een mooie richtlijn voor
duurzaam ondernemen. Het gaat om de vraag of
en hoe we onze economie kunnen volhouden bij
een groeiende wereldbevolking en een afnemen-
de beschikbaarheid van energie en grondstoffen.
Er zijn twee soorten bedrijven: duurzame bedrij-
ven en bedrijven die het uiteindelijk niet volhou-
In de workshop 49 staaltjes duurzaam ondernemen komen voorbeelden langs van bedrijven die op een duurzame manier succesvol zijn. Ook relevante acties voor in het eigen bedrijf komen aan bod.
Ton van Klooster van VelopA: ‘In
de workshop werd een voorbeeld
aangehaald van een meeverend
straatpaaltje. Bij een botsing raakt
zowel de paal als de auto minder
beschadigd, waardoor er minder
vervangen hoeft te worden. Door
dit voorbeeld kwam ik op het idee
om een van onze minder goed
lopende producten met een verge-
lijkbare redenering te vermarkten
als een duurzamer product.’
Franz Friesacher van Falco ‘Wij
waren al langer van plan om met
ISO 14001 aan de slag te gaan.
Deze workshop heeft me laten
inzien dat een gestructureerde
duurzaamheidsaanpak noodzake-
lijk is en heeft voor mij nogmaals
benadrukt om nu echt met die
ISO-norm aan de slag te gaan.’
John van Vilsteren van Samson
Urban Elements ‘Duurzaamheid
omvat enorm veel aspecten en
vandaag heb ik gezien dat we al
heel veel doen. Maar ik ben me er
bewuster van geworden dat we dat
ook beter aan de markt moeten
overbrengen: we moeten duur-
zaamheid in de etalage zetten.’
Meer informatie op:
www.syntens.nl/duurzaamondernemen
INN02-DEF.indd 19 10-08-10 20:21
AGENDA› 20 › ›
MET DE DESIGN PRESSURE COOKER®-aanpak komen MKB’ers samen met
ontwerpers snel en tegen geringe kosten tot veelbelovende resultaten. Binnen
de thema’s Vrij, Gezond en Groen komen diverse ontwerpvragen aan bod op
het gebied van verpakking, productontwikkeling, marketing en communicatie,
processen, machines en apparaten. Tijdens de DPC® ligt de focus op korte-
termijnresultaten. Voor een goede match met een ontwerpbureau stelt Syntens
onder nemers persoonlijk voor aan een aantal ontwerpers met relevante kennis
en vaardigheden. Aan het eind van de dag ligt er een concreet voorstel voor een
product. Dit kan zijn in de vorm van prototypen of schetsen en tekeningen.
BREDA >13 oktober > DPC Vrij
HELMOND > 21 oktober > DPC Gezond
BERGEIJK > 23 november > DPC Groen
› Een aantal workshops en evenementen uitgelicht van de ruim 1000 die Syntens jaarlijks organiseert.
Kijk voor alle workshops en evenementen in uw regio op www.innoveermagazine.nl.
Wie baas is, bakt koekIn een grensverleggende workshop leert
u om uw eigen mensen zo te sturen dat
er daadwerkelijk gebeurt wat u wilt dat
er gebeurt.
BOSCH EN DUIN > 16 september
Meer informatie op
www.designpressurecooker.nl
www.mkbdesignbrabant.nl
Packaging network event
Resultaat in één dag
ONTMOET TIEN FAST MOVING CONSUMER GOODS (FMCG)-MERKEN en hun
verpakkingsuitdaging voor de nabije toekomst. FMCG-merken opereren in een
turbulente wereld die meer dan ooit vraagt om aanpassingen aan omstandig-
heden. Het instrument hiervoor is innovatie. Deze innovatie wordt niet altijd
alleen bij de grote partijen gevonden, maar meer en meer bij kleine gespecia-
liseerde partijen en de praktische en slagvaardige samenwerkingsverbanden
waarin zij opereren. De dag is geslaagd wanneer er nieuwe contacten zijn
opgedaan en er clusters van bedrijven zijn ontstaan die gericht aan oplossingen
SPECIALinnoveer!p24 › Mijn visie / De term co-creatie werd in 2000 geïntroduceerd door C. K. Prahalad en Venkat Ramaswamy in een artikel in Harvard Business Review / p29 › Update / In 1991 startte Linus Torvalds met het programmeren van besturingssysteem Linux. Via internet werd het al snel getest en verbeterd door programmeurs wereldwijd. Co-creatie avant lalettre / p32 › Dossier / Co-creatie kan leiden tot imagoverbetering, tijdsbesparing en lagerekosten / p37 › Mijn Trots / Crowdsourcing is het gebruikmaken van een grote groep mensen voor consultancy, innovatie, beleidsvorming en onderzoek. Internet met al zijn forums en sociale netwerken is hiervoor het middel bij uitstek / p38 › Column / De term
CO-C
REAT
IE
INN02-DEF.indd 23 10-08-10 14:48
MIJN VISIE› 24 › ›
‘Co-creatie is grenzeloos’
Philips Applied Technologies levert innovatieservices, ook voor MKB-bedrijven die je niet direct met de Eindhovense multinational zou associëren. Een interview over co-creatie met ‘Philipsman’ in hart en nieren Ben Broers: ‘Via social media kom je erachter wat mensen drijft.’
Vervolgens kun je met behulp van idea-tionsessies de beste ideeën uit je eigen
mensen halen om de behoefte van de
eindgebruiker te vervullen. Ideeën kun-
nen heel goed via Facebook of YouTube
worden getest.’
Noem eens een voorbeeld van fabel-
achtige co-creatie? ‘Schiphol is zeer
gericht op innovatie en altijd bezig met
klantenonderzoek. Op de luchthaven is
zojuist een test gate geopend, waaraan
we hebben meegewerkt. Een gate is
doorgaans niet erg spannend. Ben je net
die geweldig gezellige Schiphollounges
met zijn winkels en restaurants gepas-
seerd en dan moet je vervolgens in een
saaie wachtruimte plaatsnemen. Zelf
had Schiphol al zogenaamde labgates
ingericht, maar ze waren daarover nog
niet tevreden. De luchthaven kwam bij
ons terecht, nadat ze had ontdekt dat
ze een nieuw concept nodig had, waarin
technologie op het gebied van licht,
beeld en geluid een rol moest spelen.
We hebben samen met Schiphol en Phi-
lips Design een geheel nieuw gatecon-
cept ontwikkeld met nieuw meubilair,
andere routing, opvallende vluchtinfor-
matievoorziening, intrigerende ver-
lichting, noem maar op. Een compleet
nieuwe experience op basis van wensen
van de reizigers die moeten wachten tot
ze aan boord gaan.’
BEN BROERS (49) ís Philips. Hij begon er ruim 25 jaar geleden als vakantiekracht en is er niet
meer weggegaan. Op dit moment is hij director Customer Relations Management bij Philips
Applied Technologies, op de High Tech Campus in Eindhoven. Een divisie waar achthonderd
mensen bedrijven helpen innovatieve producten en diensten op de markt te brengen.
›
‘Laat je niet beperken tot de technologie die je zelf in huis hebt’
CO-CREATIE
CV ›
INN02-DEF.indd 27 10-08-10 20:28
Wanneer je bereid bent veel verder te gaan in het vervullen van je klant-wensen dan gebruikelijk en je bindt je daarvoor aan volstrekt onverwachte partijen, hoe houd je je onderneming dan nog beheersbaar? Wat zijn de grenzen? ‘Co-creatie is in principe
grenzeloos. Stel dat een modehuis de
wensen van zijn klanten onderzoekt en
daaruit blijkt dat ze elektronica in kle-
ding verwerkt willen zien. Of verlichting.
Dan is het de vraag of ze die enorme
stap naar een partij die dergelijke
elektronica of verlichting levert, willen,
kunnen of durven te maken. Technisch
is alles mogelijk. De kunst is om op het
moment dat je de wildste ideeën krijgt
naar aanleiding van je klantenonder-
zoek, binnen je eigen omgeving en je
partneromgeving, alles te combineren
tot je dat product hebt waar de eind-
gebruiker op zit te wachten.’
Jullie richten je juist niet alleen op innovatieve grootbedrijven, maar ook op het mkb. Ik kan me voorstellen dat kleinere bedrijven schroom hebben om het grote, logge, vast dure Philips om raad te vragen. ‘Ja, dat is soms zeker
het geval, terwijl we echt niet log en
duur zijn. Wij richten ons nadrukkelijk
ook op MKB-ondernemers. Vooral daar
zie je dat ze vaak geweldige ideeën op
de plank hebben liggen, maar dat ze niet
de knowhow en de middelen hebben
om deze om te zetten in een te ver-
markten eindproduct. Onlangs kwamen
we geheel toevallig in contact met een
‘Vooral MKB’ers hebben vaak geweldige ideeën op de plank liggen’
CO-CREATIE, EEN PROCES IN VIER STAPPEN
Ben Broers: ‘De eerste stap betreft het verkrijgen van ge-bruikersinzicht: erachter komen wat de eind gebruiker wil. Een voorbeeld. Een kantoormeubel-
fabrikant wil weten hoe de werkplek van de toekomst eruitziet. Ze zoeken contact met ons, een partij die uit een heel andere hoek komt, maar op het gebied van technologische ontwikkelingen veel expertise in huis heeft. Wij ondervragen de gebruikers van hun producten heel nauwkeurig: we laten ze op verschillende werkplekken werken, met uiteenlopende ap-paratuur, in heel uiteenlopende omgevingen. We laten ze zelfs dagboeken bijhouden.’
Al die gegevens leveren een schat aan informatie op, waarmee de tweede stap van conceptcreatie kan worden gezet. Broers: ‘Dit is een brainstormfase, waarin
mensen meedoen die de gebruikers zeer goed kennen. Daar kunnen ook eindgebruikers bij zitten. Hier worden zo veel mogelijk ideeën gegenereerd. De beste ideeën worden dan gevisualiseerd in een schets of een computer-tekening. Daarmee kun je al terug naar de eindgebruiker met de vraag: zou dit iets voor je kunnen zijn?’
‘In de derde fase wordt een werkend prototype gemaakt: een model van iets wat je het begin van een product zou kunnen noemen. Op dit moment wordt er
nog steeds nauwelijks geld uitgegeven. Met dit prototype gaan we terug naar de eindgebruiker die het dan kan gaan testen.’
De gebruikerstest. Broers pakt een horloge van grote afmetingen: ‘Dit is een prototype van een beeldhorloge, bestemd voor verstandelijk gehandicapten. Met
behulp van icoontjes op het horloge worden ze herinnerd aan de dingen die ze gedurende de dag moeten doen. Gebruikers testen zijn essentieel, in het geval van dit horloge wees bijvoorbeeld de test uit dat het bandje moest worden aangepast, omdat de doelgroep het anders niet om de pols kreeg.’