Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk Inleiding Adaptieve Systemen Cellulaire automaten
Feb 18, 2016
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Inleiding Adaptieve Systemen
Cellulaire automaten
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Inhoud
• Conway’s game of life
– Periodiciteit, notie van verdichtingspunt
• Eén-dimensionale cellulaire automaten
– Ruimte van regelverzamelingen
– Chaos vs. complexiteit (→ Turing-volledigheid)
– Langton’s λ-parameter als maat voor CA-compexiteit
– Reversibiliteit, Garden of Eden
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Waarom cellulaire automaten?
Modelleren, simuleren, begrijpen en ontwerpen van:• Fysische systemen (gassen, vloeistoffen)• Aardbevingen, het weer • Biologische patroonvorming (tumorweefsel) • Sociaal emergent gedrag (roddels, infectieziekten,
paniek-uitbraak bij dodenherdenking 4 Mei 2010 op De Dam)
• Verkeersmodellen • Bosbranden • Theorie van berekenbaarheid (Turing-volledigheid)
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of life
Als de speelranden worden verbonden krijg je een ..
.. of cilinder, of Möbius band, of fles van Klein, of projectief vlak
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Torus, Fles van Klein
TorusFles van
Klein (Eng.: Klein bottle)
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Möbius band, projectief vlak
Möbius band
Projectief vlak
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of life
• De meest bekende CA.
• October 1970 nummer van de Scientific American, in Martin Gardner's “Mathematical Games” column.
• Een twee-dimensionaal rooster. Elke cel kan aan zijn (bewoond gebied) of uit (onbewoond).
Regels:1. Een lege cel wordt bewoond
gebied als er precies drie bewoonde buurcellen zijn.
2. Een bewoonde cel wordt verlaten als• Er minder dan twee
bewoonde buren zijn (eenzaamheid).
• Er meer dan drie bewoonde buurcellen zijn (over-bevolking).
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of life
Geboorte:Sterfte door Eenzaamheid:
Sterfte door Overbevolking:
De ring van de onderste rij blokken
wordt gevormd
door oude toestanden
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Typische patronen
Bill Gosper’s “Gliding Gun” voor het maken van gliders
Blok VisStabiel:
Oscil-lerend:
Blinker Dingetje
GlijderVer-
schui-vend:
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Glider gun factory
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Hoe kwam Conway terechtbij juist deze regels?Aantal mogelijke regels• Er zijn 8 buurcellen die de toestand van de centrumcel bepalen.
Elke buurcel kent 2 toestanden: dus 28 = 256 verschillende omgevings-toestanden.
• Voor elke omgevingstoestand zijn er ook weer 2 keuzes voor de centrumcel. 256 keer kiezen uit 2 centrumtoestanden geeft 2256 1E77 verschillende mogelijke regelverzamelingen.
• Modulo rotatie en spiegeling: veel minder dan 256 omgevingen. Gebaseerd op aantal buren: nog maar 29 = 512 mogelijke regels.
Mogelijke motivatie Conway• Patronen moeten in het begin lekker kunnen groeien.• Lange-termijn gedrag is onvoorspelbaar.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Martin Gardner, 1970
“Conway chose his rules carefully, after a long period of experimentation, to meet three desiderata:
• There should be no initial pattern for which there is a simple proof that the population can grow without limit.
• There should be initial patterns that apparently do grow without limit.
• There should be simple initial patterns that grow and change for a considerable period of time before coming to an end in three possible ways: Fading away completely (from overcrowding or from becoming too sparse), settling into a stable configuration that remains unchanged thereafter, or entering an oscillating phase in which they repeat an endless cycle of two or more periods.
In brief, the rules should be such as to make the behavior of the population both interesting and unpredictable.”
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Hoe eindigen configuraties?
Beginpatronen kunnen voor aanzienlijke tijd veranderen. We komen uiteindelijk terecht in één van de volgende situaties
• Stabiel. Een configuratie eindigt in een stabiele toestand (er komen geen cellen bij en er gaan geen cellen af).– Bijzonder deelgeval: verdwijning (= stabiel 0). Een
configuratie verdwijnt volledig vanwege onder- of overbevolking.
– Alle andere gevallen: stabiel > 0.• Periodiek. Een configuratie komt terecht in een cyclus met
een bepaalde periode. Na, zeg N, generaties komen we weer terug bij een eerdere generatie.
• Chaotisch. (Rest-categorie.) Kenmerken: variërend van ruisig tot complex.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Wanneer chaos in een CA?
Vraag• Bekijk Conway’s game of
life op een 100x100 rooster, met de randen in elkaar overlopend. (Torus.)
• Een willekeurige beginconfiguratie bestaande uit 6667 levende cellen.
• We itereren onbeperkt.• Piet beweert: “deze
configuratie blijft zich chaotisch ontwikkelen”.
• Waar of niet waar?
Antwoord• Niet waar.• Een rooster bevat een eindig
aantal vlakjes, zeg NxN.• Elk vlakje kan eindig veel
toestanden aannemen, zeg M.• Het hele rooster kan hoogstens
MNxN patronen doorlopen. • Of de randen nu niet (vierkant)
of wel (torus) verbonden zijn.• Mogelijke scenario’s:
– Stabiel– Periodiek met een periode ten
hoogste MNxN.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Chaos versus periodiciteit
• Net vastgesteld: in eindige CA’s is er geen chaos mogelijk.
• Dus chaotisch gedrag in CA’s is op (conventionele) computers is onmogelijk op te roepen.
• Het aantal generaties vóórdat een CA in een stabiele toestand of periode terechtkomt, heet de overgangsperiode (eng.: transient period).
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Gedrag op oneindig rooster
• Op eindig rooster: alleen convergentie of periodiciteit.• Op oneindig rooster: glider.
– Geen convergentie (blijft bewegen).– Geen periodiciteit (komt nooit meer op dezelfde plek terug).
• Totale chaos?• Nee: er is tenminste één configuratie waarvan een
steeds groter deel oneindig vaak terugkomt (!)Benamingen:– limietpunt– verdichtingspunt– ophopingspunt
Let op:• “punt” ≠ “cel”• “punt” = “globale configuratie”
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
König’s lemma (voor bomen)
“Elke oneindige boom met eindige (niet noodzakelijk begrensde) vertakkingen, bezit een oneindige tak.”
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Jarkko Kari, lecture notes Cellular Automata, 2009
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Bewijs van het bestaan van ten minste één terugkerend patroon
Stap 1:
• Enumereer alle cellen in het oneindige rooster.
• Dat kan op verschillende manieren.
1
23
4
5 6 7
8
9
101213 11
14
15
16
17 19 20 2118
23
24
25
26
22
283031 29 27
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
10
0
0
0
1
0
10
0
11
Stap 2:König’s lemma
Immers, in een oneindige rij 0,1,1,0,0,1,1,1,0,1,0,1,0,1,1,1,0,1, …
komt 0 hetzij 1 oneindig vaak voor
Immers, in een oneindige rij 00,01,01,00,00,01,01,00,01,01,00, … komt 00 hetzij 01 oneindig vaak voor
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Jarkko Kari, lecture notes Cellular Automata, 2009
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of lifeis Turing-compleet
Een computer kan worden gezien als een elektrische stroom die, gesynchroniseerd door een pulsklok, vloeit door een groot aantal logische schakelingen.
• Stroom: reeks gliders (1) vs. geen reeks gliders (0).
• Pulsklok: alle glider-reeksen zijn gesynchroniseerd. Gevolg: als twee reeksen elkaar ontmoeten doven deze elkaar uit.
• Logische schakelingen: het slim tegen elkaar opzetten van input en glider-reeksen.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Een Not-Gatein Conway’s game of life
Als input 1 is, heffen beide
gliders elkaar op dit kruispunt op.
Als input 0 is, vindt
deze glider ongehinderd doorgang.
Het is belangrijk dat beide
stromen in fase zijn
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Constructie not-gate en and-gate
¬A
A X A X
B X A B
¬ A ¬ B
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Constructie or-gate
A X
B X
A BX
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of lifeis Turing-compleet
“Wire World” is Turing-compleet
• Brian Silverman (1987). • Kan elke logische poort
simuleren.• Daardoor Turing-compleet.Regels:• Zwart: achtergrond, invariant.• Geel: “draad”. Wordt rood als
buur rood is.• Rood: “electron”. Maakt gele
buren rood.• Blauw: “uitdovend electron”.
Twee diodes.
Twee klokken en een XOR-poort.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Variaties op Conway’s life
• Meer toestanden per cel. I.p.v. “aan” en “uit”:– Bosbrand: begroeid, minder begroeid, kaal, begroeid en hevig
brandend, etc.– Brian’s brain: actief, (tijdelijk) inactief, dood.
• Andere connectiviteit van buren:– In 3D. (Hoeveel buren? Hoeveel mogelijke regels? Welke regelset
correspondeert met 2D-life?)– In 2D hexagonaal grid (honingraat).– Is er een maximum connectiviteit in 2D?
• Andere timing van updates:– Nu: synchroon. Alternatieven: serieel geordend, serieel ongeordend, of
random asynchroon• Non-deterministische toestandovergangen
– Zg. probabilistische of stochastische cellulaire automaten.
Variaties op Game of Life:Maze en Mazectric• Game of life:
geboorte bij 3 buren, overleving bij 3-4 buren
• Maze: geboorte bij 3 buren, overleving bij 1-5 buren
• Mazectric: geboorte bij 3 buren overleving bij 1-4 buren
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Conway’s game of life in 3D
Geen triviale
(recht toe recht aan) uitbreiding
mogelijk naar 3D
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Maximum connectiviteit in 2D?
Constant Neighbor Dihedral Tilings with 15, 32, and 43 Neighbors Friedman, Erich and Zwaag van der, Berend Jan (2002) Constant Neighbor Dihedral Tilings with 15, 32, and 43 Neighbors. Geombinatorics, XI (3). pp. 74-77.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Deel II: back to the basics
1-dimensionale cellulaire automaten
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Eén-dimensionale CA’s
• Een één-dimensionale CA is een eindig rijtje van N cellen die elk K toestanden kunnen aannemen. De toestanden worden aangeduid met met { 0, …, K 1 }.
• We nemen weer aan dat randcellen elkaars buren zijn.• Laat R een niet-negatief geheel getal zijn, de zogenaamde
radius. De volgende toestand wordt bepaald door de toestand van de cel zelf en de toestand van haar 2R buren.
• In de tekening hierboven is N = 14, K = 2 (en R onbekend)
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Progressie ééndimensionale CA
Progressie is in 2D te volgen(analoog zou je progressie in Conway’s life in 3D kunnen
visualiseren).
t = 0
t = 4
t = 2
t = 3
t = 1
t = 5
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Voorbeeld progressie 1-dim. CA
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Regelverzameling van eenéén-dimensionale CA
De regelverzameling van een één-dimensionale CA kan worden gevisualizeerd als boven:
• Het aantal toestanden, K, is 2. Wit = Toestand 0, Zwart = Toestand 1.
• De radius, R, is hier 1. De omvang van de omgeving is dus 3.
• Er zijn (dus) 23 = 8 regels.• Er zijn (dus) 28 = 256
mogelijke regelverzamelingen.
In het algemeen:• De omvang van een omgeving is 2R+1.• Het aantal verschillende omgevingen
voor een CA met radius R en aantal toestanden K is K(2R+1).
• Een regelverzameling bestaat (dus) uit K(2R+1) regels.
• Er zijn (dus) K mogelijke regelverzamelingen.
• Er zijn (dus) evenveel mogelijke CAs met K toestanden op een omgeving van 2R+1 cellen.
( K(2R+1) )
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Omvang regelverzamelingen
• Bekijk totalitaire CA’s. Deze gebruiken regelverzamelingen die gebaseerd zijn op de som van de toestanden.
• Conway’s Game of Life is voorbeeld van een totalitaire CA (geboorte bij 3, overleving bij 3-4)
• Minimum som: (2R+1) x 0 = 0.• Maximum som: (2R+1) x (K 1).• Grootte regelverzameling is nu dus: (2R+1)(K1) + 1.
K R # Regels # Regelverz.2 1 8 2563 1 27 4.5e175 1 125 2.3e87
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Speciale codering van 1-dim. CA
• Voorbeeld (Flake, p. 237). Het aantal regels in een regelverzameling voor K = 5 en R = 3 is (2R+1)(K1) + 1 = 7 x 4 + 1 = 29. (Dus 529 mogelijke regelverzamelingen.)
• Voor een regelverzameling worden alle specifieke 29 regels op een rij gezet:
• Alleen de consequenten van die 29 regels geven eigenlijk informatie. Elke regelverzameling correspondeert dus uniek met een rijtje cijfers uit { 0,.. 4 } ter lengte 29.
• Voorbeeld: 00040001002000200020030000004
Σ = 0 → 0Σ = 1 → 0Σ = 2 → 0Σ = 3 → 4Σ = 4 → 0Σ = 5 → 0Σ = 6 → 0 ….. Σ = 28 → 4
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Wolfram’s Class I-IV typeringen
• Class I automata: monden uit in een stabiele toestand.
• Class II automata: monden uit in periodieke structuren.
• Class III automata: monden uit in chaotisch gedrag (static white noise).
• Class IV automata: monden uit complexe patronen met locale structuren.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Class I automata
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Class II automata
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Class II automata (vervolg)
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Class III automata
Witte ruis (als bij slechte TV ontvangst).
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Class IV automata
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Rule 110 is Turing-compleet
01101110binair = 110decimaal
Twee gliders interacteren en vormen een nieuwe
glider
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Langton’s λ-parameter • Motivatie: vind een eenvoudig kenmerk dat de complexiteit van een
CA aangeeft.
• Langton: λ =Def 1 – het deel regels met een toestand van rust (de “nul-toestand”) in de consequent / totale aantal regels
• Extrema:– λ = 0 : dooie boel– λ = 1 : totale chaos
• Wolfram’s vier klassen:– Klasse I (stabiel): λ = 0.27, 0.19, 0.23 : dicht bij nul.– Klasse II (periodiek): λ = 0.52, 0.43, 0.33, 0.44, 0.43, 0.48 : verder van
nul af.– Klasse III (chaos): λ = 0.82, 0.79, 0.85, 0.82.– Klasse IV (complex): λ = 0.43, 0.51, 0.56.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Langton’s indeling van de regelruimte
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Reversibiliteit
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
CA is functie van G naar G
• G = is een globale configuratie (officieel: een functie van ZN naar S = (bv.) {0,1}.
• Een CA is een functie van G naar G– (Maar niet alle functies
van G naar G zijn CAs!)– Een CA moet aan de
localiteits-eigenschap voldoen: gedrag is locaal uniform gedefinieerd.
G G
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Reversibiliteit en weespatronen
• Injectief + surjectief = bi-jectief.
• CA heet reversibel d.e.s.d.a. regelverzameling injectief is.
• Men zegt dat CA “tuin van Eden” bezit d.e.s.d.a. regelverzameling niet surjectief is.
G GInjectiviteit:
Surjectiviteit:
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Reversibiliteit
• Een CA heet reversibel als elk patroon slechts kan worden veroorzaakt door één uniek voorgaand patroon (Eng. pre-image).
• Simulatie reversibiliteit van gas- en vloeistofdynamiek (thermodynamica, Navier-Stokes, 1823). (Vgl. Langton’s Ant en Lattice Gas Automation.)
• Voor alle één-dim. CA’s kan worden uitgezocht of deze reversibel is.
• Voor 2-dim. CA’s is het reversibiliteitsvraagstuk onbeslisbaar (Jarkko Kari, 1991, met Wang tilings).
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Samenvatting
• Meeste bekende CA, Conway’s game of life, is Turing compleet.
• Eén-dimensionale CA’s, hoewel eenvoudiger, zijn beter systematischer te onderzoeken dan hoger-dimensionale varianten.
• Er zijn verschillende naamgevingssystematieken voor 1D-CA’s. Het is belangrijk de verschillen te kennen en te begijpen!
• Gedrag van 1D-CA’s valt volgens Wolfram onder te verdelen in vier klassen, waarvan klasse IV de meest interessante is vanwege complex gedrag.
• 1D-CA “Rule 110” (uit Klasse IV) is Turing-compleet.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Ongebruikte slides
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Mogelijke eigenschappenvan een CA
• Elke cel kan zich in een bepaalde toestand bevinden. Mogelijkheden:– Eindig veel toestanden (komt in 98% van de gevallen voor).– Aftelbaar oneindig veel mogelijke toestanden (N) (1%).– Overaftelbaar oneindig veel mogelijke toestanden ([0,1], of R) (1/2%).– De toestandruimte kan eigenlijk iedere verzameling zijn!– De toestandruimte kan homogeen (elke cel dezelfde toestandruimte) of niet homogeen
(elke cel een andere verzameling mogelijke toestanden) zijn.• De cellen zijn met elkaar verbonden door een connectiviteitspatroon (= elke cel
kan vertellen wie zijn buren zijn).– Connectiviteit kan symmetrisch of a-symmetrisch zijn.– Connectiviteit kan uniform of gedifferentieerd zijn.
• De omgevingsfunctie kan ook meer dan één stap terug gaan in de tijd.• Er is een transitiefunctie gedefinieerd. Deze bepaalt de volgende toestand van een
cel op basis van zijn huidige toestand, en de huidige toestanden van zijn buren.– Een transitiefunctie kan deterministisch of non-deterministisch (≈ er zit een random
element in) zijn.– De toestandsovergangen kunnen simultaan (synchroon) plaatsvinden, serieel geordend,
serieel ongeordend, of random asynchroon (stochastisch).
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Brian’s Brain• Cellen stellen neuronen voor. I.p.v. twee, drie
toestanden:1. In rust (zwart).2. Activatie (wit).3. Net geactiveerd (rood).
• Regels:– Witte cellen worden rood.– Rode cellen worden zwart.– Een zwarte cel wordt geactiveerd door twee witte buren.
• Verschillen met Conway’s game of life:– Activiteit “golft” over het rooster en is aanmerkelijk directioneel.– Doet (in de verre verte) denken aan neurofysiologische signaal-
overdracht in zenuwen.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Strategic Bugs
Strategic bugs is een ALife model, voorgesteld door Bedau en Packard, in 1992.
• De omgeving is een 2-dimensionaal rooster.• Een cel in de omgeving kan een bug of agent of voedsel kan
bevatten.• Voedsel groeit automatisch in de omgeving: af en toe komt er
voedsel in een willekeurige cel.• Bugs krijgen energie door voedsel te vinden.• Voedsel wat gegeten wordt, verdwijnt.• Bugs gebruiken energie om te bewegen en sterven als ze geen
energie meer hebben.• Bugs kunnen zichzelf klonen of met een andere bug een offspring
(kind) maken.
Inleiding Adaptieve Systemen, Opleiding CKI, Utrecht. Auteur: Gerard Vreeswijk
Langton’s Loop
• Samenhang met celdeling en mitose: zelf-reproducerende cellulaire automaat.
• Zie Hiroki Sayama's applet.