1 Chemotherapie
1
Chemotherapie
2
Inhoud: Wat is chemotherapie 3
Toedeiening van chemotherapie 4
De afdeling oncologie, welkom op B5 7
Het daghospitaal oncologie - hematologie 9
Nevenwerkingen van chemotherapie 12
Voorzorgsmaatregelen bij chemotherapie 16
Jouw therapie 24
3
1. Wat is chemotherapie?
Chemotherapie is een algemene behandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van cyto-
statica of celdodende medicatie, die werkzaam is in het hele lichaam. Door het toedie-
nen van één of meerdere cytostatica worden de kwaadaardige cellen gedood, waar
in het lichaam ze zich ook bevinden.
Chemotherapie wordt meestal toegediend via een Port-A-Cath (een intraveneuze poort-
katheter), maar ook soms in pilvorm. Voor de eerste toediening zal je waarschijnlijk ge-
hospitaliseerd worden. Nadien gebeurt deze behandeling meestal in daghospitalisatie.
De duur van de behandeling, de keuze van de toegediende geneesmiddelen, de dosis
en de wijze van toediening worden door de arts voor elke patiënt individueel bepaald.
2. De toediening van chemotherapie Chemotherapie wordt meestal via de ader toegediend – “intraveneus”. De aders van je
arm kunnen door herhaaldelijk aanprikken en door de chemotherapie worden verzwakt
en beschadigd. Om dit te voorkomen wordt vaak gekozen voor een intraveneuze poort-
katheter, beter bekend onder de merknaam Port-A-Cath.
2.1. De intraveneuze poortkatheter De intraveneuze poortkatheter is een volledig onderhuids implanteerbaar toedie-
ningsysteem, dat toegang verschaft tot de bloedbaan. Deze poortkatheter wordt
meestal geplaatst op de borst, ongeveer 3 centimeter onder het sleutelbeen en is van
buitenaf te zien als een kleine zwelling onder de huid.
Een poortkatheter maakt het mogelijk om op een eenvoudige manier gedurende langere
tijd chemotherapie, andere geneesmiddelen en vloeistoffen toe te dienen. Het systeem
is voor de patiënt comfortabeler, omdat er niet telkens opnieuw in de aders moet worden
geprikt. Bij elke behandeling met intraveneuze medicatie, voor bloedafnames of bloed-
transfusies kan de poort met een speciale naald ( een “gripper”-naald) door de huid heen
worden aangeprikt. Deze naald wordt bij ontslag verwijderd en bij een volgende opname
wordt de poortkatheter terug aangeprikt. Het systeem blijft zitten zolang dat voor de
4 Chemotherapie
behandeling nodig is. Nadien kan het onder lokale verdoving weggenomen worden, na
overleg met je behandelende arts.
2.2. De Power-Port-A-CathTegenwoordig wordt vaak een power-poortkatheter geplaatst. Door middel van deze
Port-A-Cath kan onder een hogere druk vloeistof ingespoten worden. Dit kan nodig
zijn bij bepaalde onderzoeken (bv. CT’s). Na de plaatsing van de Port-A-Cath krijg je een
kaartje, waarop vermeld staat welke Port-A-Cath bij jou werd ingeplant. Neem dit steeds
mee naar het dagziekenhuis en naar controle-onderzoeken zoals CT (scanner).
2.3. Hoe ziet de intraveneuze poortkatheter eruit? De poortkatheter bestaat uit twee delen.
Het reservoir: een kleine injectiekamer, van boven afgesloten door een zelfsluitend
siliconen membraan.
De katheter: een dun, flexibel siliconen slangetje, dat vertrekt aan het reservoir en
uitkomt in het bloedvat.
Het reservoir en de katheter zijn gemaakt uit duurzame materialen en ontworpen voor
veilig, langdurig gebruik in het menselijke lichaam. Je krijgt een voorbeeldmodel te zien
op de afdeling. Ook de borstverpleegkundige kan het gebruik ervan demonstreren.
reservoir
katheter
siliconenmembraan
5
2.4. De plaatsing van de intraveneuze poortkatheter Praktische informatie
Voor de plaatsing van een intraveneuze poortkatheter en toediening van de eerste
chemo word je 1 nacht opgenomen op de afdeling oncologie op campus Virga Jesse. De
ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Uitzonderlijk kan dit ook onder
algemene narcose.
De dag van de ingreep kom je nuchter binnen. In de namiddag wordt de Port-A-Cath
geplaatst. De volgende dag wordt de eerste chemotherapie toegediend op de kamer.
Verloop van de ingreep
De plaatsing van de poort is een kleine chirurgische ingreep en vindt plaats in de
operatiekamer. Je wordt met het bed naar de operatiekamer vervoerd. Voor de ingreep
draag je enkel een operatiehemd en je onderbroek. Alle juwelen en eventueel een gebit
worden vooraf verwijderd.
Aangekomen bij de operatiezaal, word je met het bed in de pre–operatieve ruimte ge-
plaatst. Deze ruimte is een soort wachtzaal voor alle patiënten die een operatie onder-
gaan.
Na enkele minuten wachten komt de verpleegkundige van het chirurgische team je ha-
len en brengt je naar de operatiekamer. Deze verpleegkundige herken je aan de blauwe
kleding. Vaak hebben ze ook een muts en masker aan.
Dan kom je aan in de operatiezaal waar je overstapt op de operatietafel. Als je eenmaal
ligt, wordt de huid rondom de plaats waar de katheter komt afgedekt met steriele doe-
ken. Nadien ontsmet de verpleegkundige de huid van de operatieplaats met een rode
vloeistof. Na deze voorbereiding kan de chirurg beginnen met het plaatsen van de poort-
katheter.
De poortkatheter wordt enkele centimeters onder het sleutelbeen geplaatst.
De methode:
De verdoving wordt aangebracht met een naald (Je voelt een prik).
In de huid wordt een kleine insnijding gemaakt (+/-4cm).
De katheter wordt in het bloedvat gebracht.
De katheter wordt aan het reservoir bevestigd.
Het reservoir wordt onder de huid geschoven en onderhuids vastgehecht. De draad
6 Chemotherapie
loost vanzelf op.
De huid wordt gesloten; er is enkel een kleine zwelling te zien.
Het reservoir wordt aangeprikt in de operatiezaal, zodat dit nog onder verdoving kan
gebeuren.
Na het aanprikken wordt een verband aangebracht over de naald. Je zal ook merken dat
er een zak met vloeistof aan verbonden is. Dit is enkel om de poortkatheter goed te
spoelen.
Na de ingreep word je naar de recovery ruimte gebracht, waar je kan bekomen van de in-
greep onder het toezicht van de verpleegkundige. Hier word je nog even aan de monitor
gekoppeld om de bloeddruk en hartslag te controleren. Als alles in orde is mag je na een
kwartier tot een half uur weer naar de kamer op de afdeling. Als de verdoving uitgewerkt
is, kan dit pijn geven. Je mag hiervoor pijnmedicatie vragen aan de verpleegkundige.
Verzorging en aandachtspunten
Er worden oplosbare hechtingen gebruikt. De hechtingen onder de huid verdwijnen
vanzelf. Enkel de 2 uitwendige knoopjes moeten na 10 tot 14 dagen verwijderd wor-
den door de huisarts. De wonde moet zolang afgedekt worden met een verbandje. Dit
wordt 3 maal per week verzorgd door de thuisverpleging.
Om de wonde goed te laten genezen moet je het een tiental dagen rustig aandoen
met de arm van de lichaamszijde van de poortkatheter, dus niet tillen en geen plotse,
hevige bewegingen maken.
Zodra de huid goed geheeld is, mag deze gewoon gewassen worden. Je kan douchen
of een bad nemen. Een verband is dan niet meer nodig. Ook naar activiteiten toe is er
dan geen beperking meer.
Je kan zelf de aanprikplaats controleren. Je neemt best contact op met de afdeling als:
het reservoir kan gedraaid worden
de kleur van de huid rond de poort rood of blauw wordt
een zwelling ontstaat rond de poort
de omgeving rondom pijnlijker wordt
de plaats warmer aanvoelt
7
3. De afdeling oncologie, welkom op B5
3.1. Ligging en bereikbaarheid De afdeling oncologie campus Virga Jesse is gelegen op het vijfde verdiep in de B-
vleugel. Je kan ons bereiken door in de centrale hal de bezoekersliften of trappen te
nemen naar het vijfde verdiep. Nadien volg je de bordjes ‘B5 oncologie’.
3.2. Bezoekuren In het belang van de patiënten vragen wij aan alle bezoekers om de bezoekregeling te
respecteren. Bij de artsenvisite en de verpleegkundige verzorging worden de bezoekers
soms verzocht om de kamer tijdelijk te verlaten.
Onze bezoekuren zijn:
Voor een éénpersoonskamer: dagelijks van 09u00 uur tot 21u00
Voor een gemeenschappelijke kamer: dagelijks van 14u00 tot 20u00
3.3. Dagindeling Een dag op de afdeling ziet er als volgt uit:
07u00 Overdracht van de nachtverpleging naar de dagdienst
07u15 Ontbijt en medicatiebedeling
08u00 Overdracht met hoofdverpleegkundige, ochtendtoilet en verzorging, geplan-
de onderzoeken en behandelingen, poetsen van de kamer
11u30 Medicatiebedeling
11u45 Middagmaal
12u30 Middagrust, overdracht van de ochtendverpleging naar de avondverpleging
14u00 Koffie en aanvang bezoek
15u30 Verzorgingsronde, medicatiebedeling
17u30 Avondmaal
20u00 Einde bezoek, avondronde met medicatiebedeling
20u45 Overdracht van de avondverpleging naar de nachtverpleging
8 Chemotherapie
3.4. Nuttige informatie De artsen
Elke dag van de week komt de arts, of een arts in opleiding, op patiëntenbezoek.
Je familie kan via de hoofdverpleegkundige of andere verpleegkundigen een gesprek
aanvragen met de arts van de dienst. Ook voor andere informatie kunnen jij of je familie
bij de hoofdverpleegkundige terecht.
Het ontslag kan de hele dag plaatsvinden; meestal is dat rond 14u. Bij het ontslag krijg je
ook steeds de nodige gegevens betreffende thuismedicatie, attesten,... mee.
Het invullen van documenten van werkonbekwaamheid en verzekering regel je best
rechtstreeks met de artsen.
Praktische info
De afstandsbediening van de DVD- speler kan je aan de verpleegkundigen vragen.
Bewaar geen waardevolle voorwerpen of geld in je kamer tijdens je verblijf in het
ziekenhuis.
Voor bloemen van bezoekers kan je steeds vazen vinden in de kast op de gang.
Bij je opname krijg je een identificatiearmbandje om de pols dat je gedurende het vol-
ledige ziekenhuisverblijf moet dragen.
De eerste dag van je opname krijg je een fles niet-bruisend water. Deze fles kan je
nadien steeds bijvullen aan het drankfonteintje op de gang.
Breng steeds je medicatielijst mee en ook je medicatie voor de eerste opnamedag.
Dagelijks komt een medewerker van de voedingsdienst langs om je maaltijdkeuze te
noteren.
Wanneer je op de afdeling oncologie verblijft kunnen jij of je familie parkeren tegen
voordeliger tarief. De kaart kost 10 ¤, geeft recht op een onbepaalde parkeerduur per
beurt en blijft 1 maand geldig. Bij de hoofdverpleegkundige kan je een aanvraagfor-
mulier krijgen. Met dit formulier kan je aan het onthaal een vijfbeurtenkaart kopen.
9
4. Het daghospitaal oncologie – hematologie Het daghospitaal oncologie – hematologie bestaat uit 19 comfortabele, verstelbare
zetels. Er is ook 1 privé-kamer met een bed. Om je privacy te garanderen worden de
zetels van elkaar afgescheiden door halfhoge wanden, zonder afbreuk te doen aan de
openheid en frisheid van de zaal. In de halfhoge wand is een afsluitbaar kastje geïnte-
greerd.
4.1. Ligging en bereikbaarheid Het daghospitaal campus Virga Jesse is gelegen op het gelijkvloers in de L-vleugel. Je
kan ons bereiken door in de centrale hal de bordjes ‘Limburgs Oncologisch Centrum’ te
volgen. Nadien volg je de bordjes ‘Daghospitaal Oncologie’
Je meld je eerst aan bij de secretaresses van de consultatie, wachtzaal 008. Zij helpen je
verder. Het secretariaat is bereikbaar op het nummer 011 30 99 61.
De afdeling is geopend van 08u00 tot 17u30.
4.2. De werking van het daghospitaal Bij iedere opname meld je je aan bij de afsprakenbalie oncologie. Zij registreren je
aanwezigheid, geven je een verpleegdossier mee en verwijzen je door naar een zaal op
het dagziekenhuis.
De verpleegkundige begeleidt je naar je zetel, doet een opnamegesprek en neemt bloed
bij je af. Vervolgens heb je een afspraak bij de medisch oncoloog. Hij/zij bespreekt samen
met je de resultaten van je laatste bloedanalyse en de klachten die je ondervindt door
de chemotherapie. Je gaat hiervoor op het afgesproken uur naar de wachtzaal van je
behandelende arts.
Na je consult bij de arts deponeer je je dossier in de daarvoor voorziene bak. Deze be-
vindt zich langs de deur van de zaal die je is toegewezen.
Van zodra je arts de behandeling heeft voorgeschreven, zal de apotheek deze medicatie
zo vlug mogelijk bereiden.
Tijdens de wachttijd of tijdens je behandeling meld je je terug aan bij de secretaresses om
een nieuwe afspraak te maken. Hiervoor vraag je je verpleegdossier even terug aan de
verpleging, want hierin staat vermeld wat de secretaresses voor jou moeten plannen. Het
eerste uur is het uur waarop wij je de volgende keer op de daghospitalisatie verwachten.
10 Chemotherapie
Het tweede uur is het uur waarop je dan door de arts wordt onderzocht.
Om iedereen vlot te kunnen behandelen en de wachttijden te beperken vragen wij je om
steeds op het afgesproken uur aanwezig te zijn. Indien je niet op tijd of niet op je afspraak
kan zijn, vragen wij om het daghospitaal te verwittigen op het nummer 011 30 99 61.
4.3. Praktische informatie Wat breng je mee naar het daghospitaal?
Identiteitskaart
SIS-kaart
Lijst van de medicatie die je neemt
Lijst van de producten waarvoor je allergisch bent
Kaartje van je power Port-a-Cath
Kledij
Het is niet nodig om nachtkledij of toiletgerief mee te brengen. Draag gemakkelijke kledij
die handelingen aan de intraveneuze poortkatheter gemakkelijk toelaten.
Maaltijden
Tijdens het verblijf in het daghospitaal krijgen patiënten en bezoekers gratis koffie, thee
of water aangeboden. Als lunch wordt er steeds een broodmaaltijd voorzien en kan je
soep krijgen op de afdeling.
Bezoek
Je mag altijd een begeleider meebrengen naar het daghospitaal. Wij houden dit aantal
graag beperkt, zodat er voldoende rust en ruimte is voor iedereen.
Probeer het bezoek van kinderen te beperken. Kinderen zijn vaak drukker dan volwas-
senen, maar ze zijn ook vaker drager van ziektekiemen (griep, verkoudheid,…) die ze
opdoen in school of de kinderdagverblijven, bij onthaalmoeders,… Deze “banale” ziekte-
kiemen kunnen voor patiënten met kanker soms echt gevaarlijk zijn.
11
Parkeren Tijdens je behandeling parkeer je gratis op de bezoekersparking. Je parkeerkaartje kan je
bij de secretaresses inruilen voor een gratis uitrijkaart.
Reisvergoeding
De ziekteverzekering vergoedt een gedeelte van je reiskosten. Meer uitleg vind je terug
in het bundeltje ‘Algemene informatie’, hoofdstuk ‘Financiële tussenkomsten’, pag. 33.
12 Chemotherapie
5. Nevenwerkingen van chemotherapie
Afhankelijk van het soort chemotherapie dat je krijgt zal je verschillende nevenwer-
kingen ervaren. Elke persoon reageert verschillend op chemotherapie maar een 4-tal
nevenwerkingen treden op bij de meeste patiënten.
5.1. Vermoeidheid Vermoeidheid komt veel voor bij kankerpatiënten. Vermoeidheid kan zwaar doorwegen
en soms biedt medicatie geen oplossing. De vermoeidheid kan toenemen naarmate de
chemosessies elkaar opvolgen.
5.2. Maaglast Je lichaam kan op de behandeling reageren met misselijkheid en braken. Deze klach-
ten verschillen sterk van persoon tot persoon. De klachten kunnen tijdens of binnen de
eerstvolgende uren volgend op de toediening van chemo optreden tot zelfs dagen erna.
De duur van de maaglast hangt af van de aard en de hoeveelheid toegediende genees-
middelen, de toegediende anti-braakmiddelen en ook van je persoonlijke gevoeligheid.
Als je geen maaglast zou ondervinden betekent dit zeker niet dat de behandeling niet
aanslaat!
Voeding is je belangrijkste bron van energie. Gezond en goed eten is dus belangrijk maar
niet altijd even eenvoudig bij kanker en chemotherapie. Verderop onder ‘Jouw therapie’
vind je praktische tips om eten aangemaner te maken. Je kunt ook een diëtiste raadple-
gen voor een antwoord op je vragen. Haar contactgegevens vind je in de bundel ‘Alge-
mene informatie’ onder ‘Wie is wie?’.
5.3. Infectierisico De aanmaak van je witte bloedcellen kan verminderen ten gevolge van de chemothera-
pie. Als je te weinig witte bloedcellen hebt, vermindert je weerstand tegen infecties.
Wanneer je tijdens de chemotherapie koorts krijgt (temperatuur ≥ 38.5° of 38° wanneer
je langer dan 1 uur een temperatuur van 38°C hebt) kom je best via de spoedgevallen-
dienst naar het ziekenhuis zodat men je van daaruit onmiddellijk kan helpen.
13
De verminderde aanmaak van witte bloedcellen is van tijdelijke aard, de aanmaak ervan
herstelt spontaan. Bij een ernstig tekort aan witte bloedcellen is het soms nodig om een
behandeling aan te passen of uit te stellen.
Door dit infectierisico kan je ook best voor de start van de chemotherapie je gebit laten
controleren bij de tandarts.
Verderop onder ‘Jouw therapie’ vind je een aantal maatregelen die je kan nemen om het
infectierisico te beperken.
5.4. Haarverlies De cellen die zorgen voor de haargroei zijn gevoelig voor bepaalde chemotherapiemid-
delen. De medicatie die voor jou nodig is veroorzaakt haarverlies. Je zult dit vooral
merken tijdens het kammen of borstelen, op je hoofdkussen, als je met je hand door je
haren gaat…
Haarverlies begint meestal een 2 à 3-tal weken na de eerste chemotoediening en kon-
digt zich vaak aan met haarpijn. Indien je voor een pruik kiest, ga je best voor dit moment
reeds naar je haarwerkspecialist.
Naast een pruik of haarwerk kan je ook kiezen voor petjes, mutsen of sjaaltjes.
De Vlaamse Liga tegen Kanker organiseert gratis workshops over verzorging, make-up
en haarverlies bij kanker.
De Stichting tegen Kanker biedt ook de mogelijkheid om een individuele afspraak met
een schoonheidsconsulente te maken.
Over deze verzorgingen vind je meer uitleg in het bundeltje ‘Uiterlijk’.
Twee tot drie maanden na de laatste chemotoediening begint je haar weer te groeien,
aan een snelheid van ongeveer 1 centimeter per maand.
Naast het dragen van een haarwerk of pruik, bestaat ook de mogelijkheid om de hoofd-
huid af te koelen tijdens het toedienen van bepaalde soorten chemotherapie. Door de
hoofdhuid af te koelen vernauwen de bloedvaten in de hoofdhuid en kan de chemothe-
rapie minder goed bij de haarwortel komen. Op die manier kan je haarverlies verminderen
of voorkomen. Als je hiervoor kiest moet dit vanaf de eerste toediening van chemothe-
rapie. Vraag je medisch oncoloog ernaar. Hij vertelt je of je hiervoor in aanmerking komt
en kan je meer uitleg geven, ook over de nevenwerkingen.
14 Chemotherapie
Aandachtspunten bij het kiezen van een pruik
Als je vóór de haaruitval (± 2 weken) bij een haarwerkspecialist langsgaat kan deze
rekening kan houden met je persoonlijke stijl (kleur, structuur, model) voor het kiezen
van een pruik.
Raadpleeg verschillende haarwerkspecialisten (zie lijst) wat betreft prijs/kwaliteit van
een pruik. Informeer je ook over de nazorg. Sommige pruiken kan je makkelijk zelf
onderhouden.
Neem iemand mee die je kan helpen bij het maken van de juiste keuze.
Kies een pruik waarbij je je op je gemak voelt.
Een synthetische pruik is doorgaans van uitstekende kwaliteit: licht in gewicht, kleur-
vast, vormvast en bovendien makkelijk in onderhoud. Een pruik van natuurlijk haar is
duurder en vraagt meer tijd om in model te brengen dan een synthetische pruik, maar
heeft als voordeel dat ze mag geverfd en gepermanent worden. De methode van in-
knopen – handgemaakt of machinaal – bepaalt mee de prijs van een pruik.
Informeer bij je haarwerkspecialist of een antislipstrip een optie is bij je pruik.
Raadpleeg altijd je hospitalisatieverzekering of ziekenfonds bij de aankoop van een
pruik. Sommigen vergoeden deze. Voor terugbetaling door het ziekenfonds heb je een
voorschrift van je arts nodig. Dit voorschrift krijg je op de afdeling B5 oncologie op
campus Virga Jesse wanneer je eerste chemotherapie wordt toegediend.
Vraag aan je haarwerkspecialist een factuur met vermelding “factuur voor een haar-
prothese”. Alleen onder deze formulering heb je recht op een forfaitaire terugbetaling
van 180€ door je ziekenfonds.
Wanneer je liever geen pruik wil kan je bij je haarwerkspecialist ook allerlei sjaals,
hoofdbanden en mutsen krijgen. Denk er wel aan dat deze niet worden terugbetaald
door je ziekenfonds.
Iedere derde vrijdag van de maand vindt in het Jessa Ziekenhuis een gratis sessie
“Look good feel better” plaats, in samenwerking met het cosmeticahuis Estée Lauder-
Clinique en de Vlaamse Liga tegen Kanker. Meer info hierover vind je in de bundel
‘Uiterlijk’.
Nuttige adressen
De borstverpleegkundige bezorgt je een lijst met adressen waar je terecht kan voor ad-
vies en aankoop van een pruik.
15
6. Voorzorgsmaatregelen bij chemotherapie
Zoals met alle medicatie – en zeker bij deze zeer actieve geneesmiddelen – zijn bepaalde
gevaren verbonden aan het gebruik ervan.
Om jezelf, medepatiënten, familieleden, bezoekers en het ziekenhuispersoneel te be-
schermen tegen de nadelige gevolgen van deze geneesmiddelen vragen we je om en-
kele voorzorgsmaatregelen te nemen tijdens en tot 7 dagen na je behandeling.
Meer uitleg hierover geven we hieronder. Indien je na het lezen ervan nog vragen hebt of ex-
tra inlichtingen wenst, kan je steeds terecht bij een medewerker van je behandelend team.
6.1. Algemene voorzorgsmaatregelen De resten van chemotherapie worden uitgescheiden langs lichaamsvochten. Wees
dus voorzichtig met uitscheidingsproducten zoals urine, stoelgang, braaksel, wond-
vocht en overmatige transpiratie. Deze kunnen tot een week na de toediening giftige
stoffen bevatten.
Vermijd steeds rechtstreeks contact met de chemotherapeutica en alle lichaams-
vochten. Let ook op met bevuild linnen, verbanden, onderleggers,…
Samen slapen mag. Je moet lichamelijk contact niet kost wat kost vermijden. Knuf-
felen of het geven van een zoen is niet schadelijk.
Gebruik wegwerphandschoenen bij het verwijderen van bevuilde onderleggers, ver-
banden, recipiënten, ...
Verzamel alle gebruikte materialen in een plastieken vuilniszak en knoop deze goed
dicht. Deze zak kan je met het gewoon huisvuil meegeven.
6.2. Toiletgebruik Gebruik als patiënt, indien mogelijk, een persoonlijk toilet.
Mannen kunnen best zittend urineren, om spatten te voorkomen.
Druppels urine kan je met toiletpapier verwijderen.
Sluit het deksel van het toilet vóór het doorspoelen.
Spoel het toilet twee maal door na gebruik. Maak hierbij géén gebruik van de spaar-
knop.
Was je handen telkens je van het toilet gebruik gemaakt hebt.
16 Chemotherapie
Bij risico op incontinentie:
Gebruik voldoende wegwerpincontinentiemateriaal.
Indien je vuil wegwerpmateriaal hanteert, gebruik je best plastieken handschoenen.
Vouw vuil incontinentiemateriaal goed dicht, met de plastieken laag aan de buiten-
kant.
Doe dit in een plastieken zak.
Bij gebruik van bedpan of urinaal:
Ledig de bedpan of urinaal onmiddellijk na gebruik in het toilet. Let hierbij op voor
spatten.
Spoel ook hier het toilet twee maal na met gesloten deksel. Draag hierbij steeds hand-
schoenen!
Spoel de bedpan of urinaal overvloedig na met water.
6.3. Omgaan met braken Je kunt het best rechtstreeks in het toilet braken.
Lukt dit niet, gebruik dan een emmer of een bakje. Ledig de emmer of het bakje in het
toilet en was het daarna goed af. Hiervoor draag je eveneens wegwerphandschoenen.
Spoel de wc daarna twee keer door, met gesloten deksel en zonder de spaarknop te
gebruiken.
Was daarna je handen.
6.4. Wassen van kleding en beddengoed
Voor het wassen van onbevuilde kleding of ondergoed, dien je geen speciale maatre-
gelen te treffen.
Indien je kleding, ondergoed of beddengoed in aanraking komt met je uitscheidings-
producten, doe dan het volgende:
• deponeerhetbevuildewasgoedzosnelmogelijkinjewasmachine
• draagbijhetreinigenvanhetwasgoedwegwerphandschoenen
• spoelkledingeerstindewasmachinemeteenkoudspoelprogramma.Hiernakanje
het wasprogramma kiezen dat geschikt is voor de kleding.
• washetwasgoedapartvananderwasgoed.
• alshetnietmogelijkisdekledingonmiddellijkindewasmachinetestoppen,dienje
17
het wasgoed in een goed afgesloten plastieken zak te bewaren.
• wasnacontactmethetwasgoedgoedjehanden.
6.5. Seksueel contactOm je partner te beschermen is het veiliger om gedurende je chemobehandeling met
een condoom te vrijen. In je vaginaal vocht of sperma kunnen zich immers resten van de
chemotherapie bevinden. Je partner kussen mag, maar let op je verhoogd infectierisico
(verkoudheden, ziekte,...).
De invloed van chemotherapie kan ook zeer schadelijk zijn voor een ongeboren vrucht.
Het is daarom van groot belang om tijdens je behandeling tot minimum 6 maanden na-
dien niet zwanger te worden. Gebruik gedurende deze periode voorbehoedsmiddelen.
6.6. Inname van medicatie Indien je chemotherapie in pilvorm krijgt, neem deze dan in zijn geheel in met voldoende
water (1 glas per inname).
Indien een capsule moet worden opengemaakt voor toediening via een maagsonde of
bv. in een lepel met confituur, draag dan steeds een mondmasker en handschoenen.
6.7. Mondzorg bij chemotherapie Chemotherapie remt de ontwikkeling van kwaadaardige cellen. Kwaadaardige cellen zijn
sneldelende cellen. Het gezonde lichaam heeft echter ook sneldelende cellen, zoals de
cellen van het mondslijmvlies. Bij een behandeling met chemotherapie kunnen deze cel-
len beschadigd raken en mondklachten veroorzaken, waardoor kauwen en slikken moei-
lijk en pijnlijk kunnen worden.
Door de chemotherapie verminderen bovendien de witte bloedcellen die voor de afweer
zorgen. Je bent daardoor sneller vatbaar voor infecties, ook mondinfecties.
De mond heeft een aantal functies zoals spreken, kauwen, proeven en doorslikken van
voedsel. Mondklachten hebben een grote invloed op de kwaliteit van je dagelijkse leven.
Het is dan ook heel belangrijk om tijdens de chemotherapie bijzondere aandacht te be-
steden aan de verzorging van je mond. Meer informatie daarover vind je hieronder.
18 Chemotherapie
Het doel van een goede mondverzorging
Het gebit schoon en intact houden waardoor bacteriën, schimmels en virussen minder
kans krijgen om het mondslijmvlies aan te tasten.
Het mondslijmvlies schoon, vochtig en intact houden.
Overvloedige speekselvorming of korstvorming tegengaan.
De tong beslagvrij te houden (beslag bestaat uit mondslijmvlies en etensresten die
aan het gebit en de tong kleven).
De lippen soepel houden.
De kauwfunctie bevorderen en de voedselopname vergemakkelijken.
Preventieve maatregelen
Poetsen van tanden en kiezen.
Poets je tanden na elke maaltijd en voor het slapen gaan.
Gebruik een zachte tandenborstel (soft) en poets je tanden met de nodige voorzichtig-
heid. Te krachtig poetsen kan de weke weefsels in de mond beschadigen.
Gebruik een kleurloze, niet schurende tandpasta met fluor die zacht van smaak is, bv.
Hextril, Sensodyne of Biotène.
Spoel de tandenborstel na gebruik grondig af met stromend water.
Bewaar hem droog in een beker met de kop van de tandenborstel naar boven gericht.
Vervang je tandenborstel om de 3 maanden.
Als het tandenpoetsen te pijnlijk is, reinig dan je tanden met een kompres dat in een
zoutoplossing is gedrenkt (1 koffielepel zout in 3/4 glas water).
Mond spoelen
Om te voorkomen dat bacteriën zich aan het mondslijmvlies hechten kan je zo vaak als
je dat prettig vindt de mond spoelen met een fysiologische zoutoplossing. Je kan zo’n
fysiologische zoutoplossing zelf thuis maken door 1 koffielepel natriumbicarbonaat (ver-
krijgbaar bij de apotheek) op te lossen in 1 liter water. Deze oplossing is niet prikkelend,
lost taai speeksel op en houdt het mondslijmvlies vochtig. Het maakt niet uit of dit spoe-
len vlak voor of na de maaltijd gebeurt. Nadien mag je naspoelen met water tegen de
slechte smaak. (Verwijder je kunstgebit voor het spoelen) Je dokter kan je eventueel een
specifieke mondspoeling voorschrijven zoals oncologische mondspoeling van het zie-
kenhuis, Hextril, Corsodyl, IsoBetadine, Kamillosan, Perio-aid of Biotene mondspoeling.
19
Onderhoud van een gebitsprothese
Reinig de gebitsprothese na elke maaltijd door hem af te spoelen onder stromend
water en te poetsen met tandpasta.
‘s Nachts kan je de prothese best in water bewaren zodat de kunsthars niet uitdroogt.
Het gebruik van bruistabletten zoals Steradent tablet is toegestaan.
Verwijder het kunstgebit als je pijn hebt, om je tandvlees te laten rusten.
Lippenverzorging
Smeer je lippen regelmatig in met vaseline of lippenbalsem om uitdroging te voorkomen.
Mondinspectie
Inspecteer dagelijks je mond op de volgende manier:
Zorg voor voldoende licht, gebruik desnoods een zaklamp.
Was je handen, gebruik eventueel wegwerphandschoenen.
Bekijk de buitenkant van boven- en onderlip. Let goed op wondjes, barstjes of inge-
scheurde mondhoeken.
Bekijk de tong door deze uit te steken: is deze mooi roze, gaaf en zonder groeven? Let
op wit beslag, wondjes en zwellingen.
Controleer het gehemelte op beslag, wondjes.
Neem de bovenlip tussen duim en wijsvinger en bekijk de binnenkant. Het slijmvlies
moet er roze en gaaf uitzien.
Let op droogheid of pijn, roodheid, witte plekjes, zweertjes en zwellingen.
Herhaal dit vervolgens ook met de onderlip.
Was je handen.
6.8. Mondklachten en hun behandelingOndanks een goede dagelijkse mondhygiëne en mondinspectie kunnen door je behande-
ling met chemotherapie toch klachten ontstaan. We geven je de meest voorkomende en
hun behandeling.
Droge mond (= “xerostomie”)
Het speeksel bevat een complex controlesysteem dat het gehalte van ziekteverwek-
kende bacteriën in de mondflora elke dag beperkt. Door chemotherapie of bestralingen
op hoofd- en halsgebied vermindert de speekselproductie.
20 Chemotherapie
Kenmerken van een droge mond:
uitdroging van de mond
scheurtjes in de mondhoeken
kloven in de lippen
branderig en tintelend gevoel op de tong (tong verandert van textuur)
optreden van aften
de smaak verflauwt of gaat verloren
moeite met het kauwen van droog voedsel
moeite met slikken en spreken
pijn
plakkerig droog speeksel, dat blijft plakken aan je lippen
Behandeling van een droge mond:
Goede mondverzorging (bv. Biotene mondspoeling en tandpasta).
Drink regelmatig kleine hoeveelheden.
Zuig op ijsblokjes of harde snoepjes zonder suiker (houdt de mondholte vochtig).
Kauw op suikervrije kauwgom (stimuleert de speekselsecretie).
Spoel vast voedsel weg met vocht.
Gebruik voedingsmiddelen die water bevatten zoals vruchten en ijs.
Maak droge voedingsmiddelen mals met boter, saus of bouillon
Dompel brood onder in koffie of thee.
Vermijd irriterende stoffen: te warme, te gekruide, te zure spijzen, alcohol en tabak.
Bevochtig de lucht in de kamer.
Bevochtig de lippen en houd deze soepel.
Gebruik eventueel kunstspeeksel (v.b. Xialène, Glandosan). Werkwijze: Bevochtig de
mondholte door de vloeistof met de tong in de mond te verspreiden en het over-
schot door te slikken. Deze procedure moet herhaald worden zodra de mond op-
nieuw droog wordt .
Gebruik bevochtigingsgel (bv. Oral balance) om de genezing van een droge mond te
bevorderen. Deze gel verzacht en beschermt droge mondweefsels tegen lichte irrita-
tie, jeuk en branderig gevoel en zal slechte adem en onaangename smaak in de mond
neutraliseren. Deze gel kan ook genomen worden voor de maaltijd zodat het voedsel
beter glijdt.
Raadpleeg je behandelende arts hieromtrent.
21
Ontsteking van het mondslijmvlies of stomatitis
Voordat er iets te zien is van een ontsteking van het mondslijmvlies, kan je last hebben
van:
pijn bij eten, drinken en spreken
pijn bij het indoen van de gebitsprothese
overgevoeligheid voor hete/koude drank en voedsel
ongemak en branderig gevoel bij het eten van gekruide of zure spijzen
smaakverandering
Daarnaast kan je in een later stadium verandering in de mond zien, variërend van rood-
heid, zwellingen, zweertjes met eventueel geel/witte plekjes, bloeding,
beslagen tong, slechte adem en taai speeksel.
Behandeling van stomatitis:
Mechanische reiniging blijft steeds belangrijk, met een zachte tandenborstel of met
kompressen en fysiologisch zout minstens 4 x/dag.
Pas mondspoelingen toe:
• Zoutoplossing (1 koffielepel in 3/4 glaswater) irriteert niet, is kosteloos, geeft
geen slechte smaak en bevordert de genezing.
• GebruiksklareoplossingenalsHextril,Corsodyl,Isobetadinemondwater.Dezezijn
werkzaam tegen bacteriën, gisten en schimmels.
Werkwijze:
De mond minimaal 4 maal daags krachtig met bolle wangen spoelen gedurende 1 mi-
nuut (vloeistof niet doorslikken). Na het spoelen gedurende 1 uur geen tanden poet-
sen, eten of drinken (i.v.m. werkzaamheid).
Laat je gebitsprothese ‘s nachts uit om verdere irritatie van het mondslijmvlies te
voorkomen.
Zuig op ijsblokjes.
Gebruik vaker kleine maaltijden in plaats van drie grote maaltijden.
Drink veel bij de maaltijd. Gebruik eventueel dikke, kort geknipte rietjes.
Gebruik gemalen of vloeibaar voedsel.
Vermijd hete, zure, gekruide spijzen.
Aan te raden voedingswaren zijn: warme thee met suiker, botermelk, milkshakes, bruin
22 Chemotherapie
tafelbier (bij overdreven slijmvorming), soep, rijst, zachte groenten, ijs, pudding,...
Opgelet: melk kan hinderlijke slijmen veroorzaken. Gebruik eventueel wat honing. Ver-
zuurde melkproducten zoals yoghurt en sojaproducten veroorzaken minder slijmvor-
ming. Koude gerechten zoals ijs worden vaak als aangenaam ervaren.
Gebruik in overleg met de arts pijnstillende medicatie
Ook lasertherapie kan helpen bij de behandeling van stomatitis. Bij de oncocoach kan
je terecht voor meer uitleg.
Schimmelinfecties
Een schimmelinfectie herken je aan:
wit brokkelig beslag dat niet weg te schrapen is
soms roodheid en zwelling in de mond
pijnlijk droge mond met slikklachten
ontsteking in de mondhoeken
soms pijn achter het borstbeen als de infectie in de slokdarm zit
Behandeling van een schimmelinfectie:
Goede mondverzorging.
Spoel je mond vier maal daags gedurende 1 minuut krachtig met chloorhexidine (ge-
bruiksklare oplossing).
Draag je gebitsprothese zo weinig mogelijk, indien je dit toch wenst plaats dan het
gebit dagelijks gedurende 1 minuut in een bakje met Chloorhexidine.
Strijk je gebitsprothese 2x/week in met een anti-schimmelpreparaat, bv. Daktarin
orale gel.
Gebruik 4 tot 6 keer per dag 2 pipetjes of 5 ml Nystatine. Werkwijze: De Nystatine
moet met de tong goed door de mond verspreid worden en daarna doorgeslikt worden.
Opgelet: Nystatine heft de werking van Chloorhexidine op. Laat steeds een pauze van
minstens 30 minuten tussen beide producten. Zo nodig zal je arts je medicatie voor-
schrijven.
Beslagen tong
Het is mogelijk dat er een wit of zwart beslag op de tong ontstaat. Er bestaat een spe-
ciale tongspatel (Halita) die je kan gebruiken om dit beslag van je tong te verwijderen.
23
Maak hier echter geen gebruik van als je wondjes hebt in de mond. Vraag hierover meer
informatie aan de verpleegkundigen van de afdeling. Indien nodig zal je arts je medicatie
voorschrijven.
Lasertherapie
Ontsteking van het mondslijmvlies kan worden behandeld met een laser. Het behan-
delen van stomatitis met de laser heeft een bewezen, hoge doeltreffendheid en geen
nevenwerkingen. Overdosering is onmogelijk. Laseren heeft vaak onmiddellijk resultaat
en werkt pijnverlichtend waardoor je beter kan eten en drinken.
Wat is een laser?
De naam ‘laser’ is een afkorting van Light Amplification by Stimulated Emission of
Radiation. Een laser is een lichtbron die een smalle, evenwijdige bundel elektromag-
netische straling uitzendt van één of enkele golflengten. De laser die wij gebruiken,
werkt zonder warmtestijging (athermisch). Dit wil zeggen dat de behandeling pijnloos
en zonder nevenwerkingen verloopt.
Werking
De werking van de laser wordt gekenmerkt door de fotonische energie in de weefsels
door een foto-elektrisch effect op de proteïnen. Laserlicht zorgt ervoor dat er meer
energie beschikbaar komt, waardoor de cel actiever wordt.
Hierdoor worden celfuncties gestimuleerd, met name de celpomp wordt geactiveerd,
waardoor zure afvalproducten uit de cel verwijderd worden en celherstel versneld
wordt.
Effecten:• activeringvanhetafweermechanisme
• activeringvaneensysteem(collageensynthese)zodatletselssneller
zullen herstellen
• ontstekingsremmend
• verbeteringbloedcirculatie
• pijnstillend
Praktische informatie
Tijdens een korte, pijnloze behandeling van 6 minuten in een verduisterde kamer wor-
den de letsels in de mond behandeld met een optische pen. Ook preventief kan de
Chemotherapie24
laser worden toegepast. Tijdens de behandeling draag je een beschermende oogbril
om oogletsels te voorkomen.
Voordelen
Lasertherapie heeft tal van voordelen. Het voorkomt de verlenging van de opname-
duur door mondproblemen, en verbetert je kwaliteit van leven doordat je beter kan
eten, drinken, spreken en slapen. De behandelng is pijnloos en kort en heeft een posi-
tieve invloed op het verloop van je ziekte.
Voor meer informatie kan je contact opnemen met de physician assistant of de onco-
coaches.
Tandartsbezoek
Het is mogelijk dat je tijdens de behandeling gevoeliger bent voor infecties en bloedin-
gen. Daarom bezoek je je tandarts best voordat je start met de chemotherapie of tijdens
de derde week na de chemotherapie, wanneer je bloedcellen terug hoger zijn.
Als je toch gedurende je behandeling met chemotherapie de tandarts bezoekt, is het
belangrijk je tandarts in te lichten.
7. Jouw therapie
In overleg met je arts wordt het beste type chemotherapie voor jou bepaald.
Uitleg over jouw chemotherapeutische geneesmiddelen en hun bijwerkingen krijg je op
de afdeling B5, oncologie. Je kan de pagina’s hier bijvoegen.
25
Nota’s
Op deze pagina’s kan je alle vragen die je wil stellen noteren of persoonlijke nota’s maken.
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
Chemotherapie26
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
27
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................