x x = -1 x =5 (2, 9) y = x 2 - 4x - 5 y = -x 2 +4x +5 y = -3x 2 + 18x - 15 y = -x 2 +6x - 5 -2x - 7 ≥ 3x +8 x ≤-3 x ≥-3 x ≤ 1 x ≥ 1 30% 0.3 1.3 0.3 0.7 c ab + a bc c + a ab 2 c c 2 + a 2 ab 2 c c + a ab + bc c 2 + a 2 abc y = ax + b y = -2ax + b K L M N x y K L M N
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
IJkingstoets Basiskennis wiskunde HIR 2020
Basiskennis wiskunde
Vraag 1
Wat is de vergelijking van de parabool die de x-as snijdt in x = −1 en x = 5 en die als top het punt
(2, 9) heeft?
(A) y = x2 − 4x− 5 (B) y = −x2 + 4x+ 5 (C) y = −3x2 + 18x− 15 (D) y = −x2 + 6x− 5
Vraag 2
Hoe kunnen we de ongelijkheid −2x− 7 ≥ 3x+ 8 herschrijven?
(A) x ≤ −3 (B) x ≥ −3 (C) x ≤ 1 (D) x ≥ 1
Vraag 3
Een afname met 30% komt overeen met:
(A) delen door 0.3 (B) delen door 1.3 (C) vermenigvuldigen met 0.3 (D) vermenigvuldigen met 0.7
Vraag 4
Vereenvoudig naar 1 breuk:c
ab+a
bc
(A)c+ a
ab2c(B)
c2 + a2
ab2c(C)
c+ a
ab+ bc(D)
c2 + a2
abc
Vraag 5
De vette lijn op de bijgevoegde �guur is de gra�ek
van de eerstegraadsfunctie y = ax+ b. Eén van de
getekende rechten is de gra�ek van de eerstegraads-
functie y = −2ax+ b. Welke?
(A) rechte K
(B) rechte L
(C) rechte M
(D) rechte N
x
y
K
L
M
N
1
IJkingstoets Basiskennis wiskunde HIR 2020
Vraag 6
Voor welke reële waarden van a en b is voldaan aan: (a− b)2 = a2 − b2?
(A) voor elke waarde van a en b (B) enkel als a = b = 0 (C) enkel als b = 0 (D) als b = a of b = 0
Vraag 7
Bereken√a als
a =2
13 ·√128
6√32
(A)√a = 6√2 (B)
√a = 3√2 (C)
√a = 2 (D)
√a = 2
√2
Vraag 8
We bekijken de natuurlijke getallen gevormd door de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 in alle mogelijke volgordes
te plaatsen zonder herhaling van cijfers (bijvoorbeeld: het getal 32 541). Elk getal bestaat dus uit 5
cijfers. Welk percentage van deze getallen is deelbaar door 3?
(A) 20% (B) 33% (C) 50% (D) 100%
Vraag 9
20% van de Belgen rookt en 70% van de rokende Belgen zijn mannen. Hoeveel procent van de Belgen
zijn vrouwen die roken?
(A) 6% (B) 10% (C) 14% (D) 30%
Vraag 10
Bepaal cos(2α) als je weet dat sin(α) = −1
3.
(A) −7
9(B)
7
9(C)
2√2
3(D) −4
√2
9
Vraag 11
Hoeveel verschillende (mogelijk niet bestaande) `woorden' kan je maken met alle letters, eveneens in
dezelfde aantallen dus, van
MISSISSIPPI
(A) 32 (B) 110 (C) 34 650 (D) 11!
Vraag 12
Beschouw de veelterm p(x) = 4x5 − 4x4 + ax3 + bx2 + 4x + 24. De parameters a en b zijn zodanig
gekozen dat deze veelterm deelbaar is door 4(x−3)(x+2). Welk van de volgende uitspraken is geldig?
2
IJkingstoets Basiskennis wiskunde HIR 2020
(A) p(−2) < p(0) < p(3)
(B) p(−2) > p(0) > p(3)
(C) p(−2) = p(3) > p(0)
(D) p(−2) = p(3) < p(0)
Vraag 13
Beschouw twee punten A en B op een cirkel, waarvan geweten is dat de hoek gevormd door de half-
rechten die deze punten met het middelpunt verbinden kleiner is danπ
2. Door A tekenen we de raaklijn
aan de cirkel. Door B beschouwen we de rechte die B met het middelpunt van de cirkel verbindt. Het
snijpunt van beide rechten ligt op 9 cm van A en op 3 cm van B. Bereken hieruit de straal van de
cirkel.
(A) 6 cm (B) 12 cm (C) 18 cm (D) 24 cm
Vraag 14
Jan was 10 jaar geleden drie keer zo oud als zijn dochter Hanne. Nu is hij 2 jaar ouder dan het dubbele
van de huidige leeftijd van Hanne. Hoe oud is Hanne nu?