2012
2012
Colofon
UitgaveHogeschool LeidenZernikedreef 112333 CK LeidenTelefoon 071 518 88 00Fax 071 518 88 [email protected]
Redactie en eindredactieMarketing en Communicatie, Hogeschool Leiden
VormgevingCreja ontwerpenT2 Ontwerp
FotografieHielco Kuipers
Oplage30
Jaarverslag 2012 1
Inhoudsopgave
VOORWOORD ..............................................................................................................................................................................................................2
I JAARVERSLAG
VISIE, MISSIE, DOELSTELLINGEN ..........................................................................................................................................................................5
ALGEMENE ONTWIKKELINGEN .......................................................................................................................................................................... 10
TALENTEN ONTWIKKELEN ................................................................................................................................................................................... 13
TALENT VOOR TALENT ........................................................................................................................................................................................... 20
‘JE MOET ZE VAN HOGESCHOOL LEIDEN HEBBEN’ .................................................................................................................................... 24
UITSTEKENDE CAMPUS VOOR LEREN EN WERKEN .................................................................................................................................... 34
VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT ......................................................................................................................................................................... 39
INTERNE ORGANISATIE.......................................................................................................................................................................................... 46
SOCIAAL VERSLAG .................................................................................................................................................................................................. 48
GEGEVENS PERSONEEL ......................................................................................................................................................................................... 52
FINANCIEEL VERSLAG ............................................................................................................................................................................................ 75
GEGEVENS ORGANISATIE ..................................................................................................................................................................................... 84
ORGANISATIESCHEMA .......................................................................................................................................................................................... 87
STUDENTGEGEVENS ............................................................................................................................................................................................... 88
II JAARREKENING
BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ...................................................................................................................................................................... 96
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2012 EN DE VERGELIJKENDE CIJFERS 2011 ..................................................................................... 97
KASSTROOMOVERZICHT 2012 EN DE VERGELIJKENDE CIJFERS 2011 ............................................................................................... 98
TOELICHTING OP DE JAARREKENING 2012 ................................................................................................................................................... 99
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS ...................................................................................................104
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN .................................................................................................111
MODEL G-G1 VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE .......................................................112
MODEL G2-A AFLOPEND PER ULTIMO VERSLAGJAAR ...........................................................................................................................112
MODEL G2-B DOORLOPEND TOT IN EEN VOLGEND VERSLAGJAAR .................................................................................................112
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN ......................................................113
ACCOUNTANTSHONORARIA .............................................................................................................................................................................119
MODEL E: VERBONDEN PARTIJEN ...................................................................................................................................................................120
WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS ............................................................121
MODEL H: BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS .........................................................................................122
ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING .................................................................................................................................................123
IIA OVERIGE GEGEVENS
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT ...............................................................................................125
BESTEMMING SALDO BATEN EN LASTEN ....................................................................................................................................................127
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM .........................................................................................................................................................128
GEGEVENS RECHTSPERSOON ...........................................................................................................................................................................129
III BIJLAGEN
FSR-FINANCIELE SPECIFICATIE RIJKSSUBSIDIES (HD) ............................................................................................................................131
2 Hogeschool Leiden
Voorwoord
Voor u ligt het verantwoordingsdocument van Hogeschool Leiden over het jaar 2012.
Afgelopen jaar is een nieuw instellingsplan Talent voor Talent van start gegaan voor de periode 2012-2016. Het nieuwe plan
vloeit logisch voort uit het vorige instellingsplan. De ingezette koers in 2008 blijft gehandhaafd, waarbij de focus nu meer
op groei in kwaliteit ligt. Dit houdt voor ons onder andere in: terugdringing van uitval en verbetering van rendementen en
verdere groei in professioneel handelen van docenten en medewerkers. Er is in 2012 een nieuwe onderwijsvisie opgesteld.
Deze geldt als uitgangspunt voor beleidsinitiatieven en maatregelen om verbetering in kwaliteit te realiseren.
Tevens hebben wij met het nieuwe instellingsplan de profilering van Hogeschool Leiden geëxpliciteerd. Het profiel
van Hogeschool Leiden kenmerkt zich door drie thema’s: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Binnen elk thema
is een aantal opleidingen gebundeld en wordt onderzoek verricht in lectoraten die zich verhouden tot het thema.
Door de bundeling en wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en werkveld ontstaan expertisecentra, die een
breder (maatschappelijk) doel dienen dan sec het opleiden van goedgekwalificeerde professionals ten behoeve van
de arbeidsmarkt. Onze betrokkenheid bij de maatschappij komt tevens tot uiting in de onderwerpen die wij in onze
opleidingen centraal stellen. Belangrijke thema’s als internationalisering, diversiteit en duurzaamheid zijn als rode draden in
ons onderwijs verweven.
In 2012 hebben wij meegedaan in het proces om te komen tot prestatieafspraken met de minister van OCW. Deze
prestatieafspraken sluiten naadloos aan bij het nieuwe instellingsplan. Omdat deze afspraken gemaakt zijn ten behoeve van
rijksbekostiging 2013 e.v., wordt er in onderhavig jaarverslag geen nadere informatie over gegeven.
Onderhavig document is opgesteld conform de indeling van het nieuwe instellingsplan. Tevens is een vergelijking
opgenomen met het vorige instellingsplan. De vier kernambities uit het instellingsplan zijn richtinggevend voor het beleid
van de hogeschool. Van talentontwikkeling en maatwerk in het initiële onderwijs tot gedegen praktijkgericht onderzoek,
zodat het afnemend werkveld zegt ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben’. Van professionalisering van docenten en
medewerkers tot een uitstekende campus om te leren en te werken. Ieder hoofdstuk in dit jaarverslag gaat over een van de
vier onderwerpen die de betreffende kernambities adresseren.
Een belangrijk moment in 2012 is de Instellingstoets geweest, die in het najaar plaatsvond. Dit vroeg de nodige
voorbereiding, dat met vereende krachten en harmonieuze samenwerking tot stand is gebracht. Wij kijken hier met een
positief gevoel op terug, ongeacht de uitslag.
Jaarverslag 2012 3
Vaststelling jaarstukken
De jaarstukken zijn vastgesteld op 15 mei 2013 door het College van Bestuur van Hogeschool Leiden.
Leiden,
Paul van Maanen Agnita Mur
Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur
In 2012 is definitief besloten om de opleidingen van Hogeschool Helicon over te nemen en is de integratie van de
opleidingen in de organisatie gestart. Per 1 januari 2013 heeft Hogeschool Leiden hiermee drie nieuwe loten aan de stam:
Vrijeschool pabo (opleidingsvariant van de pabo), Docent Muziek en Docent Dans/Euritmie.
Er is afgelopen jaar veel werk verzet. Docenten, studenten, medewerkers, iedereen heeft zich hier voor de volle honderd
procent ingezet, waarvoor veel dank. Wij blijven docenten en medewerkers uitdagen om met betrokkenheid hun
bijdrage te leveren. Ook extern zoekt de hogeschool continu naar partners die participeren bij de vernieuwing van
opleidingsconcepten. Dat het werkveld zegt ‘je moet ze van Hogeschool Leiden hebben’ blijft onze drijfveer. Ook in 2013
volgen wij met zijn allen vol passie deze ingezette koers.
Hartelijke groet,
Paul van Maanen en Agnita Mur
College van Bestuur
4 Hogeschool Leiden
JaarverslagDeel I
Jaarverslag 2012 5
Visie, missie, doelstellingen
In 2012 liep de periode van het instellingsplan 2008-2012 af en is een nieuw instellingsplan 2012-2016 vastgesteld. De
uitgezette koers uit het vorige instellingsplan is doorgezet in het nieuwe instellingsplan. In de vorige periode lag de focus
vooral op de inrichting van een professionele organisatie, zowel qua bedrijfsvoering als qua onderwijsorganisatie. Nu is de
aandacht vooral gericht op kwaliteitsverhoging.
Missie
Ons onderwijs daagt studenten uit het beste uit zichzelf te halen en zich maximaal te ontplooien. Wij leveren de beste
beroepsbeoefenaren aan het werkveld. Wij dragen bij aan kennisontwikkeling en innovatie van de beroepspraktijk door
uitstekend toegepast onderzoek en kennisvalorisatie.
Visie
Hogeschool Leiden is een regionaal georiënteerde en op enkele onderdelen een landelijk unieke kennisinstelling in het hart
van de randstad. Hogeschool Leiden richt zich vooral op het verzorgen van een beperkt aantal voltijdse bacheloropleidingen
waarbinnen toegepast onderzoek een belangrijke plaats inneemt. Dit onderzoek wordt in samenwerking met het
omringende werkveld vormgegeven. Deeltijdopleidingen en activiteiten in het kader van ‘een leven lang leren’ worden
aangeboden indien er sprake is van een uitdrukkelijke vraag uit het werkveld. De binding met de stad Leiden en de regio is
groot door samenwerking met partners op de lokale en regionale arbeidsmarkt.
In enkele sectoren manifesteren wij onze opgebouwde expertise ook landelijk. Wij zien het als onze maatschappelijke
opdracht om onderwijs en toegepast onderzoek te verzorgen dat voor de maatschappij toegevoegde waarde heeft. Bij alle
opleidingen speelt kennisvalorisatie een rol. Wij zoeken nadrukkelijk samenwerking met de mbo-instellingen in onze regio
om zorg te dragen voor doorgaande leerlijnen in het beroepsonderwijs. Wij werken tevens samen met de faculteiten van de
Universiteit Leiden.
Drie gebieden zijn kenmerkend voor de thematische profilering van Hogeschool Leiden: Jeugd, Life Sciences en
Gezondheidszorg. Het zijn de gebieden waarop wij een beperkt aantal masteropleidingen en lectoraten vormgeven en waar
extra nadruk ligt op kennisvalorisatie. Wij verzorgen beroepsopleidingen en leiden startbekwame beroepsbeoefenaren op
voor de arbeidsmarkt. Het is voor ons van belang dat het werkveld zegt: ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben.’ Onze
afgestudeerden hebben geleerd hun kennis en vaardigheden actueel te houden en ze hebben zich breder ontwikkeld
dan wat er mogelijk was alleen binnen de opleiding die ze gevolgd hebben. Ze zijn nieuwsgierig en ondernemend, ze
staan open voor de mening van anderen en kunnen samenwerken. Daarnaast zijn ze internationaal georiënteerd en
maatschappelijk bewust.
We staan voor kwaliteit. Wij streven een hoog kwaliteitsniveau na en zijn daarop aanspreekbaar. Een doeltreffend systeem
van kwaliteitszorg stelt ons hiertoe in staat en maakt het mogelijk om structureel te sturen vanuit onderwijsdoelen en
strategische plannen. Kwaliteit is hierbij ons kompas. We leggen de lat hoog en we verwachten ook een grote inzet van
onze studenten. Ze weten wat ze willen bereiken en worden hier intensief bij begeleid. Omgekeerd kunnen onze studenten
ook hoge eisen aan ons stellen. Het werkveld is op zoek naar innovatieve kracht. Die kunnen wij de student meegeven en
daartoe zijn wij in staat door inspirerend en goed onderwijs.
6 Hogeschool Leiden
Wij kiezen ervoor de huidige omvang van het aantal studenten te stabiliseren. Dit betekent dat er instrumenten zullen
worden ontwikkeld en geïmplementeerd om de omvang te beheersen. Het gaat hierbij om intensieve voorlichting die
ertoe zal leiden dat aankomende studenten de juiste opleidingskeuze zullen maken. Daarnaast zullen er selecterende
maatregelen genomen worden.
Kernwaarden: passie, talent en menselijke maat
Binnen Hogeschool Leiden wordt gewerkt vanuit passie, talent en menselijke maat. Vanuit respect voor de ander zijn
wij betrokken bij de samenleving, betrokken bij het werkveld, betrokken bij ons vak. Onze passie blijkt onder meer uit
onze betrokkenheid bij de maatschappij en die komt tot uiting in de onderwerpen die wij in onze opleidingen centraal
zetten. Daarom zijn belangrijke thema’s zoals internationalisering, diversiteit en duurzaamheid in ons onderwijs verweven.
Persoonlijk contact is cruciaal voor ons onderwijs en ons werk. Persoonlijk contact waarin we elkaar niet alleen bemoedigen
om een talent te ontwikkelen, maar waarin we elkaar ook opbouwend kritisch en respectvol aanspreken en professionele
feedback geven. De ontwikkeling van het talent van onze studenten en medewerkers is de leidraad voor het succes van
het onderwijs dat wij aanbieden. Wij halen het beste in onszelf en de ander naar boven. Wij gaan voor menselijke maat; wij
kennen elkaar; het is mogelijk om eigenheid te tonen en eigen’wijs’ te zijn.
Doelstellingen
Omdat het nieuwe instellingsplan voortborduurt op het oude instellingsplan is ter vergelijking een overzicht opgenomen
met doelstellingen uit beide plannen. Terugkijkend op de periode van het oude instellingsplan is Hogeschool Leiden
erin geslaagd om alle geformuleerde doelstellingen te realiseren behalve als het gaat om de doelstelling ten aanzien
van contractactiviteiten. Hier is ander beleid op geformuleerd naar aanleiding van de economische ontwikkelingen en is
besloten niet langer te investeren in contractactiviteiten. Daarnaast zijn er geen acht masteropleidingen gerealiseerd, mede
als gevolg van onduidelijk arbeidsmarktperspectief.
Met het nieuwe instellingsplan is ervoor gekozen om voort te gaan op de ingezette koers. Hierbij zijn de ambities
‘Goed onderwijs van formaat’ en ‘Talentontwikkeling – eigentijds en op maat’ opnieuw verwoord in de ambitie ‘Talenten
ontwikkelen’. De ambities ‘Innovatie door state-of-the-art praktijkonderzoek’ en ‘Dialoog en co-creatie met partners en
stakeholders’ zijn gebundeld in de ambitie ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben’.
Jaarverslag 2012 7
IP 2008-20126 ambities met 14 doelstellingen Realisatie
IP 2012-20164 ambities met 21 doelstellingen
Goed hoger onderwijs van formaat1. In 2012 is hogeschoolbreed een
kwaliteitsmanagementsysteem operationeel. Dit systeem omvat tenminste documentmanagement, procesmanagement, planning & control, probleem- en wijzigingenbeheer en periodieke tevredenheidsonderzoeken.
2. In 2012 hanteert elke opleiding een competentiematrix als uitgangspunt voor de ontwikkeling, toetsing en examinering van competenties, in overleg met het werkveld ontwikkeld en onafhankelijk van het onderwijs toegepast.
√
√
Talenten ontwikkelen1. In 2016 staan alle opleidingen van Hogeschool
Leiden in de top 5 van de Keuzegids voorde thema’s ‘toetsing’, ‘voorbereiding op de loopbaan’, ‘docenten’ en ‘programma’.
2. In 2016 is de studenttevredenheid in de Nationale Studenten Enquête minimaal een 6,3op het onderdeel ‘Studeren met een functiebeperking’.
3. Elke opleiding heeft in 2016 gedifferentieerde leerroutes, passend bij de diversiteit van deinstroom.
4. In 2016 wordt er gestuurd op talent en motivatie van studenten bij het aannamebeleid,de SLB-begeleiding, de voorbereiding op de arbeidsmarkt en door een voorlichting endoor intake- en assessmentgesprekken.
5. In 2016 is het diplomarendement en propedeuserendement minstens verbeterd tenopzichte van 2011.
6. In 2013 is expliciet beleid geformuleerd ten aanzien van de invulling van het thema‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’. In 2016 is dit beleid binnen de hele hogeschool geïmplementeerd.
7. In 2016 organiseert elke opleiding een alumniactiviteit, waarbij zij met minstens tienbedrijven of instellingen met HL-alumni in dienst, uitwisselt hoe het onderwijs zich (in brede zin) ontwikkelt.
Talentontwikkeling – eigentijds en op maat3. In 2012 vormt studieloopbaanbegeleiding
als didactische werkvorm een van de pijlers binnen elke opleiding. Onder studieloopbaanbegeleiding wordt in brede zin verstaan de begeleiding van studeren, talent-/competentieontwikkeling en loopbaanoriëntatie.
4. In 2012 ontwikkelt elke opleiding samen met een of meer andere opleiding(en) een minor. Studenten hebben in principe toegang tot alle minoren binnen de hogeschool. Voorlichting over inhoud, aanpak en eindtermen maakt een goede keuze mogelijk.
5. In 2012 kent elke opleiding voldoende differentiatie aan leerroutes en -vormen om aan te sluiten op de diversiteit aan in-, door- en uitstroom, inclusief uitdagende plusprogramma’s voor elke student.
√
√
√
(niet bij elke opleiding)
8 Hogeschool Leiden
IP 2008-20126 ambities met 14 doelstellingen Realisatie
IP 2012-20164 ambities met 21 doelstellingen
Lerende organisatie van professionals6. In 2012 biedt Hogeschool Leiden
aan alle medewerkers uitgebreide mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en professionalisering, tenminste gericht op didactiek en pedagogiek, toetsing, praktijkonderzoek, coaching en studieloopbaanbegeleiding in brede zin, projectmanagement en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk.
7. In 2012 initieert of participeert elke opleiding jaarlijks in drie of meer interdisciplinaire samenwerkingsverbanden waarbij docenten, studenten en werkveld samenwerken op het gebied van onderwijs, praktijkonderzoek of innovatieprojecten.
√/-
√
Talent voor Talent8. In 2016 heeft iedere docent een erkend
PDV-certificaat en voldoet aan de HL-basis docentcompetenties (toetsvaardigheden, onderzoeksvaardigheden, activerende werkvormen, etc.)
9. In 2016 wordt iedere docent door de studenten gemiddeld met een 7 beoordeeld met name op het gebied van de wijze van (inspirerend) lesgeven en het effectief gebruiken van digitale media in de context van het toekomstige beroep.
10. Vanaf 2016 werken alle docenten op ten minste masterniveau en zijn alle docenten vakbekwaam. Nieuwe docenten hebben minimaal masterniveau of zullen dat binnen twee jaar bereiken. We streven ernaar dat 80% van de docenten een masterdiploma of PhD heeft.
11. In 2016 is er binnen elke opleiding sprake van diversiteit binnen het docententeam. Binnen het team zijn docenten werkzaam vanuit verschillende werkvelden, met verschillende onderzoeksgebieden en met een verschillende scholingsachtergrond.
12. Vanaf 2013 is scholingsbeleid op het gebied van stages, masteropleidingen, PhD geïmplementeerd.
Jaarverslag 2012 9
IP 2008-20126 ambities met 14 doelstellingen Realisatie
IP 2012-20164 ambities met 21 doelstellingen
Innovatie door state-of-the-art praktijkonderzoek8. In 2012 zijn in totaal tien tot twaalf lectoraten
operationeel en acht masteropleidingen gestart, waarvan twee bekostigd. Een of twee lectoraten richten zich specifiek op hogeschoolbrede (onderwijskundige) thema’s. Hogeschool Leiden profileert zich op drie tot vijf speerpunten.
9. In 2012 vormt innovatie door praktijkgericht onderzoek als didactische werkvorm een van de pijlers binnen elke opleiding. Elk curriculum omvat onderzoeksvaardigheden met een afrondend praktijkgericht onderzoek met een omvang van 15 EC.
√
(m.u.v. de
master-
opleidingen)
√
‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben’13. In 2013 beheerst iedere gediplomeerde de
elementaire beginselen van kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek en is in staat door anderen verricht onderzoek op waarde te schatten.
14. Vanaf 2014 wordt de onderzoeksfunctie jaarlijks geëvalueerd.
15. In 2013 zijn de lectoraten en lectoren zichtbaar en kunnen zij door samenwerken een toegevoegde waarde aantonen voor de vernieuwing van ons onderwijs, de innovatie van de beroepspraktijk én de professionalisering van onze studenten en medewerkers.
16. In 2013 werken lectoren en kenniskringen gezamenlijk met het beroepenveld en studenten aan het oplossen van vraagstukken uit de beroepspraktijk en publiceren over de resultaten van hun onderzoek.
17. In 2016 worden de drie genoemde kennisgebieden van Hogeschool Leiden (h)erkend in de regio.
Dialoog en co-creatie met partners en stakeholders10. In 2012 ontwikkelen alle opleidingen
leerwerkomgevingen en leerwerkprogramma’s vanuit co-creatie samen met het werkveld en/of toeleverend onderwijs.
11. In 2012 werkt jaarlijks vanuit elke opleiding tenminste 12,5 procent aan fte van docenten direct in de beroepspraktijk. Daarnaast werken professionals uit de beroepspraktijk voor dezelfde omvang aan fte in ons onderwijs. Doel is deskundigheidsbevordering.
12. In 2012 bestaat binnen elk cluster de totale begroting uit tenminste 25 procent voor contractactiviteiten bovenop de begroting voor initieel onderwijs.
√
√
-
Uitstekende campus voor leren, werken en leven13. In 2012 functioneren de huisvesting,
faciliteiten en dienstverlening vanuit uitstekende standaard dienstverlening (operational excellence) en klantgerichte dienstverlening op maat (customer intimacy).
14. In 2012 biedt Hogeschool Leiden binnen de campusvorming in de directe omgeving de benodigde faciliteiten om naast leren en werken ook de functie van leefomgeving en sociale ontmoetingsplaats te realiseren, inclusief verruiming van openingstijden.
√/-
√
Uitstekende campus voor leren en werken18. In 2016 biedt Hogeschool Leiden een digitale
leer- en werkomgeving die studenten, docenten en begeleiders uit het werkveld optimaal ondersteunt bij de kernactiviteit: het onderwijs.
19. In 2016 hebben alle opleidingen organiseerbare én studeerbare curricula en is de inzet van docenten daarop afgestemd. Voordat het studiejaar start, is het rooster voor een heel jaar beschikbaar, inclusief de toetsroosters.
20. In 2014 is de informatievoorziening op orde. Deze is uit een centrale bron afkomstig en levert adequate informatie aan die nodig is voor de interne sturing. Managementinformatie is tijdig, betrouwbaar, toegankelijk en eenduidig.
21. Onze studenten geven in 2014 aan dat de communicatie voldoet aan de verwachtingen.
10 Hogeschool Leiden
Algemene ontwikkelingen
In 2012 is een nieuw instellingsplan ‘Talent voor Talent’ geformuleerd voor de periode 2012-2016. Met dit plan wordt
doorgezet op de ingeslagen koers zoals verwoord in het vorige instellingsplan met daarbij een aantal nieuwe focuspunten.
Zo is uitdrukkelijk gekozen om de kwantitatieve groei af te remmen en in te zetten op verdere groei in kwaliteit.
Studenttevredenheid is in dit kader belangrijk. Naast de NSE meten wij zelf periodiek de tevredenheid van studenten en
medewerkers op onderdelen van de organisatie. Zo is in 2012 de dienstverlening van de Servicedesk geëvalueerd. Uit het
onderzoek bleek dat er grote tevredenheid is over deze dienstverlening. Studenten zijn van mening dat vragen adequaat
afgehandeld worden en voelen zich geholpen. Om de groei in studentenaantallen af te remmen is in 2012 besloten om
vanaf studiejaar 2013-2014 te werken met een numerus fixus, al dan niet in combinatie met decentrale selectie bij een groot
deel van de opleidingen. Alleen opleidingen met een krapte op de arbeidsmarkt hebben geen numerus fixus.
In 2012 zijn prestatieafspraken opgesteld en gemaakt met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op
basis hiervan is een Centre of expertise Genomics aangewezen. Dit betekent dat er vanaf 2013 jaarlijks een miljoen euro
beschikbaar wordt gesteld om een innovatieve alliantie aan te gaan met stakeholders en gezamenlijk een expertisecentrum
op te bouwen op het gebied Genomics.
Kwaliteitszorg
Hogeschool Leiden wil de kwaliteit van haar opleidingen garanderen en daarover verantwoording afleggen aan de
maatschappij. Belangrijk hierbij is de samenhang tussen visie en beleid en de succesvolle implementatie daarvan.
Samenwerking tussen onderwijs en onderwijsondersteunende afdelingen is hierbij cruciaal. Een doeltreffend systeem van
kwaliteitszorg stelt het management in staat om structureel te sturen vanuit onderwijsdoelen en strategische plannen.
In november 2012 heeft de instellingstoets kwaliteitszorg plaatsgevonden. Tijdens de auditdagen werd onderzocht in
hoeverre het systeem van kwaliteitszorg de samenhang tussen visie en beleid en de implementatie daarvan borgt.
In dit kader heeft een projectgroep een Normeringskader kwaliteitszorg onderwijs HL opgesteld. Hierin zijn
aandachtspunten beschreven die zijn ondergebracht in zeven overkoepelende aandachtsgebieden. Zij weerspiegelen
samen en in onderlinge samenhang de visie op de kwaliteit van het onderwijs. Op basis van het normeringskader is
een stand van zakennotitie opgesteld. Dit document kan gezien worden als een foto van de organisatie. Hierop is een
verbeterplan geschreven. Beide documenten hebben de basis gevormd voor een kritische reflectie. Met de kritische reflectie
willen we duidelijk maken waar we staan ten aanzien van de standaarden van de instellingstoets zoals door de NVAO
opgesteld en waar verbeteringen noodzakelijk, mogelijk of wenselijk zijn en hoe deze zullen worden gerealiseerd.
Eind 2012 heeft de instellingstoets kwaliteitszorg plaatsgevonden bij Hogeschool Leiden. In 2013 wordt dit oordeel van de
NVAO verwacht.
In 2012 is de opleiding Fysiotherapie opnieuw geaccrediteerd tot eind 2018. Daarnaast zijn de opleidingen Verpleegkunde,
Sociaal-Juridische Dienstverlening, Informatica en Bio-informatica gevisiteerd in het kader van accreditatie.
Het betrof bij alle opleidingen een beperkte opleidingsbeoordeling vanwege de instellingstoets in november 2012.
De verschillende visitatiecommissies hebben over alle vier opleidingen een positief advies afgegeven aan de NVAO.
Jaarverslag 2012 11
Hogeschool Leiden voert gericht beleid op versterking van de examencommissies en verbetering van de organisatie
rondom toetsing en examinering. Alle examencommissies hebben met ingang van 2012 een extern lid. Een extern lid is een
persoon die niet vanuit de eigen opleiding of cluster komt. Daarnaast is er een format jaarverslag opgesteld dat jaarlijks door
elke examencommissie ingevuld wordt en waarover het CvB met de betreffende examencommissie in gesprek gaat.
Tevens worden audits opgezet bij examencommissies met als doel de rol en verantwoordelijkheid van een
examencommissie te expliciteren en processen rondom toetsing en examinering te verbeteren. Dit beleid sluit aan bij de
aanbevelingen uit het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’ van Commissie Bruijn.
Opleidingsaanbod
In 2012 is besloten om te stoppen met een groot aantal deeltijdopleidingen. Hieraan liggen verschillende redenen ten
grondslag. Met name de terugloop van de belangstelling voor deze opleidingen is hierbij van belang, waardoor de
exploitatie moeilijker wordt. Daarbij komt dat Hogeschool Leiden niet verder wil groeien in kwantiteit en juist wil groeien in
kwaliteit. Met het stopzetten van deeltijdopleidingen is alle focus gericht op de voltijdopleidingen. Studenten die al eerder
gestart waren, kunnen hun opleiding afronden. De volgende deeltijdopleidingen hebben geen instroom meer vanaf 2012:
Rechten, Sociaal-Juridische Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening,
Kunstzinnige Therapie, Verpleegkunde en Toegepaste Psychologie.
Tevens is besloten de masteropleiding Fysiotherapie/Oefentherapie voor mensen met chronische ziekten te stoppen en
vanaf september 2012 geen nieuwe studenten meer toe te laten. De opleiding werd sinds 2008 aangeboden. Helaas is het
civiel effect beperkt gebleven, ondanks het feit dat het aantal mensen met een chronische ziekte in de toekomst toeneemt.
Gezien de economische situatie, de huidige arbeidsmarkt en de noodzakelijke kostenbesparingen in de zorg verwachtte de
opleiding geen positieve veranderingen hierin. Ondanks de tevredenheid van de afgestudeerden over de meerwaarde van
hun masterdiploma en de erkende toegevoegde waarde voor de gezondheidszorg, is de afgelopen jaren gebleken dat het
aantal aanmeldingen achterblijft bij de verwachtingen. Cluster Zorg blijft bijdragen aan de ontwikkeling en innovatie van
het beroep van fysiotherapeut. Bijvoorbeeld door het aanbieden van nascholingen en praktijkgericht onderzoek
In 2012 zijn alle voorbereidingen getroffen voor de fusie met Hogeschool Helicon. Dit betrof voorbereidingen op het
bestuurlijke-juridische vlak als op het organisatorische en operationele vlak. De fusie is geëffectueerd per 1 januari 2013.
Hiermee heeft Hogeschool Leiden twee nieuwe opleidingen, Docent Dans/Euritmie en Docent Muziek, in haar aanbod en is
de Vrijeschool Pabo als variant toegevoegd aan de opleiding Leraar basisonderwijs.
Door de antroposofische visie op opvoeden en opleiden nemen deze opleidingen een unieke positie in, in Nederland
en daarbuiten. Gezien hun karakter sluiten ze binnen Hogeschool Leiden aan bij de opleiding Kunstzinnige Therapie
en het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg. De opleidingen beschikken over betrokken, ervaren en bekwame
docententeams en kunnen zich beroepen op een traditioneel hoge studenttevredenheid.
Door de fusie heeft huisvesting in 2012 op de agenda gestaan. Omdat Hogeschool Leiden een unilocatie wil zijn, verhuizen
de opleidingen in 2013 en 2014 vanuit Zeist en Den Haag naar Leiden. De nieuwe opleidingen maken gebruik van specifieke
onderwijsfaciliteiten. Er is onderzocht hoe deze opleidingen het beste onder te brengen zijn in het gebouw en welke
betekenis dat heeft voor uitbreiding. In het voorjaar van 2013 is duidelijk geworden dat huren van een nieuw pand aan de
overkant van het hoofdgebouw de beste optie is.
Over de afsplitsing van Pabo Thomas More zijn onderhandelingen gevoerd met het bestuur van de Rotterdamse Vereniging
voor Katholiek Onderwijs. Hierover is een akkoord bereikt. Tevens heeft de NVAO een kwaliteitstoets gedaan en hierover een
12 Hogeschool Leiden
positief advies gegeven aan het Ministerie van OCW. De verwachting is dat dit in 2013 leidt tot een wijziging van de bijlage
van de Wet op het Hoger Onderwijs door toevoeging van de nieuwe hogeschool Thomas More.
Contractactiviteiten
Het beleid voor wat betreft contractactiviteiten is hogeschoolbreed in 2011 herzien, waarbij de keuze is gemaakt dat
contractactiviteiten slechts ontwikkeld worden indien dit ondersteunend is aan het primaire proces (onderwijs en
onderzoek) en gericht is op het bestaande werkveld, dit duurzaam ontwikkeld kan worden en dit altijd kostendekkend is. Dit
heeft als consequenties gehad dat bij de afdeling contractactiviteiten bij cluster Zorg afgebouwd is.
Gedeelde medezeggenschap
In 2011 is besloten om te gaan werken met gedeelde medezeggenschap. Dit betekent dat per 1 september 2012
Hogeschool Leiden beschikt over een Ondernemingsraad, een Studentenraad en een Gezamenlijke Vergadering. De reden
voor dit besluit is dat hiermee studenten een steviger medezeggenschap hebben en hun stem niet verloren gaat onder het
docentenbelang. Leden van de Studentenraad krijgen een beurs uit het profileringsfonds voor hun inzet.
Jaarverslag 2012 13
Talenten ontwikkelen
Binnen Hogeschool Leiden wordt onderwijs geboden dat gericht is op de ontwikkeling van beroepscompetenties. In een
goed gestructureerde en veilige omgeving worden studenten geprikkeld en gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen
en zich te ontwikkelen tot een kritische, onderzoekende en reflecterende professional en daarnaar te handelen. Hierbij staat
de individuele student centraal. Het ontwikkelen van zijn talent en ambities is binnen Hogeschool Leiden de drijfveer voor
goed onderwijs. Hierbij is persoonlijk contact essentieel.
Studiesucces
Hoge school Leiden kiest voor ‘leren begint met persoonlijk contact’, omdat dit een succesfactor is voor studiesucces. Het is
belangrijk dat een student zich optimaal ontwikkelt en het beste uit zichzelf haalt. Een op de individuele student afgestemde
studieloopbaan bege leiding is hierbij essentieel. Dat begint al bij de oriëntatie op en keuze van een opleiding door een
student door goede voorlichting over een studie te geven. Ook voeren we een intakegesprek om te bepalen wat de student
nodig heeft. Studenten leren door een continue uitwisseling van kennis en ervaringen met docenten en vertegenwoordigers
van het werkveld (alumni). Het werkveld is be trokken bij de vaststelling van kritische beroepssituaties en toetscriteria.
Bij verbetering van studiesucces is een belangrijke succesfactor de motivatie van de student bij de start van de opleiding.
Hoe meer tijd een student besteed aan het oriënteren, selecteren en kiezen van hun opleiding, hoe groter de kans is dat ze
de opleiding met succes volgen en afronden. Door de lector Talentmanagement wordt onderzoek gedaan naar de inzet van
instrumenten. Een instrument is het programma Kies bewust. Hierin worden studenten gestimuleerd om een open dag bij
te wonen, proef te studeren en de reality check in te vullen. Met de reality check krijgt de student een goed beeld van de
opleiding en van de beroepen waartoe wordt opgeleid en weet daarna of zijn beeld klopt met de werkelijkheid. Daarnaast zijn
in 2012 bij verschillende opleidingen ervaringen opgedaan met het houden van intakegesprekken voordat de opleiding start.
Het doel van deze gesprekken was te onderzoeken of de aankomende student met de juiste motivatie start aan de opleiding
en te achterhalen of de studiekeuze aansluit bij zijn verwachtingen. De ervaringen zijn positief en zullen in volgende
studiejaren verder uitgebreid worden en gekoppeld worden aan decentrale selectie bij een aantal opleidingen.
Binnen opleidingen worden gewerkt aan verdere versterking van de binding met studenten. Door intensiever gebruik te
maken van studentenpanels wordt sneller duidelijk waar studenten tegenaan lopen en kunnen maatregelen genomen
worden om problemen weg te halen. Ook vindt terugkoppeling plaats aan studenten. Dat dit effect heeft is goed te zien aan
de studenttevredenheid van de opleiding SPH. Deze opleiding is fors gestegen in de studenttevredenheidsenquete.
Ook andere opleidingen hebben hiermee positieve ervaringen opgedaan.
Studentendecanaat
Het studentendecanaat heeft in 2012 haar visie herrijkt en doelstellingen geformuleerd voor de komende vier jaar. Het
studentendecanaat wil zich ontwikkelen tot een zichtbaar expertisecentrum op het gebied van wet- en regelgeving,
studiefinanciering, studeren met een functiebeperking, studiekeuze en studievaardigheden. Uitgangspunt van de hogeschool
is dat het zwaartepunt van de studie(loopbaan)begeleiding bij de opleiding ligt. Een studentendecaan speelt hierbij een
aanvullende rol en treedt op als tweedelijnsfunctionaris. Hij biedt hulp, informatie, advies en begeleiding aan (aankomende)
studenten op het gebied van studie, onderwijs en studentenvoorzieningen.
Het aantal studenten dat in studiejaar 2011-2012 een beroep deed op de studentendecaan is gestegen naar ruim 11% van
het totaal aantal ingeschreven studenten. De laatste jaren was dit percentage ongeveer 8 à 9%. De meeste gesprekken
14 Hogeschool Leiden
gingen over persoonlijke omstandigheden. Hier was een stijging te zien van 32 naar 39%. Het aantal gesprekken over
studieloopbaan is afgenomen van 38 naar 29%. Het aandeel studie- en beroepskeuzegesprekken en gesprekken in verband
met functiebeperkingen zijn beide ongeveer 20%. Gesprekken over wet- en regelgeving zijn iets in aandeel toegenomen.
Studeren met een functiebeperking
In 2012 is nieuw beleid geformuleerd voor studenten met een functiebeperking. Een belangrijk nieuw element van
het nieuwe beleid is invoering van een centraal aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking en het doen
van intakegesprekken met alle studenten met een functiebeperking die zich melden. Naar voorbeeld van andere
hogescholen is ervoor gekozen het studentendecanaat in te richten als centraal aanspreekpunt en de intakegesprekken
ook door de studentendecanen te laten voeren. De studentendecaan adviseert de opleiding over de te toe te kennen
voorziening voor de student die studeert met een functiebeperking. De beslissing over toekenning wordt genomen
door de examencommissie als het gaat om toetsvoorzieningen en door de onderwijsmanager als het gaat om materiële
voorzieningen en onderwijsvoorzieningen. De extra begeleiding van (bepaalde) studenten met een functiebeperking vindt
plaats bij de opleidingen. Elk cluster heeft hiervoor vanaf het studiejaar 2012-2013 een begeleider SFb die de schakel gaat
vormen tussen het studentendecanaat en de begeleiding van studenten door de opleidingen.
Het studiejaar 2012-2013 is een pilotjaar voor de implementatie van het beleidsplan Studeren met een Functiebeperking
(SFb) 2012-2016. Doelen daarbij zijn (1) het bepalen van de grenzen van het voorzieningenpakket SFb, (2) een effectieve en
efficiënte aanvraag en uitvoering van voorzieningen en (3) de gehele PDCA-cyclus uitvoeren. Er heeft een tussenevaluatie
plaatsgevonden van de eerste ronde van intakegesprekken SFb, die conform het aangepaste beleid plaatsvindt met
studenten die behoefte hebben aan voorzieningen (anders dan de standaardvoorzieningen voor dyslexie).
Profileringsfonds
Studenten kunnen bij Hogeschool Leiden aanspraak maken op het profileringsfonds op grond van de regeling Financiële
Ondersteuning Studenten (FOS). In 2012 is de regeling opnieuw vastgesteld. Hiermee werd het ook voor leden van de
Studentenraad en van opleidingscommissies mogelijk een tegemoetkoming aan te vragen voor hun werk in Studentenraad
of opleidingscommissie. Ook zijn de beursfaciliteiten voor studenten die topsport beoefenen beter geregeld en meer
expliciet benoemd en is de aanvraagprocedure aangepast. Het aantal aanvragen is de laatste jaren steeds toegenomen.
Opvallend is de toename als gevolg van zwangerschap en familieomstandigheden.
Doelgroep Aantal studentenUitgekeerd bedrag
2012 (in €)
Scholarship niet-EER studenten 0 --
Bestuursbeurzen 8 14.047
Topsport 0 --
Afstudeerfonds 24 42.219
TOTAAL 32 56.266
Honoursprogramma
In 2012 is het derde cohort gestart met het honoursprogramma. Het honoursprogramma is bedoeld om excellente
studenten die meer uitdaging zoeken naast hun opleiding de gelegenheid te bieden ‘het beste uit zichzelf te halen’.
Binnen het honoursprogramma wordt gewerkt volgens het principe ‘duurzaam leren, duurzaam innoveren’. Binnen
projecten worden diverse vraagstukken op een multidisciplinaire wijze aangepakt. Zo heeft een groep honoursstudenten
een voorlichtingsfilm over kindermishandeling ontwikkeld, waarbij jonge kinderen uitgenodigd worden om meer
Jaarverslag 2012 15
over problemen in hun leven te praten. Dit was een opdracht van het expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en
Ontwikkeling (JSO), dat op zoek was naar een aanpak voor emotionele mishandeling. Ook is het effect van social media op
het leer- en concentratievermogen van studenten tijdens de les of college onderzocht.
Het cluster Management en Bedrijf heeft haar jaarlijkse Gusta van Bavelprijs uitgereikt aan een groep van zes
honoursstudenten voor hun inzet in Mali. Met de Gusta van Bavelprijs wordt een initiatief beloond dat zich kenmerkt door
maatschappelijke betrokkenheid en relevantie. De winnende studenten hebben gezorgd voor betere begeleiding van
gehandicapte kinderen en hun ouders in Mali en hebben een bijdrage geleverd aan het bespreekbaar maken van handicaps
in het algemeen.
HL-scriptieprijzen en VSB-fonds
Een student Bio-Informatica heeft een beurs vanuit het VSB-Fonds gekregen om gedurende twee jaar een master Infection
Biology (Applied Biotechnology) te volgen aan de Uppsala University in Zweden.
In 2012 zijn de HL-scriptieprijzen uitgereikt aan een student Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, twee studenten
van Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en een student Bio-informatica. De HL-scriptieprijs wordt jaarlijks uitgereikt
aan studenten van de drie beste eindscripties uit het voorgaande studiejaar. De beoordeling wordt gedaan door een
onafhankelijke jury van externe deskundigen.
Internationalisering
Wij werken vanuit onze visie met passie, talent en de menselijke maat, voor nu en voor de toekomst. Voor de beslissers
van morgen is het van belang dat de maatschappij als geheel toekomstige uitdagingen aangaat vanuit een duurzaam en
internationaal perspectief. Bij Hogeschool Leiden verwerven studenten de competenties om over de grenzen van de eigen
cultuur, het eigen land en het eigen vakgebied heen te kijken en te handelen naar de inzichten die dat oplevert. Ons streven
is dat stu denten van Hogeschool Leiden als persoon en als professional om kunnen gaan met een steeds verder gaande
globalisering.
Minor Global Awareness
In het jaar 2012 is de minor Global Awareness twee keer van start gegaan, in januari en in augustus. Tijdens deze minor
volgen studenten gedurende 5 weken een basisprogramma aan Hogeschool Leiden. Daarna vertrekken ze in groepjes naar
een ontwikkelingsland (o.a. Bangladesh, Ethiopie, Ghana, Honduras, Kenia, Senegal en Zambia) voor een stage. Na deze
stage komen de studenten weer terug naar Leiden waar ze een afrondingsprogramma van 2 weken volgen. In 2012 hebben
naast studenten van Hogeschool Leiden en van andere Nederlandse hogescholen, ook 5 studenten uit het buitenland
(Spanje en Denemarken) deze minor gevolgd.
GOES-beurzen
Het Go Outside Europe Scholarship (GOES) Programme is een initiatief van Hogeschool Leiden. Studenten die talentvol
zijn, geen of zeer weinig studievertraging hebben en die goed kunnen motiveren waarom ze naar het buitenland willen,
maken kans op een beurs van maximaal € 2.500. In 2012 ontvingen in totaal 5 studenten een GOES-beurs voor stages en
afstudeeropdrachten in Sydney (Australië), Paramaribo (Suriname), Dunedin (Nieuw-Zeeland), New York (Verenigde Staten)
en Curaçao.
16 Hogeschool Leiden
UNESCO jeugdtop in Oman
Hogeschool Leiden is sinds 2011 lid van het netwerk van UNESCO-scholen. Hiermee is Hogeschool Leiden het 21ste lid
van de Nederlandse tak van dit netwerk, dat wereldwijd zo’n 9000 scholen omvat. De hogeschool nam dit initiatief om
de maatschappelijke betrokkenheid die de school uitdraagt, nog meer gezicht te geven. In 2012 is een 2e-jaars studente
Commerciële Economie door UNESCO uitgekozen om in december 2012 de Muscat Youth Summit in Oman bij te wonen.
Erasmus-programma
Hogeschool Leiden neemt deel aan het Erasmus Life Long Learning Programme, waarmee de EU mobiliteit van studenten en
docenten binnen Europa wil bevorderen. In het jaar 2012 zijn in totaal 31 studenten met een Erasmusbeurs voor studie en/
of stage naar een Europese partnerinstelling geweest, terwijl 6 docenten gebruik hebben gemaakt van het teacher mobility
programme.
Buitenlandse uitwisselingsstudenten
In het studiejaar 2011-2012 hebben in totaal dertien buitenlandse uitwisselingsstudenten gedurende een semester een
Engelstalige minor of een Engelstalig tailormade programma op Hogeschool Leiden gevolgd. In het studiejaar 2012-2013
gaat het om achttien studenten. De buitenlandse uitwisselingsstudenten zijn afkomstig uit Belgie, Denemarken, Duitsland,
Italie, Hongarije, Litouwen, Polen, Spanje en Turkije.
Onderwijs
Cluster Zorg
Door de Opleiding tot Verpleegkundige zijn drie leerafdelingen gestart bij het Diaconessenhuis Leiden. Derde- en
vierdejaarsstudenten Verpleegkunde kunnen hun differentiatiefase doen in het Diaconessenhuis Leiden. Met coaching
van een werkbegeleider en praktijkopleiders voeren de studenten de zorg uit op de afdelingen: longziekten, kraam/
gynaecologie of interne geneeskunde. Het Diaconessenhuis Leiden en Hogeschool Leiden hebben hiervoor een officiële
overeenkomst getekend om deze intensieve samenwerking te bekrachtigen.
Tevens is een samenwerking aangegaan met het Rijnlands Revalidatiecentrum (RRC). Het RRC is als behandelcentrum met
ruime expertise op het gebied van medisch specialistische revalidatiegeneeskunde een interessante samenwerkingspartner
voor de hogeschool bij het opleiden van bewegingsspecialisten. Bachelorstudenten Fysiotherapie kunnen hier stagelopen
en ervaring opdoen. Masterstudenten kunnen hier onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van behandelmethoden. Deze
kennisuitwisseling leidt tot optimalisatie van revalidatiebehandelingen.
De opleiding Kunstzinnige Therapie bestaat 20 jaar. Inmiddels is de opleiding niet meer weg te denken uit de
antroposofische gezondheidszorg. Gezamenlijk met de beroepsvereniging NVKToag heeft de opleiding het symposium
“De kracht van kunst in therapie” georganiseerd om het jubileum te vieren. Hieraan namen beroepsbeoefenaren uit diverse
werkvelden deel. De toepassingen van de kunstzinnige therapie worden steeds breder gewaardeerd; afgestudeerden
vinden niet alleen werk in de zorg, maar ook steeds vaker bij bedrijven. De opleiding heeft een nieuwe opleidingsvariant
Spraak en Drama ontwikkeld. Deze variant start bij voldoende vooraanmeldingen in september 2013.
In 2012 zijn verkennende gesprekken gestart met diverse zorginstellingen met betrekking tot het starten van een Zorg
Innovatie Centrum (ZIC). Dit betreft een zorginnovatieconcept dat betrekking heeft op zowel de zorgverlening, de wijze
waarop dit georganiseerd wordt als op de opleidingen van diegene die de zorg verlenen. Er wordt gekeken door middel van
praktijkgericht onderzoek wat de optimale zorg is en hoe de opleiding van de beroepskolom verbeterd en ontwikkeld kan
worden.
Jaarverslag 2012 17
In 2012 is de masteropleiding Advanced Nursing Practice (ANP) toegankelijker geworden omdat de toelating is versoepeld
(2 jaar werkervaring in plaats van 4 jaar). Ook is het aantal opleidingsplaatsen verruimd. De versoepeling van de toelating
sluit aan bij de beslissing van het ministerie van OCW om het aantal opleidingsplaatsen voor Nurse Practicioners te
verhogen. De relatief nieuwe zorgfunctie (Verpleegkundig Specialist) heeft aantoonbaar gezorgd voor een terugdringing
van de werkdruk en wachtlijsten in de zorg.
In het kader van de Zorgacademie Leiden, een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Leiden en het Leids Universitair
Medisch Centrum, het ROC Leiden en het ROC ID College, is in 2012 gestart met de implementatiefase het project
Doorgaande leerlijn. De onderwijsprogramma’s niveau 4 en 5, die ontwikkeld zijn om een efficiënte aansluiting tussen mbo-
verpleging en hbo-verpleegkunde te realiseren, worden voor het eerst aangeboden.
In 2012 is een audit geweest van het project. Deze audit is uitgevoerd door het Platform Beroepsonderwijs waarbij
onderzocht is of de subsidiemiddelen recht- en doelmatig besteed zijn. Het oordeel was positief en een aantal
aanbevelingen zijn gedaan.
Cluster Social Work & Toegepaste Psychologie
De master Jeugdzorg is een initiatief van het lectoraat Jeugd van Hogeschool Leiden dat onder leiding staat van mr. dr. Adri
van Montfoort. Het uitgangspunt van deze master is een bijdrage te leveren aan effectiviteit, kwaliteit en professionaliteit
in de jeugdzorg. Sinds september 2008 wordt de master Jeugdzorg bij Hogeschool Leiden aangeboden en in 2009 is de
master geaccrediteerd. Hogeschool Leiden heeft een convenant rond de samenwerking master Jeugdzorg getekend met
Hogeschool Windesheim. Tot nu toe is de geaccrediteerde en bekostigde master alleen bij Hogeschool Leiden te volgen. Het
convenant is een samenwerkingsintentie waarin de onderwijsmaterialen ter beschikking worden gesteld en samen verder
ontwikkeld worden, zodat Windesheim met de master van start kan gaan. Hogeschool Leiden en Hogeschool Windesheim
werken op het gebied van Social Work al langer met elkaar samen.
Tevens zijn in 2012 convenanten getekend met JES Rijnland en JSO. Het convenant met Cardea is vernieuwd.
Het agogisch werkveld is in beweging en dit heeft gevolgen voor de opleidingen op dit terrein. De transities in beleid die op
gemeenten en het lokale werkveld afkomen vragen om doorontwikkeling van het curriculum. In samenspraak met partners
uit het werkveld ontwikkelen de opleidingen TP en MWD het profiel ‘Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening’. Centraal
staat het versterken van de burger (eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid, empowerment, burgerparticipatie, civil
society), de groter wordende rol van vrijwilligers en de betekenis hiervan voor de beroepsbeoefenaar in de toekomst.
Binnen de opleidingen MWD en SPH zijn verschillende andere uitstroomprofielen ontwikkeld: het profiel
Gehandicaptenzorg en het profiel Jeugdzorgwerker. Tevens is het cluster mede-penvoerder in een project waarin een
landelijk uitstroomprofiel ontwikkeld wordt voor GGz Agoog.
Om studenten al in een vroeg stadium van hun opleiding kennis te laten maken met het werkveld in het kader van
beroepsoriëntatie zijn daarvoor uren in het curriculum opgenomen. In het eerste jaar doen studenten vrijwilligerswerk, in
het tweede jaar gaan ze aan de slag bij een maatjesproject. Aan de hand van een marktconcept kunnen organisaties hun
vrijwilligerswerk en maatjesprojecten promoten. Een ‘maatjesproject’ is een verzamelbegrip voor projecten die vrijwilligers
één-op-één koppelen aan iemand die op bepaalde punten in het leven even een coach, mentor of maatje nodig heeft. Het
kan gaan om het leren van de Nederlandse taal, om het bieden van emotionele steun, maar ook om hulp bij zelfstandig
wonen, of bijvoorbeeld het aangaan van sociale contacten.
18 Hogeschool Leiden
Een mooi voorbeeld van een maatjesproject is het project ‘De ervaring’ bij Gemiva, een organisatie die mensen met een
handicap ondersteunt.
Om aankomende studenten een realistisch beeld te geven van de opleidingen SPH, MWD en TP is het programma Kies
Bewust opgezet. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer studenten besteden aan het orienteren, selecteren en liezen van
hun opleiding, hoe groter de kans is dat ze die opleiding met succes volgen en afronden. Met het programma wordt bij
aangemelde studenten gecheckt in hoeverre hun studiekeuze bewust is gemaakt.
Cluster Management en Bedrijf
Hogeschool Leiden biedt sinds 2012 samen met het HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen) van de Universiteit Leiden
cursussen voor ouderen aan. Hiertoe werd een overeenkomst getekend tussen de hogeschool en de universiteit.
Het cursusaanbod van de universiteit voor ouderen richt zich voornamelijk op beschouwelijke onderwerpen
binnen de geesteswetenschappen - geschiedenis, talen en culturen, filosofie -, aangevuld met onderwerpen uit de
gedragswetenschappen, geneeskunde en de natuurwetenschappen. Het HOVO-aanbod is uitgebreid met juridische
cursussen van Hogeschool Leiden: ‘Het rechtstelsel in Nederland’ en ‘Europa en de Nederlandse burger’. In de toekomst
komen hier nog cursussen bij.
Eerstejaarsstudenten Commerciële Economie en Communicatie hebben in het kader van het Salesproject bijna 25.000 euro
verdiend voor het goede doel. De opbrengst is aangeboden aan Stichting Kika, Stichting Xenia, Ronald Mac Donaldhuis,
Nepal Sammaan en Stichting Hulphond Nederland. De studenten zamelden het geld in door middel van diverse ludieke
acties en evenementen.
Het cluster M&B heeft een onderwijsaanpak ontwikkeld op het gebied van Internationalisering, Diversiteit en Duurzaamheid
door competenties te ontwikkelen op deze thema’s. Hiermee loopt het cluster voorop ten opzichte van andere instellingen.
Op de internationale conferentie Global Responsible Leadership Initiative in Stellenbosch werd de aanpak enthousiast
ontvangen en is verdere samenwerking afgesproken om kennis en ervaringen verder uit te dragen.
In mei 2012 heeft de afdeling Recht van Hogeschool Leiden meegedaan aan het Erasmus Intensive Programme (IP) rond het
thema ‘Security, Human Rights and Democratization/Globalization: New Challenges for the European Union’. Het programma
werd gehouden bij de International School of Law and Business (ISLB) in Vilnius (Litouwen). Aan dit programma namen
studenten en docenten van zes hogescholen en universiteiten deel. Ze waren afkomstig uit België (Liège), UK (Coventry),
Portugal (Braganca), Turkije (Istanbul), Vilnius (Litouwen) en Nederland (Leiden). Vanuit elke instelling waren vijf studenten
en twee docenten mee. Dit project wordt gefinancierd vanuit de Europese Unie. Het project zal in de komende twee
studiejaren in deze vorm nog twee keer worden aangeboden, met dezelfde hogescholen en universiteiten.
Binnen de opleiding Commerciële Economie wordt een module internationaal zakendoen gegeven, waarbij studenten
ervaringen opdoen met het in de markt zetten van een product in het buitenland. De studenten schrijven een advies
schrijven over de exportmogelijkheden van een product of dienst naar een bepaald land of een regio. Opdrachtgevers
zijn business-to-business of business-to-consumer bedrijven. Het accent van de opdracht ligt op het starten van export
of outsourcing. In dit proces doorlopen de studenten de fasen die behoren bij het internationaliseringproces zoals het
bepalen van de groeistrategieën, het selecteren van landen of regio’s, formuleren van een entreestrategie inclusief juridische
en culturele aspecten. Studenten hebben binnen dit project onder andere stroopwafels geëxporteerd naar Turkije en
Kazakhstan, wat erg succesvol is geweest.
Jaarverslag 2012 19
Cluster Educatie
Vanuit het onderwijswerkveld in Leiden is de wens geuit om leerkrachten op te leiden met expertise op één specifiek
gebied, bijvoorbeeld vernieuwingen in het PO of op cultuureducatie. Gedurende een intensief traject van vier jaar worden
studenten opgeleid tot cultuuroverdragers en intern cultuurcoördinatoren. Studenten volgen het traject naast het reguliere
programma en worden opgeleid tot interne cultuurcoördinator.
Voldoende beweging en een gezonde levensstijl is voor de ontwikkeling van kinderen erg belangrijk. Onderwijsinstellingen
spelen hierin een grote rol. De school is voor kinderen een omgeving waarin ze een groot deel van hun tijd doorbrengen.
Basisscholen erkennen steeds meer het belang van een ruim aanbod in sport- en beweegactiviteiten en een gezonde
leefstijl. Met de sportklas worden studenten opgeleid tot een sportactieve leerkracht met een volledige bevoegdheid voor
bewegingsonderwijs (groep 1 tot en met 8). Naast het reguliere programma zijn zij drie uur per week bezig met activiteiten
in kader van sport, bewegen en gezondheid. Tevens volgen zij in het derde studiejaar de minor bewegingsonderwijs.
In 2012 is onrust en verwarring bij de Lerarenopleiding Omgangskunde naar aanleiding van een uitspraak van het ministerie
van OCW dat de ‘brede bevoegdheid’ voor leraren omgangskunde niet geldt. In de preambule van de kennisbasis is de
brede bevoegdheid opgenomen en zijn de opleidingen hier op geaccrediteerd. Het probleem was landelijk en er is ook
landelijk gezocht naar een bevredigende oplossing. De brede bevoegdheid wordt ‘gerepareerd’ voor alle studenten vanaf
het cohort 2006 die dat willen (voor Hogeschool Leiden betekende dit 140 zittende studenten en 85 alumni). Tevens is de
studenten kosteloos een reparatie-traject aangeboden van 15 ECTS waarbij de focus ligt op vakdidactiek en kennis van de
vakken rekenen en taal.
In samenwerking met de Universiteit Leiden is het vierde jaar gestart van de Academische pabo. Het onderwijsprogramma is
nu volledig ontwikkeld. De opleiding geniet een grote belangstelling. In studiejaar 2012-2013 studeren de eerste studenten
af met een dubbele bachelor op het gebied van leraar basisonderwijs en pedagogiek.
Techniek
Zeven studenten van de opleiding Chemie zijn na een zware selectieprocedure aangenomen voor het Analytical
Science Talent Programme (ASTP) voor top-hbo- studenten. Het ASTP is onderdeel van TI-COAST, een landelijk
samenwerkingsverband tussen technische universiteiten, bedrijven en instituten. Deze organisatie heeft zich tot doel
gesteld de analytische chemie in Nederland te versterken. Twintig procent van alle studenten in het programma is afkomstig
van Hogeschool Leiden.
20 Hogeschool Leiden
Talent voor talent
Bij Hogeschool Leiden staan studenten centraal en zijn de medewerkers het voornaamste kapitaal om ambities te realiseren.
Hiervoor wordt geïnvesteerd in een lerende cultuur. Talentontwikkeling is de komende vier jaar leidraad voor Hogeschool
Leiden.
Professionalisering
In 2011 is het ambitiedocument Strategische Personeelsplanning tot stand gekomen. Hierin is geconcludeerd dat er een
kloof dreigt tussen de kwaliteiten van onze medewerkers en dat wat over een paar jaar nodig zal zijn. Uit zelfonderzoek
in begin 2012 is gebleken dat professionalisering en (ondersteuning van) HRM beleid een van de hoofdthema’s is waarop
Hogeschool Leiden zich kan verbeteren. Daarop is een werkgroep gestart die een beleidsvoorstel heeft voorbereid om
de professionalisering van alle medewerkers te ondersteunen en te stimuleren. Vervolgens is een start gemaakt met de
invulling van professionaliseringsactiviteiten. Professionalisering wordt hierbij opgevat als een breed begrip. Denk hierbij
aan het deelnemen aan netwerken, kenniskringen, intervisie op de werkplek of gerichte deskundigheidsbevordering door
scholing. In het kader van strategische personeelsplanning is een format gemaakt waarmee directeuren competenties
die nodig zijn voor het betreffende cluster kunnen vaststellen. Aan de hand hiervan is het eenvoudiger geworden een
professionaliseringsplan voor het cluster op te stellen.
Een onderdeel van het professionaliseringsbeleid is de opzet van een interne scholingscatalogus. Ter ondersteuning en
stimulering van scholing is geïnventariseerd welke mogelijkheden hiervoor intern al bestaan bij Hogeschool Leiden.
Het resultaat is een scholingscatalogus met opleidingen, workshops en trainingen onderverdeeld in categorieën:
Onderwijsgevende bekwaamheden, Vakinhoudelijke bekwaamheden, Persoonlijke effectiviteit en samenwerken, ICT,
Management Development en Bioscience & diagnostiek.
Kwaliteitscultuur
Kwaliteitsbewustzijn is één van de fundamenten voor goed hoger beroepsonderwijs. Het helpt ons, studenten, docenten,
ondersteuners en management, bij het realiseren van ons doel en gezamenlijke belang: goede beroepsbeoefenaren
opleiden. Dat we het daarnaast ook ‘gewoon leuk hebben’, versterkt onze motivatie. De kwaliteitscultuur in Hogeschool
Leiden uit zich in zorg voor kwaliteit. Die zorg is een zaak van alle mensen die op een of andere manier actief zijn in
Hogeschool Leiden. Zorg voor kwaliteit is daar waar mensen intrinsiek gemotiveerd zijn voor hun werk en hun talenten
willen ontwikkelen, waar zij zich verbonden weten in hun passie: goed onderwijs geven én dit mogelijk maken. Daar waar
mensen elkaar kennen en zich gekend voelen, ontstaat ruimte voor een kwaliteitscultuur.
De kwaliteitscultuur op Hogeschool Leiden uit zich in de uitdrukkelijke intentie elkaar te begrijpen en ván en mét elkaar
te leren. Er is een open, transparante communicatie en tweerichtingsverkeer, ofwel wederkerigheid, in de relatie. Dat geldt
voor iedereen, op alle niveaus. We onderbouwen onze besluiten, proberen de ander door die besluiten te inspireren en hen
ervoor te enthousiasmeren.
Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in een notitie kwaliteitscultuur om medewerkers en studenten een handreiking te
geven voor het versterken van de kwaliteitscultuur in alle geledingen van de hogeschool. De beschreven kwaliteitscultuur is
een belangrijke voorwaarde voor het professioneel samenwerken aan beleidsontwikkeling.
Jaarverslag 2012 21
De jaarlijkse personeelsdag stond in het teken van kennisdelen en leren van elkaar. Door medewerkers zijn uiteenlopende
workshops en activiteiten georganiseerd voor collega’s.
Change agent training / AISHE
In 2012 volgden acht collega’s de Change Agent Training (Maatschappelijk Verantwoord Organiseren), verzorgd door
Hobéon. De training bestond uit vier bijeenkomsten. Tijdens de training hebben de Change Agents geleerd te werken
met het Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education (AISHE). Daarnaast werkten zij concrete casussen uit
die in eigen cluster toepasbaar zijn. Door de Change Agents zijn plannen gepresenteerd voor duurzamer onderwijs op
de hogeschool. De Change Agents vormen nu een netwerk en zullen nog regelmatig samenkomen om hun plannen te
bespreken en op te volgen.
Audits examencommissies/Vreemde ogen dwingen
In 2012 zijn kaders ontwikkeld voor audits van examencommissies. Doel van de ontwikkelingsgerichte audit is om de
reflectie van de examencommissie op het eigen functioneren te versterken en de PDCA-cyclus sluitend te maken. Deze
aspecten kunnen bij de examencommissies van Hogeschool Leiden beter uit de verf komen. Tevens is een nieuwe format
voor het jaarverslag examencommissie ontwikkeld, zodat deze aansluit bij de doelen en onderwerpen van de audit.
In het studiejaar 2012-2013 vinden audits plaats bij de examencommissies van opleidingen die in 2013 een locatiebezoek
hebben in het kader van de accreditatie. Andere examencommissies kunnen zich zelf aanmelden voor een audit. Daarna
vindt bij alle examencommissies jaarlijks een audit plaats. Het College van Bestuur voert jaarlijks met alle (nieuwe)
examencommissies een gesprek waarvoor het jaarverslag input vormt. Hiermee wordt twee keer per jaar met ‘vreemde
ogen’ naar de examencommissies gekeken. Het expertteam Toetsing en examinering rapporteert jaarlijks de trends in
de aanbevelingen van de audits (totaalbeeld) aan het College van Bestuur, de directeur BOOSA en de voorzitters van de
examencommissies.
Pedagogisch fundament: ontwikkeltraject docenten educatie
In dit traject gaat het om formuleren en verankeren van de pedagogische visie en ankerpunten voor de lerarenopleidingen
van Hogeschool Leiden. Doel is een verder ontwikkelde professionele cultuur waarbij docenten zich meer bewust zijn van
hun handelen in de dagelijkse uitvoeringspraktijk met als uitgangspunt de behoefte van een student.
Professionalisering blijft onverminderd aandacht houden in het cluster Management & Bedrijf. Zo is er een onderzoek
in gang gezet in het kader van “binden en boeien” op basis waarvan acties opgesteld worden om ervoor te zorgen dat
collegae nog meer tot hun recht kunnen komen in ons cluster. Onze professionaliseringsactiviteiten zijn gekoppeld aan de
cultuuraspecten zoals genoemd in de notitie kwaliteitscultuur.
Diversiteitsbeleid
Een belangrijke activiteit in het kader van diversiteitsbeleid was het project (H)erken Multitalent, opgezet en gesubsidieerd
door Zestor, het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds van het hbo. Het doel van het project is om het aantal medewerkers van
allochtone afkomst bij Hogeschool Leiden te verhogen en de talenten van de medewerkers en docenten van allochtone
afkomst te behouden en benutten.
De beoogde resultaten van het project zijn:
■ Werving is eind 2012 georganiseerd op zodanige wijze dat mensen van allochtone afkomst vaker solliciteren bij
Hogeschool Leiden.
22 Hogeschool Leiden
■ Werknemers van Hogeschool Leiden hebben een professionaliseringsslag gemaakt ten aanzien van werving, selectie en
benutten van de talenten van mensen van allochtone afkomst.
■ Het aandeel van werknemers van allochtone afkomst in het Hogeschool Leiden personeelsbestand is met ingang van
2013 meetbaar gestegen.
Om deze resultaten te bereiken zijn verschillende activiteiten geïnitieerd. Het wervingsbeleid is aangevuld en de
websitepagina ‘werken bij HL’ is aangepast waardoor diverse groepen mensen zich meer voelen aangesproken.
Hogeschool Leiden neemt in 2012/2013 deel aan het project Duurzaam & Divers. Dit project richt zich op het benutten en
behouden van vluchtelingentalent in organisaties. Project initiators zijn Stichting voor Vluchteling studenten UAF (Studie
en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen) en Seba cultuurmanagement. Deelname aan het project heeft tevens als
doel meer inzicht te verkrijgen in de kritische succesfactoren voor het benutten van vluchtelingentalent. Dit gebeurt
onder andere door loopbaanbegeleiding van die medewerkers op de werkplek en uitwisseling met andere deelnemende
organisaties, om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen betreffende het benutten van divers talent. Vacatures van
Hogeschool Leiden worden momenteel ook bij UAF uitgezet met de bedoeling talentvolle, hoger opgeleide vluchtelingen
als docent en medewerker te kunnen verwelkomen. Tevens is een workshop voor medewerkers van de afdeling HRM en
Marketing en Communicatie aangeboden door Colourful People. Voor medewerkers in de hogeschool zijn workshops ‘Dare
to differ’ aangeboden. SEBA geeft een sollicitatietraining aan onderwijsmanagers (middenkader, verantwoordelijk voor
aanname personeel) in het kader van diversiteit en werving en selectie van medewerkers.
Het aantal medewerkers van niet-westerse allochtone afkomst is in 2012 gestegen van 30 naar 35 personen en van 24, 65
fte naar 28,75 fte. Gemeten naar het totale aantal medewerkers bij HL is er ook een stijging: van 4,0% naar 4,6% in aantal
medewerkers, van 4,3% naar 4,9% in aantal fte’s. De stijging van het aantal medewerkers van niet-westerse allochtone
afkomst bestaat volledig uit onderwijzend personeel. Via bemiddeling van het UAF is in 2012 één vluchteling aangenomen
als docent bij Hogeschool Leiden.
Internationale projecten
Hogeschool Leiden voert sinds midden jaren ‘90 internationale projecten uit, ter bevordering van onderwijscapaciteit in
ontwikkelingslanden. In deze train-the-trainer projecten zijn docenten uit alle clusters van de hogeschool actief. Naast
bestaande projecten in Midden-Amerika en Sub-Sahara Afrika, is er in 2012 een project aan Hogeschool Leiden toegewezen
in Indonesië. Dit project, waaraan zeven collega’s deelnemen in samenwerking met CINOP Global uit ’s-Hertogenbosch,
draagt bij aan een betere kwaliteit van lokale wetgeving, door curriculumherziening van de academie verantwoordelijk voor
de opleiding van schrijvers van wetteksten. Deelnemende docenten werken via deze projecten aan hun internationale en
interculturele competenties en gebruiken hun opgedane ervaring in het onderwijs aan studenten.
In 2012 was Hogeschool Leiden actief in meerdere internationale train-de-trainers projecten, deels als penvoerder en
deels als partner in een consortium met andere partijen. Zo is de hogeschool als penvoerder actief in Guatemala (politie-
onderwijs en Criminal forensics) en Oeganda: het versterken van de capaciteit van onderwijsinstellingen binnen de
Oegandese Politie en het gevangeniswezen. In Ghana wordt, met partner CINOP Global uit Den Bosch als penvoerder,
gewerkt aan millenniumdoelen 4 en 5: het terugdringen van kinder- en moedersterfte. Ook met CINOP Global werkt de
hogeschool samen in projecten in de veiligheidsector in Oeganda en, sinds augustus 2012 in Indonesië, waar een opleiding
voor schrijvers van wetteksten ondersteuning wordt geboden. Lokale partners waarmee de hogeschool samenwerkt zijn
de University of South Africa, Stellenbosch University (beide Zuid-Afrika), de Kwame Nkrumah University of Science and
Technology uit Ghana en de Universitas Indonesia in Indonesië.
Jaarverslag 2012 23
Alle clusters van Hogeschool Leiden zijn betrokken bij de uitvoering van deze projecten, door inzet van docenten. Naast
het maken van een professionaliseringsslag, dragen de docenten de maatschappelijke betrokkenheid van Hogeschool
Leiden uit en kunnen zij hun internationale ervaringen verwerken in onderwijs aan studenten van de hogeschool. Naast de
uitvoering van deze projecten stuurt de hogeschool aan op structurele samenwerking met de internationale partners, onder
meer door ze op te nemen in het Minor Global Awareness en stageplaatsen voor studenten te realiseren.
Naast bovengenoemde projecten, die alle doorlopen in 2013, heeft Hogeschool Leiden in 2012 twee internationale
projecten succesvol afgesloten. Deze projecten in het kader van ondersteuning en uitbreiding van de capaciteit van
onderwijsinstellingen vonden plaats in Guatemala en Ghana. Sinds 2008 is er met veel inzet in deze twee projecten gewerkt,
door collega’s van Hogeschool Leiden en van andere instellingen uit Nederland en daarbuiten. Zo werd er in Ghana
samengewerkt met de Stellenbosch Universiteit uit Zuid-Afrika en in Guatemala was MDF consultancy uit Nederland actief.
In Ghana is er in de afgelopen vier jaar gewerkt aan het opzetten van een Education & Resource Centre op het gebied
van ‘Disability & Rehabilitation’, terwijl in Guatemala is gewerkt aan het ontwikkelen van curriculum op het gebied van
‘Public Administration’ in de regio’s. In Guatemala wordt momenteel voortgeborduurd op de resultaten van het projecten
de curricula die in die periode zijn ontwikkeld. Door deze projecten uit te voeren toont Hogeschool Leiden niet alleen de
maatschappelijke betrokkenheid door partnerinstellingen in ontwikkelingslanden te steunen, maar werkt zij ook aan de
professionalisering van het eigen personeel (innovatie, bevorderen interculturele competenties). Daarnaast profiteren
studenten van deze projecten in de vorm van stages of deelname aan de minor ‘Global Awareness’, waarvan CEDRES een van
de bestemmingen is. De subsidie van in totaal 1,2 miljoen Euro (Guatemala) en 1,9 miljoen Euro (Ghana), door het Ministerie
van Buitenlandse Zaken verstrekt via NUFFIC, is met de goedkeuring van de eindrapportages definitief. NUFFIC heeft de
hogeschool inmiddels een dankbrief gestuurd voor de uitvoering van deze projecten en HL gefeliciteerd met de behaalde
resultaten.
24 Hogeschool Leiden
‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben’
Het werkveld is voor een groot deel maatgevend voor het succes van onze studenten en dus ook van de hogeschool. Wij
zijn succesvol als men in het werkveld tegen elkaar zegt: ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben!’ Samenwerking met
het werkveld is essentieel. Wij optimaliseren deze samenwerking door samen met het werkveld onderzoeksprojecten uit te
voeren. Hogeschool Leiden profileert zich met de kennisgebieden Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg.
Op deze gebieden wordt er binnen lectoraten praktijkgericht onderzoek verricht en wordt zo bijgedragen aan
kennisontwikkeling en kennisvalorisatie binnen de beroepspraktijk.
JEUGD
Op dit kennisgebied zijn verschillende lectoren werkzaam met een eigen thema. Tevens wordt een expertisecentrum
ontwikkeld samen met het werkveld. Het Expertisecentrum focust op de bundeling van onderzoek en onderwijs over jeugd
op de grensvlakken van zorg, welzijn, onderwijs en justitie. Op deze grensgebieden is veel winst te behalen, juist daar kan
het werk van de te onderscheiden professionals worden verbeterd, verbreed en verdiept.
Lector Jeugdzorg en Jeugdbeleid Adri van Montfort
De beroepskracht is de spil van jeugdzorg en jeugdbeleid. De kwaliteit van haar of zijn werk bepaalt de kwaliteit van de zorg
voor jeugdigen en ouders. En deze beroepskracht is vaak een hbo’er. De huidige samenleving heeft hoge verwachtingen van
de beroepskracht. De politiek en de media volgen de sector kritisch en besteden veel aandacht aan incidenten.
De opvattingen in de samenleving veranderen snel. In hoog tempo worden nieuwe methoden geïntroduceerd en er is
een constante stroom nieuwe kennis uit theorie en onderzoek. Tegen deze achtergrond werkt het lectoraat Jeugdzorg en
Jeugdbeleid aan vernieuwend onderwijs en aan onderzoek naar effectief handelen in de praktijk.
‘Verve’ is een meerjarig onderzoeksproject voor de doorontwikkeling van jeugdbescherming in Overijssel. Het Lectoraat
Jeugdzorg en Jeugdbeleid voert dit onderzoeksproject uit in opdracht van Provincie Overijssel en werkt daarbij samen met
de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Verve staat’ voor Veiligheid en Regie voor elk. Het doel van ‘Verve’ is het versterken van de
eigen kracht van jeugdigen, ouders en de mensen in de leefwereld rond het gezin met behoud van de focus op veiligheid
van het kind. In 2012 zijn in het kader van ‘Verve’ in provincie Overijssel een aantal pilotteams volgens de Verve-benadering
van start gegaan en in 2013 volgt de implementatie van deze vernieuwing. Het onderzoek naar de ervaringen met ‘Verve’ in
de praktijk heeft geresulteerd in een handleiding voor het methodisch werken met ‘Verve’. Daarnaast is de ontwikkeling van
onderwijsmateriaal voor (hbo-)professionals in de jeugdzorg en jeugdbescherming gestart. Samen met de hogescholen uit
de regio wordt een duurzame verbinding tussen het onderwijs en het werkveld tot stand gebracht.
Het Raak-project ‘Kinderbescherming Thuis’ dat zich tevens richt op vernieuwing in de jeugdbescherming heeft in 2012
geleid tot een opzet van methodische casuïstiekbespreking binnen de praktijk van de jeugdbescherming van de betrokken
instellingen met als doel het voortdurend blijven ontwikkelen van het professioneel handelen. Speciale aandacht is er
voor ouders en/of jeugdigen met een verstandelijke beperking. Professionals vanuit de betrokken praktijkinstellingen en
het onderwijs werken samen aan het ontwikkelen van lesmateriaal en beeldmateriaal voor de opleidingen SPH, MWD en
de master Jeugdzorg. Studenten van deze opleidingen doen onder meer onderzoek naar het cliëntperspectief dat een
belangrijk thema is binnen het onderzoek. Partners in dit project zijn Hogeschool Zeeland, Bureau Jeugdzorg Rotterdam,
Bureau Jeugdzorg Zeeland en de William Schrikker Groep.
Jaarverslag 2012 25
Lector LVB en Jeugdcriminaliteit Hendrien Kaal
De aandacht voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking (LVB) in de justitiële keten neemt toe. Er zijn duidelijke
signalen dat een substantiële groep delinquente jongeren kampt met een verstandelijke beperking en dat dit gevolgen
heeft voor de verschillende werkvelden binnen de justitiële keten. Het besef groeit dat de problematiek van deze jongeren
dusdanig complex is dat het vraagt om een specifieke aanpak en specifieke expertise van de professional. Er is behoefte
aan kennis over de competenties en beperkingen van jongeren met een lichte verstandelijke beperking. Daarnaast is het
van belang dat er effectieve begeleidings- en behandelmethoden ontwikkeld worden die rekening houden met deze
beperkingen. In de justitiële keten worden de jongeren met lichte verstandelijke beperkingen vaak niet als zodanig herkend.
Dit kan gevolgen hebben voor de bejegening van deze jongeren door politie en justitie; voor het achterwege blijven
van specifiek voor de doelgroep ontwikkelde werkwijzen en interventies; voor de risico’s op slachtofferschap binnen de
justitiële jeugd instelling; voor de mogelijkheden tot het vinden van een gepaste dagbesteding; voor het gevoel onterecht
behandeld te worden; en als gevolg hiervan voor de kansen op recidive.
De lector LVB en Jeugdcriminaliteit, aangesteld door Hogeschool Leiden en de William Schrikker Groep, zet zich in om
de kennis over mensen met een lichte verstandelijke beperking en hun interactie met de justitiële keten te vergroten,
opdat er adequater met hen kan worden omgegaan. Bovenstaande doelstelling heeft in 2012 vorm gekregen in diverse
onderzoeksprogramma’s. Zo wordt in het onderzoeksproject Dwang en drang, waarvoor in 2011 een RAAK-subsidie
werd verkregen, gekeken naar het juridisch kader rond vrijheidsbeperking binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg.
Het onderzoeksproject is een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Leiden, de Vrije Universiteit van Amsterdam,
de William Schrikker Groep, Dichterbij, het Landelijk Kenniscentrum LVB en De La Salle, en wordt in het najaar van 2013
afgerond. Een onderzoeksproject naar de mogelijkheid tot het screenen van justitiabelen op de mogelijke aanwezigheid
van een LVB heeft in 2012 een impuls gekregen door samenwerking met een kleine twintig organisaties met cliënten met
een LVB. Maar liefst 50 studenten van de opleiding Toegepaste Psychologie hebben in 2012 een bijdrage geleverd aan
dit onderzoek. Dit heeft geleid tot een valide en betrouwbaar screeningsinstrument, dat op dit moment gepilot wordt in
vijf Penitentiaire Inrichtingen en dat naar verwachting in de zomer van 2013 op de markt zal komen. Het onderzoek loopt
door in 2013 in een poging naast de ontwikkelde screener voor volwassenen ook een jeugdversie te valideren. Ten slotte
zijn in 2012 de voorbereidingen getroffen voor een onderzoek naar de werkalliantie tussen delinquente LVB-jongeren en
hun reclasseringswerkers. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en de WSG. De
door de HU voor de volwassenen reclassering ontwikkelde vragenlijst is in 2012 aangepast aan de doelgroep en werkwijze
van de WSG, zodat de eerste metingen in 2013 van start kunnen gaan. Tenslotte is het onderzoek naar Geweld in de
gehandicaptenzorg gestart. Werknemers in de gehandicaptenzorg komen regelmatig in aanraking met geweld. Wanneer
heeft het nut hier aangifte van te doen? En hoe reageert het openbaar ministerie op deze aangiftes? Hogeschool Leiden
doet samen met de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek naar deze vragen.
Lector Jeugdcriminaliteit Mieke Komen
In de samenleving is de aandacht voor veiligheid en criminaliteit toegenomen. Dit heeft in de afgelopen jaren geleid tot een
verhoogde inzet van hoogopgeleid personeel bij de politie, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en in de justitiële
jeugdinrichtingen. De behoefte aan gekwalificeerd personeel blijft stijgen. Hogeschool Leiden onderkent het belang van
deze ontwikkelingen voor het hbo en wil hierop inspelen door toegespitst onderwijs en praktijkonderzoek. Daarom zijn
mw. dr. Mieke Komen en dr. Peer van der Helm medio 2012 aangesteld als lector Jeugd en als associate lector. Immers,
vooral jongeren en jongvolwassenen plegen delictgedrag. Het lectoraat richt zich op onderzoek naar en onderwijs over
jongeren die gedrag vertonen binnen het spectrum ‘een beetje regelovertredend’ tot ‘chronisch crimineel’. Het gaat daarbij
om de vraag waarom (sommige) jongeren de regels overtreden. Belangrijk hierbij is de wijze waarop de Nederlandse
jeugdrechtspleging, jeugdbescherming en haar uitvoeringsorganen functioneren. Aan de orde komt daarom tevens
26 Hogeschool Leiden
de rol van politie en partners in veiligheidshuizen, forensische diagnostiek, kinderbescherming, gedragsinterventies en
reclassering, (justitiële) jeugdinrichtingen en nazorg. Jeugdbescherming, jeugdreclassering en de jeugdinrichtingen dragen
immers bij aan de (re-)integratie van jongeren met grensoverschrijdend en risicovol gedrag.
Vanuit het lectoraat Jeugd, thema jeugdcriminaliteit, worden vernieuwingsimpulsen gegeven aan het onderwijs van
Hogeschool Leiden, en richt men zich op wederzijdse bevruchting tussen onderzoek, onderwijs en het werkveld en op het
initiëren, ontwikkelen en zorg dragen voor de uitvoering van studiedagen en congressen. Het lectoraat levert een bijdrage
aan de verhoging van de kennis, houding en vaardigheden van aankomende beroepskrachten, jeugd- en hulporganisaties
en functioneert binnen een breed netwerk van politie, justitie, jeugdinstellingen, overheden, praktijkwerkers en de bachelor-
en masteropleidingen Toegepaste Psychologie, Social Work en Jeugdzorg van Hogeschool Leiden. In 2012 is gewerkt aan de
versterking van de samenhang tussen praktijkonderzoek en onderwijs, waarbij studenten participeren in het onderzoek van
de lector en associate lector.
Lector Ouderschap en Ouderbegeleiding Carolien Gravensteijn
In 2012 is Katie Lee Weille als lector Ouderschap en Ouderbegeleiding afgetreden. Zij is opgevolgd door dr. Carolien
Gravensteijn. In samenwerking met de Augeo Foundation wordt het lectoraat vormgegeven. Augeo Foundation is een
particulier initiatief, gericht op het bevorderen van een veilige leefomgeving van kinderen. Augeo Foundation wil investeren
in de aanpak van kindermishandeling en de kennisontwikkeling over ouderschap en opvoeding.
Het lectoraat O&O levert een bijdrage aan positief ouderschap door nieuwe kennis te produceren over wat ouderschap
voor ouders betekent, hoe ouders ondersteund kunnen worden bij het vervullen van deze rol en hoe professionals
ondersteund kunnen worden bij het begeleiden van ouders. Verder levert het lectoraat O&O een bijdrage door
bestaande (wetenschappelijke) kennis toegankelijk te maken en te verspreiden, zowel via onderwijs als via activiteiten
in de samenleving. Het richt zich op deskundigheidsbevordering van hogeschooldocenten, toekomstige professionals
(studenten), professionals die werkzaam zijn in onder andere de hulpverlening, gemeenten, onderwijs en maatschappelijke
organisaties en uiteraard de ouders zelf. Door onderzoek, onderwijs en het ontwikkelen van interventies geeft het lectoraat
antwoord op vragen zoals: Hoe beleven ouders ouderschap? Zijn er opvallende verschillen tussen moeders en vaders? Wat
onderscheidt ouders die het ouderschap naar tevredenheid vervullen van ouders die het niet of moeilijk aankunnen? Hoe
willen en kunnen ouders worden ondersteund in positief ouderschap? Hoe kunnen professionals toegerust worden met
kennis en vaardigheden om op een professionele manier met ouders te werken?
Lector Passend Onderwijs/Inclusive Education Annemieke Mol Lous
Binnen het lectoraat passend onderwijs/ Inclusive Education wordt practice based evidence ontwikkeld en ontsloten om zo
bij te kunnen dragen aan goed passend onderwijs op scholen en leraren beter voor te kunnen bereiden op de praktijk van
passend onderwijs.
Op basis van onderzoeken met en in het werkveld wordt onderzocht welke kennis, organisatievormen en vooral
leerkrachtvaardigheden bijdragen aan een positief klimaat in de klas en school waarbinnen elk kind tot zijn/ haar recht kan
komen. Zo wordt er o.a. onderzoek gedaan naar succesfactoren van onderwijs aan (hoog) begaafde leerlingen, ervaringen
van leerkrachten /scholen om succesvol passend onderwijs te bieden en het inzetten van positieve gedragsprogramma’s
zoals het oplossingsgericht werken op scholen. Deze onderzoeken worden gedeeld in publicaties, presentaties en
conferenties. Het onderzoek wordt veelal uitgevoerd binnen de kenniskring van het lectoraat waar docenten van de
hogeschool, leraren en andere betrokkenen uit het werkveld in participeren. Het lectoraat is goed ingebed in het werkveld
in de regio. Zo wordt er intensief samengewerkt met diverse schoolbesturen, de samenwerkingsverbanden (voor primair
Jaarverslag 2012 27
en secundair onderwijs), de AED (Ambulante Educatieve Dienst) en ouderverenigingen. In oktober 2012 is een eerste
gemeenschappelijke conferentie georganiseerd over onderwijs aan (hoog) begaafde leerlingen waar ouders, leerlingen en
leraren met elkaar en met andere experts in gesprek konden om ervaringen uit te wisselen. De Universiteit Leiden is ook
betrokken bij het onderzoek naar hoogbegaafde leerlingen in het onderwijs en een eerste gezamenlijk onderzoek is gestart
en zal in maart 2013 voor het eerst worden gepresenteerd.
In 2012 is ook de nationale rol van het lectoraat verder uitgebreid en zijn er diverse gesprekken geweest met betrokkenen
van OCW over “passend opleiden” van aanstaande leraren, inzet van ouders als experts en aandacht voor excellentie binnen
de lerarenopleiding.
De vanuit het lectoraat ontwikkelde minor passend onderwijs/ Inclusive Education werd door studenten van opleidingen
binnen en buiten de hogeschool gevolgd. Ook hierbij wordt intensief samen gewerkt met de diverse stakeholders.
Ook de internationale activiteiten en onderzoeken hebben zich verder ontwikkeld afgelopen jaar. Zo schreef lector
Annemieke Mol Lous in opdracht van Oxfam Novib/ Education International/ Comic relief, samen met een collega uit Mali
een onderzoeksplan om een grootschalig onderwijsinnovatie traject voor het beter opleiden van leraren in Mali. Voor
USAID schreef zij een onderzoekrapport en aanbevelingen voor het ministerie van onderwijs in Mali over succesvol inclusief
onderwijs op Ciwaraschool in Kati, Mali waarmee een intensieve samenwerking bestaat. Het daar ontwikkelde model voor
inclusief onderwijs werd dit jaar ook prominent gepresenteerd bij grote internationale conferenties. Annemieke Mol Lous is
verder actief in diverse besturen en editorial boards van (inter)nationale organisaties zoals ATEE, ENSEC en VELON.
Lector Natuur en Ontwikkeling Kind Dieuwke Hovinga
Binnen de ‘Embodied cognition theorie’ wordt gewezen op het belang van ervaringen waarin tegelijkertijd verschillende
ontwikkelingsgebieden worden gestimuleerd, waardoor deze elkaar (ook in andere situaties) kunnen versterken. Een
natuurrijke omgeving biedt kinderen tegelijkertijd fysieke, zintuigelijke, gevoelsmatige en rationele ervaringen.
Het lectoraat richt zich op betekenis en belang van de natuur als speelleeromgeving voor kinderen en hiermee het
inzicht te geven aan professionals van de waarde van natuur in hun werk met kinderen. Met voorbeelden van natuurrijke
speelleeromgevingen in onderwijs, kinderopvang en zorg wil het lectoraat zichtbaar maken hoe een natuurrijke omgeving
kan worden geïntegreerd in de dagelijkse praktijk.
In opdracht van het Productschap Tuinbouw en in samenwerking met het VUMC, afdeling Sociale Geneeskunde, voert het
lectoraat een onderzoek uit naar de betekenis van groene schoolpleinen als het gaat om het beweeg- en speelgedrag van
kinderen, ervaringen van welbevinden en de rol die een groen speelplein in het onderwijsleerproces vervult.
Veldwerk Nederland ontwikkelt voor de gemeente Apeldoorn een groene zomerschool. Voor deze zomerschool ontwerpt
het lectoraat, in samenwerking met pabo-docenten en het Freudenthal Instituut, natuurrijke buitenactiviteiten ter
ondersteuning van het leerproces binnen een van de domeinen rekenen & wiskunde. Het lectoraat is op basis van
samenwerking met Stichting Veldwerk Nederland tot stand gebracht. Door de samenwerking is een combinatie gemaakt
tussen de onderwijs- en de natuureducatieve praktijk waarin onderzoek naar het effect van natuur op het formele en
informele leren van kinderen en de waarde daarvan op de ontwikkeling van het kind plaatsvindt.
28 Hogeschool Leiden
Life Sciences
Life Sciences is een regionaal aandachtsgebied met een landelijk erkende uitstraling. Van oudsher hebben verschillende
opleidingen een sterke verbinding met de bedrijven in het Bio Science Park Leiden, het middelbaar laboratoriumonderwijs –
wat ook wordt verzorgd vanuit Hogeschool – en Universiteit Leiden. Gekozen is voor het lectoraat Life Science met lectoren
op het gebied van Innovatieve Moleculaire Diagnostiek en Biodiversiteit. Samenwerking in het lectoraat vindt plaats met de
Universiteit Leiden, Naturalis, het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB), LUMC, en een groot aantal bedrijven op het
grootste Bio Science Park van Nederland.
Op basis van het bewezen track record op het gebied van life sciences ontwikkelt Hogeschool Leiden een Centre of Expertise
Genomics. Hierbij wordt aangesloten bij de ontwikkelingen zoals geschetst in Horizon 2020 en het topsectorenbeleid van
het ministerie van EL&I ten aanzien van Life Science & Health en bio-based economy. Het onderzoek binnen het TOPlab past
in het aangaan van de grote maatschappelijke uitdagingen waar we binnen Europa voor staan. Door de staatssecretaris van
OCW is subsidie in het kader van de prestatieafspraken ter verschikking gesteld voor de opbouw en ontwikkeling van het
centre of expertise.
Lector Innovatieve Moleculaire Diagnostiek Willem van Leeuwen
Het lectoraat streeft ernaar om in samenwerking met bedrijven op het Leiden BioSciencepark onderzoek te faciliteren op
het gebied van Life Science. Het Toplab biedt daarvoor de geschikte ruimte. Op dit laboratorium werken docenten, de zgn
kenniskringleden en studenten gezamenlijk aan de opdrachten (contractactiviteiten) van deze bedrijven. Het onderzoek op
het Toplab is gebaseerd op moleculaire amplificatie technieken, waarbij erfelijk materiaal van micro-organismen kwantitatief
kunnen worden aangetoond. Bovendien beschikt het laboratorium over een Ramanspectroscoop waarmee “moleculen” in
de vorm van levende cellen in zeer korte tijd reproduceerbaar en met hoog discriminerend vermogen, worden aangetoond.
Sinds het voorjaar van 2012 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie massa spectroscopisch platform,
waarmee één enkele cel in een mengpopulatie kan worden geidentificeerd.
HAL Allergy heeft ons gevraagd om m.b.v. Ramanspectroscopie de diverse fasen van een productie proces voor de bereiding
van een anti-allergicum te monitoren.
De firma Koppert, wereldwijde koploper op het gebied van natuurlijke gewasbescherming en gewasbestuiving is een
bedrijf waarmee we al jarenlang een onderzoeksband hebben. Het Toplab ontwikkelt voor hun diverse diagnostische
testen voor het monitoren van hun producten bij de klant (glastuinbouw). Hierbij wordt gebruik gemaakt van moleculaire
amplificatie technieken. Het validatie proces hiervan is nu in een finale fase. Tevens wordt het productieproces van een
hun gewasbeschermingsproducten om kwaliteit gescreend. In samenwerking met Wageningen, Koppert en het lectoraat
IMD is gestart met de ontwikkeling van grond met een hoge biodiversiteit, het Natu-growth project. Het Toplab monitort
de biodiversiteit van de grond met moleculaire technieken, waarbij zowel alle in de grond aanwezige bacterie- en
schimmelsoorten simultaan kunnen worden gemeten.
In de tweede fase van het SOS project wordt aandacht besteed aan de analyse van de antibioticumgevoeligheid van
de bacteriën die in fase 1 zijn verzameld en geanalyseerd. Het doel van dit onderdeel is het kwantitatief meten van de
gevoeligheid van bacteriën voor de bij de behandeling van sepsis gebruikte antibiotica. Deze analyse moet beperkt van
duur zijn, het liefst 4-6 uur na identificatie. De conventionele kweekdiagnostiek neemt 2 tot 3 dagen in beslag. De resultaten
die worden verkregen mbv Ramanspectroscopie worden vergeleken met de conventionele techniek. Belangrijke targets zijn:
Jaarverslag 2012 29
analyse van het antimicrobieel spectrum mbv Ramanspectroscopie, een klinische pilotstudie in het ErasmusMC Rotterdam,
de oplevering van een gebruiksvriendelijke diagnostisch platform, publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.
In samenwerking met Gimaris, een advies- en onderzoeksbureau voor mariene vraagstukken, wordt een kwaliteitskeurmerk
aan de “Zeeuwse Mossel” gegeven. Dit onderzoek is een opdracht van het Produktschap Vis.
Naast dit project is er een langlopend onderzoek, promotiestudie, naar de herkomst invasieve exoten. Deze exoten
kunnen een significante economische schade aan onze wateren brengen en vooral voor de schelpdier- of vissector kan dit
rampzalige gevolgen hebben. Door de herkomst en de transmissieroutes in kaart te brengen, kan de oorzaak van migratie
worden achterhaald en er preventieve maatregelen worden genomen. Tenslotte wordt in het Toplab in opdracht van
Gimaris, schelpdieren onderzocht op de aanwezigheid van virale voedselpathogenen voor de mens. Deze schelpdieren
worden door diverse schelpdiertelers, - handelaars, en –transporteurs ter controle naar het Toplab gebracht.
Medio 2012 is het lectoraat betrokken geraakt bij de ontwikkeling van een zgn next-generation MALDI-TOF. Het bedrijf
Biosparq, ondergebracht in het Biopartner gebouw, bouwt een massa spectrometer, die één enkele cel kan meten en
er een analyse (identificatie) op kan uitvoeren. Dit is een revolutionaire ontwikkeling. Het Toplab heeft van dit bedrijf de
opdracht gekregen om alle mogelijke toepassingen op microbiologisch gebied uit te voeren. Het consortium genaamd
ASTRIUM, automated biomonitoring of air and water quality in human spacecraft, heeft het lectoraat benaderd om
een risico inventarisatie te maken van het voorkomen en verspreiden van infectieziekten tijdens lange bemande (Mars)
ruimtevluchten. Hierbij hebben we de vrijheid om een advies voor automatisch biomonitoring te ontwikkelen. Hiervoor zijn
er afspraken met Biosparq gemaakt. Het project is via de ESA als EU-project ingediend.
Lector Biodiversiteit Barbara Gravendeel
Het lectoraat is in samenwerking met NCB Naturalis opgezet. Het doel van het lectoraat Biodiversiteit is het verrichten
van onderzoek samen met docenten en studenten en het ontwikkelen van een nieuwe keuzeminor Applied Genomics.
Studenten voeren toegepast onderzoek uit voor opdrachtgevers uit het Nederlandse bedrijfsleven met gebruik van de
expertise over mondiale biodiversiteit die in NCB Naturalis aanwezig is. De nadruk ligt op genoom analyses. Met behulp van
museumcollecties wordt kennis opgedaan over eigenschappen van de meer dan tien miljoen soorten planten, dieren en
schimmels. Deze kennis kan gericht gebruikt worden ter ontwikkeling van medicijnen en andere commercieel interessante
producten zoals snijbloemen die langer vers blijven, plaagbestrijding en het voorkomen van type II diabetes en obesitas.
Voor het ontwikkelen van DNA barcoding markers om in beslag genomen materiaal van illegaal verhandelde planten- en
diersoorten mee op te naam te brengen wordt nauw samengewerkt met NCB Naturalis, Hortus Botanicus en Instituut
Biologie Leiden, het Douanelab, de Plantenziektekundige dienst en de Universiteit van Wageningen.
30 Hogeschool Leiden
GEZONDHEIDSZORG
De aandacht voor het profileringsthema Gezondheidszorg heeft een lange traditie binnen de hogeschool en heeft een
sterke regionale binding. Hogeschool Leiden werkt intensief samen met zorginstellingen als LUMC, het Diaconessenhuis,
het Rijnlands Revalidatiecentrum, Bouman GGZ, etc. Tevens participeert de hogeschool samen met de ROC Leiden en ROC
ID College en het LUMC in de ZorgAcademie Leiden, soms afgekort tot ZAL. Binnen het profileringsgebied Gezondheidszorg
werken we aan het thema Eigen Regie met lectoren op het gebied van fysiotherapie, chronisch zieken, antroposofische
gezondheidszorg en GGZ.
Lector Eigen Regie John Verhoef
In 2012 is gekozen voor een verschuiving van focus op doelgroep, mensen met chronische ziekten, naar focus op het
specifieke thema ‘eigen regie versterken’ dat zeer actueel, toekomstbestendig en relevant is voor alle beroepsgroepen waar
voor wordt opgeleid. Binnen de zorg voor mensen met chronische ziekten zijn eigen regie en zelfmanagement cruciale
aspecten. Het doel van toepassingsgericht onderzoek binnen dit thema is de zorg voor deze groep mensen te optimaliseren.
Primair door het stimuleren, ontwerpen, begeleiden, monitoren en evalueren van geïntegreerde zorg, met de nadruk op
ketenzorg. Het uitgangspunt hierbij is dat er geen organisatievorm bestaat die optimaal is voor alle doelgroepen. Er zijn
diverse opties die zich onderscheiden door de mate van integratie. Samen met het werkveld inventariseert het lectoraat
bestaande kennis over zorginnovaties als ketenzorg en ontwikkelt en verspreidt nieuwe kennis. Onderzoeksprojecten
worden samen met zorgprofessionals en studenten en docenten van Hogeschool Leiden (Opleiding tot Fysiotherapeut,
Opleiding tot Verpleegkundige, Kunstzinnige Therapie, master Advanced Nurse Practioner) uitgevoerd. Verder wordt een
onderzoekslijn met betrekking tot het ontwikkelen van tools voor zelfmanagement ondersteuning door fysiotherapeuten
van mensen met chronische ziekten.
Lector Antroposofische Gezondheidszorg Erik Baars
Het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg focust zich in haar tweede projectperiode (2011 – 2014) met name op:
de (verdere) ontwikkeling van professionele, transparante zorgprogramma’s, waarin de eigenheid van de antroposofische
gezondheidszorg gewaarborgd blijft; het monitoren van kwaliteit en (kosten)effecten; het op basis hiervan produceren van
hoogwaardige kennis over de antroposofische gezondheidszorg; en de transfer van deze kennis.
In 2012 heeft het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg (AG) aan meer dan 20 projecten gewerkt, veel publicaties
en presentaties verzorgd en haar jaarlijkse symposium gehouden. In het RAAK-subsidie project ‘In Verbinding’ zijn zes
zorgprogramma’s, en een manier om de uitvoering hiervan te monitoren, ontwikkeld in samenwerking met antroposofische
zorgverleners. Het gaat om de aanpak in de eerste lijn van depressie, hechtingsstoornissen, hooikoorts, kanker,
stressgerelateerde klachten en schouderklachten. Eind 2012 zijn de eerste resultaten van (kosten)effecten, klantervaringen
en verbeterpunten van de zorgprogramma’s gepresenteerd. Ook is een ZonMW project gestart dat zich richt op verbetering
van de specifieke organisatie rondom diagnosegebonden zorg (‘zorgprogramma’s’) bij vier gezondheidscentra waar
reguliere zorg, aangevuld met antroposofische gezondheidszorg, wordt geboden. Het actieonderzoek wordt begeleid door
twee lectoraten (Mens en Organisatie (Stenden Hogeschool), en Antroposofische Gezondheidszorg (Hogeschool Leiden)) en
een instituut voor mens en organisatieontwikkeling (IMO, Zeist).
Andere hoogtepunten in 2012 waren de start van drie nieuwe promotietrajecten; het uitvoeren van een actieonderzoek
om de samenwerking tussen de opleiding Kunstzinnige Therapie en het lectoraat te optimaliseren; de start van kwalitatief
onderzoek naar klantervaringen met AG; het opzetten en uitgeven van een online International Research Newsletter on
Anthroposophic Medicine; en het verkrijgen van de ‘Excellence in Integrative Medicine Research Award’ uitgereikt door de
European Society of Integrative Medicine. Het lectoraat bestaat sinds 2007 en heeft momenteel 14 medewerkers.
Jaarverslag 2012 31
Lector Geestelijke Gezondheidszorg Jaap van der Stel
Het lectoraat Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) bestaat uit de lector, dr. Jaap van der Stel, en een kenniskring. De
kenniskring is samengesteld uit een twintigtal personen: docenten, praktijkwerkers, ervaringsdeskundigen en studenten.
Binnen het lectoraat stond in 2012 het thema Herstel centraal. Onderzoek richt zich op herstel en herstelondersteuning
bij mensen met (ernstige) psychische moeilijkheden en stoornissen. Er werden twee zeer goed bezochte en positief
ontvangen symposia georganiseerd en in onderzoek van studenten werd veel kennis vergaard over het proces van herstel.
De ‘herstelverhalen’ worden verwerkt in een publicatie. Als vervolg hierop vindt een verdieping plaats van het thema
herstel door te focussen op zelfregulatie, als belangrijk kenmerken van de diverse vormen van herstel. Dit sluit aan bij de
maatschappelijke trend dat mensen geacht worden zoveel als mogelijk – samen met hun naasten – eerst zelf proberen
hun problemen op te lossen. En als dat niet lukt ook zelf de regie gaan nemen over de zorgverlening. Om deze processen
te ondersteunen hebben GGz-werkers andere of nieuwe competenties nodig en het heeft ook gevolgen voor hun
beroepsidentiteit. Zelfregulatie wordt opgevat als ‘je zelf reguleren’ opdat persoonlijke en maatschappelijke doelen bereikt
kunnen worden. Het gaat om het zelf beïnvloeden van cognities, emoties, motivaties en het gedrag – taken waar mensen
met een psychische aandoening in meer of mindere mate problemen mee hebben. Er wordt – samen met studenten en
instellingen – allereerst gewerkt aan een instrument om het niveau van zelfregulatie te kunnen beoordelen (rekening
houdend met de levensloop, kenmerken cliënt en sociale omgeving). In het verlengde daarvan wordt nagegaan welke
mogelijkheden er zijn om de zelfregulatie van mensen met psychische problemen te bevorderen of – wanneer dit (nog) niet
of niet meer mogelijk is – te compenseren en wat de voor hbo-opgeleide werkers in de GGz vereiste competenties zijn.
De hbo-opleidingen voor de GGz (met name Opleiding tot Verpleegkundige en Sociaal Pedagogische Hulpverlening) zijn
nog goeddeels gescheiden. In de praktijk is er vaak behoefte aan werkers die zowel van de sociaal-psychische (welzijn) als
de somatische (zorg) aspecten verstand hebben en op dat vlak competenties bezitten én liefst een BIG-registratie hebben.
Deze behoefte wordt sterker gezien de vele transities die thans in de GGz gaande zijn. In Leiden is het streven erop gericht
opleidingen niet alleen beter met elkaar te laten samenwerken maar ook een ‘HBO-GGz’ tot stand te brengen. Het is een
proces van jaren, maar enkele grote GGz-instellingen hebben reeds hun steun betuigd. In de tussentijd vinden innovaties
plaats in de bestaande opleidingen.
32 Hogeschool Leiden
OVERIGE LECTORATEN
Naast de profileringsgebieden sluit de hogeschool als kennispartner in Leiden en omgeving aan bij initiatieven passend
bij verschillende opleidingen en wordt geïnvesteerd in praktijkonderzoek in het kader van kwaliteit van onderwijs en
onderzoek onder leiding van lectoren.
Lector Talentontwikkeling Paul Kop
Het lectoraat Talentmanagement richt zich op onderzoek naar en onderwijs over het vinden, ontwikkelen en behouden van
talenten. De leidende vragen hierbij zijn, in welke omgevingen komt talent het beste tot zijn recht en hoe haal je het beste
uit jezelf en uit anderen. Binnen het lectoraat concentreert het onderzoek zich op een drietal projecten: Studierendement
hbo-instellingen, Personeelsverloop onder hbo’ers (ondermeer in de Zorgsector) en Onderzoek naar opsporen en behoud
van hbo-talenten in het regionale bedrijfsleven. In opdracht van het College van Bestuur van de hogeschool wordt
onderzoek gedaan naar de redenen van vertrek van studenten, naar manieren om hen te behouden en naar mogelijkheden
om hen te laten excelleren. Dit onderzoek leidt tot verbetering van intakeprocedures en van studieloopbaanbegeleiding.
Voor de opleidingen Toegepaste Psychologie, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Maatschappelijk Werk en
Dienstverlening is het programma Kies Bewust opgezet. Doel van dit programma is de aankomend student te helpen en te
adviseren bij het maken van de juiste studiekeuze. Aangezien er grote zorgen zijn omtrent de juiste aansluiting van hbo-
afgestudeerden en het MKB is een onderzoek gestart naar het hbo-talent en MKB (aantrekken en behouden van jonge
hbo’ers). In dit kader wordt onderzoek gedaan naar het psychologisch contract, goede assessments en de relatie tussen
ondernemers en hbo’ers. Het onderzoek richt zich op het regionale bedrijfsleven in oost en west Nederland.
Lector Onderzoeksmethoden en technieken Peter de Heus
De lector Onderzoeksmethoden en technieken is aangetrokken ten behoeve van deskundigheidsbevordering van docenten
Toegepaste Psychologie en richt zich vooral op de verbetering van onderzoeksgerelateerd onderwijs. De lector houdt
zich bezig met de uitbreiding en herstructurering van het statistiekonderwijs en de verbetering van de kwaliteit van
onderzoeksgerichte scripties en afstudeerwerkstukken. Daarnaast heeft hij de leiding over de pre-university minor, waarin
geselecteerde studenten voorbereid worden op een master psychologie bij Universiteit Leiden.
Lector Virtuality Driven Learning Hans Stavleu
Het lectoraat “Virtuality Driven Learning” richt zich op het leren van samenwerkend leren met behulp van ICT met daarbij
die actoren en factoren die van belang zijn voor het doorgronden en inzetten van de virtuele interacties. Het lectoraat
doorgrondt samen met betrokkenen de essenties van leren met simulaties, social media, communities, gamification en
virtuele werelden en draagt bij aan het thema duurzaam leren binnen Hogeschool Leiden en TNO. Het lectoraat wordt
voor één dag in de week grotendeels bekostigd door TNO. Het lectoraat beoogt manieren, instrumenten, experimenten
en bewijslast te creëren, uit te voeren en te delen om de hogeschool en haar stakeholders een eigentijds en duurzaam
perspectief te bieden. Zowel voor studenten, docenten, management, bestuurders, alumni en externe partijen.
Het lectoraat doet praktisch onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van ‘Virtuality Driven Learning’. In 2012 zijn twee
praktijkgerichte onderzoeken gestart: het opzetten en ontwikkelen van een virtual community op basis van Google+ en het
onderzoeken van de mogelijkheden van Gamification binnen het hoger onderwijs.
Het lectoraat is verbonden aan het honoursprogramma binnen Hogeschool Leiden, zodat de expertise van studenten en
docenten die zijn verbonden aan dit talentenprogramma kunnen worden ingezet. Vanuit dit hogeschoolbrede programma
waarin alle opleidingen zijn vertegenwoordigd kunnen experimenten worden uitgevoerd en positieve resultaten
Jaarverslag 2012 33
worden vertaald naar het reguliere onderwijs. Het unieke karakter van het lectoraat is gebaseerd op een kenniskring
(onderzoeksgroep) die geheel bestaat uit honoursprogramma studenten. Hun manier van denken, hun creativiteit, hun
motivatie, hun zelfregie, hun kijk op de toekomst en hun participatie is van essentieel belang om de benodigde stappen te
maken in het creëren van een digitale omgeving die nodig is.
Lector PR en Social Media Piet Hein Coebergh
In 2012 is een nieuwe lector PR en Social Media, Piet Hein Coebergh gestart. Met het lectoraat wordt invulling gegeven
aan de ambitie om met de opleiding Communicatie toonaangevend te zijn op dit terrein en maximaal aan te sluiten op de
nieuwe behoeften van het beroepenveld. De lector gaat vooral lesmateriaal ontwikkelen waarmee studenten nog beter een
antwoord kunnen geven op de uitdagingen die digitalisering en socialisering van informatie brengen.
Met de kenniskring Professionaliteit en Arbeidsproductiviteit werkt de lector aan het identificeren, bundelen, valoriseren en
verrijken van kennis waar het beroepenveld vandaag en morgen behoefte aan heeft en waar docenten en studenten van
Hogeschool Leiden meerwaarde in kunnen bieden. De kenniskring is in voorjaar 2012 van start gegaan.
In 2012 heeft de kenniskring een organisatiestructuur ontwikkeld die aansluit bij met name de stages en
onderzoeksopdrachten van studenten binnen de bestaande onderwijsprogramma’s. Leidraad hierbij is een modellenboek
dat studenten informatie en houvast verschaft bij het opzetten van onderzoek. In september 2012 konden studenten
gebruik maken van een eerste digitale versie. In 2013 komen de eerste resultaten beschikbaar. In het modellenboek zijn
de IDD-competenties (Internationalisering, Diversiteit en Duurzaamheid) geïntegreerd. Het boek is tot stand gekomen in
samenwerking met Bureau Trompenaars.
Daarnaast is een aanzet gegeven voor verdere professionalisering van docenten binnen het cluster, met name gericht
op het begeleiden van onderzoek. Begin 2013 wordt gestart met een pilot-traject voor de docenten van de opleiding
Communicatie.
34 Hogeschool Leiden
Uitstekende campus voor leren en werken
Om kwalitatief goed onderwijs en toegepast onderzoek te verzorgen is er een goede en veilige leer- en werkomgeving
nodig. Daarbij hoort een efficiënte dienstverlening aan de student, docent, medewerker en onderwijsorganisatie.
Rechtsbescherming
Bij het Loket Rechtsbescherming kunnen studenten terecht die bezwaar willen maken tegen een beslissing van het College
van Bestuur of tegen een besluit van een examencommissie. Tevens kan een student hier terecht voor het indienen van een
klacht over een werkwijze binnen de hogeschool.
In 2012 zijn er 114 brieven binnengekomen bij het Loket Rechtsbescherming. Hiervan zijn 64 brieven doorgestuurd naar
het College van Beroep voor Examens, 29 brieven zijn in behandeling genomen door de geschillenadviescommissie en
10 brieven zijn ter afhandeling doorgestuurd naar het College van Bestuur. De overige brieven zijn ter beantwoording
doorgestuurd naar verschillende functionarissen binnen de organisatie.
Programma roosteren
Het afgelopen jaar zijn er verschillende projecten gestart die bijdragen aan de duurzame verbetering van het rooster.
In 2012 is er gewerkt aan een nieuwe hogeschoolbrede onderwijsvisie. De onderwijsvisie is bedoeld om inspiratie en
richting te geven aan hoe we ons onderwijs ontwikkelen. Daarnaast vormt het de basis voor de manier waarop curricula
worden opgebouwd en hoe het onderwijs georganiseerd moet worden. Daaruit volgt hoe er binnen de hogeschool wordt
geroosterd. Een ander project was de ontwikkeling van een nieuw taaktoebedelingsintrument. Hiermee kan de inzet van
onderwijsgevend personeel eenduidiger georganiseerd en gefaciliteerd worden. Er is onder andere een ICT-tool ontwikkeld
om taaktoewijzing te vergemakkelijken. Daarnaast worden er stappen gezet om te komen tot meer eenduidigheid in de
beschrijving van onderwijstaken. Ook op andere onderdelen van het roosterproces wordt gezorgd voor meer eenduidigheid
in terminologie en manier van organiseren. Zo kan – met respect voor de verschillen tussen opleidingen – de afstemming en
communicatie rondom het roosterproces verbeterd worden. Tevens is er een nieuwe roosterapplicatie gelanceerd. Met deze
applicatie hebben studenten en docenten toegang tot zijn of haar persoonlijke rooster en kan de applicatie gemakkelijk
gekoppeld worden aan een digitaal agendasysteem.
Informatiemanagement
2012 stond voor informatiemanagement in het teken van professionalisering. Dit omvat zowel de governance van de
hogeschool als ook een architectuurgedreven inrichting van de informatiehuishouding en een aantal grote en kleine
projecten “boven water” die sturen op betere ondersteuning van de gebruikers en op een meer bewuste en gestructureerde
omgang met informatie en applicaties. Op het gebied van governance is de besluitvorming over projecten en activiteiten
samen met gebruikers en ICT verbeterd: informatieadviseurs en strategy board zijn direct betrokken bij het verzamelen
van gebruikerswensen en het prioriteren van projecten in een gezamenlijk portfolio. Daarbij dienen instellingsplan en
onderwijsvisie steeds bewuster als uitgangspunt.
Diverse activiteiten op het gebied van architectuur (roosteren, cloud) hebben geleid tot meer zicht op afhankelijkheden
tussen processen, informatie, applicaties en infrastructuur. Impactanalyses en besluitvorming worden daarmee op een
hoger niveau getild.
Jaarverslag 2012 35
Ten slotte zijn een aantal grote en kleine projecten uitgevoerd of opgestart, waaronder de upgrade van Blackboard, de
aansluiting bij de HBO-kennisbank, het faciliteren van weblecturing en de vervanging van de mailomgeving.
Uiteraard is informatiemanagement er daarmee nog niet. Veel nieuwe projecten voor state of the art onderwijs en
onderzoek en voor een verbeterde informatiehuishouding staan voor 2013 op het programma, waaronder het breder
uitrollen van weblecturing, een information framework dat eenduidig en betrouwbaar hergebruik van gegevens gaat
borgen en een de inrichting van een intranet voor HL. Het architectuurdenken vraagt ook in 2013 om een actieve
verspreiding zodat Hogeschool Leiden er volop van kan profiteren. En ook onze governance moet verder worden
uitgebouwd en geïnternaliseerd. Aan beide besteden we ook in 2013 bewust aandacht en energie.
Ten behoeve van managementinformatie is in 2012 het Management Informatie Dashboard verder ontwikkeld. Het MID
bevat veel data. De uitdaging is hoe men van al die data betekenisvolle informatie maakt. Het is een lerend systeem. De
meerwaarde is dat er nu gegevens zijn waar men de diepte mee in kan en dat er meer actuelere gegevens zijn, ook in de
rendementscijfers. Gebruikte definities zijn eenduidig. Hogeschool Leiden volgt de definities van de NVAO.
Om meer zicht te hebben op het aantal studenten dat op onze hogeschool instroomt zijn twee rekentools ontwikkeld. Met
deze tools kunnen betere en tijdigere voorspellingen worden gedaan over toekomstige studentenaantallen en kan beter
geanticipeerd worden op de benodigde onderwijsruimtes die ingeroosterd moeten worden.
De eerste tool is in het voorjaar in gebruik genomen en vergelijkt gegevens uit Studielink met instroomtrends vanuit
eerdere jaren. Met de tweede tool kunnen, op basis van instroomcijfers en verwachte doorstroompercentages, de
studentenaantallen voor een aantal jaren vooruit worden berekend. Deze tool zal het komend studiejaar beschikbaar zijn
voor alle opleidingen.
Digitale campus
In de zomer is er een nieuwe omgeving van Blackboard voor het onderwijs, ook wel de Elektronische Leeromgeving (ELO),
ingericht. Het huidige Blackboard blijft bestaan en het onderwijs gedeelte komt in een nieuwe geüpgrade versie van
Blackboard te staan. Tevens is een nieuw mail- en agendasysteem in gebruik genomen.
Binnen de onderwijsclusters is veel belangstelling voor het opnemen en beschikbaar stellen van weblectures. In
september 2012 is daarom begonnen met het opnemen van series colleges. Gezien de grote vraag en de toegevoegde
onderwijskundige waarde, wordt de komende tijd onderzocht hoe het opnemen van weblectures binnen Hogeschool
Leiden tot een structurele dienstverlening kan worden ingebouwd terwijl ook de didactische scenario’s worden uitgewerkt.
Statistieken van het gebruik van weblectures na periode 1 tonen aan dat er veelvuldig gebruik van wordt gemaakt door
studenten. Ook docenten ervaren het gebruik als input voor verbetermogelijkheden in hun wijze van presenteren als een
belangrijke meerwaarde.
Daarnaast is er een leernetwerk ‘blended learning’ van docenten waar men zich verdiept in de brede mogelijkheden
van blended learning – Emergeproject. Hier wordt ook de relatie gelegd met de mogelijkheden voor Open Educational
Resource.
Door SURF is vorig jaar aan Hogeschool Leiden het verzoek gedaan om deel te nemen aan de infrastructuur ten behoeve van
kennisdeling, zoals deze de afgelopen jaren door hogescholen en SURF ontwikkeld is. Studenten, docenten en lectoren van
Hogeschool Leiden produceren veel waardevolle kennisproducten. Tot nu toe is de meerderheid van deze kennisproducten
alleen terug te vinden achter Blackboard, in het Mediacentrum of op de kamers van medewerkers. Wanneer Hogeschool
36 Hogeschool Leiden
Leiden deze artikelen, scripties en leermiddelen via ‘Open Access’ beschikbaar stelt, opent dit mogelijkheden tot co-creatie
met het MKB, het bedrijfsleven en andere onderwijsinstellingen. Deelname aan de HBO Kennisbank biedt Hogeschool
Leiden de mogelijkheid om haar kennis te etaleren en te delen en daardoor te fungeren als kenniscentrum voor haar
omgeving. De meerwaarde van de HBO-Kennisbank voor Hogeschool Leiden in het kader van visie en doelen uit het
Instellingsplan en in het kader van het Informatieleidsplan zijn beschreven als ook de nadelen en de risico’s ten aanzien van
succesvolle deelname.
Mediacentrum
De studieruimte in het Mediacentrum is in 2012 vernieuwd. Dit biedt de mogelijkheid om in een uitnodigende omgeving
groepsgewijs te werken aan bijvoorbeeld projectopdrachten. De nieuwe studieruimte is ingericht met flexibele plekken voor
groepen van vier tot zes personen. Alle plekken zijn uitgerust met stroompunten om met je laptop rustig aan het werk te
gaan. In afgeschermde werkplekken kunnen groepjes samen met één laptop via de aanwezige beeldschermen kennis met
elkaar delen en samenwerken.
Facilitair Bedrijf
Ook in 2012 heeft Hogeschool Leiden diverse initiatieven ontplooid om de hogeschool verder te verduurzamen.
Met de Gedragscampagne Duurzaamheid, die in 2011 van start is gegaan, zijn studenten en medewerkers geïnformeerd
over de mogelijkheden die zij zelf hebben om op het werk, maar ook daarbuiten, gedrag en werkprocessen verder te
verduurzamen. In 2012 is de campagne afgesloten met een slot-enquête om te meten of de campagne de gewenste
verduurzaming heeft gerealiseerd. Ruim 20% van de geënquêteerden is zich meer bewust geworden van de bijdrage die zij
kunnen leveren aan duurzaamheid. In 2012 heeft de hogeschool een actiedag georganiseerd ‘Band op Spanning’. In totaal
zijn 223 auto’s gecontroleerd op juiste bandenspanning. Door alle banden weer op juiste spanning te brengen is 788 liter
brandstof bespaard. Dit levert een reductie aan CO2 uitstoot op van 2.878 kg. De hogeschool is voornemens deze actie elk
jaar te organiseren.
Over 2008 is de klimaatvoetafdruk van Hogeschool Leiden voor het eerst berekend. De totale CO2-uitstoot bedroeg over dat
jaar 3.800.000 kg CO2. In 2012 is over het jaar 2011 de klimaatvoetafdruk opnieuw berekend. Ondanks de uitbreiding van
het gebouw met 12.500 m2 en de groei van studentenaantallen en het aantal medewerkers is de klimaatvoetafdruk gedaald
naar 3.115.900 kg CO2. Deze daling is onder andere toe te schrijven aan het uitvoeren van diverse energiebesparende
maatregelen, de inkoop van groene stroom en het verduurzamen van gedrag en werkprocessen binnen de organisatie.
Door het implementeren van energiezorg wordt het energieverbruik van HL regelmatig gemonitord. Zo is het mogelijk
om afwijkend energieverbruik tijdig op te sporen en kunnen direct interventies worden gepleegd. Zo is het nachtelijk
energieverbruik met 50% teruggebracht omdat onnodig energieverbruik door installaties, apparatuur en verlichting is
bijgesteld.
Om de klimaatvoetafdruk verder te verlagen zal de focus in 2013 liggen op mobiliteit.
ICT
In 2012 is de ICT-infrastructuur van Hogeschool Leiden gemigreerd naar een nieuwe omgeving. Deze omvangrijke operatie
was de afronding van het project DigiFun dat als doel had om een nieuw centraal digitaal fundament te realiseren waarmee
de hogeschool toekomstige ontwikkelingen op een goede manier aan kan. De migratie heeft in stappen plaatsgevonden,
zonder dat de student en medewerker daar last van had. Met de nieuwe omgeving zijn ook belangrijke stappen gezet t.a.v.
Jaarverslag 2012 37
duurzaamheid. Alle oude servers zijn vervangen door een kleiner aantal grote machines met meerdere virtuele servers
en dus een veel hoger rendement. In de centrale computerruimte is de kritische apparatuur ondergebracht in een kleine
afgesloten ruimte (‘koudestraat’ van 27graden), waardoor er slechts een klein gedeelte airconditioned moet worden. Bij
de keuze voor apparatuur is bovendien gekeken naar apparatuur die minder gekoeld hoeft te worden. Dit alles levert een
aanzienlijke besparing in energie op.
Inmiddels maakt de hogeschool gebruik van één Centrale Directory Service waar alle studenten, medewerkers en
werkplekken bekend zijn. Deze directory service wordt direct gevuld vanuit de verschillende kernregistratiesystemen,
waardoor wijzigingen sneller doorgevoerd kunnen worden, er minder administratieve last is en de kans op fouten
verkleind wordt. Dankzij deze ontwikkeling werd het mogelijk om applicaties te ontsluiten die niet binnen de hogeschool
zelf gefaciliteerd worden (de ‘cloud’). Voorbeelden hiervan zijn de nieuwe emailomgeving (Office 365) en de nieuwe
ELO (Blackboard). Dit sluit aan bij ons streven naar duurzaamheid en past in de afspraken die met andere hogescholen
en universiteiten gemaakt zijn. Daarnaast sluit Hogeschool Leiden aan bij landelijke initiatieven zoals SURFconext en de
SURFpilot GreenQloud.
Na de afronding van het project DigiFun start in 2013 een nieuw vierjarenplan waar ‘Van vaste werkplek naar Use Your Own’
een belangrijk speerpunt zal zijn.
Inkoop – overzicht aanbestedingen
Ter voorbereiding van de nieuwe aanbestedingswet 2013 en het Instellingsplan 2012-2016, is het inkoop-
aanbestedingsbeleid aangepast. In het eerste kwartaal van 2013 is dit gepubliceerd. In 2012 zijn er nieuwe
Inkoopvoorwaarden opgesteld voor diensten, leveringen en aanvullende voorwaarden voor ICT. De voorwaarden zijn
gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en gepubliceerd op de site van Hogeschool Leiden.
De inkooptool: digitale marktplaatsconcept voor inhuur ICT, is in een verbeterde versie in 2012 opnieuw nationaal
gepubliceerd. Inkoop levert een bijdrage aan de doelstelling van de lerende organisatie van professionals en innovatie door
onder andere samenwerking met andere hbo-instellingen en universiteiten.
Een tweede marktplaats voor de inhuur van facilitair personeel boven schaal 8, is eind 2012 succesvol opgezet.
Resultaten inkoop 2012
Alle inkoop is webbased via Negometrix aanbesteed. De beschikbare SenterNovem-criteria voor duurzaamheid worden in
alle aanbestedingen meegenomen.
■ Afgeronde Europese aanbestedingen:
• Accountants diensten;
• Schoonmaakdiensten;
• Post (verricht door de Belastingdienst);
• Personeelsinformatiesysteem.
■ Afgeronde nationale aanbestedingen:
• Leveranciersdatabase voor inhuur ICT personeel (marktplaatsconcept);
• Leveranciersdatabase voor inhuur Facilitair personeel (marktplaatsconcept).
■ Afgeronde onderhandse aanbestedingen
• Regelkasten t.b.v. klimaatbehandeling gebouw (eenmalige opdracht);
• Tijdelijke huisvesting, huur van een casco gebouw (547m2) ; bouwkundig , elektra en werktuigbouw (eenmalige opdracht);
38 Hogeschool Leiden
• Schilder werkzaamheden buitengevel bouwdeel B en F (eenmalige opdracht);
• Schilderwerk binnen (Raamovereenkomst);
• Bouw en verbouwwerkzaamheden (Raamovereenkomst);
• Bureauselectie en pitch (eenmalige opdracht voor een nieuwe campagne voor M&C);
• Herinrichting praktische informatie (eenmalige opdracht voor IM).
■ Specifieke offerteaanvragen voor de ICT marktplaats:
• 12 aanvragen.
■ De volgende Europese aanbestedingen zijn lopende of in voorbereiding:
• Uitzendkrachten (lopende, 4 percelen: pay-rolling, onderwijzend personeel, ondersteunend personeel, surveillanten);
• Catering, inclusief automaten;
• On-line community;
• Hardware;
• Drukwerk;
• Sanitaire middelen.
Marketing en Communicatie
Eind 2012 is een project gestart om op basis van het vernieuwde marketingconcept van Hogeschool Leiden een nieuwe
huisstijl te ontwikkelen. Tevens is in 2012 geïnvesteerd op de inzet van social media bij het in verbinding brengen van
studenten en opleidingen. Hiermee is met name facebook als instrument ingezet.
Jaarverslag 2012 39
Verslag Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft als taak integraal toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene
gang van zaken binnen de stichting en hogeschool en de continuïteit van Hogeschool Leiden te waarborgen waarbij
de statuten en governancecode leidend zijn. Het toezicht omvat onder andere de realisatie van de doelstellingen van
de hogeschool, het kwaliteitsbeleid, de strategie en de risico’s verbonden aan instellingsactiviteiten, de opzet en de
werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de kwaliteit van de horizontale dialoog, de planning- en
controlcyclus en de naleving van de wet- en regelgeving, waaronder de regels met betrekking tot de bekostiging.
Op de website van Hogeschool Leiden staan de statuten en relevante reglementen gepubliceerd.
De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden. De leden hebben een zittingstermijn van vier jaar
en treden af volgens een rooster van aftreden. Leden zijn tweemaal herbenoembaar. De Raad is zodanig samengesteld dat
de leden ten opzichte van elkaar, van het College van Bestuur en van andere belanghebbenden en belangen, onafhankelijk
en kritisch kunnen opereren. Geconstateerd is dat er geen tegenstrijdig belang is geweest bij de leden van de Raad ten
aanzien van het belang van Hogeschool Leiden.
Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2012
De Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden: drs. S.J. van Driel (voorzitter), prof. dr. J.A. Bruijn (vice-voorzitter), mevrouw
drs. I. Rutgers, mevrouw C. Langelaar, mevrouw mr. J.G.J.M. de Zwaan, drs. J.W.M. Zegveld, mr. F.A.M. van den Heuvel. De
heer Van den Heuvel in september 2012 benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad en Studentenraad. Vanwege
de overname van Hogeschool Helicon heeft de Raad besloten een zevende lid te benoemen en heeft hiertoe mevrouw
De Zwaan in september 2012 benoemd. In 2012 zijn de heer Van Driel en mevrouw Rutgers benoemd voor een tweede
zittingstermijn. De heer dr. P.A.T. Tetteroo heeft afscheid genomen omdat zijn derde zittingstermijn afgelopen was. De Raad
van Toezicht en College van Bestuur danken de heer Tetteroo voor zijn jarenlange inzet en toewijding voor Hogeschool
Leiden.
COMMISSIES VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
De Raad van Toezicht van Hogeschool Leiden werkt met drie commissies. In deze commissie worden onderwerpen
inhoudelijk voor besproken, zodat de vergadering van de Raad van Toezicht efficiënter kan verlopen. Elke commissie heeft
haar eigen reglement op basis waarvan zij haar taak uitvoert.
Commissie Strategie en Beleid
De Commissie Strategie en Beleid heeft een voorbereidende taak met betrekking tot de strategie van Hogeschool Leiden die
moet leiden tot het realiseren van de beleidsdoelstellingen, de randvoorwaarden die ten aanzien van de strategie worden
gehanteerd en de kwaliteit van het onderwijs.
De Commissie bestond per 31 december 2012 uit drie leden: prof.dr. J.A. Bruijn (voorzitter), mevrouw C. Langelaar en
mevrouw mr. J.G.J.M. de Zwaan. Dr. P.A.T. Tetteroo is tot september 2012 lid geweest van de Commissie Strategie en Beleid.
Vanwege het verstrijken van zijn derde benoemingstermijn is mevrouw De Zwaan hem opgevolgd in de commissie.
Door de Commissie Strategie en Beleid is in 2012 vier keer vergaderd. Bij deze vergaderingen waren het College van Bestuur
en de bestuurssecretaris aanwezig.
40 Hogeschool Leiden
In de Commissie Strategie en Beleid is het concept van het jaarverslag 2011 besproken. De Commissie heeft vervolgens positief
geadviseerd aan de Raad van Toezicht over het jaarverslag. Een belangrijk onderwerp was de formulering van een nieuw
instellingsplan voor de periode van 2012-2016 met bijbehorende doelstellingen. Er is uitgebreid stilgestaan bij de ambities van
de hogeschool. Hierbij is tevens het voorstel voor prestatieafspraken met de minister van OCW behandeld. De Commissie heeft
een positief advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht, die vervolgens het instellingsplan heeft goedgekeurd.
De overname van Hogeschool Helicon is uitvoerig besproken. Het ging hier met name over de afweging tussen de
maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hogeschool ten opzichte van de financieel onzekere toekomst van Helicon
en over de toegevoegde waarde van de opleidingen van Helicon voor Hogeschool Leiden. Tevens is regelmatig de
afsplitsing en overdracht van Pabo Thomas More aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs besproken.
In het licht van blijvende groei van studentenaantallen is in de Commissie uitgebreid stilgestaan bij de gevolgen hiervan
voor de kwaliteit van het onderwijs. Onderwerpen als selectie aan de poort en numerus fixus zijn in dit kader besproken.
In het kader van kwaliteitszorg zijn de voorbereidingen op de instellingstoets besproken.
Auditcommissie
De Auditcommissie heeft een voorbereidende taak met betrekking tot de jaarrekening en de begroting, de interne
risicobeheersings- en controlesystemen, het functioneren van de controller en de externe onafhankelijke accountant, de
naleving van aanbevelingen van de controller en externe accountant, de financiële informatieverschaffing, belangrijke
investeringen.
De Auditcommissie bestond per 31 december 2012 uit drie leden: drs. J. Zegveld (voorzitter), mevrouw drs. I. Rutgers en mr.
F. van den Heuvel. Tot september 2012 had dr. P.A.T. Tetteroo zitting in de Auditcommissie. De heer mr. F. van den Heuvel is
per september toegetreden.
De Auditcommissie is in 2012 zes keer bijeen geweest. Hierbij waren het College van Bestuur, de controller en
bestuurssecretaris aanwezig. Aan de hand van notulen brengt de Auditcommissie verslag uit aan de Raad van Toezicht op de
eerstvolgende vergadering van de voltallige Raad.
Het accountantsverslag, de jaarrekening en het jaarverslag over 2011 is in mei in aanwezigheid van de accountant
besproken. Geconstateerd werd dat Hogeschool Leiden 2011 naar tevredenheid heeft afgerond, dat er geen bijzonderheden
te melden zijn met betrekking tot de controle van de bekostigingsgegevens en er in het jaarrekeningsproces vooruitgang is
geboekt. De auditcommissie heeft aan de Raad van Toezicht een positief advies gegeven met betrekking tot de jaarstukken.
De Raad heeft de jaarstukken vervolgens goedgekeurd. De Auditcommissie heeft Deloitte accountants bedankt voor haar
werkzaamheden de afgelopen jaren. In 2012 stond de Europese aanbesteding van de accountant op de agenda. Namens
de Raad heeft de Auditcommissie een nadrukkelijke rol gespeeld in het aanbestedingstraject en is PriceWaterhouseCoopers
Accountants N.V. voorgedragen aan de Raad van Toezicht ter benoeming.
De laatst beschikbare financiële managementrapportages zijn een terugkerend onderwerp op de agenda van de
Auditcommissie. In het najaar van 2012 heeft de Auditcommissie uitgebreid aandacht besteed aan de meerjarenprognose,
mede in het licht van de aanhoudende groei van het aantal studenten en de druk die dit legt op de financiële exploitatie
vanwege het T-2 effect. De begroting 2013 is in december 2012 besproken. Gelet op de aanhoudende studentengroei en de
toereikende solvabiliteit heeft de Auditcommissie een positief advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht om de begroting
Jaarverslag 2012 41
met een begroot verlies goed te keuren. De Raad van Toezicht heeft de begroting vervolgens goedgekeurd.
Een aantal agendapunten is elke vergadering van de Auditcommissie aan de orde geweest. Het betreft hier de voortgang
met betrekking tot de afsplitsing en overdracht van Pabo Thomas More aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek
Onderwijs (RVKO), de overname van Hogeschool Helicon, de afstemming met ING inzake een eerder afgesloten
financieringsconstructie ten behoeve van de nieuwbouw.
Verder heeft risicomanagement eveneens op de agenda gestaan, alsook huisvesting en het treasuryplan.
Renumeratiecommissie
De Renumeratiecommissie heeft als doel het adviseren van de Raad van Toezicht in haar functie als toezichthoudend orgaan,
met als specifieke aandachtspunten: de benoeming, voorstel ten aanzien van de bezoldiging en (on)kostenvergoedingen,
schorsing en ontslag van de leden van de Raad van Toezicht en van het College van Bestuur. De Renumeratiecommissie
vervult de rol van werkgever richting de beide leden van het College van Bestuur. De Renumeratiecommissie is
verantwoordelijk voor de voorbereiding van het bezoldigings- en arbeidsvoorwaardenbeleid van het College van Bestuur.
De Raad van Toezicht stelt dit beleid vast. De branchecode Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen en de brief van
de minister van OCW inzake bezoldiging bestuurders in het onderwijs zijn uitgangspunt voor het beleid.
De commissie bestond per 31 december 2012 uit twee leden, benoemd door de Raad van Toezicht uit haar midden, te
weten drs. S.J. van Driel (voorzitter) en prof.dr. J.A. Bruijn.
Het College van Bestuur van Hogeschool Leiden bestaat uit een voorzitter en een lid. De heer drs. E.P. van Maanen is in
dienst sinds 1 oktober 2006 als voorzitter van het College van Bestuur. Per 1 oktober 2010 is hij opnieuw benoemd voor
een periode tot 1 oktober 2016. Hij bekleedt twee betaalde nevenfuncties, te weten lid van de Raad van Toezicht van ROC
Amsterdam en lid van de Raad van Toezicht van OSG Schoonoord.
Mevrouw A.M. Mur is lid van het College van Bestuur en in dienst sinds 1 november 2007. Per 1 november 2011 is zij opnieuw
benoemd voor een periode tot 1 november 2015. Zij is lid van de Raad van Toezicht van Dunamare Onderwijsgroep.
De portefeuilleverdeling binnen het CvB is gebaseerd op de organisatiestructuur van Hogeschool Leiden. Dit betekent dat
de voorzitter CvB de clusters Techniek, Educatie en Management & Bedrijf en de afdeling Onderwijsondersteuning onder zijn
hoede heeft. Lid CvB heeft de clusters Zorg en Social Work & Toegepaste Psychologie in portefeuille alsmede vastgoed, HRM,
Facilitair Bedrijf, Financien, ICT, Informatiemanagement en Internationalisering.
In 2012 heeft de Renumeratiecommissie met het College van Bestuur functioneringsgesprekken gevoerd. Er hebben drie
gesprekken plaatsgevonden, te weten met de leden afzonderlijk en een gezamenlijk gesprek over het functioneren als
College van Bestuur. Tevens zijn met het College van Bestuur prestatieafspraken gemaakt. De Remuneratiecommissie is ter
voorbereiding op deze gesprekken eenmaal bijeen geweest. Daarnaast heeft de voltallige Raad van Toezicht een overleg
gehad waarin de overige leden van de Raad van Toezicht input hebben gegeven voor het functioneringsgesprek met het
College van Bestuur.
De arbeidsovereenkomst van de voorzitter CvB heeft een looptijd van zes jaar. Dit is twee jaar langer dan de in de
branchecode gehanteerde norm van vier jaar. De Raad van Toezicht heeft hiertoe besloten om continuïteit te geven aan een
aantal langjarige projecten binnen de hogeschool en hiermee te borgen dat deze worden afgerond. De bezoldiging van het
42 Hogeschool Leiden
CvB is gespecificeerd in Model H in de Jaarrekening 2012 en voldoet aan de normering die voor 2012 van toepassing is.
De Raad van Toezicht heeft ingestemd met de nevenfuncties van het CvB. Over de honoreringen, die de voorzitter en lid CvB
ontvangen voor hun nevenfuncties, is besloten dat voor deze functies geldt dat deze ten gunste van de collegeleden zelf
zijn en niet afgedragen hoeven worden aan Hogeschool Leiden.
De Renumeratiecommissie heeft een declaratiereglement voor het College van Bestuur opgesteld. Dit is in januari 2012 door
de Raad van Toezicht vastgesteld.
In 2012 is de Renumeratiecommissie belast geweest met werving en selectie van twee nieuwe leden voor de Raad van
Toezicht. Vervolgens zijn twee benoembare kandidaten voorgedragen aan de Raad van Toezicht voor benoeming. De Raad
van Toezicht heeft de voordrachten overgenomen en de leden benoemd voor een periode van vier jaar.
Uitgangspunt voor de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is de Branchecode Governance. Er hebben in 2012
geen wijzigingen voorgedaan ten aanzien van het renumeratiebeleid ten aanzien van de Raad van Toezicht. De hoogte van
de bezoldiging wordt in de Jaarrekening toegelicht onder Model H bezoldiging bestuurders en toezichthouders.
BIJEENKOMSTEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT IN 2012
De Raad van Toezicht is in 2012 zes keer bijeen geweest, in het bijzijn van het College van Bestuur, controller en
bestuurssecretaris. Daarnaast hadden de voorzitter Raad van Toezicht en College van Bestuur regelmatig bilateraal overleg,
onder andere ter voorbereiding op de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht heeft een nieuwe onafhankelijke accountant, PricewaterhouseCoopers, benoemd conform de
uitkomst van de Europese aanbesteding. Er heeft besluitvorming plaatsgevonden over de samenstelling van de Raad van
Toezicht. Tevens is besloten een evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht te laten plaatsvinden door een
externe partij.
De onderwerpen die besproken zijn in de Auditcommissie, de Commissie Strategie & Beleid en de Renumeratiecommissie
zijn tevens aan de orde geweest in de Raad van Toezicht. De Raad heeft de jaarstukken 2011, het nieuwe instellingsplan
2012-2016 en de begroting 2013 goedgekeurd. Tevens heeft de Raad het declaratiereglement College van Bestuur en
het treasurystatuut vastgesteld. Een steeds terugkerend thema in de vergaderingen was de ambitie uit het nieuwe
instellingsplan, te weten groei in kwaliteit in plaats van kwantiteit en de factoren die daarop van invloed zijn.
Kwaliteitszorg is een regelmatig terugkerend thema op de agenda, waarbij verschillende aspecten van kwaliteit de revue
passeren. In 2012 is de Raad van Toezicht betrokken geweest bij de instellingstoets en heeft de Raad in het voorjaar
geparticipeerd in de proefaudit instellingstoets. In november en december vond de echte instellingsaudit plaats, waarbij de
Raad een eigen rol had.
De Raad van Toezicht heeft een bezoek gebracht aan het lectoraat Moleculaire Diagnostiek en het Toplab en aan de
bacheloropleiding Communicatie. Door het bezoeken van opleidingen krijgen de leden van de Raad van Toezicht een beeld
van het doel van de opleiding en van de beroepsgroep waar de opleiding toe opleidt.
De Raad van Toezicht spreekt haar dank en waardering uit voor de enorme inzet en prestatie die het College van Bestuur en
de medewerkers van Hogeschool Leiden in 2012 hebben geleverd.
Jaarverslag 2012 43
ROOSTER VAN AFTREDEN EN RELEVANTIE NEVENFUNCTIE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT
NAAM FUNCTIE EERSTE BENOEMING
LOPENDE PERIODE TOT
BENOEMING
Drs. S.J. van Driel Voorzitter 11-02-2009 11-02-2016 Tweede termijn
Prof. dr. J.A. Bruijn Vicevoorzitter 13-06-2005 13-06-2013 Derde termijn
Mw. C. Langelaar Lid 18-04-2005 18-04-2015 Derde termijn
Mw. drs. I. Rutgers – van Lingen Lid 08-09-2009 08-09-2016 Tweede termijn
Drs. J.W.M. Zegveld Lid 13-06-2005 20-02-2013 Derde termijn
Dr. P.A.T. Tetteroo Lid 14-04-2003 01-09-2012 Derde termijn
Mw. mr. J.G.J.M. de Zwaan Lid 13-09-2012 13-09-2016 Eerste termijn
Mr. F.A.M. van den Heuvel Lid 13-09-2012 13-09-2016 Eerste termijn
Drs. S.J. van Driel (1947)
Voorzitter vanaf 11-02-2009. Tevens voorzitter Renumeratiecommissie.
Relevante activiteiten:
■ voorzitter bestuur Stichting MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) Nederland;
■ lid Raad van Toezicht Gemeentemuseum Den Haag;
■ voorzitter Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden;
■ Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Pameijer;
■ voorzitter Raad van Toezicht Coöperatieve Media Pensioendiensten.
Prof. dr. J.A. Bruijn (1958) is hoogleraar immunopathologie in het Leids Universitair Medisch Centrum
en voorzitter van de AWT.
Vicevoorzitter, voorzitter van de commissie Strategie en Beleid, lid Renumeratiecommissie.
Relevante nevenactiviteiten:
■ lid Eerste Kamer der Staten-Generaal;
■ voorzitter Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT);
■ ambassadeur Platform Bèta en Techniek;
■ voorzitter Programmaraad Europees Platform;
■ lid Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (OCW);
■ voorzitter commissie Externe Validering Examenkwaliteit, HBO-Raad;
■ voorzitter landelijke verkiezingsprogrammacommissie VVD;
■ lid evaluatiecommissie Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid;
■ lid curatorium prof. mr. B.M. Teldersstichting;
■ lid Raad van Toezicht Rijnlands Revalidatiecentrum;
■ lid curatorium leerstoel Dermatologie;
■ lid Comité van Aanbeveling Medische Faculteit der Leidse Studenten;
■ lid Cultural Exchange Forum, Van Bergen Fund;
■ lid Comité van Aanbeveling Stichting Nederlandse Wereldwijde Studenten (NEWS);
■ lid adviesraad Nuffic;
■ adviserend lid partijraad VVD;
■ lid kernredactie Liberaal Reveil.
44 Hogeschool Leiden
Mw. C. Langelaar (1948)
Lid van de commissie Strategie en Beleid.
Relevante activiteiten: geen
Mw. drs. I. Rutgers-van Lingen (1963) is zelfstandig gevestigd.
Lid van de auditcommissie Financiën.
Relevante nevenactiviteiten:
■ vicevoorzitter Raad van Toezicht Markenheem.
Dr. P.A.T. Tetteroo (1955) is zelfstandig gevestigd.
Lid van de commissie Strategie en Beleid en van de Auditcommissie.
Relevante nevenactiviteit:
■ penningmeester Stichting Leiden Bio Science Park Foundation.
Drs. J.W.M. Zegveld (1949)
Voorzitter van de auditcommissie Financiën.
Relevante activiteiten:
■ Lid Raad van Commissarissen Volta Limburg BV
■ Lid Raad van Commissarissen Energiewacht NV
■ Lid Raad van Commissarissen Energiewacht Groep BV
■ Lid Raad van Commissarissen GEAS BV
■ Lid Raad van Commissarissen Kemkens BV
Mw. mr. J.G.J.M. de Zwaan (1963) bekleedt diverse bestuurs- en toezichtfuncties. Zij was voorheen advocaat gespecialiseerd
in vastgoed en ruimtelijk ordeningsrecht.
Lid van de commissie Strategie en Beleid.
Relevante activiteiten:
■ Bestuursadviseur CMS Derks.Star Busmann
■ Lid bestuur Stichting Administratiekantoor Aandelen Triodosbank
■ Lid Stichting Scheidsgerecht Gezondheidszorg
■ lid Commissie Governance van de Stichting Scheidsgerecht Gezondheidszorg
■ lid bestuur Stichting de Zeister Vrije School
■ lid bestuur IONA Stichting, Fonds voor Kunst en Cultuur
■ lid Raad van Toezicht Raphaël Stichting
■ Raad van Toezicht Stichting Vilans
Mr. F.A.M. van den Heuvel (1965) is directeur Public Affairs bij TNO.
Lid van de auditcommissie Financiën.
Relevante nevenactiviteiten:
■ vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZLM Verzekeringen, voorzitter Auditcommissie
■ Lid Dagelijks Bestuur/ secretaris Atlantische Commissie en Stg. Strategische Studies
■ Lid Selection Committee German Marshall Fund Nederland
■ Voorzitter Adviesgroep OPERA (OnderzoeksProgramma Eindberging Radioactief Afval)
■ Lid bestuur Socires
Jaarverslag 2012 45
■ Voorzitter Nederlandse oudervereniging Katholiek Onderwijs (NKO)
■ Voorzitter Juridische en Rechtskundige Afdeling van het Thijmgenootschap
46 Hogeschool Leiden
Interne organisatie
Besturingsfilosofie
Het besturingsmodel zorgt ervoor dat de primaire processen van de hogeschool ook primair in de besturing staan.
Bestuurlijk gezien zijn er twee hoofdrolspelers: het College van Bestuur en de clusterdirecteuren. Het College van Bestuur
bestuurt de hogeschool en zorgt ervoor dat de clusterdirecteuren zijn toegerust om hun werk te doen, dat wil zeggen
het managen van de primaire processen. De clusterdirecteuren zijn de trekkers van de hogeschool, zowel in de dagelijkse
operatie als in het meer toekomstgericht realiseren van de kernambities. Het College van Bestuur wordt daarnaast
ondersteund door de directeur Beleids- en Onderwijsondersteuning en Strategisch Advies. De directeur is verantwoordelijk
voor beleidsterreinen als onderwijsontwikkeling, onderwijslogistiek, organisatieontwikkeling, juridische zaken, regie op
regiocontacten, internationalisering, kwaliteitszorg en Marketing en Communicatie. De directeur Serviceorganisatie is
eveneens ondersteunend en is verantwoordelijk voor terreinen als Financiën, ICT en Facilitair Bedrijf.
In het cluster gebeurt het
De clusterdirecteur heeft binnen zijn cluster de eindverantwoordelijkheid voor onderwijs van kwalitatief hoog niveau,
waarbij talentontwikkeling de norm is. Hij leidt het cluster samen met de onderwijsmanagers. In het cluster is naast
onderwijs praktijkgericht onderzoek – met een zichtbare plaats in het onderwijs en verbonden met de didactische
benadering – onderdeel van het primaire proces. Er zijn eveneens lectoraten binnen de clusters. Naast zijn interne rol richt
de directeur zich op de externe samenwerking en positionering van de hogeschool. De onderwijsmanager heeft zijn rol
veelal binnen het cluster. Waar dat mogelijk en zinvol is, is er sprake van samenwerking en verbinding tussen de clusters.
Ook wordt er samengewerkt met het werkveld in het kader van een leven lang leren en voor de verbinding met de praktijk
en de maatschappelijke omgeving.
De afdelingen ondersteunen
Het College van Bestuur en de clusterdirecteuren zijn bepalend. De afdelingen ondersteunen wanneer zij een mandaat van
het bestuur hebben. Dit is een regel die strikt wordt gehanteerd. Omgekeerd geldt voor clusterdirecteuren een soortgelijke
regel: zij handelen met de Serviceorganisatie conform de daarover gemaakte afspraken.
Integrale verantwoordelijkheid
Het College van Bestuur meent dat bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie moeten
liggen. Wat op enige (management)laag kan worden afgehandeld, moet niet door een hogere laag worden gedaan.
De taken die management en medewerkers uitvoeren, gaan daarom vergezeld van de nodige ruimte en vrijheid bij de
uitvoering. Hogeschool Leiden is primair een lijnorganisatie. Het College van Bestuur bestuurt de hogeschool, in de
lijn bijgestaan door directeuren, die op hun beurt worden bijgestaan door managers. Dit principe geldt zowel voor de
primaire als voor de ondersteunende processen. Veel processen in de hogeschool hebben een integraal karakter en
overschrijden daarmee de grenzen van de lijn. Om recht te doen aan dit aspect worden voor de relevante procesgebieden
proceseigenaren aangewezen. Er zijn vraagstukken die gezien hun kenmerken en tijdelijke karakter om een projectmatige
aanpak vragen. Voor het leidinggeven aan projecten worden projectleiders geworven uit het eigen bestand van hiertoe
gekwalificeerde medewerkers. Het opdrachtgeverschap wordt gedelegeerd aan directeuren of managers. Hogeschool
Leiden heeft gekozen voor de methodiek van ‘projectmatig creëren’ om hogeschoolbrede projecten te realiseren.
Jaarverslag 2012 47
Naast het College van Bestuur en de directeuren beschikt de hogeschool over een controller en een secretaris van het
College van Bestuur. Beiden hebben een directe stafrelatie met het College van Bestuur en maken geen onderdeel uit van
een van de lijnonderdelen van de hogeschool. Ook de afdeling HRM is een stafafdeling van het College van Bestuur.
Organisatie van onderwijs en onderzoek
Het huidige model, waarbij de opleidingen zijn ondergebracht in clusters, is ook geschikt voor de toekomst, omdat het
de juiste maatvoering voor studenten is en voldoende massa en momentum biedt om de ambities voor onderwijs en
onderzoek waar te maken. De clusters ontwikkelen zich in hun werkwijze. Er is geen ruimte voor solistisch optreden,
excelleren in teamverband is de komende jaren een belangrijk motto. Dit geldt binnen een cluster voor individuele
docenten en voor de clusters zelf, die samen – en in samenwerking – de hogeschool vormen.
Klokkenluiderreglement
Hogeschool Leiden heeft een klokkenluiderreglement. In 2012 zijn geen procedures gestart in het kader van het
klokkenluiderreglement.
Vertrouwenspersoon
In 2012 heeft de vertrouwenspersoon een melding gemaakt van ongewenst gedrag, i.c. machtsmisbruik. Door de Commissie
Ongewenst gedrag is onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het ongewenst gedrag en geconcludeerd dat er geen
sprake was van ongewenst gedrag. Op advies van de Commissie hebben gesprekken plaatsgevonden tussen betrokkene,
management en College van Bestuur.
48 Hogeschool Leiden
Sociaal verslag
Visie
Ons instellingsplan beschrijft de ambities die we in 2016 gerealiseerd willen hebben. De komende vier jaar staat de
hogeschool voor de opdracht de groei van het aantal studenten te beperken, om verder te groeien in kwaliteit. Persoonlijk
contact blijft het uitgangspunt bij de vormgeving van ons onderwijs en de manier waarop wij met elkaar willen werken. Zo
kunnen de talenten van onze studenten en medewerkers volledig tot bloei komen.
Onze medewerkers vormen dé kritische succesfactor in onze organisatie als het gaat om het bereiken van deze strategische
doelen. Niet de gemiddelde student of medewerker bepaalt de norm, maar de ambitieuze. Van studenten en docenten
vragen we de bereidheid om te willen excelleren. Studenten moeten zich uitgedaagd voelen, en voortdurend geprikkeld
worden tot betere prestaties. We leggen de lat hoog en verwachten een grote inzet van onze studenten. Dat stelt grote eisen
aan de docent en aan de leer- en werkomgeving waarin we het uiterste vragen van onszelf en waarin talenten optimaal
ontplooid moeten kunnen worden.
We hebben talentvolle, ambitieuze docenten nodig, die zich in hun taken goed ondersteund weten. Dat stelt ook eisen aan
de kwaliteit van medewerkers in ondersteunende diensten op alle niveaus. We streven naar een organisatie waarin ieders
expertise wordt gewaardeerd en optimaal ontwikkeld. Dit zullen in de komende jaren ook de kerndoelen zijn van ons
personeelsbeleid: talentontwikkeling en professionalisering.
Instellingstoets
In november/december 2012 heeft de Instellingstoets plaatsgevonden. Ter voorbereiding daarop is veel onbeschreven,
maar gangbaar beleid, bijvoorbeeld op het gebied van professionalisering- en levensfasebeleid beschreven en ontwikkeld.
Dit zal de komende jaren worden verdiept en uitgewerkt.
Strategische personeelsplanning
In 2012 is het proces voor strategische personeelsplanning voortgezet. Ieder organisatieonderdeel heeft beschreven welke
ontwikkelingen de komende jaren plaatsvinden. Alle organisatieonderdelen zijn begonnen met het in kaart brengen van de
benodigde talenten om onze strategische doelen te kunnen bereiken.
Professionalisering
In 2012 is een begin gemaakt met het ontwikkelen van professionaliseringsbeleid. Uit de Mid Term Review die in 2010 is
gehouden kwam professionalisering als belangrijk speerpunt naar voren. Elk organisatieonderdeel heeft een opleidingsplan
gemaakt. Per medewerker worden de ontwikkeldoelen geformuleerd en die worden opgenomen in de resultaatafspraken.
Borging vindt plaats door middel van de cyclus functioneren & beoordelen en de managementcontracten. Dit
geldt zowel voor de eigen organisatie eenheid van de manager als voor het aandeel dat de afdeling heeft in de
deskundigheidsbevordering en professionalisering van andere organisatie onderdelen. Hiermee zijn de gemaakte afspraken
geborgd in de Planning & Controlcyclus.
Bij Hogeschool Leiden willen we leren met en van elkaar. Daarom is in 2012 een begin gemaakt met het inventariseren
van cursussen, trainingen, workshops en opleidingen die we elkaar kunnen aanbieden. Onder redactie van HRM is een
scholingscatalogus samengesteld waarin overzichtelijk is opgenomen welke mogelijkheden er binnen de school aanwezig
zijn om kennis en vaardigheden op te doen.
Jaarverslag 2012 49
Leiderschap is van groot belang. Het management heeft een cruciale rol in dit professionaliseringsproces. In 2012 zijn
managementconferenties gehouden met wisselende thema’s, gericht op professionalisering. In het najaar van 2012
heeft het College van Bestuur met iedere directeur gesproken over de inrichting en kwaliteit van het management in het
betreffende organisatie onderdeel. Daarbij is ook aan de orde gekomen welke vaardigheden ons management nog verder
zou kunnen ontwikkelen.
Diversiteit
Het in 2011 vastgestelde diversiteitsbeleid heeft in 2012 een vervolg gekregen. Medewerkers van de afdeling M&C en HRM
zijn getraind in het werven en selecteren van kandidaten met een niet-westerse achtergrond. Het onderwerp komt ook aan
bod bij het opstellen van de strategische personeelsplannen.
In het Hogeschool Leiden diversiteitsbeleid wordt met ‘diverse groepen’ aangeduid: studenten, docenten en medewerkers
die zich identificeren met bijvoorbeeld een of meer van de volgende identiteitskenmerken: etnisch-cultureel, leeftijd,
gender, functiemogelijkheden, seksuele voorkeur en sociaal economische status.
Levensfasebewust personeelsbeleid
Hoe kunnen we eraan bijdragen dat onze medewerkers gedurende hun carrière letterlijk en figuurlijk “bij de les blijven?”
Hoe kunnen we het mogelijk maken werken en zorgtaken te combineren, hoe houden we onze medewerkers employabel?
Hoe kunnen we een uitdagende werkkring blijven bieden, met voldoende perspectief? Levensfasebewust personeelsbeleid
probeert daarop antwoorden te geven. Bij Hogeschool Leiden vindt de ontwikkeling plaats naar beschreven beleid. In 2012
hebben we afgesproken dat we de beschikbare middelen bewuster en planmatiger in te zetten maar ook nog eens op een
rijtje te zetten welke middelen ons daartoe nu al tot ter beschikking staan.
Functioneren en beoordelen
De regeling functioneren & beoordelen is in 2010 aangepast. Vanaf juni 2011 was het mogelijk om voortaan intern een ‘zwak
voldoende’ te kunnen scoren. Dit geeft de manager de mogelijkheid om een signaal af te geven dat zaken beter moeten.
De medewerker weet dat er in het komende jaar ingezet moet worden op verbetering. Medewerker en leidinggevende
maken samen afspraken over die verbetering. Het jaar daarop moet duidelijk worden of dit succesvol is verlopen. De score
moet dan goed worden of onvoldoende. Een zwak voldoende kan dus maar één jaar achtereen worden gegeven. In totaal
zijn 30 zwak voldoendes gegeven. Dit resulteert in gesprekken tussen leidinggevende en medewerker, die gericht zijn op
ontwikkeling en verbetering. De score “zwak voldoende” is voldoende om voor een periodieke verhoging in aanmerking te
komen.
Het aantal beoordelingen met de score A – uitstekend is in 2012 ongeveer gelijk ten opzichte van de voorgaande twee
jaren. Het aantal scores B – goed is opnieuw hoger dan in de voorgaande jaren. De score C – zwak voldoende is licht gedaald
ten opzichte van 2011 en D – onvoldoende is licht gestegen. We hebben gemerkt dat de score C – zwak voldoende –
beantwoordt aan het gestelde doel, te weten duidelijkheid scheppen voor de medewerker: het moet echt beter en we gaan
samen aan het werk om dat tot stand te brengen. De medewerkers die vorig jaar een zwak voldoende beoordeling hebben
gekregen, hebben dit jaar meestal een goed, een enkeling een onvoldoende.
Actieplan leerkracht
In 2008 is met de vakorganisaties een instellingsconvenant afgesloten, waarin wordt vastgelegd hoe de gelden uit hoofde
van het actieplan leerkracht worden ingezet. Gebleken is dat de toegekende gelden volledig worden besteed aan het
ophogen van de salarissen van docenten. Hogeschool Leiden wil docenten een carrièreperspectief bieden van Docent
50 Hogeschool Leiden
A tot en met Assistent-Lector. We kennen een zeer beperkt aantal Docent A functies. Het aantal docenten C is significant
gestegen. Het aantal Docenten D en E en Assistent-Lectoren blijft net als in 2011 nog achter. Dit wordt mede veroorzaakt,
doordat veel docenten een garantieschaal hebben waardoor financieel de ruimte ontbreekt om dit verder vorm te geven. In
de komende jaren zal een aantal docenten met garantieschaal met pensioen gaan. Dat geeft wellicht mogelijkheden voor
vervolgplannen.
Werken en verlof
In 2012 is een nieuwe regeling Werken en Verlof vastgesteld, waarin nieuwe wet- en regelgeving is verwerkt en gangbaar
beleid is geformaliseerd. Het College van Bestuur heeft de conceptregeling na overleg met de Ondernemingsraad
aangepast en vastgesteld. Het resultaat van deze samenwerking is een evenwichtige regeling, die recht doet aan de positie
van de medewerkers en het de organisatie toch mogelijk maakt waar nodig in de avonden te roosteren.
Medewerkerstevredenheid
Nadat in 2010 een uitgebreid MTO is gehouden, heeft in 2011 een tussentijdse meting plaatsgevonden op de onderdelen
die de meeste aandacht behoefden. In 2012 heeft opnieuw een uitgebreid MTO plaatsgevonden. Op vrijwel alle subschalen
is de tevredenheid toegenomen. Gemiddeld gaven medewerkers de hogeschool als werkgever een 7,1 vergeleken met een
7,0 in 2011. De uitkomsten zijn besproken in de reguliere overleggen tussen directeuren en het College van Bestuur. In 2014
zal wederom een volledig MTO plaatsvinden.
MTO instellingsrapportage op subschalen 2010-2011-2012
/ TevredenheidSchaal
2010 2011(verkort)
2012
Loopbaanperspectief 4,2 4,1
Externe oriëntatie 4,2 4,4
Motivatie 4,5 4,8
Verantwoordelijkheid 5,6 5,6
Betrokkenheid 4,6 4,7
Arbeidsvoorwaarden 4,6 4,6
Werkplek 3,6 3,9 3,9
Werktijden 4,5 4,6 4,7
Werkdruk 3,6 3,6 3,7
Voorzieningen en faciliteiten 4,2 4,1 4,1
Servicedesk 4,1 4,7
Direct leidinggevende 4,6 4,7
Sfeer 4,4 4,7
Communicatie 4,2 4,3
Respondentaantallen: 2010 N=467; 2011 N=399; 2012 N=439
Tevredenheid gemeten op 6-punts antwoordcategorie (zeer eens-zeer oneens)
Jaarverslag 2012 51
Arbeidsomstandigheden en verzuim
Bij Hogeschool Leiden proberen we verzuim als gevolg van ziekte zoveel mogelijk te voorkomen. Voorbeeld is de
werkplekinstructies aan nieuwe medewerkers. Mocht de medewerker toch uitvallen dan ondernemen we zo snel
mogelijk actie om de medewerker te ondersteunen bij het herstel. Voorbeelden zijn coaching, psychologische hulp,
bedrijfsmaatschappelijk werk.
We besteden veel aandacht aan het voorkomen en adequaat oplossen van ongewenst gedrag. Binnen Hogeschool Leiden
zijn 8 medewerkers aangewezen die fungeren als Contactpersonen Ongewenst Gedrag. De Contactpersonen Ongewenst
Gedrag (COG’s) hebben drie belangrijke kerntaken, te weten luisteren, registreren en waar nodig doorverwijzen. Iedere
medewerker die meent het slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag kan contact opnemen met één van de contactpersonen
naar eigen keuze. Daarnaast is er een externe vertrouwenspersoon.
Werkdruk en het voorkomen daarvan staat hoog op de agenda. Onverminderd ervaren onze medewerkers werkdruk. Dit
bleek uit het verkorte medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) en de analyse van de bedrijfsarts. De maatregelen die
hiervoor in 2012 zijn genomen, zoals beschikbaar stellen van extra formatie binnen de onderwijsclusters, bieden ruimte voor
verdere verbetering.
Organisatie ontwikkelingen
Serviceorganisatie
Met ingang van 1 maart 2012 is de afdeling Marketing & Communicatie onderdeel geworden van het directoraat BOOSA.
Voor de centrale managementondersteuning is besloten deze met ingang van 1 januari 2012 te vervangen door een
decentrale inbedding. Deze verandering werd door vrijwel alle betrokkenen als zeer positief ervaren.
Ditzelfde geldt voor de afdeling Onderwijsondersteuning, waaronder Studentzaken en Mediacentrum.
De afdeling HRM is met ingang van 1 januari 2012 rechtstreeks onder het CvB geplaatst en maakt niet langer deel uit van de
Serviceorganisatie.
Pabo Thomas More
In 2012 is voortgegaan met de voorbereiding van de overdracht van Pabo Thomas More aan een nieuwe stichting onder
auspiciën van de RVKO. Dit blijkt ingewikkelder dan verwacht. Het Ministerie heeft toegestemd in deze ontwikkeling onder
een aantal condities, waaronder goedkeuring van de Inspectie en de NVAO. Op dit moment zijn de gesprekken nog gaande.
Helicon
In 2012 is de overname van Hogeschool Helicon verder voorbereid. Met de vakorganisaties is afgesproken welke zekerheden
we het personeel van Helicon kunnen bieden. Dit is vastgelegd in een sociaal plan.
Samenstelling personeelsbestand
OP/OBP
Bij het implementeren van de verschillende afdelingen van Serviceorganisatie en de Beleids- en Onderwijsondersteuning
en Strategisch Advies is besloten dat de ondersteunende afdelingen klein en efficiënt blijven. Studentengroei moet met het
huidig personeel worden opgevangen. De enige uitbreiding bij studentengroei vindt plaats bij OP.
52 Hogeschool Leiden
Personeelsbezetting
Vanaf 2010 streven we er bij Hogeschool Leiden naar de verhouding direct/indirect personeel meer in balans te brengen
ten gunste van de directe personeel, te weten het aantal fte in de onderwijsclusters op onderwijsgevende taken. In 2012 is
deze trend voortgezet. We zien een toename van de personele lasten bij de onderwijsclusters, waar de aantallen fte voor
onderwijsgevende functies duidelijk zijn toegenomen terwijl de ondersteunende afdelingen het met minder fte doen dan in
2011 en 2010. Het is verheugend te zien dat we zijn geslaagd in ons streven. In 2013 zullen we deze trend voortzetten.
Toelichting op de cijfers
In het jaar 2012 zijn het aantal medewerkers, het aantal fte’s en de personeelskosten gestegen ten opzichte van de
voorgaande jaren. Bij het onderwijsgevend personeel is het aantal personen toegenomen met 21 en het aantal fte met
25,29 fte. De grote toename van het aantal fte is tevens gelegen in de verhoging van de formatie-omvang van een aantal
onderwijsgevende medewerkers. Bij het ondersteunend personeel is het aantal personen gelijk gebleven ten opzichte van
2011 en is het aantal fte afgenomen met 2,87. De personeelskosten zijn in 2012 toegenomen met ruim 2,3 miljoen euro ten
opzichte van 2011. Voor het onderwijsgevend personeel bedraagt de toename bijna 2 miljoen; voor het ondersteunend
personeel gaat het om ruim 350.000 euro. Bijna 64% van de personeelskosten voor medewerkers in dienst van Hogeschool
Leiden wordt uitgegeven aan het onderwijsgevend personeel. Naast toename van het aantal fte, wordt de stijging van de
loonkosten ook veroorzaakt door gestegen werkgeverslasten; de pensioenpremie is met 14 % toegenomen.
Tabel 1a Personeelsbezetting in fte en personen
Per 31-12-2010 Per 31-12-2011 Per 31-12-2012
Categorie Fte Personen % (fte) Fte Personen % (fte) Fte Personen % (fte)
Onderwijzend personeel (OP)
314,34 438 55,0 349,66 487 57,0 374,95 508 59,0
Ondersteunend personeel (OBP)
256,83 311 45,0 263,36 324 43,0 260,49 324 41,0
Totaal 571,17 749 100 613,02 811 100,0 635,44 832 100,0
Tabel 1b Personeelsbezetting in € (x 1000)
Categorie Per 31-12-2010 % Per 31-12-2011 % Per 31-12-2012 %
Onderwijzend personeel (OP) 22.672 61 25.065 62 27.245 64
Ondersteunend personeel (OBP) 14.411 39 15.132 38 15.574 36
Totaal 37.083 40.197 42.819
Grafiek 1a Personeelsbezetting onderwijsclusters en overige afdelingen (in fte)
2010 2011 2012
Gegevens personeel
Jaarverslag 2012 53
Grafiek 1b Personeelsbezetting onderwijscluster en overige afdeling (in €)
2010 2011 2012
Grafiek 1c Verhouding onderwijsgevend personeel (OP)-ondersteunend personeel (OBP) (in fte)
2010 2011 2012
Grafiek 1d Verhouding onderwijsgevend personeel (OP)-ondersteunend personeel (OBP) (in €)
2010 2011 2012
In 2012 was bijna 77% van de medewerkers werkzaam bij één van de onderwijsclusters; in fte en in euro’s ruim 74%. Naast
docenten, onderwijs- en studentassistenten en lectoren zijn dat managers en medewerkers met diverse andere functies. De
toename van het ondersteunend personeel bij de onderwijsclusters is een gevolg van de organisatorische verschuiving van
een groep managementondersteuners van de Serviceorganisatie naar de onderwijsclusters met ingang van 2012.
Tabel 1c Personeelsbezetting onderwijsclusters en overige afdelingen
Per 31-12-2012 Man Vrouw totaal
Aantal Fte Aantal Fte Aantal Fte €Onderwijsclusters
docenten 182 145,86 315 221,62 497 367,47 lectoren 6 3,98 5 3,50 11 7,48 onderwijsassistenten 10 8,54 17 12,07 27 20,61 overig (incl. management en studentassistenten)
26 17,55 78 58,00 104 75,55
Totaal onderwijsclusters 224 175,92 415 295,19 639 471,11 31.912.640Niet-onderwijsclusters 60 57,79 133 106,40 193 164,19 10.862.158 284 233,71 548 401,59 832 635,30 42.774.798
54 Hogeschool Leiden
Vergelijking personeelsbestand in personen en fte
Het cluster Educatie is in de tabel opgesplitst in Educatie Leiden en Educatie Rotterdam. Ten opzichte van 2011 is er bij
Educatie Leiden en Rotterdam samen een afname van het onderwijsgevend personeel met 6 personen/1,7 fte. Het aantal en
fte aan onderwijsgevend personeel is bij cluster Zorg afgenomen met 4 personen/2,21 fte.
Bij de andere drie onderwijsgevende clusters was sprake van een toename van het onderwijsgevend personeel. Bij
Management en Bedrijf betrof het een toename van 12 personen/13,23 fte, bij Social Work en Toegepaste Psychologie van
11 personen/7,99 fte en bij Techniek van 8 personen/7,97 fte.
Bij alle onderwijsclusters is er een toename van het ondersteunend personeel vanwege de verschuiving van een aantal
managementondersteuners van de Serviceorganisatie naar de onderwijsclusters.
In 2012 is het niet-onderwijscluster BOOSA ontstaan. Naast de afdeling Bosa bestaat BOOSA uit de afdelingen Marketing
& Communicatie, Mediacentrum, Onderwijslogistiek en Studentzaken. Voorheen vielen deze onder de Serviceorganisatie,
waarin Mediacentrum, Onderwijslogistiek en Studentzaken units waren van de afdeling Onderwijsondersteuning. Als
gevolg hiervan is BOOSA, dat in tabel 2a wordt vergeleken met Bosa – de afdeling – aanzienlijk gegroeid en zijn de aantallen
medewerkers en fte’s van de Serviceorganisatie in afgenomen.
De afdeling HRM is in 2012 rechtstreeks onder het College van Bestuur geplaatst. Dit heeft een toename van de
aantallen medewerkers en fte’s van het organisatie-onderdeel College van Bestuur tot gevolg en een afname van de
Serviceorganisatie.
De Serviceorganisatie is ook in omvang afgenomen door de verschuiving van een groep managementondersteuners naar
de onderwijsclusters. De medewerkers die in Rotterdam voor Pabo Thomas More werkzaamheden verrichten, zijn als apart
organisatie-onderdeel opgenomen in de tabel. Sinds juni 2012 bestaat de Serviceorganisatie uit de afdelingen Facilitair
Bedrijf, Financiën en ICT.
Tabel 2a Vergelijking personeelsbestand
Personeelsbestand 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012
Personen Fte Personen Fte Personen Fte verschil in fte
Zorg
OP 104 65,61 108 68,63 104 66,42 -2,21
OBP 21 11,70 23 12,22 26 18,22 6,00 Social Work & Toege-paste Psychologie
OP 94 65,73 102 73,28 113 81,27 7,99
OBP 8 7,30 12 9,51 21 13,84 4,33 Educatie
OP 92 67,30 107 76,35 101 74,65 -1,70
OBP 10 8,90 8 7,30 17 13,7 6,40
Jaarverslag 2012 55
Personeelsbestand 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012
Management en Bedrijf
OP 86 64,07 103 77,16 115 90,39 13,23
OBP 10 8,37 9 8,07 17 14,99 6,92 Techniek
OP 62 51,62 67 54,25 75 62,22 7,97
OBP 26 18,74 30 19,85 39 26,24 6,39 CvB (incl secretariaat)
OBP 10 8,83 10 8,92 21 18,16 9,24 BOOSA
OBP 19 15,98 23 20,82 93 77,82 57,00 Serviceorganisatie
OBP 207 177,01 209 176,66 72 63,33 -113,34 Serviceorganisatie Rotterdam
OBP 16 12,90 12,90 Ondernemingsraad
OBP 2 1,29 1,29 OP 438 314,33 487 349,66 508 374,95 25,29
OBP 311 256,83 324 263,36 324 260,49 -2,87 Totaal 749 571,16 811 613,02 832 635,44 22,42
Vergelijking personeelsbestand in euro’s
In 2012 zijn de personeelskosten gestegen ten opzichte van 2011. Per cluster is er veel verschil. Zo is bij cluster Zorg een
afname bij het onderwijsgevend personeel zichtbaar. Bij de andere onderwijsclusters zijn de personeelskosten van het
onderwijsgevend personeel toegenomen, van ruim 450.000 euro bij cluster Techniek tot ruim 550.000 euro bij cluster Social
Work en Toegepaste Psychologie. Bij alle onderwijsclusters zijn de personeelskosten van het ondersteunend personeel
toegenomen als gevolg van de verschuiving van managementondersteuners.
Bij BOOSA, SO en CvB zijn bedragen opgenomen voor onderwijsgevend personeel, terwijl er alleen ondersteunend
personeel werkzaam is. Dit komt ten eerste door de inzet van docenten voor onder andere Zorgacademie Leiden, de
HL academy en internationalisering. Daarnaast betreft dit in- en uitleen van onderwijsgevend personeel vanuit de
onderwijsclusters naar de genoemde afdelingen. Bij het CvB is bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel de
reservering van de niet-opgenomen vakantie-uren over 2012 opgenomen.
56 Hogeschool Leiden
Tabel 2b Vergelijking personeelsbestand (in €) conceptcijfers
Personeelsbestand 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012
€ € € verschil 2011/2012
Zorg
OP 4.818.030 5.152.964 5.095.544 -57.420
OBP 895.063 964.046 1.245.666 281.620
Social Work & Toegepaste Psychologie
OP 4.634.408 5.266.042 5.816.282 550.240
OBP 453.922 566.575 729.733 163.158
Educatie
OP 5.066.578 5.236.602 5.711.038 474.436
OBP 870.284 726.992 978.683 251.691
Management en Bedrijf
OP 4.313.825 5.283.414 5.771.055 487.641
OBP 797.491 865.936 994.815 128.879
Techniek
OP 3.565.513 3.789.198 4.239.521 450.323
OBP 1.260.855 1.205.779 1.444.918 239.139
CvB (incl secretariaat en HRM)
OP 228.682 239.201 447.866 208.665
OBP 851.916 916.158 1.831.780 915.622
BOSA/BOOSA (in 2012)
OP 44.095 87.136 136.752 49.616
OBP 1.317.754 1.392.754 4.344.195 2.951.441
Serviceorganisatie
OP 1.034 9.967 3.048 -6.919
OBP 7.963.403 8.493.790 3.453.447 -5.040.343
Serviceorganisatie Rotterdam
OP 1.034 9.967 0 -9.967
OBP 7.963.403 8.493.790 530.455 -7.963.335
Ondernemingsraad
OBP
OP 22.672.165 25.064.525 27.221.106 2.156.581
OBP 14.410.688 15.132.031 15.553.692 421.661
Totaal 37.082.853 40.196.556 42.774.798 2.578.242
Ten opzichte van de jaarrekening kunnen er geringe afrondingsverschillen optreden als gevolg van het rekenen met afgeronde
getallen.
Jaarverslag 2012 57
Verdeling personeel over functies
In 2012 is het aantal medewerkers dat werkzaam is in direct onderwijsgevende functies, of daaraan verwant, over de gehele
linie toegenomen. Het aantal docenten is gestegen met 20/23,14 fte. Het aantal lectoren is gestegen met 1 persoon, maar in
fte’s met 2,15.
Evenals in 2011 is het aantal managers in 2012 afgenomen met 4/4,6 fte. Vanwege de organisatorische verschuivingen die
zich in 2012 hebben voorgedaan, verschillen de aantallen bij staf, clusterstaf- en ondersteuning, onderwijsondersteuning
en overige ondersteuning ten opzichte van 2011. Als deze categorieën bij elkaar worden opgeteld, is het aantal personen
gestegen van 235 op 31-12-2011 naar 237 op 31-12-2012, maar de omvang in fte’s gedaald van 196,4 op 31-12-2011 naar
195,6 op 31-12-2012.
Tabel 3 Verdeling personeel over functies (in aantallen en fte)
Per 31-12-2010 Per 31-12-2011 Per 31-12-2012
Functies Fte Perso-nen
% (fte) Fte Perso-nen
% (fte) Fte Perso-nen
% (fte)
CvB en directeuren 11,95 12 2,1 10,95 11 1,8 11,00 11 1,7
Management 37,60 40 6,6 34,90 37 5,7 30,30 33 4,8
Staf 14,88 17 2,6 17,93 20 2,9 15,35 17 2,4
Clusterstaf- en ondersteuning 9,93 12 1,7 11,20 15 1,8 56,79 74 8,9
Onderwijsondersteuning 44,50 56 7,8 43,61 55 7,1 40,30 50 6,3
Overige ondersteuning 120,25 139 21,1 123,66 145 20,2 83,16 96 13,1
Docent 310,53 431 54,4 344,33 478 56,2 367,47 497 57,8
Onderwijsassistenten 16,60 23 2,9 19,04 26 3,1 20,61 27 3,2
Student-assistenten 1,12 12 0,2 2,07 15 0,3 2,98 16 0,5
Lector 3,81 7 0,7 5,33 9 0,9 7,48 11 1,2
Totaal 571,17 749 100 613,02 811 100,0 635,44 832 100,0
In grafiek 3 zijn de functies in het onderwijs
opgenomen. Hierin zijn alleen de aantallen
weergegeven met een arbeidsovereenkomst bij
Hogeschool Leiden op 31 december 2012. In de
tabel zijn 11 lectoren opgenomen in dienst bij
Hogeschool Leiden. Eén daarvan heeft naast de
functie lector een functie als docent. Behalve
deze 11 lectoren is er een docent in dienst die als
tweede functie lector is. In totaal zijn er derhalve 12
lectoren in dienst bij Hogeschool Leiden. Het aantal
fte, 7,48, is gebaseerd op deze 12 lectoren. Naast
deze 12 lectoren zijn er 6 lectoren met in totaal 1,9
fte werkzaam op basis van externe inhuur.
Grafiek 3 Functies in het onderwijs
58 Hogeschool Leiden
Externe inhuur
De kosten voor externe inhuur in 2012 bedragen:
In € (x 1000) 2010 2011 2012
Uitzendkrachten 776 1.228 873
Gastdocenten 1.429 1.778 1.863
Detacheringen 1.721 2.214 3.085
Totaal 3.926 5.220 5.821
De externe inhuur is ten opzichte van vorig jaar toegenomen met € 0,6 mln. De toename is geheel te verklaren door inhuur
voor ICT en hogeschoolbrede projecten zoals implementatie intranetportaal, nieuwe mail omgeving, programma roosteren,
migratie van oude naar nieuwe infrastructuur.
Detacheringen zijn met name ICT-medewerkers en projectleiders. Het is ons niet gelukt de vacatures te vervullen met vaste
medewerkers.
Functiemix onderwijsgevend personeel
In tabel 4 is per cluster de verdeling van het onderwijsgevend personeel over de functies behorend bij de functiefamilie
docent. Het betreft de situatie per 31 december 2012.
Tabel 4 Functiemix docenten (in aantallen en fte)
Schaal 9 10 11 12 13 totaal
Cluster aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte
Educatie
hpo-l 19 11,60 24 18,50 9 7,70 52 37,80
hpo-r 9 5,35 20 15,20 5 4,50 34 25,05
lero 3 2,40 8 5,60 1 1,00 12 9,00
cls-edu 1 1,00 1 1,00
totaal 0 0,00 31 19,35 53 40,30 15 13,20 0 0,00 99 72,85
Management & Bedrijf
ce-miz 10 6,80 9 7,45 6 5,60 25 19,85
com-hrm 17 11,90 17 12,99 4 3,40 38 28,29
recht 27 22,45 18 14,85 3 2,20 48 39,50
cls-m&b 1 0,20 2 1,15 1 1,00 4 2,35
totaal 0 0,00 54 41,15 45 35,49 15 12,35 1 1,00 115 89,99
Social Work & Toegepaste Psychologie
mwd 15 8,77 11 8,50 2 1,90 28 19,17
sph 1 0,65 17 11,60 14 10,30 2 1,90 34 24,45
tp 4 2,60 18 13,10 11 8,97 4 3,00 1 1,00 38 28,67
cls-sw&tp 4 3,20 5 2,41 9 5,61
totaal 5 3,25 35 24,70 29 22,47 11 7,31 1 1,00 109 77,89
Jaarverslag 2012 59
Schaal 9 10 11 12 13 totaal
Cluster aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte aantal fte
Techniek
as 26 21,15 17 15,07 3 3,00 46 39,22
ce-bd 3 2,20 3 2,50 6 4,70
inf 1 0,80 12 9,10 7 5,80 1 1,00 21 16,70
cls-tech 1 0,60 1 1,00 2 1,60
totaal 1 0,80 38 30,25 28 23,67 4 3,50 75 62,22
Zorg
fys 15 9,20 12 7,97 2 1,72 29 18,89
hbo-v 9 5,30 23 18,74 2 1,84 1 0,80 35 26,68
kt 1 0,30 16 7,65 8 4,50 2 1,70 27 14,15
cls-zorg 3 1,60 3 0,60 3 2,60 9 4,80
totaal 1 0,30 43 23,75 46 31,81 9 7,86 1 0,80 100 64,52
HL-totaal 7 4,35 201 139,19 201 153,74 54 44,22 3 2,80 498 367,47
Grafiek 4 Functiemix docenten
Actieplan Leerkracht
In 2008 is door de sociale partners in het hoger beroepsonderwijs en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
het onderhandelaarsakkoord Convenant Leerkracht van Nederland ondertekend. Het streven is de concurrentiepositie van
het onderwijs o.a. door verbetering van de loopbaanmogelijkheden van docenten in het hbo door beloning van opleiding
en kwaliteit. Met de sociale partners heeft Hogeschool Leiden de volgende streefcijfers geformuleerd. In de salarismix zijn de
verschuivingen naar salarisschaal opgenomen. De functiemix geeft een beeld van de verschuivingen van de functies naar
functieschaal.
60 Hogeschool Leiden
Tabel 5 Afspraken convenant Actieplan Leerkracht
Streven convenant
Schaal 9 - 8,18
Schaal 10 - 7,27
Schaal 11 + 2,32
Schaal 12 + 4,73
Schaal 13 + 5,40
Schaal 14 + 3,00
Tabel 6 Realisatie salarismix Schaal-nr
min max Aan-name plaats in schaal
referentie incl wg last Aantal fte's per salaris-schaal
ERBIJ IN SALARIS-SCHAAL
ERAF IN SALARIS-SCHAAL
NETTO VER- SCHUIVING
Aantal fte's per salaris-schaal
9 € 2.380 € 3.279 75% € 3.054 € 52.504 15,60 0,00 11,05 -11,05 4,55
10 € 2.380 € 3.602 75% € 3.297 € 56.650 96,15 11,05 32,49 -21,44 74,71
11 € 3.060 € 4.204 75% € 3.918 € 67.251 111,24 34,49 14,33 20,16 131,40
12 € 3.718 € 4.781 75% € 4.515 € 77.451 104,60 15,33 2,00 13,33 117,93
13 € 4.258 € 5.187 75% € 4.955 € 84.950 1,80 2,00 1,00 1,00 2,80
14 € 4.470 € 5.698 75% € 5.391 € 92.400 1,40 0,00 0,20 -0,20 1,20
15 € 4.848 € 6.260 75% € 5.907 € 101.204 1,40 0,80 0,80 2,20
16 € 5.256 € 6.879 75% € 6.473 € 110.872 0,00
332,19 63,67 61,07 2,60 334,79
Tabel 7 Functiemix
functieschaal status 01-10-2008
erbij eraf netto ver-schuiving
stand 01-11-2012
In percen-tages
Docent A (9) 15,6 0 -11,05 -11,05 4,55 1,38
Docent B (10) 125,9 11,05 -38,258 -27,208 98,692 29,98
Docent C (11) 138,3 39,8588 -17,79 22,0688 160,3688 48,71
Docent D (12) 47,8 18,13 -4,5 13,63 61,43 18,66
Docent E en Associate lector (13) 1,8 2 -3 -1 0,8 0,24
Lector A (14) 1,4 0 -0,2 -0,2 1,2 0,36
Lector B (15) 1,4 0,8 0 0,8 2,2 0,67
Lector C (16) 0 0 0 0 0 0
332,2 329,2408
Jaarverslag 2012 61
Functies BOOSA, Serviceorganisatie (SO), OR, HRM en ondersteunende functies bij clusters
In tabel 8a is de verdeling weergegeven van de functies en bijbehorende salarisschalen. In tabel 8b zijn de ondersteunende
functies bij de clusters opgenomen.
Tabel 8a Functies BOOSA, SO, OR, HRM
Totaal 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
BOOSA
Administratief medewerker 2,00 1,00 1,00
(Beleids)adviseur 11,08 2,80 1,70 3,58 3,00
Decaan 2,52 2,52
Informatiebemiddelaar 3,31 3,31
Medewerker mediacentrum 2,20 2,20
Medewerker onderwijsondersteuning 15,89 0,78 11,27 2,90 0,95
Medewerker roostering en planning 5,35 5,35
Projectleider/programmamanager 6,03 4,03 2,00
Secretarieel medewerker 1,89 0,89 1,00
Vakinhoudelijk medewerker/expert 22,74 2,15 6,35 12,77 1,47
Totaal 73,0206
Totaal 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
SO
Administratief medewerker 0,61 0,61
(Beleids)adviseur 6,64 1,00 4,64 1,00
Facilitair medewerker 16,45 1,68 12,28 2,50
ICT medewerker 6,89 1,00 3,00 2,89
Medewerker servicedesk 13,03 1,45 5,58 2,00 1,60 2,40
Projectleider 1,00 1,00
Secretarieel medewerker 1,90 0,50 1,40
Vakinhoudelijk medewerker/expert 11,00 0,40 3,00 3,60 4,00
Totaal 57,5286
Totaal 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
OR
Ambtelijk secretaris MR 1,29 1,29
Totaal 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HRM
(Beleids)adviseur 3,64 2,00 1,64
Manager * 1,00 1,00
Secretarieel medewerker 0,60 0,60
Vakinhoudelijk medewerker/expert 2,55 2,00 0,55
Totaal 7,79
62 Hogeschool Leiden
Tabel 8b Ondersteunende functies bij clusters
Totaal 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Administratief medewerker 0,60 0,60
Assistent controller 2,10 2,10
(Beleids)adviseur 1,71 0,11 1,00 0,60
Facilitair medewerker 2,89 0,89 2,00
Informatiebemiddelaar 0,65 0,65
Medewerker mediacentrum 0,56 0,56
Medewerker onderwijsondersteuning 0,90 0,90
Medewerker roostering en planning 0,53 0,53
Medewerker servicedesk 4,35 1,75 1,60 1,00
Medewerker voedingsbodem/spoelkeuken 0,80 0,80
Projectleider/programmamanager 2,59 0,89 1,70
Projectmedewerker 4,86 0,60 0,60 3,66
Secretarieel medewerker 28,03 2,60 15,98 9,45
Vakinhoudelijk medewerker/expert 2,03 2,03
Totaal 52,6
Salarisklasse
Er is onderscheid gemaakt in functieschalen en salarisschalen. De functieschaal is de schaal die hoort bij de functie die
de medewerker vervuld; de salarisschaal is de schaal waarin het salaris van de medewerker wordt uitbetaald. Vanwege
afspraken in het verleden kan de functieschaal van een medewerker verschillen van de salarisschaal. Het merendeel van
de onderwijsgevende medewerkers heeft een functie in schaal 10 en 11. Bij het ondersteunend personeel hebben veel
medewerkers een functie in schaal 7 en 8. Bij het onderwijsgevend personeel komen de salarisschalen 10 en 11 eveneens
het meeste voor, maar is het aantal medewerkers met een salaris in schaal 12 groter.
Het totaal van deze tabellen komt uit op 834 medewerkers, 2 meer dan in de overige tabellen. Dit komt doordat twee
medewerkers bij Hogeschool Leiden twee verschillende functies hebben met verschillende schalen. Ze zijn daardoor in deze
tabellen twee keer meegeteld.
Van het totale personeelsbestand heeft 28% een functie in schaal 10, 26% een functie in schaal 11 en 11% in schaal
12. Daarvan is respectievelijk 90%, 93,5% en 81% docent. Bij het ondersteunend personeel betreft schaal 13 met name
(onderwijs)managers.
Tabel 9 Salarisklassefunctieschaal OP OBP Totaal salarisschaal OP OBP Totaal
3 3 3 3 3 3
4 22 22 4 22 22
5 17 17 5 17 17
6 35 35 6 35 35
7 73 73 7 73 73
8 61 61 8 60 60
Jaarverslag 2012 63
9 7 23 30 9 7 24 31
10 211 24 235 10 193 22 215
11 204 14 218 11 179 16 195
12 72 17 89 12 115 16 131
13 5 23 28 13 5 24 29
14 5 3 8 14 5 3 8
15 6 7 13 15 6 7 13
16 0 16 0
17 1 1 17 1 1
18 1 1 18 1 1
Grafiek 9 Salarisklasse
Functieschaal
Uitbetaalschaal
64 Hogeschool Leiden
Verdeling personeel naar aard arbeidsovereenkomst
In tabel 10 is de verhouding tussen de verschillende soort arbeidsovereenkomsten zichtbaar. Uit de tabel blijkt dat het aantal
vaste contracten (D2) procentueel afneemt en het aantal tijdelijke contracten (D4) stijgt. Het aantal tijdelijke contracten met
uitzicht op vast (D3) is in de afgelopen drie jaar stabiel. Op 31 december 2012 is het aantal tijdelijke contracten (D4) ruim
24% van het totale personeelsbestand.
Tabel 10 Verdeling personeel naar aard arbeidsovereenkomst
Per 31-12-2010 Per 31-12-2011 Per 31-12-2012
Fte Personen % (fte) Fte Personen % (fte) Fte Personen % (fte)
D2, vast contract 466,79 596 81,7 478,83 611 78,1 474,08 603 74,6
D3, tijdelijk contract, uitzicht op vast
7,44 8 1,3 4,40 5 0,7 7,28 8 1,1
D4, tijdelijk contract
96,94 145 17,0 129,79 195 21,2 154,08 221 24,2
Totaal 571,17 749 100 613,02 811 100,0 635,44 832 100,0
Verhouding voltijd-deeltijd onder mannen en vrouwen
In tabel 11 is de verhouding weergegeven tussen medewerkers in voltijd en deeltijd onder mannen en vrouwen. Onder
voltijd wordt verstaan: dienstverbanden met een omvang van 1.0 fte; onder deeltijd wordt verstaan: alle dienstverbanden
waarbij de omvang lager is dan 1.0 fte.
Evenals in 2011 betreft bijna 56% van de totale omvang van het personeelsbestand dienstverbanden in deeltijd; daarvan
is ruim 78% vrouw en bijna 22% man. Van de omvang van het personeelsbestand is bijna 37% man, daarvan werkt 33% in
deeltijd. Bijna 31% van de totale omvang bij de vrouwen betreft een voltijd dienstverband.
Tabel 11 Verhouding voltijd-deeltijd onder mannen en vrouwen (in fte)
Personeelsbestand per 31-12-2012 Man Vrouw
Verhouding man/vrouw Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd
Zorg
OP 4 17,58 8 36,85
OBP 1 9 8,22
Social Work & Toegepaste Psychologie
OP 14 13,40 9 44,87
OBP 3 1,54 1 8,30
Educatie Leiden
OP 10 5,25 6 28,35
OBP 1 0,80 3 6,10
Educatie Rotterdam
OP 9 2,95 2 11,10
OBP 1 1,80
Jaarverslag 2012 65
Management en Bedrijf
OP 20 12,89 20 37,50
OBP 1 0,90 9 4,09
Techniek
OP 30 10,77 6 15,45
OBP 10 3,85 4 8,39
CvB (incl secretariaat)
OBP 4 9 5,16
BOOSA
OBP 10 3,20 22 42,62
Serviceorganisatie
OBP 36 3,79 12 11,54
Serviceorganisatie Rotterdam
OBP 3 3 6,90
Ondernemingsraad
OBP 0,80 0,49
OP 87 62,83262807 51 174,1171
OBP 69 14,879 73 103,6102
Totaal 156 77,71 124 277,73
In percentages 24,5% 12,2% 19,5% 43,7%
Totaal man 233,7116281
Totaal vrouw 401,7273
Personeelsinstroom
In tabel 12 is de instroom weergegeven in formatieomvang per categorie. Hierbij gaat het om dienstverbanden conform
CAO-HBO; de inzet van gastdocenten, uitzendkrachten en detacheringen is buiten beschouwing gelaten. In 2012 is de
totale instroom afgenomen ten opzichte van 2011. De instroom van het aantal tijdelijke contracten met uitzicht op vast
(D3) is in 2012 licht toegenomen. Deze toename komt geheel door meer ondersteunende medewerkers met een dergelijk
dienstverband, waarvan 2,89 fte werkzaam bij een onderwijsgevend cluster. De instroom van tijdelijke dienstverbanden
(D4) is bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel afgenomen. In 2012 is een instroom van 0,8 fte met een vast
dienstverband (D2); dit betrof een onderwijsgevend cluster.
In vergelijking met de uitstroom is het aantal fte ondersteunend personeel toegenomen met 0,85 fte; bij het
onderwijsgevend personeel is dat een toename van 12,34 fte.
66 Hogeschool Leiden
Tabel 12 Personeelsinstroom naar aanstelling (in fte)
2010 2011 2012 OP OBP Totaal OP OBP Totaal OP OBP Totaal
Tijdelijke aanstelling, uitzicht op vast (D3) 0,80 4,64 5,44 2,40 2,00 4,40 1,00 4,39 5,39
Tijdelijke aanstelling (D4) 15,84 27,44 43,28 53,86 38,26 92,12 43,73 33,93 77,66
Vaste aanstelling (D2) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,80 0,80
Totaal 16,64 32,08 48,72 56,26 40,26 96,52 44,73 39,12 83,85
Grafiek 12 Personeelsinstroom (in fte)
Grafiek 13 Personeelsuitstroom (in fte)
Redenen van ontslag
In 2012 is de uitstroom opnieuw gestegen ten opzichte van 2011. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door
de toegenomen uitstroom bij vaste dienstverbanden (D2), bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel.
Ten opzichte van 2011 is bij de tijdelijke contracten (D4) de uitstroom licht gestegen bij zowel onderwijsgevend als
ondersteunend personeel. Evenals in 2010 en 2011 is de uitstroom door niet-verlengde tijdelijke contracten hoog.
Jaarverslag 2012 67
Bij de redenen is ‘afloop tijdelijk regulier’ toegevoegd. Hierdoor kan onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds
projectcontracten en anderzijds tijdelijke contracten die niet ontstaan zijn door een project of door vervanging.
Tabel 14 Redenen van ontslag (in fte)
2010 2011 2012
OP OBP totaal OP OBP totaal OP OBP totaal
Vast contract (D2)
eigen verzoek 4,95 7,80 12,75 8,04 9,20 17,24 5,85 11,842 17,69
pensioen/FPU 6,10 2,50 8,60 1,23 1,62 2,85 6,10 2,7 8,80
WAO/WIA 0,00 0,65 0,65 1,04444 1,04
overlijden 0,00 0,90 0,90 0,00
ontslag 0,00 0,00 0,33 0,33
wederzijds goedvinden 1,60 1,60 2,00 1,95 3,95 3,50 1,9 5,40
Totaal D2 12,65 10,30 22,95 12,17 13,42 25,59 16,82 16,44 33,26
Tijdelijk contract met uitzicht op vast(D3)
eigen verzoek 1,00 1,00 0,00 0
niet verlengen aanstelling 0,65 0,65 0,00 0
wederzijds goedvinden 1,00 1,00 0,00 0
Totaal D3 0,65 2,00 2,65 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Tijdelijk contract (D4)
eigen verzoek 5,22 3,86 9,08 5,55 6,50 12,05 2,86 5,888 8,75
pensioen 1 1,00
afloop vervanging* 0,50 0,50 0,50 0,50 2,925 1 3,93
afloop tijdelijk regulier 8,39 10,875 19,27
afloop projectaanstelling 6,93 11,40 18,33 9,41 11,14 20,55 0,45 0,45
afloop student-assistentschap 2,60 2,60 3,75 3,75 2,1899 2,19
ontslag tijdens proeftijd 0,40 0,40 0,00 1,4 1,40
ontslag tijdens proeftijd studentassistent 0,024 0,02
overlijden 0,00 0,00 0,00
ongeschikt/onbekwaam 0,00 0,00 0,00
wederzijds goedvinden 1,00 1,00 0,00 0,4 0,40
Totaal D4 12,55 19,35 31,90 15,46 21,39 36,85 15,58 21,83 37,40
Totalen 25,85 31,65 57,50 27,63 34,81 62,44 32,39 38,27 70,66
Verhouding man-vrouw
Van het totale personeelsbestand is 34% man. Bij het onderwijsgevend personeel is dat 37%; bij het ondersteunend
personeel bijna 30%. Alleen bij cluster Techniek en bij de Serviceorganisatie is het aandeel mannen groter dan het aandeel
vrouwen. Bij de overige onderwijsgevende afdelingen valt Educatie Rotterdam op met 44% mannen (in aantallen) en 48%
in fte. Ten opzichte van 2011 is er weinig verschil; de percentages waren toen 34,6 (aantallen mannen) en 36,7 (aantallen fte
mannen) tegen respectievelijk 34% en 37% in 2012.
68 Hogeschool Leiden
Tabel 15a Verhouding man-vrouw (in aantal en fte)
31-12-2012 Man Vrouw Man t.o.v. vrouw
Verhouding man/vrouw Personen Fte Personen Fte % personen % fte Zorg OP 34 21,58 70 44,85 33 32OBP 1 1,00 25 17,22 4 5 Social Work & Toegepaste Psychologie
OP 34 27,40 79 53,87 30 34OBP 6 4,54 15 9,30 29 33 Educatie Leiden OP 18 15,25 49 34,35 27 31OBP 2 1,80 12 9,10 14 17 Educatie Rotterdam OP 15 11,95 19 13,10 44 48OBP 3 2,80 0 0 Management en Bedrijf OP 40 32,89 75 57,50 35 36OBP 2 1,90 15 13,09 12 13 Techniek OP 47 40,77 28 21,45 63 66OBP 22 13,85 17 12,39 56 53 CvB (incl secretariaat en HRM) OBP 4 4,00 17 14,16 19 22 BOOSA OBP 14 13,20 79 64,62 15 17 Serviceorganisatie OBP 41 39,79 31 23,54 57 63 Serviceorganisatie Rotterdam OBP 3 3,00 13 9,90 19 23 Ondernemingsraad OBP 1 0,80 1 0,49 50 62 OP 188 149,8326281 320 225,1171 37 40OBP 96 83,879 228 176,6102 30 32 Totaal man 284 233,71 34 37Totaal vrouw 548 401,73 Totaal 832 635,44
Jaarverslag 2012 69
Grafiek 15 Verhouding man-vrouw (in fte)
Tabel 15b Verhouding man-vrouw, verdeeld naar functie
31-12-2012 Man Vrouw totaal
Aantal Fte Aantal Fte Aantal Fte
CvB en directeuren 5 5,00 6 6,00 11 11,00
Management 10 9,60 23 20,70 33 30,30
Staf 4 3,80 13 11,55 17 15,35
Clusterstaf en clusterondersteuning 7 6,25 62 46,95 69 53,20
Onderwijsondersteuning 6 5,50 44 34,80 50 40,30
Overige ondersteuning 45 43,59 56 43,16 101 86,75
Docent 182 145,86 315 221,62 497 367,47
Onderwijsassistent 10 8,54 17 12,07 27 20,61
Lector 6 3,98 5 3,50 11 7,48
Student-assistent 9 1,60 7 1,38 16 2,98
Totaal 284 233,71 548 401,73 832 635,44
In deze tabel wordt een verdeling naar functie over mannen en vrouwen gegeven.
■ Onder ‘CvB en directeuren’ wordt verstaan: het College van Bestuur, de controller, de secretaris van het College, een
programmadirecteur, de clusterdirecteuren en de directeur van Beleids- en Onderwijsondersteuning en Strategisch
Advies (BOOSA).
■ Onder ‘management’ wordt verstaan: alle managers in de lagen onder het College van Bestuur en directeuren (i.c.
onderwijsmanagers en managers binnen BOOSA en de Serviceorganisatie en de manager HRM).
■ In ‘staf’ zijn een aantal medewerkers van de afdeling Beleidsondersteuning en strategisch advies (Bosa, afdeling van
BOOSA) opgenomen. Het gaat om de volgende functiefamilies/functies: functiefamilie (Beleids)adviseur, functiefamilie
Programmamanager en projectleiders en Studentendecaan.
70 Hogeschool Leiden
■ Onder ‘clusterstaf en –ondersteuning’ zijn de ondersteunende medewerkers opgenomen die werkzaam voor een
onderwijsgevend cluster (behalve onderwijsassistenten en student-assistenten).
■ Bij ‘onderwijsondersteuning’ zijn die medewerkers opgenomen die zich bezighouden met de directe ondersteuning
van het onderwijs (zoals studentzaken, mediacentrum en onderwijslogistiek), terwijl ‘overige ondersteuning’ het
bestuurssecretariaat, de afdeling HRM en alle andere ondersteunende medewerkers uit BOOSA en de Serviceorganisatie
omvat.
De overige functies spreken voor zich.
Leeftijd (in jaren)
Van het totale personeelsbestand is de leeftijdscategorie 55-59 het grootst. Tweede en derde zijn de leeftijdscategorieën 50-
54 en 30-34. Ruim 36% van het personeelsbestand is 50 jaar en ouder; ruim 48% is 45 jaar of ouder. Van het onderwijsgevend
personeel is ruim 42% 50 jaar of ouder; het percentage 45 jaar of ouder is bijna 55%. Opvallend is dat de categorieën 30-34
en 35-39 en 50-54 en 55-59 ongeveer gelijk zijn.
Bij het personeelsbestand van ondersteunende medewerkers is de verdeling onder leeftijdscategorieën redelijk gelijkmatig:
in de categorieën tussen 25 en 60 varieert het aantal tussen 30 en 53 personen. Daarvan is de categorie 40-44 het hoogst.
Bij de onderwijsclusters vallen bij het onderwijsgevend personeel (OP) op:
■ Bij Zorg is de categorie 55 en ouder 38% van het totale aantal OP-medewerkers bij dit cluster;
■ Bij Educatie Rotterdam is 47% 55 jaar of ouder; 62% is 50 jaar of ouder;
■ Bij M&B is het aantal medewerkers van 30 tot 40 jaar vrij groot; bijna 41%.
Tabel 16a Leeftijdsopbouw per cluster en categorie
Leeftijd (in jaren) < 25 25/29 30/34 35/39 40/44 45/49 50/54 55/59 > 60
Zorg
OP 2 14 10 10 11 17 23 17 104
OBP 3 4 3 3 3 2 3 5 26
Social Work en Toegepaste Psychologie
OP 2 6 18 14 9 16 20 18 10 113
OBP 4 4 2 1 2 2 4 2 21 Educatie Leiden
OP 6 10 10 7 7 12 7 8 67
OBP 4 2 3 3 1 1 14 Educatie Rotterdam
OP 2 5 2 4 5 12 4 34
OBP 1 1 1 3
Management en Bedrijf
OP 4 23 24 15 12 13 16 8 115
OBP 3 3 3 3 1 2 2 17 Techniek
Jaarverslag 2012 71
OP 1 2 11 14 9 14 13 7 4 75
OBP 11 6 3 6 5 1 3 1 3 39 CvB (incl secretariaat en HRM)
OBP 1 2 3 4 3 4 3 1 21 BOOSA
OBP 2 13 18 14 13 11 7 10 5 93 Serviceorganisatie
OBP 1 5 9 6 17 9 9 9 7 72 Serviceorganisatie Rotterdam
OBP 1 1 3 2 1 1 3 2 2 16 Ondernemingsraad
OBP 1 1 2 OP 3 20 78 77 52 64 80 83 51 508
OBP 22 38 48 40 53 33 37 30 23 324
Totalen 25 58 126 117 105 97 117 113 74 832
Grafiek 16a Leeftijdsopbouw (in aantallen)
Gemiddelde leeftijd
De gemiddelde leeftijd van medewerkers is in 2012 licht gedaald ten opzichte van 2011: van 43,96 in 2011 naar 43,85 in 2012.
Educatie Rotterdam heeft de hoogste gemiddelde leeftijd bij het onderwijsgevend personeel met 50,38 jaar. Bij de overige
clusters is de gemiddelde leeftijd van het onderwijsgevend personeel ten opzichte van 2011 ongeveer gelijk gebleven.
Bij de onderwijsgevende clusters varieert de gemiddelde leeftijd van het ondersteunend personeel van ruim 35 jaar tot ruim
41 jaar. Bij de overige ondersteuning ligt dit iets hoger: tussen 40 en ruim 45 jaar.
72 Hogeschool Leiden
Tabel 16b Gemiddelde leeftijd
31-12-2012
Leeftijd (in jaren) Zorg
OP 48,59
OBP 40,65 Social Work en Toegepaste Psychologie
OP 45,23
OBP 37,76 Educatie Leiden
OP 44,55
OBP 41,36 Educatie Rotterdam
OP 50,38
OBP 35,33 Management en Bedrijf
OP 43,53
OBP 40,00 Techniek
OP 43,95
OBP 35,28 CvB (incl secretariaat)
OBP 45,10 BOOSA
OBP 40,73 Serviceorganisatie
OBP 44,51 Serviceorganisatie Rotterdam
OBP 43,44 Ondernemingsraad
OBP 45,50 OP 45,59
OBP 41,10
Totalen 43,85
Jaarverslag 2012 73
Verzuim
In 2012 is het verzuimpercentage gedaald ten opzichte van 2011. Het verzuimfrequentie en gemiddelde verzuimduur zijn
echter gestegen.
Tabel 17 Verzuimcijfers
2010 2011 2012
VP VFGem. ver-zuimduur VP VF
Gem. ver-zuimduur VP VF
Gem. ver-zuimduur
Hogeschool Leiden 5,01% 1,37 13,43 4,88% 1,17 13,69 4,21% 1,33 16,35
Educatie 5,37% 1,19 12,38 5,12% 1,08 15,77 3,34% 1,25 20,3
Educatie – Leiden 3,72% 1,27
Educatie - Rotterdam 2,23% 1,15 7,56
M&B 4,13% 1,2 5,53 4,37% 1 16,67 3,23% 1,27 7,84
SW&TP 5,06% 0,8 10,77 4,54% 0,82 15,97 4,70% 1,1 29,25
Techniek 3,01% 1,34 7,78 3,57% 1,05 10,37 4,52% 1,12 24,06
Zorg 4,26% 1,05 20,47 4,08% 0,97 12,25 2,84% 1,33 6,57
Boosa 6,62% 1,68
Boosa - bosa 3,94% 1,06 4,61 5,75% 0,95 28,25 3,17% 1,27 4,18
Boosa - M&C 2,36% 2,58 3,43
Boosa - Media-centrum 15,56% 1,75 45,16
Boosa - Student-zaken 10,51% 1,4 -
SO (nieuw) 4,20% 1,98
SO (oud) 6,98% 2,15 15,94 6,83% 1,76 12,45 6,83% 1,76 12,45
SO - FB 5,61% 1,84 13,47
SO - Financiën 2,69% 2,1 4,81
SO - ICT 2,49% 2,07 -
CvB (incl HRM) 4,22% 1,50
CvB (excl HRM) 0,29% 0,36 - 0,67% 0,5 - 1,74% 1,31 2,05
CvB - HRM 7,78% 1,88 38,81
Beoordeling
Volgens de regeling gesprekscyclus functioneren en beoordelen is binnen Hogeschool Leiden een viertal scores voor
de beoordeling mogelijk: A voor uitstekend functioneren, B voor goed functioneren, C voor zwak functioneren en D
voor onvoldoende functioneren. De score ‘zwak voldoende’ is met ingang van het studiejaar 2010-2011 gehanteerd;
voor de scores van 2010 geldt dat de C stond voor ‘voldoende’. In deze tabel is aangegeven welke beoordelingen in
de zomer van 2012 zijn gegeven. Niet alle medewerkers zijn beoordeeld; medewerkers die na 1 april in dienst zijn
gekomen en medewerkers die op of voor 1 augustus uit dienst zijn gegaan worden niet altijd beoordeeld. Wel worden
voortgangsgesprekken gevoerd. Daarnaast worden student-assistenten niet beoordeeld.
Het aantal beoordelingen met de score A – uitstekend is in 2012 ongeveer gelijk ten opzichte van de voorgaande twee jaren.
Het aantal scores B – goed is opnieuw hoger dan in de voorgaande jaren. De score C – zwak voldoende is licht gedaald ten
opzichte van 2011 en D – onvoldoende is licht gestegen.
74 Hogeschool Leiden
Tabel 18 Beoordelingen augustus
2010 2011 2012
A - uitstekend 48 51 49
B - goed 521 (632) 578 (608) 603 (630)
C - (zwak) voldoende 111 (0) 30 (0) 27 (0)
D - onvoldoende 9 7 10
Totaal 689 666 689
Toelichting
De scores tussen haakjes zijn de formele cao-scores. De cao-hbo kent slechts drie scores: uitstekend, goed en onvoldoende.
Intern gebruiken we sinds het studiejaar 2010-2011 een extra score: ‘zwak voldoende’. Door de score ‘voldoende’
te vervangen door een ‘zwak voldoende’ ontstaat er meer duidelijkheid voor de medewerker. Sinds 2011 kan een
leidinggevende niet langer een score C – voldoende geven als het werk aan de norm voldoet. Als een leidinggevende
eigenlijk niet tevreden is, maar het functioneren is evenmin echt ‘onvoldoende’, dan kan de leidinggevende eenmalig een
‘zwak voldoende’ toekennen. Dit is een belangrijk signaal dat verbetering noodzakelijk is.
Personeelsregelingen
In 2012 is van de regelingen voor betaald ouderschapsverlof en SOP aanzienlijk meer gebruik gemaakt ten opzichte van
2011. Hogeschool Leiden heeft aan de SOP-regeling bijna 150.000 meer uitgegeven. Evenals in 2011 is dit veroorzaakt door
de berichten dat het CAO-artikel inzake SOP op termijn mogelijk wijzigt. De spaarloonregeling is met ingang van 1 januari
2012 vervallen. De deelname aan de levensloopregeling is flink teruggelopen door het besluit ook deze regeling in de
toekomst te laten vervallen.
Tabel 19 Personeelsregelingen
31-12-2011 31-12-2012
omschrijving Aantal Bedrag Aantal Bedrag
arbeidsmarkttoelage 18 51.770 17 47.805,22
spaarloon 325 193.088 vervallen per 01-01-2012
levensloop 23 73.138 14 47.468,00
woon-verkeer 614.505 651.109,01
ns-regeling 59 65
fiets-regeling 116 103
betaald ouderschapsverlof 54 70
SOP – aantal deelnemers 46 61
SOP – totale kosten 387.968 581.043,10
SOP – kosten werknemer 102.905 148.580,59
SOP – kosten werkgever 285.062 432.462,51
jubilea 25 jaar 19 39.645 12 25.930,00
jubilea 40 jaar 5 22.985 5 22.640,00
Totale kosten jubilea 48.570,00
Jaarverslag 2012 75
Financieel verslag
Stichting Hogeschool Leiden kent geen winstoogmerk. De hogeschool streeft ernaar de baten en lasten op middellange
termijn neutraal te laten verlopen.
Planning & Control Cyclus
In 2012 is de kwaliteitszorgcyclus geïntegreerd in de centrale Planning & Control cyclus, om zeer frequent zicht te hebben
en te sturen op de prestaties van de hogeschool en de kwaliteit van het onderwijs en ondersteunende processen. Voorheen
waren kwaliteitszorg en de (financiële) P&C cyclus gescheiden processen.
Vanuit het instellingsplan is door de clusterdirecteuren een tweejarig businessplan geschreven, waarin een vertaling wordt
gemaakt van de ambities en doelstellingen uit het instellingsplan naar het eigen cluster. Voor het businessplan is een
nieuw format opgesteld, waarin kwaliteitszorg eveneens een integraal onderdeel is. De prestatieafspraken zijn hierin tevens
meegenomen. De wijze waarop deze ambities, doelstellingen en prestatieafspraken worden gerealiseerd, wordt beschreven
in het managementcontract. Om te borgen dat deze acties worden uitgevoerd, zijn de onderdelen opgenomen in de
jaarkalender P&C cyclus.
De businessplannen voor de jaren 2013-2014 en het managementcontract voor 2013, waarin integratie van de
kwaliteitscyclus heeft plaatsgevonden, zijn op bovenstaande wijze tot stand gekomen.
Per jaar vinden er een vijftal gesprekken plaats per cluster of ondersteunende afdeling met het College van Bestuur.
Per trimester wordt de status van het management contract besproken. Daarnaast vindt er in de zomermaanden een
businessplan gesprek plaats en in het najaar het begrotingsgesprek. Onderdeel van deze gesprekken is tevens de stand van
zaken met betrekking tot tweede- en derdegeldstroom projecten.
Risico management
Risicomanagement is een integraal onderdeel van de P&C cyclus.
Voor risicomanagement is een apart hoofdstuk opgenomen binnen het nieuwe businessplan en management contract
format om het belang ervan te benadrukken. De cluster en ondersteunende afdeling is gevraagd wat strategische risico’s
zijn en hoe deze worden beheerst, waarbij de volgende invalshoeken zijn toegepast:
■ het primaire proces Onderwijs & Onderzoek;
■ medewerkers/mens;
■ kritische processen;
■ wet-en regelgeving/compliance;
■ omgeving.
In het najaar van 2011 heeft een uitgebreid risicomanagementproject plaatsgevonden. In de zomer van 2013 zal een update
plaatsvinden.
76 Hogeschool Leiden
De nadruk zal in 2013 liggen op het vervullen van de regelkring. Vanuit Check-Act verschuift de focus naar Plan-Do. Uit
het risicomanagementproject zijn een drietal strategische risico’s geïdentificeerd, waaronder de organisatiecultuur, het
ontbreken van een beleidsrijk meerjarenbeleid en een kwalitatieve frictie van het personeel. Er is inmiddels een financiële
tool ontwikkeld, waarin verschillende scenario’s kunnen worden doorberekend en zichtbaar is wat de impact is voor de
komende jaren. Deze tool wordt intensief gebruikt in strategische beslissingen, zoals bijvoorbeeld rondom de numerus
fixus en huisvesting. Met betrekking tot de vergaande autonomie en de borging van afspraken geldt dat de focus in
2012 is gelegen op versterken van de PDCA-cyclus met een duidelijke borging binnen de Planning & Control- cyclus. Het
gezamenlijk werken aan een hogeschoolbrede kwaliteitscultuur is eveneens een belangrijke actie om het risico tegen te
gaan. Daarnaast is het risico geïdentificeerd dat als gevolg van tekort aan kwaliteit binnen de vaste personeelsformatie de
organisatie op onderdelen onvoldoende verandervermogen heeft om adequaat te kunnen reageren op ontwikkelingen uit
de omgeving. Om dit risico te mitigeren is een scan gemaakt van de veranderkracht van de verschillende medewerkers en
afdelingen in de strategische personeelsplannen.
Informatiemanagement
Hogeschool Leiden heeft een informatiebeleidsplan. Hierin wordt vanuit het instellingsplan de ambities en de kaderstelling
voor informatievoorziening aangegeven: het informatiebeleid realiseert mede de doelstellingen van het instellingsplan.
Er is een structuur, waarbij vertegenwoordigers van de onderwijsorganisatie mede de prioriteiten en inrichting van de
ICT bepalen. Een projectportfolio is tot stand gekomen, waarbij vanuit de processen gekeken is naar de behoefte in het
onderwijs en de daarbij behorende technische randvoorwaarden. Het projectportfolio is een meerjarenplan. Elk jaar wordt
vanuit deze projectportfolio de prioriteiten vastgesteld, die vervolgens worden meegenomen in de hogeschoolbrede
projectenportfolio.
Hogeschoolbrede projecten
Voor 2012 is € 2 mln. begroot voor hogeschoolbrede projecten. De aanvraag voor projecten is groter dan de beschikbare
financiële ruimte. Vanwege de sterke groei van studenten en het daaraan gerelateerde voorfinancieringseffect, zijn de
financiële middelen beperkt. Op basis van prioriteiten is invulling gegeven aan de projectenkalender voor 2012. Daarnaast
is het de keuze de hoeveelheid projecten passend te laten zijn, bij wat de organisatie aankan. Deze keuze wordt tevens
ingegeven door het eerder genoemd risico dat er een beperkt verandervermogen is. Onderdelen van de hogeschoolbrede
projecten portfolio zijn gerelateerd aan informatiemanagement, ICT, huisvesting en onderwijs.
In 2012 waren de volgende projecten onderdeel van de hogeschoolbrede projecten:
■ programma roosteren;
■ project instellingstoets;
■ nieuwe mail omgeving;
■ infrastructuur technische projecten, zoals migratie van oude naar nieuwe infrastructuur;
■ uitrol van smartphones;
■ implementatie intranetportaal;
■ project social media;
■ weblecturing;
■ upgrade van Blackboard voor het onderwijs, die is opgenomen in de nieuwe elektronische leeromgeving;
■ aanvullende tijdelijke huisvesting;
■ huisvesting gerelateerd project om de technische installaties binnen het hogeschool gebouw te verbeteren.
De totale exploitatiekosten voor 2012 zijn € 2,5 mln.
Jaarverslag 2012 77
Treasury Statuut
In 2012 heeft een update van het treasurystatuut plaatsgevonden, welke is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In het
treasurystatuut zijn de bevoegdheden duidelijk vastgelegd. Het treasurystatuut wordt uitgevoerd rekening houdend met de
eisen zoals genoemd in de regeling Beleggen en Belenen van het ministerie OCW.
Het treasurybeleid van Hogeschool Leiden is risicomijdend en volgt ten aanzien van het aangaan van rente risico’s een
conservatief beleid. Renteposities uit hoofde van variabel rentende leningen worden afgedekt met een rente-instrument,
zoals een renteswap, waarbij een perfecte hedge wordt nagestreefd. De renterisico’s zijn dan zoveel mogelijk afgedekt.
In 2012 heeft verdere uitwerking van het treasurystatuut plaatsgevonden in het treasuryplan. Vervroegde aflossing van
een tweetal ING leningen, heeft eind 2012 plaatsgevonden, waarvan het openstaand saldo € 4,3mln. bedroeg. Het betrof
een tweetal leningen waarop een borgstelling was afgegeven door de Stichting Waarborgfonds HBO ten gunste van de
ING. Vanwege opheffing van het Waarborgfonds heeft aflossing een aantal maanden eerder plaatsgevonden dan op het
geplande renteherzieningsmoment, april 2013.
De niet directe benodigde liquide middelen zijn geplaats op spaarrekeningen die vrij opneembaar zijn. Vanwege
risicospreiding zijn de middelen verdeeld over een tweetal Nederlandse banken. De saldi op rekening-courantrekeningen
zijn eveneens vrij opneembaar.
Kredietfaciliteit
Voor de financiering van de nieuwbouwvleugel is in 2008 een overeenkomst afgesloten met ING. Het betreft een Rekening-
Courant Faciliteit in combinatie met een renteswap om de rente ‘vast’ te zetten. Door de invoering van een liquiditeitsopslag
door de ING is een variabele opslag toegevoegd, waardoor het belangrijkste doel van de hogeschool, zekerheid voor
de komende 30 jaar, niet meer gegarandeerd is. In 2013 is overeenstemming bereikt met de ING over aflossing van de
financiering bij ING, onder opname van een lening bij de Schatkist met gelijke modaliteiten. De swap die destijds ter
afdekking van het renterisico is afgesloten, zal blijven doorlopen. De hedge-relatie wordt niet doorbroken, de grondslag
voor de waardering (kostprijs hedge accounting) wordt gecontinueerd. De financiering bij de schatkist leidt niet tot een
verandering van de vermogenspositie.
Declaraties College van Bestuur
In 2012 is door de Raad van Toezicht een declaratiereglement vastgesteld voor het College van Bestuur. Het College
van Bestuur hanteert een terughoudend beleid met betrekking tot onkosten. Het bestuur ontvangt maandelijks een
onkostenvergoeding van € 160,-.
Het College van bestuur heeft beschikking over een lease auto. De totale kosten in 2012 voor de lease auto’s waren voor de
voorzitter € 11,522 en voor het lid € 18,228.
Declaraties 2012
Voorzitter CvB Lid CvB Totaal
Representatie 172 1.700 1.872
Reis- en verblijf binnenland 135 134 269
Reis-en verblijf buitenland 0 0 0
Overig 89 207 296
Totaal 396 2.041 2.437
78 Hogeschool Leiden
Declaraties 2011
Voorzitter CvB Lid CvB Totaal
Representatie 583 502 1.085
Reis- en verblijf binnenland 214 1.288 1.502
Reis- en verblijf buitenland 0 10 10
Overig 0 0 0
Totaal 797 1.800 2.597
Jaarverslag 2012 79
Toelichting op het resultaat 2012
Staat van baten en lasten over 2012 en de vergelijkende cijfers 2011
(bedragen x € 1.000)
2012 Begroting 2012 2011
3 Baten
3.1 Rijksbijdragen OC&W 47,222 45,828 43,864
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 648 675 2,269
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 14,108 14,084 12,619
3.4 Baten werk in opdracht van derden 4,086 3,519 4,625
3.5 Overige baten 1,004 432 1,053
Totaal baten 67,068 64.538 64,430
4 Lasten
4.1 Personeelslasten 51,113 49,159 47,856
4.2 Afschrijvingen 3,683 4,080 4,154
4.3 Huisvestingslasten 2,958 2,748 2,697
4.4 Overige lasten 8,565 9,674 9,722
Totaal lasten 66,319 65,661 64,429
Saldo baten en lasten 749 -1,123 1
5 Financiële baten en lasten -1,243 -1,277 -1,272
Totaal resultaat -494 -2,400 -1,271
Begroting 2012
In december 2011 heeft de Raad van Toezicht de begroting voor 2012 goedgekeurd en daarbij de aanvulling geplaatst of de
start van een aantal projecten niet naar voren kon worden gehaald, zodat de positieve effecten van deze projecten eerder
zichtbaar zijn. Hieraan is begin 2012 invulling gegeven door verhoging van het hogeschoolbrede projecten budget, waarbij
kwaliteitsverbetering een belangrijk aandachtspunt is. De aangepaste begroting heeft een negatief resultaat van € 2,4mln.
Resultaat
Het exploitatieverlies over 2012 bedraagt € 0,5mln. negatief. Dit betekent € 1,9mln. minder verlies ten opzichte van de
begroting.
Uitgangspunt bij het opstellen van de begroting voor 2012 is dat het resultaat voor contractonderwijs en subsidies
budgetneutraal verloopt. Het behaalde resultaat over 2012 voor tweede- en derde geldstroom activiteiten bedraagt
€ 0,1mln positief. Dit houdt in dat over de eerste geldstroom het exploitatie resultaat € 1,8mln minder negatief is dan begroot.
Deze positieve afwijking voor de eerste geldstroom ten opzichte van de begroting wordt als volgt verklaard:
80 Hogeschool Leiden
€ 0,5mln. meer studentgebonden rijksbijdragen (exclusief subsidies) en collegegelden. Daarnaast zijn de overige baten waar
geen lasten tegen overstaan hoger dan begroot (€ 0,2mln.);
De totale kosten zijn € 1,1mln. minder dan begroot bij verschillende onderwijsclusters en ondersteunende afdelingen.
Daarnaast heeft de toedeling van de begroting voor lectoraten niet geheel plaatsgevonden.
Baten
De totale baten zijn € 2,6mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De toename van rijksbijdragen, overige
overheidsbijdragen en collegegelden bedraagt € 3,2mln. Deze is te verklaren door de stijging van het aantal studenten in
zowel studiejaar 2010-2011 als studiejaar 2011-2012.
Het aantal ingeschreven studenten en het aantal bekostigde studenten is de afgelopen jaren als volgt gestegen:
Aantal ingeschreven studenten
% groei Aantal bekostigde studenten (T-2)
% groei
2011 7.858 (2010-2011) 6,3% 6.202 7,1%
2012 8.541 (2011-2012) 8,7% 6.720 8,4%
2013 8.851 (2012-2013) 3,6% 7.174 6,8%
De rubriek overige overheidsbijdragen en- subsidies zijn met € 1,6mln. gedaald ten opzichte van 2011. Met name vanwege
een stelsel wijziging met betrekking tot de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS. De ontvangen subsidie van het
ministerie van VWS. Het betreft een subsidie van circa € 1mln. waarvan Hogeschool Leiden een doorgeefluik functie vervult.
Vanaf 2012 wordt de vooruit ontvangen subsidie verantwoord onder de doorlopende passiva.
De totale baten zijn € 2,5mln. hoger dan begroot. De baten in opdracht van derden, subsidies en overige baten zijn te laag
ingeschat.
Lasten
De totale lasten zijn € 1,9mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar en zijn € 0,7mln. hoger dan begroot. De hogere lasten
dan begroot wordt met name veroorzaakt doordat de baten gerelateerd aan contractonderwijs en subsidies voorzichtig zijn
begroot, waardoor ook de lasten met ongeveer eenzelfde bedrag zijn toegenomen.
De totale personeelslasten zijn ten opzichte van vorig jaar toegenomen met € 3,3mln, waarvan € 2,6mln. betrekking heeft
op lonen en salarissen. Dit betreft een stijging van 6,4% waarvan 5,4% betrekking heeft op toename van onderwijzend
personeel en 1% op ondersteunend personeel. Het gemiddeld aantal fte’s is toegenomen met 32fte.
De hogere personeelslasten van € 2,0mln. ten opzichte van de begroting is met name het gevolg dat de groei van het
aantal studenten nog ten dele is ingevuld met extern personeel. Daarnaast zijn met name ICT vacatures en ICT gerelateerde
projecten ingevuld door tijdelijk personeel, die gerapporteerd zijn onder de personele lasten. De ICT projecten zijn begroot
binnen de overige lasten, waardoor er een verschuiving ten opzichte van de begroting heeft plaatsgevonden tussen overige
lasten en personeelslasten. De overige lasten zijn € 1,1mln. lager dan begroot.
Financiële baten en lasten
Door een effectiever beheer van liquide middelen zijn de rentebaten hoger dan begroot (€ 109.000). De rentelasten zijn
hoger dan begroot (€ 75.000), doordat de liquiditeitsopslag van de Rekening-Courant Faciliteit is toegenomen.
Jaarverslag 2012 81
Investeringen
De totale investeringen bedragen € 1,2mln, waarvan € 190.000 betrekking heeft op een project om de technische installaties
binnen het hogeschool gebouw te verbeteren. Daarnaast is € 358.000 geïnvesteerd in tijdelijke uitbreiding huisvesting. De
afschrijvingsduur van deze investering is gelijkgesteld aan het huurcontract. Het investeringsniveau voor 2013 zal hoger
liggen dan 2012 door investeringen in aanvullende huisvesting en uitbreiding van laboratoria voor onderwijscluster Techniek.
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht over 2012 en vergelijkende cijfers 2011 (bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 4,871 4,735
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1,199 -1,678
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -5,041 -1,436
Mutatie geldmiddelen -1,369 1,621
De liquide middelen zijn met € 1,4mln. afgenomen naar € 10,3mln. door aflossing van de langlopende schulden met
€ 5,0mln. Aflossing van de kredietfaciliteit heeft plaatsgevonden conform aflossingsschema. Daarnaast zijn de overige twee
langlopende leningen afgelost. De kasstroom uit operationele activiteiten van € 4,9mln. is ongeveer gelijk aan vorig jaar.
Gelden uit de rijksbijdrage voor private activiteiten
De hogeschool heeft in 2012 geen gelden uit de rijksbijdrage onttrokken voor private activiteiten. De bestemmingsreserve
(privaat) voor tweede- en derde geldstroomactiviteiten is toegenomen met € 117.000 met name vanwege positieve
resultaten van cluster techniek. Het resultaat is toegevoegd aan de private bestemmingsreserves.
Kengetallen
2012 2011 2010
Solvabiliteit(eigen vermogen/totaal vermogen)
45% 43% 44%
Weerstandsvermogen(eigen vermogen/rijksbijdrage en collegegelden)
53% 58% 65%
Liquiditeit(vlottende activa/vlottende passiva)
0,6 0,8 0,8
De financiële positie van Hogeschool Leiden is solide en daarbij is de liquiditeitspositie ruimschoots voldoende.
De gehanteerde streefwaarde voor de solvabiliteit conform het treasurystatuut bedraagt 35%-40%. De begroting voor
2012 was uitgegaan van een solvabiliteit van 42%. Door een minder negatief exploitatieresultaat dan begroot, € 1,9mln. en
vermindering van het totaal vermogen door aflossing van een tweetal ING leningen, is de solvabiliteit hoger dan verwacht.
Conform het treasurystatuut dient de solvabiliteit minimaal 28% te zijn.
De vlottende activa is afgenomen door aflossing van leningen vanuit de liquide middelen, waardoor de liquiditeit is gedaald
van 0,8 naar 0,6.
82 Hogeschool Leiden
Begroting 2013
Hogeschool Leiden heeft vanaf 1 januari 2013 hogeschool Helicon overgenomen. Hogeschool Helicon, gevestigd te Zeist, is
op zoek gegaan naar een fusiepartner. Hiertoe heeft Hogeschool Leiden een businesscase opgesteld.
bedragen x € 1.000 Begroting Realisatie
2013 2012
Baten
Rijksbijdragen OCW en overheidssubsidies 51.313 47.870
Collegegelden 15.298 14.108
Baten werk i.o.v. Derden 3.590 4.085
Overige baten 641 1.004
Totaal Baten 70.842 67.067
Lasten
Personele lasten 53.300 51.113
Afschrijvingen 4.234 3.683
Overige instellingslasten 14.012 11.522
Totaal lasten 71.546 66.318
Saldo baten en laten 704- 749
Saldo financiële baten en lasten 1.228- -1.243
Saldo baten en lasten 1.932- 494-
In de begroting van 2013 is Hogeschool Helicon geïntegreerd. De rijksbijdrage en collegegelden voor Hogeschool Helicon
voor 2013 bedraagt € 3,6mln. De baten voor 2013 nemen ten opzichte van 2012 toe met 6%, waarvan 5,4% betrekking
heeft op de overname van Helicon. De groei van het aantal bekostigde studenten is hoger (7%), dan de groei van het aantal
ingeschreven studenten (3,6%). Het voorfinancieringseffect voor de hogeschool neemt voor 2013 voor het eerst sinds jaren
af. Het aantal studenten voor studiejaar 2012-2013 is toegenomen, maar de groei is niet meer zo fors als in voorgaande
studiejaren.
In de begroting is rekening gehouden met investeringen in aanvullende huisvesting mede samenhangend met de komst
van Hogeschool Helicon en eenmalige integratiekosten. Het exploitatie resultaat voor 2013 is € 1,9mln negatief, waarvan
een bedrag van € 0,7mln. betrekking heeft op eenmalige integratiekosten. Vanaf 2014 zal het exploitatieresultaat positief
zijn. Er zijn geen structurele wijzigingen gepland in de personeelsbezetting.
Net zoals voor 2012 is voor 2013 ons streven zoveel mogelijk financiële middelen aan het onderwijs toe te kennen. De
normatieve rijksbijdrage en collegegelden nemen ten opzichte van de begroting 2012 toe met 4%. De toedeling aan de
onderwijsclusters op basis van het interne allocatiemodel stijgt met 4,5%, terwijl de kosten voor ondersteunende diensten
en overhead dalen met 2,4%.
Jaarverslag 2012 83
Prestatiebekostiging
Voor 2013 is door het ministerie van OCW een bedrag van € 2,2mln. toegekend aan voorwaardelijke bekostiging voor
onderwijskwaliteit en studiesucces. Daarnaast is € 1,3mln. toegekend aan selectieve bekostiging voor profilering en
zwaartepuntvorming. Onderdeel van de selectieve bekostiging is de financiering voor het centre of expertise genomics.
Pabo Thomas More
In 2011 heeft Hogeschool Leiden de intentie uitgesproken Pabo Thomas More, gevestigd in Rotterdam, over te dragen
aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). In 2012 is er mondelinge overeenstemming bereikt met
de RVKO. De voorbereidingen voor ontvlechting zijn in volle gang. De overdracht, die mede afhankelijk is van formele
goedkeuring van het Ministerie van OCW, zal waarschijnlijk per 1 september 2013 plaatsvinden.
Notitie Helderheid
In de notitie helderheid van ministerie OCW wordt een aantal punten geformuleerd, waarover in het jaarverslag
gerapporteerd moet worden:
Hogeschool Leiden besteedde, conform voorgaande jaren, geen delen van onderwijsprogramma’s uit.
Daarnaast zijn er in 2012 geen gelden onttrokken uit de Rijksbijdrage voor private activiteiten.
Hogeschool heeft een profileringsfonds dat in hoofdstuk ‘ Talenten ontwikkelen’ wordt toegelicht. Bekostiging van
buitenlandse studenten vindt niet plaats. Er zijn geen maatwerktrajecten, zoals bedoeld in de notitie helderheid.
84 Hogeschool Leiden
Gegevens organisatie
Instellingsgegevens
Hogeschool Leiden
Bezoekadres: Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden
Postadres: Postbus 382, 2300 AJ Leiden
Telefoon: 071 – 5188800
Fax: Leiden 071 – 5188801
E-mail: [email protected]
Internet: www.hsleiden.nl
College van Bestuur
Voorzitter Drs. Paul van Maanen
Lid Agnita Mur
Secretaris drs. Lisette van de Weijer
Controller drs. Mirjam Verhulst RA
Directie (per 31 december 2012)
Directeur Educatie Drs. Robert Viëtor
Directeur Management en Bedrijf Anke van Vuuren
Directeur Techniek Drs. John van der Willik
Directeur Social Work en Toegepaste Psychologie Nico van Tol
Directeur Zorg Drs. Lucienne van Laar
Directeur Beleidsondersteuning en Strategisch Advies ir. Annelies Opstraat
Directeur Serviceorganisatie
Samenstelling Medezeggenschap
Sinds 1 september 2012 is er sprake van gedeelde medezeggenschap en is er een Ondernemingsraad en een Studentenraad.
Per 31 december 2012 had de Ondernemingsraad Hogeschool Leiden de volgende samenstelling:
Joop Burgerhout (docent Toegepaste Psychologie)
Monique Klinkenberg (onderwijsassistent Verpleegkunde)
Cock van Bruggen (docent Sociaal Pedagogische Hulpverlening)
Michael Hoedjes (docent Kunstzinnige Therapie)
Vincent Jongste (docent Rechten)
Marika Klintworth (docent Leraar basisonderwijs)
Marietta Spigt (docent Fysiotherapie)
Aart van Wingerden (docent Fysiotherapie)
Chantal Wirtz (projectleider BOOSA)
Jaarverslag 2012 85
Per 31 december 2012 had de Studentenraad Hogeschool Leiden de volgende samenstelling:
Peter van Hinsbergh (Sociaal Pedaogische Dienstverlening)
Tim Edwards (Verpleegkunde)
Jorike Wollrabe (Toegepaste Psychologie)
Amy de Wilde (Communicatie)
Anne Lenferink (Verpleegkunde)
Amber van Kooten Niekerk (Chemie)
Kevin Vegt (Leraar Basisonderwijs)
Nora Cherif (Toegepaste Psychologie)
Soraya de Waal (Rechten)
Victor Plat (Bio-Informatica)
Opleidingen per 31 december 2012
Techniek
Bachelor
Bio-informatica (Voltijd)
Biologie en medisch laboratoriumonderzoek (Voltijd)
Chemie (Voltijd)
Informatica (Voltijd)
Zorg
Bachelor
Opleiding tot Verpleegkundige (Voltijd)
Opleiding tot Verpleegkundige (Duaal)
Kunstzinnige Therapie (Voltijd)
Kunstzinnige Therapie (Deeltijd)
Opleiding tot Fysiotherapeut (Voltijd)
Master
Advanced Nursing Practice (Duaal)
Fysiotherapie/Oefentherapie bij mensen met chronische ziekten*
Social Work en Toegepaste Psychologie
Bachelor
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (Voltijd)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (Voltijd)
Cultureel Maatschappelijke Vorming (Voltijd)*
Toegepaste Psychologie (Voltijd)
Toegepaste Psychologie (Deeltijd)
Master
Jeugdzorg
86 Hogeschool Leiden
Educatie
Bachelor
Leraar basisonderwijs (voltijd)
Leraar basisonderwijs (deeltijd)
Academische opleiding leraar basisonderwijs (voltijd)
Lerarenopleiding Omgangskunde (voltijd)
Lerarenopleiding Omgangskunde (deeltijd)
Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn (voltijd)
Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn (deeltijd)
Associate Degree
Lerarenopleiding Omgangskunde
Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn
Management en Bedrijf
Bachelor
Communicatie (voltijd)
Commerciële economie (voltijd)
Rechten (voltijd)
Rechten (deeltijd)
Sociaal-Juridische Dienstverlening (voltijd)
Sociaal Juridische Dienstverlening (deeltijd)
Human Resources Management (voltijd)
Management in de Zorg (deeltijd/duaal)
Associate Degree
Management in de Zorg (deeltijd/duaal)
* Opleiding wordt afgebouwd en heeft geen instroom meer.
Jaarverslag 2012 87
Org
anisa
tiesc
hem
a
88 Hogeschool Leiden
Studentgegevens
STUDENTGEGEVENS
Aantal onderwijsvolgende* studenten Hogeschool Leiden
Betreft totaal aantal ingeschreven studenten: aantal inschrijvingen per inschrijvingsjaar, waarbij de student actief is op 1
oktober, ongeacht de bekostigingsstatus.
+
N.B. Indien student zich op 2 opleidingen inschrijft zal deze voor beide opleidingen als inschrijving worden geteld.
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13
leraar basisonderwijs voltijd * 1123 1015 947 888 959 1005
leraar basisonderwijs deeltijd * 266 261 249 265 296 237
Academische pabo - - 45 68 125 171
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd - - 1 5 3 4
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd - - 7 7 10 6
leraar vo 2e graad verzorging voltijd 2 6 10 8 14 16
leraar vo 2e graad verzorging deeltijd 102 91 83 83 65 82
AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd - - 1 1 6 8
AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd - - 6 7 14 10
leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd 8 13 32 55 75 63
leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 36 52 66 79 87 62
leraar vo 2e graad omgangskunde duaal - 1 - - - -
human resources management voltijd 119 121 137 172 213 209
human resources management deeltijd 46 40 42 26 15 6
sociaal-juridische dienstverlening voltijd 117 132 182 221 264 266
sociaal-juridische dienstverlening deeltijd 11 8 2 19 29 17
hbo rechten voltijd 398 437 497 563 706 777
hbo rechten deeltijd 36 57 91 67 68 43
commerciële economie voltijd 274 271 298 326 365 464
communicatie voltijd 220 231 254 338 382 423
management in de zorg deeltijd 37 50 34 31 20 11
management in de zorg duaal - - - 3 15 24
ad management in de zorg deeltijd 49 100 98 74 39 32
ad management in de zorg duaal - - - 41 64 71
biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd 412 438 478 482 522 573
chemie voltijd 223 261 287 292 306 309
informatica voltijd 248 241 280 338 380 448
informatica duaal - 13 9 20 18 13
bio-informatica voltijd 82 83 111 118 95 108
Jaarverslag 2012 89
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13
verpleegkundige voltijd 399 363 348 401 416 511
verpleegkundige deeltijd 137 134 117 94 85 47
verpleegkundige duaal 163 170 144 119 98 74
advanced nursing practice duaal 47 49 49 61 66 72
fysiotherapeut voltijd 443 451 484 485 529 523
kunstzinnige therapie voltijd 218 247 242 254 268 255
kunstzinnige therapie deeltijd 175 163 194 109 94 61
toegepaste psychologie voltijd 296 447 524 643 740 746
toegepaste psychologie deeltijd - - 68 83 83 84
culturele en maatschappelijke vorming voltijd 89 94 85 88 43 22
maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd 242 235 226 294 344 346
maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd 35 47 51 49 55 37
sociaal pedagogische hulpverlening voltijd 396 404 429 453 493 561
sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd 126 127 146 138 116 70
HL totaal 6575 6854 7354 7868 8585 8867
Jaarlijkse groei 7,89% 4,21% 7,33% 6,99% 9,11% 3,39%
Aantal instromende studenten per opleiding
Totaal aantal instromende studenten – Instroom opleiding: aantal instromende studenten waarbij de student actief is
op 1 oktober, ongeacht de bekostigingsstatus.
Aankomstjaar opleiding wordt bepaald o.b.v. opleidingscode en opleidingsvorm.
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13
leraar basisonderwijs voltijd * 390 322 298 288 368 406
leraar basisonderwijs deeltijd * 105 108 107 128 140 83
Academische pabo - - 45 47 71 72
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd - - 1 4 1 4
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd - - 7 5 5 3
leraar vo 2e graad verzorging voltijd 2 5 8 3 11 13
leraar vo 2e graad verzorging deeltijd 37 33 31 27 23 51
AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd - - 1 1 6 4
AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd - - 6 5 12 3
leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd 5 7 24 38 55 34
leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 23 30 39 32 42 12
leraar vo 2e graad omgangskunde duaal - 1 - - - -
human resource management voltijd 29 43 60 74 91 81
human resource management deeltijd 13 15 12 - -
sociaal-juridische dienstverlening voltijd 48 56 92 93 125 111
90 Hogeschool Leiden
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13
sociaal-juridische dienstverlening deeltijd 4 1 - 17 16 -
hbo rechten voltijd 192 195 211 271 351 361
hbo rechten deeltijd 15 29 44 13 18 -
commerciële economie voltijd 110 96 119 130 162 235
communicatie voltijd 53 91 123 134 152 160
management in de zorg deeltijd 7 20 16 15 6 6
management in de zorg duaal - - - 3 13 11
ad management in de zorg deeltijd 38 55 38 22 11 19
ad management in de zorg duaal - - - 41 29 15
biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd 118 149 175 181 197 237
chemie voltijd 61 86 94 92 101 100
informatica voltijd 55 82 120 148 163 190
Informatica duaal - 13 7 14 1 -
bio-informatica voltijd 27 30 47 42 21 40
verpleegkundige voltijd 132 109 119 168 198 258
verpleegkundige deeltijd 59 36 31 34 31 1
verpleegkundige duaal 38 53 32 26 1 -
advanced nursing practice duaal 25 24 24 32 31 39
fysiotherapeut voltijd 173 173 163 173 187 172
kunstzinnige therapie voltijd 78 109 94 106 108 74
kunstzinnige therapie deeltijd 81 64 95 25 21 -
toegepaste psychologie voltijd 247 246 202 248 273 239
toegepaste psychologie deeltijd - - 46 42 31 20
culturele en maatschappelijke vorming voltijd 30 40 32 32 - -
maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd 91 81 70 145 159 140
maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd 19 18 16 12 17 2
sociaal pedagogische hulpverlening voltijd 139 138 153 167 198 216
sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd 44 42 55 48 23 3
HL totaal 2488 2600 2857 3126 3462 3415
Jaarlijkse groei 6,19% 4,50% 9,88% 9,41% 10,75% -1,38%
Jaarverslag 2012 91
Gemiddelde studieduur studiestakers (in jaren)
Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren: gemiddelde studieduur studiestakers in jaren, berekend o.b.v. het aantal
maanden per inschrijvingsjaar, ongeacht de bekostigingsstatus.
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12
leraar basisonderwijs voltijd * 1,17 1,41 1,33 1,42 1,17
leraar basisonderwijs deeltijd * 1,08 1 1,17 1,25 1,42
Academische pabo - - 0,83 0,91 1,08
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd - - - 0,5 3
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd 1.25 -
leraar vo 2e graad verzorging voltijd - 0,75 0,58 1 1
leraar vo 2e graad verzorging deeltijd 0,75 1,93 1,92 2,08 0,42
AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd - - - - 1
AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 1 0.42 0,17
leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd 0,33 ,050 0,67 0,67 0,58
leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 0,83 0,75 0,92 1,58 0,67
leraar vo 2e graad omgangskunde duaal - 0,58 - - -
human resource management voltijd 1,25 1,25 1,08 1,17 1.08
human resource management deeltijd 0,25 1,91 2 2,75 6.33
sociaal-juridische dienstverlening voltijd 1,95 1,61 1,09 1,67 1,08
sociaal-juridische dienstverlening deeltijd 1,54 1,97 - 1,33 1,33
hbo-rechten voltijd 1,08 1,33 1,67 1,25 1.42
hbo-rechten deeltijd 1,08 1,08 1,25 1,58 2
commerciële economie voltijd 1,08 1,58 1,08 1,17 1
communicatie voltijd 1 1,08 1,08 1,17 1,33
management in de zorg deeltijd 2,25 1,08 1,33 2 2.42
management in de zorg duaal 0,58 - - 0,58 1
ad management in de zorg deeltijd 0,75 1,08 1,33 1,25 0,92
ad management in de zorg duaal - - - 0,83 1.42
biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd 1,33 1,33 1,25 1,25 1,42
chemie voltijd 1,58 1,58 1,67 1,67 1,58
informatica voltijd 1,41 1,25 0,92 1,41 1,54
informatica duaal - 0,83 0,58 0,58 2,25
bio-informatica voltijd 1,5 1,25 1,5 0,92 2,42
verpleegkundige voltijd 1,33 1,5 1,67 1,58 1,25
verpleegkundige deeltijd 1,25 1,33 1,75 1,92 2,17
verpleegkundige duaal 1,75 1,67 1,75 1,75 2,75
advanced nursing practice duaal 1,92 1,92 2,08 2,17 0,83
fysiotherapeut voltijd 1,17 1,08 1 1,08 0,92
kunstzinnige therapie voltijd 1,33 1,25 1,08 1,25 1,17
92 Hogeschool Leiden
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12
kunstzinnige therapie deeltijd 1,08 1,67 1,33 1,25 2,08
Toegepaste psychologie voltijd 0,92 1,67 1,67 1,33 1,5
Toegepaste psychologie deeltijd - 0,58 0,75 1,25 1,08
culturele en maatschappelijke vorming voltijd 1,17 1,25 1,25 0,83 3
maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd 1 1,08 1,17 1,17 1
maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd 0,75 0,83 1,25 0,75 1,58
sociaal pedagogische hulpverlening voltijd 1,08 1,41 1,41 1,08 1,67
sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd 1,33 1,41 1,67 1,92 2,58
HL totaal 1,18 1,25 1,29 1,35 1,26
Jaarverslag 2012 93
Gemiddelde studieduur geslaagden (in jaren) – 71
Gemiddelde studieduur geslaagden in jaren: gemiddelde studieduur van gediplomeerden in jaren, berekend o.b.v. het
aantal maanden per inschrijvingsjaar, ongeacht de bekostigingsstatus.
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12
leraar basisonderwijs voltijd * 3,83 4,08 4,17 4,17 4,25
leraar basisonderwijs deeltijd * 2,50 2,83 2,67 2,67 2,58
Academische pabo - - - - -
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd - - - - -
Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd - - 0,5 - 2,5
leraar vo 2e graad verzorging voltijd - - 2,33 1,33 1
leraar vo 2e graad verzorging deeltijd 2,08 2,58 2,25 2,75 2,75
AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd - - - - 1
AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 2 2,25
leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd 2.58 1,08 1,42 1,5
leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd 1,42 1,67 1,67 2,5 2,42
leraar vo 2e graad omgangskunde duaal - - - - -
human resource management voltijd 3,91 3,91 4,08 4,75 4,1
human resource management deeltijd 3 3,33 3,33 3,25 3.17
sociaal-juridische dienstverlening voltijd 3,25 3,58 4,08 4,08 4,08
sociaal-juridische dienstverlening deeltijd - 4,08 4 - -
hbo rechten voltijd 3,92 4 4,17 4,41 4,83
hbo rechten deeltijd - 3,33 3,33 4,08 4,33
commerciele economie voltijd 3,58 4,25 4,33 4,17 4,5
communicatie voltijd 3,83 4,33 4,58 4,41 4,33
management in de zorg deeltijd 3 3 2,17 2 2,08
management in de zorg duaal - - - - 2
ad management in de zorg deeltijd 1,33 1,42 1,33 1,58 1,5
ad management in de zorg duaal - - - - 1,58
biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd 3,5 3,67 3,83 3,83 3,92
chemie voltijd 3,5 4,17 4,17 4,17 4,25
informatica voltijd 3,58 3,83 4,33 4,33 4,33
informatica duaal - - - - -
bio-informatica voltijd 4 4,5 4 4,33 4,83
verpleegkundige voltijd 4 4,08 4,33 4,33 4,08
verpleegkundige deeltijd 3,25 3,58 3,42 3,75 4
verpleegkundige duaal 4 3,91 4,08 4,08 4,08
advanced nursing practice duaal 2 2,08 2 2.17 2,17
fysiotherapeut voltijd 4 4,33 4,42 4,42 4,33
94 Hogeschool Leiden
Jaar 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12
kunstzinnige therapie voltijd 2,3 2,5 4,08 4,5 4,67
kunstzinnige therapie deeltijd 1,41 2,5 4,08 4,5 4,5
Toegepaste psychologie voltijd 4,17 4,5
Toegepaste psychologie deeltijd
culturele en maatschappelijke vorming voltijd 3,92 3,92 3,75 4,17 4,25
maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd 3,38 3,75 3,75 4 4,25
maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd - 3,83 3,58 3,83 4
sociaal pedagogische hulpverlening voltijd 3,75 3,83 4 4,17 4,08
sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd 3,33 3,5 3,67 3,41 3,42
HL totaal 3,21 3,53 3,6 3,72 3,33
*= Dit cijfer bevat zowel de locatie Leiden als Rotterdam
Jaarverslag 2012 95
JaarreKeNINgDeel II
96 Hogeschool Leiden
Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
(bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
1 Activa
Vaste Activa 1.1 Immateriële vaste activa 150 304 1.2 Materiële vaste activa 59,898 62,231 Totaal vaste activa 60,048 62,535
Vorderingen en vlottende activa 1.5 Vorderingen 1,631 2,664 1.7 Liquide middelen 10,293 11,662 Totaal vorderingen en vlottende activa 11,924 14,326
Totaal Activa 71,972 76,861
2 Passiva
2.1 Eigen vermogen 32,329 32,824
2.2 Voorzieningen 942 968
2.3 Langlopende schulden 19,760 24,802
2.4 Kortlopende schulden 18,941 18,267
Totaal Passiva 71,972 76,861
Jaarverslag 2012 97
Staat van baten en lasten over 2012 en de vergelijkende cijfers 2011(bedragen x € 1.000)
2012Begroting
20122011
3 Baten
3.1 Rijksbijdragen OC&W 47,222 45,828 43,864
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 648 675 2,269
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 14,108 14,084 12,619
3.4 Baten werk in opdracht van derden 4,086 3,519 4,625
3.5 Overige baten 1,004 432 1,053
Totaal baten 67,068 64.538 64,430
4 Lasten
4.1 Personeelslasten 51,113 49,159 47,856
4.2 Afschrijvingen 3,683 4,080 4,154
4.3 Huisvestingslasten 2,958 2,748 2,697
4.4 Overige lasten 8,565 9,674 9,722
Totaal lasten 66,319 65,661 64,429
Saldo baten en lasten 749 -1,123 1
5 Financiële baten en lasten -1,243 -1,277 -1,272
Totaal resultaat -494 -2,400 -1,271
98 Hogeschool Leiden
Kasstroomoverzicht over 2012 en vergelijkende cijfers 2011 (bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo Baten en Lasten 749 1
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen en waardeveranderingen 3,683 4,154
Mutaties voorzieningen -26 -214
Veranderingen in werkkapitaal:
Mutatie operationele vorderingen 1,034 -446
Mutatie operationele schulden 674 2,511
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 6,114 6,006
Ontvangen interest 209 179
Betaalde interest -1,452 -1,450
-1,243 -1,271
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 4,871 4,735
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiele vaste activa -1,199 -1,678
Desinvesteringen in materiele vaste activa 0 0
Investeringen in immateriële vaste activa 0 0
Desinvesteringen in immateriële vaste activa 0 0
Investeringen in deelnemingen 0 0
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1,199 -1,678
Kasstroom uit financeringsactiviteiten
Ontvangsten uit langlopende schulden 0 0
Aflossing langlopende schulden -5,041 -1,436
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -5,041 -1,436
Mutatie geldmiddelen -1,369 1,621
Jaarverslag 2012 99
Toelichting op de jaarrekening 2012Algemeen
Activiteiten
Stichting Hogeschool Leiden is statutair gevestigd te Leiden, Zernikedreef 11 en kent geen winstoogmerk. Onder
de stichting vallen geen andere entiteiten. De voornaamste activiteiten van de Stichting is het aanbieden van hoger
beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), praktijkgericht
onderzoek en post-hbo onderwijs.
Stelselwijziging
Met ingang van verslagjaar 2012 heeft de Stichting een zogenaamde stelselwijziging doorgevoerd met betrekking tot de
ontvangen subsidie voor stagevergoedingen van het ministerie van VWS voor de masteropleiding ANP. De belangrijkste
reden hiervoor was om in de jaarrekening de transparantie te vergroten en hiermee beter inzicht te geven in resultaat en
vermogenspositie. In voorgaande jaren werd de ontvangen subsidie in de staat van baten en lasten verantwoord, terwijl
de hogeschool alleen een ‘doorgeefluik’ functie vervuld en geen resultaatverantwoordelijkheid draagt. In 2011 is €1,2mln.
verantwoord als bate en als lasten. Vanaf 2012 wordt de vooruitontvangen ontvangen subsidie alleen verantwoord onder de
overlopende passiva en bedraagt €163,500. Deze stelselwijziging heeft geen effect op vermogen en resultaat.
Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening
Toegepaste standaarden
De jaarrekening over 2011 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en
overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek. Tevens is de richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector
presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd.
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten.
Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva
gewaardeerd volgens nominale waarde.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor
zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde
van het verslagjaar, worden in acht genomen indien voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Rapporteringsvaluta
De bedragen in de tabellen worden gepresenteerd in duizenden euro’s. Als gevolg van afrondingen zijn in sommige
gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten de betrouwbaarheid van de jaarrekening niet aan en zijn geen
belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële
derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende
instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde.
100 Hogeschool Leiden
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.
De Stichting past kostprijs hedgeaccounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedgerelatie.
Renteposities uit hoofde van variabel rentende leningen worden afgedekt met een rente-instrument, zoals een renteswap,
waarbij een hedge wordt nagestreefd waarin de kritische kenmerken van het derivaat en dat van het onderliggende hedged
item zoveel als mogelijk aan elkaar gelijk zijn. De Stichting documenteert de wijze waarop de hedgerelaties passen in de
doelstellingen van het risicobeheer, de hedgestrategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge.
Derivaten worden bij eerste opname in de balans tegen reële waarde gewaardeerd. Voor de vervolgwaardering geldt dat
derivaten in beginsel tegen kostprijs worden gewaardeerd, waarbij een afboeking wordt gedaan indien er sprake is van een
reële waarde beneden de kostprijs. De Stichting past zoveel als mogelijk kostprijshedge accounting toe, zodat een eventueel
lagere reële waarde niet in de balans en winst-en-verliesrekening tot uiting hoeft te worden gebracht. Bij het toepassen van
kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling
van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent het volgende:
■ indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs
gewaardeerd;
■ zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-instrument niet
geherwaardeerd.
Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting wordt tegen kostprijs
gewaardeerd en het ineffectieve wordt tegen reële waarde gewaardeerd indien er sprake is van een reële waarde beneden
de kostprijs. De waardeveranderingen van de reële waarde van het ineffectieve deel worden direct in de staat van baten en
lasten verwerkt tot maximaal het bedrag van de kostprijs.
Schattingen
Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur zich over
verschillende zaken een oordeel en maakt zij schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen
bedragen. Indien het voor het geven van het in art 2:362 lid 1 vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze
oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende
jaarrekeningposten.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Immateriële vaste activa
Voor een goede matching tussen de baten en de lasten worden de volgende immateriële vaste activa gewaardeerd:
software: ontwikkelingskosten en aanschaf software.
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve
afschrijvingen en indien van toepassing bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast
percentage van de bestede kosten. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk
boekjaar opnieuw beoordeeld. Indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, wordt de realiseerbare
waarde van het actief vastgesteld door middel van een impairment test.
Jaarverslag 2012 101
Ontwikkelingskosten software
De afschrijvingstermijn voor software is drie jaar.
Intern gegenereerde immateriële vaste activa wordt niet aangemerkt als een investering.
Materiële vaste activa
De materiele vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en
indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte
economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage de verkrijgingsprijs, rekening houdend
met een eventuele residuwaarde. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk
boekjaar opnieuw beoordeeld. Indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, wordt de realiseerbare
waarde van het actief vastgesteld door middel van een impairment test.
Grond
Op aangekocht grond wordt niet afgeschreven, tenzij er sprake is van erfpacht. Voor grond in erfpacht is de
afschrijvingsduur 50 jaar. Het recht op vruchtgebruik is eeuwigdurend, maar wordt voor een periode van 50 jaar betaald,
waarna de hoogte opnieuw zal worden vastgesteld.
Gebouwen
Voor investeringen in gebouwen vanaf 2000 wordt een volgende onderverdeling gemaakt in afschrijvingstermijnen
conform de componentenbenadering:
Gebouwen Afschrijvings-termijn
Eenheid
Casco 60 jaar, rekening houdend met een restwaarde van 20%
Afbouw 30 jaar
Inbouwpakket 15 jaar
Technische Installaties 15 jaar
Terreinvoorzieningen 30 jaar
Verbouwingen 15 jaar
Vruchtgebruik TOplab
De hogeschool heeft het eeuwigdurend vruchtgebruik van laboratoriumruimte van TOplab onderdeel van BioPartner dat
gevestigd in het BioScience park in Leiden. De afschrijvingstermijn is 10 jaar.
Inventaris en Apparatuur
De aankoop van inventaris in gebouwen die niet aard- en nagelvast zijn, worden geactiveerd onder inventaris. De
afschrijvingstermijn voor inventaris is 10 jaar. Onder apparatuur zijn ICT-investeringen, audiovisuele middelen en andere
technische gebruiksapparatuur in het onderwijs opgenomen. De afschrijvingstermijn is drie tot vijf jaar lineair.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de
geamortiseerde kostprijs Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering
gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van vorderingen.
102 Hogeschool Leiden
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf
maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder
kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen
naar publieke en private middelen.
Voorziening
Voorzieningen worden getroffen ter zake van verplichtingen, waarvan de omvang onzeker is, doch waarvan de grootte
redelijkerwijs is in te schatten en een uitstroom van gelden wordt verwacht. Tenzij anders aangegeven worden de
voorzieningen opgenomen tegen nominale waarde. Voorzieningen worden gevormd voor jubilea-uitkeringen en ter
dekking van het eigen risicodragerschap WW en BWW. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat
van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen.
Langlopende schulden
Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn
toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden
worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde
en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd in de staat van baten en
lasten als interestlast verwerkt.
Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van
het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen.
Kortlopende schulden
Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend.
Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Overlopende passiva
De overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog
te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Rijksbijdragen
Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking
heeft.
Overige overheidsbijdragen en- subsidies
Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar, waarin de gesubsidieerde kosten zijn
gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden
verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst kan worden aangetoond.
Jaarverslag 2012 103
Overige baten
Overige baten bestaan uit verhuur, detachering personeel en overige baten.
Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa
Immateriële en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven over de verwachte
toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan
worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.
Pensioenen
Stichting Hogeschool Leiden heeft een pensioenregeling welke is ondergebracht bij het ABP. De pensioenregeling
kwalificeert zich als een toegezegde pensioenregeling en is in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling.
Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. In geval van een tekort bij
het bedrijfstakpensioenfonds heeft de Stichting geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan
toekomstige hogere premies.
Belastingen
De Stichting hanteert het standpunt dat zij niet vennootschapsbelastingplichtig is.
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de
betreffende activa en passiva.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan
uit de liquide middelen. Ontvangen interest en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele
activiteiten.
104 Hogeschool Leiden
Toel
atin
g op
de
onde
rsch
eide
n po
sten
van
de
bala
ns
Vast
e ac
tiva
(bed
rage
n x
€ 1
.000
)
Aan
scha
f-pr
ijsA
fsch
rijv
inge
n cu
mul
atie
fBo
ekw
aard
eIn
vest
e-ri
ngen
Des
inve
-st
erin
gen
Af-
schr
ijvin
gen
Aan
scha
f-pr
ijsA
fsch
rijv
inge
n cu
mul
atie
fBo
ekw
aard
e
1/
1/20
121/
1/20
121/
1/20
1220
1212
/31/
2012
2012
12/3
1/20
1212
/31/
2012
12/3
1/20
12
1.1
Imm
ater
iële
vas
te
acti
va
1.1.
1O
nwik
kelin
gsko
sten
So
ftw
are:
O
siris
Insc
hrijf
124
-41
830
0-4
10
-82
42
D
igifu
n 33
8-1
1722
10
0-1
130
-230
108
To
taal
imm
ater
iele
va
ste
acti
va46
2-1
5830
40
0-1
540
-312
150
Aan
scha
f-pr
ijsA
fsch
rijv
inge
n cu
mul
atie
fBo
ekw
aard
eIn
vest
e-ri
ngen
Des
inve
-st
erin
gen
Af-
schr
ijvin
gen
Aan
scha
f-pr
ijsA
fsch
rijv
inge
n cu
mul
atie
fBo
ekw
aard
e
1/
1/20
121/
1/20
121/
1/20
1220
1212
/31/
2012
2012
12/3
1/20
1212
/31/
2012
12/3
1/20
12
1.2
Mat
erie
le v
aste
act
iva
1.2.
1G
ebou
wen
en
terr
eine
n73
,900
-16,
235
57,6
6542
80
-2,2
2274
,328
-18,
457
55,8
71
1.2.
2In
vent
aris
en
appa
ratu
ur7,
182
-2,6
194,
563
771
0-1
,307
7,95
3-3
,926
4,02
7
To
taal
mat
erie
le
vast
e ac
tiva
81,0
82-1
8,85
462
,228
1,19
90
-3,5
2982
,281
-22,
383
59,8
98
Jaarverslag 2012 105
Immateriële vaste activa
Ultimo 2012 bedraagt de boekwaarde van de immateriële vaste activa €150.000. Investeringen in immateriële vaste activa
hebben in 2012 niet plaatsgevonden.
Materiële vaste activa
Investeringen in materiele vaste activa bedragen €1,2mln, waarvan € 190.000 betrekking heeft op een project om de
technische installaties binnen het hogeschool gebouw te verbeteren. Daarnaast is €358.000 geïnvesteerd in tijdelijke
uitbreiding huisvesting. De afschrijvingsduur van deze investering is gelijkgesteld aan het huurcontract.
Voor toekomstige kosten van groot onderhoud aan gebouwen is geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. De
kosten worden rechtstreeks in het resultaat verantwoord.
Er zijn geen contractuele investeringsverplichtingen.
Op het hogeschoolgebouw aan de Zernikedreef 11 zijn zekerheden verstrekt aan ING. Er zijn geen beperkingen op het
eigendom van de materiële vaste activa.
106 Hogeschool Leiden
Vorderingen en overlopende activa(bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
1.5 Vorderingen
1.5.1 Debiteuren 126 736
1.5.5 Studenten/cursisten 988 1,297
1.5.6 Overige overheden 71 102
Personeel 108 105
Overig 209 144
1.5.7 Overige vorderingen 317 249
Vooruitbetaalde kosten 390 430
1.5.8 Overlopende activa 390 430
1.5.9 Af: Voorziening wegens oninbaarheid 261 150
Totaal vorderingen en overlopende activa 1,631 2,664
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
Voorziening wegens oninbaarheid 12/31/2012 12/31/2011
Stand per 1-1 150 179
Ontrekking 27 32
Dotatie 138 3
Totaal voorziening wegens oninbaarheid 261 150
Vorderingen en overlopende activa
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vordering benadert de
boekwaarde ervan, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid
zijn gevormd.
Het saldo vorderingen is ten opzichte van 2011 gedaald met €1,0 mln. In 2011 was de post debiteuren hoog door de
definitieve verrekening van bekostigde graden met de Haagse Hogeschool (€0,5 mln.). Deze verrekening vindt in 2012 niet
meer plaats.
Een uitgebreide analyse van de openstaande vorderingen heeft plaatsgevonden, waardoor de voorziening wegens
oninbaarheid is toegenomen met €111.000.
Jaarverslag 2012 107
Liquide middelen(bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
1.7 Liquide middelen
1.7.1 Kasmiddelen 2 4
1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekening 10,291 11,658
Totaal liquide middelen 10,293 11,662
Liquide middelen
Het saldo liquide middelen is met € 1,4mln. gedaald ten opzichte van 2011. Vervroegde aflossing van twee ING leningen
heeft plaatsgevonden (€4,3mln). Doordat de investeringen lager zijn dan de afschrijvingen, is de verwachte daling van
liquide middelen vanwege vervroegde aflossing grotendeels gecompenseerd.
Alle liquide middelen staan direct ter beschikking van de Stichting.
Eigen vermogen(bedragen x € 1.000)
Stand per 1-1-2012 Resultaat Overige
mutatiesStand per
31-12-2012
2.1 Eigen vermogen
2.1.1 Algemene reserve 31,478 -467 0 31,011
2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat) 1,041 127 0 1,168
2.1.7 Andere wettelijke reserves 304 -154 0 150
Totaal eigen vermogen 32,823 -494 0 32,329
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen daalt ten opzichte van vorig jaar met het behaalde jaarresultaat: - €494.000.
Het eigen vermogen van Hogeschool Leiden kent zowel een financierings- als een weerstandsfunctie.
Het resultaat over de tweede- en derde geldstroom
€ 127.000, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve (privaat). Naast de jaarlijkse toevoeging of onttrekking aan de
reserve op basis van het behaalde operationele resultaat, zullen eventuele toekomstige investeringen in tweede en derde
geldstroom activiteiten gefinancierd worden vanuit deze bestemmingsreserve.
De overige wettelijke reserve heeft betrekking op de balanspositie van de immateriële vaste activa. De afname is gelijk aan
de afschrijvingslast van immateriële vaste activa.
108 Hogeschool Leiden
Voorzieningen
(bedragen x € 1.000)
Stand per 1-1-2012 Dotaties Onttrek-
kingen Vrijval Stand per 31-12-2012
Kortlopend deel < 1 jaar
Langlopend deel > 1 jaar
2.2 Voorzieningen
Jubilea 214 32 49 0 197 47 167
WW en BWW 754 418 427 0 745 373 381
2.2.1 Personeelsvoorzieningen 968 450 476 0 942 420 548
Totaal voorzieningen 968 450 476 0 942 0 0
Voorzieningen
Volgens de CAO voorwaarden kent de werkgever de werknemer, bij het bereiken van een 25-jarig, een 40-jarig en 50-jarig
ambtsjubileum, een gratificatie toe van respectievelijk 50%, 100% en 100% van zijn inkomen per maand. De voorziening
jubilea wordt opgenomen voor de verwachte uit te betalen jubilea vergoeding voor de komende vijf jaar. De voorziening
Jubilea is opgenomen tegen contante waarde, gewaardeerd tegen 0,616% ( 1- jaar Euribor). Vanwege de beperkte omvang
van de oprenting, is deze niet afzonderlijk toegevoegd. Vanaf 2013 wordt de voorziening Jubilea tegen contante waarde
gewaardeerd op basis van de 10 jaar marktrente van staatsleningen.
De voorziening WW en BWW is ter dekking van het eigen risicodragerschap WW en BWW. Daarbij wordt, conform
jaarrekening 2011, uitgegaan van de maximale WW en BWW verplichting voor de komende drie jaar (tot en met 2015). Dit
vanwege het beleid van de hogeschool als goed werkgever, om betrokken medewerkers actief te begeleiden en daarmee de
instroom in- en de duur van de WW en BWW regelingen te beperken.
Langlopende schulden
(bedragen x € 1.000)
Stand per 1-1-2012
Aangegane leningen Aflossingen
Stand per 31-12-2012
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar Rentevoet
2.3 Langlopende schulden
2.3.3 Kredietinstellingen
Annuiteitenlening ING 2,714 0 -2,714 0 0 0 4.90
Rentevast lening ING 2,238 0 -2,238 0 0 0 4.85
Rekening Courant Faciliteit 21,280 0 -760 20,520 19,760 16,720
3-maands Euribor
+0,125%
Af: Aflossingsverplichting 2011/2012 -1,431 -760
Totaal langlopende schulden 24,801 0 -5,712 19,760 19,760 16,720
Jaarverslag 2012 109
Langlopende schulden
Rentevastlening en Annuïteitenlening ING
Aflossing van de rentevastlening en annuiteintelening ING heeft 20 december 2012 plaatsgevonden. De borgstelling door
Stichting Waarborgfonds HBO voor €8mln. ten gunste van de ING is hiermee komen te vervallen.
Voor bovenstaande leningen heeft Hogeschool Leiden zekerheid verstrekt aan Stichting Waarborgfonds HBO in de vorm
van een eerste recht van hypotheek op het pand aan de Zernikedreef te Leiden. Ingevolge de standaardovereenkomst
van borgtocht artikel 7, heeft Stichting Hogeschool Leiden zich verbonden niet zonder schriftelijke toestemming van de
Stichting Waarborgfonds HBO, de aan de hogeschool toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te
bezwaren. Deze zal in 2013 door aflossing van de leningen komen te vervallen, nadat uitschrijving geformaliseerd is.
Kredietfaciliteit
In 2008 heeft de Stichting Hogeschool Leiden, op basis van een offerteronde voor het aantrekken van een langlopende
vastrentende financiering, een rekening-courant faciliteit afgesloten ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw.
Op 1 april 2009 was de kredietlimiet op het maximum van € 22,8M en volledig door de Stichting Hogeschool Leiden
volgetrokken. De kredietlimiet op de rekeningcourant faciliteit wordt vanaf 1 januari 2010 ieder kwartaal met € 190.000
verlaagd onder een gelijktijdige aflossing van het hierop getrokken krediet. De kredietlimiet loopt in 30 jaar lineair af naar
nul. De overeenkomst kent tevens een bepaling dat de rekeningcourant faciliteit voor onbepaalde tijd is en door beide
partijen dagelijks opzegbaar. Op basis van het feitencomplex rondom het aantrekken van de faciliteit en de economische
realiteit is de kredietfaciliteit te classificeren als een langlopende schuld.
De rekening-courant faciliteit kent een 3-maands Euribor tarief, een kredietopslagpercentage van 0,125% en een actueel
liquiditeitsopslag percentage van 0,6%. Een 2e recht van hypotheek op het pand aan de Zernikedreef te Leiden ter grootte
van € 22,8M is verstrekt aan de ING.
Hogeschool Leiden heeft een renteswap afgesloten ter afdekking van het renterisico dat voortvloeit uit de afgesproken
vergoeding van het 3-maands Euribor tarief op de getrokken lening onder de kredietfaciliteit. De renteswap is, net als de
kredietfaciliteit afgesloten met ING. De hoofdsom van de renteswap kent een gelijk verloopschema als het afgesproken
verloopschema van de kredietlimiet op de rekeningcourant kredietfaciliteit met dien verstande dat de SWAP afloopt op 1
oktober 2038 met een laatste hoofdsom op dat moment van € 950.000. De ING vergoedt Hogeschool Leiden het 3-maands
Euribor tarief over de hoofdsom. Hogeschool Leiden vergoedt aan de ING een rente van 4,875% over de hoofdsom.
Hogeschool Leiden verwerkt de SWAP op basis van kostprijs hedgeaccounting.
Hogeschool leiden heeft met de ING een allowance faciliteit voor OTC-derivaten afgesloten Deze allowance faciliteit heeft
een maximum van € 7,5M en wordt gebruikt voor het voldoen van de margin verplichting op de renteswap. Ten behoeve
van de allowance faciliteit is een derde recht van hypotheek gevestigd op het pand aan de Zernikedreef ten gunste van
de ING. Indien de marginverplichting het maximum van de allowance faciliteit overschrijdt, dient Hogeschool Leiden
aanvullende zekerheden te verstrekken aan de ING. De marktwaarde van de SWAP bedraagt ultimo 2012 -€7,7mln (2011:-
€6,2mln). ING heeft niet gevraagd om aanvullende zekerheden.
In 2013 is overeenstemming bereikt met de ING over aflossing van de financiering bij ING, onder opname van een lening
bij de Schatkist met gelijke modaliteiten. De swap ter afdekking van het renterisico, zal blijven doorlopen bij ING. De hedge
relatie wordt niet doorbroken, de grondslag voor de waardering (kostprijs accounting) wordt gecontinueerd.
110 Hogeschool Leiden
Kortlopende schulden en overlopende passiva
(bedragen x € 1.000)
12/31/2012 12/31/2011
2.4 Kortlopende schulden
2.4.1 Kredietinstellingen 760 1,431
2.4.3 Crediteuren 2,846 2,563
Loonheffing 1,585 1,553
Omzetbelasting -16 -14
Premies sociale verzekering 434 361
2.4.7 Belasting en premies sociale verzekeringen 2,003 1,900
2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 742 694
2.4.9 Overige kortlopende schulden 1,677 1,282
Vakantiedagen 1,364 1,329
Verplichting vakantiedagen 411 468
Vooruitontvangen collegegeld 5,497 4,772
Vooruitontvangen cursusgeld 550 722
Vooruitontvangen subsidies OCW/EL&I geoormerkt 0 46
Vooruitontvangen subsidies SIA 207 833
Vooruitontvangen subsidies 2,731 1,873
Borgsommen 39 36
Rente 114 318
2.4.10 Overlopende passiva 10,913 10,397
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 18,941 18,267
Kortlopende schulden en overlopende passiva
De kortlopende schulden en overlopende passiva zijn licht toegenomen met €0,7mln.
De toename van vooruitontvangen collegegelden van €0,7mln. is een gevolg van een stijging van het aantal studenten voor
studiejaar 2012-203, toename van het collegegeld tarief conform wettelijke bepalingen en vanaf studiejaar 2012-2013 wordt
er geen onderscheid meer gemaakt tussen het voltijd en deeltijd tarief.
Jaarverslag 2012 111
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingenOCW
Stichting Hogeschool Leiden heeft een vordering op het Ministerie van OCW van € 426.762 inzake een niet ontvangen
subsidie betreffende de afdracht loonheffing en premies sociale lasten tot december 1986. Deze vordering is niet
opgenomen in de jaarrekening, omdat deze pas inbaar is bij liquidatie. Daarnaast heeft Hogeschool Leiden bij liquidatie de
verplichting om € 505.675 liquiditeitsbijdrage uit 1988 bij liquidatie terug te betalen aan het Ministerie van OCW, welke ook
niet is opgenomen in de jaarrekening.
Waarborgfonds
Door de vereniging van hogescholen is op 28 april 2011 besloten om de verplichte aansluiting door hogescholen bij het
Waarborgfonds met ingang van 1 januari 2013 te beëindigen. Zodra het Waarborgfonds voor geen enkele lening meer
borg staat, zal het fonds worden geliquideerd. Daarna wordt overgegaan tot uitkering van het depot, hetgeen leidt tot
aanvullende baten. Deze aanvullende baten bedragen € 0,7mln.
Hogeschool Leiden heeft een bankgarantie afgegeven aan Stichting Waarborgfonds HBO ten bedrage van € 283.000. Deze
zal vrijvallen bij opheffing van het Waarborgfonds.
Leasing
Stichting Hogeschool Leiden heeft drie operational leasecontracten voor personenauto’s afgesloten. De financiële jaarlijkse
verplichting, exclusief brandstof, bedraagt € 37.000. Er zijn geen leaseverplichtingen met een looptijd langer vier jaar.
Operationele verplichtingen
De hogeschool heeft met een aantal leveranciers raamovereenkomsten en licentieovereenkomsten afgesloten. De financiële
verplichting die dit met zich meebrengt voor 2013 bedraagt ongeveer € 1,1mln.
112 Hogeschool Leiden
Mod
el G
- G
1 Ve
rant
woo
rdin
g va
n su
bsid
ies
zond
er v
erre
keni
ngsc
laus
ule
Toew
ijzin
g Ke
nmer
kTo
ewijz
ing
Dat
umBe
drag
van
de
toew
ijzin
gO
ntva
ngen
t/m
201
2 D
e pr
esta
tie is
ulti
mo
vers
lagj
aar c
onfo
rm d
e su
bsid
iebe
schi
kkin
g
Om
schr
ijvin
gge
heel
uitg
evoe
rd
en a
fger
ond
nog
niet
geh
eel
afge
rond
To
taal
Mod
el G
2 - A
Aflo
pend
per
ult
imo
vers
lagj
aar
Toew
ijzin
g Ke
nmer
kTo
ewijz
ing
Dat
umBe
drag
van
de
toew
ijzin
gO
ntva
ngen
t/m
20
12To
tale
kos
ten
31-1
2-20
12Te
r ver
reke
nen
ultim
o ve
rsla
gjaa
r
Om
schr
ijvin
g
Kra
chtig
M
eest
ersc
hap
ON
D/O
DB-
09/8
5500
M9/
1/20
0939
039
041
0 0
To
taal
Mod
el G
2 - B
Doo
rlop
end
tot i
n ee
n vo
lgen
d ve
rsla
gjaa
r
Toew
ijzin
g Ke
nmer
kTo
ewijz
ing
Dat
umBe
drag
van
de
toew
ijzin
gSa
ldo
01-0
1-20
12O
ntva
ngen
t/m
20
12La
sten
in 2
012
Tota
le k
oste
n 31
-12-
2012
Sald
o no
g te
be
sted
en
Om
schr
ijvin
g
To
taal
Jaarverslag 2012 113
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lastenBaten
De totale baten zijn € 2,6mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De toename van de Rijksbijdrage, overige
overheidsbijdragen en collegegelden bedraagt € 3,2mln. Deze toename te verklaren door de stijging van het aantal
studenten in zowel studiejaar 2011-2012 (8,7%) als studiejaar 2012-2013 (3,6%). De totale baten per bekostigde student zijn
conform verwachting licht gedaald.
De rubriek overige overheidsbijdrage en- subsidies zijn met € 1,6mln. gedaald ten opzichte van 2011. Vanwege een
stelselwijziging met betrekking tot de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS. Het betreft een subsidie van
€ 1,3mln. waarvan Hogeschool Leiden een doorgeefluik functie vervult.
De baten zijn € 2,5mln. hoger dan begroot. De baten in opdracht van derden, subsidies en overige baten zijn te laag
ingeschat. De normatieve Rijksbijdrage en collegegelden zijn € 0,5mln. hoger dan begroot.
Overheidsbijdragen
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
3.1 Overheidsbijdragen 2012
3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EL&I 46.321 45.828 43.539
Geoormerkte Subsidies OCW/EL&I 46 107
Niet-geoormerkte Subsidies OCW/EL&I 855 218
3.1.2 Overige subsidies OCW/EL&I 901 325
Totaal overheidsbijdragen 47.222 45.828 43.864
Overige overheidsbijdragen en -subsidies(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2012
Subsidie VWS ANP Masters 0 1.155
Bijdrage Haagse Hogeschool 0 473
Bijdrage ROC Leiden 648 641
3.2.2 Overige overheidsbijdragen 648 2.269
Totaal overheidsbijdragen en -subsidies 648 675 2.269
De bijdrage van ROC Leiden heeft betrekking op een samenwerkingsverband. Het middelbaar laboratoriumonderwijs maakt
onder andere gebruik van de laboratoria van Hogeschool Leiden.
114 Hogeschool Leiden
College-, cursus-, les- en examengelden
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 2012
3.3.3 Collegegelden 14.108 14.084 12.619
Totaal college-, cursus-, les- en examengelden 14.108 14.084 12.619
Jaarverslag 2012 115
Baten werk in opdracht van derden
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
3.4 Baten werk in opdracht van derden 2012
3.4.1 Contractonderwijs 2.148 2.421
Overige non-profit organisaties 1.676 2.008
3.4.2 Contractonderzoek 1.676 2.008
3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden 262 196
Totaal baten werk in opdracht van derden 4.086 3.519 4.625
Ontvangen baten gerelateerd aan contractonderzoek hebben betrekking op verschillende subsidies, waarvan een groot
deel gerelateerd is aan internationale projecten.
Overige baten
(bedragen x € 1.000) 31-12-12 Begroot 31-12-11
3.5 Overige baten 2012
3.5.1 Verhuur 101 128
3.5.2 Detachering personeel 204 189
3.5.3 Schenkingen 34 8
3.5.4 Sponsoring 0 0
Studentenvoorzieningen 158 169
Studentenbijdragen 173 160
Administratiekosten collegegelden 134 135
Provisie leerboeken 38 42
Verkoop roerende goederen 2 55
Overig 160 167
3.5.6 Overige baten 665 728
Totaal overige baten 1.004 432 1.053
116 Hogeschool Leiden
Personeelslasten
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
4.1 Personeelslasten 2012
Brutoloon en salarissen 36.066 34.196
Sociale lasten 1.409 1.351
Pensioenpremies 5.300 4.650
4.1.1 Lonen en salarisen 42.775 43.592 40.197
Dotatie personele voorzieningen 401 409
Uitzendkrachten, declaranten, e.d. 5.831 5.241
Overig 2.514 2.366
4.1.2 Overige personele lasten 8.746 5.067 8.016
4.1.3 Af: uitkeringen 408 500 357
Totaal personeelslasten 51.113 49.159 47.856
Personeelslasten
De personeelslasten zijn ten opzichte van vorig jaar toegenomen met €3,3mln. Daarnaast zijn deze €2,0mln. hoger dan
begroot. Het gemiddeld aantal fte’s bedraagt 624 fte. Er zijn geen medewerkers werkzaam buiten Nederland.
De stijging van de lonen en salarissen met €2,6mln. ten opzichte van 2011 wordt verklaard door toename van het gemiddeld
aantal fte’s met 32 fte en een verhoging van de pensioenpremies.
De hogere lasten van €2,0 mln. ten opzichte van de begroting is met name het gevolg dat de groei van het aantal studenten
nog ten dele is ingevuld met extern personeel. Daarnaast zijn met name ICT vacatures en ICT gerelateerde projecten
ingevuld met tijdelijk personeel. Deze lasten zijn gerapporteerd onder de overige personele lasten. De ICT projecten zijn
begroot binnen de overige lasten, waardoor er een verschuiving ten opzichte van de begroting heeft plaatsgevonden
tussen overige lasten en personeelslasten. De overige lasten zijn €1,1mln. lager dan begroot.
Jaarverslag 2012 117
Afschrijvingen
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
4.2 Afschrijvingen 2012
4.2.1 Immateriële activa 154 188 744
4.2.2 Materiele vaste activa 3.529 3.892 3.410
Totaal afschrijvingen 3.683 4.080 4.154
Afschrijvingen
De afschrijvingen zijn €0,4mln. lager dan begroot en €0,5mln. lager dan vorig jaar.
Ultimo 2011 heeft een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden van €289.000 voor ontwikkelingskosten
opleidingen en een schattingswijziging voor ontwikkelingskosten software met een effect van €152.000. Bij het opstellen
van de begroting 2012 was met bovenstaande effecten geen rekening gehouden.
Daarnaast hebben de meeste investeringen in de tweede helft van 2012 plaatsgevonden, waardoor de aan deze
investeringen gerelateerde afschrijvingslast beperkt is gebleven. Tevens heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen
investeringen en exploitatiekosten.
118 Hogeschool Leiden
Huisvestingslasten
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
4.3 Huisvestingslasten 2012 4.3.1 Huur 96 117
4.3.2 Verzekering 67 72
4.3.3 Onderhoud 1.013 760
4.3.4. Energie en water 532 519
4.3.5 Schoonmaakkosten 694 738
4.3.6 Heffingen 543 462
4.3.8 Overige huisvestingslasten 13 29
Totaal huisvestingslasten 2.958 2.748 2.697
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten zijn ongeveer €0,2mln. hoger dan begroot en vorig jaar.
In 2012 zijn een aantal projecten uitgevoerd, waardoor de onderhoudskosten hoger zijn dan verwacht. Deze waren begroot
als investering. Kosten voor heffingen zijn toegenomen met €81.000 met name vanwege de onroerend zaak belasting.
Overige lasten
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 31-12-11
4.4 Overige lasten 2012
4.4.1 Administratie en beheerslasten 5.915 5.870
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 1.847 1.918
4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 138 4
4.4.4 Overige lasten 665 1.930
Totaal overige lasten 8.565 9.674 9.722
Overige lasten
De overige lasten zijn €1,1mln. lager dan begroot en €1,2mln. lager dan vorig jaar.
1. In 2012 heeft een stelsel wijziging plaatsgevonden met betrekking to de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS
voor stagevergoedingen voor de master ANP. Het betreft een subsidie van circa €1,3mln. waarvan Hogeschool Leiden een
doorgeefluik functie vervult. 2. Vanaf 2012 wordt de vooruit ontvangen subsidie verantwoord onder de overlopende passiva.
Minder uitgaven ten opzichte van de begroting wordt met name verklaard door vrijval van reserveringen gerelateerd aan
de master ANP en Fysiotherapie. Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen de post uitzendkrachten,
declaranten e.d. die verantwoord wordt onder de personeelslasten en de overige lasten.
Binnen de overige lasten zijn de kosten voor minoren verantwoord voor studiejaar 2011-2012. Minoren betrekking
hebbende op studiejaar 2012-2013 zijn niet meegenomen. Deze zijn nog niet afgerond en verrekening met andere
hogescholen vindt plaats na afronding van de minor met voldoende resultaat.
Jaarverslag 2012 119
Accountantshonoraria
Accountantshonoraria
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 12/31/2011
4.4.1 Accountantslasten
4.4.1.1 Honorarium onderzoek jaarrekening 99 57
4.4.1.2 Honorarium andere opdrachten 32 33
4.4.1.3 Honorarium fiscale adviezen 0 1
4.4.1.4 Honorarium overige diensten 11 0
Totaal accountantslasten 142 91
In de accountantslasten over 2012 is een bedrag verantwoord van € 48.610 dat betrekking heeft op de
jaarrekeningcontrole 2011.
Financiële baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
31-12-12 Begroot 2012 31-12-11
5 Financiële baten en lasten
5.1 Rentebaten 209 100 179
5.5 Rentelasten -1.452 -1.377 -1.450
Totaal financiële baten en lasten -1.243 -1.277 -1.272
Financiële baten en lasten
Door een effectiever beheer van liquide middelen zijn de rentebaten hoger dan begroot. De rentelasten zijn hoger dan
begroot (€75.000), doordat de liquiditeitsopslag van de Rekening-Courant Faciliteit is toegenomen.
120 Hogeschool Leiden
Model E- Verbonden partijen
Geen
Jaarverslag 2012 121
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
Geen meldingen in 2012.
122 Hogeschool Leiden
Mod
el H
- Be
zold
igin
g va
n be
stuu
rder
s en
toez
icht
houd
ers
D
uur a
rbei
ds-
over
eenk
omst
/ w
erkz
aam
hede
n
Inga
ngsd
atum
di
enst
verb
and
Taak
omva
ngD
iens
t- b
etre
k-ki
ng (D
) of o
p in
teri
m b
asis
(I)
Peri
odie
k be
taal
-de
bel
onin
gen
/ gr
atifi
cati
e
Bonu
s be
talin
gen
/ gr
atifi
cati
eO
ntva
ngen
pen
-si
oen
bijd
rage
n / b
el. b
etaa
lbaa
r op
term
.
Uit
k. W
egen
s be
eind
igin
g v/
h di
enst
verb
and
Best
uurd
ers
van
tot
fte
D o
f I20
1220
1220
1220
12
E.P.
van
Maa
nen
01-1
0-06
30-0
9-16
01-1
0-06
1D
158.
311
039
.576
0
A.M
.Mur
01-1
1-07
31-1
0-15
01-1
1-07
1D
138.
809
037
.515
0
Tota
al B
estu
urde
rs
297.
120
077
.091
0
Toez
icht
houd
ers
van
tot
ft
eD
of I
2012
2012
2012
2012
S.J.
van
Drie
l11
-02-
0911
-02-
1611
-02-
09D
7.50
0
J.A. B
ruijn
13-0
6-05
13-0
6-13
13-0
6-05
D6.
300
C. L
ange
laar
18-0
4-05
18-0
4-15
18-0
4-05
D5.
300
I. Ru
tger
s-va
n Li
ngen
08-0
9-09
08-0
9-16
08-0
9-09
D5.
300
J.W.M
. Zeg
veld
13-0
6-05
20-0
2-13
13-0
6-05
D5.
300
P.A. T
ette
roo
14-0
4-03
01-0
9-12
14-0
4-03
D4.
725
J.G.J.
M. d
e Zw
aan
13-0
9-12
13-0
9-16
13-0
9-16
D1.
766
F.A.M
. van
den
Heu
vel
13-0
9-12
13-0
9-16
13-0
9-16
D1.
766
Tota
al To
ezic
htho
uder
s37
.957
Ond
er d
e ru
brie
k pe
riodi
eke
beta
linge
n zi
jn n
aast
het
bel
astb
aar l
oon
de s
ocia
le w
erkg
ever
slas
ten
opge
nom
en e
n de
onb
elas
te o
nkos
tenv
ergo
edin
g di
e vo
or b
eide
bes
tuur
ders
€1.
920,
- per
jaar
bed
raag
t.
De
rubr
iek
ontv
ange
n pe
nsio
enbi
jdra
gen/
beta
linge
n op
term
ijn h
eeft
bet
rekk
ing
op d
e w
erkg
ever
- en
wer
knem
ersb
ijdra
ge p
ensi
oen.
De
in 2
012
inge
voer
de c
risis
heffi
ng v
an 1
6% b
edra
agt €
470,
-.
Jaarverslag 2012 123
Ondertekening van de jaarrekening
Leiden, 6 juni 2013
College van Bestuur Raad van Toezicht
E.P. van Maanen S.J. van Driel
A.M. Mur
124 Hogeschool Leiden
OverIge gegeveNsDeel IIa
Jaarverslag 2012 125
Controleverklaring van de onafhankelijke accountantHiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.
126 Hogeschool Leiden
Jaarverslag 2012 127
Bestemming saldo baten en lasten
Het resultaat 2012 -€494.000 is als volgt verwerkt in het eigen vermogen:
■ Algemene reserve: -€467.000
■ Bestemmingsreserve (privaat): €127.000
■ Andere wettelijke reserves: -€154.000
128 Hogeschool Leiden
Gebeurtenissen na balansdatum
Hogeschool Helicon, gevestigd te Zeist, is in financieel zwaar weer geraakt en is daarom op zoek gegaan naar een
fusiepartner. Hiertoe heeft Hogeschool Leiden een business case opgesteld. Per 1 januari 2013 is Hogeschool Helicon
overgenomen door Hogeschool Leiden. De begroting 2013 voor Hogeschool Leiden is opgesteld inclusief Hogeschool
Helicon. De begroting wordt in het jaarverslag op pagina 82 toegelicht.
In 2011 heeft Hogeschool Leiden de intentie uitgesproken Pabo Thomas More, gevestigd in Rotterdam, over te dragen aan
de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). In 2012 is er mondelinge overeenstemming bereikt met de
RVKO. De overdracht, die mede afhankelijk is van formele goedkeuring van het Ministerie van OCW, zal waarschijnlijk per 1
september 2013 plaatsvinden.
Jaarverslag 2012 129
Gegevens rechtspersoon
Naam en adres van de instelling: Stichting Hogeschool Leiden
Postbus 382
2300 AJ Leiden
Zernikedreef 11
2333 CK Leiden
BRIN-Nummer: 21RI
Telefoonnummer: 071-5188800
Faxnummer: 071-5188801
E-mailadres: [email protected]
Internetsite: www.hsleiden.nl
Bevoegd-gezagnummer: 30163
Belangrijkste activiteiten: De hogeschool heeft als belangrijkste activiteit het verzorgen
van hoger beroepsonderwijs.
Naam contactpersoon: Mw. drs. M. Verhulst RA
Telefoonnummer: 071-5188816
Faxnummer: 071-5188417
E-mailadres: [email protected]
130 Hogeschool Leiden
BIJlageNDeel III
Jaarverslag 2012 131
FSR
Fina
ncië
le S
peci
ficat
ie R
ijkss
ubsid
ie (H
O)
(bed
rage
n x
€ 1
.000
)
Pr
ojec
tnum
-m
er s
ubsi
die-
geve
r
Tota
al p
roje
ct
budg
etSu
bsid
ieLo
opti
jd
begi
nLo
opti
jd
eind
eSt
and
per
1-1-
2011
Mut
atie
sSt
and
per 3
1-12
-201
1Vo
orsc
hot
Stat
us
Subs
idie
vers
trek
ker e
n ev
entu
eel u
itvoe
rder
Min
iste
rie v
an O
C&W
ON
D/O
DB-
09/8
5500
M39
039
001
-09-
0931
-03-
1234
466
410
390
Afg
eron
d
Stic
htin
g In
nova
tie A
llian
tie20
10-1
2-14
P43
130
001
-01-
1128
-02-
1313
022
935
930
0Lo
pend
Stic
htin
g In
nova
tie A
llian
tie20
10-1
2-22
P39
227
401
-01-
1131
-12-
1320
229
950
127
4A
fger
ond
Stic
htin
g In
nova
tie A
llian
tie20
11-1
3-19
P31
321
201
-09-
1131
-08-
1322
118
140
212
Lope
nd
Stic
htin
g In
nova
tie A
llian
tie20
11-1
3-21
P41
028
101
-09-
1131
-08-
136
134
140
281
Lope
nd
Tota
al F
SR
1.93
61.
457
704
846
1550
1.45
7
132 Hogeschool Leiden
Hogeschool LeidenZernikedreef 11, 2333 CK LeidenPostbus 382, 2300 AJ [email protected]