Hoe train je het verschil? Interviews met o.a.: Ton Ojers Klaas Vreugd | TJC pupillen Legmeervogels Maurice Graef: ”Plezier in voetballen is het allerbelangrijkste” Nieuw! eerste uitgave # 1 JANUARI 2007 | JAARGANG 1 | € 6,95 Inhoud INTERVIEWS OEFENINGEN & KENMERKEN D, E, F JEUGD KABOUTERVOETBAL HOE TRAIN JE HET VERSCHIL? V.V. DE RIJNSTREEK trends • ontwikkelingen • praktijkvoorbeelden • interviews
21
Embed
Hoe train je het verschil? · d wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten e trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname- wegdraaien naar binnenkant fig.4
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Hoe train je het verschil?
Interviews met o.a.: Ton Ojers Klaas Vreugd | TJC pupillen Legmeervogels
Bespaar uw club veel geld en werkCreëer meer en betere sportmogelijkheden
www.sport-company.nl
Inkooporganisatie voor amateursportverenigingenPresentaties
ClinicsSportreizen
Professionele Voetbalkampen
Sport-Company Voetbalschool
Maurice Graef, oud-prof van ondermeer Roda jc en VVV-Venlo, heeft een voetbalprogramma in elkaar gezet voor de jeugd. Dit programma omvatvoetbaltechniek, voetbalplezier en een presentatie: Hoe word ik profvoetballer?
Wie?Maximaal 40 jeugdleden in een leeftijd van 8-16 jaar.
Waar?Op woensdagmiddag op het eigen sportcomplex of in de sporthal.
Kosten?€ 450,= exclusief BTW en reiskosten. dit betekent € 11,25 per deelnemer.Sport-Company factureert de club voor dit bedrag.
Voor u ligt de 1e uitgave van “de Pupillentrainer”, hét vakblad voor de moderne jeugdtrainer. wij hopen dat u hieraan veel plezier zult beleven en bruikbare adviezen ter harte neemt.
regelmatig bezoeken wij verenigingen en zien met eigen ogen hoe daar getraind wordt. Met name in de leeftijds-
groepen 6 t/m 12 jaar zijn de trainingen vaak ver beneden peil. en dit is zeker niet de goedwillende mensen te
verwijten, die bereid zijn om minimaal een uur met de pupillen aan de slag te gaan. Zij doen immers hun uiterste best.
de vraag is of een kind daadwerkelijk iets leert van deze goed bedoelde oefeningen. wij denken van niet. Binnen een
club zou een technische jeugdcoördinator hieraan sturing moeten geven. verder bevelen wij een pupillencursus aan.
Maar trainingen alleen zijn niet voldoende. voetbal wordt steeds complexer en er komt ook een stukje psychologie
bij kijken. en hoe gaat u daar dan mee om?
verderop in deze uitgave staan interviews met diverse specialisten, evenals specifieke oefenstof gebaseerd op
de jongste spelers. Het betreft voornamelijk gesprekken met trainers en oefenstof waarin de bal centraal staat.
een kind moet het hebben van heel veel balcontacten. Met name bij de jongste leeftijdsgroepen vormen
het plezier in het spel en de techniek een belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling.
Kenmerken per leeftijdsgroepZoals wij eerder memoreerden, moet u bij spelers uit bepaalde leeftijdsgroepen letten op: de omgangsvormen,
de kenmerken en hun beleving. Binnen de F, e en d pupillen hebben wij daarom o.a. een uiteenzetting gemaakt van
de kenmerken die bij iedere leeftijdsgroep aanwezig zijn, en hoe u daar als trainer, coach en leider mee omgaat.
we geven niet alles in dit nummer meteen prijs.
per uitgave bespreken we telkens bepaalde kenmerken en omgangsvormen.
wij wensen u heel veel leesplezier.
Marcel wagenhuis
uitgever
de uitgever is niet verantwoordelijk voor de meningen van derden in de artikelen.
“Plezier is het allerbelangrijkste dat een speler moet hebben in het voetballen en de trainer coach is daarvoor verantwoordelijk”. aan het woord is maurice graef 37 jaar inmiddels en ex-prof bij achtereenvolgens VVV, roda jc, nec en daarna terug bij VVV. Vier jaar geleden, na een mooie carrière van 13 jaar prof voetbal waarin hij 166 goals maakte, nam hij afscheid van het betaalde voetbal. Van VVV kreeg hij een baan aangeboden als commercieel medewerker en hij trainde ook nog een jaar VVV B1.enkele maanden geleden besloot hij VVV de rug toe te keren en begon hij samen met een compagnon een eigen bedrijf gericht op sportsponsoring voor bedrijven, het organiseren van voetbalkampen voor jeugdspelers van 8 tot 16 jaar en voetbalclinics.
albert van De weiDe Interview
De kenmerken vanD-jeugd
liggen in de vorige fase ( e-jeugd ) de accenten op
spelend leren, nu vindt er geleidelijk een verschuiving
plaats naar het leren door spelend oefenen. de bewegings-
drang is gecontroleerder en mede daardoor is een hoog
leertempo mogelijk. Bij sommige vroegrijpen kondigt zich
het begin van (de problemen van) de puberteit aan.
er kunnen dus al verschillen ontstaan in prestatieniveau
tussen vroeg- en laatrijpen.
de lichaamsbouw bij de meeste d-pupillen is harmonisch.
Het kind zit nog lekker in zijn vel. eigenschappen als
snelheid, behendigheid en coördinatie ontwikkelen zich
dan ook snel. Zo is het coördinatievermogen bij voldoende
lichaamservaring zelfs optimaal. de voorwaarden zijn
aanwezig om vrijwel alle bewegingen volledig onder de
knie te krijgen. leg daarom regelmatig het accent op een
algemene looptechnische scholing, waarbij alle soorten
van bewegingen aandacht kunnen krijgen. Besteed
bijvoorbeeld aandacht aan het nemen van hindernissen,
waarbij eisen worden gesteld aan aspecten als behendig-
heid en coördinatie. (doe de loopscholing als extra als het
trainingsveld niet meer beschikbaar is) Hoewel de belasting
nog gedoseerd moet worden, kunnen aspecten als snelheid
en reactievermogen de volle aandacht krijgen.
de d-pupil wil groot zijn. wie iets kan die is iets en telt
mee! vooral de oudere d-pupillen zullen al bewust bezig
zijn met het verwerven van een plaats binnen de groep.
als je lichamelijk goed in elkaar zit en je kunt wat met
je lichaam, dan win je aan status. Kinderen in deze fase
vergelijken zich dan ook sterk met elkaar. wedijveren en
prestatiezucht nemen toe. de d-trainer-coach kan daar
op inspelen door tijdens trainingen voor oefenvormen te
kiezen, waarin wedijver aan de orde is.
de prestatiezucht en het enthousiasme van de d-pupil en
het gebruik van wedstrijdgerichte vormen mogen overigens
niet voortdurend ten koste gaan van de technische
uitvoeringswijze van de beweging, de onderlinge sfeer
in de groep en het tactische overzicht en samenspel.
relativeer als trainer-coach van tijd tot tijd het resultaat
en de prestaties. de d-pupil kent meestal geen angst, is
een avonturier en ontdekker. Hij richt zich op de dingen
die om hem heen te zien zijn en die in de directe toekomst
zijn te verwachten. Het is over het algemeen geen denker
of piekeraar en tracht zijn doel zonder al te veel omwegen
te bereiken en dat is ook in het spel terug te zien. angst is
hem onbekend, omdat hij nog niet zo sterk nadenkt over
de gevolgen van zijn acties. Hij leeft hier en nu. daardoor
vergeet hij bijvoorbeeld ook een nederlaag of overwinning
zeer snel. de band met de jeugdtrainer wordt groter
naarmate de persoonlijke gesprekken gaan over de
vorderingen van de d-pupil.
in deze leeftijdsfase wordt de basis voor een eventuele
voetbalcarrière gelegd. Het is niet voor niets dat het
Jeugdplan nederland van de K.n.v.B. in deze leeftijds-
categorie begint met scouting en selectiewedstrijden.
dat geldt zeker ook voor de B.v.o.’s.
in de Volgende uitgaVe:
‘profiel van een d-pupillen trainer-coach’
D-jeugdD
de d-jeugd is een belangrijke
leeftijdsgroep. de kinderen in deze
leeftijdscategorie zijn vaak heel
enthousiast, leergierig en vragen
om technische aanwijzingen.
Hoewel de d-pupil sneller van begrip
is dan de e-pupil en langer kan
luisteren naar een instructie, pikt
hij vooral veel op door een goed
voorbeeld van de trainer-coach.
de d-pupil is sterk visueel ingesteld
en leert min of meer op het eerste
gezicht. Het motorische leer-
vermogen verbetert snel, zodat
technische vaardigheden goed en
snel geleerd kunnen worden.
Het is zelfs de ideale leeftijd om
technische vaardigheden te leren.
nadat de grove techniek in relatief
hoog tempo is verwerkt, kan
aandacht worden besteed
aan verfijning en uitbreiding.
een eigen mening ontwikkelt zich.
de drang om zich te vergelijken
met anderen neemt toe.
dat geldt ook voor de kritiek op
eigen prestaties en die van anderen.
Hoewel de succesbeleving
nog sterk individueel gericht is,
ontstaat ook al meer het beeld
van teamspeler en daardoor een
groepsgevoel.
in de d-jeugd wisselen spelers
al veel minder van vrienden. er
ontstaan vaste vriendengroepen
met een duidelijke groepsorde.
ook het samenwerkingsgedrag
neemt toe en daarom kan er al
meer aandacht voor tactiek en
samenspel zijn.
de trainer speelt in, speler komt naar de bal- aanname-
wegdraaien, scoren op korte of verre hoek, of naar buiten
maar altijd gericht op de positie en het spelletje. ook dat
mag een boodschap zijn naar jeugdcoaches. positief
zijn en niet alleen het resultaat centraal stellen. Je bent
tenslotte bezig met opleiden en dus is je belangrijkste taak
spelers beter leren voetballen. als laatste onderdeel in de
ochtend leren we de spelers de beginselen van de positie-
spelen. we werken in kleine groepen en spelen 4 tegen 4,
5 tegen 5 en 6 tegen 6, altijd vrij spelen, want zelf ben ik er
voorstander van om de kleintjes vooral ook te laten pingelen.
dat moet je ze nooit verbieden. ook hier gaat het weer om
de kwaliteit van de coach en de coaching.
de keepers krijgen in de ochtend specifieke keeperstraining.
in de namiddag komen de partij spelen aan bod en er
worden partijtjes tot 3 doelpunten gespeeld met prijzen
voor de winnaar. de dag wordt altijd afgesloten met shoot-
outs en penalty’s. na een week hard, maar met veel plezier
werken, zie je een behoorlijke progressie in de uitvoering
van de basis technieken, maar ook in de partijspelen.
de kampen in limburg zijn dit jaar zeer succesvol geweest
met in totaal ca. 280 deelnemers in de twee voetbalkampen.
ook het volgend jaar staan ze weer op de agenda. de eerste
is in de meivakantie in Belfeld, in samenwerking met vvv.
Interview Maurice Graef albert van De weiDe
10
De PuPillentrainer | Januari 2007
11
ook voor potentieel nieuwe trainers zal het instromen veel
soepeler kunnen verlopen, wat er dus voor zorgt dat ouders
en/of leden sneller bereid zullen zijn om iets binnen de
vereniging te gaan doen .
Bewakingnatuurlijk is het opstellen van een jeugdbeleidsplan pas
een begin. er zal namelijk ook iemand deze rode lijn binnen
de club moeten bewaken. als het nodig is zal deze het zelfs
moeten bijstellen en/of bijsturen. opvallend binnen deze
club is de jonge leeftijd van de technisch Jeugdcöordinator,
robert van de Berg is pas 21 jaar, en vanaf dit seizoen is
hij verantwoordelijk voor de gehele jeugdafdeling van
v.v. de rijnstreek. Maar binnen de club is het helemaal
niet zo vreemd dat juist hij deze functie heeft gekregen.
vanaf het prille begin is robert al lid bij de rijnstreek.
als speler doorliep hij alle jeugdteams, waarna hij al vroeg
in het eerste team terecht kwam. als middenvelder speelt
hij iedere zaterdagmiddag daarin zijn wedstrijden. robert
is geen speler die zomaar even 3 spelers voorbij speelt, hij
is meer iemand die via goed samenspel de bal in het doel
wil krijgen. al op jonge leeftijd liet robert zich als trainer
zien bij de jongste jeugd. Hij begon zo’n 4 seizoen terug
met het trainen van de F pupillen. na het behalen van de
KnvB pupillentrainer diploma, was hij klaar om met de
groep mee te gaan naar de e pupillen. daar werd in het
2e seizoen, het kampioenschap binnen gehaald.
een hoogtepunt uit zijn trainersloopbaan noemt hij dat.
Het andere hoogtepunt zal zijn nieuwe taak moeten gaan
worden. een grote verantwoording, maar een nog veel
grotere uitdaging vind hij dat zelf. nu kan hij mede voor
de komende jaren het gezicht gaan bepalen van zijn
vereniging.
Voordelen van een kleine verenigingnatuurlijk is een vereniging als de rijnstreek in het
nadeel tegenover de grote verenigingen uit de omgeving.
vanwege het kleiner aantal leden is er ook minder keuze
voor de selectie teams. ook is het een minder draagkrachtige
vereniging als die grote broers op fietsafstand. Maar dat wil
niet zeggen dat deze club geen stapje hogerop wil komen
met zijn jeugdafdeling. Het is juist de uitdaging om de
kinderen een dermate goede opleiding mee te geven, dat
het gat met deze verenigingen steeds kleiner word. door
de in korte tijd bereikte progressie binnen de club is voor
iedereen duidelijk dat de goede weg is ingeslagen.
Het zal dan ook niet lang meer duren voordat er spelers uit de
omliggende gemeenten richting nieuwerbrug gaan komen,
om daar mee te profiteren van de uitstekende jeugd
opleiding. een ander voordeel in deze club is de gebonden-
heid. alle leden kennen elkaar, en de meeste kinderen zitten
bij elkaar in de klas. ieder team bestaat dan ook vooral uit
vrienden van elkaar. wat de samenhorigheid dus alleen
maar verhoogt, en de bereidheid om mee te helpen vergroot.
Zo is het ook geweldig om te zien dat er bij de jongste
pupillen veel spelers uit de a junioren rondlopen als
begeleider. dat vergroot alleen maar de sociale binding
binnen de club. Zij hebben ook allemaal de KnvB cursus
gedaan, waardoor het niveau van deze trainers omhoog
is gegaan. niet alleen als speler maar wellicht ook wel
als voetballer, want je word op de cursus geleerd om over
het spel te gaan nadenken. deze groep verdient trouwens
toch al een groot compliment, want zij worden dit seizoen
getraind door robert van de Berg. nu heeft die wel laten
zien dat goed aan te kunnen, maar aangezien hij maar 2
of 3 jaar ouder is als alle spelers zou het bij de meeste
verenigingen niet goed werken. Het tegendeel word hier
bewezen, en dat is mede te danken aan de juiste instelling
binnen deze groep a-junioren. verder is het natuurlijk ook
bijzonder knap dat iemand op de leeftijd van 21 het al aan-
durft om zo’n belangrijke leeftijdsgroep te gaan trainen.
Het zal mij dan niets verbazen als we de komende jaren
nog veel meer van robert gaan horen.
Peter Ottevanger V.V. De Rijnstreek
V.V. De Rijnstreekwerkt aan de toekomst
Binnen het nederlandse voetbal staan voornamelijk de grote verenigingen in de schijnwerpers wat betreft het opleiden van jeugdspelers. onder aanvoering van alle BVo’s, proberen deze clubs zoveel mogelijk spelers op te leiden voor het allerhoogste niveau. deze verenigingen hebben dan ook allemaal een uitvoerig jeugdbeleids-plan met voldoende financiele middelen om dit allemaal mogelijk te maken. daardoor zijn het dan ook vooral de grotere amateurverenigingen die dit allemaal goed op een rijtje hebben. naast de financiele middelen is een jeugdbeleidsplan natuurlijk van nog veel meer factoren afhankelijk. er kan dan ook niet zomaar van een willekeurig beleidsplan, een kopie gemaakt worden. natuurlijk kan de rode draad bij veel clubs gelijk zijn, maar de uitvoering is bij alle clubs altijd anders. een vereniging in de randstad zal met hele andere zaken te maken krijgen als een club uit het oosten van nederland, terwijl ze wel beide dezelfde doelstelling voor ogen hebben. daarnaast is natuurlijk ook de grote van de jeugdafdeling van eminent belang in de doelstelling die een club heeft. gelukkig zien ook steeds meer kleine clubs in dat een goed gestructureerd jeugdbeleidsplan van zeer veel waarde is. naast de voordelen die het voor de spelers heeft, levert een duidelijke structuur vaak ook een groter aantal leden op. als ouders weten wat ze kunnen verwachten voor hun kind, dan schept dat veel vertrouwen. dit levert over het algemeen dan ook meer nieuwe leden op.
eén van zo’n kleinere vereniging die dit ter harte heeft
genomen komt uit nieuwerbrug. een landelijk gelegen dorp
in Zuid-Holland, op de grens met de provincie utrecht.
dit plaatsje gelegen tussen woerden en Bodegraven doet
dagelijks vele duizenden automobilisten de haren overeind
staan. er gaat geen dag voorbij of op de radio wordt
nieuwerbrug genoemd bij de filemeldingen.
op de herfstachtige avond dat ik op bezoek was bij deze
vereniging waren dan ook in de verte de vele lichtjes te
zien van de avondspits. doordat het complex alleen op het
trainingsveld verlicht was, kreeg het een bijna spookachtig
karakter. uit de donker kwamen steeds meer kinderen
te voorschijn. de regen en wind hadden hun niet kunnen
weerhouden om te komen trainen. Met volle overgave
werden de trainingen dan ook aangevangen. opvallend
daarbij is de grote opkomst van de teams, die deze avond
aanwezig zijn. Bij de partijspelen welke deze keer op het
programma staan, gaat het er stevig aan toe. de vele
doelpunten die vallen zorgen voor enorm veel plezier. Het
is de afsluiting van een periode, dus bemoeien de begelei-
ders zich zo min mogelijk met het spel. Ze laten
de kinderen zoveel mogelijk zelf hun oplossing zoeken.
als een spelertje het dan even echt niet meer weet,
helpen ze hem weer op weg.
Duidelijke LijnenSinds vorig seizoen is er bij voetbalvereniging de rijnstreek
een volledig nieuw jeugdbeleidsplan opgesteld. dit plan
bestaat uit een duidelijke structuur, en een uitermate goed
uitgewerkt technisch werkplan. waarbij de invloed van
de KnvB modules duidelijk waarneembaar zijn. er wordt
binnen de pupillen afdeling van deze club daar dan ook
getraind volgens het circuit model. alle trainers hebben
een cursus gevolgd waarin de modules volledig zijn
uitgewerkt, daardoor is de manier van werken bij iedereen
goed bekend. Met behulp van een planning, komen de ver-
schillende thema’s aan bod. Belangrijk hierbij is dat alle
trainers en begeleiders bereid zijn om volgens dezelfde
werkwijze aan de slag te gaan. aangezien deze vereniging
niet zo veel teams heeft, is ook de begeleidingsgroep niet
zo heel groot. Hierdoor is het makkelijker om alle gezichten
dezelfde richting op te krijgen. iedereen weet dan ook
precies wat er van hem of haar verwacht wordt, waardoor
richard kleuskens (41) is sinds dit seizoen bestuurslid technische zaken van wittenhorst, een vereniging die uitkomt in de derde klasse c in district Zuid 2. het is een club in het noord limburgse dorp horst, op vijftien kilometer afstand van Venlo, met 600 leden. hij is verantwoordelijk voor het technisch beleid voor zowel de senioren als ook de jeugd en moet in die hoedanigheid uitvoering geven aan de “rode draad” binnen de club. Zelf heeft hij de volledige jeugdopleiding van VVV doorlopen en was hij jarenlang het boegbeeld als robuuste centrumverdediger van de plaatselijke trots. als bestuurslid technische zaken mag hij nu op een andere manier de lijnen uitzetten. een uitdaging die hij met heel veel inzet en ambitie is aangegaan.
“de doelstelling binnen wittenhorst is om vooral zoveel mogelijk eigen jeugdspelers door te laten stromen naar het
eerste elftal”, vertelt richard. om dat te bewerkstelligen hebben wij een twee-sporen beleid gecreëerd n.l. prestatief
en recreatief. Mijn verantwoordelijkheid ligt vooral op het prestatieve deel van onze opleiding en bij de seniorenselectie.
WittenhorstEen club met ambitie
de e-pupillen hebben een
grote bewegingsdrang.
Het oefenen van vaardigheden
gebeurt veel bewuster en
doelgerichter dan bij de
F-jeugd. de concentratie
ontwikkelt zich en techniek
kan heel goed worden aange-
leerd. elementaire tactische
beginselen kunnen aan de
orde komen.
op technisch gebied zijn er
grote verschillen in handigheid
met de bal, maar motorisch
leren verbetert snel, zodat met
de basistechnieken effectief
kan bijbrengen. de vaardig-
heid is zeer afhankelijk van de
ervaring en de aanleg. daarom
is het een goede zaak als er bij
de e-jeugd in kleine groepen
gewerkt kan worden. Bij veel
bewegingsvormen is namelijk
grote differentiatie mogelijk.
De kenmerken vanE-jeugd
de coördinatie is beter dan die van de F-jes en dat merken
ze ook. Ze hebben al meer inzicht in de bedoelingen van
het spel gekregen, zodat ze al wat beter op elkaar gaan
letten. dit is de voorwaarde voor het latere samenspel.
Ze hebben ook al wat besef gekregen van de taken in het
veld en gaan soms al een voorkeur ontwikkelen.
Zo ontstaan er keepers en ‘echte’ spitsen.
e-jeugd leert meer het opdoen van bewegingservaringen
en het kijken ernaar, dan van het luisteren naar wat een
trainer te vertellen heeft. Hun concentratie is gering,
maar ze kunnen zich helemaal inleven in het spel.
op deze leeftijd gaat ook het wedstrijd-idee leven, wat
in het spelgedrag ook zichtbaar wordt. Het individueel
bezig zijn, wat je nog zo sterk bij de F-jes ziet, verandert
beetje bij beetje in het steeds meer samen willen doen.
Specifiek probleem bij E-pupillen• de verschillen tussen eerstejaars e- en tweedejaars
e-pupillen kunnen groot zijn. de jongste groep is vaak
nog erg speels en heeft een beperkt concentratie-
vermogen.
de tweedejaars zijn veel leergieriger.
• als het mogelijk is, dan is het zeker op deze leeftijd aan
te raden om, gezien de grote onderlinge verschillen en
de gesignaleerde concentratieproblemen, in kleine
groepen te trainen met voor elke groep een begeleider
om de basistechnieken te ontwikkelen basistechnieken.
• Bij deze leeftijdscategorie is de betrokkenheid van de
ouders vaak nog groot. Helaas vetaalt die betrokkenheid
zich bij wedstrijden vaak in verkeerd gedrag langs de
lijn. Het is een goede zaak om voor het seizoen dit pro-
bleem bespreekbaar te maken. probeer door zelf het
goede voorbeeld te geven duidelijk te maken dat de
kinderen vooral zelf de voetbaloplossingen moeten
bedenken.
• de spelers hebben recht op ongeveer evenveel
speeltijd. Het is onjuist om vanwege het wedstrijd-
resultaat de minder goede voetballers veel langer aan
de kant te houden.
Profiel E-pupillen trainer-coachop de eerste plaats beseft hij dat de kinderen met zoveel
mogelijk voetbalsituaties geconfronteerd moeten worden.
daarbij treedt hij voornamelijk op als begeleider, die de
spelers de ruimte geeft om zelf oplossingen te vinden voor
de voetbalproblemen die ze tegenkomen. tijdens de trai-
ningen bewaakt hij de organisatie, helpt, motiveert en cor-
rigeert hij vooral op technisch gebied. een goede e-trainer
is voor zijn spelers meer een kameraad en opleider met
een echte voorbeeldfunctie, dan een trainer die vol met
tactische vondsten zit. op het veld kan hij het goede voor-
beeld geven en weet hij in alle omstandigheden resultaten
te relativeren en ook de ouders hiervan te overtuigen.
in de Volgende uitgaVe:
Coachtips voor de e-jeugd en uitgangspunten voor
de keuze van de oefenstof.
Loopspel met balPartijvorm 1<>1sprintduel vanaf de keeper Estafettespel
afmeting Veld: 15x 10 meter 10 meter8 meter
12
3
12
1�
De PuPillentrainer | Januari 2007
1�
“Wittenhorsteenuitermategezondevereniging”
daarbij behoort ook een aanpassing in de organisatie-
structuur welke inmiddels in concept gereed is en nog
door het Hoofd- en Jeugdbestuur moet worden goed-
gekeurd. een goede structuur en (voetbal)visie zijn daarvoor
noodzakelijk. de basis voor dit alles is de jeugdopleiding
en wij proberen met (oud)spelers uit de selectie de
jeugdteams te trainen en te begeleiden. tevens zorgen wij
ervoor dat deze jongens worden of zijn opgeleid, want ook
dat is een absolute voorwaarde. een aantal van deze trainers
zijn bezig met een opleiding op het CioS en alo.
de meeste zijn ook in het bezit van Jvt, tC iii of de pupillen-
traineropleiding.
verder hebben wij met een aantal jeugdtrainers de 3-daagse
trainersopleiding van rené Meulensteen gevolgd. een
zeer leerzame en interessante ervaring die ons ook heeft
gesterkt in onze visie van opleiden. Sinds enkele jaren
hebben wij ook een samenwerkingsovereenkomst met
pSv en dat heeft mede geresulteerd in een top toernooi
voor F spelers, met een prachtig deelnemersveld. voor
deze regio zijn dit soort toernooien voor jeugdspelers een
prachtige gelegenheid om kennis te maken met jeugd-
voetbal op een zeer hoog niveau. daarnaast leveren we
ook nog eens veel jeugdspelers aan vvv-venlo.
Mini-F’jesaan de basis hebben wij de mini-F’jes waarvan we 6
teams hebben. we hebben 7 teams van F-pupillen en
daarmee trainen we tweemaal per week op dinsdag en
donderdag in de late namiddag. de trainingen worden
uitgevoerd op basis van het jaarplan, wat is opgezet door
Hoofd onderbouw Jan Beijers. Jan is verantwoordelijk
voor de technische aansturing van de F, e en d pupillen.
de trainer van onze F1 (daan Hendriks) die een opleiding
volgt aan het CioS, leidt de training met de andere trainers
en begeleiders van de F-afdeling. aan het begin van het
seizoen is het jaarplan door Hoofd onderbouw met de
F-trainers doorgenomen.
Interview Richard Kleuskens albert van De weiDe
Het jaarplan is weer onderverdeeld in maandplannen en
dit is een prima handvat voor alle trainers om de juiste
doelstellingen in deze leeftijdscategorie na te streven.
uiteraard is dit plan gebaseerd op de specifieke leeftijds-
kenmerken van deze doelgroep. Het leren beheersen van
de bal moet centraal staan, maar het moet ook vooral
gezien worden als een uur vol met spelplezier met daarin
een vaste structuur. Het accent ligt daarbij op een brede
bewegingsscholing met behulp van speelse doelgerichte
oefeningen (zie trainingen in overzicht 2,3,4 etc.) Het gaat
om het ontwikkelen van bewegings- en balgevoel.
een andere voorwaarde is dat het uitdagend moet zijn
waarbij iedereen actief is, dus geen wachttijden of
filetraining. wij gebruiken hiervoor een voetbalmodel voor
de 6 t/m 9 jarigen met technisch, taktische, fysieke en
mentale aandachtsgebieden. Binnen deze kaders wordt er
gewerkt en dit gaan we nog verder uitdiepen voor de e en
d teams. dat gaat de komende tijd gebeuren om daarna
onze ambitieuze pijlen te richten op de ontwikkeling van
onze C,B en a teams, met de nadruk op de trainingsperiodi-
sering om zodoende de aansluiting naar het eerste elftal
te optimaliseren. “de basis voor het uiteindelijke doel is
daarmee gelegd”, aldus richard.
uiteraard kost dit totale opleidingsplan tijd, geld en kennis,
maar wittenhorst is een uitermate gezonde vereniging.
”Mijn taak is ervoor te zorgen, samen met de overige
tC-leden, dat het totale opleidingsplan een breed
draagvlak krijgt, want alleen dan zullen we in onze opzet
slagen en structureel naar een hoger niveau gaan”, aldus
richard.
de “pupillentrainer” wenst hem daarbij veel succes.
Organisatie• iedere speler heeft één bal en dribbelt in
de afgebakende ruimte
• twee spelers zonder bal, maar met hesje
(= rambo) moeten proberen alle ballen het
vak uit te schieten.
• als jouw bal er uit wordt geschoten ga je de bal
halen en doe je gelijk weer mee
• ‘rambo’ mag niet langer dan 4 seconden
op dezelfde speler loeren
• wissel van ‘rambo’ na 1 minuut
Coaching
• Hoeveel ballen heeft hij weggeschoten?
• wie is zijn bal niet kwijt geraakt?
• Hoe scherm je een bal af? wijs de spelers erop
dat ze niet met de rug maar met de zijkant van
het lichaam naar de tegenstander gaan staan.
Zo kunnen ze dan gemakkelijker wegdraaien
en de tegenstander kan de bal niet tussen
de benen door weg tikken. gebruik je armen
om stevig te staan.
VariatieSpeel met de grootte van het vierkant om het
moeilijker of makkelijker te maken. Benodigdhedenhesje voor tikker(s)
iedereen een bal
4 pilonnen
Organisatie
• de keeper speelt de bal diep het vierkant in.
• op het moment dat de keeper de bal speelt,
beginnen de mensen naast de goal te sprinten.
• er wordt een duel 1 tegen 1 uitgevochten en
er moet binnen 30 seconden geprobeerd
worden om te scoren.
• na scoren of 30 seconden wissel.
VariatieKan bij genoeg spelers ook op 2 pupillendoelen
uitgevoerd worden.
Benodigdheden1 pupillendoel
4 pilonnen
minimaal 4 ballen
Organisatie• drie spelers met één bal
• Speler 1 dribbelt, kapt, kijkt en passt op speler 2
• Speler 1 sluit achteraan aan
• Speler 2 neemt de bal aan en dribbelt, kapt, kijkt
en passt kort/lang op speler 3 enz.
• Binnenkant/buitenkant voet, sterke/zwakke voet
Coaching
naast de technische uitvoering, is het belangrijk
dat ze goed kijken voordat ze passen.
VariatieMaak twee of drie groepen om er een wedstrijdje
van te maken.
Benodigdheden2 pilonnen
10 meter uit elkaar voor 1 groepje
per drietal/viertal 1 bal.
ricHarD KleusKens Oefenstof F-jeugd
F
1�
De PuPillentrainer | Januari 2007
1�
opa’s, oma’s, moeders en ome Jan uit de kantine. Mensen
die alleen bezigheidstherapie geven, het is te verschrikke-
lijk om aan te zien, hoewel het allemaal goed bedoeld is.
Spelers uit het eerste elftal voor de groep zetten is ook
geen optie want die hebben geen kennis. trainer zijn is
een vak. Juist in de leeftijd tussen 6 en 10 leren ze voet-
ballen. Ze zijn gretig en willen enorm graag, daar valt een
enorme progressie te boeken. Begrijp jij waarom kinderen
op een basisschool duizend keer op een kast willen
springen terwijl wij dat na twee keer wel gezien hebben?
wat kinderen kunnen vinden ze leuk, dus je moet ze eerst
het kunstje leren. techniekoefeningen gepaard met heel
veel plezier. vijf minuten trainen, intensief, en dan even
een spelletje met de bal. Kinderen gaan met zoveel plezier
naar trainen. Ze hebben er altijd zin in dus moet je het ook
leuk maken. als ik zie hoe de jeugdtrainers het verzieken,
m’n hart huilt. niet dat ze het expres doen want het zijn
vaak vaders met een eigen kind en daarvoor wil je altijd
het beste. wat ze fout doen? Ze zitten qua eigen vaardig-
heid net boven het ‘gehandicaptenniveau’. als ik een gast-
training geef neem ik m’n zoon mee (speler van hoofdklas-
ser FC omniworld red.) want als ik zelf een schaar inzet
neem ik een halve meter grond mee. een goed, flitsend
voorbeeld werkt als doping voor kinderen. lesgeefkwali-
teiten hebben ze ook niet. dat leer je op cursussen maar
daar ontbreekt bij veel trainers de motivatie voor en bij
veel clubs het geld. de pupillen krijgen altijd beginnende
trainers. later wordt geld belangrijker en gaan die trainers
richting senioren, zo ging het bij mij ook.”
“wanneer luisteren kinderen naar je? als ik in een gymzaal
roep: “30 man, nu op de gele lijn” gebeurd dat ook.
ik heb ook nooit ordeproblemen gehad, dat is een natuurlijk
evenwicht en heeft veel met uitstraling te maken.
toen ik pas geleden m’n haar korter had kreeg ik 1800
e-mails van kijkers van nH Sport. Het is jouw verschijning.
als ik als trainer langs de kant sta, en ik zeg niks gaan ze
toch 15% beter spelen. ik heb een keer in de rust in de
kleedkamer een speler een ram voor z’n harses gegeven,
en die jongen is goed voor minimaal vijftien delicten.
waarom pikt hij dat van me? ook heb ik een keer de
linksback na vijftien seconden gewisseld omdat hij na
de aftrap van de tegenstander de bal onder z’n voet liet
lopen waarna de bal in het bakkie ligt, terwijl we die aftrap
vooraf uitgebreid besproken hadden. dus ik zeg: “wissel”,
volle tribune achter me hè. normaal liggen al je tanden
er uit toch? want je vernedert iemand tot op het bot. Hij
zegt alleen maar: “wat doe je nou? ik heb nog geen bal
geraakt?”. waarop ik zeg: “klopt, daarom kom je ook lekker
bij paps zitten”. verder niks. dat zou ik nu nooit meer
doen. ik ben ouder geworden en ook socialer. daarom
moet ik stoppen met het trainersvak, ik ben niet meer
meedogenloos.”
“voetbal gaat altijd om winnen, zelfs bij de 5-jarigen.
Kinderen vragen niet voor niets altijd naar de stand. als
één partij met 12-0 voorstaat heb ik de partijen dramatisch
ingedeeld en versta ik m’n vak niet. Je krijgt nooit strijd
als de partijen niet in balans zijn. Je laat de beste speler
van de F1 niet tegen de slechtste spelen. daar heb ik altijd
veel commentaar op gehad. nooit van de kinderen maar
van de pedagogen. Kinderen zijn zelf meedogenloos, zijn
spijkerhard. “Jij gaat op doel want jij kan niet voetballen”.
Zelfs F-jes kunnen feilloos twee gelijkwaardige partijen
maken, dat hebben ze dondersgoed in de gaten. Meestal
nog beter dan de coach.”
Hoeveel jeugdtrainers kunnen techniektrainingen geven?
Je moet zelf heel veel geoefend hebben, je moet het kunnen
uitleggen en je moet ook nog zorgen dat kinderen het leuk
vinden. in het begin vinden kinderen het nooit leuk want
het lukt niet. Ze struikelen over de bal, huilen, je kent het
wel.
riK OssenKOPPele Interview Ton Ojers
”Plezierinvoetballenishetallerbelangrijkste”
“We moeten voetbalscholen beginnen waar kinderen echt voetballen kunnen leren”
ton ojerS
ton ojers (52) is dankzij zijn
opmerkelijke optreden als analist
bij het programma noord-Holland
Sport een bekend gezicht in deze
provincie. Hij voorziet de gang van
zaken rond de noord-Hollandse
hoofdklassers en Bvo’s op geheel
eigen wijze van commentaar.
Mede dankzij ojers’ ongepolijste
mening, humoristische uitspraken
en verstand van zaken weet
noord-Holland Sport wekelijks
400.000 kijkers te trekken.
in dit interview geeft deze geboren
amsterdammer zijn mening over
het pupillenvoetbal, oefenstof en
de rol en het functioneren van
jeugdtrainers.
de lange en imposante trainerscarrière van ojers begint
in zijn tijd als student aan de academie voor lichamelijke
opvoeding als trainer van de d-, e- en F-pupillen van het
amsterdamse aFC op de woensdagmiddag. dankzij een
zeer talentvolle lichting begint ojers het trainersvak leuk
te vinden en besluit de cursus oefenmeester iii te volgen.
“dat was eigenlijk een soort vakantie voor me. lesgeven
leerde je wel op de alo ik voetbalde in die tijd zelf in de
hoofdklasse dus met de eigen vaardigheid zat het ook wel
goed. voor oefenmeester ii moest je een derdeklasser
trainen en dat werd KMvZ. dat was op mijn vijfentwintigste.
Zelf in de hoofdklasse spelen, een derdeklasser trainen
en een baan als gymleraar gaat je niet in de koude kleren
zitten dus besloot ik in de winterstop te stoppen met zelf
voetballen. ik dacht: “ik maak het seizoen af bij KMvZ en
ga dan weer naar JoS”. dat klopte ook, want ik ging naar
JoS maar dan als trainer. daar merkte ik dat het trainersvak
me wel lag want spelers boven de dertig pikten het van
me als ik, 27 jaar in die tijd, ze verrot schold. toen kwamen
achtereenvolgens Zeeburgia, Hilversum, FC Sloterplas,
Xerxes en 11 seizoenen dCg. na een onderbreking
vanwege een tia (lichte beroerte red.) keerde ik terug in
de hoofdklasse als trainer van dwv. Momenteel biedt het
trainersvak geen enkele uitdaging meer voor me. ik kan
overal naar toe maar ik doe het niet omdat ik het heilige
vuur niet meer heb. in mijn laatste jaar bij dwv had ik dat
wel. Het jaar voordat ik kwam waren ze kampioen
geworden en ik heb het hele kampioensteam weggestuurd
omdat ze niet goed genoeg waren. vervolgens ben ik met
13 spelers aan de gang gegaan. Heb ik er wat jongens
bijgezet voor de elftalfoto anders is het ook geen gezicht.
dus ik moest ze wel fit en scherp houden, fantastisch
jaar, we werden uiteindelijk vierde. Mijn grote kracht als
trainer is het maximale uit een speler halen.”
“toen ik bij aFC de jeugd ging trainen wist ik helemaal niks
als trainer want ik had zelf zulke slechte trainers gehad.
Speelden we partijtjes zonder doelen, op gravel, met een
man op je rug. of moesten we ingooien om de rugspieren te
trainen. verschrikkelijk. tot ik begin twintig een fantastische
trainer tegenkwam en me voor het eerste realiseerde:
“wat is trainen toch eigenlijk leuk!”. ik probeerde het
straatvoetbal naar het veld te vertalen. dan heb ik het
over de technische vaardigheden want tegenwoordig
hebben ze de trucjes tot kunst verheven. geweldige techniek,
prachtig om te zien maar op het veld hebben ze geen enkel
rendement. Bovendien is voetbal een contactsport. Maar
straatvoetbal is wel de basis van voetbal. Je kan met
zwemmen niet iemand die voor het eerst in het water ligt
naar de overkant lullen. dat is met voetbal net zo.”
ojers is een aantal jaar in dienst geweest bij de KnvB als
docent op de cursus oefenmeester ii en iii. “Hans van
der Zee en ik gaven eigenlijk onze eigen cursus, want ik
vond de trainersstof die we moesten hanteren dramatisch.
positiespelen 5:2 en 4:1 zijn leuk voor de warming-up
maar wil je echt wat leren moet je grotere positiespelen
doen met keepers op doel. dat is wedstrijdecht en zorgt
voor een enorme beleving. in zo’n positiespel train je zo
voor vragen en/of opmerkingen over dit artikel, email:
�0
De PuPillentrainer | Januari 2007
�1
donder op! voetballen dat moet je leren. wil je een goede
worden moet je investeren. Maar in nederland is het leven
wel zo geweldig goed geworden, we hoeven hier nergens
meer voor te vechten. Kinderen brengen en halen,
schoentjes vastmaken, ik word er misselijk van. donder
hem lekker alleen naar trainen, dat moet. Hoe ik m’n zoon
verpest heb, want ik heb het aan den lijve ondervonden. ik
heb een geweldig talentvolle jongen die er geen klote mee
doet. want papa brengt en die vindt het nog mooier dan
hijzelf. en wat heb ik uiteindelijk gecreëerd?
een watje, simpel... waarom is 80% van de amsterdamse
hoofdklassespelers allochtoon? Het antwoord is duidelijk,
die maken veel meer trainingsuren op straat. die zitten
niet dagelijks achter de playstation. we moeten nu die
knop omdraaien en echte voetbalscholen beginnen, waar
je echt voetballen kan leren. we beginnen ’s morgens van
8.30 uur tot 9.30 uur met trainen, dan gaan we studeren en
’s middags weer van 15.30 uur tot 16.30 uur trainen en dan
gaan we naar huis.”
“wij hebben in nederland 600.000 jeugdleden, is toch
een aardige vijver waarin je kan vissen. Hoeveel daarvan
breken er door? Met voetbalscholen leiden we ze op tot
goede spelers. dat willen de spelers, dat willen de ouders,
dat wil ik. net als in China en het oostblok gebeurd maar
daar wordt tegenaan gezeken want dat is onze cultuur
toch niet? daarom verliezen we straks ten aller tijde de
slag en spelen er alleen nog maar nigerianen, ivorianen
en Kameroenezen in onze competitie. de jeugdopleiding is
wel zo verschrikkelijk slecht. Zelfs bij ajax hebben ze het
door en komt er een mentaliteitsverandering. gaan ze ook
op fysieke kwaliteiten scouten want met tom de Mul red
je het toch niet? al die jonge, lichtgevederde voetballertjes.
ik hoor elke nederlands trainer zeggen: “we komen fysiek
tekort”, ja dank je de koekoek. de verenigingen kunnen
het niet meer bieden, trainingen zijn voor 80% een ramp.
trainen is een vak en je vindt er niemand voor omdat het
een onbetaalde baan is en de trainingstijden ongunstig
zijn. de enige oplossing zijn voetbalscholen voor kinderen
vanaf 6 jaar voor zowel Bvo’s als de betere amateurclubs.
Hier in almere zijn we er al mee bezig en krijgen kinderen
één keer per dag training van een KnvB docent.
Het is een start...”
riK OssenKOPPele Interview Ton Ojers
“Als er gewerkt moet worden,moet er gewerkt worden”
dan roep ik ze bij elkaar en zeg: “kom, we gaan nu
allemaal janken omdat we het niet kunnen, ik ga ook
meejanken. en als er straks weer één gaat janken gaan
we weer met z’n allen janken omdat hij het niet kan.”.
daarna beseft iedereen: “als er gewerkt moet worden,
moet er gewerkt worden en als er gelachen wordt, gaan
we lachen”. ik zie vaak trainingen en daar wordt en niet
gewerkt en niet gelachen. een partijtje bij de F-jes is niks
aan, alleen de beste speler heeft de bal en de rest rent
er achter aan. degene die niet kan voetballen krijgt nooit
de bal, dat weten kinderen feilloos. Maar je moet nu juist
zorgen dat die slechte voetballers ook plezier krijgen. ik
zorg er dan voor dat zij ook de bal krijgen want er mag niet
gescoord worden voordat hij de bal heeft geraakt. dan is
het fantastisch om te zien hoe die kinderen vooruitschieten.
vooruitgang is overigens pas na een aantal weken te zien
want de progressie van één training is niet te meten.”
“wij leren de basisvaardigheden, alle basistechnieken,
tussen 6 en 12 jaar. daar krijgt iedere speler mee te maken.
van daaruit gaan we specialiseren. waarom moest ik als
verdedigende middenvelder op trainen uit de spits komen
met een man in m’n nek en de bal terugleggen?
dat gebeurde in de wedstrijd nooit. dat was dan goed
voor je algemene ontwikkeling maar ik wilde doen waar ik
goed in was, namelijk een bal afpakken en weer inleveren.
Kinderen moeten tussen de 6 en 12 op elke positie spelen
behalve als je linksbenig bent. er zijn zo weinig linkspoten
dat je later toch nooit op rechts komt te spelen. dus die
spelen alleen aan de linkerkant of links in het centrum.”
“ik vind lijnvoetbal verschrikkelijk. Je moet altijd scoren
op een doel. Het zou toch van de gekke zijn dat mijn rechter-
spits tijdens dwv-aFC de bal op de achterlijn stil legt en
juichend naar de cornervlag loopt en zijn shirt uittrekt
omdat hij gescoord heeft. Je moet scoren op iets wat op
een doel lijkt, al is het een vuilnisbak.
in plaats van 1:1 lijnvoetbal kun je ook een pion, op z’n
kop, op de achterlijn zetten. Scoren moet iets tastbaars
zijn. Mijn training is altijd hetzelfde en altijd anders.
net even de organisatie veranderen, zodat ze constant
aan het herhalen, herhalen, herhalen zijn zonder dat ze
er erg in hebben. “wat heeft die ojers een oefenstof”,
hoor je dan. welnee, ik doe continue hetzelfde maar dan
net iets anders. Herhaling is zó belangrijk. tennissers
slaan elke dag 10.000 keer een forehand en wij vinden
1 duelletje per training genoeg. wij kunnen boeken vol-
schrijven met oefenstof. Het vakblad “de voetbaltrainer”
heb ik meteen in de prullenbak gegooid want ik werd er
helemaal gek van. ik zag looplijnen, ik kwam er niet uit.
als je dat in het veld doet wordt je compleet gestoord
verklaard. al die oefeningen op papier, rot op. Ben ik nou
gek of zijn al m’n collega’s gek? ik ken maar één oefening
en dat is voetballen. techniektrainingen, 2:2 met doeltjes,
de kinderen smullen.”
“Hoe krijg je kinderen zo ver dat ze zelf gaan oefenen?
want van die ene training in de week leren ze weinig.
Huiswerk meegeven is goed maar kun je niet controleren.
F-jes moeten elke dag trainen. ik zag net een reportage
over China die hun atleten voorbereiden op de olympische
Spelen van 2008. die trainen elke dag 6 tot 8 uur en
wij met voetballen denken dat als we drie kwartiertjes
trainen, tussen haakjes trainen hè, je bent aanwezig, dat
je dan beter wordt. dat is toch een utopie of niet? waarom
spelen in onze nationale competitie zoveel buitenlanders?
we hebben ze niet meer hier. wij creëren geen topspelers
meer. dat begint al bij de basis. talenten moet je er
meteen uithalen en op een voetbalschool zetten waar het
voetbal geïntegreerd is met de studie. elke dag trainen.
pieter van den Hoogenband ligt al om vijf uur ’s ochtends
in het bad. wij hebben zo een andere denkcultuur bij voet-
bal. Bij F-jes vinden we het raar als ze twee in de week
moeten trainen, de arme jongens. rot op!
“Mijntrainingisaltijdhetzelfdeenaltijdanders”
Interview Ton Ojers riK OssenKOPPele
��
De PuPillentrainer | Januari 2007
��
alle nieuwe leden worden door de hoofdtrainers bekeken
waarna ze worden ingedeeld in een team dat aansluit bij
hun niveau. Bij de mini’s kijken we natuurlijk of er talent
tussen zit en verder hanteren we maar één criterium; is
hij of zij aan voetballen toe? Zo niet, laten we ze gewoon
wat langer trainen want van vliegtuigen kijken tijdens
de wedstrijd wordt niemand wijzer. vaak merken we dat
een halfjaartje extra trainen goed werkt en dat de mini in
december ingedeeld kan worden in een team.”
wat betreft vernieuwingen op het gebied van structuur
en organisatie is legmeervogels een club die model
kan staan voor vele andere verenigingen. Zo wordt er
veel aandacht besteed aan het opleiden van trainers.
de hoofdtrainers worden zoveel mogelijk binnen de
vereniging gezocht en geschoold. deze hoofdtrainers
geven eens in de zoveel tijd een demonstratietraining aan
de trainers van de lagere elftallen waarna de inhoud en
uitvoering van de training uitgebreid besproken wordt met
de trainers. daarnaast worden aan alle trainers cursussen
aangeboden en momenteel heeft bijna elke trainer een
certificaat of diploma op zak. verder zijn er voor d-, e- en
F-pupillen een aparte scouts die zich vooral bezig houden
met de lagere teams en letten op talenten die over het
hoofd zijn gezien en eventueel hoger kunnen spelen. ook
kijken zij of er problemen zijn binnen het team en hoe de
coaching vanaf de zijkant is. vreugd werkt veel samen
met algemeen technisch Coördinator (atC) Jeroen roest
die verantwoordelijk is voor de gehele club. daarnaast
heeft legmeervogels in de vorm van Henny Snel, trainer
van de zondag 1, een hoofdtrainer met oog voor de jeugd.
dit blijkt uit het aantal jonge spelers uit de eigen opleiding
die in het eerste team spelen maar ook uit het geven
van trainingen aan pupillenteams en het bijwonen van
hoofdtrainervergaderingen waarin met alle hoofdtrainers
binnen de club gesproken wordt over de manier van
trainen en spelen. daarbij kan de hoofdtrainer van de F
openlijk in discussie gaan met de trainer van het eerste
elftal. Jaarlijks organiseert de club een open dag waarbij
al het talent uit de regio wordt uitgenodigd om aan een 4:4
toernooi deel te nemen onder het toeziend oog van hoofd-
jeugdopleiding bij ajax, John van den Brom, en regio-
coach van de KnvB Maurice Hagebeuk. de samenwer-
king met ajax houdt verder in dat er wekelijks een scout
op het park te vinden is, de F1 afgelopen herfstvakantie
heeft deelgenomen aan een groot toernooi bij ajax en er
regelmatig teams uitgenodigd worden een wedstrijd van
ajax 1 bij te wonen in de arena. daarnaast worden alle
trainers uitgenodigd voor een trainingsdemo bij ajax met
daarbij een uitleg en discussie. daarbij wordt bijvoorbeeld
van gedachte gewisseld over het spelen van 7 tegen 7 of
toch 8 tegen 8.
naast cursussen van de KnvB krijgen trainers ook
de kans om deel te nemen aan een interne cursus die
gegeven wordt door Klaas vreugd en Jeroen roest. Bij
deze cursus krijgen de deelnemers Cd-rom’s en boeken
met oefenstof die aansluit bij de manier waarop vreugd
graag ziet dat er getraind wordt bij zijn club. “de visie van
legmeervogels kan gezien worden als een combinatie
van de Coerver methode en de Zeister visie. Bij de mini’s
worden veel techniekoefeningen volgens de leer van wiel
Coerver toegepast. Het is belangrijk om in te spelen op de
belevingswereld van de kinderen, dus bijvoorbeeld voor
een oefening zeggen: ”smeer eerst even je schoenen in
met lijm want dan blijft de bal goed aan je schoen plakken”.
daarnaast worden er veel circuittrainingen gedaan en
spelen de mini’s 4:4 waarbij elk viertal een beroemde club
representeert, zoals ajax, Barcelona of arsenal.
ook spelen ze wedstrijdjes (4:4) bij en tegen andere clubs.
Bij de F- en e-pupillen maakt de hoofdtrainer elke maand
circuittrainingen en mailt deze door naar de trainers van
alle teams. dan zie je op drie velden tegelijkertijd dezelfde
oefeningen uitgevoerd worden wat bijzonder efficiënt is
want je weet zeker dat trainers de juiste voetbalvormen
aanbieden. wel is er ruimte voor eigen initiatief doordat
één onderdeel van het circuit wordt vrijgelaten voor
wedstrijdgerichte oefeningen die natuurlijk per team ver-
schillen. natuurlijk is er ook verschil tussen de uitvoering
en soms de beleving bij de F1 en de F15.”
Bij de d-pupillen bepalen de trainers hun eigen oefenstof
maar krijgen ze trainersbegeleiding van Klaas vreugd.
“ik woon regelmatig trainingen bij en voorzie de trainers
vooraf, tijdens de training en achteraf van tips. Zo let ik
erop of de oefeningen voetbaleigen zijn. er moeten zoveel
mogelijk spelmiddelen (bal, tegenstander, medespeler,
spelregels, doelgerichtheid, tijd, ruimte) ingebouwd zijn.
verder moeten er veel herhalingen plaatsvinden en moet
de trainer rekening houden met de leeftijdskenmerken van
zijn groep. (vervolg pag. 25)
riK OssenKOPPele Interview Klaas Vreugd
“De visie van Legmeervogels; een combinatie van de Coerver methode en de Zeister visie”
“de visie van legmeervogels kan
gezien worden als een combinatie
van de Coerver methode en de
Zeister visie”.
Klaas vreugd (50) is sinds enkele
weken in het trotste bezit van het
diploma “technisch Jeugd Coör-
dinator”. Hij vervult de functie van
tJC pupillen bij sportvereniging
legmeervogels te uithoorn.
in het dagelijks leven werkt vreugd
als docent lichamelijke opvoeding
in het speciaal onderwijs op de
w.B. noteboomschool in amster-
dam, een school voor langdurig
zieke kinderen.
terwijl een stagiaire les geeft aan groep 4 steekt Vreugd in zijn aangelegen kantoor van wal. “toen ik acht jaar geleden mijn zoon aanmeldde bij de club werd hij ingedeeld in de f13. Zijn eerste wedstrijd was tegen toS/actief, ik weet het nog precies, en hij stond in het veld met allerlei jongetjes die grassprietjes aan het tellen waren. na die wedstrijd heb ik de hoofdtrainer f gebeld en gevraagd of iemand eens naar hem wou komen kijken. hij werd toen uitgenodigd voor een selectietraining met de f1 en gelukkig bevestigde de trainer dat hij in de eerstejaars selectie hoorde. Vervolgens heeft hij een leuk jaar gehad in de f4 maar als ik niet gebeld had was hij een jaar lang stil blijven staan en had hij nooit de stap als tweedejaars naar de f1 kunnen maken.
daarnaast viel me op dat er geen enkele structuur en visie aanwezig was bij de trainers. er was geen sturing van de hoofd-
trainers en elke trainer, vaak goedwillende ouders, bepaalde zijn eigen oefenstof en deed maar wat. toen mijn zoon bij de
e-pupillen kwam te spelen ben ik trainer en leider van dat team geworden. ik ben een aantal jaar trainer en leider geweest
en in die tijd heb ik de cursus “pupillentrainer” gevolgd. ik had een zeer goede relatie met KnvB docent Flip lammers die
mij meer als assistent beschouwde dan als cursist. legmeervogels herkende mijn kwaliteiten en de jeugdvoorzitter heeft me
gevraagd om technisch Jeugd Coördinator te worden van de pupillen.” aan die oproep van de jeugdvoorzitter heeft vreugd
gehoor gegeven en de eerste daden die hij als tJC’er verrichtte waren het verbeteren van de intake van nieuwe leden en
structuur aanleggen binnen de pupillenafdeling. “Bij legmeervogels is er een enorme instroom van vijfjarigen, wij noemen
dit de mini’s. voor deze groep hebben wij guido albers (tevens hoofdtrainer e) die op zaterdagmiddag om 13.30 uur met deze
als laatste is het van groot belang om te weten wat (fysiek,
mentaal, technisch en tactisch) en wanneer (leeftijd) je
iets het beste kunt trainen.
pupillen hebben de leeftijd om te leren om te gaan met
een bal. Het leren beheersen van der bal moet centraal
staan de accenten voor elke training moet dan ook liggen
op techniek:
• snel voetenwerk
• bal gevoel
• basis bewegingen
• schijnbewegingen
• passeerbewegingen
• kort passen
• verwerken van de bal
in de komende uitgaven van de Pupillentrainer zal er
aandacht gegeven worden aan een combinatie van coördi-
natietraining en techniektraining voor pupillen:
inhoud van elke training:
• coördinatietraining
• balgevoel
• snel voetenwerk
• basisbewegingen
• spel/partijvorm
“Hoe train je het verschil”opleiden jeugdige voetballers
fons van de Brande, directeur van Sportpartners, opgericht in 1995, en o.a. aanbieder van “moves en Skills “ (coerver methode) van rene meulensteen heeft een uitgesproken mening over het opleiden van jeugdige voet-ballers. Samen met marcel lucassen, als hoofd Praktijkdocent bij Sportpartners en cor Vanhoeven, eigenaar van een Voetbalschool in maassluis en tevens hoofdtrainer van excelsior ’20 gaat het er vooral om hoe de basis bij de jeugd hiervoor kan worden gelegd.(zie ook www.winningskills.nl) ”Voetbal is èèn van de grootste amusement industrieën van europa geworden, stelt fons en de supporters komen vooral naar de stadions om creatieve spelers te zien die het verschil kunnen maken. Publiek wil genietenvan technische hoogstandjes van creatieve spelers als ronaldinho, henry, van Persie, robben en vroeger bv. maradonna en cruyff. allemaal spelers die het duel één tegen één tot in de perfectie beheersen. in de defensie maken spelers het verschil die in het duel één tegen één onverslaanbaar zijn zoals Stam en alex. al deze spelers hebben gemeen dat ze het 1:1 domineren en dus de baas over de bal zijn. met deze intentie moet er planmatig worden opgeleid ”, aldus fons.
“Hoe train je het verschil”een rondje langs de voetbalvelden leert ons een hoop
over de wijze waarop de nederlandse jeugd een voetbal-
opleiding krijgen. goed willende vaders worden zonder
enige kennis en zonder opleiding het trainingsveld opgestuurd.
een situatie waarin de vader zich niet prettig voelt en
waardoor het leerproces voor de voetballer onderbroken
wordt. Kortom een situatie die niet goed is voor onze
talenten. Het is dus belangrijk om trainers aan te stellen
die in staat zijn vooral de jeugd de nodige kwaliteiten bij
te brengen, welke onmisbaar zijn om met attractieve en
individuele acties, openingen te creëren en scoringskansen
uit te spelen en te benutten.
verder is het van belang dat voordat een trainer begint
met een geven van een training, hij in staat moet zijn om
een analyse te maken van het team dat hij gaat trainen.
de trainer moet weten welke training bij welke leeftijds-
groep hoort.
vaak vormen tactische trainingen tegenwoordig de basis
van elke training.
via de opleidingsmodules van rene Meulensteen wordt
getracht om jeugdtrainers hierin een ander inzicht te geven.
goed ontwikkelde coördinatieve eigenschappen stellen
de voetballer in staat acties en bewegingen:
• op een zekere manier te beheersen
• economisch uit te voeren
• Snel aan te leren
Bovendien zorgt een goede coördinatie zorgt voor:
• Hoge bewegingssnelheid
• optimaal gebruik van spierkracht
• precisie in bewegen
we kennen algemene en specifieke coördinatie.
Met algemeen wordt bedoeld veelvuldige en veelzijdige
bewegingsscholing op alle gebied (boompje klimmen,
koprol, slootje springen, touwtje springen, etc.). Met spe-
cifiek wordt bedoeld alles wat sportspecifiek is (kappen,
vooractie, schaarbeweging, sprint met en zonder bal, etc.)
omdat de coördinatie aangestuurd wordt door het centrale
zenuwstelsel, is de beste fase om dit te ontwikkelen wanneer
de hersenen zich nog steeds aan het ontwikkelen zijn,
maar tevens een volwassen karakter hebben. de optimale
leeftijd hiervoor is tussen 6 en 13 jaar. daarom dient de
speler over alle basistechnieken te beschikken voordat ze
de leeftijd van 11-13 jaar bereiken. accenten zijn reactie-
snelheid, frequentie en voetbaltechnieken.
wanneer een speler op jonge leeftijd veel verschillende
coördinatieve vaardigheden worden bijgebracht zal dit op
latere leeftijd van invloed zijn op de mogelijkheden van de
speler.
Verschillende componenten die de coördinatie bepalenreactievermogen: het vermogen om na een signaal zo
snel mogelijk een motorische beweging in te leiden dan
wel uit te voeren.
marcel lucaSSen
als hoofd praktijkdocent bij “Sport-
partners” is hij al 10 jaar innovatief
met het ontwikkelingen van
trainingsmethodes en oefenstof.
in nederland wordt hij gezien als
de specialist op het gebied van
voetbalcoördinatie. Bij de iapF
(international academy physical
Football training) is dit specialisme
verwerkt in de opleiding voetbal-
conditietrainer. Hij heeft enkele
jaren bij vvv-venlo gewerkt in
de medische en technische staf
en ook daar de voetbalspecifieke
coördinatietrainingen geïntrodu-
ceerd.
SPortVerleden
Voetbal: regio- en provinciale
selecties, jeugd vvv,
amateurselecties nl en de
judo: 3 x limburgs jeugdkampioen
Zwemmen: jeugdselectie- en
wedstrijdteams
“CoördinatietrainingRuzie met je lichaam, is oorlog met de bal”
Hoe train je het verschil albert van De weiDe
www.winningSkillS.nl
��
De PuPillentrainer | Januari 2007
��
Kaboutervoetbal “Een grote zak spekkies doet wonderen”
Bij menige club zie je ze op de
heel vroege zaterdagochtend de
velden al bespelen. Kabouters,
welpen, duiveltjes en beertjes
worden ze wel genoemd. Stoere
kleine rakkers, amper uit de luiers
maar vaak al trots rondstappend
in een prachtige outfit van b.v.
Barcelona, ajax, pSv of arsenal.
de voetbalbroek tot aan de knieën,
echte kicksen aan en daar gaan
ze. Bal aan de voet en rennen maar
over die groene sprieten. die ze
een paar minuten later vervolgens
gaan zitten tellen en de bal rustig
laten voor wat die is!
‘Voor het voetbal is het fantastisch dat er al zoveel clubs kinderen op steeds jongere leeftijd de kans geven met het voetbal kennis te kunnen maken. al vanaf 4 jarige leeftijd wordt er in nederland actief en gestructureerd gevoetbald. dat is mooi, maar schept ook verantwoordelijkheden. wat en hoe is geschikt voor die kids en hoe ga je als trainer om met de vele specifieke eigenschappen van die kinderen? op de volgende pagina’s hoopt de Pupillentrainer huidige en toekomstige trainers van de jongste groep voetballertjes een handreiking te geven voor het zogenaamde kaboutervoetbal.’
Leeftijdsspecifieke kenmerken ‘Bij deze leeftijdsgroep, het loopt trouwens door tot een jaar of 7, is een aantal algemeen geldende leeftijdstypische
kenmerken van toepassing. Kinderen hebben een grote drang om te willen en kunnen spelen. alles staat in het teken
van het plezier van het ‘doen’. voor deze kids is bewegen en spelen hetzelfde. lekker spelen is voor hen een doel,
terwijl de doelstelling van een trainer normaal gesproken ergens anders ligt. voor de trainer is dit spelen een middel
om de kinderen het voetbal aan te leren en zijn of haar vaardigheden verder te kunnen laten ontwikkelen.’
Voordoen, herhalen en rust‘de meeste kinderen hebben een sterke drang tot nabootsen. elke nieuwe beweging en /of voetbalhandeling die ze
leren komt voort uit een voorbeeld van de trainer of wat ze op de televisie of op en rond het veld van hun favoriete
(club)spelers zien.
eriK steKelenburg Kaboutervoetbal
oefenen in vrije ruimte: uit de cirkel: zelf bepalen wanneer je
de beweging maakt. oefenen in gestructureerde organi-
satievorm: voor de pion de beweging maken: in de cirkel.
techniekvormen
vormen om in de lengterichting bewegingen te maken
zonder tegenstander. vormen om met tegenstander in
lengterichting bewegingen te maken:
• glazen plaat: 1 speler dribbelt richting pion en maakt
een beweging in de lengterichting. de andere speler
volgt, zonder bal en is een tegenstander zonder dat hij
de bal mag afpakken
Variatie: dribbel en drijfvormen aan de buitenkant van de
cirkel. estafette vormen.
tikspel
uiteraard kun je dit soort trainingen altijd afsluiten met
een tikspel. Je kunt hiervoor kiezen door 2 of 3 tikkers
(afhankelijk van het aantal spelers) gedurende 30 tot 40
seconden zoveel mogelijk andere spelers te laten tikken.
wel is de voorwaarde dat zowel de tikkers als de overige
spelers dit met bal uitvoeren en de bal moet binnen bereik
van zowel tikkers als overige spelers zijn.
Basisbewegingen
• bal onder je voet terughalen:
de bal rolt voor je uit. Je standbeen komt schuin achter
de bal te staan en met je andere voet stap je licht op de
bal en trekt hem onder je lichaam naar achteren. Je hoofd
draait over je standbeen naar achteren en met je stand-
been, buitenkant voet, duw je de bal verder weg.
aandachtspunten coördinatief:
• stabiliteit vanuit de beweging, ondersteuning armen
• verplaatsing lichaamszwaartepunt
• voorvoeten
• bal voor je lichaam met binnenkant voet terugkappen:
de bal rolt voor je uit. Je standbeen komt achter de bal
( binnenkant van de voet richting de bal ) met je andere
voet haal je de bal voor je lichaam langs terug. laat de bal
voorlangs rollen en duw hem met je standbeen, binnen-
kant voet, verder weg.
aandachtspunten coördinatief:
• vanuit gebogen kniestand lage houding naar gestrekte
knie in de bewegingsrichting
• géén gestrekte armen
• verplaatsing standbeen
4. Spel/Partijvormin een rechthoek staan 2 kleine goals met hun rug naar
elkaar. in het speelveld wordt 1:1 gespeeld. de bedoeling
is dat de basisbewegingen terug komen voordat de speler
gaat scoren. in de lengterichting dribbelen met tegenstander
naast je. de bal onder je voet terughalen of voorlangs
afkappen.
coaching: Stimuleren om de diverse bewegingen uit te
voeren.
cor Van hoeVen
wiinning Skills
winning Skills is op initiatief van
Cor van Hoeven in juni 2004 van
start gegaan.
Het idee voor de voetbalschool is
ontstaan door de constatering dat
tijdens de tegenwoordige trainingen,
minder aandacht wordt besteed
aan techniektraining en meer aan
tactische vormen.
analyse van internationale en
nationale wedstrijden laat echter
zien dat de technische vaardigheid
de basis is voor goed voetbal.
dit was voor Cor een reden om met
voetbalclubs in gesprek te gaan en
techniektrainingen aan te bieden.
Zie ook:
vervolg pag. 31: 3. Basisbewegingen
Hoe train je het verschil albert van De weiDe
“Kabouters,welpen,duiveltjes&beertjes”
��
De PuPillentrainer | Januari 2007
��
eriK steKelenburg Kaboutervoetbal
Sterker nog; de meeste weten waarschijnlijk niet eens
wat je bedoelt. de kleintjes zijn over het algemeen wel
van zeer goede wil en vooral dol op die bal. Met het
‘verpakken’ van oefenstof in leuke en voor de kinderen
makkelijk te onthouden spelvormpjes kun je met name
het dribbelen, drijven en schieten van de bal al snel
verbeteren. Met gewoon een wedstrijdje ‘wie het eerste
aan de overkant is’ werk je al aan het dribbelen en bij zich
houden van de bal. Houdt het dus simpel, maar wees wel
creatief in het aanbieden van vormen.’
Basisvoorwaarden‘Het is belangrijk een aantal basisvoorwaarden te
scheppen bij elke training met de allerkleinsten. Zorg er
voor dat het plezier in het voetbal altijd voorop staat, dat
de kinderen veel aan de bal komen – geen wachtrijen – en
bouw zoveel mogelijk handelingen ter verbetering van de
balgewenning en balcontrole in. dus, zoals dat zo mooi
heet, alles met bal! daarnaast is het van belang het pure
voetbal en de kinderen met ondersteunend enthousiasme
te stimuleren. dus in een partijvormpje ze gewoon lekker
laten pingelen, afspelen komt pas veel later aan de orde,
en ze zelf hun beperkingen en kracht laten ontdekken.
Coachen heeft weinig zin, ze horen dat toch niet of het
gaat het ene oor in en het andere uit. aanmoedigen, mee
juichen en gek doen helpt des te meer. wordt als trainer
ook weer kind. wees een van hen, dan staan ze voor
je open. Hoe maller de trainer doet, hoe mooier ze het
vinden.’
Geduld, geduld, geduld.‘Het trainen van kinderen op deze jonge leeftijd vereist
veel inlevingsvermogen en vooral geduld. geduld, geduld
en nog eens geduld. degene die gewend zijn met oudere
spelers te werken zal het niet meevallen dat geduld altijd
op te brengen. termen die voor deze trainers gewoon zijn
worden natuurlijk niet begrepen.
daarbij hoef je ook niet raar op te kijken als ineens de helft
van de spelers weg is en uitgelaten aan het hek dat langs
het veld staat slingert. weg is de aandacht voor het voetbal!
gewoon laten hangen, ze wel in de gaten houden uiteraard,
en doorgaan met de rest die wel nog geïnteresseerd is.
die anderen komen er dan later wel weer bij of besluiten
ter plekke toch maar op turnen te gaan.’
Materiaal‘voordat je als trainer aan de slag gaat zijn er een paar
belangrijke zaken waar je rekening mee dient te houden.
voldoende en goed materiaal is cruciaal. Met acht ballen
voor zestien kinderen doe je niet alleen de kinderen te kort,
maar leg je jezelf als trainer ook onnodig beperkingen op.
Zorg er daarom voor dat alle kinderen een bal hebben.
Hesjes, pionnen, poortjes, kleine doeltjes en ander benodigd
materiaal spreekt voor zich. denk ook na over de maat
van de bal. een regulier vijfje komt bij de meeste van die
kabouters vrijwel tot aan hun knieën! dat is lastig voetballen,
vooral als je het nog moet leren! Schaf daarom liever
kleine ballen aan. veel bekende sportartikelenmerken
hebben van die kleine ballen die ze meestal als ‘give
away’ gebruiken, maatje 2 of 3. die zijn voor een schijntje
te koop. de kabouters die ik onder mijn hoede had konden
daarmee direct goed uit de voeten en na verloop van tijd
de bal al over een behoorlijke afstand verplaatsen met
gebruik van de juiste techniek.’
Simpel houden‘de kunst een zo goed mogelijk leerklimaat te scheppen zit
hem in de eenvoud en de simpelheid van de oefeningen
die de trainer ze laat uitvoeren. de techniek hoe een bal
goed te kunnen trappen kun je op meerdere manieren
voordoen. vertraagd en stap voor stap uitleggen hoe je
lichaamshouding moet zijn als je een bal trapt, waar je de
bal precies moet raken, hoe je speelbeen moet zwaaien
en hoe het standbeen het beste kan staan.
daarom is het hartstikke belangrijk alle oefeningen voor te
doen en ook vaak te herhalen. Hoe vaker de kinderen aan
de beurt komen in een bepaalde oefening hoe beter het is
en ook hier schuilt de kracht in de herhaling. de kinderen
hebben een veelal een prima uithoudingsvermogen en
kunnen veel in een relatief kort tijdsbestek, maar rust-
momenten moeten wel tijdig worden ingelast. gebruik die
rustmomenten bijvoorbeeld om met elkaar iets te drinken
en hun aandacht even van het voetbal af te halen.’
Concentratie ‘Het concentratievermogen op die jonge leeftijd is over
de algemeen laag. de meeste kinderen zijn snel afgeleid.
daar kun je je als trainer wel druk om maken, maar dat
heeft geen zin. er bestaat een mooi voorbeeld van een
hoog boven het veld voorbij komende luchtballon. op het
moment dat er een zou overkomen is de bal helemaal
niet interessant meer voor velen. Het enige waar ze dan
nog oog voor hebben is die ballon. Het beste is er maar
bij gaan zitten en samen met de kinderen van die mooie
ballon genieten. geef de kinderen de ruimte om hun
speelsheid en fantasie te etaleren. als de luchtballon
voorbij is zou je ze er snel weer bij kunnen krijgen door
een verband te leggen tussen de voetbal en de ballon.
Met een beetje geluk zullen de kinderen snel de draad
van het voetballen weer oppakken.’
Afwisseling in activiteit‘de kinderen kunnen zich dus maar een beperkte tijd
richten op eenzelfde activiteit, een kwartiertje met
hetzelfde bezig zijn is meestal wel genoeg. omdat het
dan niet echt spannend meer is verslapt de interesse.
Houdt daarom de afwisseling van de activiteiten hoog en
daarmee de spanning aanwezig. een simpele aanpassing
in de oefenstof - ik noem het trouwens liever een spelvorm
- doet al wonderen. diagonaal in plaats van rechtdoor is
voor kinderen in de jongste leeftijd al een verandering
die weer iets nieuws met zich meebrengt en ze zullen dat
dan ook als afwisseling ervaren.’
Individueel gericht‘een ander bijkomend ‘probleem’ is dat de meeste kinderen
erg individueel ingesteld zijn. deze jonkies zijn hun kleutertijd
nog lang niet ontgroeid en betrekken dan ook graag alles
op zichzelf. Het egocentrisme op deze leeftijd is een
normaal proces in de ontwikkeling van kinderen en wordt
naarmate de leeftijd vordert steeds minder. echter; nu zijn
slechts zij en de bal belangrijk, en wat er om hen heen
gebeurd kan ze niet zoveel schelen. Behalve als die ballon
weer voorbij komt! Het hier genoemde egoïsme moet men
overigens niet verwarren met de vorm van individualisme
dat later in het spel van voetballers kan sluipen. laat de
kinderen gewoon lekker hun gang gaan met de bal, maar
probeer intussen wel een beetje structuur te handhaven.’
Een beetje samenwerken‘op het eerste gezicht lijken de kinderen samen te werken,
maar dat is in de meeste gevallen slechts schijn. wanneer
je over een langere periode het gedrag nauwkeurig bekijkt
kun je zien dat ze naast elkaar wel tegelijkertijd, maar ook
onafhankelijk van elkaar, dezelfde dingen doen. Ze doen dan
dus ‘samen’ hun ‘eigen’ ding. toch heb ik mogen ervaren dat
ze met heel simpele spelvormpjes al goed bij de les te
krijgen zijn en het (positieve) egoïsme soms kunnen
laten schieten en met anderen kunnen samenwerken
(zie training 1). de meeste kinderen hebben nog weinig
gevoel om het echt samen te doen, maar spelenderwijs
kan je ze dat toch vrij snel bijbrengen. uitleggen waaróm
ze beter iets samen kunnen werkt ook verhelderend.’
Spelenderwijs leren‘de kinderen zijn natuurlijk nog niet in staat om standaard
voetbalaanwijzingen (b.v. kaatsen, let op je standbeen of
onze mening is dat overige vakbladen te weinig doen met pupillentrainers, veel meer met bekende trainers van BVo’s. we willen ons juist richten op die trainers die zich bezighouden met pupillen, de bakermat van iedere vereniging. uiteraard zullen regiocoaches die vaak de amateurclubs bezoeken, hierin een belangrijke bijdrage kunnen leveren die ten goede komt aan elke pupillentrainer. ook gaan we Belgische clubs publiceren. de kosten voor 6 nummers zal € 35,– per jaar bedragen voor het jaarabonnement. door de enorme aanvraag komt er wellicht een 7e uitgave voor hetzelfde bedrag.
Vakblad voor de moderne pupillentrainer“de pupillentrainer” houdt je op de hoogte van alle
nieuwe trainingsvormen op het gebied van pupillenvoet-
bal. Met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen, trends,
interviews en praktijkvoorbeelden. Met vooral jeugdtrainers
binnen het amateurvoetbal, gericht op pupillentrainers
(selectieteams en óók voor de niet selectie teams).
ook die teams willen een goede/leerzame en plezierige
training hebben. regelmatig informeert “de pupillentrainer”
over onderwerpen in de diverse rubrieken. Kortom, alles
wat je als pupillentrainer wilt weten!
Met een abonnement op “de pupillentrainer” ontvang je
niet alleen dit vakblad met uitgebreide artikelen, maar
ook specifieke oefenstof voor pupillentrainers.
een uitkomst voor vele pupillentrainers! daarnaast
kunnen abonnees vacatures plaatsen en vindt men hier
het laatste nieuws op trainersgebied. een ware bron van
informatie en kennisuitwisseling voor voetbaltrainers.
u kunt zich abonneren via de website www.jeugdtrainer.